GRATIS reizen naar AMSTERDAM 1 Gemeenteraad van Den Helder Ünfi antiek Aoekjc HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 31 MAART 1936 Inlichtingen: KANAALWEG 120. Hebt ge U reeds voorzien van een toegangskaart voor de Vergadering van Maandag avond. De Begrooting. per luxe Touringcar. sche theaters gesmokkeld wordt. Meerma'en zien we dingen waar geen touw aan vast is te knoopen, zonder de minste aannemelijkheid in de handeling, Ja, dikwijls zelfs zonoer eenig verband. Van een en ander is in Smits' werk geen sprake. Hier staan we voor een verhaal... enz. Wie morgen z'n kinderen van iets prettigs wil laten genieten; hij kan ze met een gerust hart naar Casino zenden. MORGEN OPENT HERMES SERVICE. Een zaak, op moderne leest geschoeid. Morgen wordt in het pand Keizerstraat 48 (voorheen de lunchroom van den heer Kwast) geopend een nieuwe smak, welke zich aanbiedt onder den weiluidenden naam van „Hermes Service". Hermes Service is een combinatie-zaak, d.w.z. men heeft hier diverse, zij het ook niet zoo ver uiteenloopende branches, onderge bracht. Een voornaam gedeelte is gewijd aan het Woningbureau. Hierbij treedt met name aan het licht op welke moderne leest men de zaak schoeide: er zal n.1. in de étalage des avonds een film gedraaid worden, waarop men zoowel de woningen in kwestie als de antece denten ervan zwart op wit te zien krijgt. Behalve als Woningbureau is het een Reis bureau: alle reizen kan men hier bespreken of inlichtingen erover inwinnen. Reeds thans heeft men voor de a.s. Paasch een aantal uit stekende plannen uitgewerkt. Hierbij blijft het evenwel niet: want nadat wij ook een af- deeling assurantiën aantroffen, bleek het, dat ook Onderwijs hier een plaats gevonden heeft: zoowel privé- als clublessen worden door goed onderlegde krachten gegeven in talen, boekhouden en andere vakken, terwijl men zich voorts ingericht heeft tot het bijwerken van leerlingen van zoowel middelbare als lagere onderwijsinrichtingen. Ook kan hier toezicht op het maken van huiswerk gehou den worden. Tenslotte specialiseert Hermes Service zich in het geven van reclame-adviezen en belast zich met het bijhouden van iedere admini stratie. Het betreft hier een zaak, die modern aan gepakt is en waar ook de tarieven voor de diverse enderdeelen in het teeken der „aan passing" staan. Wij twijfelen er niet aan, of met name de film, die des avonds afgedraaid wordt, zal heel wat belangstelling trekken. Het is iets, dat voor den Helder een primeur is. Het pand zelf is geheel verbouwd, en met name het Ontvangkantoor is met zijn spre kende en goed gekozen affiches uitstekend geslaagd. Het timmerwerk is afkomstig van de firma Kooger en het schilder- en behang- werk van de fa Kasper en Groenendijk. Een zaak, die zeker perspectief zal blijken te bezitten. ADRES AAN DEN RAAD. Door de Heldersche Slagersvereeniging is het volgende adres aan het college van B A W gericht: De ondergeteekenden, P. Wit en J. A, van Haaren, resp. voorzitter en secretaris van de Heldersche Slagersvereeniging, ten dezen do micilie kiezende ten huize van laatstgenoem de, Keizerstraat 82 te Den Helder, richten zich namens genoemde vereeniging tot Uw College met het navolgende: Blijkens een publicatie in de Heldersche Courant van Dinsdag 24 Maart jl. is door de raadsleden de heeren W. Biersteker en P. Feenstra-Kulper een voorstel b(j den Gemeen teraad ingediend inzake verlaging der we genbelasting. Een compensatie voor de daarvan te wach ten mindere inkomsten denken de voorstel lers te vinden o.m. door een verhooging van de opbrengst der slachtloonen met 1000. Tegen een verhooging van de thans gelden de slachtrechten, welke van aanneming van het voorstel het gevolg zou zijn, meenen de ondergeteekenden reeds nu ernstig bezwaar te moeten maken. Zij veroorloven zich, Uw College er met na druk op te wijzen, dat het slagersbedrijf hier ter plaatse geen enkele verhooging van lasten toelaat, dat integendeel verlaging van lasten dringend noodzakelijk is. Fiscale- en crisisheffingen zonder eind drukken reeds op het vleesch, dat daarmede van een belangrijk volksvoedsel steeds meer luxe-artikel dreigt te worden, waarmede het algemeen belang zeker niet is gediend. Van de belastingen waaraan de producten der sla gerij onderworpen zijn, noemen wij bt|v. de 10 accijns en de 10 hefing op rund- vleesch, de 6 cent crisisheffing per Kg. op het varken, de 4 omzetbelasting op vleesch, de heffing van de reeds hooge keurloonen en slachtrechten, om van de vele sociale en an dere vaste lasten nog maar te zwijgen. Door al deze factoren, waarbij nog komt de distributie van het goedkoope Regeerings- blikvleesch, is het slagersbedrijf in een im passe geraakt. Ook officieele gegevens voeren tot deze conclusie; immers uit het door het Economisch Instituut voor den Middenstand uitgegeven rapport „Kosten en Winsten in den Kleinhandel" blijkt, dat In 1933 ten op zichte van 1928 de omzet van het slagersbe drijf daalde met 34,1 hetgeen een inkom stenderving beteekende van 33,2 Ondergeteekenden hopen, met het boven staande Uw College de overtuiging te hebben geschonken, dat een verdere verzwaring van lasten voor het slagersbedrijf funest en tegen het algemeen belang zou zijn; zy vertrouwen dan ook, dat Uw College in zijn prae-advles op bovengenoemd voorstel de gedachte aan een verhooging der slachtrechten zal afwij zen. Met verschuldigde Hoogachting, namens de Heldersche Slagersvereeni ging: P. WTT, voorzitter. J. A. v. HAAREN, Secretaris. Den Helder, 28 Maart 1936. Behandeling Begrooting 1936, De replieken geëindigd. Aangevangen met de behandeling van de begrooting. Het voorstel-Eijlders verworpen. Vergadering van Maandagmiddag, 30 Maart. Gistermiddag werden door den Raad de Vrij dagavond afgebroken replieken voortgezet. Afwezig was de heer Biersteker (Gem. Belang). Nadat de Voorzitter, loco-burgemeester W. de Boer, de vergadering geopend had, werd het woord verleend aan den heer Terra. Repliek van den heer Terra (R.K.). Uit hetgeen de wethouder van sociale aan gelegenheden heeft gezegd, meen ik begrepen te hebben, dat de noodige maatregelen reeds zijn getroffen, opdat met 1 Mei a.s. de loon- bijslagregeling in het landbouwbedrijf 111 wer king kan treden. Ik hoop, dat hier voldoende bekendheid aan gegeven wordt opdat hier zooveel mogelijk gebruik van gemaakt wordt. Wat de electriciteitstarieven in Koegras be treft, waar v. d. Veer en ik meermalen op een andere regeling aandrongen, doet het ons ge noegen, de toezegging, die weth. v. d. Vaart gedaan heeft, dat voor toepassing van het vastrecht ten platte lande gunstiger bepalin gen gemaakt zullen worden. Ten aanzien van het request van de ver eeniging van huiseigenaren, bejammer ik, dat men gaat generaliseeren, als er enkelen ge weest aijn, die de huren hooger hadden opge voerd dan billijk was. Ten aanzien van den gasprjjs en meterhuur meen ik, dat in de richting, ongeveer aan gegeven door den heer Uithol, een oplossing gezocht moet worden, om kleine gasverbrui- kers tot afnemen te nopen. De hee.r Ran (R.K.) repliceert: Uit het antwoord van den betrokken wethouder heb ben wij begrepen, dat voor z.g. onbenut werk hier geen industrie is, doch ook ons betoog was er op gericht om al datgene te doen wat mogelijk ls, om voor arbeidsloozen werk te zoeken, ook al zal dit gepaard moeten gaan met bijdragen uit de gemeentekas. In dit verband geeft het betoog van den heer Steenlage mij aanleiding op te merken, dat ook van de zijde van den Bestuurders- raad van den R.K. Volksbond verschillende malen de aandacht is gevestigd op het pro bleem, vooral der jeugdwerkloosheid. Ten aanzien van de verhooging der ge meentefondsbelasting zeiden wij absolute tegenstanders te zijn, waarop wethouder v. d. Vaart bedenkingen had. Evenwel voegden wij hieraan toe, dat wij met belangstelling het antwoord tegemoet zagen van het College over de ingediende voorstellen. 'Daarmee spraken wij dus uit, dat niet voor dat alles was beproefd om uit andere mid delen dekking te zoeken, tot belastingver- hooging mocht worden overgegaan. Wij ver trouwen dan ook, dat het Idee, aan de hand gedaan door de Prot. Chr. fractie, door het College zal worden overgenomen. Ook në het gesprokene van den heer v. d. Heijden zijn wij niet bekeerd om de salaris verlaging zonder meer af te wijzen. Lang heb ik overwogen, teneinde nog eenig voordeel voor het personeel te behalen, om den termijn van inhouding voor de eerste 2J^ b.v. op 15 Mei te stellen. Dus juist 7 dagen voor ingrijpen der Kroon. De volgende 2]/2 zou dan 15 Nov. kunnen worden ingevoerd. Waar het voorstel der meerderheid van het College evenwel het meeste kans van slagen heeft en naar wij vertrouwen door Ged. Staten zal worden goedgekeurd, willen wij deze aange legenheid niet in gevaar brengen en het voor stel der meerderheid de kans geven. Barbarisme in Gildentijd. M. de V. In het overigens keurige betoog van den heer v. d. Heijden, hetwelk hij in tweede instantie hield, trof mij de bijzondere uitlating over „barbarisme in het Glldentijd- perk". Hier wordt m. i, te veel gegeneraliseerd. Sociaal-economisch was er toen veel te loven, en mochten wij willen, dat de verhouding patroon-arbeider heden ten dage zoo was als juist in die dagen. In tweede instantie zegt de heer Hoorns man (V.D.) o.m.: Ten aanzien van de prijsverlaging voor water in landbouwbedrijven, spijt het mij zeer, dat de wethouder mijn voorstel van waterprijs verlaging meent te moeten afwijzen, op grond van de financiën en de vrees voor aanvrage van andere bedrijven welke geen florissant bestaan hebben. Verder zegt de wethouder, dat er ook nog verschillende veehouders zijn, die geen kwan tum garandeeren van 200 cm3, en die dus 30 cent per cm3 betalen. Dit is in totaal ongeveer 3200 cm3 en dit zou dus het bedrag verhoogen met 160. Dit zou dus de mindere ontvangst brengen op 1347.of wel pl.m. 150.min der dan den wethouder raamde. Ik geloof niet, dat er veel noodlijdende zaken zullen zijn die evenveel water gebruiken dan de doorsnee veehouder. Ik ben bereid mijn voorstel te wijzigen in dezen vorm, dat alleen voor het bedrijf water voor den verlaagden prijs wordt beschikbaar gesteld. Dit zou dus inhouden, dat voor huis houdelijk gebruik den prijs wordt betaald. Het gebruik te bepalen naar de huurwaarde, waar voor de landbouwers als huurwaarde zoo on geveer vast staat 200.zouden zij worden ingedeeld In den groep van 15 cm3 maximaal gebruik. Dit zou dus 60 cm3 per jaar zijn voor den vastgestelden prijs, terwijl de rest van het verbruik berekend wordt voor 20 cent. Waar de boerenbedrijven gemiddeld gebruiken 300 cm3, zou dit worden Vb gedeelte. Dit x/b ge deelte zou dus inplaats van 0.20 een prijs opbrengen van 0.30, alzoo een meerdere ont vangst van pl.m. 370.waardoor de kosten van aanneming van mijn voorstel zouden wor den teruggebracht tot pl.m. 975. Deze berekening, M. d. V., is berekend op een vol jaar. Waar thans echter reeds 3 maan den om zijn, en wij niet verlangen terugwer kende kracht, zou het werkelijke bedrag met deze toepassing van deze begrooting zou ver gen, van 975.is 732. Wethouder Smits zegt in zijn beschouwing over werkloozen, die hier zijn blijven hangen van de uitvoering der Zuiderzeewerken, ook iets over de arbeiders die door de landbouwers van buiten de provincie zijn gehaald omdat ze zoo goedkoop waren en nu weer door die land bouwers zijn ontslagen, iets waartegen ik moet opkomen. Dit is niet zoo. De boeren konden in dien tijd geen vaste arbeiders meer krijgen omdat de ingezetenen in het bollenbedrijf, wei ke toen in den glorietijd waren, minstens evenveel konden verdienen zonder ook Zon dags te moeten werken. Waar echter de toestanden nadien zeer zijn veranderd en de arbeiders, welke vroeger als vaste arbeiders bij de boeren in dienst waren, thans, nu de bollenbedrijven weinig arbeiders vragen, weer graag vast werk hebben, worden de geïmporteerde arbeiders weer vervangen door de inheemschen. Repliek van den heer P. v. d. Veer (A.R.) Wethouder Smits hqeft geconstateerd, dat er ten plattelande nog steeds werkgevers zijn, die als vaste arbeider, menschen van bulten nemen. Laat het college de werkgevers er eens vriendelijk op wijzen, dat ze de gemeente daar een strop mede bezorgen. Het gemeente' bestuur heeft tot plicht om in die richting werkzaam te zijn. Bij de in te voeren toe slagregeling zal de gelegenheid om dit naar voren te brengen, zich wel eens voordoen. Wat verder de toeslagregeling betreft, lijkt het mij, dat er in de commissie vruchtbaar werk wordt verricht, maar toch kan ik de gedachte niet verdringen, dat er bij B. en W. eenige vruchtbaarheid bestaat in dit opzicht. Ik geef als ingewijde in deze dadelijk toe, dat hier wel eenige aanleiding toe bestaat. De manier waarop in verschillende gemeenten met de uitvoering hiervan is omgesprongen, maant tot voorzichtigheid. De wethouder heeft wel gezegd: er is ook meei geld voor noodig, maar ik geloof toch, dat het uiteindelijk de gemeente niet behoeft te kosten. B. en W. geven de commissie op korten termijn gelegenheid dit aan te toonen, maar beloven hunnerzijds, dat het dan ook beslist 1 Mei voor elkaar is. De beantwoording van de vraag over goed- kooper water stemt minder tevreden. Dit is geen zaak die thans voor het eerst aan de orde komt. Het moge waar zijn, dat er geen dekking voor is. maar er is ook een tijd geweest dat er wel dekking voor was, maar toen verdeelde men de meerdere gemaakte bedrijfswinst, die dan geraamd was, over de gemeenteambtenaren en werklieden en de boeren konden er naar fluiten. Daarom wil dat bloedend hart er thans bij mij niet erg in. Het voornaamste argument is voor mij: wanneer is Koegras aangesloten Had de mogelijkheid n>et bestaan, om als gemeente water te betrekken van de provincie, dan was Koegras nog niet aangesloten geweest, want dan was daar geen water voor geweest Doordat de provincie aan Den Helder water ging leveren, kon men ons aansluiten, even goed als Callantsoog enz. Daarom moeten voor ons de provinciale tarieven gelden Dat Den Helder niet mede kan komen met de provincie, komt ten koste van de stad, welRe voordien ook alleen de vruchten plukte. Het water van de provincie kost de gemeente ruim 14.5 cent. dus bij 20 cent 5]/2 cent winst. Daarom, mede namens den heer Terra, laat ik het eerste voorstel-Hoornsman niet los, maar nemen wij het over. het uitbreidende in die vorm, dat dit tarief reeds in werking treedt bij een gegarandeerd verbruik van 100 m3 per jaar. aangezien de provincie dit ook doet. Anders vallen de kleinste boeren buiten dit tarief. Het College van B. en W. aan woord. Daar geen der raadsleden meer het woord verlangde, was het aan het College van B. en W. om de verschillende sprekers te beant woorden. Het was De heer W. de Boer (V.D.) dien het woord nam en van meening zijnde, dat het verslag in onze courant over het door hem gezegde over het „Wilhelmus" niet volledig was, zijn woorden nog eens herhaalde. De heer De Boer heeft in zijn betoog duidelijk ge maakt, hoe de houding van de onderwijzers op de Openbare Lagere School tegenover ons „Volkslied" is, daar spr. vermeende, dat te dien aanzien een smet op hem geworpen was. De heer Uithol heeft een bezoek aan de Lagere School gebracht en heeft daar tot zijn genoe gen geconstateerd, dat er het „Wilhelmus" werd gezongen. Spr. zou even verwonderd zjjn geweest als h(j gezegd had, dat er de Neder- landsche taal geleerd werd. Verwonderd was spr. omdat de heer Uithol zich zoo durfde uit spreken als hij meende te moeten doen om daarmede verdachtmakingen te maken tegen over de Openbare Lagere School. Het betreft hier een instituut, waarvan 2600 leerlingen zijn verbonden en daar moet men voorzichtig zijn met hetgeen men te dien aanzien van dit insti tuut zegt en doet. Spr. is een voorstander van de O. L. S., maar als de heer Uithol daar een tegenstander van is, dan mag hij toch ook wel bedenken, dat, als hij spreekt als hjj gedaan heeft, er een misevrstand dreigt te ontstaan. De O.L.S. behoort te zjjn een opleidingsinsti tuut, dat tracht te brengen by de leerlingen een eenheid en het bindend gevoel, dat zij allen behooren tot één vaderland, tot één volk. Het heeft bij spr. den indruk gewekt en hij geeft daarvan de verzekerdheid, dat de O.L.S. is, wat zij moet zijn en behoort te doen. Het zin gen van het „Wilhelmus" is een vreugde om zijn mooie historie, om zijn mooie tekst en om zijn mooie melodie. Het wordt echter wel eens niet gebruikt op de juiste wijze en spr. ver wijst dan naar het antwoord, dat Minister De Wilde op vragen van den heer Faber geant woord heeft inzake het voorschrift van den burgemeester van Zoelen om een vergadering van S.D.A.P. te doen besluiten met het „Wil helmus"; als middel om een vergadering te sluiten doet men afbreuk aan den eerbied van het lied. Komende tot het gesprokene over het Reis besluit zegt de heer De Boer, dat hjj nooit den Indruk heeft gekregen, dat door hen, die voor de gemeente reisden, financiën werden mis bruikt. Als de heer Uithol meent, dat door het Reisbesluit de reiskosten zullen vermin deren, kon hij zich wel eens vergissen. Als het mocht gebeuren, dat het stijgen van uitgaven zjjn oorzaak vindt, dat er meer gereisd moet worden om een stijging van waarde van be- teekenis voor de gemeente te verkrijgen, dan moeten alle raadsleden deze uitgaven toe juichen. Zuiderzee» teunwet. Spr. kan tot zijn spijt niet zeggen, dat er veel Heldersche visschers onder de Zuiderzee- steunwet zullen vallen. Het is gebleken, dat de Regeering deze steun wil doen afloopen. Het bezoek van den heer Bot aan den Minister heeft spr. getroffen en als dit raadslid iets bereikt heeft, dan mogen de visschers hem dankbaar zijn. Aan hetgeen de heer Bot over het komen van een Regeeringssteun voor de kustvisschers gezegd heeft, voegt spr. toe, dat alle inlichtingen welke te dien aanzien aan het departement zijn verstrekt over de afdeeling Financiën van het Heldersche Raadhuis z\jn gegaan, zoodat men hier allang op de hoogte was. Spr. wil er op wijzen, dat met het komen van dezen Rijkssteun de toestand voor de vis schers waarschijnlijk niet verbeterd zal wor den. Het is te voorzien, dat het Rijk minder visschers zeker geen méér steun zullen genie ten dan bij de plaatselijke steunregeling. Het is goed, aldus de heer W. de Boer, om bij de visschers geen verwachtingen op te wekken, die niet te verwezenlijken zullen zijn. Ten aanzien van het voorstel van Gem. Be lang om de schoolgelden voor den cursus in Oude Talen te verhoogen, maakt spr. een ver gelijking tusschen het schoolgeld van de O. T. en inrichtingen van onderwijs, welke zich daar mee laten vergelijken, c.q. de R.H.B.S. alhier en de Kweekschool te Alkmaar. Deze verge lijking In verschillende klassen van inkomens toont aan, dat per lesuur de cursus O.T. na het aannemen van het voorstel-Gem. Belang veel duurder zou zijn dan het lesuur van de ge noemde instellingen. Waar dat zoo is, meent de wethouder de nieuwe schoolgeldregeling te moeten ontraden. Trouwens het brengen daar van in den Raad dient reeds ontraden te wor den, daar de kwestie eerst in de Commissie voor het Onderwijs dient gebracht te worden. Spr. demonstreert daarop met een voorbeeld, dat bij verhooging van schoolgelden de rede lijke kans bestaat, dat het getal leerlingen zal terugloopen. Bovendien lijkt het moment, waarop dit voorstel komt, spr. ongunstig, om dat men juist in een onderzoek gehuld ls of er gekomen zal kunnen worden tot de stichting van een Lyceum. Spr. doet daarop de mededeeling, dat alle zeilen bij den mast gezet worden, dat het door gaan zal kunnen plaats hebben en de school 1 September a.s. geopend zal kunnen worden. De plannen voor beide inrichtingen zijn uit gewerkt aanwezig benevens een schema van de fiancieele gevolgen. Zoo gauw spr. weer wat meer vrijheid van handelen heeft, zal hij zich in. verbinding stellen met Prof. Van Poelje en zal hij trachten de Rijksregeling, welke vol komen nieuw is en pas in Wageningen is aan genomen, ook voor onze stad te verkrijgen. Mocht dit plan een goeden indruk verwekken dan hoopt spr. dat binnen enkele maanden deze zaak haar volledig beslag zal kunnen krij gen. In deze instantie ontraadt spr. het voor stel van Gem. Belang over te nemen, daar een verlaging van het leerlingental absoluut ver hinderd moet worden. Spr. zegt tenslotte toe, dat deze schoolgeldregeling in de Commissie van Onderwijs zal worden gebracht, doch op het moment gelaten moet worden voor wat zij is. Wethouder Smits (R.K. antwoordt. Wethouder Smits verkrijgt dan het woord en merkt naar aanleiding van de salarisver laging op, dat hij reeds eerder betoogd heeft, dat gezien de laatste aderlatingen geen aan leiding bestaat om de salarissen te verlagen. Was het dan ook niet van bovenaf opgelegd, dan zou het College er niet aan gedacht heb bent Het zou echter niet principieel zijn, als de verlaging werd uitgesteld tot het einde van den termijn van 3 maanden (21 Mei). Het Col lege wil niet marchandeeren. Men kan volgens sph alleen het standpunt innemen: wijs bet voorstel af of tracht, door het voorstel van B. en W. te steunen, te redden wat er te red den is. Anders zal het uitstel van executie zijn: de Verlaging zal toch moeten komen. Inzake de steun aan werkloozen van buiten, zegt de heer Smits: Laten we in vredesnaam niet mee gaan met het voorstel-Bot. Laat het de ge meente tot eer strekken, dat zij de werkloozen niet aan haar lot overlaat. Stuur de werkloozen niet naar de hel van een werkloozenkamp, waardoor het gezinsverband wordt ontwricht. Financieel oordeel zal deze export voor de ge meente bovendien niet hebben, daar de gezin nen in Den Helder achterblijven. Ten aanzien van het geopperde denkbeeld om werkloozen bjj den Oost-polder te werk te stellen, deelt spr. mede, dat er geen man uit Den Helder geplaatst zal worden. De heer Steenlage heeft heel wat onjuiste dingen gezegd, aldus de wethouder. Spr. vraagt zich af, waarom in eerste instantie niet gekomen werd met vra gen, die op zoo'n onvriendelijke wijze gesteld werden. Spr. betoogt, dat de commissie voor de jeugdige werkloozen geen oogenblik stil heeft gezeten en dikwijls bij den Minister is geweest. De heer Steenlage zal óók een raar gezicht zetten als het plan, dat een getrouwe copie is van dat, hetwelk de commissie reeds drie jaar geleden heeft ingedinde, zal worden verworpen. Althans spr. vermoedt, dat het dit lot, evenals den eersten keer wel beschoren zal zijn. Een bedrag van 2400.— is te weinig om te bekostigen hetgeen allemaal noodig ia. Het zal slechts als basis kunnen dienen om voort te kunnen bouwen. Dat hier arbeid als ..j-jodigd om de jeugdi ge werkloozen aan het werk te helpen, niet aanwezig is, is niet juist, want dan zou op steun van de Regeering zeker niet te rekenen zijn. De objecten in het plan genoemd, komen echter niet in aanmerking. Dat is productieve arbeid en deze moet door volwaardige arbeiders worden verricht. Voor de kosten voor ontwik keling, ontspanning en materialen zal een voorstel moeten worden ingediend bij den Mi nister, die de percentages bepaalt, welke zullen Worden toegewezen. Men kan nu echter niet zoo maar zeggen: zoo en zoo zal het zijn. Ten slotte verklaart spr. nog eens zijn standpunt, dat er iets in deze materie moet gebeuren, maar daar ook voor vele andere sociale maat regelen veel geld gevorderd wordt, moet de resreve gemaakt worden, dat teleurstelling wel niet zal uitblijven. De positieve mededeeling van den wethou der, dat de steunregeling voor den landbouw op 1 Mei a.s. aanvangt, heft spr. van den betrokken Inspecteur. Wellicht dat 1 Mei alles nog niet in kannen en kruiken zal zijn, maar bij aanvaarding van den arbeid is het risico veel kleiner. Tot den heer Hoornsman zegt spr., dat er inderdaad door de werkgevers werklieden van buiten ge haald worden, die als zij de loonregeling hier kennen, hier blijven en „dan gelooven ze het wel". Toch moet op den duur met deze werk gevers vertrouwelijk gesproken worden, want zij schaden de gemeente. Betoog van den heer v. d. Vaart (S.D.A.P.). Het woord is nu aan den heer Van der V aa r t. Over het „heldertje" van den heer Schoeffelenberger (om de leeningen van 6 en 5% pet. te converteeren in leeningen tegen een lager percentage), zegt hij, dat de heer S. óf de begrootingsstukken niet heeft bekeken óf ze niet heeft begrepen. Bovendien moet spr. veronderstellen, dat de heer S. het Algemeen vraagt Uw belangstelling. Uitsluitend exclusieve hand- weck sieraden in zilver. Komt U even een kijkje nemen, het is heusch de moeite waard. ifuuteliet 3kcm*toibocï Rapport niet heeft doorgekeken, waar toch bljjkt, dat reeds lang pogingen zijn aangewend om de genoemde leeningen 6 pet. in conver- teeren, met een redelijken kans, dat dit lukt De leening van 5pet. valt echter niet te converteeren, daar dit een leening op korten termijn (5 jaar) is, welke volgend jaar afgelost moet worden. Ten aanzien van de contröle op het leggen van de gasleidingen, zegt deze spr. o.m., dat wilde men dat goed doen, praktisch op elk bouwwerk een controleur moest zijn. Het ls uiterst moeilijk om de overtredingen op te sporen, want niet alleen de mondingen van de leidingen moet men controleeren, maar wat is er onder den grond weggebouwd? Er ligt een voorstel om nog een mannetje te benoe men en spr. is van meening, dat deze er komen moet. Spr. komt nog eens terug op de Advies commissie en maakt duidelijk, dat deze com missie wel bereid ls om snel te werken. Dat zi) 40.(van den heer Sch.) zou hebben aan vaard is onjuist, omdat de heer S. prijsopgave had gevraagd voor het leveren van een scheta- teekening voor den bouw van het gebouw Van Wee,1de aan het Koningsplein. Het Ge meentebestuur heeft, toen bfl uitzondering toe gestaan, dat aan dit verzoek van den heer S. mocht worden voldaan, de kosten bedroegen 40 gulden. Ten aanzien van het aanschaffen van plan ten voor de gemeente ls gezegd, dat dit niet in het belang van de bloemisten was. Spr. stelt vast, dat hier dus het algemeen belang niet domineert, doch het belang van een bepaalde groep. Het oude systeem blijft het eenige juiste. De heer Van der Vaart komt vervolgens tot de beantwoordingen van hetgeen ls gezegd door den heer Uithol. Dat de reclame voor den lageren gasprijs misleidend zou zijn, meent hij alsnog te moeten betwisten. Het is uitgesloten, dat men de burgerij iets in de handen „from melt". De voorwaarden waartegen men gas tegen 4 en 5 cent bekomen kan, worden op de Centrale Boekhouding medegedeeld. Niemand wordt misleid. Een herziening van de gastarieven in den geest als door den heer Uithol, werd voorge steld, als niet te verwezenlijken te beschou wen. Er zou minder ontvangen worden, een bedrag van ruim 22.000 in vergelijking met de raming, welke bij de begrooting gemaakt is. Spr. stelt den heer Uithol voor het bij een idee te laten. Maak er geen voorstel van, raadt hij. Dat de tarieven zijn aangepast, moge blijken uit het volgende: de tarieven voor electrischen stroom zijn in vergelijking met de Jaren 1928'29 verlaagd met 25 pet. Ook bi) het gas is „aangepast", zi) het ln mindere mate, Spr. maakt alsnog bezwaar tegen het ter inzage geven van de rapporten van den veri ficateur. Dit zijn ambtelijke rapporten, be stemd voor B. en W., welke dus het onbetwist baar eigendom van dat College zijn. Spr. kan den indruk niet van zich afzetten, dat de heer Uithol vermoedt, dat het College den Raad niet volledig inlicht Waarom toch dat wantrouwen Laat men ons toch liever zeggen, dat men ons niet vertrouwt. We zijn niet stoelvast, we wil len wel weggaan als men ons niet vertrouwt. We kunnen alleen werken als het onderlinge vertrouwen er is. Spr. handhaaft zijn conclusie en vindt dat elke nadere verklaring als zou het rapport gevraagd worden „om er Iets uit te leeren", e.d., den indruk van wantrouwen niet kan uitwisschen. Bjj het punt reisverordening gekomen, benut spr. nogmaals de gelegenheid om den sfeer, welke ook hier voorzit, te laken. Waar is de ware gezindheid? Hier onderbreekt de heer Van der Vaart zijn betoog om dit 's avonds voort te zetten. De heer Biersteker komt later. Wethouder v. d. Vaart vervolgt zjjn betoog en komt thans tot het geen door den heer Feenstra Kuiper werd gezegd. Mocht het voorstel-Eijlders door den Raad worden aangenomen, ook al is het College het daarmede niet eens, dan zal het dit raadsbesluit toch met alle kracht van argumenten bjj Ged. Staten voordragen en aandringen op goedkeuring. De uitdrukking „respect eischen" is door spr. anders bedoeld dan de uitleg, die de heer Feenstra Kuiper er aan heeft gegeven. Spr. wilde er mee doen uitkomen „eerbied voor een andermans over tuiging". Spr. houdt er verder rekening mede, dat de heer Biersteker er niet is, anders zou hij zich scherper uitdrukken. In het voorstel van Gem. Belang en later is het door den heer Biersteker gepreciseerd, dat de burgerij dub bel moest betalen aan recognitiën en bestuura- kosten bjj de gasfabriek. Spr. handhaaft zijn conclusie in eerste instantie gesproken en zegt voorts, dat hij hier heeft te maken met een raadslid, dat weet waar hij aan toe is. Daarom is spr.'s verwijt zoo scherp geweest. Dat de voorstellen in de H. C. gezet waren als aanvulling van de agenda aanvaardt spr. niet, want het is een gebruik geworden, dat op het Raadhuis de voorstellen voor de raadsleden doorgeslagen worden als zy dat vragen. De cijfers door den heer Feenstra Kuiper bjj de kwestie-Wegenbelasting genoemd, zfln niet juist. Er zijn in Den Helder 4400 aan slagen, dat is circa 50%. Hier is dus een belangrijk gedeelte van de bevolking, dat voor deze belasting in aanmerking komt, terwijl in andere steden de huurders en groote verhuur-ondernemingen de hoofdrol spelen. Niet in de vragen naar het aanstellen van den boschwachter en den gasmeester zag spr. „kwaad", doch in het staartje, n.1. In het vragen van het rapport Wat het wat^er ten plattelande aangaat, uit spr. als zjjn meening, dat een subsidie niet ten laste van het bedrijf moet komen. Deze moet komen uit de gewone middelen van de gemeentelijke huishouding. Het rekensom metje van den heer Hoornsman was niet juist, daar, zooals spr. voorkomt, het te d ven bedrag 1.500.— hooger uitkomt Ev zoo dat de gemiddelde huurwaarde van a" boerderijen gemiddeld 200.— zou zyn 'j® volgens spr. onjuist. Tenslotte betoogt hH dat voor Koegras geen afzonderlijk tariS ingesteld kan worden, omdat ook de WaZ schertj aan den Rijksweg voor de verlaagd" tarieven ln aanmerking zou willen komen andere zouden volgen, hotelhouders, e.d. g6" verlaging van 25 tot 20 cent is derhalve te ontraden. Op de begrooting komt het water bovendien voor, voor een kostprijs van 23 Den heer v. d. Veer antwoordt spr., dat d gemeente de kapitaalslasten heeft van a buisleiding van Bergen naar hier. De meente brengt dit offer en heeft daardoor Koegras aan water geholpen. De Prov. Statea hadden het recht bedongen om aftakkingen te maken en zoo is geschied naar Callantsoov Spr. adviseert den heer v. d. Veer om het voorstel bjj B. en W. voor te dragen, opdat het College het van prae-adviea kan voor zien en de consequenties bjj aanvaarding van dit voorstel gemaakt kunnen worden. Op Instigatie van den Voorzitter zullen de heeren Hoornsman, v. d. Veer en Terra het voorstel samenstellen en indienen. De heer v. d. Vaart protesteert vervolgens ten sterkste tegen de uitdrukking: de bur- gerjj ks er voor de bedrijven. Ook het „aan passen" zooals de heer Uithol het heeft ge bruikt, stamt uit de school van Nationaal Herstel. Spr. concludeert, dat juist de oerheld er voor waakt, dat de bevolking uitgeput wordt door middel van de bedrijven. Spreker constateert vervolgens, dat de heer Uithol blijkbaar aan zijn zijde staat wat de vermin dering van de vaste lasten betreft, maar h(J vindt het merkwaardig, dat dezelfde de ge bouwen wil aantasten door de afschrijving stop te zetten. Wonderlijke consequentie is dat! Tenslotte komt de wethouder tot de be strijding van het voorstel-Eylders, waaraan wij ontleenen: Nadat spr. eenige kleinere abuizen in den opzet van den heer Eijlders heeft aangetoond, betoogt hi) verder, dat de gemeente de recog nitiën en bestuurskosten wèl zal opeischen, omdat het overschot van de fabriek dan over de verschillende onderdeelen zal kunnen wor den gebracht. Daarna komt de begrooting niet in evenwicht, put men thans het tekort uit de bedrijven dan is dat weer dat bedrag van ca. 16.000 gulden aan recognitiën, e.d. Dit offer mag men niet vragen. Principieel te er niets tegen om de afschrij vingen eens niet te doen plaats vinden, maar dan moet dat ook geschieden omdat de be langen van het betreffende bedrijf dat eischen. Anders zou het onverantwoordelijks bedrijfspolitiek zijn. Voorts verkeert het be drijf in een moeilijke positie. De gunstige ver wachtingen ten aanzien van meer gebruik zijn reeds in de begrooting vercalculeerd. Zou den die verwachtingen niet in vervulling gaan, dan zou een gat ontstaan. Gas gaat eea onzekere toekomst tegemoet, de electrischs stroom dreigt deze brand- en verlichtingsstof geheel te verdringen. Voorts drukt nog eea zware kapitaals laat op de fabriek. De toe komst van de gasfabriek moet somber wor den Ingezien. Gebruik dus niet de bedragen welke voor afschrijving bestemd zijn. Het nageslacht zou het verwijt kunnen maken, dat hun voorvaderen roofbouw ten opzichte van de bedrijven gepleegd hadden. Een ver andering van de betreffende verordening zou inderdaad niet het ergste zijn, maar Ged. Staten zullen nimmer goedkeuring verleenea aan een dergelijke politiek. Het standpunt van het Rijk is tegenwoordig: zie de belastingen te verhoogen en bezuinig! Dat zegt het, op dat het zoo lang mogelijk dure, eer dat het de gemeenten te hulp moet schieten. Namens het College van B. en W. zegt de heer v. d. Vaart tenslotte, dat het principieel tegen het voorstel-Eijlders is. Dat wil nu weer niet zeggen, dat het voor belastingverhooging la, integendeel, het zou niets liever willen, dan dat de belofte, in het voorwoord van de be grooting gedaan, verwezenlijkt kon worden. Helaas is dat echter niet mogelijk. De Voorzitter onderschrijft deze laatste zinnen van den wethouder en dringt er op aan het voorstel van het Ooilege te steunen. Hiermede zijn de replieken geëindigd en wordt overgegaan tot de categorische behan deling van Het voorstel-Etjldere. By de begrooting van het electricitei te- bedrijf vraagt de heer M e Q e r (VJ>.), waar om de spertijd dit jaar een half uur vroeger te ingegaan. Wethouder v. d. Vaart zal informeeren of de spertijd voortaan weer om 5 uur kan ingaan. Het grondbedrijf ga* geen aanleiding tot opmerkingen, doch bi) de behandeling van de Gasfabriek zegt de heer Biersteker (Gem. Belang), dat zijn fractie ten behoeve van het voorstel-Eijlders haar voorstel zal terugnemen. De heer Eijlders (A.R.) ziet de bedrij ven als één geheel. Hi) wenscht slechts wijzi ging van het afschrijvingspercentage voor deze begrooting. De heer Ran (R.K.) vraagt waarom Ged. Staten het voorstel-Eijlders zullen afkeuren. Wethouder v. d. Vaart: Om de wij zé waarop ztj toezicht houden op de financiën van de gemeente. Van het batig saldo-1934 mocht slechts één-derde voor deze begrootlng gebruikt worden. Tegenstemmer». Het ls de heer Meijer (V.D.), die moei lijkheden in de komende jaren ziet, als ver mindering van inkomens, wellicht pensioen- aftrek. Dit jaar zal hij dan ook niet meegaan met het voorstel-Eijlders, wellicht dat hij volgend jaar meer voor voelt. Ook de heer v. d. Helde (S.D.) verklaard te zullen tegenstemmen, gehoord de uiteen zetting van den wethouder en den toestand van de gasfabriek. Standpunt Gemeentebelang- De heer B1 e r s t e r (Gem. Belang) zegt, dat wat het zwaarst ls het zwaarst moet gelden. Voor alles komt het Gem. Bel- voor, dat belastingverhooging niet gewettigd te, ofschoon de weg, dien de heer Eijlders bewandelt een zware ls, meent zjjn fractie toch, dat hij den voorkeur verdient boven belastingverhooging. De V oorzltter waarschuwt bij her haling voor de gevolgen als het voorstel aan genomen mocht worden. De heeren Bot (C.D.) en Hoornsman (V.D.) sluiten zich aan by hen die zulle* tegenstemmen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 6