GRATIS reizen
naar AMSTERDAM
1
Gemeenteraad van Den Helder
Ünfi antiek Aoekjc
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 31 MAART 1936
Inlichtingen: KANAALWEG 120.
Hebt ge U reeds voorzien van
een toegangskaart voor de
Vergadering van Maandag
avond.
De Begrooting.
per luxe Touringcar.
sche theaters gesmokkeld wordt. Meerma'en
zien we dingen waar geen touw aan vast is
te knoopen, zonder de minste aannemelijkheid
in de handeling, Ja, dikwijls zelfs zonoer
eenig verband. Van een en ander is in Smits'
werk geen sprake. Hier staan we voor een
verhaal... enz.
Wie morgen z'n kinderen van iets prettigs
wil laten genieten; hij kan ze met een gerust
hart naar Casino zenden.
MORGEN OPENT HERMES SERVICE.
Een zaak, op moderne leest
geschoeid.
Morgen wordt in het pand Keizerstraat 48
(voorheen de lunchroom van den heer Kwast)
geopend een nieuwe smak, welke zich aanbiedt
onder den weiluidenden naam van „Hermes
Service".
Hermes Service is een combinatie-zaak,
d.w.z. men heeft hier diverse, zij het ook niet
zoo ver uiteenloopende branches, onderge
bracht. Een voornaam gedeelte is gewijd aan
het Woningbureau. Hierbij treedt met name
aan het licht op welke moderne leest men de
zaak schoeide: er zal n.1. in de étalage des
avonds een film gedraaid worden, waarop men
zoowel de woningen in kwestie als de antece
denten ervan zwart op wit te zien krijgt.
Behalve als Woningbureau is het een Reis
bureau: alle reizen kan men hier bespreken
of inlichtingen erover inwinnen. Reeds thans
heeft men voor de a.s. Paasch een aantal uit
stekende plannen uitgewerkt. Hierbij blijft
het evenwel niet: want nadat wij ook een af-
deeling assurantiën aantroffen, bleek het, dat
ook Onderwijs hier een plaats gevonden heeft:
zoowel privé- als clublessen worden door
goed onderlegde krachten gegeven in talen,
boekhouden en andere vakken, terwijl men
zich voorts ingericht heeft tot het bijwerken
van leerlingen van zoowel middelbare als
lagere onderwijsinrichtingen. Ook kan hier
toezicht op het maken van huiswerk gehou
den worden.
Tenslotte specialiseert Hermes Service zich
in het geven van reclame-adviezen en belast
zich met het bijhouden van iedere admini
stratie.
Het betreft hier een zaak, die modern aan
gepakt is en waar ook de tarieven voor de
diverse enderdeelen in het teeken der „aan
passing" staan.
Wij twijfelen er niet aan, of met name de
film, die des avonds afgedraaid wordt, zal
heel wat belangstelling trekken. Het is iets,
dat voor den Helder een primeur is.
Het pand zelf is geheel verbouwd, en met
name het Ontvangkantoor is met zijn spre
kende en goed gekozen affiches uitstekend
geslaagd. Het timmerwerk is afkomstig van
de firma Kooger en het schilder- en behang-
werk van de fa Kasper en Groenendijk.
Een zaak, die zeker perspectief zal blijken
te bezitten.
ADRES AAN DEN RAAD.
Door de Heldersche Slagersvereeniging is
het volgende adres aan het college van B A
W gericht:
De ondergeteekenden, P. Wit en J. A, van
Haaren, resp. voorzitter en secretaris van de
Heldersche Slagersvereeniging, ten dezen do
micilie kiezende ten huize van laatstgenoem
de, Keizerstraat 82 te Den Helder, richten
zich namens genoemde vereeniging tot Uw
College met het navolgende:
Blijkens een publicatie in de Heldersche
Courant van Dinsdag 24 Maart jl. is door de
raadsleden de heeren W. Biersteker en P.
Feenstra-Kulper een voorstel b(j den Gemeen
teraad ingediend inzake verlaging der we
genbelasting.
Een compensatie voor de daarvan te wach
ten mindere inkomsten denken de voorstel
lers te vinden o.m. door een verhooging van
de opbrengst der slachtloonen met 1000.
Tegen een verhooging van de thans gelden
de slachtrechten, welke van aanneming van
het voorstel het gevolg zou zijn, meenen de
ondergeteekenden reeds nu ernstig bezwaar
te moeten maken.
Zij veroorloven zich, Uw College er met na
druk op te wijzen, dat het slagersbedrijf hier
ter plaatse geen enkele verhooging van lasten
toelaat, dat integendeel verlaging van lasten
dringend noodzakelijk is.
Fiscale- en crisisheffingen zonder eind
drukken reeds op het vleesch, dat daarmede
van een belangrijk volksvoedsel steeds meer
luxe-artikel dreigt te worden, waarmede het
algemeen belang zeker niet is gediend. Van
de belastingen waaraan de producten der sla
gerij onderworpen zijn, noemen wij bt|v. de
10 accijns en de 10 hefing op rund-
vleesch, de 6 cent crisisheffing per Kg. op het
varken, de 4 omzetbelasting op vleesch, de
heffing van de reeds hooge keurloonen en
slachtrechten, om van de vele sociale en an
dere vaste lasten nog maar te zwijgen.
Door al deze factoren, waarbij nog komt
de distributie van het goedkoope Regeerings-
blikvleesch, is het slagersbedrijf in een im
passe geraakt. Ook officieele gegevens voeren
tot deze conclusie; immers uit het door het
Economisch Instituut voor den Middenstand
uitgegeven rapport „Kosten en Winsten in
den Kleinhandel" blijkt, dat In 1933 ten op
zichte van 1928 de omzet van het slagersbe
drijf daalde met 34,1 hetgeen een inkom
stenderving beteekende van 33,2
Ondergeteekenden hopen, met het boven
staande Uw College de overtuiging te hebben
geschonken, dat een verdere verzwaring van
lasten voor het slagersbedrijf funest en tegen
het algemeen belang zou zijn; zy vertrouwen
dan ook, dat Uw College in zijn prae-advles
op bovengenoemd voorstel de gedachte aan
een verhooging der slachtrechten zal afwij
zen.
Met verschuldigde Hoogachting,
namens de Heldersche Slagersvereeni
ging:
P. WTT, voorzitter.
J. A. v. HAAREN, Secretaris.
Den Helder, 28 Maart 1936.
Behandeling Begrooting 1936,
De replieken geëindigd. Aangevangen met
de behandeling van de begrooting. Het
voorstel-Eijlders verworpen.
Vergadering van Maandagmiddag, 30 Maart.
Gistermiddag werden door den Raad de Vrij
dagavond afgebroken replieken voortgezet.
Afwezig was de heer Biersteker (Gem.
Belang).
Nadat de Voorzitter, loco-burgemeester W.
de Boer, de vergadering geopend had, werd het
woord verleend aan den heer Terra.
Repliek van den heer Terra (R.K.).
Uit hetgeen de wethouder van sociale aan
gelegenheden heeft gezegd, meen ik begrepen
te hebben, dat de noodige maatregelen reeds
zijn getroffen, opdat met 1 Mei a.s. de loon-
bijslagregeling in het landbouwbedrijf 111 wer
king kan treden.
Ik hoop, dat hier voldoende bekendheid aan
gegeven wordt opdat hier zooveel mogelijk
gebruik van gemaakt wordt.
Wat de electriciteitstarieven in Koegras be
treft, waar v. d. Veer en ik meermalen op een
andere regeling aandrongen, doet het ons ge
noegen, de toezegging, die weth. v. d. Vaart
gedaan heeft, dat voor toepassing van het
vastrecht ten platte lande gunstiger bepalin
gen gemaakt zullen worden.
Ten aanzien van het request van de ver
eeniging van huiseigenaren, bejammer ik, dat
men gaat generaliseeren, als er enkelen ge
weest aijn, die de huren hooger hadden opge
voerd dan billijk was.
Ten aanzien van den gasprjjs en meterhuur
meen ik, dat in de richting, ongeveer aan
gegeven door den heer Uithol, een oplossing
gezocht moet worden, om kleine gasverbrui-
kers tot afnemen te nopen.
De hee.r Ran (R.K.) repliceert: Uit het
antwoord van den betrokken wethouder heb
ben wij begrepen, dat voor z.g. onbenut werk
hier geen industrie is, doch ook ons betoog
was er op gericht om al datgene te doen wat
mogelijk ls, om voor arbeidsloozen werk te
zoeken, ook al zal dit gepaard moeten gaan
met bijdragen uit de gemeentekas.
In dit verband geeft het betoog van den
heer Steenlage mij aanleiding op te merken,
dat ook van de zijde van den Bestuurders-
raad van den R.K. Volksbond verschillende
malen de aandacht is gevestigd op het pro
bleem, vooral der jeugdwerkloosheid.
Ten aanzien van de verhooging der ge
meentefondsbelasting zeiden wij absolute
tegenstanders te zijn, waarop wethouder v. d.
Vaart bedenkingen had. Evenwel voegden wij
hieraan toe, dat wij met belangstelling het
antwoord tegemoet zagen van het College
over de ingediende voorstellen.
'Daarmee spraken wij dus uit, dat niet voor
dat alles was beproefd om uit andere mid
delen dekking te zoeken, tot belastingver-
hooging mocht worden overgegaan. Wij ver
trouwen dan ook, dat het Idee, aan de hand
gedaan door de Prot. Chr. fractie, door het
College zal worden overgenomen.
Ook në het gesprokene van den heer v. d.
Heijden zijn wij niet bekeerd om de salaris
verlaging zonder meer af te wijzen. Lang heb
ik overwogen, teneinde nog eenig voordeel
voor het personeel te behalen, om den termijn
van inhouding voor de eerste 2J^ b.v. op
15 Mei te stellen. Dus juist 7 dagen voor
ingrijpen der Kroon. De volgende 2]/2 zou
dan 15 Nov. kunnen worden ingevoerd. Waar
het voorstel der meerderheid van het College
evenwel het meeste kans van slagen heeft en
naar wij vertrouwen door Ged. Staten zal
worden goedgekeurd, willen wij deze aange
legenheid niet in gevaar brengen en het voor
stel der meerderheid de kans geven.
Barbarisme in Gildentijd.
M. de V. In het overigens keurige betoog
van den heer v. d. Heijden, hetwelk hij in
tweede instantie hield, trof mij de bijzondere
uitlating over „barbarisme in het Glldentijd-
perk". Hier wordt m. i, te veel gegeneraliseerd.
Sociaal-economisch was er toen veel te loven,
en mochten wij willen, dat de verhouding
patroon-arbeider heden ten dage zoo was als
juist in die dagen.
In tweede instantie zegt de heer Hoorns
man (V.D.) o.m.:
Ten aanzien van de prijsverlaging voor
water in landbouwbedrijven, spijt het mij zeer,
dat de wethouder mijn voorstel van waterprijs
verlaging meent te moeten afwijzen, op grond
van de financiën en de vrees voor aanvrage
van andere bedrijven welke geen florissant
bestaan hebben.
Verder zegt de wethouder, dat er ook nog
verschillende veehouders zijn, die geen kwan
tum garandeeren van 200 cm3, en die dus 30
cent per cm3 betalen. Dit is in totaal ongeveer
3200 cm3 en dit zou dus het bedrag verhoogen
met 160. Dit zou dus de mindere ontvangst
brengen op 1347.of wel pl.m. 150.min
der dan den wethouder raamde. Ik geloof niet,
dat er veel noodlijdende zaken zullen zijn die
evenveel water gebruiken dan de doorsnee
veehouder.
Ik ben bereid mijn voorstel te wijzigen in
dezen vorm, dat alleen voor het bedrijf water
voor den verlaagden prijs wordt beschikbaar
gesteld. Dit zou dus inhouden, dat voor huis
houdelijk gebruik den prijs wordt betaald. Het
gebruik te bepalen naar de huurwaarde, waar
voor de landbouwers als huurwaarde zoo on
geveer vast staat 200.zouden zij worden
ingedeeld In den groep van 15 cm3 maximaal
gebruik. Dit zou dus 60 cm3 per jaar zijn voor
den vastgestelden prijs, terwijl de rest van het
verbruik berekend wordt voor 20 cent. Waar
de boerenbedrijven gemiddeld gebruiken 300
cm3, zou dit worden Vb gedeelte. Dit x/b ge
deelte zou dus inplaats van 0.20 een prijs
opbrengen van 0.30, alzoo een meerdere ont
vangst van pl.m. 370.waardoor de kosten
van aanneming van mijn voorstel zouden wor
den teruggebracht tot pl.m. 975.
Deze berekening, M. d. V., is berekend op
een vol jaar. Waar thans echter reeds 3 maan
den om zijn, en wij niet verlangen terugwer
kende kracht, zou het werkelijke bedrag met
deze toepassing van deze begrooting zou ver
gen, van 975.is 732.
Wethouder Smits zegt in zijn beschouwing
over werkloozen, die hier zijn blijven hangen
van de uitvoering der Zuiderzeewerken, ook
iets over de arbeiders die door de landbouwers
van buiten de provincie zijn gehaald omdat ze
zoo goedkoop waren en nu weer door die land
bouwers zijn ontslagen, iets waartegen ik moet
opkomen. Dit is niet zoo. De boeren konden
in dien tijd geen vaste arbeiders meer krijgen
omdat de ingezetenen in het bollenbedrijf, wei
ke toen in den glorietijd waren, minstens
evenveel konden verdienen zonder ook Zon
dags te moeten werken.
Waar echter de toestanden nadien zeer zijn
veranderd en de arbeiders, welke vroeger als
vaste arbeiders bij de boeren in dienst waren,
thans, nu de bollenbedrijven weinig arbeiders
vragen, weer graag vast werk hebben, worden
de geïmporteerde arbeiders weer vervangen
door de inheemschen.
Repliek van den heer P. v. d. Veer (A.R.)
Wethouder Smits hqeft geconstateerd, dat
er ten plattelande nog steeds werkgevers zijn,
die als vaste arbeider, menschen van bulten
nemen. Laat het college de werkgevers er
eens vriendelijk op wijzen, dat ze de gemeente
daar een strop mede bezorgen. Het gemeente'
bestuur heeft tot plicht om in die richting
werkzaam te zijn. Bij de in te voeren toe
slagregeling zal de gelegenheid om dit naar
voren te brengen, zich wel eens voordoen.
Wat verder de toeslagregeling betreft, lijkt
het mij, dat er in de commissie vruchtbaar
werk wordt verricht, maar toch kan ik de
gedachte niet verdringen, dat er bij B. en W.
eenige vruchtbaarheid bestaat in dit opzicht.
Ik geef als ingewijde in deze dadelijk toe, dat
hier wel eenige aanleiding toe bestaat. De
manier waarop in verschillende gemeenten
met de uitvoering hiervan is omgesprongen,
maant tot voorzichtigheid.
De wethouder heeft wel gezegd: er is ook
meei geld voor noodig, maar ik geloof toch,
dat het uiteindelijk de gemeente niet behoeft
te kosten. B. en W. geven de commissie op
korten termijn gelegenheid dit aan te toonen,
maar beloven hunnerzijds, dat het dan ook
beslist 1 Mei voor elkaar is.
De beantwoording van de vraag over goed-
kooper water stemt minder tevreden. Dit is
geen zaak die thans voor het eerst aan de
orde komt. Het moge waar zijn, dat er geen
dekking voor is. maar er is ook een tijd
geweest dat er wel dekking voor was, maar
toen verdeelde men de meerdere gemaakte
bedrijfswinst, die dan geraamd was, over de
gemeenteambtenaren en werklieden en de
boeren konden er naar fluiten. Daarom wil
dat bloedend hart er thans bij mij niet erg in.
Het voornaamste argument is voor mij:
wanneer is Koegras aangesloten Had de
mogelijkheid n>et bestaan, om als gemeente
water te betrekken van de provincie, dan was
Koegras nog niet aangesloten geweest, want
dan was daar geen water voor geweest
Doordat de provincie aan Den Helder water
ging leveren, kon men ons aansluiten, even
goed als Callantsoog enz. Daarom moeten
voor ons de provinciale tarieven gelden Dat
Den Helder niet mede kan komen met de
provincie, komt ten koste van de stad, welRe
voordien ook alleen de vruchten plukte. Het
water van de provincie kost de gemeente ruim
14.5 cent. dus bij 20 cent 5]/2 cent winst.
Daarom, mede namens den heer Terra, laat
ik het eerste voorstel-Hoornsman niet los,
maar nemen wij het over. het uitbreidende in
die vorm, dat dit tarief reeds in werking
treedt bij een gegarandeerd verbruik van
100 m3 per jaar. aangezien de provincie dit
ook doet. Anders vallen de kleinste boeren
buiten dit tarief.
Het College van B. en W. aan
woord.
Daar geen der raadsleden meer het woord
verlangde, was het aan het College van B. en
W. om de verschillende sprekers te beant
woorden. Het was
De heer W. de Boer (V.D.)
dien het woord nam en van meening zijnde, dat
het verslag in onze courant over het door hem
gezegde over het „Wilhelmus" niet volledig
was, zijn woorden nog eens herhaalde. De heer
De Boer heeft in zijn betoog duidelijk ge
maakt, hoe de houding van de onderwijzers
op de Openbare Lagere School tegenover ons
„Volkslied" is, daar spr. vermeende, dat te
dien aanzien een smet op hem geworpen was.
De heer Uithol heeft een bezoek aan de Lagere
School gebracht en heeft daar tot zijn genoe
gen geconstateerd, dat er het „Wilhelmus"
werd gezongen. Spr. zou even verwonderd zjjn
geweest als h(j gezegd had, dat er de Neder-
landsche taal geleerd werd. Verwonderd was
spr. omdat de heer Uithol zich zoo durfde uit
spreken als hij meende te moeten doen om
daarmede verdachtmakingen te maken tegen
over de Openbare Lagere School. Het betreft
hier een instituut, waarvan 2600 leerlingen zijn
verbonden en daar moet men voorzichtig zijn
met hetgeen men te dien aanzien van dit insti
tuut zegt en doet. Spr. is een voorstander van
de O. L. S., maar als de heer Uithol daar een
tegenstander van is, dan mag hij toch ook wel
bedenken, dat, als hij spreekt als hjj gedaan
heeft, er een misevrstand dreigt te ontstaan.
De O.L.S. behoort te zjjn een opleidingsinsti
tuut, dat tracht te brengen by de leerlingen
een eenheid en het bindend gevoel, dat zij allen
behooren tot één vaderland, tot één volk. Het
heeft bij spr. den indruk gewekt en hij geeft
daarvan de verzekerdheid, dat de O.L.S. is,
wat zij moet zijn en behoort te doen. Het zin
gen van het „Wilhelmus" is een vreugde om
zijn mooie historie, om zijn mooie tekst en om
zijn mooie melodie. Het wordt echter wel eens
niet gebruikt op de juiste wijze en spr. ver
wijst dan naar het antwoord, dat Minister De
Wilde op vragen van den heer Faber geant
woord heeft inzake het voorschrift van den
burgemeester van Zoelen om een vergadering
van S.D.A.P. te doen besluiten met het „Wil
helmus"; als middel om een vergadering te
sluiten doet men afbreuk aan den eerbied van
het lied.
Komende tot het gesprokene over het Reis
besluit zegt de heer De Boer, dat hjj nooit den
Indruk heeft gekregen, dat door hen, die voor
de gemeente reisden, financiën werden mis
bruikt. Als de heer Uithol meent, dat door
het Reisbesluit de reiskosten zullen vermin
deren, kon hij zich wel eens vergissen. Als het
mocht gebeuren, dat het stijgen van uitgaven
zjjn oorzaak vindt, dat er meer gereisd moet
worden om een stijging van waarde van be-
teekenis voor de gemeente te verkrijgen, dan
moeten alle raadsleden deze uitgaven toe
juichen.
Zuiderzee» teunwet.
Spr. kan tot zijn spijt niet zeggen, dat er
veel Heldersche visschers onder de Zuiderzee-
steunwet zullen vallen. Het is gebleken, dat
de Regeering deze steun wil doen afloopen.
Het bezoek van den heer Bot aan den Minister
heeft spr. getroffen en als dit raadslid iets
bereikt heeft, dan mogen de visschers hem
dankbaar zijn. Aan hetgeen de heer Bot over
het komen van een Regeeringssteun voor de
kustvisschers gezegd heeft, voegt spr. toe, dat
alle inlichtingen welke te dien aanzien aan het
departement zijn verstrekt over de afdeeling
Financiën van het Heldersche Raadhuis z\jn
gegaan, zoodat men hier allang op de hoogte
was. Spr. wil er op wijzen, dat met het komen
van dezen Rijkssteun de toestand voor de vis
schers waarschijnlijk niet verbeterd zal wor
den. Het is te voorzien, dat het Rijk minder
visschers zeker geen méér steun zullen genie
ten dan bij de plaatselijke steunregeling. Het
is goed, aldus de heer W. de Boer, om bij de
visschers geen verwachtingen op te wekken,
die niet te verwezenlijken zullen zijn.
Ten aanzien van het voorstel van Gem. Be
lang om de schoolgelden voor den cursus in
Oude Talen te verhoogen, maakt spr. een ver
gelijking tusschen het schoolgeld van de O. T.
en inrichtingen van onderwijs, welke zich daar
mee laten vergelijken, c.q. de R.H.B.S. alhier
en de Kweekschool te Alkmaar. Deze verge
lijking In verschillende klassen van inkomens
toont aan, dat per lesuur de cursus O.T. na het
aannemen van het voorstel-Gem. Belang veel
duurder zou zijn dan het lesuur van de ge
noemde instellingen. Waar dat zoo is, meent
de wethouder de nieuwe schoolgeldregeling te
moeten ontraden. Trouwens het brengen daar
van in den Raad dient reeds ontraden te wor
den, daar de kwestie eerst in de Commissie
voor het Onderwijs dient gebracht te worden.
Spr. demonstreert daarop met een voorbeeld,
dat bij verhooging van schoolgelden de rede
lijke kans bestaat, dat het getal leerlingen zal
terugloopen. Bovendien lijkt het moment,
waarop dit voorstel komt, spr. ongunstig, om
dat men juist in een onderzoek gehuld ls of er
gekomen zal kunnen worden tot de
stichting van een Lyceum.
Spr. doet daarop de mededeeling, dat alle
zeilen bij den mast gezet worden, dat het door
gaan zal kunnen plaats hebben en de school
1 September a.s. geopend zal kunnen worden.
De plannen voor beide inrichtingen zijn uit
gewerkt aanwezig benevens een schema van
de fiancieele gevolgen. Zoo gauw spr. weer wat
meer vrijheid van handelen heeft, zal hij zich
in. verbinding stellen met Prof. Van Poelje en
zal hij trachten de Rijksregeling, welke vol
komen nieuw is en pas in Wageningen is aan
genomen, ook voor onze stad te verkrijgen.
Mocht dit plan een goeden indruk verwekken
dan hoopt spr. dat binnen enkele maanden
deze zaak haar volledig beslag zal kunnen krij
gen. In deze instantie ontraadt spr. het voor
stel van Gem. Belang over te nemen, daar een
verlaging van het leerlingental absoluut ver
hinderd moet worden. Spr. zegt tenslotte toe,
dat deze schoolgeldregeling in de Commissie
van Onderwijs zal worden gebracht, doch op
het moment gelaten moet worden voor wat
zij is.
Wethouder Smits (R.K. antwoordt.
Wethouder Smits verkrijgt dan het woord
en merkt naar aanleiding van de salarisver
laging op, dat hij reeds eerder betoogd heeft,
dat gezien de laatste aderlatingen geen aan
leiding bestaat om de salarissen te verlagen.
Was het dan ook niet van bovenaf opgelegd,
dan zou het College er niet aan gedacht heb
bent Het zou echter niet principieel zijn, als
de verlaging werd uitgesteld tot het einde van
den termijn van 3 maanden (21 Mei). Het Col
lege wil niet marchandeeren. Men kan volgens
sph alleen het standpunt innemen: wijs bet
voorstel af of tracht, door het voorstel van B.
en W. te steunen, te redden wat er te red
den is. Anders zal het uitstel van executie zijn:
de Verlaging zal toch moeten komen. Inzake
de steun aan werkloozen van buiten, zegt de
heer Smits: Laten we in vredesnaam niet mee
gaan met het voorstel-Bot. Laat het de ge
meente tot eer strekken, dat zij de werkloozen
niet aan haar lot overlaat. Stuur de werkloozen
niet naar de hel van een werkloozenkamp,
waardoor het gezinsverband wordt ontwricht.
Financieel oordeel zal deze export voor de ge
meente bovendien niet hebben, daar de gezin
nen in Den Helder achterblijven. Ten aanzien
van het geopperde denkbeeld om werkloozen
bjj den Oost-polder te werk te stellen, deelt
spr. mede, dat er geen man uit Den Helder
geplaatst zal worden. De heer Steenlage heeft
heel wat onjuiste dingen gezegd, aldus de
wethouder. Spr. vraagt zich af, waarom in
eerste instantie niet gekomen werd met vra
gen, die op zoo'n onvriendelijke wijze gesteld
werden. Spr. betoogt, dat de commissie voor
de jeugdige werkloozen geen oogenblik stil
heeft gezeten en dikwijls bij den Minister is
geweest. De heer Steenlage zal óók een raar
gezicht zetten als het plan, dat een getrouwe
copie is van dat, hetwelk de commissie reeds
drie jaar geleden heeft ingedinde, zal worden
verworpen. Althans spr. vermoedt, dat het dit
lot, evenals den eersten keer wel beschoren zal
zijn. Een bedrag van 2400.— is te weinig om
te bekostigen hetgeen allemaal noodig ia. Het
zal slechts als basis kunnen dienen om voort
te kunnen bouwen.
Dat hier arbeid als ..j-jodigd om de jeugdi
ge werkloozen aan het werk te helpen, niet
aanwezig is, is niet juist, want dan zou op
steun van de Regeering zeker niet te rekenen
zijn. De objecten in het plan genoemd, komen
echter niet in aanmerking. Dat is productieve
arbeid en deze moet door volwaardige arbeiders
worden verricht. Voor de kosten voor ontwik
keling, ontspanning en materialen zal een
voorstel moeten worden ingediend bij den Mi
nister, die de percentages bepaalt, welke zullen
Worden toegewezen. Men kan nu echter niet
zoo maar zeggen: zoo en zoo zal het zijn. Ten
slotte verklaart spr. nog eens zijn standpunt,
dat er iets in deze materie moet gebeuren,
maar daar ook voor vele andere sociale maat
regelen veel geld gevorderd wordt, moet de
resreve gemaakt worden, dat teleurstelling wel
niet zal uitblijven.
De positieve mededeeling van den wethou
der, dat de steunregeling voor den landbouw
op 1 Mei a.s. aanvangt, heft spr. van den
betrokken Inspecteur.
Wellicht dat 1 Mei alles nog niet in kannen
en kruiken zal zijn, maar bij aanvaarding van
den arbeid is het risico veel kleiner. Tot den
heer Hoornsman zegt spr., dat er inderdaad
door de werkgevers werklieden van buiten ge
haald worden, die als zij de loonregeling hier
kennen, hier blijven en „dan gelooven ze het
wel". Toch moet op den duur met deze werk
gevers vertrouwelijk gesproken worden, want
zij schaden de gemeente.
Betoog van den heer v. d. Vaart
(S.D.A.P.).
Het woord is nu aan den heer Van der
V aa r t. Over het „heldertje" van den heer
Schoeffelenberger (om de leeningen van 6 en
5% pet. te converteeren in leeningen tegen
een lager percentage), zegt hij, dat de heer S.
óf de begrootingsstukken niet heeft bekeken
óf ze niet heeft begrepen. Bovendien moet spr.
veronderstellen, dat de heer S. het Algemeen
vraagt Uw belangstelling.
Uitsluitend exclusieve hand-
weck sieraden in zilver.
Komt U even een kijkje nemen,
het is heusch de moeite
waard.
ifuuteliet 3kcm*toibocï
Rapport niet heeft doorgekeken, waar toch
bljjkt, dat reeds lang pogingen zijn aangewend
om de genoemde leeningen 6 pet. in conver-
teeren, met een redelijken kans, dat dit lukt
De leening van 5pet. valt echter niet te
converteeren, daar dit een leening op korten
termijn (5 jaar) is, welke volgend jaar afgelost
moet worden.
Ten aanzien van de contröle op het leggen
van de gasleidingen, zegt deze spr. o.m., dat
wilde men dat goed doen, praktisch op elk
bouwwerk een controleur moest zijn. Het ls
uiterst moeilijk om de overtredingen op te
sporen, want niet alleen de mondingen van de
leidingen moet men controleeren, maar wat
is er onder den grond weggebouwd? Er ligt
een voorstel om nog een mannetje te benoe
men en spr. is van meening, dat deze er komen
moet. Spr. komt nog eens terug op de Advies
commissie en maakt duidelijk, dat deze com
missie wel bereid ls om snel te werken. Dat zi)
40.(van den heer Sch.) zou hebben aan
vaard is onjuist, omdat de heer S. prijsopgave
had gevraagd voor het leveren van een scheta-
teekening voor den bouw van het gebouw
Van Wee,1de aan het Koningsplein. Het Ge
meentebestuur heeft, toen bfl uitzondering toe
gestaan, dat aan dit verzoek van den heer S.
mocht worden voldaan, de kosten bedroegen
40 gulden.
Ten aanzien van het aanschaffen van plan
ten voor de gemeente ls gezegd, dat dit niet
in het belang van de bloemisten was. Spr. stelt
vast, dat hier dus het algemeen belang niet
domineert, doch het belang van een bepaalde
groep. Het oude systeem blijft het eenige
juiste. De heer Van der Vaart komt vervolgens
tot de beantwoordingen van hetgeen ls gezegd
door den heer Uithol. Dat de reclame voor den
lageren gasprijs misleidend zou zijn, meent hij
alsnog te moeten betwisten. Het is uitgesloten,
dat men de burgerij iets in de handen „from
melt". De voorwaarden waartegen men gas
tegen 4 en 5 cent bekomen kan, worden op de
Centrale Boekhouding medegedeeld. Niemand
wordt misleid.
Een herziening van de gastarieven in den
geest als door den heer Uithol, werd voorge
steld, als niet te verwezenlijken te beschou
wen. Er zou minder ontvangen worden, een
bedrag van ruim 22.000 in vergelijking met
de raming, welke bij de begrooting gemaakt
is. Spr. stelt den heer Uithol voor het bij een
idee te laten. Maak er geen voorstel van,
raadt hij.
Dat de tarieven zijn aangepast, moge blijken
uit het volgende: de tarieven voor electrischen
stroom zijn in vergelijking met de Jaren
1928'29 verlaagd met 25 pet. Ook bi) het gas
is „aangepast", zi) het ln mindere mate,
Spr. maakt alsnog bezwaar tegen het ter
inzage geven van de rapporten van den veri
ficateur. Dit zijn ambtelijke rapporten, be
stemd voor B. en W., welke dus het onbetwist
baar eigendom van dat College zijn. Spr. kan
den indruk niet van zich afzetten, dat de heer
Uithol vermoedt, dat het College den Raad niet
volledig inlicht Waarom toch dat wantrouwen
Laat men ons toch liever zeggen, dat men ons
niet vertrouwt. We zijn niet stoelvast, we wil
len wel weggaan als men ons niet vertrouwt.
We kunnen alleen werken als het onderlinge
vertrouwen er is. Spr. handhaaft zijn conclusie
en vindt dat elke nadere verklaring als zou het
rapport gevraagd worden „om er Iets uit te
leeren", e.d., den indruk van wantrouwen niet
kan uitwisschen. Bjj het punt reisverordening
gekomen, benut spr. nogmaals de gelegenheid
om den sfeer, welke ook hier voorzit, te laken.
Waar is de ware gezindheid?
Hier onderbreekt de heer Van der Vaart
zijn betoog om dit 's avonds voort te zetten.
De heer Biersteker komt later.
Wethouder v. d. Vaart
vervolgt zjjn betoog en komt thans tot het
geen door den heer Feenstra Kuiper werd
gezegd. Mocht het voorstel-Eijlders door den
Raad worden aangenomen, ook al is het
College het daarmede niet eens, dan zal het
dit raadsbesluit toch met alle kracht van
argumenten bjj Ged. Staten voordragen en
aandringen op goedkeuring. De uitdrukking
„respect eischen" is door spr. anders bedoeld
dan de uitleg, die de heer Feenstra Kuiper er
aan heeft gegeven. Spr. wilde er mee doen
uitkomen „eerbied voor een andermans over
tuiging".
Spr. houdt er verder rekening mede, dat
de heer Biersteker er niet is, anders zou hij
zich scherper uitdrukken. In het voorstel van
Gem. Belang en later is het door den heer
Biersteker gepreciseerd, dat de burgerij dub
bel moest betalen aan recognitiën en bestuura-
kosten bjj de gasfabriek. Spr. handhaaft zijn
conclusie in eerste instantie gesproken en
zegt voorts, dat hij hier heeft te maken met
een raadslid, dat weet waar hij aan toe is.
Daarom is spr.'s verwijt zoo scherp geweest.
Dat de voorstellen in de H. C. gezet waren
als aanvulling van de agenda aanvaardt spr.
niet, want het is een gebruik geworden, dat
op het Raadhuis de voorstellen voor de
raadsleden doorgeslagen worden als zy dat
vragen.
De cijfers door den heer Feenstra Kuiper
bjj de kwestie-Wegenbelasting genoemd, zfln
niet juist. Er zijn in Den Helder 4400 aan
slagen, dat is circa 50%. Hier is dus een
belangrijk gedeelte van de bevolking, dat
voor deze belasting in aanmerking komt,
terwijl in andere steden de huurders en
groote verhuur-ondernemingen de hoofdrol
spelen.
Niet in de vragen naar het aanstellen van
den boschwachter en den gasmeester zag spr.
„kwaad", doch in het staartje, n.1. In het
vragen van het rapport
Wat het wat^er ten plattelande aangaat, uit
spr. als zjjn meening, dat een subsidie niet
ten laste van het bedrijf moet komen. Deze
moet komen uit de gewone middelen van de
gemeentelijke huishouding. Het rekensom
metje van den heer Hoornsman was niet
juist, daar, zooals spr. voorkomt, het te d
ven bedrag 1.500.— hooger uitkomt Ev
zoo dat de gemiddelde huurwaarde van a"
boerderijen gemiddeld 200.— zou zyn 'j®
volgens spr. onjuist. Tenslotte betoogt hH
dat voor Koegras geen afzonderlijk tariS
ingesteld kan worden, omdat ook de WaZ
schertj aan den Rijksweg voor de verlaagd"
tarieven ln aanmerking zou willen komen
andere zouden volgen, hotelhouders, e.d. g6"
verlaging van 25 tot 20 cent is derhalve te
ontraden. Op de begrooting komt het water
bovendien voor, voor een kostprijs van 23
Den heer v. d. Veer antwoordt spr., dat d
gemeente de kapitaalslasten heeft van a
buisleiding van Bergen naar hier. De
meente brengt dit offer en heeft daardoor
Koegras aan water geholpen. De Prov. Statea
hadden het recht bedongen om aftakkingen te
maken en zoo is geschied naar Callantsoov
Spr. adviseert den heer v. d. Veer om het
voorstel bjj B. en W. voor te dragen, opdat
het College het van prae-adviea kan voor
zien en de consequenties bjj aanvaarding van
dit voorstel gemaakt kunnen worden.
Op Instigatie van den Voorzitter zullen de
heeren Hoornsman, v. d. Veer en Terra het
voorstel samenstellen en indienen.
De heer v. d. Vaart protesteert vervolgens
ten sterkste tegen de uitdrukking: de bur-
gerjj ks er voor de bedrijven. Ook het „aan
passen" zooals de heer Uithol het heeft ge
bruikt, stamt uit de school van Nationaal
Herstel. Spr. concludeert, dat juist de oerheld
er voor waakt, dat de bevolking uitgeput
wordt door middel van de bedrijven. Spreker
constateert vervolgens, dat de heer Uithol
blijkbaar aan zijn zijde staat wat de vermin
dering van de vaste lasten betreft, maar h(J
vindt het merkwaardig, dat dezelfde de ge
bouwen wil aantasten door de afschrijving
stop te zetten. Wonderlijke consequentie is
dat!
Tenslotte komt de wethouder tot de be
strijding van het voorstel-Eylders, waaraan
wij ontleenen:
Nadat spr. eenige kleinere abuizen in den
opzet van den heer Eijlders heeft aangetoond,
betoogt hi) verder, dat de gemeente de recog
nitiën en bestuurskosten wèl zal opeischen,
omdat het overschot van de fabriek dan over
de verschillende onderdeelen zal kunnen wor
den gebracht. Daarna komt de begrooting
niet in evenwicht, put men thans het tekort
uit de bedrijven dan is dat weer dat bedrag
van ca. 16.000 gulden aan recognitiën, e.d.
Dit offer mag men niet vragen.
Principieel te er niets tegen om de afschrij
vingen eens niet te doen plaats vinden, maar
dan moet dat ook geschieden omdat de be
langen van het betreffende bedrijf dat
eischen. Anders zou het onverantwoordelijks
bedrijfspolitiek zijn. Voorts verkeert het be
drijf in een moeilijke positie. De gunstige ver
wachtingen ten aanzien van meer gebruik
zijn reeds in de begrooting vercalculeerd. Zou
den die verwachtingen niet in vervulling
gaan, dan zou een gat ontstaan. Gas gaat eea
onzekere toekomst tegemoet, de electrischs
stroom dreigt deze brand- en verlichtingsstof
geheel te verdringen. Voorts drukt nog eea
zware kapitaals laat op de fabriek. De toe
komst van de gasfabriek moet somber wor
den Ingezien. Gebruik dus niet de bedragen
welke voor afschrijving bestemd zijn. Het
nageslacht zou het verwijt kunnen maken,
dat hun voorvaderen roofbouw ten opzichte
van de bedrijven gepleegd hadden. Een ver
andering van de betreffende verordening zou
inderdaad niet het ergste zijn, maar Ged.
Staten zullen nimmer goedkeuring verleenea
aan een dergelijke politiek. Het standpunt van
het Rijk is tegenwoordig: zie de belastingen
te verhoogen en bezuinig! Dat zegt het, op
dat het zoo lang mogelijk dure, eer dat het
de gemeenten te hulp moet schieten. Namens
het College van B. en W. zegt de heer v. d.
Vaart tenslotte, dat het principieel tegen het
voorstel-Eijlders is. Dat wil nu weer niet
zeggen, dat het voor belastingverhooging la,
integendeel, het zou niets liever willen, dan
dat de belofte, in het voorwoord van de be
grooting gedaan, verwezenlijkt kon worden.
Helaas is dat echter niet mogelijk.
De Voorzitter onderschrijft deze
laatste zinnen van den wethouder en dringt
er op aan het voorstel van het Ooilege te
steunen.
Hiermede zijn de replieken geëindigd en
wordt overgegaan tot de categorische behan
deling van
Het voorstel-Etjldere.
By de begrooting van het electricitei te-
bedrijf vraagt de heer M e Q e r (VJ>.), waar
om de spertijd dit jaar een half uur vroeger
te ingegaan.
Wethouder v. d. Vaart zal informeeren
of de spertijd voortaan weer om 5 uur kan
ingaan.
Het grondbedrijf ga* geen aanleiding tot
opmerkingen, doch bi) de behandeling van de
Gasfabriek zegt de heer Biersteker
(Gem. Belang), dat zijn fractie ten behoeve
van het voorstel-Eijlders haar voorstel zal
terugnemen.
De heer Eijlders (A.R.) ziet de bedrij
ven als één geheel. Hi) wenscht slechts wijzi
ging van het afschrijvingspercentage voor
deze begrooting.
De heer Ran (R.K.) vraagt waarom Ged.
Staten het voorstel-Eijlders zullen afkeuren.
Wethouder v. d. Vaart: Om de wij zé
waarop ztj toezicht houden op de financiën
van de gemeente. Van het batig saldo-1934
mocht slechts één-derde voor deze begrootlng
gebruikt worden.
Tegenstemmer».
Het ls de heer Meijer (V.D.), die moei
lijkheden in de komende jaren ziet, als ver
mindering van inkomens, wellicht pensioen-
aftrek. Dit jaar zal hij dan ook niet meegaan
met het voorstel-Eijlders, wellicht dat hij
volgend jaar meer voor voelt.
Ook de heer v. d. Helde (S.D.) verklaard
te zullen tegenstemmen, gehoord de uiteen
zetting van den wethouder en den toestand
van de gasfabriek.
Standpunt Gemeentebelang-
De heer B1 e r s t e r (Gem. Belang)
zegt, dat wat het zwaarst ls het zwaarst
moet gelden. Voor alles komt het Gem. Bel-
voor, dat belastingverhooging niet gewettigd
te, ofschoon de weg, dien de heer Eijlders
bewandelt een zware ls, meent zjjn fractie
toch, dat hij den voorkeur verdient boven
belastingverhooging.
De V oorzltter waarschuwt bij her
haling voor de gevolgen als het voorstel aan
genomen mocht worden.
De heeren Bot (C.D.) en Hoornsman
(V.D.) sluiten zich aan by hen die zulle*
tegenstemmen.