PAG. 6
ZATERDAG 2 MEI 1g36
T JUTTERT.it
K
De bevordering van den
kleinen soldaat.
Hoe Bello gestraft werd
Beste jongens en meisjes.
De vorige week hadden Jullie geen
klagen over de raadsels. Ze waren zo
gemakkelijk dat alle oplossingen, die inge
zonden waren, zonder fouten bleken te zijn.
Ik vond het fijn, want het had m'n hart al
wat bezwaard dat jullie de laatste weken
zo hadden zitten zuchten. De raadsels van
deze week los je ook op zonder al te veel
inspanning. Trouwens als je de raadsels
van deze week aanziet, bemerk je direct
dat je bij de oplossing ook je zakdoek niet
nodig hebt om je voorhoofd af te wissen.
Het boek is deze week gewonnen door:
SiJvet Roos, L. v. Berkstraat 14.
Madeliefje. - Jij bent een gewonnen boek
waard, Madeliefje, als je het al een paar
maal doorgelezen hebt en er nog van kunt
genieten dan is dat een bewijs dat je een
goed boek weet te waarderen en dus hoop
ik met jou, dat ik je binnenkort weer met
een prijs verblijden mag.
Truus Menting. Mijn verjaardag was
vroeger een feestdag niet alleen omdat ik
jarig was, Truus, maar omdat ik dan
's middags om 3 uur van school mocht.
En thuis met m'n drietal maken we er ook
een feest van. Als een van hen jarig is,
dan is de kamer 's morgens met guirlandes
versierd. Of ze dat fijn vinden en dan komen
er natuurlijk een bos neefjes en nichtjes en
vriendjes en vriendinnetjes en het gebeurt
ook wel dat ze soms heel onwellevend
vragen: „En wat heb je voor me mee
gebracht?" Dat doe jij natuurlijk niet meer,
al vind je het ook vast nog fijn als je wat
krijgt.
Dena van Zandwijk. O, o, wat wordt
jé al groot Lena, of moet ik juffrouw
Dena schrijven, vandaag al voorgoed van
school. En dat ga je nu doen? Pannekoe
ken zwart laten bakken en aardappels
zonder zout opzetten? Of stoelen boenen
met de schoenenborstel en de schoenen met
de kleerborstel? Vertel het me eens. Je
schuilnaam mag je de volgende week ge
bruiken, hoor.
Annie Eelman, de Waal (T.) Dat was
prachtig, Antie, 63 Emma-bloempjes
alleen in de Waal. Jullie tweetjes hebben
vast erg je best gedaan. En hebben jullie
veel pret gehad met de Meierblitz? Het
was tenminste mooi weer en daarmee was
al vijftig procent van het succes en de pret
verzekerd. Volgende week krijg ik zeker
een heel verhaal van je?
Toetje Broekhuizen. Daarom -worden
de raadsels nu ook zo gemakkelijk
gemaakt, Teetje, omdat de zon naar buiten
roept 's Winters geeft het niet al zit je een
uurtje te piekeren, maar in de lente en de
zomer moet je weer kracht verzamelen
voor de herfst en de winter en dat doe je
niet binnen, maar buiten in de zon.
Geertje Putting. Ik had je graag een
prijs gegund met de winter-puzzle, Geertje
al was het de hoofdprijs geweest, want die
had je verdiend met Je trouwen uitknippen
en opplakken en jullie hadden hem best
kunnen gebruiken ook, hè? Maar ja, een
ander was zo gelukkig en die was er ook
blij mee.
Martha du Porto, de Waal (T.) Dat
Is jammer, Martha, dat oom Piet nu met 'n
zeer been aan huis gebonden is, want dat
te nu juist helemaal niets voor hem. Er
Zit nog veel te veel leven in hem dan
Stilletjes te moeten zitten. Gelukkig dat
het goed vooruit gaat. Wat jammer dat
jullie geen prijs gewonnen hebben. Er zijn
Verschillende Texelaars, die wel zo geluk
kig waren, al vielen er geen hoofdprijzen.
Nellie Boot, Den Brug (T.) Wat heo
Je een drukte gehad, Nellie, met die loge's
en met die verhuizing, je zou er mager
van worden, 't Is maar goed dat Je jong
en sterk bent. Je zal het wel fijn vinden
als Je nu een dag vrij hebt. Vorig jaar had
je nog volop je vrijheid, maar dat gaat
alles voorbij, als is werken ook heerlijk,
Vooral als je het met opgewektheid doet.
In de krant lees je nog wel wanneer ik
op Texel kom met' een stoet Helderse
kindertjes.
Marie van Bergen v. d. Grijp. Dat is
een fijn vooruitzicht, Marie, een vooruit
zicht om nu al van te dromen, met de grote
vacantie naar Amsterdam, naar het Von
delpark en naar Artis en nog zoveel meer,
dat is waard om al je snoepcenten voor op
te sparen.
Cor Roos. Nee, hoor, Cor, dat gaat
niet door, je volle naam zolang je nog geen
veertien bent, anders correspondeer tk
straks alleen nog met bloemen en feeen
en ik wil liefst met levende kindertjes
babbelen. Over twee jaar dan mag je je
Napoleon of Cicero of Mussolini noemen,
maar nu blijf je nog doodgewoon Cor,
en geen sprinkhaan of watertor.
Annie Moor. Bof je even met je zere
vinger, Annie. Daar mocht je me op school
fijn lezen als de anderen schrijfkramp
kregen van dictee's of sommen maken.
Daar had je bijna dat kleine beetje pijn
voor over. Of reken en schrijf je graag?
Tony Sinnige, Julianadorp. Dat is een
vriendelijke uitnodiging, Tony, om van de
zomer een dag bij jullie te komen met .m'n j
hele familie, 't Is waar, als je iedere dag
met z'n twaalven bent, dan kan je er
gerust nog een stuk of vijf zes bij hebben,
maar ik zou je moeder toch niet graag die
extra drukte aandoen. Misschien kom ik
nog wel eens een Zaterdagmiddag als het
mooi weer is en ik zal het leuk vinden als
jij met je grote vacantie nog eens aan
komt, want natuurlijk ben ik dan thuis, ik
heb in het hele jaar veertien dagen vrij.
Nog wel heel hartelijk gefeliciteerd met
je verjaardag, hoor, ik vond het leuk weer
eens wat van je te horen. De hartelijke
groeten aan thuis.
Rlka Sinnlge, Julianadorp. Ja, ik
miste jullie briefjes wel. Ze kwamen altijd
zo trouw iedere week, maar ik kan me
begrijpen dat er weinig tijd overblijft voor
een briefje, vooral als je veel van lezen
houdt en daar eigenlijk alleen maar de
Zondagmiddag voor hebt. Je hebt een fijne
vacantie gehad, hè? Gelukkig.
Atie «innige, Julianadorp. Dat is nu
weer eens echt fijn ouderwets, Atie, drie
briefjes uit Julianadorp. Het was me niet
teveel hoor, om op alle drie te antwoorden.
Ook jij hebt het prettig gehad met de va
cantie en dan is zo'n vacantie een dubbel
feest, hè, want ais je je verveelt, dan ben
je blij als de schoolbus weer voorrijdt.
Stientje Beekma. Je hebt je verzuim
van de laatste weken weer meer dan goed
gemaakt, Stientje. Niet alleen dat je me
een aardig briefje schrijft, maar er is ook
van de week nog een vlot geschreven ver
haaltje dat ik graag een plaatsje verleen.
Hier volgt het dus.
VACANTIE.
Toen Bets om twaalf uur thuiskwam uit j
school, lag er een brief voor haar op tafel. J
Ze pakte hem en dacht: „Een brief voor
mij, van wie zou die wezen? Toen ze hem
gelezen had, was ze dol blij, want de brief j
was van grootmoeder en ze nodigde haar
uit, of ze in de vacantie bij haar wou loge
ren en ze mocht een vriendinnetje mee
nemen, nu daar had ze al zo lang op ge-
vlast, en nu mocht 't, o, dolletjes. Bets
holde vlug naar moeder toe, om haar het
blijde nieuws mee te delen. Moeder had
er schik in, dat haar kind zo graag naar
grootmoe wilde. Nu dat kan je begrijpen,
grootmoeder was zo lief en aardig en ze
had zo'n fijne tuin, waar een schommel
en een wip en nog veel meer dingen in wa
ren. Bets zou Tiny, haar beste vriendin,
meenemen naar Grootmoeder. Bets deelde
Tiny 's middags het grote nieuws mee en
Tiny vond 't reuze fijn en ze twijfelde er
geen moment aan, of ze mee zou mogen
van haar ouders. De meisjes verlangden
naar 4 uur, dan konden ze tenminste vra
gen of Tiny mee zou mogen.
Eindelijk was 't dan tijd om naar huis
te gaan, ze holden vlug naar Tiniy's huis
en ja hoor, Tiny mocht. De meisjes moes
ten nog'n dag naar school en dan gingen
ze de volgende morgen met de trein van
half acht naar Zandvoort. Bets en Tiny
waren druk hun koffers aan 't pakken.
Van alles ging erin, vooral 't badpak niet
vergeten hoor, Tini! Dan stapten ze de
trein in, hè wat reden ze prettig. Al spoe
dig waren ze er en Bets zag grootmoeder
ai staan Grootmoeder woonde in een heel
groot huis, in de tuin stonden reuze appel
en perebomen. Zo waren ze thuis. De meis
jes hadden geweldige honger. N udat werd
spoedig verholpen. Toen de meisjes ge
geten hadden, gingen ze de tuin in. .O,
een wip!" riep Tiny uit, „en kijk een
schommel ook, zullen we eens schomme
len?" Daar ging 't al. „Zo nu gaan we
eens wippen", zei Bets. En toen de kinde
ren moe van 't spelen waren, rustten ze
uit op de rieten tuinstoeltjes, grootmoeder
bracht ze een glas limonade met een
koekje. „Die beste grootmoeder", zei
Tiny. De meisjes vermaakten zich in de
vacantie uitstekend, en vonden 't jammer
dat ze weer naar huis moesten. Maar toen
ze goed en wei thuis waren, waren ze
toch big. „O, moeder wat was 't toch heer
lijk bg grootmoeder," riep Bets uit. en ook
Tiny toonde haar dankbaarheid. Ze had
den een enige vacantie gehaa.
Stientje Beekma
Havikstraat 13. Oud 13 jaar.
En nu, jongens en meisjes, na dit ver
haal van Tiny stop ik. Alle briefjes zijn
beantwoprd, tot volgende week dus.
Kinaervriend.
Het paard schrok van iet» en de generaal
werd „zandruiter".
door Jan Rab.
In het regiment der grenadiers dat in
een grote stad in de kazerne lag, was een
nieuwe recruut ingelijfd die er eigenlijk
helemaal niet thuis hoorde. Alle manschap
pen van dat korps waren groot, en droegen
hun uniforn. met een trots, alsof zij alle
maal dagelijks dienst deden in de onmiddel
lijke nabijheid van den koning. Maar de
nieuwe recruut was een klein mannetje,
mager en onaanzienlijk, en niemand be
greep hoe hij in dat regiment verzeild was
geraakt. Maar een feit was het; zijn papie
ren waren in orde, er was dus niets aan te
doen. De kapitein had eens een donkere blik
op hem geworpen, en hem gevraagd wat hg
toch voor een raar onderkruipsel was, maar
hij had zijn schouders eens opgehaald, en
gezegd: „Meneer de kolonel, (want hjj had
helemaal geen verstand van militaire ran
gen en het was eigenaardig dat hij zgn
meerderen altijd met een hogere rang aan
sprak per ongeluk, dan zjj waren) „Meneer
de kolonel," herhaalde hij, „kunt u geen
goed woordje voor mfl doen. Ik heb nog wel
een langen vriend, die vrijgeloot te, en
eigenlijk we, had willen dienen, en ik, die
moet dienen, was liever vrijgeloot. Zou U
nou geen goed woordje kunnen doen b(j den
koning? Misschien mag ik dan wel weer
naar huis. Ik ben namelijk schoenmaker, en
ik heb het thuis zo druk."
De kapitein keek hem even aan, en bul
derde toen: „Hou je mond, ik heb je niets
gevraagd, ruk in." Gelaten ging de kleine
man naar zijn afdeling terug, en dacht diep
na hoe toch alles eigenijlk in de wereld ver
keerd kAJi lenen.
De kleine soldaat, in het burgerlijk leven
heette hij Klaas van Dam, deed zijn uiter.
ste best, om hetgeen wat hem werd opge
dragen zo goed mogelijk te verrichten, zijn
spullen waren altijd netjes in orde. Hij
hulpvaardig voor zijr kameraden, maar zij;
lengte was toch oorzaak dat hij dikwijls
extra wacht had te kloppen. Met de feest
dagen als Kerstmis en Paschen kon hij er
vast op rekenen in de wacht te moeten gaan
maar hoewel hg liever thuis was geweest
berustte hij in zijn lot, er was toch niets
aan te doen. Zo stond nu Pinksteren voo:
de deur, en terwijl de meeste manschapp®
met twee dagen verlof naar HU is ging»
had ook dit keer weer Klaas de wacht
Eerste Pinksterdag kwam met ee
stralende zonneschijn, en de generaal lit'
zg'n paard zadelen om een heerlijke och-
tendrit te gaan maken. Nauwelijks echter
zat de generaal in het zadel, of het mili
taire paard, dat zeer goed afgericht wss
schrok plotseling van iets. Het ging i
vlug, dat niemand wist wat het waa He',
paard steigerde, de generaal die op dea
beweging niet bedacht was kon zich niet
voldoende vasthouden, en viel van hst
paard. Klaas zag dit alles gebeuren, hf
snelde naar de generaal, hielp deze op it
been, hoewel hem dit niet mocht gelukte:
omdat de generaal zijn been gebroken hal,
waarschuwde de militaire dokter, en
binnen weinige ogenblikken kwam ee
ambulance voor en werd de generaal ver
voerd. Het paard was er vandoor gegaai
Klaas sprong vlug op een ander paard,
trachtte het dier te vinden, wat he
tenslotte mocht gelukken. Het geheel
schuim bedekte dier trilde op zijn bene:
Klaas greep het bij de teugel, en brac'1
het weer naar de stal terug, waar hij me:
zachte woordjes het dier kalmeerde, W
verzorgde.
Toen de generaal na zes weken Kte:
geheel hersteld voor den troep trad,
omdat hij niet zolang mocht staan,
tafel en een stoel liet brengen, vt:-
Klaas van Dam geroepen om voor hem li
verschijnen. Bevend en aarzelend kwam '-!
kleine man naar hem toe. De generaal
keek hem even aan, en sprak toen:
„Klaas van Dam, ik bevorder je hier-,
tot korporaal. Je bent wel een kleine m3-"-
maar ik vertrouw dat je er voor zult
gen een groot korporaal te worden.'
De vriendschap tussen Bello en F"®
door Jos van Driel.
Bello was een klein zwart hondje s»
krullend haar. Poes spierwit en het was
aardig gezicht ze naast elkaar te
zitten. Ze waren altjjd dikke vrien'a
hadden al heel wat stoute streken
uitgehaald. Als ze straf kregen l'e
elkaar nooit in de steek, en de baas
nooit wie eigenlijk van de twee sto'J
geweest. Daarom strafte hij ze °o!< 4
maar allebei tegelijk. Maar ook
heel goed opgepast hadden, en een
brokje kregen, deelden ze het altijd
samen. gr jets,
Maar eens op een dag gebeurde
dat aan hun vriendschap een einde
Poes had namelijk jongen gekreg et
snoezige kleine witte poesjes. Ze
een heel lief moedertje voort, en
alleen nog maar aan haar kindertj tt
Bello keek zij helemaal niet meer
hfl voelde zich erg alleen. Ook waa
„H verl*^!
jaloers op de jonge katjes, en WJ ^ud'5
er naar dat ze maar weggege% e" gjlij"4
worden. Hij plaagde Poes op alle 3jjjand
manleren, b.v. door vaak boven