Het nieuwe boek
van onzen Henk.
Paaseieren versieren.
Het horloge als kompas.
Beste jongens en meisjes.
De raadsels waren te moeilijk de vorige
week, dat lees ik uit de klachten en dat
zie ik aan het geringe aantal oplossingen
dat binnengekomen is. Ze worden gemak
kelijker jongens en meisjes, want ik wil
niet graag met jullie in ongenoegen ko
men en trouwens het is de bedoeling dat
de raadsels opgelost kunnen worden door
jongens en meisjes van 8 jaar en daar
boven. Ik heb juist deze week aan den
„raadselfabrikant" geschreven, dat hij een
ander soort raadsels moet fabriceeren. We
zullen dus hopen dat het in orde komt.
Het boek werd deze week gewonnen
door:
ANNIE MOOR,
Paardenstraat 19.
Dat is een fijne tjjdverdrjjving voor een
regendag in de a.s. Paasvacantie, Annie,
al hoop ik, dat je er in die dagen geen
letter in leest, omdat de zon je iedere dag
naar bulten trekt Wat zal dat fijn zijn
als we zonnige Paasdagen krijgen. Het
Paasfeest is ook het feest van zon en
blijheid.
Jan Kohier. Je hebt hierboven natuur
lijk al gelezen, Jan, dat ik zal trachten
m'n leven te beteren en de raadsels ge
makkelijker te maken. Ik denk dat jij,
toen je die regels las een zucht van ver
lichting geslaakt hebt omdat de raadsels
van de vorige week je grijze haren van
Inspanning hebben bezorgd.
Gouden regen. Ja, dat is toch een
leuke naam, zeg, en ik kan me niet be
grijpen dat jij nog last hebt gehad met de
bloemennamen in het raadsel van de vo
rige week, als je zelf zo'n prachtige bloe
mennaam draagt
Geertje Putting. Dat is een aardig
versje, Geertje, je kan er uit lezen, dat
de lente in het land is, want dan gaan alle
liedjes in je hoofd zingen en... in je hart.
Natuurlijk plaats is het
DE LENTE.
De lieve lente komt in 't land
En tovert dan met zachte hand,
De bloemen uit de grond,
Die steken dan htm kopjes op,
En lqjken blij ia 't rond.
De zon komt weer te voorschijn
En schijnt met al haar kracht,
En als je haar goed aankijkt
Dan is t alsof ze lacht.
Geertje Putting,
12 jaar.
Madeliefje. Heb je, wel eens kinderen
gezien, Madeliefje, die nooit regen in hun
leven hebben gehad en nooit storm over
hun hoofd hebben horen loeien, ik bedoel
kinderen die alles meeliep en die nooit
moeilijkheden hadden en die in alles ver
wend zijn. Dat zijn ondragelijke kinderen,
want de tegenslag is nodig om ons sterk
te maken. En zo is ook in het leven buiten.
De storm die doet de bomen zich dieper
in de grond hechten, de regen die maakt
de grond week en geeft de levenssappen
aan plant en bloem. Dit alles is onontbeer
lijk en de wereld zou et droevig uitzien
als we geen storm en regen, geen winter
en geen lente hadden. En toch, ik hoop
dat jij veel zon in je leven hebt
Loeki en Leon v. d. Wal, Den Haag.
Wat ga je een maand van blijde dagen
tegemoet Loeki. Verjaardagen en de grote
dag waarop je aangenomen wordt Wat
zal je Paps dit alles missen, maar natuur
lijk leeft hij daar in het verre Indië met
jullie mee en is in gedachten bij jullie,
zoals jullie zo vaak de gedachten vleugel
tjes geven en naar de Oost laten vliegen,
om even bij vader te zijn.
Antie Eelman, De Waal (T.). Gefe
liciteerd, Antie, met je overgang naar de
zevende. Jij gaat tenminste zonder
zorg de vrije dagen tegemoet, die je
straks krijgt, als nu de zon het hare doet
om die dagen tot feestdagen te maken,
dan twijfel is er niet aan of jij zal je best
amuseeren. Van de catechisatie en meis-
t
jeskrans krijg je wel een lange vacantie,
een half jaar, dat is geen kleinigheid,
maar 't is waar, als de avonden langer
worden, dan moet je neus maar veel in de
buitenlucht zt)n. Zorg Je goed voor je bloe
men en planten in je tuin, of kijken ze wel
eens met boze, verdrietige bloemenge-
zichtjes naar je, omdat je ze zo vaak ver
geet?
Annie Haaien. Ik geloof niet dat
er fouten in de raadsels zaten, tenminste
ik heb niet één klacht gehad en anders
tikken m'n vriendjes en vriendinnetjes me
wel gauw op m'n vestje en mopperen op me.
In ieder geval ben jij er toch ook uitgeko
men, want je oplossingen waren goed.
Zilverschoon. Dat kan ik je toch niet
kwalijk nemen, Zilverschoon, als jij weinig
tijd hebt, dat gebeurt me ook vaak genoeg
en dan zou je wel 36 uur in een dag wil
len hebben, maar toch, als je je uren be
steed is er nog heel wat in te doen, hoor,
en schiet er zelfs nog wel een wekelijks
briefje voor me over.
Rle de Klerk. Ook al aan het fouten
zoeken geweest, Rie? Het zal dan toch
heus waar zijn wat Annie me schreef en
misschien is dat ook de oorzaak dat er
van de week zo'n schijntje oplossingen
waren.
Nu, jongens en meisjes, ik ben al aan
het eind van m'n latijn, er zijn geen brief
jes meer en dus kan ik met een gerust
hart een punt zetten en afscheid nemen
tot volgende week.
Kindervriend.
door
VIOLETTE CARR.
De brievenbesteller brengt een
postpakket.
„Hier Henk, een postpakket voor je,"
zei de brievenbesteller op zékere middag
tegen Henk, die juist open deed. Henk
pakte het pakket voorzichtig aan en zei:
„Dank u wel!". Hij draaide het om en om
en liep er .oen vlug mee naar binnen,
waar hij uitriep: „Hoera moeder, kijk eens,
een postpakket voor mij! Wat fijn!" Hij
keek even de huiskamer in en zag toen,
dat zijn moeder visite had, zodat hij naar
de keuken ging, waar Hanna, het dienst
meisje juist bezig was vaten te wassen.
Zij hield even met haar werk op en hielp
Henk met het uitpakken. Het was een
boek en een prachtig exemplaar, vol ver
halen en prentjes van vogels en andere
dieren.
„Verhalen over het leven van vogels en
andere dieren, waar gebeurd", stond er op
de omslag. Dat las Hanna hem voor,
want Henk ging nog niet op school en kon
nog niet lezen.
„Toe, lees er eens een klein verhaaltje
uit voor", vroeg hfl met een lief stemme
tje. Hanna lachte eens en zei: „Neen, dat
gaat nu niet, ik heb het nog te druk,
maar straks als ik klaar ben, zal ik je
twee verhalen voorlezen. Ga nu maar
rustig spelen, zoveel te gauwer ben ik
klaar".
Henk ging naar zfln speelkamertje,
legde het boek op tafel, klom zelf op een
stoel en met rode wangen probeerde hqj
te begrflpen, wat er onder die mooie
prentjes stond. Hij kende de letters wel
en kleine woorden kon hij al lezen, maar
zulke grote moeilijke woorden als in het
boek stonden, dat ging nog niet. Hij had
toch graag iemand bij zich gehad, die hem
nu dadelijk had kunnen voorlezen en sloeg
tenslotte het boek met een harde klap
dicht en zei: „He, akelig boek, waarom
kun je me zelf niet voorlezen?"
Opeens sprong het boek uit zijn handen,
vloog door de ruit van de boekenkas heen
en de glasscherven vlogen met groot ge
rinkel over de grond. Henk was hevig
geschrokken en bleef doodstil staan, toen
er opeens iets vreemds gebeurde.
Het nieuwe boek viel open op de grond
en alle vogels en dieren, die Henk eerst op
de prentjes getekend had zien staan, kwa
men de een na de ander het boek uitge
sprongen. Zij zagen er wel niet uit als
levende dieren, want zfl waren plat alsof
zij uit papier waren geknipt. Om hem
heen kwamen een heleboel jongens en
meisjes staan, die ook op de prentjes wa
ren geweest. Zij liepen allemaal naar Henk
toe, keken hem heel boos aan en opeens
hoorde hij een kleine vogel vlak bij zijn
oor zeggen: „Zeg, ondeugende jongen, hoe
durf je mij zo tegen de boekenkast aan
te gooien. Foei!" En de kinderen en alle
vogels en dieren riepen: „Foei, schaam je,
schaam je! Je denkt zeker, dat dit boek
een voetbal is."
Henk had zich stijf tegen de muur ge
drukt van angst, had had zoo iets nog
nooit meegemaakt. Hij wilde lacnen, maar
dat kon hij niet, want hij voelde tranen in
zijn oogen komen. Hij was helemaal niet
zo kwaad en nooit van zijn leven zo uit
gescholden als de laatste vijf minuten.
„Ik wilde het boek helemaal niet op de
grond gooien, en ook niet tegen de boeken
kast, het viel alleen uit mijn handen en
door de ruit van de boekenkast heen, ne
men jullie het mij maar niet kwalijk."
„Nietwaar, nietwaar", riepen een paar
dieren, „wij verdwijnen, wij gaan liever
naar het huis van een kleinen jongen, die
wel van ons noudt en wel naar ons wil
luisteren en ons bekijken".
Zij stelden zich alleen in een rij op, lie
pen naar het boek terug, stapten er in en
de band sloot zich weer.
Henk begon te huilen en riep: „Ik houd
juist veel van jullie, vraag het maar aan
mijn oude sprookjesboek van Moeder de
Gans. Een der kleine vogels stapte nu op
nieuw uit het boek, ging naar Moeder de
Gans en vreog of het waar was wat hij
zei. Moeder de Gans kwam nu uit de boe
kenkast te voorschijn en zei: „Zeker, be
kijk mij maar eens, dan zullen jullie zien,
dat hij veel in mij gelezen en gekeken
heeft."
Na veel heen en weer gepraat besloten
toen de kinderen en de dieren uit het boek
te blijven en zij wilden Henk nu allemaal
hun eigen geschiedenis vertellen. Ieder die
aan de beurt was, kwam naar voren, zo
dat Henk goed kon zien, wie er sprak.
Ademloos luisterde hij, het ene verhaal
na het andere hoorde hij, zulke mooie
verhalen had hij nog nooit gehoord. En
wat konden zij allemaal goed vertellen!
Zoo vond Hanna hem toen zij eindelijk
met haar werk klaar was. Zij kwam naar
de speelkamer toe om hem een paar ver
haaltjes voor te lezen, toen zij Henk, tegen
de muur zittende, rustig zag slapen. Het
nieuwe boek was uit zijn hand gegleden
en lag open naast hem. Zij keek eens en
zag dat er nu en dan een glimlachje om
zijn mond kwam. Daarom liet zij kleinen
Henk rustig slapen en ging weer terug
naar de keuken, waar zij nog genoeg te
doen had.
Henk kon, toen hjj wakker geworden
was, zich alles goed herinneren, maar hij
vond het wel vreemd, dat de kinderen en
dieren uit het boek na die tijd er nooit
meer utgestapt zijn of hem andere ver
haaltjes hebben verteld.
De vorige week hebben wij jullie be
loofd nog enkele ideeën voor het versieren
van Paaseieren te geven.
Als eerste zien jullie dan een ei waar
op een boterbloempje met steeltje en twee
blaadjes is geschilderd, of getekend. Jullie
zien wel op het plaatje, dat het niet bij
dat eene bloemetje blijft, maar dat het
hele ei er mee vol getekend is.
Kinderen, die waterverf hebben, kunnen
het ei mooi beschilderen, kinderen die
kleurpotlood hebben, kunnen de bloempjes
ook in kleuren maken, maar kinderen die
alleen maar een potlood hebben, kunnen
de eieren ook heel erg mooi maken, door
de bloempjes niet allemaal even zwart te
maken, maar ze, zoals de grote mensen
dat noemen: te schaduwen. Daarvoor
maak je een gedeelte van het bloempje
zwart en veegt er dan met je vinger over,
waardoor het potlood uitgewreven wordt
en natuurlijk aan de kanten lichter is dan
in het midden.
Als tweede versiering zien jullie een
haan. Dat is alweer een beetje moeilijker.
maar het is juist prettig om je te oefe
nen. De haan kan in allerlei kleuren wor
den getekend of geschilderd, de poten en
de snavel zijn geel, de kam en de lellen
rood, de rest kies je zelf maar uit.
Als Je aan de eene kant gen haan te
kent, zou je aan de andere kant een k/
of kuikentje kunnen schilderen, of een
bloempje, nodig is het niet, de haan alleen
is ook voldoende.
Dat men een horloge als kompas kan
gebruiken, weten misschien wel veel kin
deren, doch niet velen zullen weten wat
zjj er mee kunnen uitrichten.
In alle landen van Europa staat de
zon 's middags precies in het Zuiden.
Houdt men tegen de middag zijn horloge
zo, dat de kleine wijzer naar de zon wijst,
dan ligt het Zuiden natuurlijk precies in
de richting van het cijfer 12. De kleine
wjjzer zoowel als de zon beschrijven op
onze breedtegraad een cirkel in dezelfde
richting, doch waar de zon er 24 uur over
doet, doet de kleine wijzer er maar 12
over, hij loopt dus tweemaal zoo snel als
De pijl wyst naar hel
Zuiden.
de zon. Daarom rap
die de zon vanj/ de schijnbare boog_
heeft, maar h* net zuiden 1111
die de klei» M 20 Sroot 118 van de g
de twaalf -e wt)zer van het horloge van
Als mT tot dezelfde tijd gelopen heeft.
0p <je dus de kleme wijzer 's middags
zuide- *>n gelijk wil zetten, dan ligt het
plas Ja precies in het midden tussen de
crjf -ts waar de kleine wijzer staat en het
di ;'er twaalf. Om twee uur ligt het zuiden
as recht over de 1. Om vier uur over het