Amsterdamsche Brieven. Marine^brieven uit Indië T JUTTERTJE ZATERDAG !3 APRIL 1936 PAG. 5 Welkom Vreemdeling; Niettegenstaande de nog voortdurende sinter-temperatuur, die o.a. de Paasch- dagen ais bloembollendagen vrijwel deden mislukken, staan we dan toch in feite vlak voor het begin van het nieuwe reisseizoen. Ben nieuw reis-seizoen waaruit we alles pogen te halen wat er in zit: eenerzijds door invoering van een reisbelasting, die bedoeld is de landgenooten het reizen te beletten en binnen de lands-palen te hou den wat een foutieve methode mag heeten!, en anderzijds door het reizen van vreemdelingen naar ons land en naar zijn hoofdstad zooveel mogelijk aan te moedigen, wat een goede methode is. Bevordering van het vreemdelingen-ver keer is, ook al werd er in die richting de laatste jaren wel wat extra moeite ge daan, door middel o.a. van het organisee- ren van .zomerfeesten", in Amsterdam eigenlijk nooit goed aangepakt, 't Bleef tot nu toe steeds min of meer halfslach tig werk. Daarmede zeggen wij niets tegen de vereeniging, die als eerste hier een taak had, onze vereeniging voor vreemdelingen verkeer ,,'t Koggeschip" en zeker niet tegen haar nieuwen, volijverigen directeur mr. Woltjer, die met energie en enthou siasme dat Koggeschip gerooid heeft met de riemen die hij had... Die riemen echter. ma.w. de gelden die hem voor zijn werk ter beschikking werden gesteld door subsidie van gemeente en Kamer van Koophandel en door het, voor een stad als de onze betreurenswaardig klein aan tal leden en donateurs, waren van een wel zeer geringe sterkte. Wel was, met de tegenwoordige behuizing op de eerste ver dieping van het Muntgebouwtje, de uitrus ting van meergenoemde schip pitoresk en historisch merkwaardig, maar daar mede zet men nog niet de gewenschte. bij de moderne eischen zich aanpassende vaart achter zulk een propaganda-vaar- tuig!... Er is nu evenwel kans, dat hierin zeer binnenkort een verandering ten goede zal komen. Het gemeentebestuur houdt zich thans ernstig bezig met het vraag stuk van de bevordering van het vreemde- lingenbezoek in zijn vollen omvang en waarschijnlijk zal nu ook de zaak einde lijk eens flink en minder halfslachtig wor den aangepakt. Of ,,'t Koggeschip" daarbij als zelfstandige vereeniging in den tegen- woordigen vorm zal blijven bestaan is zeer de vraag! Bedriegen niet alle teeke nen, dan gaan we weldra in dezen meer den kant op van een meer rechtstreeksche gemeentelijke bemoeiing. De reeds groo- tendeels uitgewerkte plannen houden o.a. in het stichten van een nieuw verkeers bureau in het centrum der stad, vermoe delijk op den Dam, die overigens, tus- schen twee haakjes gezegd, nog steeds, met zijn „doode" paleis en zijn eveneens „doode", tijdelijk in een plantsoentje her schapen middendam-terrein, geen cen trum is waarop we bijster trots kunnen zijn! of we op andere" centra dan wél trots kunnen zijn blijft verder een tweede! Toen het City theater zijn deuren open de hebben we gedacht en gehoopt dat het Leidsche plein nu wel „je d&t" zou wor den; we hoorden over nieuwe tramverbin dingen, verbeteringen der rijweg- en trottoir-indeeling enz. Maar deze hoop als den laatsten tijd weer aan het vervliegen, mi enkele van de allergrootste panden aan dat plein door de betreffende firma's, die net crisis-spook op de hielen zit, weldra zullen verlaten worden: zoo hebben zoowel de bekende modezaak van de Vries als de Pianohandel van Duwaer en Naessens aan dit centrum er het bijltje bij neergelegd... Honderd dagen Engelsche kunst. Maar laten we nog even naar dat nieuwe, innende reis- en zomer-seizoen terug eeren en zien wat ons dezen keer in den vorm van zomerfeesten, bijwijze van tractie te wachten staat. Een punt van et Programma, het komende Artis- «est hebben we hier al eens aangestipt ans worden gewezen worden op een weede punt, dat door toedoen van den euwen directeur van het Stedelijk dséum, jhr. Roëll, bedoeld is vreemdeling roowel als landgenoot dezen zomer naar q® boorden van Amstel en LJ te .lokken at punt is dan een speciale tentoonstelling genoemde Museum, die onder den naam "Honderd dagen Engelsche kunst" zal orden georganiseerd; op deze expositie «en inzendingen komen van National allery te Londen en uit Engelsch particu- verzamelingen. Men zal deze gebeurtenis doen samenvallen met eenige tr&cties en manifestaties die een bezoek de stad aantrekkelijk moeten maken; t die attracies en manifestaties precies len zijn houdt het gemeentebestuur, dat een en ander zijn medewerking ver- ut, voorloopig echter nog als een verra«ins verborgen... Plan-Koopman exit? Om nog even in de buurt van het Leidsche Plein te blijven: ook de hoop dat wij daar nog eens begiftigd zouden worden met een ultra-moderne schouwburg, die wat comfort en technische uitrusting betreft niet alleen den onlangs op het Prinsenhof nog als „stal" betitelden Stads schouwburg, maar ook alle andere theaters in Nederland verre in den schaduw zou stellen, is vrijwel den bodem ingeslagen! Het was eind 1932 toen de Raad een motie- Romme aannam, luidende: „De Raaa noodigt B. en W. uit, ter bevordering van de totstandkoming van het z.g. plan- Koopman, in nader overleg te treden met de N.V. „De Amsterdamsche Groote Schouwburg" en het resultaat daarvan den Raad zoo spoedig mogelijk ter definitieve beslissing voor te leggen". Sedert dien is het plan-Koopman omgewerkt tot een gebouw op het Bellevue-terrein, dat grooter is dan het oorspronkelijke en niet minder dan vièr zalen zou bevatten. Verder zjjn in die intusschen (zoo spoedig mogelijk!) verloopen jaren de tijden wel zeer veran derd, vooral wat het schouwburgbezoek betreft! Bedenkt men daarbij nog. dat tenslotte gebleken is, dat van het z g. Werkfonds voor den bouw van een nieuwen schouwburg geen medewerking is te ver wachten, dan wordt het begrijpelijk, dat het, nu dan eindelijk uitgebrachte prae- advies van B. en W. in dezen afwijzend kwam te luiden. Intusschen moeten nu nog niet minder dan drie Raadscommissies over de prae-advies van B. en W. het hunen zeggen, zoodat de geheele bodem van de hoop der pro-plan-Koopman lieden er nog niet uit is. Maar veel scheelt het toch niet! „Het grootste voetbal-tournooi ter wereld". Paschen moge dan al, gezien, of beter „gevoeld" de sneeuw en regenbuien, als „uitgangetje", op z'n goed rond Amster- damsch gezegd „een sof" geweest zijn, de dagen voor Paschen hebben toch in tallooze jonge hoofdstedelijke harten veel verheugenis gegeven. Ook dit keer hadden op die dagen n.L de z.g. Schoolwedstrijden plaats. En ook nu weer mochten deze wedstrijden, waaraan een 382 elftallen deelnamen met recht aanspraak maken op den titel van „het grootste voetbal- tournooi ter wereld". Op den openingsdag had ditmaal, bijwijze van bijzondere attrac tie, het Melkcontróle-bureau onder leiding van dr. van Gelder gezorgd voor het aan rukken van eenige vrachtauto's met melk, benevens stoelen, tafeltjes en parasols naar de treinen in „de Meer". De jeugdige sport lieden hebben de hun aangeboden gratis tractatie bijzonder op prijs gesteld en deze propaganda is er zeker evengoed, zoo niet nóg beter in gegaan dan welk ander onder deel van de bekende „Voedt U goed"- cam pagne ook! Verkeer-automatiek. Van de „melk" naar den landman is maar één stap Als de rustige landman zich uit zijn slaapstede verheft en zich naar den akker begeeft, doet hij dat in het tempo en langs precies die kronkel- en andere paadjes die hem goeddunkt. Hij beschikt ten dien opzichte nog over een soort vrije wil, die hem heer en meester van de natuur doen schijnen. Niet aldus de stadsmensch. Hem wordt de weg, dien hij zal gaan voorge schreven en of hij nu het éene grachtje of het andere neemt, onverbiddelijk flitsen thans overal de roode, groen en gele lichten, die hem een halt toeroepen of een „ga-maar-door"! Dat zrjn de zegeningen der techniek, waarvan een stedeling in de 4s mevrouw thuis?" „Neen, meneer, dat geschreeuw is van de papegaai." eerste plaats te genieten krijgt. Of het Deter is? Ach ja, dat zal wel! We zijn nu zoo langzamerhand wel gewend te loopen in groefjes en groeven ons door de Over heid voorgeschreven en een enkele minder of meer doet er weinig toe. De veiligheid zal wel gebaat zijn en het aantal verkeers slachtoffers afnemen. Maar dit is zeker: de steden graven hun eigen graf! Het wordt zoo langzamerhand dermate „unheimig" te midden van toeterende auto's, stroomen stalen rossen, flikkerende verkeersselnen en andere zenuwsloopende middelen van een groote stad, dat alleen de ijzeren-hein- met-de-stalen-zenuwen er zich in thuis voelt en de andere, meer „gevoelige" burger zich gevangen gaat voe'en in een kooi van maatregelen tot zijn eigen velilig- heid, dat hij maar liefst de kooi met veilig heid laat voor wat het is en de paasch- en pinksterblommen opzoekt in de vrij natuur. Nog een paar meer van die helsche maat regelen en een massale uittocht zal begin nen. Geen mensch zal meer in die heksen ketels. die steden genoemd worden, willen wonen en de tijd zal komen lat de tourist uit volgende eeuwen, zwervend» langs de boorden van het IJ, ergens op een steenen paal za.i lezen: Hier stond eens een stad. genaamd Amste/dam. Hij zal dan staren op de puinhoopen van het nog te bouwen nieuwe stadhuis, een diepe zucht slaken en zich weer gauw wender tot de groene bloeiende natuur, waarin de mcnschheid, in dien tijd zal zijn teruggekeerd. Maar hoe het rij, het is de taak van uw brief schrijver niet om toekomstbespiegelingen te houden, maar U te berichten wat er ai zoo hier binnen de stadswallen geschiedt. En tot dit geschieden behoort nu deze week het in gebruik nemen van een heel stel nieuwe verkeersseinen. Ten eerste is het zeer drukke en gecompliceerde verkeer bij het Leidscheboschje en de Hobbema- straat thans aan banden gelegd. Zelfs de voetgangers moeten er aan gelooven. Wie een rustigen middag van wandelen in het onvolprezen Vondelpark heeft doorge bracht en dit park via het Leidsche Boschje weer wil verlaten, wordt daar opgewacht door een ijzeren politieagent, die met roode en groene knipperoogen des voetgangers uittrede uit de landelijke rust regelt. Eenmaal buiten het bek gekomen wordt hij nog niet met rust gelaten, want er staan nog een paar lichtmasten, die rijn gang naar de overzijde, via een vlucht heuvel regelen Op de oversteek-plaats is het asphalt witof wat daarvoor door moet gaan gemaakt en de langs het Beste Klaas, Vandaag moest ik mij haasten om mijn wekelijksche epistel aan jou af te krijgen. Dat komt omdat ik gisteren met een paar vriendjes naar Trètes ben geweest om te zwemmen en daarna gerijsttafeld. Nu, jij bent lang genoeg in Indië geweest om re weten, dat er dan van de rest van den Zondag weinig terecht komt, ja, dat het niet de minste moeite kost om den vol genden morgen met baksgewijs eerst wak ker te rijn. Vandaag is het Maandag en over een half uurtje komt van Glinsteren, de hoogbootsman met zijn ontmeerploeg en sleurt de valreep weg. Nu en op het puntje daarvan moet deze brief nog ge reed liggen. Het zou niet de eerste maal zijn, dat de bootsman er voor zorgde dat jullie in Nieuwediep den brief voor den Zaterdagavond nog kregen. Het hoofd van de P.W. zal we. blij zijn dat we weg zijn met het eskader, want het is deze week een drukke nering geweest. Nu de zaken gaan daar op Kamal best, want sedert kort heeft de P.W. er een nieuw jacht bij. De P.W. II, hetgeen zoo te zien lang geen slecht scheepje is. In Soerabaja vonden we na een 5 weeksche afwezigheid weinig veranderd. De Noord punt van het schiereiland wordt prachtig. Een groote garage is er nu gebouwd en men is nu bezig met een nieuw fietsen hok. De weg wordt keurig geasfalteerd (hetgeen het bezwaar heeft, dat je 's avonds als je thuis komt niet meer wak ker geschud wordt tegen dat je bij boord bent, omdat je door de laatste en diepste kuil van den weg moet) kortom je zult groote oogen opzetten tegen dat je weer hier bent. Maar naar je schreef zal dat voorloopig nog wel niet gebeuren, vooral niet als je nu toch op het „Instituut" ge plaatst wordt ook. Enfin, jij hebt je baaltje nasi allang binnen hetgeen je trouwens ook aan te zien is zoodat je daarom heelemaal geen behoefte zult heb ben om hier zoo spoedig terug te komen. Maar er is nog veel meer veranderd op de werf. Er is nu ook een nieuwe weg aangelegd tusschen de goedangs en die waterreservoirs door, zoodat je van de ko- lealoodsen dwars door kunt steken naar trottoir gespannen kettingen beletten de onordelijke mensch wel om anders over te steken dan langs het witte, verkeers-lichte pad! Alleen de tram heeft een streepje voor en gaat rustig haars weegs. Voor haar branden extra lichten met de waarschu wing: „Let op de tram". Verder zijn de beide dicht bjj elkaar gelegen kruispunten van de Weteringschans en de Stadhouders kade tegenover het Rijksmuseum thans automatisch geregeld. Hier is een wonder lijk ingenieus systeem toegepast. Het is n.1. noodzakelijk voor een druk verkeer, dat beide punten in coördinatie met elkaar werken. Als het verkeer minder druk is, is het weer gewenscht, dat deze coördinatie niet bestaat. Nu is er een speciale tel- drempel ingevoegd. Dit is een rubber strook in het plaveisel, die precies het aantal passeerende voertuigen registreert. Stijgt nu dit aantal boven een zeker maximum, dan worden automatisch de beide kruis punten aan elkaar gekoppeld en zakt het aantal passeerende voertuigen beneden een bepaald minium, dan werken beide weer los van elkaar. Een verdere bijzonderheid is nog, dat alle verkeersselnen in de geheele stad vanuit een centrale post op het Verkeersbureau gedirigeerd worden. Een schakeling daar en alle posten werken, óf bepaalde posten óf bepaalde richtingen blijven op „groen" staan enz. Alles zeer ingenieus en bepaald een succes voor onze Verkeerspolitie! Mabel: „Heb je gehoord, dat Ruth ver? loofd is met een jeugdliefde van haar?" Ethel: „Waarom zeg je niet, dat ze met een ouden man trouwt?" de koffer goedang en dus niet eerst langs de oude gebouwen behoeft. Je /eet wel daar waar vroeger die waschnimfen altijd onze klamboe's zaten te boenen. Waar deze schoonheden nu echter naar toe zijn heb ik nog niet kunnen ontdekken. De ouwe gebouwen rijn ook in groote repa ratie en ik geloof dat ze geheel gemoder niseerd worden. In ieder geval zien ze er van buiten niet zoo troosteloos meer uit. In Soeraoaja zelf gaat 'men maar door met in het centrum der stad nieuwe winkel huizen neer te zetten. Dat gebouw van Aurora, dat in de plaats van de Concor- dia-soos komt, begint a goed op te schie ten. De winkelgalerij vlak voor de „loge" steekt rijn noofd alweer boven de schut ting uit. In de ouwe toko van Krapp, op de passar besar dat moet je eens tegen je vrouw zeggen wordt dt damesbeurs gehouden van de huisvrouwen-vereeniging. Daar zal je wel heel wat marinevrouwen tegenkomen, want die rijn er vrijwel alle maal lid van. Nu dat is prachtig, want wij houden nu eenmaal van lekker eten en niet duur en daar hebben ze in die huisvrouwenvereeniging behoorlijk ver stand van. Heel Soearabaja staat in het teeken der thuisvaarders. De halve Marine staat Woensdagsmiddags aan de Rotterdam kade om sobats uitgeleide te doen en... een vatbiertje cadeau te krijgen. Stamp vol met Marine rijn de booten. We krijgen met de gevechtsschietoefeningen weer al*, lerlei gasten mee. In de eerste plaats de dominee, die de vuurdoop zal ondergaan. Verder de heer de Booy van het Soera- bajaansche Handelsblad dat is èen zoon van een van de vele admiraals, die we van dien naam gehad hebben,, dus die zal zich wel spoedig thuisvoelen aan boord. En dan komt de luitenant ter zee Opwyrda aan boord met rim cursus van te militairiseeren officieren van de Gouvernementsmarine. En dan het depar tement natuurlijk vanwege de critiek. Klaas, de vliegtuigboom heeft de val reep al te pakken, Ik moet me haasten. Tot de volgende week vanuit de Gili's. Tabé, HENK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 15