Buitenlandsch Overzicht. DE GOUDEN BRUG De oorlog in Abessinië. jleistpet Waccf zoo goed voor 't leer! NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA No. 7742 EERSTE BLAD DONDERDAG 23 APRIL 1936 64ste JAARGANG De Volkenbondshutp aan Abessinië een volkomen mislukking. - Een Noorsch blad spreekt over het faillissement van den VoL kenbond. -■ Chamberlain over de Engelsche begrooting, die overal teleurstelling bracht. Het faillisement van den Volkenbond. De Engelsche begrooting. De Engelsche begrooting ingediend. FEUILLETON. ROMAN VAN HANNO PLESSEN Optimisme in Amerika. Groote mannen laten zich gunstig over de toekomst uit De raad van den Volkenbond. De Duitsche en Fransche vredesplannen. De bedreiging van Addis Abeba De Italiaansche opmarsch naar Addis Abeba. Nog in eert begin stadium. De Abessijnsche kroonprins te Addis Abeba. De troebelen in Palestina. 3 maal per dag Den Helder- Amsterdam. Verbinding met geheel West-Friesland. COURAMT Abonnement per 3 maanden bj vooruitbet: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wleringen en Texel 1.65; Mnnenbmd 2. Nederi. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse noa 4 ct.; fr. p. p. 6 ct Weekabonnementen 12 ct Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschjnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekenlng No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentlën (gevraagd, te koop, te huur) bj vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum. 40 ct.; bj niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 30 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct We hebben er in ons De mislukte vorig overzicht al van bemiddeling. gewaagd dat de hulp van den Volkenbond aan Abessinië, voor laatst genoemd land niet anders dan op een groote teleurstelling is uitgeloopen. De Volkenbond ziet het leidelijk aan dat Abessinië uitgemoord woordt door de „beschaving" van Italië en tot 0 Mei zal men ook verder geen ingrijpende maatregelen nemen om de misdaad van Italië te staken of ook maar te verminderen. Het arme Abessinië, dat zooveel vertrouwen in Genève gesteld had, is wel zeer gedesillusio neerd in zijn verwachtingen van de hulp der Volkenbondsleden en het is niet te verwonde ren dat Wolde Mariam, de Abessijnsche ver tegenwoordiger te Genève dezer dagen met bitterheid vroeg of dat nu alles was wat een aangevallen mogendheid van het instituut te Genève te verwachten had. Italië daarentegen is over de laatste Volkenbondsvergadering en de besluiten die er niet genomen werden, niet slecht te spreken. Het kan immers ongestoord zijn gang gaan en la er van overtuigd dat er geen macht ter wereld is die haar plannen verder kan verijdelen. In een beschouwing die de hoofdredacteur van „De Avondpost" dezer dagen aan de Ita- liaansche oorlogsmethoden wijdde vroeg hij ojn.: Als Christus nu eens op aarde kwam, en in Italië toefde. Ja... Zou hij dan, ten opzichte van die gifgassen, ook bidden: „Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen?" Wij betwijfelen het. Want zj weten goed wat ze doen, deksels goed. En dit na negentien eeuwen Christendom. Ja, bedroevend, in-bedroevend is het geval Italië. Het heeft ons geleerd, dat ook in onze eeuw het recht van den sterkste zegeviert en dat de zwakke van een instituut als den Volkenbond niets te verwachten heeft. Nooit heeft de Volken hond zulke donkere uren beleefd als de laatste dagen en in het bizonder Maandag, zoo schreef de Fransche journaliste, mevr. Tabouis Dinsdag in baar blad 1'Oeuvre. Het was alsof in deze laatste bijeenkomst de doodsklok geluid werd, de uiteengaande gede legeerden wisten geen woorden te vinden. En ook Aften posten, het leidende conserva tieve orgaan in Noorwegen, constateert in een hoofdartikel onder het hoofd: „Het faillisse ment van den Volkenbond" dat de Volkenbond In zijn tegenwoordigen organisatievorm volk- komen onbruikbaar is als werktuig voor een collectief waarborgen van den vrede, omdat met betrekking tot het Itaüaansch-Abessjn- «che conflict alles zijn gang gegaan is alsof er geen Volkenbond was en alsof er geen Verdragen en traetaten bestonden. De eenige redding zou een sluiting van het Suez-kanaal zijn, maar het blad gelooft niet, dat Engeland in verhand met eigen belangen en nog minder terwille van den Volkenbond een dergelijk offer wil brengen, vooral niet nu gebleken is, dat de Volkenbond bestaat „uit naties met zeer verschillende moraal en ver- uiteenloopende opvattingen voor verantwoor delijkheid voor aanvaarde verplichtingen en onderteekende traetaten of pacten. Daarmee is de rol van den Volkenbond als collectieve waarborg tegen oorlog ten einde, in dit op zicht heeft hg opgehouden te bestaan." JQe proefneming is volbracht en het resultaat ia negatief**, schrijft het blad verder. „De les, die men uit het voorgevallene kan trekken is, dat een colleetief werktuig tot handhaving van den vrede gebaseerd' zal moeten zijn op een verbond van naties en rassen, die in zeke ren zin eenzelfde moreele opvattting van aan vaarde verplichtingen hebben, en dan kan dit verbond eventueel groeien door aansluiting van anderen, naarmate zij dezelfde moraal hebben verworven. Wij willen thans niet de naties aanwijzen, waarmee men dan zou moeten beginnen. Maar wij gelooven, dat er voldoende zijn en dat zij groot genoeg zijn om zich van de taak te kwijten." Dinsdag heeft de Brit- sche minister van finan ciën, Chamberlain, zijn begrooting bekend ge maakt en al had niemand in Engeland verwacht dat de minister een be lastingverlaging aan zou kondigen, een bittere teleurstelling ia het geweest, dat Chamberlain gemeend heeft eenige belastingen te moeten verhoogen en dat om de enorme uitgaven, die de Defensie op het ©ogenblik vraagt, te kunnen dekken. In een radiorede, die de minister gehouden heeft ter toelichting van zijn begrooting, zeide hij o.m. over het Defensie-vraagstuk: Sinds 1924 hebben opvolgende conservatieve-, arbeiders- en nationale regeeringen het voor beeld aan de wereld willen geven van feitelijke ontwapening en wij hebben thans veel oude schepen en een luchtmacht die zonder de uit breiding van vorig jaar volkomen ontoe reikend zou zijn geweest. Helaas hebben andere volken ons voorbeeld niet alleen niet gevolgd maar sommigen van hen hebben herwapend op een waarlijk alar- meerende wijze en snelheid. Binnen enkele jaren moeten wij dien achterstand inioopen; dat is een harde noodzakelijkheid die niet lan ger te vermijden was en de uitgaven voor de drie departementen van defensie die vorig Jaar 124 millioen eischten zullen dit jaar 178 of een toeneming van 54 millioen vorderen. Ik zeg er dadelijk bij dat deze uitgaven op de begrootingen van 1937 en 1938 nog veel hooger zullen worden maar dan kunnen wij een lee ning sluiten. In plaats van een zeer substan tieel overschot heb ik door die 178 millioen een eindcijfer van uitgaven van bijna 800 mil lioen of een tekort van ruim 21 millioen. Om dat de eerste vereischten van iedere begroo ting is dat zj sluitend zij, moest dit te ver wachten tekort dus in de allereerste plaats weggewerkt worden. In het teeken der bewapening. Verhoogingen van inkomstenbelasting en van rechten op thee en bier. Dinsdagmiddag heeft Neville Chamberlain de begrooting 1936/'37 ingediend. De rede was korter dan de laatste jaren en in bijna 1% uujf was de minister door de voornaamste cjfer^ en toelichtingen heen. De minister begon met de eindcijfers die in baten op 776% en in uit gaven op 797.9 millioen begroot waren, zoodat er een tekort was van 21.2 millioen. Van dat cijfer behoefde men echter niet te schrikken, want de verhooging der uitgaven kwam bijna geheel op rekening van de defensie-maatrege len en de cijfers in het afgeloopen jaar waren zoozeer meegevallen, dat de minister niet twij felde of het tekort zou uit de loopende ont vangsten worden gedekt. Komende tot de loopende begrooting zeide spr., dat ook deze was opgemaakt, steunende op de beide grondpijlers van zijn oeconomisch- financieel beleid1: tarieven en goedkoop geld, maar bovendien zou spr. maatregelen tegen belastingontduiking voorstellen. Verhooging van de Inkomstenbe lasting en de rechten op thee. Omdat dè defensie-maatregelen van de re geering ten behoeve van het geheele volk ge nomen werden, was het ook billijk dat het ge heele volk er toe zou bijdragen en spr. stelde daarom een algemeene verhooging der inkom stenbelasting met 3 stuiver in het pond voor, benevens een verhooging der rechten op thee met 2 stuiver. (Meer dan 20 leden der oppo sitie staan op en roepen hier: „schande, schande"). De defensie-uitgaven. Aangezien de vooruitzichten voor een spoe dige overeenkomst nopens ontwapening of be perking van bewapening thans niet zeer gun stig waren, had de regeering, zooals bekend was, moeten besluiten tot herziening van de drie diensten van de landsverdediging: leger, vloot en luchtvaart. Het was 's ministers plan om de uitgaven ieder jaar uit de loopende ont vangsten te dekken, want men mocht de komende of opgroeiende generatie niet belas ten met uitgaven, die thans noodzakelijk waren. De cijfers waren berekend over de eerstkomende 5 jaar en voor wat er dan later nog eventueel noodig zou zijn kon men een leening stuiten. Spr. meende het Engelsche volk te mogen gelukwenschen, dat het de vermeerderde uit gaven der bewapening uit de loopende ont vangsten zou kunnen betalen zonder aanzien lijke vermeerdering van den schuldenlast. Het debat. Majoor Attlee zeide, dat deze begrooting met haar geweldige uitgaven voor oorlogs doeleinden in het land geen weerklank noch enthousiasme zou vindei, en de maatregelen zelf, al werden ze dan weer zooals overal el ders onder den naam „defensie-maatregelen" aangediend, ten slotte tot oorlog zouden lei den. Sir Archibald Sinclair noemde de begroe ting er een van „in duigen gevallen verwach tingen", een erkenning, dat het oorlogsge vaar acuut was geworden. Bogrooti n gsresoluties aangenomen. Het Lagehuis heeft de begrootingsresolu- ties anagenomen. 23) Dat is het weer, zooals de all round winter- sportbeoefenaar in Iglerhof zich dat wenscht. £>e levendige drukte in de hall van het hotel legt van deze stemming voldoende getuigenis Onder gelach en gescherts, onder Ski-heil *h Gelukkig Nieuwjaar-geroep worden tochten 8an*engesteld, wandelingen besproken, ski's ^gewreven en rugzakken gepakt... Om 11 uur zijn allen uitgevlogen. Besluiteloos staat Szartossy bij den ingang Van het hotel. Deze stralende Nieuwjaarsdag dreigt voor hem in grenzenlooze eentonigheid 3e zullen verloopen. Renate heeft hem immers uitdrukkelijk voor een der eerste dagen van ^t nieuwe jaar geïnviteerd en door nu maar totea recta naar de Lantaarn te loopen, waar 'tij met hart en ziel heen wordt gedreven, zou toonen haar wenschen niet te respecteeren. Hij zal er zich dus goedschiks of kwaadschiks moeten leerleggen. Onwillekeurig ont- 8naPt hem een zucht, terwijl hij met de punt Van zjn ski-stok fantastische ornamenten in ®neeuw teekent. Reeds eenigen tijd slaat de directeur van j** hotel den Hongaar gade. Zijn functie "•"engt mee, dat hij zich voortdurend van het fioen en laten van zjn gasten op de hoogte houdt, als was het alleen maar om aan even- tueele wenschen onmiddellijk gehoor te kun nen geven, klachten te voorkomen en In alle opzichten de atmosfeer van tevredenheid en de goede toon in zijn hotel te kunnen hand haven. Bovendien behoort meneer Szartossy door zijn naam, afkomst en... portefeuille tot die elitegroep van hotelgasten, die men met zekere voorrechten pleegt te behandelen. Het is zoowaar een eerezaak bij zoo'n hoogge achte persoonlijkheid zelfs maar het geringste gevoel van onbehagen, ontevredenheid of voorbijgaande verveling onmiddellijk in de kiem te smoren. De directeur begint zijn diplomatieke missie daarmee meneer Szartossy zijn hartelijke ge lukwenschen voor 1936 aan te bieden. Daaruit spruit dan als vanzelf» een schier devote in formatie voort naar het welzijn, de tevreden heid en de plannen van den hooggeachten gast en deze geeft weer op haar beurt aan leiding tot een lichte conversatie, welke Szar tossy als afleiding en verstrooiing op dit oogenblik niet onwelkom is. Als scherp op merker ontgaat dit den directeur uiteraard niet en in zijn voldoening daarover laat hij zich nu eerst recht van zijn beste zijde zien. Hij ontpopt zich al spoedig als een veelzijdig man, die goed onderlegd en van alle markten thuis is, een man van de soort, zooals zijn metier die eischt. Voortdurend de lichte conversatietoon hand havend, noodigt hij meneer Szartossy in zijn privé kantoor, waar een privé glas likeur wordt geserveerd en des directeurs kleine, maar uitgelezen miniaturen verzameling wordt bezichtigd. „Zoo heeft elk mensch nu eenmaal zijn stokpaardje, z'n hobby, z'n zwakheden, of hoe u het noemen wilt", zegt hij bescheiden en in zijn glimlach ligt zoowel een excuus als de trots van den bezitter. „Als het een zwakheid is, dan verbergt zij in dit geval toch een groote kracht in zich", antwoordt Szartossy, terwijl hij zich geïnte resseerd over de kleine kostbaarheden heen- buigt. „En dit hier is al een bijzonder fraai stuk!" Daarmee neemt hij een, gracieus op een stukje ivoor geschilderd vrouwenportret ter hand. Lang en in stille bewondering bekijkt hij het. Eindelijk zegt hij peinzend: ..Weet u welke uitwerking dat heeft...? Dezelfde als een in louter geur en kleuren opgeloste oud- Weensche wals..." ,,'t Is ook mijn mooiste stuk... een echte Kiehuber... U hebt het met kennis van zaken eruit gezocht", antwoordt de directeur. „Maar wat zegt u van dit beschilderde porcelein... hier, die sterk geïdealiseerde jongenskop? Een Italiaan heeft het me dezer dagen te koop aangeboden. Hij schrijft er het volgende over..." De directeur opent een lade, waaruit hij een brief neemt, doch bij deze beweging valt rinkelend een klein voorwerp op den grond. Szartossy bukt zich mechanisch om het op te rapen, maar plotseling is hij een en al verbazing. „Hé, dat is toch...!" Tot zijn grenzenlooze verwondering herkent hij den ouden wapen ring der Geitiers. Denzelfdcn, dien Johanna op Kerstavond heimelijk aan Sylvester heeft geschonken. Den ring, dien hij spoedig offi cieel zou dragen en welke een kleine week later met al zijn andere bezittingen in kamer 65 in beslag werd genomen. Evenals bij die gelegenheid de directeur, herkent thans Stafan Szartossy het eigendom van barones Geitler- Hattorf. Hjj heeft vroeger immers meer dan eens dit opvallende sieraad aan haar hand kunnen bewonderen. Het is wel zeer pijnlijk, dat Szartossy dezen ring hier moet vinden. De directeur ver- wenscht zichzelf in stilte, dat hij deze onaan gename situatie door zijn onbedachtzaamheid heeft geschapen. Aarzelend en zichtbaar ver Het is een vreugde om bij alle narigheid die er in de wereld is en waarvan we steeds in onze kolommen melding moeten maken, nu eens optimistischer klanken te kunnen laten hooren. Ze komen wel van verre, van de nieuwe wereld, maar wie zegt dat ze geen begin zijn van hoopvoller toekomst. Hier volgen ze dan: American Locomotive Co. Dickerman, de president van de American Locomotive Co. heeft verklaard, dat de per 18 dezer geboekte orders ongeveer 9.500.000 beliepen tegen 2.800.000 een jaar geleden. De vooruitzichten noemde hij beter dan de laatste vijf jaar geweest is. De vooruitzichten van de koperin dustrie. President Gates van de Phelps Dodge heeft in de heden gehouden algemeene vergadering de volgende verklaring afgelegd: Voor het eerst sedert vijf jaar ben ik werkelijk opti mistischer gestemd ten aanzien van de vooruitzichten der koperindustrie. Indien de openbare nutsbedrijven de moei lijkheden, ontstaan door de wettelijke bepa lingen, te boven kunnen komen, zou de vraag naar koper van die zijde belangrijk kunnen toenemen. Het verbruik van electrischen stroom is op het oogenblik zeer bevredigend en sinds eenigen tijd worden geregeld record cijfers geregistreerd. President Pennsylvania It-li. optimis tisch. De president van de Pennsylvania Railroad, Clement, verklaarde: Ons bedrijf ondergaat, zoowel wat perso nen- als goederenvervoer betreft een opleving. Beide zijn grooter dan een jaar geleden. De vervoercijfers der maatschappij over de afgeloopen week bereikte weer het peil van voor de overstroomingen. Ik heb geen reden om aan te nemen, dat er iets is, dat den huidigen gang van zaken zou kunnen belem meren. Toenemende afzet van de Chrysler Corp. President Keiler heeft in de Dinsdag ge houden algemeene vergadering van de Chrys ler Corp. verklaard, dat de huidige omzetten in Plymouth, Dodge, de Soto en Chrysler- wagens aanmerkelijk grooter zijn dan een jaar geleden. De geboekte orders wijzen er op, dat gedu rende het geheele voorjaar een bevredigende productie gehandhaafd kan blijven. Het niveau waarop deze productie zich beweegt, ligt veel huoger dan in 1934 In de fabrieken van de Chrysler corp werken thans 62.000 arbeiders. Het gemidedlde uurloon is hooger dan ooit te voren; het overtieft zelfs dat van 1929. Komen in Mei verdere sancties ter sprake Naar Reuter uit Genève meldt, valt uit de commentaren, gisterenavond door de Engel sche gedelegeerden geleverd op de rede van Eden, af te leiden, dat het vrijwel zeker is, dat Eden in de gewone raadszitting, die 11 Mei te Genève bijeen moet komen, het vraagstuk van de sancties in zijn vollen omvang op zal werpen. Eden gaat niet naar Berlijn. Reuter verneemt te Londen uit officieele bron dat Eden niet naar Berlijn zal gaan om daar vragen te stellen met betrekking tot de Duitsche vredesplannen. Kalmeering van de bevolking. Uit Addis Abeba wordt gemeld: In alle deelen van de stad zijn Dinsdag bil jetten aangeplakt van den volgenden inhoud: „Om een einde te maken aan het circulee- ren van geruchten, die de vijand rondstrooit over zijn opmarsch naar Addis Abeba, geeft de regeering de bevolking de verzekering, dat zij in contact is gebleven met de volgende steden: Sjolameda, op 150 km van Addis Abeba, aan den weg naar Dessié; Ankober, Warra Heiloe, Hawasj, Dagaboer, Dzjidzjiga, Harrar, Afdeme, enz. Volgens Dinsdagmorgen ontvangen mede- deelingen gaat het leven in, deze plaatsen, zijn gewonen gang," Abessjnsche tegenspraak omtrent het vertrek van, de Keizerin. Naar Reuter uit Addis Abeba meldt,, was Maandagavond de stad bijna geheel, verlaten-. In den nacht van Zondag op Maandag en Maandagochtend vroeg, heeft een lange rj voertuigen de hoofdstad verlaten. De berichten uit Italiaansche bron, volgens welke ook de Keizerin uit de hoofdstad zou zjn vertrokken, worden echter tegengespro ken. Ondanks den raad van haar raadslieden heeft zij geweigerd Addis Abeba te verlaten. Maandagnacht is den heelen nacht de uit tocht uit de hoofdstad voortgegaan. Duizen den Engelschen en andere vreemdelingen heb ben den nacht doorgebracht in het park voor het Britsche gezantschap. De Britsehe autori teiten doen echter hun best om een paniek onder de Europeanen te voorkomen en hebben hen vanochtend weten te bewegen hun huizen weer op te zoeken. Voor het overige is de stad vrijwel verlaten. De weinige achterge blevenen wachten rustig de komst van de Ita lianen af. DE BIJEENKOMST VAN DE COMMISSIE- WESTMAN. De dalende goudvoorraad van Italië. De commissie Westman voor het toezicht op de naleving der bestaande sanctiebepaiingen tegen Italië, die op verzoek van de raadscom missie van dertien door den voorzitter der commissie van achttien de Vasconcellos is bij eengeroepen, heeft reeds Dinsdag haar derde zitting geëindigd. Bij de opening van de bijeenkomst heeft de Vasconcellos als voorzitter van de commissie van achttien onderstreept, dat in strijd met zekere beweringen, de maatregelen die de coördinatiecommissie heeft voorgesteld, wel degelijk doeltreffend zijn en dat zij belangrijk den handel van Italië en de geldmiddelen, die voor het voeren van den oorlog noodig zjn, verminderen. De vermindering van het Italiaan sche gondbezlt met bijna 50 procent. Interessant zijn ook de door Westman mede gedeelde cijfers voor den gouduitvoer uit Italië. Telt men deze cijfers van den Italiaanschen gouduitvoer van 20 October tot Maart bijeen, dan ziet men, dat Italië voor ten minste 105.3 millioen gouddollar aan goud heeft uitgevoerd. Op 20 October van het vorig jaar bedroeg de geheele goudvoorraad van de Bank van Italië 227.2 millioen gouddollar. Men ziet dus, dat de Bank van Italië bijna de helft van haar goud voorraad verloren heeft. Intusschen is hier na tuurlijk niet bekend hoeveel goud de Italiaan sche regeering in Italië zelf nog heeft kunnen innen, ter vermeerdering van dezen zeer stin kenden voorraad. De weg van Dessié naar Addis Abeba figureert thans zoowel in Italiaansch als in Abessjnsche oserwinningsberichten. De Italianen zeggen dat de opmarsch voor spoedig verloopt en dat hun voorhoede nog slechts 80 kilometer van Addis Abeba af is. De Abessijnen zeggen daarentegen, dat de Italianen nog nauwelijks gelegenheid heb ben gehad om hun opmarsch te beginnen en dat er Dinsdag even Noordelijk van Dessié een gevecht heeft plaats gehad, waarbj de Italianen het onderspit hebben gedolven. Wat van deze berichten het juiste is, is natuurlijk moeilijk uit te maken. Reuter meldt uit Addis Abeba De kroonprins- is gisteren te Addis Abeba aangekomen om de verdediging van de hoofd stad te organiseeren. De keizerin doet een beroep op de pers. De Keizerin heeft gisteren eenige persver tegenwoordigers ontvangen. Zj heeft hun een beroep op de pers van de wereld ter hand ge steld, waarin zj nog eens het Abessjnsche geval uiteenzet. Dit beroep geldt speciaal voor Frankrijk en Engeland, welke beide landen verzocht wordt tot eenige actie over te gaan voor het te laat is. Zj gaf voorts te kennen, dat zj tot het laatst in Addis Abeba zou bijven, temidden van haar volk. De booten van den oorlog. Havas meldt uit Rome: Een nieuw bedrag, groot 1.440.500.000 lire, is uitgetrokken voor de buitengewone uit gaven, noodig voor de campagne in Oost- Afrika. De kosten van de expeditie, gerekend van 20 Juni af, bedragen thans 8.560.500.000 lire. Reeds 28 dooden en 169 gewonden. De hotsingen tusschen Joden en Arabieren in Palestina hebben tot dusver, naar United Press meldt, reeds 28 dooden gevergd, name- ljk 18 Joden eD 10 Arabieren. Voorts zjn 109 personen gewond, en wel 53 Joden en 56 Arabieren. Van de gewonde Joden verbeeren er zeven in levensgevaar. In een heden gepubliceerd manifest der lei ders van alle Arabische parijen wordt ver klaard, dat de algemeene staking tot nader order zal worden voortgezet. Slechts in de maalderjen, de ziekenhuizen en apotheken, de verkeersmiddelen en de koffiehuizen mag het werk voortgezet worden. Wieringermeer - Medemblik Hoorn - legen zoekt hij naar een plausibele verklaring. „Achdie ringja, die behoort hier eigenljk niet.ik heb hem gisteren pas dat wil zeggen, hij werd „M'n waarde directeur, mj kunt u gerust klare wjn schenken". Szartossy's blik is vast op den man .egenover hem gericht. „Ik moet er u zelfs dringend om verzoekenWeest u ervan overtuigd, dat het geen nieuwsgierig heid is, die mj daartoe drijft... En van m'n discretie kunt u natuurlijk verzekerd zjn!" „Dat spreekt vanzelf", haast de ander zich te verzekeren. Hj is zichtbaar verheugd open hartig te kunnen spreken en maakt daarvan ook rijkeljk gebruik. Zoo verneemt Szartossy alles. Zelfs Vonberg's brief aan den directeur krjgt hj te lezen „Een fjne klant!" meent deze te mogen op merken, terwjl de Hongaar belangstellend kennis neemt van den inhoud van het in zoo cynischen toon gestelde epistel, achter welks gezochte woorden zich een mateloos leed ver bergt. En v/ijl hj reeds zooveel weet van de noodlottige verhouding tusschen Johanna en Sylvester, valt het hem niet moeilijk thans haar waren aard en haar diepe beteekenis, waarvan de directeur natuu.ljk geen flauw vermoeden heeft, te doorgronden. En- dat deze het ook nooit vermoeden zal, daarvoor zal hj Stefan Szartossy zorgen. Als man van eer voelt hj zich daartoe min of meer ver plicht Zóó verdiept hij zich in zjn eigen gedach ten, dat hj de, voor Sylvester Vonberg weinig vleiende opmerking van den directeur in 't ge heel niet hoort. Pas wanneer deze nogmaals van zjn minder gunstige meening over den componist bljk geeft, dringt het tot hem door: „Zoo'n oplichter!" Oplichter. Ja, dat was het. Slechts als zoo danig kon de man, die het trotsche, goedge- loovige meisje zoo'n droevige ontgoocheling had bereid, worden gekwalificeerd. Gedurende eenige seconden staat Szartossy zjn laatste ontmoeting met Johanna voor den geest en in dat korte tjdsbestek wordt hem ook alles duideljk, wat toen nog onverklaarbaar was... „Bij zulk soort menschen is het altijd twij felachtig, of zj hun bezittingen wel eerljk hebben verkregen", meent de directeur van Iglerno- het zwjgen eindeljk te moeten ver breken. „Wie weet wat voor onaangenaam heden ik me door dit pant nog op den hals kan halen... U begrjpt, dat ik in het belang van m'n hotel elk opzien moet vermjden M'n positie is dus allerminst benijdenswaar dig... Eenerzjd» zal slechts de opbrengst van- dien ring in staat zjn de vrj omvangTjke schulden van Vonberg aan Iglerhof te dek ken, maar anderzijds kan ik toch bezwaarljk met dat sieraad aan 't leuren gaan, vooral daarom al niet, omdat het tenslotte alleen voor liefhebbers eenige waarde heeft... Ja, ja, 't valt werkeljk niet mee om overal behoor- ljk tuschendoor te zeilen..." „De zaak is niet zoo erg als u denkt", ant woordt Szartossy rustig en gedecideerd. „U zelf bent toch volkomen gedekt, omdat u im mers, zoo noodig, steeds kimt ntoonen ge heel te goeder trouw te hebben gehandeld. Niet waar...? Juist. En dat dit noodig zal bijken te zjn, kan ik u, menschcljkerwjze gesproken, wel op een briefje geven... Nee, u behoeft met verbaasd te zjn. Verlaat u zien maar gerust op mj... 't Is werkeljk zoo. Dat is dan één. Het andere betreft de schuld van meneer Vonberg aan het hotel. Die za' ik ver effenen. Ik geef u een blanco chèque..." Zon der zjn mededeelingen te onderbreken, haalt Szartossy zijn chèqueboek te voorschjn, tee kent een formulier en overhandigt dit den directeur: „U maakt dan de rekening van meneer Vonberg op en vult het bedrag hier in". „Uitstekend, meneer Szartossy... met het grootste genoegen... dat ie werkeljk... maar wat moet er dan gebeuren met die dingen, die... e..." De manier, waarop Szartossy hj deze kwestie ingrjpt, is zoo ongewoon, dat het den gewieksten hoteldirecteur geheel van zijn stuk brengt „Dat punt levert in 't geheel geen moeilijk heden op", beslist Szartossy. „Het makkeljkst dunkt het me, dat u meneer Vonberg's bagage eenvoudig in depót geeft. En dien ring kunt u het beste aan mj overlaten. U behoeft er dan niet mee te leuren... en op die manier zjn alle partjen er het meest bj gebaat". Dat moet de directeur zonder meer toe geven, Hj is geen detective, noch van do politie en de betrekkingen, die er mogeljk tusschen den oplichter en de barones bestaan, interesseeren hem al evenmin als de beweeg redenen, welke de Hongaar kan hebben om zich zoo royaal te toonen. Voor hem is de zaak hiermee afgedaan en dat bovendien op een wjze, die hj zich niet had durven droomen. Stefan Szartossy echter vindt in het be wustzijn een goede daad te hebben verricht de innerljke bevrediging, welker afwezigheid hj aan het begin va» dezen dag zoo pjnljk heeft gevoeld... (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1