binnenland
ZIJN STIJVE NEK
IN 8 UUR GENEZEN
KLOOSTERBALSEM
Jioé. ïjtot
Modi zot.
Werk!
Congres,,Nederland
weerbaar".
tweede blad
Jhr. Mr. Ruys de
Beerenbrouck overleden.
Voorzitter van de Tweede Kamer
en oud-minister-president.
Koningin en Prinses naar
Utrecht.
De in dienst gehouden dienst
plichtigen krijgen onbepaald
klein verlof.
De jongste salarisverlaging
voor de rijksambtenaren.
Opbrengst 1# millioen meer dan
verwacht was?
HELDERSCHB COURANT VAN ZATERDAG 18 APRIL 1936
De Rijksmiddelen over Maart.
De Ned. ambulance in Abessinië.
De drooglegging van de Zuiderzee.
De geboortedag van
Willem van Oranje.
DOOR KL00STERBAISEM
Een stijve nek behoeft Ge
dus niet lange» te hebben
Prachtige bestelling door Argentinië.
Werkverschaffing en
aanbesteding.
Wetsvoorstel-K. ter Laan
tot wijziging van de
leerplichtwet.
Verlaging vaste lasten en
huren.
pe voorzitter van de Tweede Kamer, Minis
ter van Staat, oud-minister jhr. mr. Ch. J. M.
puys de Beerenbrouck, is gisternamiddag in
j,et St. Anthonius Gasthuis te Utrecht over
leden. Vrijdag was in den toestand van jhr.
jt„ys, die reeds eenige dagen ongesteld was
en verpleegd werd op zijn buitengoed „Sui-
deras" te Wichmond, een zoodanige ver
ergering ingetreden, dat observatie in een
giekenhuis noodig werd geacht. Des middags
werd de patiënt overgebracht naar het St.
Anthonius Gasthuis te Utrecht, waar hy na
korten tijd is overleden.
Jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck.
Jhr. Ruys de Beerenbrouck is op 1 December
1873 als oudste zoon van jhr. mr. G. L. M. H.
Ruys de Beerenbrouck, die van 1888'91 mi
nister van justitie in het kabinet-Mackay en
van 18931918 commissaris der Koningin in
de provincie Limburg is geweest, te Roermond
geboren. Hij bezocht de gymnasia te Maastricht
en te 's-Gravenhage, studeerde aan de univer
siteit te Leiden en promoveerde op 17 Decem
ber 1895 tot doctor in de rechtswetenschap op
een proefschrift over: Het strafrecht in het
oude Maastricht.
Het overlijden van jhr. Ruys de Beeren
brouck komt wel zeer onverwacht Donderdag
werd bekend, dat de voorzitter der Tweede
Kamer eenigen tijd rust wilde nemen om ge
zondheidsredenen. Jhr. Ruys vertoefde tijdens
het Paasch-reces van de Kamer op zijn buiten
goed „Suideras" te Wichmond, waar hij ook
de laatste dagen verpleegd werd. Zijn ziekte
liet zich aanvankelijk niet ernstig aanzien, en
in de omgeving van den patiënt gaf men dan
ook te kennen, dat er voor directe bezorgd
heid geen aanleiding was.
-leeds te 's-Gravenhage was jhr. Ruys de
Beerenbrouck onder behandeling van zijn ge
neesheer. Hoewel hij zich niet prettig gevoel
de en hem rust was voorgeschreven, behoefde
hy toch niet het bed te houden. Na zijn aan
komst, de vorige week, stelde hij zich onder
behandeling van zijn huisarts, dr. J. J. Frede-
fikse te Warnsveld.
Vrij plotseling is er in de ziekte een ongun
stige wending ingetreden, en op advies van
zijn huisarts werd jhr. Ruys gisteren met
•poed ter observatie naar het St. Anthoniu-
gasthuis te Utrecht vervoerd. Daar is hij te
ongeveer halfvjjf plotseling overleden.
Met jhr. Ruys de Beerenbrouck is een figuur
heengegaan, die in de parlementaire geschie
denis na 1918 een groote plaats heeft inge
nomen, schrijft de Nw. Rott. Crt. Van Sept
1918 tot Augustus 1925 is hij voorzitter van
den ministerraad geweest en vervolgens van
Augustus 1929 tot Mei 1933. In de tusschenge-
legen periode was hjj voorzitter van de Tweede
K^mer; na zijn aftreden in 1933 werd hij op
nieuw in dit ambt benoemd, dat hij tot
st)n overlijden heeft bekleed.
Naar tijdsduur is zijn minister-president-
Schap het langste, dat onze geschiedenis ooit
heeft gekend. Het was er echter verre van, dat
bet in een bij uitstek rustigen tijd viel. Zoowel
nfjn eerste ministerschap, waarin het einde van
den oorlog kwam, als zijn laatste periode „in
het Torentje", waarin de crisis haar ontredde
rden invloed op Nederland begon te oefenen,
hebben moeilijke oogenblikken opgeleverd,
daarin het oog van geheel Nederland op de
ïeieering was gevestigd.
- Is leider van de door hem gevormde kabi
netten, viel hem telkenmale de taak toe, de
Politiek van de regeering tegenover de Kamer
8 verdedigen. Hij deed dit steeds op de hem
«'gene, gemoedelijke rustige wijze, die bepaal-
botsingen met zijn tegenstanders vermeed.
°k voor hen, die zijn politiek niet konden dee-
6n, was het een aangename taak met dezen
"Minnelijken mensch den degen te kruisen.
2ze minister had een groote kennis van de
P°'itieke en sociale omstandigheden. Daaraan
f'aarde zlch een intuïtief gevoel voor de poli-
e m°gelijkheden. Hij heeft dan ook nooit,
s hoofd van het hem toevertrouwde departe-
echt1' 660 ernsti£e nederlaag geleden. Hij was
- ter niet de politieke strijder, die recht op de
d "^"ijkhetlen afging. Eerder was hij er op uit,
dat®/6 omzeilen. Het kwam dan ook wel voor,
te tamelijk principieele punten in door hem
n verc,edeigen wetsontwerpen liet varen, wan-
c«" sterk verzet uit de Kamer opkwam. In
jjej cre zaken kon hij echter een vasthoudend-
hool/°°nen' door z9n beminnelijk optreden
«is h Cen 8cherPen kant kreeg. Zijn optreden
Voel Stuurder verried, dat hij zich „regent" ge-
fcfin41168 Was ^hr' Ruyfl ..hen catholique".
haal ,S e vroomheid sprak zich uit in her-
gew boeken aan kloosters in zijn geboorte-
hood2o Politiek was hij sterk overtuigd van de
kathol '1'1 Van or&anisatie voor de roomsch-
groot eken. In de r.k. Staatspartij heeft hij een
Batie G r°' gesPeeld. Hij was na de reorgani-
Bjj (t„V^n deze partij in 1926 haar voorzitter,
der In ^ar"erverkiezingen was hij Itjstaanvoer-
Ais nRTiJke kieskringen.
merkteV^°rzitter van de Tweede Kamer ken-
Bchaik» u Puys 8e Beerenbrouck zich door
trMp ',e gemoedelijkheid, die krachtig op-
c-ïh uit8l00t
Weehtg °?.n aiie zwaarmoedigheid bande en
VaaroD ^P^mstig was op die momenten,
P elk man van strenge plichtsopvatting
het volle gewicht van zijn taak voelt, liet jhr.
«uys de Beerenbrouck niet over zich heen
loopen.
De begrafenis.
Ue teraardebestelling van het stoffelijk
hebben101 Dlnsdag as" te Vorden plaats
Tweede Kamer is in verband met het
plotseling verscheiden van haar voorzitter
telegrafisch bijeengeroepen tegen Maandag a.a
BIJ het 300-jarig bestaan der Rijks
universiteit.
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses
Juliana hebben het voornemen te kennen ge
geven tegenwoordig te willen zijn bij de offl-
Cieele plechtigheid, die 3 Juni ie 3 uur na
middag in de Domkerk zal worden gehouden
ter herdenking van het 300-jarig bestaan der
Rijksuniversiteit te Utrecht.
DIRECTEUR-GENERAAL WERK
VERSCHAFFING EN STEUNVERLEENING
Bij Kon. besluit van 9 dezer is met Ingang
van den datum, waarop hij zijn betrekking
zal aanvaarden, benoemd tot directeur voor
de werkverschaffing en steunverleening bij
het departement van sociale zaken, met den
persoonlijken titel van directeur-generaal,
mr. D. G. Draayer, thans burgemeester der
gemeente Wormerveer.
De minister van defensie heeft bepaald
dat de dienstplichtigen, die na het einde
van de eerste oefening ln werkelijken
dienst zijn gebleven, op Zaterdag 18 April
ln het genot van onbepaald klein verlof
worden gesteld, voor zooveel zij het zelf
wenschen en niet om een bijzondere
reden bjj den troep aanwezig dienen te
blijven.
Van officieeie zijde wordt gemeld:
Nader vernemen wij, dat dit ook geldt voor
de vrijwillige dienstplichtigen, wier verbef in
werkelijken dienst op denzelfden voet werd
verlengd; voor de dienstplichtigen, die zich
krachtens art. 35 der dienstplichtwet vrijwil
lig ter vervanging van een ander; voor de
genen, die na het einde van de eerste oefe
ning tot het reserve-personeel zijn komen te
behooren en in werkelijken dienst gebleven
zijn krachtens art 5, 2e lid, 6 o, der wet
voor het reserve-personeel der landmacht
1905, en t.a.v. de voor hetzelfde doel vrijwil
lig in werkejjlken dienst zijnde reserve-offi
cieren.
Ook is vastgesteld, dat het onbepaald klein
verlof moet worden verleend onder de vol
gende twee voorwaarden:
a. De dienstplichtige moet zorgen, dat zijn
adres voortdurend bekend is, zoowel bij zijn
corpscommandant als bij den burgemeester
van de gemeente, waar hij woont, of het
laatst heeft gewoond.
b. De dienstplichtige mag gedurende het
onbepaald klein verlof zijn uniform niet an
ders dragen, dan op den dag, waarop dit ver
lof ingaat, op den dag, waarop het mogelijk
wordt ingetrokken, en in de gevallen, waarin
het dragen van uniform voorgeschreven is.
Zij, die geen gebruik maken van de gele
genheid om op 18 April met onbepaald klein
verlof te vertrekken, kunnen desgewenscht op
een la teren datum ln het genot van zoodanig
verlof worden gesteld, indien het aan anderen
verleend verlof inmiddels niet is ingetrokken.
Al degenen, die in verband met het boven
genoemde Kon. besluit van 11 Maart 1936
verplicht of vrijwillig in werkelijken dienst
zijn zoowel zij, die onbepaald klein verlof
genieten als de anderen worden, behou
dens onvoorziene omstandigheden, in het ge
not van groot verlof gesteld:
Voor zoover zij behooren tot de 4e divisie,
met Ingang van 16 Mei,
voor zooveel zjj behooren tot een der an
dere divisies, tot het regiment wielrijders of
tot de 4e artilleriebrigade, met ingang van
16 Juni.
Vrijwillige opkomst in werkelijken dienst
krachtens lo. 1936, no. 99, wordt niet meer
toegestaan.
Het Tweede Kamerlid Moller heeft aan de
ministers van Financiën, Onderwijs, K. en W.
de volgende vragen gesteld:
1. Is het juist, dat de laatste 6 pet. verla
ging der bezoldigingen van rijksambtenaren
ongeveer anderhalf millioen meer heeft opge
bracht dan de berekening was van de regee
ring?
2. Zoo ja, is de regeering dan niet van mee
ning, dat ten minste een deel van deze gelden
zeer nuttig besteed kan worden voor de te
werkstelling van werklooze onderwijzers en
leeraren, daar voor deze werklooze personen
of in het geheel niets of buitengewoon wei
nig gedaan wordt om hen te werk te stellen
overeenkomstig de opleiding die zij ontvan
gen hebben?
3. Is de regeering niet van oordeel, dat
voor deze werkloozen geen werk behoeft ge
zocht te worden, en dat heel velen van dezen
gemakkelijk, bijv. in de plaats van hun inwo
ning of in dicht bi) gelegen plaatsen, te werk
kunnen gesteld worden in het onderwijs tegen
betrekkelijk lage vergoeding, zoodat zij zich
zelf kunnen bedruipen?
4. Is ook de regeering niet overtuigd, dat
niet alleen deze werkloozen veel baat zullen
kunnen hebben van een dergelijken maat
regel, maar dat ook het onderwijs zeer veel
voordeel uit deze tewerkstelling zal kunnen
trekken
5. Is de regeering voornemens binnen kor
ten tijd maatregelen te nemen, om zoovelen als
mogelijk is in bovengenoemden geest aan pas
senden arbeid te helpen?
DE WERKLOOSHEID IN ONS LAND.
De directeur van den rijksdienst ran de
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemidde
ling deelt mede, dat in de week van 23 tot
en met 28 Maart het aantal leden van inge
volge het werkloosheidsbesluit 19X7 gesubsi
dieerde vcreenigingen 537.300 bedroeg, (van
wie 74.900 landarbeiders).
In de afgeloopen maand hebben de Rijks
middelen, althans wal de niet-directe belastin
gen betreft, f 449,500 meer opgebracht dan in
Maart van het vorige jaar. Sedert Mei 1935
was het niet voorgekomen, dat de maande-
Ijjkscbe opbrengst die van het vorige jaar
had overtroffen. Het feit op zich zelf ls natuur
lijk verblijdend, al behoeft het nog geen reden
tot juichen te geven, nu het blijkt, dat de
achterstand voor het eerste kwartaal niet
minder dan f 4.761,390 bedraagt. Bovendien
wordt de vreugde hierdoor eeuigszins getem
perd, dat de vermeerdering voor een groot
gedeelte aan bijzondere omstandigheden of
toevalligheden te danken is, terwijl voor het
overige de verminderingen nog groot In aan
tal zijn en veelal een verdere daling in de
koopkracht van het publiek aan het licht doen
treden.
Volgens een telegram van dr.
Winckel eind Juli naar Nederland
terug.
Blijkens een telegram van den leider der
Nederlandsche ambulance in Abessinië, dr.
Winckel, 14 April, verzonden aan een familie
lid te Nijmegen, aldus meldt het Hbld. zal
de ambulance einde Juni naar Nederland te-
rugkeeren.
Thans tusschen Dessié en Addis
Abeba.
Naar het hoofdbestuur van het Nederland
sche Roode Kruis mededeelt, is vanochtend
telegrafisch bericht ontvangen van het Inter
nationale Roode Kruis-comité te Genève, dat
de Nederlandscheambulance zich thans
schijnt te bevinden in Kolamude, een plaatsje,
gelegen tusschen Dessié en Addis Abeba.
Een waardeerend artikel in de
News Chronicle.
A. P. Luscombe Whyte schrijft in de News
Chronicle, dat Nederland besloten heeft
voort te gaan met werkzaamheden, welke 80
millioen pond zullen kosten en ten doel hebben
het grondgebied met een tiende uit te breiden
door de inpoldering van nuttigen grond.
Binnen twintig jaren zal het grootste werk,
dat de wereldgeschiedenis ooit op dit gebied
heeft aanschouwd, voltooid zijn.
Whyte herinnert er aan, dat reeds in 1667
Nederlandsche ingenieurs aan de uitvoering
van een dergelijk plan hebben gedacht. Het
blad besluit: de voltooiing van dit werk, dat
geen precedent heeft in de geschiedenis, zal
het prestige verhoogen van dit kleine, doch
energieke land.
Minister Colijn wenscht spoed te
betrachten bij materieele en moreele
verbetering van de defensie kracht
van ons land.
Gisterochtend is in „Boschlust" te 's-Gra
venhage het tweedaagsch congres begonnen,
dat onder den naam „Nederland Weerbaar"
ten doel heeft bij het Nederlandsche volk het
besef te versterken, dat een voor haar taak
berekende weermacht zoowel voor het Rijk in
Europa als voor de overzeesche gewesten
vooralsnog onmisbaar is.
Openingsrede dr. Eringaard.
In zijn openingsrede constateerde dr. Erin
gaard, dat het feit, dat ons vaderland in de
zorgelijke Jaren van den wereldoorlog zijn
neutraliteit heeft kunnen handhaven en geheel
buiten den oorlog is gebleven voor een aan
zienlijk deel te danken is aan den vooruitzien-
den blik en den in de jaren 19111913 ver
richten vruchtbaren arbeid van den toen-
maligen minister van Oorlog, den tegenweor-
digen minister van staat, minister-president
en minister van Defensie a.i., dr. Colijn, aan
het onvolprezen beleid onzer regcering-Cort
van der LindenLoudon tijdens de mobilisa-
tiejaren en aan de talenten van generaal
Snijders.
Als aanleiding tot het houden van dit con-
cres noemde spreker de toenemende bezorgd
heid van zeer velen in den lande over de weer
kracht van ons land, welke bezorgdheid vooral
in het laatste semester verhoogd is door de
toenemende politieke spanningen in en buiten
Europa.
Wij willen bij het Nederlandsche volk de
overtuiging doen doordringen, dat verhoogde
weerbaarheid een harde noodzakelijkheid is,
wijl die weerbaarheid, zcowe) materieel als
moreel, ten gevolge van hare gestadige onder
mijning in de jaren na den wereldoorlog, en
meds ten gevolge van nog niet vervulde ver
wachtingen van den Volkenbond, niet te veei
is verzwakt en zeker onvoldoende geworden
is, om ons zelfstandig bestaan te verzekeren.
Toespraak minister Colijn.
De minister-president, dr. H. Colijn, ver
klaart een enkel woord te willen spreken, doch
geen redevoering te zullen houden.
Het is voor ons volk van groote beteekenis,
dat men uit verschillende kringen hier bijeen
heeft willen komen om de belangen onzer
Defensie te bespreken. Spreker verwijst naar
het boek van generaal Von der Goltz, een
halve eeuw geleden verschenen, „Ein Volk in
Waffen" hoeveel meer dan doen beteekent
de medewerking van een volk voor de lands
verdediging thans. Wanneer onverhoopt op
nieuw cen oorlog mocht uitbreken, dan wordt
beslag gelegd op het laatste atoom van volks
kracht, dat het volk kan opbrengen om aan
de verschrikkingen van den modernen oorlog
weerstand te bieden. Er gaat een ritseling van
kracht door ons volk, welke door dit congres
kan worden worden versterkt.
Dit geldt ook de voorbereiding van den oor
log, de versterking onzer defensie.
Aan die defensie ontbreekt nog heel
wat en de oorzaken zijn niet ver te zoe
ken. Allerlei illusies zijn reeds verdwenen.
We moeten thans alles doen om de lands
verdediging op peil te brengen. Dit is te
moeilijker omdat Nederland niet alleen in
Europa ligt, doch ook ln Azië. Het zal
offers kosten. Het moet worden betaald
door de Nederlandsche volksgemeenschap.
Daarom is het nuttig, ons volk te doen
beseffen, dat die offers noodig zyn. Een
congres als dit kan daartoe bijdragen.
Spreker hoopt, dat de vruchten ervan zul'
len beantwoorden aan hetgeen u en lk, aldus
minister Colijn tot den voorzitter, zich er ons
van voorstellen. (Luid applaus).
De moreele weerbaarheid.
Oud-minister J. J. C. van Dijk, lid dei
Tweede Kamer, hield hierna een voordracht
over „de moreele weerbaarheid".
Spreker wyst op de groote moeilijkheid in
zake het besef van moreele weerbaarheid ook
in vroegere tijden.
Verweer is plicht bij daadwerkelijke hand'
having der neutraliteit en bij afweer van een
aanval. Er is gevaar (applaus), er moet
thans worden gedaan wat onze weerbaarheid
kan verbeteren.
De beteekenis van onze weermacht
in een eventueel conflict.
Kolonel jhr. J. Th. Alung von Geusau sprak
over de beteekenis van onze weermacht in een
eventueel komend conflict.
Spr. behandelde de beteekenis van de weer
macht te land. Up den voorgrond werd ge
steld, dat geen der naburige landen er over
denkt ons land te bezetten, alleen met het
doel om dat land in bezit te nemen, Hieruit
volgt de primaire grondslag, dat onze weer
macht in geenen deele gelijk behoeft te z.jn
aan die der ons omringende grootmachten en
daarmede vervalt meteen de defaitistische uit
spraak van hen, die zeggen dat de zorg voor
onze defensie een hopelooze zaak is.
Voor het aanpakken van het verbeteren van
onze weermacht bracht spr. de regeering op
rechte en groote hulde. Hij besprak voorts
verscheidene door hem noouig geachte voor
zieningen. De materieele voorziening van onze
troepen is thans uitermate zorgwekkend,
maar als het lot ons nog eenige jaren schenkt,
zal het defensiefonds ons er zeer belangrijk
bovenop brengen. W(j kunnen pe huidige
regeering daar voor niet dankbaar genoeg zijn.
Meer overeenstemming tusschen vredes- en
oorlogsorganisatie, alsmede een gewijzigde
regeling van de opkomst, acht spr. thans
klemmende eischen geworden.
Voorts acht hij contingentsuitbreiding onaf
wjjsbaar noodzakelijk.
De maritieme strategische positie
van Nederland, meer speciaal van
N eder landsch- Indië.
Kapitein-luitenant ter zee L. A. C. M. Door
man, commandant van den onderzeedienst,
voerde het woord over de maritieme strate
gische positie van Nederland, meer speciaal
van Nederiandsch-Indié.
Hij besprak eerst de problemen, welke bij
het bestudeeren van de constellatie in het
verre Oosten naar voren komen. De overheer-
schende factor in de ontwikkeling van het
Oosten is de opkomst van Japan. Deze op
komst is in het verleden geweest en is ook nu
nog ooi-zaak van al of niet met geweld be
slechte belangentegenstellingen en kan in de
toekomst oofzaak zijn van gewapende botsin
gen als de wereldgeschiedenis zal kunnen aan
wijzen.
In verband met een mogelijk conflict wees
spreker daarna op het karakter van den zee
oorlog. Door zijn sterke vloot en machtig leger
acht hij Japan militair onaantastbaar, niet
echter oeconomisch. Door afsnijding van de
wereldhandelsverbindingen kan het industrie
land op langeren termijn te gronde worden
gericht. 53 pet. van de Japansche scheepvaart
ging in 1934 door onzen Archipel. Ons Ned.-
Indië wordt in geval van een conflict het
terrein van den strijd.
Hierna behandelde spr. de doelstelling van
onze weermacht. Neutraliteitshandhaving en/of
Volkenbondsvcrplichtingen eischen beide mari
tieme middelen. Waar als axioma geldt, dat
een basis alleen van de landzijde is te ver
overen, komt ook hier de waarde van een
goed geoutilleerd, modern uitgerust leger naar
voren.
Debatten.
Na de rede van kolonel Alting von Geusau
ontspon zich een discussie:
Generaal Snijders wees er op, dat ongeveer
twee derde van onze jongelieden buiten de
weermacht blijft. Het is eigenlijk een schan
delijke toestand, dat een zoo belangrijk deel
van ons volk zich van onze weermacht niets
aantrekt (applaus). In dit verband bepleitte
spreker algemeenen weerpiicht.
Ook aan de rede van overste Doorman
knoopte zich een debat vast.
Vice-admiraal Brutel de la Rivière vroeg
o.a. of de neutraliteitshouding in het algemeen
niet te eenzijdig wordt bekeken en of aan de
bewapening van de vloot niet meer aandacht
dient te worden besteed.
Overste Doorman antwoordde, dat vooral
aanvulling van het materieel der zeemacht met
snelloopende vaartuigen noodig is. De achter
stand ln den vlootbouw behoort zoo spoedig
mogelijk te worden ingehaald en daarmee
dient een uitbreiding van de bemanning ge
paard te gaan.
Spr. vertrouwt, dat deze zaak de aandacht
der regeering heeft en hy verwijst naar het
vlootplan van 1930. Aan twee kruisers hadden
we inderdaad niet genoeg.
De heer Zathn wees op de mogelijkheid, dat
Siam zijn zeejagers met Japansche zeelieden
zal bemannen, terwijl China een negental
jagers spoedig gereed zal hebben. Uitbreid ng
van het vlootplan 1930 met een behoorlijk
aantatl jagers kwam spr. noodzakelijk voor.
Overste Doorman antwoordde, dat elke
uitbreiding van het minimum-vlootplan ge-
wenscht moet worden geacht, voorzoover die
binnen onze financieele draagkracht blijft.
Prof. dr. Sleeswijk vroeg, wat de inleider
zich in de practijk voorstelt van olietranparten
naar Japan in tijd van oorlog. Men kan die
niet met oorlogsschepen vervoeren, doch heeft
daarvoor tankschepen noodig en wat is er nu
meer kwetsbaar dan een olietank, merkte
spr. op.
Overste Doorman erkende dit laatste. Japan
tal in geval van oorlog bijv. met Amerika,
voor zijn olie-aanvoer aangewezen zijn op
Indië en het zou dan voor vele beschermings
vaartuigen moeten zorgen.
Het Alg. Ncd. Verhond verzoekt «m
op 24 April do vlag uit te stoken.
De groep Nederland van het Algemeen
Nederlandsch Verbond heeft aan vele nationaal
gezinde vereenigingen in Nederland het ver
zoek gezonden om op 24 April de vlag uit te
steken, ter herdenking van den geboortedag
van Willem van Oranje.
Voorts ligt het in de bedoeliDg van deze
groep, er nogmaals bij de regeering op aan te
dringen, den 24sten April, den geboortedag
van den grondlegger van den Nederlanc'schen
staat, tol nationalen gedenkdag te verklaren.
mJk had den geheelen dag door regen
achtig weer geloopen mei een sner
penden wind. Toen ik s'avonds thuis
kwam, kon ik mijn hoofd niet meer
bewegen, 100 stijf waren de spieren
van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed
maar liet mij tevoren eens stevig wr{i
ven mei Ktoosterbalsem s Morgens
was ik verrast te bemerkendat et
van mijn stijve nek niets meer t> be
speuren was De Kloosterbalsem had
mjj in een enkelen nacht, of in 8 uur
van m'n hevige stgve nek af geholpen.
Sch te den H.
AKÜER'S ostaiNSEi tik muai
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand-en snij wonden
Ook ongeëveniinrd als wrijfmiddel l»iJ
Ilheumatiek, spit en pijnlijke spieren
öchroetdoos at ct Potten: 02»/a ct. en 1 04
Voor de Nederlandsche industrie.
Naar Reuter uit Buenos Aires meldt, heeft
de regeering van Argentinië aan de Neder
landsche indusirie opdracht gegeven voor
haar rekening te bouwen vier baggermolens.
De kosten hiervan zullen bedragen f 628.000.
Zij zijn bestemd voor de Rio Plata.
o
De minister van sociale zaken geeft
objecten aan, die in de eerste plaats
bij wijze van aanbesteding moeten
worden uitgevoerd.
De minister van sociale zaken heeft aan de
Inspecteurs voor de werkverschaffing mede
gedeeld, dat b(j de voorbereiding van aan
vragen om subsidie voor werkverschaffing,
ernstig rekening dient te worden gehouden
met het inzicht van den minister, dat daar
waar mogetijk en verantwoord, de werkver
schaffingen bij wijze van aanbesteding worden
uitgevoerd. De minister h eft hierbij °P het
oog objecteD, als: aanleg van kanalen, ver
harding van wegen, aanleg van riolen, water
leidingen, zwembassins, bruggen, e d. Ont-
wateringswerken, ontginningen, bebosschiD-
gen, verbetering van zandwegen, enz. worden
door den minister niet als objecten beschouwd,
die in de eerste plaats bij wijze van aanbe
steding dienen te worden uitgevoerd.
De memorie van antwoord.
Verschenen is de memorie van antwoord
op het voorloopig verslag over het voorstel
van wet van den heer K. ter Laan c.s., tot
wijziging van de Leerplichtwet.
De voorstellers zeggen o.m.: De regeering
en de gemeentebesturen dragen tezamen de
geweldig zware lasten, die de werkloosheid
op hun schouders legt. Een deel van die las
ten zou verdwijnen bij aanneming van cut
voorstel :lokalen moeten worden bijgebouwd
en voorzien van meubelen en leermiddelen.
Een aantal onderwijzers, te schatten op 1500
of 1600, zou moeten worden aangesteld.
De bovengenoemde argumenten gelden vol
strekt niet in dezelfde mate ten aanzien van
het vakonderwijs. Daarvoor zullen inderdaad
gunstiger tijdsomstandigheden moeten wor
den afgewacht.
Sedert de indiening in Januari 1933 zijn de
toestanden ln het geheele land zooveel moei
lijker geworden, dat het voorstel nog dringen
der noodzakelijk is te achten, terwijl door de
nu mogelijke herplaatsing van wachtgelders
de kosten zeer sterk zijn gedaald.
De voorstellers hebben zich insgelijks
scherp voor oogen gesteld de moeilijkheden,
die verlenging van de leerplicht voor de
kleine boeren kan meebrengen, wanneer de
kinderen een jaar langer niet in htm bedrijf
kunnen meehelpen.
De voorstellers zijn overtuigd, dat de ver
lenging van de leerplicht voor geen enkele
groep der bevolking van meer beteekenis en
dringender noodzakelijkheid is dan voor den
kleinen boerenstand, die behoefte heeft aan
velerlei kennis en kundigheden, en die zal
moeten eischen, dat de kinderen goed onder
legd de cursussen op vakgebied kunnen vol
gen.
Van zeer groote beteekenis ook de betere
aansluiting tusschen leerplichtwet en arbeids
wet.
Voor alles is van belang, dat onze geheele
jeugd de zegeningen ondervindt van een vol
jaar langer schoolopvoeding en onderwijs,
waardoor eerst het mooie werk van de lagere
school wordt bekroond.
Het verplicht stellen van de gelegenheid tot
verstrekking van schoolvoeding en -kleeding
behoeft niet af te stuiten op het kostenbe-
zwaar. Daartoe zijn de benoodigde sommen
niet groot genoeg. Geheel anders staat het
met de beginselbezwaren tegen het verplicht
stellen van de voeding en kleeding. Het komt
den voorstellers voor, dat verstrekking van
voeding en kleeding aan kinderen, die op
school moeten komen, daartoe door den leer
plicht gedwongen, even natuurlijk is als de
verstrekking van leermiddelen.
Het landbouwverlof is al zeer ingeperkt ge
durende de jaren, dat de leerplichtwet werkt.
De voorstellers gaan nu een stap verder met
hun voorstel om het geheel uit de wet te
schrappen. Voor den landbouw is het van geen
beteekenis meer. Voor de kinderen is het ge
heel verkeerd. En in dezen tijd van werkloos
heid zal het nog minder dan anders hinderen,
dat deze zeer schadelijke kinderarbeid einde
lijk voorgoed onmogelijk gemaakt wordt.
„Koopt tandpasta uit eigen land,
Dat geeft meer werk in Nederland".
„IVOROL" De Nederlandsche tandpasta
18 April. Er is allang geen Staats
commissie benoemd. Waarom is er allang
geen Staatscommissie benoemd Ia dat opzet
Heeft iemand iets gelezen over een Staats
commissie tot onderzoek naar het nut van
Staatscommissies? Tot opheffing, afschaf
fing, uitroeiing er van?
Er is iets niet in den haak met het insti
tuut der Staatscommissies, dat is zeker. An
ders zou er al wel een zijn ingesteld om te
onderzoeken, waarom menschen in de vacan-
tie vroolijker zijn dan door het jaar.
Een professor uit Berlijn (Pennsylvania) of
uit Belgrado (Cincinnatl) heeft deze op
zienbarende ontdekking gedaan. Het kan ook
een hoogleeraar zijn geweest uit MonniKen-
dam (Ohio).
Hij heeft opgemerkt om het nu maar in
eens alles te vertellen dat menschen, wan
neer zij vacantie hebben, opgewekter zijn dan
wanneer zrj moeten werkten en hij heeft
hiervoor een verklaring gegeven, die zooveel
moeilijke termen uit de moderne psychologie
bevat, dat mijn lezers onmiddellijk een ver
lengstuk aan hun Paaschvacantie zouden
eischen, indien zij tot taak kregen, de be
schouwing te doorworstelen. Men heeft min
stens drie etmalen noodig om het te boven
te komen. De professor wil een referendum
over de kwestie houden onder 8 millioen
menschen, die elk honderd vragen zullen
voorgelegd krijgen. Als de prof. die 800 mil
lioen antwoorden zal hebben doorgewerkt,
neemt hij vacantie; en dan kan hij de zaak
meteen ook eens aan den lijve toetsen.
Het is een buitengewoon interessant onder
zoek en ik heb geen oogenblik geaarzeld,
ook mijn steentje bij te dragen, door een re
ferendum in mijn eigen omgeving te houden.
Mijn vriend G. F., journalist, 41 jaar, ant
woordde:
„Ik ben in mijn vacanties ongenietbaar,
somber, melancholiek. Op Passchen moet ik
Paaschcongressen verslaan, op Pinksteren
Pinkstercongressen en op Kerstmis Kerst
congressen. Als ik eindelijk zelf vacantie heb,
hebben anderen het niet, en zit ik mij te ver
velen in een leeg café.
Een andere collega, W. G., 46 jaar, ant
woordde:
„Ik ben in mijn vacantie ongenietbaar,
somber, melancholiek. Ik moet de drukpers
hooren ratelen en zetmachines hooren tik
ken. Ik kan dat niet meer missen. Op va-
cantiedagen heb ik het deprimeerende gevoel,
doof te zijn."
Een derde collega, J. S., oud 61 jaar, zeide:
„Het wil mij voorkomen, dat lieden, die
met tegenzin hun dagelijksch werk verrich
ten, de vacantie met vreugde zullen begroe
ten, en op die dagen aangenaam gestemd
zijn".
Waar haalt een mensch zooveel wijsheid
vandaan!
Een vierde collega, die dit gehoord had, W,
M., oud 83 jaar, zuchtte:
„Als er werkelijk zulke menschen zijn, dan
schuilt de fout bij henzelven, aangezien het
als een axioma geldt, dat aiie werk heerlijk
is".
Maar het is mogelijk (ik wil het zelfs als
verzachtende omstandigheid aannemen) dat
ik hem verkeerd heb verstaan.
De Amst. Kamer van Koophandel
heeft ook tegen het gewijzigde ont
werp ernstige bezwaren.
Dinsdagmiddag besloot de Amsterdamsche
Kamer van Koophandel opnieuw een adres
aan de Tweede Kamer te zenden. Daarin
wordt met erkennelijkheid het streven der re
geering vastgesteld, om in het gewijzigd ont
werp met de geuite critiek rekening te hou
den en aan gemotiveerde bedenkingen tege
moet te komen. Niettemin bestaan bjj deze
K. v. K. tegen het ontwerp ook in den gewij-
zigden vorm nog steeds ernstige bezwaren.
Hetgeen zij in haar adres van 7 Augustus
opmerkte met betrekking tot de gevaren voor
de rechtszekerheid en de credietverhoudingen,
voortvloeiende uit het onderhavige ingrijpen
van den wetgever in private rechtsverhoudin
gen, heeft door de wijzigingen, die het ont
werp heeft ondergaan, niet aan kracht inge
boet. De Amsterdamsche Kamer acht de
vrees niet ongegrond, dat het verkrijgen van
hypothecair crediet blijvend moeilijker zal
worden, zulks terwijl juist overvloedig en
goedkoop crediet een algemeen belang is.
De uniforme verlaging van de huren met
20 pet. is in het Gewijzigd Ontwerp vervan
gen door een meer individueel stelsel, met
80 pet. van de huren, gerekend naar het peil
van 1 Januari 1931, als limiet.
Uiteraard kan dit tot op zekere hoogte een
voor den huiseigenaar gunstiger regeling zijn
dan de aanvankelijk voorgestelde algemeens
verlaging van huur, afhankelijk van de prac
tijk en de Inzichten der huurkamers, aldus
het adres. Maar aan dit lndividueele karakter
ls niet een toetsing van het betrokken onroe
rend goed aan bepaalde criteria ten grondslag
gelegd, doch de vermogenstoestand van den
huurder, waarbij ook die van den verhuurder
gewicht in de schaal kan leggen. Wel zal de
practijk den huiseigenaar spoedig dwingen de
huren te egaliseeren en huurverlaging dus
ook toe te kennen aan draagkrachtige huur
ders, waardoor de huizenexploitatie des te
sterker zal worden ontwricht.
Wat betreft de hypotheekrente wordt voor
de gevallen, dat de rente in de praktijk het
thans voorgestelde maximum nog te boven
gaat, verlaging dwingend voorgeschreven, het
geen met een stelsel van individueele huur
verlaging, waarvoor de renteverlaging een
gedeeltelijke compensatie is, niet in volkomen
logische overeenstemming schijnt. Maar ten
aanzien van de vermindering van de andere,
talrijke en drukkende lasten op het onroerend
goed brengt het ontwerp slechts mogelijk
heden, van welke het onzeker is, in hoeverre
zij ten volle zullen worden gebezigd.
Het adres wijst op de gemeentelijke belas
tingen, welke drukken op de exploitatie van
onroerende goederen en waarvan artikel 6
van het ontwerp dwingt tot wijziging, zonder
dat nochthans vaststaat, in hoeverre deze
wijziging tot verlaging zal leiden. In dit ver
band merkt het op, dat ook in tarieven van
gemeentebedrijven bezwarende lasten voor het
onroerend goed zijn gelegen.
Ook wat den erfpachtscanon betreft, kan