r
Heerenkleeding n.mast
Jtocfi ifot
Jtock tot.
Stadsnieuws
Bij de proeftochten van den nieuwen
kruiser „De Ruyter
De goedkoope
excursies van de
Held. Crt.
UJoo» gaan tae Accn?
tweede blad
De begrafenis van
Ir. A. L. Bijl.
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 5 MEI 1936
Belangrijke aanwinst voor de Nederlandsche marine
Nederlandsch fabrikaat! - Hoe de kruiser er uitziet, hoe hij bemand en
bewapend is en welke zijn taak is.
rv.
f i§
Inkomstenbelasting.
De animo zóó groot, dat de drie
excursies reeds meer dan
volteekend zijn.
HERM. DE HAAN
Opvoering van de „Parcival" door
„De Oraal".
Licht op voor alle voertuigen.
pinsdag -6 Met
Woensdag 6
20.00 uur
20.02 uur
Gisteren werd op Westerveld ter aarde be-
»eid bet stoffelijk overschot van den oud-
directeur van de Rijkswerf te Willemsoord
(Den Helder), ir. A. L. Bijl.
Er was groote belangstelling, zoowel uit
jnarine- als burgerkringen en van ingenieurs
en ambtenaren van de Rijkswerf.
We merkten op Z.Exc. schout bij nacht T. L.
Kruys, commandant der marine; overste J.
Lagaa'ij, commandant van het Wachtschip te
pen Helder; ir. S. Visman, directeur van
de Rijkswerf; de heer J. W. Noë, referendaris
In algemeenen dienst aan het departement van
defensie; ir. B. W. A. Bijvoet; ir. A. A. Gaas-
terland; ir. K. de Munter; ir. jhr. -M. Rappard,
oud-directeur van Bureau Scheepsbouw; de
heeren L. Leeflang, en J. Hendriks, hoofd
commiezen aan de Rijkswerf; F. F. Graadt
van Rogge, oud-ref.; ir. Benthem; ir.
E C. Verschoor van het Rijks Inkoopbureau;
de heer P. J. van Zwieten, dir. van Figee's Fa
brieken te Haarlem en ir. Voogd (Wilton-
Feyenoord) en vele anderen.
Nadat gewijde muziek op het orgel in de
aula had geklonken, nam de heer Van der
Heide, zwager van den overledene, het woord.
Spr. herdacht in zeer waardeerende en gevoel
volle bewoordingen de uitstekende hoedanig
heden van den overledene; herinnerde aan zijn
hoogstaand karakter. Hij was een man van
weinig woorden en maakte den indruk soms
van weinig toegankelijkheid. Maar wij, zoo
zei spr,, die hem zeer nabij hebben gekend,
weten hoeveel liefde van hem uitstraalde; welk
een voortreffelijk vader en echtgenoot hij was
en welk een ruime plaats hij innam in onzen
familiekring. Hij wist van de vergankelijkheid,
hij was diep religieus en in dat besef wist hij
de verbondenheid van zijn arbeid met de maat
schappij. Nu we staan aan zijn graf, weten we
veel te moeten afstaan, maar de liefde, die
van hem uitstraalde, blijft Spr. dankte voor
de ondervonden vriendschap en sprak woorden
van troost tot de echtgenoote en kinderen.
Daarna voerde het woord ir. Visman, direc
teur van de Rijkswerf te Willemsoord. Ook deze
gewaagde van den overledene, dat hij niet was
de man van veel woorden, maar spr. die veel
met hem had mogen samenwerken, sprak met
groote waardeering over de aangename verhou
ding, die in dezen onderlingen arbeid altijd tot
uiting kwam. Zijn rustige wijze van optreden
met het groote personeel wekte soms den in
druk, dat niet altijd zijn belangstelling er was,
maar al dadelijk bleek dan juist zijn groote
interesse vpor alles wat zoowel het werk op
de werf, als ook de belangen van het personeel
betrof. Spr. had van velen de opdracht meege
kregen een laatsten en eerbiedigen groet aan
den oud-directeur te brengen. Die allen te noe
men zou ondoenlijk zijn. Eén uitzondering
moest spr. echter maken, n.1. van hoofdinge
nieur Van Dam, die zelf verhinderd was hier
tegenwoordig te zijn, maar die speciaal spr.
had verzocht de tolk van zijn gevoelens van
waardeering voor den overledene te willen zijn.
Van vele instellingen was de overledene be
stuurslid en dan wil spr. speciaal herinneren
aan het voorzitterschap van de commissie voor
beroepskeuze, in welke functie hij zooveel heeft
gedaan, om jonge mannen en jonge vrouwen te
helpen, om zich een positie in de maatschappij
te veroveren. Dezen willen getuigen van hun
dankbaarheid.
Driemaal heeft spr. in zijn loopbaan ir. Bijl
ontmoet en steeds was er de meest goede ver
standhouding tusschen hen.
Spr. sprak woorden van troost tot de
weduwe en de kinderen.
Dr. Astro, oom van den overledene, herdacht
de beste kwaliteiten van den overledene. Eigen
lijk noemde spr. dit moment niet het meest
droevige. Het diepst treurige is voor spr. ge
weest, toen hij, een paar jaar geleden aan de
echtgenoote moest meedeelen, dat er geen her
stel mogeljjk was. Maar nu we staan aan den
overgang, waar het licht doorbreekt en er
heerlijkheid is, nu kan er zijn groote troost.
Daarom is spr. zoo dankbaar, dat er op dezen
dag volop zon is, hetwelk in overeenstemming
kan zijn met hetgeen we nu, in diepsten zin,
kunnen gevoelen.
Aan de groeve, gedekt door een schat van
bloemen, werd door een broeder van den over
ledene dank gebracht voor de betoonde be
langstelling en eer aan den overledene bewezen,
"Pedaal aan den commandant van de marine.
Ds. Swaan uit IJmuiden, zwager van den
overledene, las enkele gedeelten uit de Heilige
Schrift, en sprak daarna het Onze Vader uit.
Ontroerd keerde de stoet terug van het graf
van dezen nog zoo jongen, uitstekenden
mensch.
JANUS KUIPER,
oud-schipper van de Heldersche
reddingboot, 80 Jaar.
Janus Kuiper, wie kent hem in Den Helder
niet?
Kaarsrecht, stoer en stevig gaat hjj, altijd
tip-top gekleed door de straten van Jutter-
stad.
Wie dezen man ziet, zou hem geen tachtig
jaar geven?
De stormen van het leven z(jn hem even
min voorbijgegaan als de stormen op 't Mars
diep.
Velen zijner dierbaren heeft hfj in den
levensstorm verloren; voor luttele maanden
nog zijn oude, trouwe levensgezellin, Leentje
Duit, met wie hij meer dan 60 jaar door het
leven gezeild had!"
Janus Kuiper zelf heeft alles weten te dra
gen in het bewustzijn, dat alles van Hooger-
hand over den mensch besloten wordt.
Hij weet, wat het is, offers te brengen
Toen hij 8 jaar was, verdronk zijn vader, die
met Kees Dito (naar wlen in Den Helder de
Cornelis Ditostraat genoemd is) uitgevaren
was.
Cornelis Dito wist zich te redden maar de
laarzen van den ouden Kuiper liepen vol en
hij zonk weg in de diepte.
De eerste redding, die Janus verrichtte, ge
schiedde op 17-jarigen leeftijd. Met een paar
van zijn makkers redde hij de bemanning van
een stukgeslagen petroleumboot.
't Was een schuit, die finaal in barrele
geslagen was, zegt Janus.
Met de vreeselijke catastrophe, die de
„Renown" trof was Janus één der mannen,
die dagen en nachten, zonder zich eenige rust
te gunnen, onafgebroken den strijd met de
golven aanbond, om de ter dood veroordeel
den op dit ongelukkige schip, dat in vreese-
lijk stormweer op de Heldersche kust was
geslagen, naar de veilige Heldersche haven
te brengen.
't Was daar een duivelsgevaarlijke site-
wasie bij die „Renown", maar we hebben
't voor elkaar gebracht. De schepelingen had
den geen dek onder zich dat was onder
de huizenhooge golven verdwenen... ze hin
gen in den mast... of ze ter dood veroordeeld
warenEen kon zijn verstijfde vingers
niet langer in de touwen houden... Hij viel
met een smak in 't water... dood... we kon
den 'm niet redden, zegt Janus en dat was
beroerd.
Janus Kuiper heeft vele stormen getrot
seerd. Vele menschen danken aan hem het
leven. Hij was een dapper en trouw kame
raad, een ware aanvoerder. Hij liet zijn mede
zeeridders nooit in den steek.
Eens, het was toen de „Strate Moore" bij
Callantsoog zat, kon de redding het niet
klaren. De burgemeester van Callantsoog
verzocht Janus er heen te varen met de Hel
dersche ploeg. Toen gebeurde het verschrik
kelijke: de reddingboot sloeg om. 8 menschen
verdronken direct... Met veel moeite had
Janus Kuiper op de kiel van de omgeslagen
boot kunnen klimmen... daar ziet hij op
eenigen afstand een der Helderschen, ouwe
Kenninck, met den dood in de branding wor
stelen. Ouwe Kenninck kon niet door de bran
ding heenkomen.
Janus, zeg mijn vrouw en kinderen goeje
dag, roept hij. Hij keek me zoo vreemd aan,
die ouwe Kenninck, zegt Janusen toen
dacht ik, dat nooit... ik laat jou niet ver
zuipen Hoe ik 't voor den bakker kreeg,
dat weet ik niet, maar bewusteloos kreeg ik
den ouwe Kenninck op de kiel en sjorde hem
met een touw an me vast... dat ie niet meer
kon worden weggeslagen.
Ontegenzeggelijk is Janus Kuiper, na
Dorus Rijkers, een der dapperste schippers
van de kust geweest.
Tot voor enkele weken was hij nog in
dienst van Duinker en Goedkoop en had heel
deftig op een kaartje staan:
A. Y. KUIPER,
Nieuwediep.
Shipper Lifeboat.
Stuwadoor
and all kinds of ships-business,
Broken Agents Duinkerk en Goedkoop.
Zie je, als er een schip in 't zicht kwam,
dan liet ik me er naar toe roeien en dan
presteer ik mijn diensten... Dat deed ik nog
tot voor een paar weken, want al ben ik nou
aanstonds 80 jaar, ik ben nog niet bang voor
een zeetje, maar, nou, zeker door de crisis,
"Ik overdrijf maar een beetje, als ik zeg:
"Je kunt van den vloer eten". Wat een
raakzindelijk bedrijf, wat een leegte aan sto
ers! Een ketel aansteken? Wel, een deur-
Je open, een vlammende toorts tegen den
o 'ebrander, die in lucht-fjjn-verdeelde olie
Puit, floep! het vuur is aan en ronkt zoo
ard als men wil en het mag. Een dikke
walm uit den schoorsteen, maar dat mag
'et zoo blijven, want zulks wijst op oneco-
oniische verbranding van de olie. Dus even
®.en dijkje in den schoorsteen nemen; de offi-
er van de wacht behoeft er niet voor langs
e steile laddertjes en door vele luchtsluisjes
aar boven te klauteren, hij volstaat met een
bIlk de... periscoop.
Vari °e Piekeren ze het uit Voor de monding
j die Periscoop in den schoorsteen zit een
heM'C Wa'm' de schoorsteen, dan ziet men
ide ',Ch^e niet> rnaar is de verbranding
e aadatl schijnt het helder; de branders
•Uen 'iT C'an E°ed en zij worden niet moe en
Wordt 6r verder afblijven. Met die vuren
en m sto°m van 28 atmosfeeren gebrouwen
P Kn ketèls samen energie voor 66.000
2geaccumuleerd.
bramT merkwaardig ls de bescherming tegen
^ig o 116 ketelruimen en ook bepaald noo-
zonder dat men in de eerste plaats
aan brand door treffers denken moet. De door
lucht verfijnde olie is eigenlijk een gas, een
zeer brandbaar gas geworden en dus een ge
vaarlijke buur, als het door een onvoorzien
toeval op een andere plaats dan onder de ke
tels terecht komt. Ook zijn met de grootste
voorzorg niet altijd heel kleine olielekjes te
voorkomen. Zal ergens een brandje opvlam
men, dan grjjpt men in de eerste plaats naar
de zandbakken en de handblusch-apparaten.
Drijft een grooter vuur de bemanning het ke-
telruim uit, dan is er bij de eerste sluis een
inrichting, die, in werking gesteld een water
gordijn sproeit, waardoor de laatste man met
het blusschen door kan gaan.
Men heeft verder rondom de ketels een
stoomleiding en een watersproei-inrichting.
Door deZe te openen, wat, als alle manipu
laties op dit schip, in in-gevaar-verkeerende
compartimenten ook van het schip geschie
den kan, wordt een wolk van water en stoom
op het vuur losgelaten. Boven het pantser-
dek kan voorts een schuimblusch-installatie
op het ketelruim in werking gesteld worden
en baat ook dat niet, dan beschikt men nog
over een koolzuurbatterij, die haar vuursmo-
rend- gas In het ketelruim blaast.
Wij spraken over sluizen. Deze zijn noodig.
in de toegangen tot de ketelruimeri, omdat
olie lucht noodig heeft van 30 c.M. overdruk
boven de atmosfeer. Men leeft op „de vuur
JANU8 KUIPER.
kreeg ik bericht, dat ze me niet meer noodig
hadden. Ik kan nog best een schip binnen
brengen, als 't moest hoor! maar ze hebben
me nu niet meer noodig, zegt hij bitter.
Janus Kuiper, flinke schipper, hebben ze je
nu niet meer noodig, vanwege de crisis, het
doet er weinig toe.
Vroeger immers had de wereld je noodig.
Zonder jou zouden meer dan 400 menschen
een prooi der zee geworden zijn. Jij hebt je
plicht, meer dan je plicht gedaan, Janus.
Ongetwijfeld zal de dag van 11 Mei voor
dezen dapperen oud-schipper van de Helder
sche Reddingboot niet ongemerkt voorbij
gaan.
Onze belastingmedewerker zal deze week in
een drietal artikelen schrijven over het invul
len van het aangifte-biljet voor de inkomsten-
belasting dat dezer dagen wordt rondbezorgd.
Vandaag plaatsen wij het eerste artikel op
pag. 2.
LIJK VAN DEN VERDRONKEN
KWARTIERMEESTER GEVONDEN.
Zooals men zich nog herinneren zal, sloeg,
in den morgen van den 25sten Februari j.1.
de kwartiermeester G. A. Bossers over boord
op Hr. Ms. „O 15", die ter hoogte van Cal
lantsoog oefeningen hield.
Ondanks ijverige nasporingen van een groot
aantal marine-vaartuigen en watervliegtuigen
mocht men er niet in slagen B. terug te vinden.
Gistermorgen vonden opvarenden van de
visehschokker „Helder 14" tijdens het visschen
op circa 1 mijl ten Zuiden van de Haaks het
onherkenbare lijk van een persoon, gekleed in
het uniform van kwartiermeester.
Naar alle waarschijnlijkheid is dit dus het
stoffelijk overschot van B.
HET SMALDEEL NAAR DE OOSTZEE
VERTROKKEN.
Gistermiddag, tusschen vijf en half zes, ls
het smaldeel van de Nederlandsche marine, be
staande uit Hr. Ms. „Hertog Hendrik", de tor-
pedobootjager „Z 5" en de onderzeebooten
„O 9", „O 10" en „O 11" uit de haven van -
Nieuwediep vertrokken voor het houden van
oefeningen in de Oostzee. Ofschoon het hier
een reis geldt, welke volgens programma ca.
8 weken zal duren (het eskader wordt 20 Juni
weer in Nieuwediep terugverwacht), waren
toch zeer velen naar den Buitenhaven ge
komen om het vertrek, dat onder de mooist
denkbare weersomstandigheden plaats had,
gade te slaan. Het geduld van die velen is
anders zwaar op den proef gesteld, want of
schoon officieel het vertrek op 4 uur was be
paald, kon dit door den loopenden vloed niet.
dan ca. iy2 uur later plaats hebben. De „Hen
drik" werd door de sleepboot „Utrecht", van
het Bureau Wijsmuller, van de Rijkswerf in de
Buitenhaven gesleept, waarna het oorlogsschip
op eigen kracht de haven uitstoomde. Bij het,
passeeren van het Commandementsgebouw
speelde het muziekcorps, dat uit de beman
ning van het schip geformeerd is en dat op het
achterdek opgesteld stond, het Volkslied. En
nog voordat het schip de haven verlaten had,
juist bij het passeeren van het bekende Wier-
hoofd, waar als gewoonlijk verschillende auto
riteiten het vertrek gadesloegen, weerklonk
een vroolijken marsch over het water, welke
alle sentimentaliteit, welke toch bij elk vertrek
aanwezig is, wegvaagde. Vroolijk begon de
marineman zijn trip naar vreemde wateren,
even vroolijk zal hij in het Vaderland terug-
keeren
De „Z 5" had even te voren de haven ver
laten, na de „Hertog Hendrik" volgden nog de
De animo voor de drie excursies, die
de Heldersche Courant voor haar abon-
nè's heeft georganiseerd, was zoo groot,
dat reeds nu de drie tochten in Juni meer
dan volteekend zijn en we dus geen lief
hebbers meer kunnen notaeren. De moge
lijkheid is niet buitengesloten, dat we
nog een excursie aan het drietal verbin
den, doch dat is nog niet definitief en
dus kunnen we daar nog geen deelnemers
voor aannemen. We zullen trachten allen
die zich tot op heden hebben aangemeld,
een plaats in een van de bussen te bezor
gen en binnenkort hopen we daarover na
dere mededeelingen te doen.
Waarschijnlijk zal voor onze Texelsche
abonné's, die in verband met de bootver
bindingen niet aan de excursies kunnen
deelnemen, een aparte tocht, b(j voldoende
deelname worden georganiseerd. Ook
daarover zal binnenkort nader bericht
volgen.
Over de excursies voor do kinderen zie
men de krant van Donderdag.
drie onderzeebooten. In het Marsdiep aange
komen vereenigden de onderdeelen van dit
smaldeel, dat onder commando staat van den
kapitein ter zee A. C. Wakerlin, zich en in kiel
zoglinie voer men op naar de Oostzee.
INSCHRIJVINGEN HANDELSREGISTER.
28 April—5 Mei 1936.
Nieuwe zaken:
r
Den Helder:
„Verstegen's Radiopaleis", Spoorstraat 94,
radiohandel.
Drogisterij Kwast:Buise v.h. ten Klooster,
Keizerstraat 95.
Wijzigingen:
nna Paulowna:
j Breezand: J. B. v. d. Burg, Balgweg, han
del in aardappelen en groenten, enz.; be
drijf omgezet in een vennootschap onder
firma.
Den Helder:
N. V. Zeebad Huisduinen; bestuurswijziging.
SCHRIFTELIJKE VRAGEN
j VAN RAADSLEDEN.
j Het raadslid Schoeffelenberger (opp.) heeft
aan Burgemeester en Wethouders van Den
Helder de volgende vragen gesteld:
I. Acht uw College de noodzakelijkheid
hiet aanwezig, om het Oostelijk met het
Westelijk gedeelte onzer Gemeente over één
der punten van de spoorbaan te verbinden?
II. Acht gij het eveneens niet noodig, om
een aantal oude straten ten spoedigste in een
beteren, begaanbaren toestand te brengen
III. Acht uw College het niet meer dan
noodzakelijk, de gevaarlijke bocht aan den
Strooweg, bij het kruispunt van den z.g. Alk-
maarderweg, ten spoedigste weg te nemen en
den weg in rechte lijn opnieuw aan te leggen?
Toelichting.
j Het komt schrijver dezes voor, dat wat
Vraag I betreft, het meer dan tijd wordt,
dat de combinatie van het Oostelijk met het
Westelijk gedeelte onzer gemeente ter hand
wordt genomen. De uitbreiding van het Wes
telijk gedeelte in de laatste jaren, dringt tot
verbetering. Reeds jaren ligt er een plan
gereed, voor het maken van een tunnel. En
nu moge het waar zijn, dat de uitvoering
daartoe kostbaar zal zjjn, toch gaat met deze
kosten een groot algemeen belang gepaard.
Wanneer de uitvoering van een tunnel (het
geen nog altijd de radikaalste oplossing blijft)
te kostbaar zal blijken, dan is het te over
wegen, een brug te construeeren, alleen voor
voetgangers (sters). Hier ls een dringende be
hoefte aanwezig, welke ten spoedigste oplos
sing vraagt.
Wat punt n betreft aangaande de ver
betering van oude straten, dient, dat een aan
tal straten in een onbegaanbaren toestand
verkeeren. Ik heb hierbij het oog op die stra
ten, welke parallel loopen met de Keizerstr.,
Vraagt stalen-collectie
Koningstraat 62 Tel. 666
dus Schagen-, Bas-, Gravenstraat, enz., enz.
Om die straten in een beteren toestand te
brengen, is algeheele vernieuwing niet noodig.
De bestaande kuilen zijn uitgezakt. Wanneer
men nu de aarden baan (maar dan tonvormig)
opnieuw aanlegt en de uitkomende straat-
steenen omlegt, waarbij dan waarschijnlijk
één derde deel nieuwe bijgeleverd moeten
worden, verkrijgt men een groote verbetering.
Wat vraag III betreft, ook hier is ver
betering dringend noodzakelijk. Wanneer men
het toenemend verkeer naar de Donkere
Duinen, straks opnieuw zal kunnen waar
nemen en men ziet deze gevaarlijke bocht,
dan is het niet onmogelijk, dat daar nog
ongelukken zullen voorkomen. Te meer daar
de kosten voor deze verbetering, niet zoo
buitengewoon hoog behoeven te zijn, acht ik
ook dit probleem van Alg. Belang.
Ten slotte wil ik er tegelijkertijd op wijzen,
dat voornoemde objecten, mede een werkver
ruiming verschaffen, waartoe misschien de
mogelijkheid bestaat, hiervoor uit het „Werk
fonds", een percentage der onkosten te ver
krijgen.
Hoogachtend,
J. J. SCHOEFFELENBERGER.
Den Helder, 4 Mei 1936.
Het was voor een geheel gevuld Volks
bond-gebouw, dat Zondagavond mej. Leewens,
leidster der Heldersche afdeeling van „De
Graal", de vrouwelijke jeugdbeweging voor
Katholieke actie, een kort woord van welkom
tot de aanwezigen sprak. In het bijzonder
noemde zij daarbij de aanwezige geestelijken,
burgemeester Ritmeester en diens familie en
wethouder Smits.
Nadat vervolgens door „De Graal", het
pionierslied gezongen was, kregen de „Kruis-
kinderen" gelegenheid hun declamatorische
gaven te demonstreeren en wij kunnen niet
anders zeggen dan dat het insloeg. Zoowel
het zeggen der gedichten (waarbij een bij
zonder mooi van Pater Schreurs) als de wij
dingsvolle voordracht maakten een zeer ver
zorgden indruk.
Hierna nam Mej. Jansen uit Amsterdam
het woord, teneinde het een en ander te zeg
gen over de Graal-sage en de Graal-beweging.
Wat de sage betreft, deze symboliseert
eigenlijk alle idealen der nog zoo jonge ver-
eeniging: ook deze wil haar leden brengen tot
het vrij en blij volgen van Christus, en dezen
een leer van volkomen altruïsme bijbrengen.
En met 't lichtend voorbeeld van Maria wil
men komen tot zelfheiliging en daardoor tot
apostolisatie.
Moge dan al het winnen van de wereld
voor Christus primair zijn, daar is ook nog
een ander streven: het streven om van de
(eden goede en flinke vrouwen te maken.
Dan vertelt mej. Jansen hoe „De Graal"
gegroeid is in die 6 jaren, die thans achter
ons liggen en van de spelen, die men reeds
heeft uitgevoerd. Het doel hiervan is het naar
buiten uitbrengen van datgene, wat er van
binnen in „De Graal" leeft.
Er wordt besloten met het citeeren van een
gedicht van Pater Schreurs.
„Parcival".
De Graalsage „Parcival"
Natuurlijk hadden al diegenen, die Zondag
avond in het gebouw aan de Molengracht
aanwezig waren, zonder uitzondering, wel
eens van dit wondere verhaal gehoord, het
verhaal, dat schuil gaat en opduikt in de
duisternis der mystieke middeleeuwen. Tal
van fragmenten van Graalverhalen heeft men
ontdekt en ofschoon ze gevonden werden op
de meest uiteenliggende plaatsen, steeds weer
kwamen de typische hoofdlijnen terug.
Wat de „Graal" betreft, dit is een mystiek
voorwerp, dat zjjn bezitter zoowel materieel
als geestelijk voordeel bracht, doch dan ook
alleen bestemd is voor den volkomen reinen
held.
De oorsprong ligt in het duister: men heeft
de sage willen terugvoeren op een ouden Oos-
terschen agrarischen ritus, of afleiden uit
Keltische traditie en haar ook een Christe-
ljjen oorsprong toegekend. En reeds als de
sage in de Middeleeuwen in de literatuur op
duikt, is zij geheel van Christeljjken geest ver
vuld. De Graal ls de kelk, waarin Jezus
doopte, toen Judas hem verraden wilde (zoo-
5 Mei. Nieuwe heeren maken nieuwe
wetten, en nieuwe wetten scheppen nieuwe
tjjden.
Men kan tegenwoordig zijn oogen niet
gelooven, als men wel eens in een verloren
oogenblik loopt te winkelen. Hier en daar
vormt zich een sliert menschen. Een queue!
Men krijgt even, uit atavisme een onbehaaglijk
gevoel. Herinneren queues niet aan oorlogstijd,
distributie, voedselgebrek
Maar niets daarvan! Er is uitverkoop.
„Uitverkoop?" denk je, „mag dat dan?"
Alles keurig in orde! De vergunning hangt
in de étalage.
Uitverkoopen... wat vergeten we toch vlug.
Nog een half jaar geleden had óm de andere
winkel uitverkoop. Permanent! Geer mensch,
die er meer iets van geloofde. Toen kocht men
niet daar waar géén uitverkoop was (niet
waar je wilt dan liever op de kóópjes wach
ten) en als er wèl uitverkoop was, vertrouwde
je 't toch niet en hield eerst recht je geld
in je zak.
Gelukkig hebben we een wijze regeering.
Ze zeide: „Om iets verleidelijk te maken, moet
je 't verbieden". Er waren ineens geen uitver
koopen mee. Toen werden ze weer sporadisch
toegestaan en nu trapt de menigte elkaar
op de teenen. Bij drie tegelijk worden de
koopers door een onverbiddelijken Cerberus
toegelaten. De rest van de kudde wacht
buiten, gelaten, met uitgerekte halzen: als
dat mensch maar niet net dat éénige orrege-
neele theepotje wegpikt, dat zou om je woest-
te-ergren zijn.
Dit succes is er nu werkelijk een om dol-
jaloersch van te worden. Als men zóó mak
kelijk van zijn winkeldochters afkomt, heb ik
gedacht, waarom zou ik dan den minister
niet óók verloi vragen, eens opruiming te
houden. Ik heb een ontzaglijken voorraad
aller-aantrekkelijkste litteraire producten
liggen, die ik voor een koopje kwijt wil. Om
kort te gaan, beschouw u dit als mijn eerste,
voorloopige, advertentie:
In ve® taris-uitverkoop,
afdeeling manuscripten. Schitterende voor
raad artikelen en letterkundige bijdragen,
Vraag speciale aandacht voor mijn
Korte Verhalen,
zeer vlot geschreven, met felle spanning,
geestige intrigue en onverwachte, knallende
ontknooping. Door iederen ezel te begrijpen.
Levensliederen,
met intens-tragische inhoud. Ontroeren een
abattoir-bediende
Detective-geschiedenissen
die, naar den wensch van den afnemer, zonder
prijsverhooging eindigen met het zegevieren
van het Recht of van de Misdaad. Bestelt
vooral mijn
Sociale schetsen,
waarin personen van alle standen en politieke
richtingen hun meeningen met dramatische
overtuigingskracht tot uitdrukking brengen,
Opgave van gewenschte politieke strekking is
noodzakelijk.
Van 16 Juli tot 16 Augustus:
Witte Week.
Vacantie-opruiming van een partij lyriek.
Bestel omgaand een proefzending
bestaande uit: 1 lyrisch gedicht, 1 jaarge
tijden-rijm, 1 liefdesgeschiedenis en 1 sociale
schets, Rembours 1.99. Bedenk u niet! Dit is
wat u zoekt! Koopt geen minderwaardig
goed! Nooit keert deze gelegenheid weer!...
Nat. Hist. Museum is geopend eiken Zater
dag van 79 uur 's avonds.
Dinsdag 5 Mei.
Witte Bioscoop (en niet Tivoli, zooals was
opgegeven): Filmvoorstelling H.Z.V.
Aanvang 8 uur.
Woensdag 0 Mei.
Casino, 8.30 uur: Uitvoering „T.A.V.E.N.U.",
als in het evangelie van Mattheus beschre
ven); derhalve bezat zij ook later als het
symbool van den verlosser de macht reinen
en onreinen te onderscheiden. Jozef van
Arimathea heeft daarin, volgens het verhaag
het bloed van den gekruisigde opgevangen
en de schaal onder zijn bescherming geno
men; zijn opvolgers brengen hem later naai)
plaat", dus onder een barometerstand, die
„mooi, warm, droog weer" aangeeft, als de
barometer aan dek „storm en regen" aan
wijst. Nu, droog zal het zeker op de plaat
zijn, als de herfststormen over den kruiser
gieren, maar warm denkelijk niet, want ge
weldige ventilatoren persen zooveel lucht bin
nen, dat het er frisch zal blijven. Intusschen is
het een merkwaardige klimmerij van die
vuurplaat naar boven; men wordt net als
een schuit geschut door sluiskolkjes, waar
men ten hoogste met z'n tweeën, als men niet
erg slank is, plaats in vindt.
Nu ik het toch over de ventilatie had, is
het hier de plaats, om met verwijzing naar
het feit, dat Indië een warm land is, te ver
tellen, dat ook groote zorg is besteed aan de
luchtverversching in de woonruimten. Als de
zon op al dat staal brandt en in den Oost-
moeson geen verkwikkende regenbuien den
romp afkoelen, dan men er, zooals het heet
„een zweetje kwijtraken", hoe ook het bui
tengewoon vochtigheidsgehalte van den
dampkring 's menschen uitstraling belem-
mert. Op slecht geventileerde schepen kan
het leven zoo'n kwelling zijn, dat de marine
man geneigd is, de kwaliteit van zijn schip
minder af te meten aan zrjn gevechtswaarde,
dan aan de temperatuur in de verblijven. Op
de De Ruyter is de noodige bries kunstmatig
voor elkaar gepiekerd. In het schip zijn 30
zuig-pers-frans opgesteld, die te zamen
200.000 M3 lucht per uur verplaatsen kunnen.
Bovendien hebben alle groote compartimen
ten hun eigen fans.
Iets over de bemanning.
De bemanning van den kruiser telt behalve
den commandant (een kolonel) en den eer
zee le klasse (kapiteins), zes luitenants ter
zee le klasse (kapiteins), zes luitenans ter
zee 2e klasse (eerste luitenants), zes luite
nants ter zee 3e klasse (tweede luitenants),
één officier Marinestoomvaartdienst le
klasse, zes tweede en twee derde klassen, een
kapitein der mariniers, een officier van ge
zondheid le klasse, een officier van admini
stratie le klasse en één der derde klasse.
Een buitengewoon belangrijke plaats neemt
nog altijd in de chef der equipage, de opper-
schipper, in (adjudant onderofficier). In mili
tairen rang staan aan hem gelijk de opper-
konstabel en de oppermachinist.
In totaal varen op den kruiser 1 comman
dant, 32 officieren, 47 onderofficieren en 352
'kprporaals en manschappen.
Op uw posten!
Op het onheilspellend alarmsignaal, de
korte, snelopvolgende stooten op de trompet,
(jijt een ieder naar zijn gevechtspost. Veel wa
terdichte deuren worden gesloten, de voor
zieningen tegen brand genomen, de werking
van alle apparaten nog even gecontroleerd, en
terwijl het wriemelt van mannen op hun on
genaakbare plaatsen achter pantsers onder
water, is het dek als uitgestorven, leeg, kaal,
sohootsvrij. In den commando toren tuurt de
commandant door de smalle kijkspleten in
het pantser, bijgestaan door eenige officieren,
waaronder de officier van administratie, die
behalve als verbindingsofficier ook wel, der
traditie getrouw, het verloop van den strijd
zal noteeren; verder zijn hier roergangers,
uitkijken voor vliegtuigen en de tamboers en
pijpers geposteerd. Door middel van spreek
buizen, telegrafen en telefonen heeft de com
mandant verbinding met alle belangrijke ge-
vpchtsposten in het schip. De commandant
beschikt op zijn verheven post over den z.g.
vpurleider, een luitenant ter. zee le klasse,
niet een speciale artilleristischc opleiding,
die de man is, die voor den juisten vuurstand
der kaponnen zorgt en het tijdstip van afvu
ren vaststelt.
Wjj zullen den lezer niet bezighouden met
een nauwkeurige beschrijving van wat iedere
man op iedere post verricht tijdens een ge
vecht. Men heeft aan boord een z.g. alarmrol,
een tableau van alle gevechtsposten met
aanduiding van de namen der mannen,, die
daar hun plicht vervullen moeten. Uiteraard
is de oefening geheel gesplitst op deze taken,
en de in een bepaald détail opgeleiden staan
bij de onderdeelen en instrumenten, waar zij
vertrouwd mee zijn en blijven.
De kanonniers bemannen het geschut, de
waarnemers, de afstandmeters, de monteurs
staan bij de schakelborden en de electromo-
toren, de telegrafisten arbeiden in de radio
hutten, de seiners zijn geposteerd op dé
brug enz. enz.
Doch er zijn ook posten, welke geen spe
ciale vaklieden verelschen, zooals het muni
tietransport, de telefonen en dergelijke.
In oorlogstijd vaart een schip steeds in den
toestand „gereed voor het gevecht". Alle
schootsvelden zijn daar vrij gemaakt, de ten
ten zijn weggenomen, de waterdichte deuren
en luiken gesloten, de munitie staat gereed
voor het gebruik, alle electrische apparaten
zijn ingeschakeld, in alle ketels is stoom.
Wordt dan alarm geslagen, dan zijn eigen
lijk al vele posten permanent bezet, zoodat
niet de meeste tijd verloten gaat bij het in
actie komen. In het kort: op een goed ge
commandeerd oorlogsschip is de outillage en
de organisatie zoo gemaakt en wordt dus
danig gehandhaafd, dat het in tijd van oorlog
tot in de kleinste puntjes verzorgd en paraat
is om den eersten stoot zoo snel mogelijk te
kunnen geven.
De huisvesting der opvarenden.
Ergens zeide ik reeds, dat een der mar
kante dingen van den zeestrijd is, dat men
zoo uit zijn warme kooi, van den welvoorzie-
nen disch of van zjjn romannetje kan worden
Weggehaald, om enkele minuten later liet
gruwelijkst denkbaar vuur te ondergaan.
Men vecht als het ware thuis, maar daar
het thuis van den marineman op het water
ligt, dan hier, dan daar, men zich niet ver
treden kan door ee- wandelingetje of een
gang naar de bioscoop en men er last not
least zjjn levensgezellin en zijn kinderen Ont
beert, is het een heele toer, er zich steeds
rekenschap van te geven dat dit thuis voor
namelijk moet zijn en blijven een platform
van kanonnen, en men niet eischen kan dat
het al te veel op e engezellig huisje met een
tuintje en een lachende huisvrouw gaat ge
lijken. Maar dat op dezen kruiser alles ge
daan is om den schepelingen een „mensch-
waardig bestaan" te geven, zooals de mo*
derne suggestieve term luidt, kan geen rele-
H)k mensch ontkennen,
Gelijdelijk is in onze Marine, evenals in da
marines van andere beschaafde mogendheden,
ingezien dat, al moge het frondeeren, of hui
selijker gezegd, het kankeren, den zeeman in
het bloed zitten, men niettmin die eigen
schappen sterk kan temperen als men inzicht
toont in het vele, wat de mensch op zee ont
beert.
Ik wil hier geen parallel met den ouden tijd
trekken, vooral niet omdat naar mijn mee-
ning de jongste officieren, relatief geschouwd,
het toen aan boord eerder slechter dan beter
hadden dan de minderen en ook niet. omdat
ik dan ongelijksoortige grootheden verge
lijken zou, want in dien ouden tijd werd een
tienmaal zwaardere ontbering, dan tegen
woordig mogeljjk is, aanvaard, als de zoute
smaak van het zeewater; die hoorde nu
eenmaal bij het varen op zee. Wat men niét
voelt, is niet erg, en supersensitiviteit is eert
akelige 'ziekte.
■r, C; Jfyf
r
(Slot
IK
<Vl><