binnenland ZIJN STIJVE NEK IN 8 UUR GENEZEN KLOOSTERBALSEM Jioé. ïjtot Modi zot. Werk! Congres,,Nederland weerbaar". tweede blad Jhr. Mr. Ruys de Beerenbrouck overleden. Voorzitter van de Tweede Kamer en oud-minister-president. Koningin en Prinses naar Utrecht. De in dienst gehouden dienst plichtigen krijgen onbepaald klein verlof. De jongste salarisverlaging voor de rijksambtenaren. Opbrengst 1# millioen meer dan verwacht was? HELDERSCHB COURANT VAN ZATERDAG 18 APRIL 1936 De Rijksmiddelen over Maart. De Ned. ambulance in Abessinië. De drooglegging van de Zuiderzee. De geboortedag van Willem van Oranje. DOOR KL00STERBAISEM Een stijve nek behoeft Ge dus niet lange» te hebben Prachtige bestelling door Argentinië. Werkverschaffing en aanbesteding. Wetsvoorstel-K. ter Laan tot wijziging van de leerplichtwet. Verlaging vaste lasten en huren. pe voorzitter van de Tweede Kamer, Minis ter van Staat, oud-minister jhr. mr. Ch. J. M. puys de Beerenbrouck, is gisternamiddag in j,et St. Anthonius Gasthuis te Utrecht over leden. Vrijdag was in den toestand van jhr. jt„ys, die reeds eenige dagen ongesteld was en verpleegd werd op zijn buitengoed „Sui- deras" te Wichmond, een zoodanige ver ergering ingetreden, dat observatie in een giekenhuis noodig werd geacht. Des middags werd de patiënt overgebracht naar het St. Anthonius Gasthuis te Utrecht, waar hy na korten tijd is overleden. Jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck. Jhr. Ruys de Beerenbrouck is op 1 December 1873 als oudste zoon van jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck, die van 1888'91 mi nister van justitie in het kabinet-Mackay en van 18931918 commissaris der Koningin in de provincie Limburg is geweest, te Roermond geboren. Hij bezocht de gymnasia te Maastricht en te 's-Gravenhage, studeerde aan de univer siteit te Leiden en promoveerde op 17 Decem ber 1895 tot doctor in de rechtswetenschap op een proefschrift over: Het strafrecht in het oude Maastricht. Het overlijden van jhr. Ruys de Beeren brouck komt wel zeer onverwacht Donderdag werd bekend, dat de voorzitter der Tweede Kamer eenigen tijd rust wilde nemen om ge zondheidsredenen. Jhr. Ruys vertoefde tijdens het Paasch-reces van de Kamer op zijn buiten goed „Suideras" te Wichmond, waar hij ook de laatste dagen verpleegd werd. Zijn ziekte liet zich aanvankelijk niet ernstig aanzien, en in de omgeving van den patiënt gaf men dan ook te kennen, dat er voor directe bezorgd heid geen aanleiding was. -leeds te 's-Gravenhage was jhr. Ruys de Beerenbrouck onder behandeling van zijn ge neesheer. Hoewel hij zich niet prettig gevoel de en hem rust was voorgeschreven, behoefde hy toch niet het bed te houden. Na zijn aan komst, de vorige week, stelde hij zich onder behandeling van zijn huisarts, dr. J. J. Frede- fikse te Warnsveld. Vrij plotseling is er in de ziekte een ongun stige wending ingetreden, en op advies van zijn huisarts werd jhr. Ruys gisteren met •poed ter observatie naar het St. Anthoniu- gasthuis te Utrecht vervoerd. Daar is hij te ongeveer halfvjjf plotseling overleden. Met jhr. Ruys de Beerenbrouck is een figuur heengegaan, die in de parlementaire geschie denis na 1918 een groote plaats heeft inge nomen, schrijft de Nw. Rott. Crt. Van Sept 1918 tot Augustus 1925 is hij voorzitter van den ministerraad geweest en vervolgens van Augustus 1929 tot Mei 1933. In de tusschenge- legen periode was hjj voorzitter van de Tweede K^mer; na zijn aftreden in 1933 werd hij op nieuw in dit ambt benoemd, dat hij tot st)n overlijden heeft bekleed. Naar tijdsduur is zijn minister-president- Schap het langste, dat onze geschiedenis ooit heeft gekend. Het was er echter verre van, dat bet in een bij uitstek rustigen tijd viel. Zoowel nfjn eerste ministerschap, waarin het einde van den oorlog kwam, als zijn laatste periode „in het Torentje", waarin de crisis haar ontredde rden invloed op Nederland begon te oefenen, hebben moeilijke oogenblikken opgeleverd, daarin het oog van geheel Nederland op de ïeieering was gevestigd. - Is leider van de door hem gevormde kabi netten, viel hem telkenmale de taak toe, de Politiek van de regeering tegenover de Kamer 8 verdedigen. Hij deed dit steeds op de hem «'gene, gemoedelijke rustige wijze, die bepaal- botsingen met zijn tegenstanders vermeed. °k voor hen, die zijn politiek niet konden dee- 6n, was het een aangename taak met dezen "Minnelijken mensch den degen te kruisen. 2ze minister had een groote kennis van de P°'itieke en sociale omstandigheden. Daaraan f'aarde zlch een intuïtief gevoel voor de poli- e m°gelijkheden. Hij heeft dan ook nooit, s hoofd van het hem toevertrouwde departe- echt1' 660 ernsti£e nederlaag geleden. Hij was - ter niet de politieke strijder, die recht op de d "^"ijkhetlen afging. Eerder was hij er op uit, dat®/6 omzeilen. Het kwam dan ook wel voor, te tamelijk principieele punten in door hem n verc,edeigen wetsontwerpen liet varen, wan- c«" sterk verzet uit de Kamer opkwam. In jjej cre zaken kon hij echter een vasthoudend- hool/°°nen' door z9n beminnelijk optreden «is h Cen 8cherPen kant kreeg. Zijn optreden Voel Stuurder verried, dat hij zich „regent" ge- fcfin41168 Was ^hr' Ruyfl ..hen catholique". haal ,S e vroomheid sprak zich uit in her- gew boeken aan kloosters in zijn geboorte- hood2o Politiek was hij sterk overtuigd van de kathol '1'1 Van or&anisatie voor de roomsch- groot eken. In de r.k. Staatspartij heeft hij een Batie G r°' gesPeeld. Hij was na de reorgani- Bjj (t„V^n deze partij in 1926 haar voorzitter, der In ^ar"erverkiezingen was hij Itjstaanvoer- Ais nRTiJke kieskringen. merkteV^°rzitter van de Tweede Kamer ken- Bchaik» u Puys 8e Beerenbrouck zich door trMp ',e gemoedelijkheid, die krachtig op- c-ïh uit8l00t Weehtg °?.n aiie zwaarmoedigheid bande en VaaroD ^P^mstig was op die momenten, P elk man van strenge plichtsopvatting het volle gewicht van zijn taak voelt, liet jhr. «uys de Beerenbrouck niet over zich heen loopen. De begrafenis. Ue teraardebestelling van het stoffelijk hebben101 Dlnsdag as" te Vorden plaats Tweede Kamer is in verband met het plotseling verscheiden van haar voorzitter telegrafisch bijeengeroepen tegen Maandag a.a BIJ het 300-jarig bestaan der Rijks universiteit. H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana hebben het voornemen te kennen ge geven tegenwoordig te willen zijn bij de offl- Cieele plechtigheid, die 3 Juni ie 3 uur na middag in de Domkerk zal worden gehouden ter herdenking van het 300-jarig bestaan der Rijksuniversiteit te Utrecht. DIRECTEUR-GENERAAL WERK VERSCHAFFING EN STEUNVERLEENING Bij Kon. besluit van 9 dezer is met Ingang van den datum, waarop hij zijn betrekking zal aanvaarden, benoemd tot directeur voor de werkverschaffing en steunverleening bij het departement van sociale zaken, met den persoonlijken titel van directeur-generaal, mr. D. G. Draayer, thans burgemeester der gemeente Wormerveer. De minister van defensie heeft bepaald dat de dienstplichtigen, die na het einde van de eerste oefening ln werkelijken dienst zijn gebleven, op Zaterdag 18 April ln het genot van onbepaald klein verlof worden gesteld, voor zooveel zij het zelf wenschen en niet om een bijzondere reden bjj den troep aanwezig dienen te blijven. Van officieeie zijde wordt gemeld: Nader vernemen wij, dat dit ook geldt voor de vrijwillige dienstplichtigen, wier verbef in werkelijken dienst op denzelfden voet werd verlengd; voor de dienstplichtigen, die zich krachtens art. 35 der dienstplichtwet vrijwil lig ter vervanging van een ander; voor de genen, die na het einde van de eerste oefe ning tot het reserve-personeel zijn komen te behooren en in werkelijken dienst gebleven zijn krachtens art 5, 2e lid, 6 o, der wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905, en t.a.v. de voor hetzelfde doel vrijwil lig in werkejjlken dienst zijnde reserve-offi cieren. Ook is vastgesteld, dat het onbepaald klein verlof moet worden verleend onder de vol gende twee voorwaarden: a. De dienstplichtige moet zorgen, dat zijn adres voortdurend bekend is, zoowel bij zijn corpscommandant als bij den burgemeester van de gemeente, waar hij woont, of het laatst heeft gewoond. b. De dienstplichtige mag gedurende het onbepaald klein verlof zijn uniform niet an ders dragen, dan op den dag, waarop dit ver lof ingaat, op den dag, waarop het mogelijk wordt ingetrokken, en in de gevallen, waarin het dragen van uniform voorgeschreven is. Zij, die geen gebruik maken van de gele genheid om op 18 April met onbepaald klein verlof te vertrekken, kunnen desgewenscht op een la teren datum ln het genot van zoodanig verlof worden gesteld, indien het aan anderen verleend verlof inmiddels niet is ingetrokken. Al degenen, die in verband met het boven genoemde Kon. besluit van 11 Maart 1936 verplicht of vrijwillig in werkelijken dienst zijn zoowel zij, die onbepaald klein verlof genieten als de anderen worden, behou dens onvoorziene omstandigheden, in het ge not van groot verlof gesteld: Voor zoover zij behooren tot de 4e divisie, met Ingang van 16 Mei, voor zooveel zjj behooren tot een der an dere divisies, tot het regiment wielrijders of tot de 4e artilleriebrigade, met ingang van 16 Juni. Vrijwillige opkomst in werkelijken dienst krachtens lo. 1936, no. 99, wordt niet meer toegestaan. Het Tweede Kamerlid Moller heeft aan de ministers van Financiën, Onderwijs, K. en W. de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat de laatste 6 pet. verla ging der bezoldigingen van rijksambtenaren ongeveer anderhalf millioen meer heeft opge bracht dan de berekening was van de regee ring? 2. Zoo ja, is de regeering dan niet van mee ning, dat ten minste een deel van deze gelden zeer nuttig besteed kan worden voor de te werkstelling van werklooze onderwijzers en leeraren, daar voor deze werklooze personen of in het geheel niets of buitengewoon wei nig gedaan wordt om hen te werk te stellen overeenkomstig de opleiding die zij ontvan gen hebben? 3. Is de regeering niet van oordeel, dat voor deze werkloozen geen werk behoeft ge zocht te worden, en dat heel velen van dezen gemakkelijk, bijv. in de plaats van hun inwo ning of in dicht bi) gelegen plaatsen, te werk kunnen gesteld worden in het onderwijs tegen betrekkelijk lage vergoeding, zoodat zij zich zelf kunnen bedruipen? 4. Is ook de regeering niet overtuigd, dat niet alleen deze werkloozen veel baat zullen kunnen hebben van een dergelijken maat regel, maar dat ook het onderwijs zeer veel voordeel uit deze tewerkstelling zal kunnen trekken 5. Is de regeering voornemens binnen kor ten tijd maatregelen te nemen, om zoovelen als mogelijk is in bovengenoemden geest aan pas senden arbeid te helpen? DE WERKLOOSHEID IN ONS LAND. De directeur van den rijksdienst ran de werkloosheidsverzekering en arbeidsbemidde ling deelt mede, dat in de week van 23 tot en met 28 Maart het aantal leden van inge volge het werkloosheidsbesluit 19X7 gesubsi dieerde vcreenigingen 537.300 bedroeg, (van wie 74.900 landarbeiders). In de afgeloopen maand hebben de Rijks middelen, althans wal de niet-directe belastin gen betreft, f 449,500 meer opgebracht dan in Maart van het vorige jaar. Sedert Mei 1935 was het niet voorgekomen, dat de maande- Ijjkscbe opbrengst die van het vorige jaar had overtroffen. Het feit op zich zelf ls natuur lijk verblijdend, al behoeft het nog geen reden tot juichen te geven, nu het blijkt, dat de achterstand voor het eerste kwartaal niet minder dan f 4.761,390 bedraagt. Bovendien wordt de vreugde hierdoor eeuigszins getem perd, dat de vermeerdering voor een groot gedeelte aan bijzondere omstandigheden of toevalligheden te danken is, terwijl voor het overige de verminderingen nog groot In aan tal zijn en veelal een verdere daling in de koopkracht van het publiek aan het licht doen treden. Volgens een telegram van dr. Winckel eind Juli naar Nederland terug. Blijkens een telegram van den leider der Nederlandsche ambulance in Abessinië, dr. Winckel, 14 April, verzonden aan een familie lid te Nijmegen, aldus meldt het Hbld. zal de ambulance einde Juni naar Nederland te- rugkeeren. Thans tusschen Dessié en Addis Abeba. Naar het hoofdbestuur van het Nederland sche Roode Kruis mededeelt, is vanochtend telegrafisch bericht ontvangen van het Inter nationale Roode Kruis-comité te Genève, dat de Nederlandscheambulance zich thans schijnt te bevinden in Kolamude, een plaatsje, gelegen tusschen Dessié en Addis Abeba. Een waardeerend artikel in de News Chronicle. A. P. Luscombe Whyte schrijft in de News Chronicle, dat Nederland besloten heeft voort te gaan met werkzaamheden, welke 80 millioen pond zullen kosten en ten doel hebben het grondgebied met een tiende uit te breiden door de inpoldering van nuttigen grond. Binnen twintig jaren zal het grootste werk, dat de wereldgeschiedenis ooit op dit gebied heeft aanschouwd, voltooid zijn. Whyte herinnert er aan, dat reeds in 1667 Nederlandsche ingenieurs aan de uitvoering van een dergelijk plan hebben gedacht. Het blad besluit: de voltooiing van dit werk, dat geen precedent heeft in de geschiedenis, zal het prestige verhoogen van dit kleine, doch energieke land. Minister Colijn wenscht spoed te betrachten bij materieele en moreele verbetering van de defensie kracht van ons land. Gisterochtend is in „Boschlust" te 's-Gra venhage het tweedaagsch congres begonnen, dat onder den naam „Nederland Weerbaar" ten doel heeft bij het Nederlandsche volk het besef te versterken, dat een voor haar taak berekende weermacht zoowel voor het Rijk in Europa als voor de overzeesche gewesten vooralsnog onmisbaar is. Openingsrede dr. Eringaard. In zijn openingsrede constateerde dr. Erin gaard, dat het feit, dat ons vaderland in de zorgelijke Jaren van den wereldoorlog zijn neutraliteit heeft kunnen handhaven en geheel buiten den oorlog is gebleven voor een aan zienlijk deel te danken is aan den vooruitzien- den blik en den in de jaren 19111913 ver richten vruchtbaren arbeid van den toen- maligen minister van Oorlog, den tegenweor- digen minister van staat, minister-president en minister van Defensie a.i., dr. Colijn, aan het onvolprezen beleid onzer regcering-Cort van der LindenLoudon tijdens de mobilisa- tiejaren en aan de talenten van generaal Snijders. Als aanleiding tot het houden van dit con- cres noemde spreker de toenemende bezorgd heid van zeer velen in den lande over de weer kracht van ons land, welke bezorgdheid vooral in het laatste semester verhoogd is door de toenemende politieke spanningen in en buiten Europa. Wij willen bij het Nederlandsche volk de overtuiging doen doordringen, dat verhoogde weerbaarheid een harde noodzakelijkheid is, wijl die weerbaarheid, zcowe) materieel als moreel, ten gevolge van hare gestadige onder mijning in de jaren na den wereldoorlog, en meds ten gevolge van nog niet vervulde ver wachtingen van den Volkenbond, niet te veei is verzwakt en zeker onvoldoende geworden is, om ons zelfstandig bestaan te verzekeren. Toespraak minister Colijn. De minister-president, dr. H. Colijn, ver klaart een enkel woord te willen spreken, doch geen redevoering te zullen houden. Het is voor ons volk van groote beteekenis, dat men uit verschillende kringen hier bijeen heeft willen komen om de belangen onzer Defensie te bespreken. Spreker verwijst naar het boek van generaal Von der Goltz, een halve eeuw geleden verschenen, „Ein Volk in Waffen" hoeveel meer dan doen beteekent de medewerking van een volk voor de lands verdediging thans. Wanneer onverhoopt op nieuw cen oorlog mocht uitbreken, dan wordt beslag gelegd op het laatste atoom van volks kracht, dat het volk kan opbrengen om aan de verschrikkingen van den modernen oorlog weerstand te bieden. Er gaat een ritseling van kracht door ons volk, welke door dit congres kan worden worden versterkt. Dit geldt ook de voorbereiding van den oor log, de versterking onzer defensie. Aan die defensie ontbreekt nog heel wat en de oorzaken zijn niet ver te zoe ken. Allerlei illusies zijn reeds verdwenen. We moeten thans alles doen om de lands verdediging op peil te brengen. Dit is te moeilijker omdat Nederland niet alleen in Europa ligt, doch ook ln Azië. Het zal offers kosten. Het moet worden betaald door de Nederlandsche volksgemeenschap. Daarom is het nuttig, ons volk te doen beseffen, dat die offers noodig zyn. Een congres als dit kan daartoe bijdragen. Spreker hoopt, dat de vruchten ervan zul' len beantwoorden aan hetgeen u en lk, aldus minister Colijn tot den voorzitter, zich er ons van voorstellen. (Luid applaus). De moreele weerbaarheid. Oud-minister J. J. C. van Dijk, lid dei Tweede Kamer, hield hierna een voordracht over „de moreele weerbaarheid". Spreker wyst op de groote moeilijkheid in zake het besef van moreele weerbaarheid ook in vroegere tijden. Verweer is plicht bij daadwerkelijke hand' having der neutraliteit en bij afweer van een aanval. Er is gevaar (applaus), er moet thans worden gedaan wat onze weerbaarheid kan verbeteren. De beteekenis van onze weermacht in een eventueel conflict. Kolonel jhr. J. Th. Alung von Geusau sprak over de beteekenis van onze weermacht in een eventueel komend conflict. Spr. behandelde de beteekenis van de weer macht te land. Up den voorgrond werd ge steld, dat geen der naburige landen er over denkt ons land te bezetten, alleen met het doel om dat land in bezit te nemen, Hieruit volgt de primaire grondslag, dat onze weer macht in geenen deele gelijk behoeft te z.jn aan die der ons omringende grootmachten en daarmede vervalt meteen de defaitistische uit spraak van hen, die zeggen dat de zorg voor onze defensie een hopelooze zaak is. Voor het aanpakken van het verbeteren van onze weermacht bracht spr. de regeering op rechte en groote hulde. Hij besprak voorts verscheidene door hem noouig geachte voor zieningen. De materieele voorziening van onze troepen is thans uitermate zorgwekkend, maar als het lot ons nog eenige jaren schenkt, zal het defensiefonds ons er zeer belangrijk bovenop brengen. W(j kunnen pe huidige regeering daar voor niet dankbaar genoeg zijn. Meer overeenstemming tusschen vredes- en oorlogsorganisatie, alsmede een gewijzigde regeling van de opkomst, acht spr. thans klemmende eischen geworden. Voorts acht hij contingentsuitbreiding onaf wjjsbaar noodzakelijk. De maritieme strategische positie van Nederland, meer speciaal van N eder landsch- Indië. Kapitein-luitenant ter zee L. A. C. M. Door man, commandant van den onderzeedienst, voerde het woord over de maritieme strate gische positie van Nederland, meer speciaal van Nederiandsch-Indié. Hij besprak eerst de problemen, welke bij het bestudeeren van de constellatie in het verre Oosten naar voren komen. De overheer- schende factor in de ontwikkeling van het Oosten is de opkomst van Japan. Deze op komst is in het verleden geweest en is ook nu nog ooi-zaak van al of niet met geweld be slechte belangentegenstellingen en kan in de toekomst oofzaak zijn van gewapende botsin gen als de wereldgeschiedenis zal kunnen aan wijzen. In verband met een mogelijk conflict wees spreker daarna op het karakter van den zee oorlog. Door zijn sterke vloot en machtig leger acht hij Japan militair onaantastbaar, niet echter oeconomisch. Door afsnijding van de wereldhandelsverbindingen kan het industrie land op langeren termijn te gronde worden gericht. 53 pet. van de Japansche scheepvaart ging in 1934 door onzen Archipel. Ons Ned.- Indië wordt in geval van een conflict het terrein van den strijd. Hierna behandelde spr. de doelstelling van onze weermacht. Neutraliteitshandhaving en/of Volkenbondsvcrplichtingen eischen beide mari tieme middelen. Waar als axioma geldt, dat een basis alleen van de landzijde is te ver overen, komt ook hier de waarde van een goed geoutilleerd, modern uitgerust leger naar voren. Debatten. Na de rede van kolonel Alting von Geusau ontspon zich een discussie: Generaal Snijders wees er op, dat ongeveer twee derde van onze jongelieden buiten de weermacht blijft. Het is eigenlijk een schan delijke toestand, dat een zoo belangrijk deel van ons volk zich van onze weermacht niets aantrekt (applaus). In dit verband bepleitte spreker algemeenen weerpiicht. Ook aan de rede van overste Doorman knoopte zich een debat vast. Vice-admiraal Brutel de la Rivière vroeg o.a. of de neutraliteitshouding in het algemeen niet te eenzijdig wordt bekeken en of aan de bewapening van de vloot niet meer aandacht dient te worden besteed. Overste Doorman antwoordde, dat vooral aanvulling van het materieel der zeemacht met snelloopende vaartuigen noodig is. De achter stand ln den vlootbouw behoort zoo spoedig mogelijk te worden ingehaald en daarmee dient een uitbreiding van de bemanning ge paard te gaan. Spr. vertrouwt, dat deze zaak de aandacht der regeering heeft en hy verwijst naar het vlootplan van 1930. Aan twee kruisers hadden we inderdaad niet genoeg. De heer Zathn wees op de mogelijkheid, dat Siam zijn zeejagers met Japansche zeelieden zal bemannen, terwijl China een negental jagers spoedig gereed zal hebben. Uitbreid ng van het vlootplan 1930 met een behoorlijk aantatl jagers kwam spr. noodzakelijk voor. Overste Doorman antwoordde, dat elke uitbreiding van het minimum-vlootplan ge- wenscht moet worden geacht, voorzoover die binnen onze financieele draagkracht blijft. Prof. dr. Sleeswijk vroeg, wat de inleider zich in de practijk voorstelt van olietranparten naar Japan in tijd van oorlog. Men kan die niet met oorlogsschepen vervoeren, doch heeft daarvoor tankschepen noodig en wat is er nu meer kwetsbaar dan een olietank, merkte spr. op. Overste Doorman erkende dit laatste. Japan tal in geval van oorlog bijv. met Amerika, voor zijn olie-aanvoer aangewezen zijn op Indië en het zou dan voor vele beschermings vaartuigen moeten zorgen. Het Alg. Ncd. Verhond verzoekt «m op 24 April do vlag uit te stoken. De groep Nederland van het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft aan vele nationaal gezinde vereenigingen in Nederland het ver zoek gezonden om op 24 April de vlag uit te steken, ter herdenking van den geboortedag van Willem van Oranje. Voorts ligt het in de bedoeliDg van deze groep, er nogmaals bij de regeering op aan te dringen, den 24sten April, den geboortedag van den grondlegger van den Nederlanc'schen staat, tol nationalen gedenkdag te verklaren. mJk had den geheelen dag door regen achtig weer geloopen mei een sner penden wind. Toen ik s'avonds thuis kwam, kon ik mijn hoofd niet meer bewegen, 100 stijf waren de spieren van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed maar liet mij tevoren eens stevig wr{i ven mei Ktoosterbalsem s Morgens was ik verrast te bemerkendat et van mijn stijve nek niets meer t> be speuren was De Kloosterbalsem had mjj in een enkelen nacht, of in 8 uur van m'n hevige stgve nek af geholpen. Sch te den H. AKÜER'S ostaiNSEi tik muai „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bij brand-en snij wonden Ook ongeëveniinrd als wrijfmiddel l»iJ Ilheumatiek, spit en pijnlijke spieren öchroetdoos at ct Potten: 02»/a ct. en 1 04 Voor de Nederlandsche industrie. Naar Reuter uit Buenos Aires meldt, heeft de regeering van Argentinië aan de Neder landsche indusirie opdracht gegeven voor haar rekening te bouwen vier baggermolens. De kosten hiervan zullen bedragen f 628.000. Zij zijn bestemd voor de Rio Plata. o De minister van sociale zaken geeft objecten aan, die in de eerste plaats bij wijze van aanbesteding moeten worden uitgevoerd. De minister van sociale zaken heeft aan de Inspecteurs voor de werkverschaffing mede gedeeld, dat b(j de voorbereiding van aan vragen om subsidie voor werkverschaffing, ernstig rekening dient te worden gehouden met het inzicht van den minister, dat daar waar mogetijk en verantwoord, de werkver schaffingen bij wijze van aanbesteding worden uitgevoerd. De minister h eft hierbij °P het oog objecteD, als: aanleg van kanalen, ver harding van wegen, aanleg van riolen, water leidingen, zwembassins, bruggen, e d. Ont- wateringswerken, ontginningen, bebosschiD- gen, verbetering van zandwegen, enz. worden door den minister niet als objecten beschouwd, die in de eerste plaats bij wijze van aanbe steding dienen te worden uitgevoerd. De memorie van antwoord. Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag over het voorstel van wet van den heer K. ter Laan c.s., tot wijziging van de Leerplichtwet. De voorstellers zeggen o.m.: De regeering en de gemeentebesturen dragen tezamen de geweldig zware lasten, die de werkloosheid op hun schouders legt. Een deel van die las ten zou verdwijnen bij aanneming van cut voorstel :lokalen moeten worden bijgebouwd en voorzien van meubelen en leermiddelen. Een aantal onderwijzers, te schatten op 1500 of 1600, zou moeten worden aangesteld. De bovengenoemde argumenten gelden vol strekt niet in dezelfde mate ten aanzien van het vakonderwijs. Daarvoor zullen inderdaad gunstiger tijdsomstandigheden moeten wor den afgewacht. Sedert de indiening in Januari 1933 zijn de toestanden ln het geheele land zooveel moei lijker geworden, dat het voorstel nog dringen der noodzakelijk is te achten, terwijl door de nu mogelijke herplaatsing van wachtgelders de kosten zeer sterk zijn gedaald. De voorstellers hebben zich insgelijks scherp voor oogen gesteld de moeilijkheden, die verlenging van de leerplicht voor de kleine boeren kan meebrengen, wanneer de kinderen een jaar langer niet in htm bedrijf kunnen meehelpen. De voorstellers zijn overtuigd, dat de ver lenging van de leerplicht voor geen enkele groep der bevolking van meer beteekenis en dringender noodzakelijkheid is dan voor den kleinen boerenstand, die behoefte heeft aan velerlei kennis en kundigheden, en die zal moeten eischen, dat de kinderen goed onder legd de cursussen op vakgebied kunnen vol gen. Van zeer groote beteekenis ook de betere aansluiting tusschen leerplichtwet en arbeids wet. Voor alles is van belang, dat onze geheele jeugd de zegeningen ondervindt van een vol jaar langer schoolopvoeding en onderwijs, waardoor eerst het mooie werk van de lagere school wordt bekroond. Het verplicht stellen van de gelegenheid tot verstrekking van schoolvoeding en -kleeding behoeft niet af te stuiten op het kostenbe- zwaar. Daartoe zijn de benoodigde sommen niet groot genoeg. Geheel anders staat het met de beginselbezwaren tegen het verplicht stellen van de voeding en kleeding. Het komt den voorstellers voor, dat verstrekking van voeding en kleeding aan kinderen, die op school moeten komen, daartoe door den leer plicht gedwongen, even natuurlijk is als de verstrekking van leermiddelen. Het landbouwverlof is al zeer ingeperkt ge durende de jaren, dat de leerplichtwet werkt. De voorstellers gaan nu een stap verder met hun voorstel om het geheel uit de wet te schrappen. Voor den landbouw is het van geen beteekenis meer. Voor de kinderen is het ge heel verkeerd. En in dezen tijd van werkloos heid zal het nog minder dan anders hinderen, dat deze zeer schadelijke kinderarbeid einde lijk voorgoed onmogelijk gemaakt wordt. „Koopt tandpasta uit eigen land, Dat geeft meer werk in Nederland". „IVOROL" De Nederlandsche tandpasta 18 April. Er is allang geen Staats commissie benoemd. Waarom is er allang geen Staatscommissie benoemd Ia dat opzet Heeft iemand iets gelezen over een Staats commissie tot onderzoek naar het nut van Staatscommissies? Tot opheffing, afschaf fing, uitroeiing er van? Er is iets niet in den haak met het insti tuut der Staatscommissies, dat is zeker. An ders zou er al wel een zijn ingesteld om te onderzoeken, waarom menschen in de vacan- tie vroolijker zijn dan door het jaar. Een professor uit Berlijn (Pennsylvania) of uit Belgrado (Cincinnatl) heeft deze op zienbarende ontdekking gedaan. Het kan ook een hoogleeraar zijn geweest uit MonniKen- dam (Ohio). Hij heeft opgemerkt om het nu maar in eens alles te vertellen dat menschen, wan neer zij vacantie hebben, opgewekter zijn dan wanneer zrj moeten werkten en hij heeft hiervoor een verklaring gegeven, die zooveel moeilijke termen uit de moderne psychologie bevat, dat mijn lezers onmiddellijk een ver lengstuk aan hun Paaschvacantie zouden eischen, indien zij tot taak kregen, de be schouwing te doorworstelen. Men heeft min stens drie etmalen noodig om het te boven te komen. De professor wil een referendum over de kwestie houden onder 8 millioen menschen, die elk honderd vragen zullen voorgelegd krijgen. Als de prof. die 800 mil lioen antwoorden zal hebben doorgewerkt, neemt hij vacantie; en dan kan hij de zaak meteen ook eens aan den lijve toetsen. Het is een buitengewoon interessant onder zoek en ik heb geen oogenblik geaarzeld, ook mijn steentje bij te dragen, door een re ferendum in mijn eigen omgeving te houden. Mijn vriend G. F., journalist, 41 jaar, ant woordde: „Ik ben in mijn vacanties ongenietbaar, somber, melancholiek. Op Passchen moet ik Paaschcongressen verslaan, op Pinksteren Pinkstercongressen en op Kerstmis Kerst congressen. Als ik eindelijk zelf vacantie heb, hebben anderen het niet, en zit ik mij te ver velen in een leeg café. Een andere collega, W. G., 46 jaar, ant woordde: „Ik ben in mijn vacantie ongenietbaar, somber, melancholiek. Ik moet de drukpers hooren ratelen en zetmachines hooren tik ken. Ik kan dat niet meer missen. Op va- cantiedagen heb ik het deprimeerende gevoel, doof te zijn." Een derde collega, J. S., oud 61 jaar, zeide: „Het wil mij voorkomen, dat lieden, die met tegenzin hun dagelijksch werk verrich ten, de vacantie met vreugde zullen begroe ten, en op die dagen aangenaam gestemd zijn". Waar haalt een mensch zooveel wijsheid vandaan! Een vierde collega, die dit gehoord had, W, M., oud 83 jaar, zuchtte: „Als er werkelijk zulke menschen zijn, dan schuilt de fout bij henzelven, aangezien het als een axioma geldt, dat aiie werk heerlijk is". Maar het is mogelijk (ik wil het zelfs als verzachtende omstandigheid aannemen) dat ik hem verkeerd heb verstaan. De Amst. Kamer van Koophandel heeft ook tegen het gewijzigde ont werp ernstige bezwaren. Dinsdagmiddag besloot de Amsterdamsche Kamer van Koophandel opnieuw een adres aan de Tweede Kamer te zenden. Daarin wordt met erkennelijkheid het streven der re geering vastgesteld, om in het gewijzigd ont werp met de geuite critiek rekening te hou den en aan gemotiveerde bedenkingen tege moet te komen. Niettemin bestaan bjj deze K. v. K. tegen het ontwerp ook in den gewij- zigden vorm nog steeds ernstige bezwaren. Hetgeen zij in haar adres van 7 Augustus opmerkte met betrekking tot de gevaren voor de rechtszekerheid en de credietverhoudingen, voortvloeiende uit het onderhavige ingrijpen van den wetgever in private rechtsverhoudin gen, heeft door de wijzigingen, die het ont werp heeft ondergaan, niet aan kracht inge boet. De Amsterdamsche Kamer acht de vrees niet ongegrond, dat het verkrijgen van hypothecair crediet blijvend moeilijker zal worden, zulks terwijl juist overvloedig en goedkoop crediet een algemeen belang is. De uniforme verlaging van de huren met 20 pet. is in het Gewijzigd Ontwerp vervan gen door een meer individueel stelsel, met 80 pet. van de huren, gerekend naar het peil van 1 Januari 1931, als limiet. Uiteraard kan dit tot op zekere hoogte een voor den huiseigenaar gunstiger regeling zijn dan de aanvankelijk voorgestelde algemeens verlaging van huur, afhankelijk van de prac tijk en de Inzichten der huurkamers, aldus het adres. Maar aan dit lndividueele karakter ls niet een toetsing van het betrokken onroe rend goed aan bepaalde criteria ten grondslag gelegd, doch de vermogenstoestand van den huurder, waarbij ook die van den verhuurder gewicht in de schaal kan leggen. Wel zal de practijk den huiseigenaar spoedig dwingen de huren te egaliseeren en huurverlaging dus ook toe te kennen aan draagkrachtige huur ders, waardoor de huizenexploitatie des te sterker zal worden ontwricht. Wat betreft de hypotheekrente wordt voor de gevallen, dat de rente in de praktijk het thans voorgestelde maximum nog te boven gaat, verlaging dwingend voorgeschreven, het geen met een stelsel van individueele huur verlaging, waarvoor de renteverlaging een gedeeltelijke compensatie is, niet in volkomen logische overeenstemming schijnt. Maar ten aanzien van de vermindering van de andere, talrijke en drukkende lasten op het onroerend goed brengt het ontwerp slechts mogelijk heden, van welke het onzeker is, in hoeverre zij ten volle zullen worden gebezigd. Het adres wijst op de gemeentelijke belas tingen, welke drukken op de exploitatie van onroerende goederen en waarvan artikel 6 van het ontwerp dwingt tot wijziging, zonder dat nochthans vaststaat, in hoeverre deze wijziging tot verlaging zal leiden. In dit ver band merkt het op, dat ook in tarieven van gemeentebedrijven bezwarende lasten voor het onroerend goed zijn gelegen. Ook wat den erfpachtscanon betreft, kan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5