r Heerenkleeding n.mast Jtocfi ifot Jtock tot. Stadsnieuws Bij de proeftochten van den nieuwen kruiser „De Ruyter De goedkoope excursies van de Held. Crt. UJoo» gaan tae Accn? tweede blad De begrafenis van Ir. A. L. Bijl. HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 5 MEI 1936 Belangrijke aanwinst voor de Nederlandsche marine Nederlandsch fabrikaat! - Hoe de kruiser er uitziet, hoe hij bemand en bewapend is en welke zijn taak is. rv. f i§ Inkomstenbelasting. De animo zóó groot, dat de drie excursies reeds meer dan volteekend zijn. HERM. DE HAAN Opvoering van de „Parcival" door „De Oraal". Licht op voor alle voertuigen. pinsdag -6 Met Woensdag 6 20.00 uur 20.02 uur Gisteren werd op Westerveld ter aarde be- »eid bet stoffelijk overschot van den oud- directeur van de Rijkswerf te Willemsoord (Den Helder), ir. A. L. Bijl. Er was groote belangstelling, zoowel uit jnarine- als burgerkringen en van ingenieurs en ambtenaren van de Rijkswerf. We merkten op Z.Exc. schout bij nacht T. L. Kruys, commandant der marine; overste J. Lagaa'ij, commandant van het Wachtschip te pen Helder; ir. S. Visman, directeur van de Rijkswerf; de heer J. W. Noë, referendaris In algemeenen dienst aan het departement van defensie; ir. B. W. A. Bijvoet; ir. A. A. Gaas- terland; ir. K. de Munter; ir. jhr. -M. Rappard, oud-directeur van Bureau Scheepsbouw; de heeren L. Leeflang, en J. Hendriks, hoofd commiezen aan de Rijkswerf; F. F. Graadt van Rogge, oud-ref.; ir. Benthem; ir. E C. Verschoor van het Rijks Inkoopbureau; de heer P. J. van Zwieten, dir. van Figee's Fa brieken te Haarlem en ir. Voogd (Wilton- Feyenoord) en vele anderen. Nadat gewijde muziek op het orgel in de aula had geklonken, nam de heer Van der Heide, zwager van den overledene, het woord. Spr. herdacht in zeer waardeerende en gevoel volle bewoordingen de uitstekende hoedanig heden van den overledene; herinnerde aan zijn hoogstaand karakter. Hij was een man van weinig woorden en maakte den indruk soms van weinig toegankelijkheid. Maar wij, zoo zei spr,, die hem zeer nabij hebben gekend, weten hoeveel liefde van hem uitstraalde; welk een voortreffelijk vader en echtgenoot hij was en welk een ruime plaats hij innam in onzen familiekring. Hij wist van de vergankelijkheid, hij was diep religieus en in dat besef wist hij de verbondenheid van zijn arbeid met de maat schappij. Nu we staan aan zijn graf, weten we veel te moeten afstaan, maar de liefde, die van hem uitstraalde, blijft Spr. dankte voor de ondervonden vriendschap en sprak woorden van troost tot de echtgenoote en kinderen. Daarna voerde het woord ir. Visman, direc teur van de Rijkswerf te Willemsoord. Ook deze gewaagde van den overledene, dat hij niet was de man van veel woorden, maar spr. die veel met hem had mogen samenwerken, sprak met groote waardeering over de aangename verhou ding, die in dezen onderlingen arbeid altijd tot uiting kwam. Zijn rustige wijze van optreden met het groote personeel wekte soms den in druk, dat niet altijd zijn belangstelling er was, maar al dadelijk bleek dan juist zijn groote interesse vpor alles wat zoowel het werk op de werf, als ook de belangen van het personeel betrof. Spr. had van velen de opdracht meege kregen een laatsten en eerbiedigen groet aan den oud-directeur te brengen. Die allen te noe men zou ondoenlijk zijn. Eén uitzondering moest spr. echter maken, n.1. van hoofdinge nieur Van Dam, die zelf verhinderd was hier tegenwoordig te zijn, maar die speciaal spr. had verzocht de tolk van zijn gevoelens van waardeering voor den overledene te willen zijn. Van vele instellingen was de overledene be stuurslid en dan wil spr. speciaal herinneren aan het voorzitterschap van de commissie voor beroepskeuze, in welke functie hij zooveel heeft gedaan, om jonge mannen en jonge vrouwen te helpen, om zich een positie in de maatschappij te veroveren. Dezen willen getuigen van hun dankbaarheid. Driemaal heeft spr. in zijn loopbaan ir. Bijl ontmoet en steeds was er de meest goede ver standhouding tusschen hen. Spr. sprak woorden van troost tot de weduwe en de kinderen. Dr. Astro, oom van den overledene, herdacht de beste kwaliteiten van den overledene. Eigen lijk noemde spr. dit moment niet het meest droevige. Het diepst treurige is voor spr. ge weest, toen hij, een paar jaar geleden aan de echtgenoote moest meedeelen, dat er geen her stel mogeljjk was. Maar nu we staan aan den overgang, waar het licht doorbreekt en er heerlijkheid is, nu kan er zijn groote troost. Daarom is spr. zoo dankbaar, dat er op dezen dag volop zon is, hetwelk in overeenstemming kan zijn met hetgeen we nu, in diepsten zin, kunnen gevoelen. Aan de groeve, gedekt door een schat van bloemen, werd door een broeder van den over ledene dank gebracht voor de betoonde be langstelling en eer aan den overledene bewezen, "Pedaal aan den commandant van de marine. Ds. Swaan uit IJmuiden, zwager van den overledene, las enkele gedeelten uit de Heilige Schrift, en sprak daarna het Onze Vader uit. Ontroerd keerde de stoet terug van het graf van dezen nog zoo jongen, uitstekenden mensch. JANUS KUIPER, oud-schipper van de Heldersche reddingboot, 80 Jaar. Janus Kuiper, wie kent hem in Den Helder niet? Kaarsrecht, stoer en stevig gaat hjj, altijd tip-top gekleed door de straten van Jutter- stad. Wie dezen man ziet, zou hem geen tachtig jaar geven? De stormen van het leven z(jn hem even min voorbijgegaan als de stormen op 't Mars diep. Velen zijner dierbaren heeft hfj in den levensstorm verloren; voor luttele maanden nog zijn oude, trouwe levensgezellin, Leentje Duit, met wie hij meer dan 60 jaar door het leven gezeild had!" Janus Kuiper zelf heeft alles weten te dra gen in het bewustzijn, dat alles van Hooger- hand over den mensch besloten wordt. Hij weet, wat het is, offers te brengen Toen hij 8 jaar was, verdronk zijn vader, die met Kees Dito (naar wlen in Den Helder de Cornelis Ditostraat genoemd is) uitgevaren was. Cornelis Dito wist zich te redden maar de laarzen van den ouden Kuiper liepen vol en hij zonk weg in de diepte. De eerste redding, die Janus verrichtte, ge schiedde op 17-jarigen leeftijd. Met een paar van zijn makkers redde hij de bemanning van een stukgeslagen petroleumboot. 't Was een schuit, die finaal in barrele geslagen was, zegt Janus. Met de vreeselijke catastrophe, die de „Renown" trof was Janus één der mannen, die dagen en nachten, zonder zich eenige rust te gunnen, onafgebroken den strijd met de golven aanbond, om de ter dood veroordeel den op dit ongelukkige schip, dat in vreese- lijk stormweer op de Heldersche kust was geslagen, naar de veilige Heldersche haven te brengen. 't Was daar een duivelsgevaarlijke site- wasie bij die „Renown", maar we hebben 't voor elkaar gebracht. De schepelingen had den geen dek onder zich dat was onder de huizenhooge golven verdwenen... ze hin gen in den mast... of ze ter dood veroordeeld warenEen kon zijn verstijfde vingers niet langer in de touwen houden... Hij viel met een smak in 't water... dood... we kon den 'm niet redden, zegt Janus en dat was beroerd. Janus Kuiper heeft vele stormen getrot seerd. Vele menschen danken aan hem het leven. Hij was een dapper en trouw kame raad, een ware aanvoerder. Hij liet zijn mede zeeridders nooit in den steek. Eens, het was toen de „Strate Moore" bij Callantsoog zat, kon de redding het niet klaren. De burgemeester van Callantsoog verzocht Janus er heen te varen met de Hel dersche ploeg. Toen gebeurde het verschrik kelijke: de reddingboot sloeg om. 8 menschen verdronken direct... Met veel moeite had Janus Kuiper op de kiel van de omgeslagen boot kunnen klimmen... daar ziet hij op eenigen afstand een der Helderschen, ouwe Kenninck, met den dood in de branding wor stelen. Ouwe Kenninck kon niet door de bran ding heenkomen. Janus, zeg mijn vrouw en kinderen goeje dag, roept hij. Hij keek me zoo vreemd aan, die ouwe Kenninck, zegt Janusen toen dacht ik, dat nooit... ik laat jou niet ver zuipen Hoe ik 't voor den bakker kreeg, dat weet ik niet, maar bewusteloos kreeg ik den ouwe Kenninck op de kiel en sjorde hem met een touw an me vast... dat ie niet meer kon worden weggeslagen. Ontegenzeggelijk is Janus Kuiper, na Dorus Rijkers, een der dapperste schippers van de kust geweest. Tot voor enkele weken was hij nog in dienst van Duinker en Goedkoop en had heel deftig op een kaartje staan: A. Y. KUIPER, Nieuwediep. Shipper Lifeboat. Stuwadoor and all kinds of ships-business, Broken Agents Duinkerk en Goedkoop. Zie je, als er een schip in 't zicht kwam, dan liet ik me er naar toe roeien en dan presteer ik mijn diensten... Dat deed ik nog tot voor een paar weken, want al ben ik nou aanstonds 80 jaar, ik ben nog niet bang voor een zeetje, maar, nou, zeker door de crisis, "Ik overdrijf maar een beetje, als ik zeg: "Je kunt van den vloer eten". Wat een raakzindelijk bedrijf, wat een leegte aan sto ers! Een ketel aansteken? Wel, een deur- Je open, een vlammende toorts tegen den o 'ebrander, die in lucht-fjjn-verdeelde olie Puit, floep! het vuur is aan en ronkt zoo ard als men wil en het mag. Een dikke walm uit den schoorsteen, maar dat mag 'et zoo blijven, want zulks wijst op oneco- oniische verbranding van de olie. Dus even ®.en dijkje in den schoorsteen nemen; de offi- er van de wacht behoeft er niet voor langs e steile laddertjes en door vele luchtsluisjes aar boven te klauteren, hij volstaat met een bIlk de... periscoop. Vari °e Piekeren ze het uit Voor de monding j die Periscoop in den schoorsteen zit een heM'C Wa'm' de schoorsteen, dan ziet men ide ',Ch^e niet> rnaar is de verbranding e aadatl schijnt het helder; de branders •Uen 'iT C'an E°ed en zij worden niet moe en Wordt 6r verder afblijven. Met die vuren en m sto°m van 28 atmosfeeren gebrouwen P Kn ketèls samen energie voor 66.000 2geaccumuleerd. bramT merkwaardig ls de bescherming tegen ^ig o 116 ketelruimen en ook bepaald noo- zonder dat men in de eerste plaats aan brand door treffers denken moet. De door lucht verfijnde olie is eigenlijk een gas, een zeer brandbaar gas geworden en dus een ge vaarlijke buur, als het door een onvoorzien toeval op een andere plaats dan onder de ke tels terecht komt. Ook zijn met de grootste voorzorg niet altijd heel kleine olielekjes te voorkomen. Zal ergens een brandje opvlam men, dan grjjpt men in de eerste plaats naar de zandbakken en de handblusch-apparaten. Drijft een grooter vuur de bemanning het ke- telruim uit, dan is er bij de eerste sluis een inrichting, die, in werking gesteld een water gordijn sproeit, waardoor de laatste man met het blusschen door kan gaan. Men heeft verder rondom de ketels een stoomleiding en een watersproei-inrichting. Door deZe te openen, wat, als alle manipu laties op dit schip, in in-gevaar-verkeerende compartimenten ook van het schip geschie den kan, wordt een wolk van water en stoom op het vuur losgelaten. Boven het pantser- dek kan voorts een schuimblusch-installatie op het ketelruim in werking gesteld worden en baat ook dat niet, dan beschikt men nog over een koolzuurbatterij, die haar vuursmo- rend- gas In het ketelruim blaast. Wij spraken over sluizen. Deze zijn noodig. in de toegangen tot de ketelruimeri, omdat olie lucht noodig heeft van 30 c.M. overdruk boven de atmosfeer. Men leeft op „de vuur JANU8 KUIPER. kreeg ik bericht, dat ze me niet meer noodig hadden. Ik kan nog best een schip binnen brengen, als 't moest hoor! maar ze hebben me nu niet meer noodig, zegt hij bitter. Janus Kuiper, flinke schipper, hebben ze je nu niet meer noodig, vanwege de crisis, het doet er weinig toe. Vroeger immers had de wereld je noodig. Zonder jou zouden meer dan 400 menschen een prooi der zee geworden zijn. Jij hebt je plicht, meer dan je plicht gedaan, Janus. Ongetwijfeld zal de dag van 11 Mei voor dezen dapperen oud-schipper van de Helder sche Reddingboot niet ongemerkt voorbij gaan. Onze belastingmedewerker zal deze week in een drietal artikelen schrijven over het invul len van het aangifte-biljet voor de inkomsten- belasting dat dezer dagen wordt rondbezorgd. Vandaag plaatsen wij het eerste artikel op pag. 2. LIJK VAN DEN VERDRONKEN KWARTIERMEESTER GEVONDEN. Zooals men zich nog herinneren zal, sloeg, in den morgen van den 25sten Februari j.1. de kwartiermeester G. A. Bossers over boord op Hr. Ms. „O 15", die ter hoogte van Cal lantsoog oefeningen hield. Ondanks ijverige nasporingen van een groot aantal marine-vaartuigen en watervliegtuigen mocht men er niet in slagen B. terug te vinden. Gistermorgen vonden opvarenden van de visehschokker „Helder 14" tijdens het visschen op circa 1 mijl ten Zuiden van de Haaks het onherkenbare lijk van een persoon, gekleed in het uniform van kwartiermeester. Naar alle waarschijnlijkheid is dit dus het stoffelijk overschot van B. HET SMALDEEL NAAR DE OOSTZEE VERTROKKEN. Gistermiddag, tusschen vijf en half zes, ls het smaldeel van de Nederlandsche marine, be staande uit Hr. Ms. „Hertog Hendrik", de tor- pedobootjager „Z 5" en de onderzeebooten „O 9", „O 10" en „O 11" uit de haven van - Nieuwediep vertrokken voor het houden van oefeningen in de Oostzee. Ofschoon het hier een reis geldt, welke volgens programma ca. 8 weken zal duren (het eskader wordt 20 Juni weer in Nieuwediep terugverwacht), waren toch zeer velen naar den Buitenhaven ge komen om het vertrek, dat onder de mooist denkbare weersomstandigheden plaats had, gade te slaan. Het geduld van die velen is anders zwaar op den proef gesteld, want of schoon officieel het vertrek op 4 uur was be paald, kon dit door den loopenden vloed niet. dan ca. iy2 uur later plaats hebben. De „Hen drik" werd door de sleepboot „Utrecht", van het Bureau Wijsmuller, van de Rijkswerf in de Buitenhaven gesleept, waarna het oorlogsschip op eigen kracht de haven uitstoomde. Bij het, passeeren van het Commandementsgebouw speelde het muziekcorps, dat uit de beman ning van het schip geformeerd is en dat op het achterdek opgesteld stond, het Volkslied. En nog voordat het schip de haven verlaten had, juist bij het passeeren van het bekende Wier- hoofd, waar als gewoonlijk verschillende auto riteiten het vertrek gadesloegen, weerklonk een vroolijken marsch over het water, welke alle sentimentaliteit, welke toch bij elk vertrek aanwezig is, wegvaagde. Vroolijk begon de marineman zijn trip naar vreemde wateren, even vroolijk zal hij in het Vaderland terug- keeren De „Z 5" had even te voren de haven ver laten, na de „Hertog Hendrik" volgden nog de De animo voor de drie excursies, die de Heldersche Courant voor haar abon- nè's heeft georganiseerd, was zoo groot, dat reeds nu de drie tochten in Juni meer dan volteekend zijn en we dus geen lief hebbers meer kunnen notaeren. De moge lijkheid is niet buitengesloten, dat we nog een excursie aan het drietal verbin den, doch dat is nog niet definitief en dus kunnen we daar nog geen deelnemers voor aannemen. We zullen trachten allen die zich tot op heden hebben aangemeld, een plaats in een van de bussen te bezor gen en binnenkort hopen we daarover na dere mededeelingen te doen. Waarschijnlijk zal voor onze Texelsche abonné's, die in verband met de bootver bindingen niet aan de excursies kunnen deelnemen, een aparte tocht, b(j voldoende deelname worden georganiseerd. Ook daarover zal binnenkort nader bericht volgen. Over de excursies voor do kinderen zie men de krant van Donderdag. drie onderzeebooten. In het Marsdiep aange komen vereenigden de onderdeelen van dit smaldeel, dat onder commando staat van den kapitein ter zee A. C. Wakerlin, zich en in kiel zoglinie voer men op naar de Oostzee. INSCHRIJVINGEN HANDELSREGISTER. 28 April—5 Mei 1936. Nieuwe zaken: r Den Helder: „Verstegen's Radiopaleis", Spoorstraat 94, radiohandel. Drogisterij Kwast:Buise v.h. ten Klooster, Keizerstraat 95. Wijzigingen: nna Paulowna: j Breezand: J. B. v. d. Burg, Balgweg, han del in aardappelen en groenten, enz.; be drijf omgezet in een vennootschap onder firma. Den Helder: N. V. Zeebad Huisduinen; bestuurswijziging. SCHRIFTELIJKE VRAGEN j VAN RAADSLEDEN. j Het raadslid Schoeffelenberger (opp.) heeft aan Burgemeester en Wethouders van Den Helder de volgende vragen gesteld: I. Acht uw College de noodzakelijkheid hiet aanwezig, om het Oostelijk met het Westelijk gedeelte onzer Gemeente over één der punten van de spoorbaan te verbinden? II. Acht gij het eveneens niet noodig, om een aantal oude straten ten spoedigste in een beteren, begaanbaren toestand te brengen III. Acht uw College het niet meer dan noodzakelijk, de gevaarlijke bocht aan den Strooweg, bij het kruispunt van den z.g. Alk- maarderweg, ten spoedigste weg te nemen en den weg in rechte lijn opnieuw aan te leggen? Toelichting. j Het komt schrijver dezes voor, dat wat Vraag I betreft, het meer dan tijd wordt, dat de combinatie van het Oostelijk met het Westelijk gedeelte onzer gemeente ter hand wordt genomen. De uitbreiding van het Wes telijk gedeelte in de laatste jaren, dringt tot verbetering. Reeds jaren ligt er een plan gereed, voor het maken van een tunnel. En nu moge het waar zijn, dat de uitvoering daartoe kostbaar zal zjjn, toch gaat met deze kosten een groot algemeen belang gepaard. Wanneer de uitvoering van een tunnel (het geen nog altijd de radikaalste oplossing blijft) te kostbaar zal blijken, dan is het te over wegen, een brug te construeeren, alleen voor voetgangers (sters). Hier ls een dringende be hoefte aanwezig, welke ten spoedigste oplos sing vraagt. Wat punt n betreft aangaande de ver betering van oude straten, dient, dat een aan tal straten in een onbegaanbaren toestand verkeeren. Ik heb hierbij het oog op die stra ten, welke parallel loopen met de Keizerstr., Vraagt stalen-collectie Koningstraat 62 Tel. 666 dus Schagen-, Bas-, Gravenstraat, enz., enz. Om die straten in een beteren toestand te brengen, is algeheele vernieuwing niet noodig. De bestaande kuilen zijn uitgezakt. Wanneer men nu de aarden baan (maar dan tonvormig) opnieuw aanlegt en de uitkomende straat- steenen omlegt, waarbij dan waarschijnlijk één derde deel nieuwe bijgeleverd moeten worden, verkrijgt men een groote verbetering. Wat vraag III betreft, ook hier is ver betering dringend noodzakelijk. Wanneer men het toenemend verkeer naar de Donkere Duinen, straks opnieuw zal kunnen waar nemen en men ziet deze gevaarlijke bocht, dan is het niet onmogelijk, dat daar nog ongelukken zullen voorkomen. Te meer daar de kosten voor deze verbetering, niet zoo buitengewoon hoog behoeven te zijn, acht ik ook dit probleem van Alg. Belang. Ten slotte wil ik er tegelijkertijd op wijzen, dat voornoemde objecten, mede een werkver ruiming verschaffen, waartoe misschien de mogelijkheid bestaat, hiervoor uit het „Werk fonds", een percentage der onkosten te ver krijgen. Hoogachtend, J. J. SCHOEFFELENBERGER. Den Helder, 4 Mei 1936. Het was voor een geheel gevuld Volks bond-gebouw, dat Zondagavond mej. Leewens, leidster der Heldersche afdeeling van „De Graal", de vrouwelijke jeugdbeweging voor Katholieke actie, een kort woord van welkom tot de aanwezigen sprak. In het bijzonder noemde zij daarbij de aanwezige geestelijken, burgemeester Ritmeester en diens familie en wethouder Smits. Nadat vervolgens door „De Graal", het pionierslied gezongen was, kregen de „Kruis- kinderen" gelegenheid hun declamatorische gaven te demonstreeren en wij kunnen niet anders zeggen dan dat het insloeg. Zoowel het zeggen der gedichten (waarbij een bij zonder mooi van Pater Schreurs) als de wij dingsvolle voordracht maakten een zeer ver zorgden indruk. Hierna nam Mej. Jansen uit Amsterdam het woord, teneinde het een en ander te zeg gen over de Graal-sage en de Graal-beweging. Wat de sage betreft, deze symboliseert eigenlijk alle idealen der nog zoo jonge ver- eeniging: ook deze wil haar leden brengen tot het vrij en blij volgen van Christus, en dezen een leer van volkomen altruïsme bijbrengen. En met 't lichtend voorbeeld van Maria wil men komen tot zelfheiliging en daardoor tot apostolisatie. Moge dan al het winnen van de wereld voor Christus primair zijn, daar is ook nog een ander streven: het streven om van de (eden goede en flinke vrouwen te maken. Dan vertelt mej. Jansen hoe „De Graal" gegroeid is in die 6 jaren, die thans achter ons liggen en van de spelen, die men reeds heeft uitgevoerd. Het doel hiervan is het naar buiten uitbrengen van datgene, wat er van binnen in „De Graal" leeft. Er wordt besloten met het citeeren van een gedicht van Pater Schreurs. „Parcival". De Graalsage „Parcival" Natuurlijk hadden al diegenen, die Zondag avond in het gebouw aan de Molengracht aanwezig waren, zonder uitzondering, wel eens van dit wondere verhaal gehoord, het verhaal, dat schuil gaat en opduikt in de duisternis der mystieke middeleeuwen. Tal van fragmenten van Graalverhalen heeft men ontdekt en ofschoon ze gevonden werden op de meest uiteenliggende plaatsen, steeds weer kwamen de typische hoofdlijnen terug. Wat de „Graal" betreft, dit is een mystiek voorwerp, dat zjjn bezitter zoowel materieel als geestelijk voordeel bracht, doch dan ook alleen bestemd is voor den volkomen reinen held. De oorsprong ligt in het duister: men heeft de sage willen terugvoeren op een ouden Oos- terschen agrarischen ritus, of afleiden uit Keltische traditie en haar ook een Christe- ljjen oorsprong toegekend. En reeds als de sage in de Middeleeuwen in de literatuur op duikt, is zij geheel van Christeljjken geest ver vuld. De Graal ls de kelk, waarin Jezus doopte, toen Judas hem verraden wilde (zoo- 5 Mei. Nieuwe heeren maken nieuwe wetten, en nieuwe wetten scheppen nieuwe tjjden. Men kan tegenwoordig zijn oogen niet gelooven, als men wel eens in een verloren oogenblik loopt te winkelen. Hier en daar vormt zich een sliert menschen. Een queue! Men krijgt even, uit atavisme een onbehaaglijk gevoel. Herinneren queues niet aan oorlogstijd, distributie, voedselgebrek Maar niets daarvan! Er is uitverkoop. „Uitverkoop?" denk je, „mag dat dan?" Alles keurig in orde! De vergunning hangt in de étalage. Uitverkoopen... wat vergeten we toch vlug. Nog een half jaar geleden had óm de andere winkel uitverkoop. Permanent! Geer mensch, die er meer iets van geloofde. Toen kocht men niet daar waar géén uitverkoop was (niet waar je wilt dan liever op de kóópjes wach ten) en als er wèl uitverkoop was, vertrouwde je 't toch niet en hield eerst recht je geld in je zak. Gelukkig hebben we een wijze regeering. Ze zeide: „Om iets verleidelijk te maken, moet je 't verbieden". Er waren ineens geen uitver koopen mee. Toen werden ze weer sporadisch toegestaan en nu trapt de menigte elkaar op de teenen. Bij drie tegelijk worden de koopers door een onverbiddelijken Cerberus toegelaten. De rest van de kudde wacht buiten, gelaten, met uitgerekte halzen: als dat mensch maar niet net dat éénige orrege- neele theepotje wegpikt, dat zou om je woest- te-ergren zijn. Dit succes is er nu werkelijk een om dol- jaloersch van te worden. Als men zóó mak kelijk van zijn winkeldochters afkomt, heb ik gedacht, waarom zou ik dan den minister niet óók verloi vragen, eens opruiming te houden. Ik heb een ontzaglijken voorraad aller-aantrekkelijkste litteraire producten liggen, die ik voor een koopje kwijt wil. Om kort te gaan, beschouw u dit als mijn eerste, voorloopige, advertentie: In ve® taris-uitverkoop, afdeeling manuscripten. Schitterende voor raad artikelen en letterkundige bijdragen, Vraag speciale aandacht voor mijn Korte Verhalen, zeer vlot geschreven, met felle spanning, geestige intrigue en onverwachte, knallende ontknooping. Door iederen ezel te begrijpen. Levensliederen, met intens-tragische inhoud. Ontroeren een abattoir-bediende Detective-geschiedenissen die, naar den wensch van den afnemer, zonder prijsverhooging eindigen met het zegevieren van het Recht of van de Misdaad. Bestelt vooral mijn Sociale schetsen, waarin personen van alle standen en politieke richtingen hun meeningen met dramatische overtuigingskracht tot uitdrukking brengen, Opgave van gewenschte politieke strekking is noodzakelijk. Van 16 Juli tot 16 Augustus: Witte Week. Vacantie-opruiming van een partij lyriek. Bestel omgaand een proefzending bestaande uit: 1 lyrisch gedicht, 1 jaarge tijden-rijm, 1 liefdesgeschiedenis en 1 sociale schets, Rembours 1.99. Bedenk u niet! Dit is wat u zoekt! Koopt geen minderwaardig goed! Nooit keert deze gelegenheid weer!... Nat. Hist. Museum is geopend eiken Zater dag van 79 uur 's avonds. Dinsdag 5 Mei. Witte Bioscoop (en niet Tivoli, zooals was opgegeven): Filmvoorstelling H.Z.V. Aanvang 8 uur. Woensdag 0 Mei. Casino, 8.30 uur: Uitvoering „T.A.V.E.N.U.", als in het evangelie van Mattheus beschre ven); derhalve bezat zij ook later als het symbool van den verlosser de macht reinen en onreinen te onderscheiden. Jozef van Arimathea heeft daarin, volgens het verhaag het bloed van den gekruisigde opgevangen en de schaal onder zijn bescherming geno men; zijn opvolgers brengen hem later naai) plaat", dus onder een barometerstand, die „mooi, warm, droog weer" aangeeft, als de barometer aan dek „storm en regen" aan wijst. Nu, droog zal het zeker op de plaat zijn, als de herfststormen over den kruiser gieren, maar warm denkelijk niet, want ge weldige ventilatoren persen zooveel lucht bin nen, dat het er frisch zal blijven. Intusschen is het een merkwaardige klimmerij van die vuurplaat naar boven; men wordt net als een schuit geschut door sluiskolkjes, waar men ten hoogste met z'n tweeën, als men niet erg slank is, plaats in vindt. Nu ik het toch over de ventilatie had, is het hier de plaats, om met verwijzing naar het feit, dat Indië een warm land is, te ver tellen, dat ook groote zorg is besteed aan de luchtverversching in de woonruimten. Als de zon op al dat staal brandt en in den Oost- moeson geen verkwikkende regenbuien den romp afkoelen, dan men er, zooals het heet „een zweetje kwijtraken", hoe ook het bui tengewoon vochtigheidsgehalte van den dampkring 's menschen uitstraling belem- mert. Op slecht geventileerde schepen kan het leven zoo'n kwelling zijn, dat de marine man geneigd is, de kwaliteit van zijn schip minder af te meten aan zrjn gevechtswaarde, dan aan de temperatuur in de verblijven. Op de De Ruyter is de noodige bries kunstmatig voor elkaar gepiekerd. In het schip zijn 30 zuig-pers-frans opgesteld, die te zamen 200.000 M3 lucht per uur verplaatsen kunnen. Bovendien hebben alle groote compartimen ten hun eigen fans. Iets over de bemanning. De bemanning van den kruiser telt behalve den commandant (een kolonel) en den eer zee le klasse (kapiteins), zes luitenants ter zee le klasse (kapiteins), zes luitenans ter zee 2e klasse (eerste luitenants), zes luite nants ter zee 3e klasse (tweede luitenants), één officier Marinestoomvaartdienst le klasse, zes tweede en twee derde klassen, een kapitein der mariniers, een officier van ge zondheid le klasse, een officier van admini stratie le klasse en één der derde klasse. Een buitengewoon belangrijke plaats neemt nog altijd in de chef der equipage, de opper- schipper, in (adjudant onderofficier). In mili tairen rang staan aan hem gelijk de opper- konstabel en de oppermachinist. In totaal varen op den kruiser 1 comman dant, 32 officieren, 47 onderofficieren en 352 'kprporaals en manschappen. Op uw posten! Op het onheilspellend alarmsignaal, de korte, snelopvolgende stooten op de trompet, (jijt een ieder naar zijn gevechtspost. Veel wa terdichte deuren worden gesloten, de voor zieningen tegen brand genomen, de werking van alle apparaten nog even gecontroleerd, en terwijl het wriemelt van mannen op hun on genaakbare plaatsen achter pantsers onder water, is het dek als uitgestorven, leeg, kaal, sohootsvrij. In den commando toren tuurt de commandant door de smalle kijkspleten in het pantser, bijgestaan door eenige officieren, waaronder de officier van administratie, die behalve als verbindingsofficier ook wel, der traditie getrouw, het verloop van den strijd zal noteeren; verder zijn hier roergangers, uitkijken voor vliegtuigen en de tamboers en pijpers geposteerd. Door middel van spreek buizen, telegrafen en telefonen heeft de com mandant verbinding met alle belangrijke ge- vpchtsposten in het schip. De commandant beschikt op zijn verheven post over den z.g. vpurleider, een luitenant ter. zee le klasse, niet een speciale artilleristischc opleiding, die de man is, die voor den juisten vuurstand der kaponnen zorgt en het tijdstip van afvu ren vaststelt. Wjj zullen den lezer niet bezighouden met een nauwkeurige beschrijving van wat iedere man op iedere post verricht tijdens een ge vecht. Men heeft aan boord een z.g. alarmrol, een tableau van alle gevechtsposten met aanduiding van de namen der mannen,, die daar hun plicht vervullen moeten. Uiteraard is de oefening geheel gesplitst op deze taken, en de in een bepaald détail opgeleiden staan bij de onderdeelen en instrumenten, waar zij vertrouwd mee zijn en blijven. De kanonniers bemannen het geschut, de waarnemers, de afstandmeters, de monteurs staan bij de schakelborden en de electromo- toren, de telegrafisten arbeiden in de radio hutten, de seiners zijn geposteerd op dé brug enz. enz. Doch er zijn ook posten, welke geen spe ciale vaklieden verelschen, zooals het muni tietransport, de telefonen en dergelijke. In oorlogstijd vaart een schip steeds in den toestand „gereed voor het gevecht". Alle schootsvelden zijn daar vrij gemaakt, de ten ten zijn weggenomen, de waterdichte deuren en luiken gesloten, de munitie staat gereed voor het gebruik, alle electrische apparaten zijn ingeschakeld, in alle ketels is stoom. Wordt dan alarm geslagen, dan zijn eigen lijk al vele posten permanent bezet, zoodat niet de meeste tijd verloten gaat bij het in actie komen. In het kort: op een goed ge commandeerd oorlogsschip is de outillage en de organisatie zoo gemaakt en wordt dus danig gehandhaafd, dat het in tijd van oorlog tot in de kleinste puntjes verzorgd en paraat is om den eersten stoot zoo snel mogelijk te kunnen geven. De huisvesting der opvarenden. Ergens zeide ik reeds, dat een der mar kante dingen van den zeestrijd is, dat men zoo uit zijn warme kooi, van den welvoorzie- nen disch of van zjjn romannetje kan worden Weggehaald, om enkele minuten later liet gruwelijkst denkbaar vuur te ondergaan. Men vecht als het ware thuis, maar daar het thuis van den marineman op het water ligt, dan hier, dan daar, men zich niet ver treden kan door ee- wandelingetje of een gang naar de bioscoop en men er last not least zjjn levensgezellin en zijn kinderen Ont beert, is het een heele toer, er zich steeds rekenschap van te geven dat dit thuis voor namelijk moet zijn en blijven een platform van kanonnen, en men niet eischen kan dat het al te veel op e engezellig huisje met een tuintje en een lachende huisvrouw gaat ge lijken. Maar dat op dezen kruiser alles ge daan is om den schepelingen een „mensch- waardig bestaan" te geven, zooals de mo* derne suggestieve term luidt, kan geen rele- H)k mensch ontkennen, Gelijdelijk is in onze Marine, evenals in da marines van andere beschaafde mogendheden, ingezien dat, al moge het frondeeren, of hui selijker gezegd, het kankeren, den zeeman in het bloed zitten, men niettmin die eigen schappen sterk kan temperen als men inzicht toont in het vele, wat de mensch op zee ont beert. Ik wil hier geen parallel met den ouden tijd trekken, vooral niet omdat naar mijn mee- ning de jongste officieren, relatief geschouwd, het toen aan boord eerder slechter dan beter hadden dan de minderen en ook niet. omdat ik dan ongelijksoortige grootheden verge lijken zou, want in dien ouden tijd werd een tienmaal zwaardere ontbering, dan tegen woordig mogeljjk is, aanvaard, als de zoute smaak van het zeewater; die hoorde nu eenmaal bij het varen op zee. Wat men niét voelt, is niet erg, en supersensitiviteit is eert akelige 'ziekte. ■r, C; Jfyf r (Slot IK <Vl><

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5