De proeftocht van de „De Ri^ter" DE WEEK; Marineberichten. IVoo* gaan m fteen? AU BON MARCHE HELDERSCHE COURANT ZATERDAG 9 MEI 1936 Laco Beemsterboer Uitzending naar Oost-Indië. Al™ D„Sk- A- bK IN FEITEN EN FANT ASlElËfsj SPOORSTRAAT 105. Kleeding naar Maat, Niet duurder maar wel beter. Een Genre voor zich. Een bizondere medewerker, aan boord van den nieuwen kruiser, schrijft ons: Zondagavond, den 26en April, bracht mij een taxi uit de drukte van de pantoffelparade van Schiedam, door de poorten van Wilton Feijenoord in de doodsche stilte der werf. Ik kende den nieuwen kruiser, die nu zijn bakermat staat te verlaten, niet alleen als het hulsel van een chaos van allerlei instru mentarium, noodig om een schip te bouwen, maar ook als een gonzenden bijenkorf met en benevens alle geluld, dat metaal op metaal, sissend op staal, hamers en bijtels op onwil lige hardigheid kunnen maken, maar nu was het bijna doodstil om, op en in het schip. Nu ja, wat gebrom en gezaag als snurkte de machtige kruiser in zijn krachtgevenden slaap voor den arbeid van morgen. Bij daglicht en in den vollen schijn der drie-, vier- en vijfpitters gedurende de werk zaamheden in het benedenschip, wist ik al aardig den weg aan boord; nu echter was ik blij, dat de behulpzame officier van de wacht mij door den doolhof van gangen den weg naar. mijn hut wees. Want hiér gaapte nog een afgrond met een lichtje op zijn bodem, dé.ér weer keek ik in eindelooze stegen, en verfpotten, lichtkabels, kisten en balies wa ren zooveel struikelblokken op mijn weg over de nog onbekleede stalen dekken. Oriënteer je!, waarschuwde ik mijzelf; all right, twee trappen af, peiling op schot 26, zelfde koers door op schot 12, langs één rij potten met alle kleuren van den regenboog, dan acht streken bakboord uit en daar is mijn hut. Fluks het valies uitgepakt en mij zelf in gepakt in trui en overjas, een oud hoedje op, bloc-note, potlood in den zak en er direct op uit. Mijn weg naar dek en den mast in dat merkwaardige éénkamer-zevenverdieping bouwselvoert langs sluipende werklieden in „overalls", die nog de allerlaatste moer aan- en het ééne vergeten schroefje in moe ten draaien, wil morgen alles kloppen als een bus en ik bereik den masttop, 25 M, hoog en laat den blik weiden over Schiedam en de werf bij nacht. Mijn zeedoop heb ik alvast te pakken, want onder dat „de laatste hand aan het schip leggen", wordt blijkbaar ook verstaan nog overal een lik verf te smeren, met dat gevolg, dat ik van onder tot boven onder het loodwit zit. Wat een rust daarboven. Gelukkig, de verf lucht, die door het heele schip waart, is even weg; hier zachte lentenachtkoelte, rustig zweven lichte nevelwolken langs het wassen de halve maantje. Ben blik in het rond: de stadslichten van Schiedam, de groote sche- mersector van Rotterdam, beneden mij het blanke water der dokken; donkere poelen, wanneer het maanlicht er niet op speelt en daarin dravende schepen in allerlei stadia van bouw, maar achter bij de „De Ruyter", dien zij morgen groeten zullen met het statig vlagsaluut, wanneer de kruiser zijn element de zee, tegemoet gaat. Zou het gaan? Ja, de dekken zijn opge ruimd, op de kade ligt een scheepslading rom mel, alsof een Augiusstal is opgeruimd, alles afgeknipte eindjes, ruïnes van stellages, snip pers, alsof alle naaisters ter wereld haar ateliers hebben opgeruimd en den afval bui ten de deur hebben geworpen. Geen nood; geen schip gaat op zijn proeftocht zonder dat de leek één dag voor het vertrek durft zwe ren, dat het nog maanden zal duren edr het los kan komen van den wal. Ik maak mij dan ook maar geen zorgen; ik heb van dek de spiksplinternieuwe manilla-trossen, de sterke staaldraden al gereed zien liggen en zacht zoemt de fan, die de vuren van één ketel, welken wij morgen gebruiken zullen, heel voorzichtig aanblaast. Dus naar kooi30 jaar geleden was het mijn laatste nacht in een kooi op een oor logsschipwat wonder, dat de slaap uit bleef tot die 30 jaren aan mijn geestesoog voorbij waren gegaan, en het duurde lang eer ik kon inslapen met de conclusie: „Veel illu sies verloren, maar de illusie in een goede Marine, bemand met zonen van een nog levend zeeras, die is er tenminste nog!" In den slaap een nachtmerrie, hollen achter het schip aan, dat ik had achterzelld, er bijna op, en met een secunde te laat.en einde lijk een sprong, te kort en te water en wak ker! Het is daglicht, de stilte is minder, de geest van het schip rekt zich uit, neuriet och neen, dat is de werkman in de spelonk bij mijn hut; hij is blijkbaar klaar, ztfn zang nadert en sterft weg met zijn voetstap. Nog even mymeren, tik, tik, ik word ge- KON ZICH NIET WASSCHEN OF KLEEDEN. Rheumatlsch pijnen nu verdwenen. Een goede buur is beter dan een verre vriend; als ooit dit spreekwoord waarheid be vatte, dan was het wel hier. Lees eens deze brief: „Al heel lang lgd ik aan rheumatische pijnen. Ik kon mg niet meer zelf wasschen, noch mij kleeden. Mijn zuster moest mi) hel pen, indien ik mjj in bed wilde omdraaien, ïn Maart kwam een buurvrouw rnjj bezoeken, zij raadde mij Kruschen Salts eens te pro- beeren. Als laatste redmiddel heb ik haar raad opgevolgd. Reeds na de eerste halve flacon voelde ik mij veel beter. Ik kocht toen een heele flacon en ben er sinds steeds mee door gegaan. Ik kan nu weer wandelen, kan mi) Weer kleeden en wasschen en mij aan mijn huishouden wijden". Mevr. A. A. te L. Stop Uw rheumatische pijnen nu direct. jBegin morgenochtend met Kruschen Salts. De zes zouten, waaruit Kruschen Salts is samengesteld, sporen nieren, lever en inge wanden aan tot krachtiger werking, waardoor de afvalstoffen, als urinezuur etc., die zich in het lichaam hebben opgehoopt en de oorzaak Zijn der rheumatiek, volkomen worden ver wijderd. Met het verdwijnen der oorzaken nemen ook de pijnen af om tenslotte geheel op te houden. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bjj alle apothekers en erkende drogisten 0.90 en 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking, de naam Rowntree Handels Maatschappij, Am- Sterdam, voorkomt. (Adv.) pord; precies 6u30m, de marinier-oppasser is in die dertig jaar blijkbaar niet veranderd. Gauw in de kleeren, ten 7u. aan dek in den killen morgen. Schoonschip! Nog wel niet op de wijze van het oorlogsschip in dienst, maar toch water en bezems en schoonmaakharts- tocht te kust en te keur. Hèt schip was ook nog wel heel vuil, modderavalanches stroo men door de dekgooten en spuigaten uit, en warempel de kruiser gaat er langzamerhand als een Hoilandsch schip uitzien. 7u.30m. baksgewgs. Het kleine hoopje ma rinebemanning treedt aan. Ik hoor het eerste militaire commando: „Geeft acht; rechts rich ten", de korporaals rapporteeren den chef der equipage, deze den officier van de wacht, die den eersten-officier inlicht, de orders van den dag worden gedistribueerd. „Aftrap!", ieder salueert en gaat rechtsomkeert aan zijn taak, en dat is er eentje vandaag. Behalve de militairen komen nu ook de „burgers" in actie. Er zijn er van de werven, van de machine- en electrotechnische fabrie ken, van de diverse leveranciers der inge wikkelde apparatuur op dit schip, allen met hun ingenieurs, die nu zullen laten zien, dat je op hun spullen dichtvaren kunt. De massa rommel men vergeve mij het oneerbiedige woord welke nu nog van boord gedragen, gesleept en afgevierd wordt, is ontzettend. Ik ben ineens mijn oriëntatie kwijt, mjjn verfpotten op weg naar mijn nut zijn spoorloos verdwenen, de geopende af gronden gesloten, Maar nu gaan wij nog la den ook. De wsigen van de Bijenkorf rijdt voor, 'k wist warempel niet, dat die ook al marine-leverancier was; uit een grooten' vrachtwagen worden kwart-koeien en halve varkens aan een kraan gepikt, de bloederige deel van het vee van Nederland's grazige weiden zweven boven het dek; een achter poot en een voorpoot saamgebonden slinge ren bedenkelijk dicht voor den tromp van de hoogste vóór-15-centimeter, de majoor-kon stabel kijkt even den majoor-bottelier verwij tend aan en achter mij hoor ik een matroos tegen zijn maat zeggen: „kijk Kees, kanon- nenvleesch". In vaten, kisten en manden komt de victualie aan boord. Ah, ah, wat zou er in die prachtige emballage voor lek kers zitten! „Gasmaskers, meneer," zegt men mij, want bij een brandje op de plaat (ketel- ruim) doe je daarzonder niets". Het kanon, dat de vleeschinlading in den weg staat, wordt gebakst, zijn dreigende tromp wijst op Schiedam, en een konstabel vangt mijn bedenkelijken blik op en snapt wat ik meen: „Neen, meneer, Schiedam is veilig; anders, bang zijn we niet hoor, let U maar eens op a.s. Zondag, hoe wij doel punten schieten zullen bij NederlandBelgië." „Is er al radio aangelegd?", vraagt een maat, verlangend naar Hollander's oogge- tuigeverslag. „Ja, die ouwe heer met dien bos wit haar is er voor hier, 't komt te recht." Na de victualie komen geleidelijk de hooge specialisten en autoriteiten aan boord met hun valiesjes, enkele geprivilegeerde dames, echtgenooten van hen, op wie zoo dadelijk zulk een groote verantwoordelijkheid zal drukken, trippelen de valreep opeven doemt voor mij op de mooie visie van de echte zeemansvrouw, die zoo dikwerf en zulk een langen tijd den steun van haar man moet missen en toch hem gaan laat zonder ge weeklaag en ontmoedigende woorden. Zij zijn alweer weg na een kort adieu, een Innigen wensch van succes en ergens op een wal- punt zullen zij straks wuiven tot het schip uit zicht is. Even vóór het vertrek neem ik een kijkje in dó machinekamers. Niets te beleven, ab soluut niets, als je niet weet, wat daar in al die zware, afgesloten bussen woelt en spookt. En toch werkt hier de scheepsenergie al uren en uren; stoom vloeit door de turbines, de sohoepenwielen worden door een apart me chaniek heel langzaam gedraaid, in 10 minu ten draaien de schroeven slechts één omwen teling en op deze wijze wordt alles gelijkma tig, lekker warm gemaakt en zal geen nuk ken toonen, wanneer de energie ontwikkeld moet worden voor... 60.000, misschien 75,000 paardekrachten, die de schroeven 820 keeren in de minuut zullen laten omwentelen om de 32 mijlen, en wat meer, als het mag, per uur vaart te kunnen behalen. Oh, daaraan zijn wij nog lang niet toe, we ken op half rantsoen zijn noodig, eer de teugels gevierd en de sporen in de flanken van dit renpaard gedrukt zullen worden. Vooreerst gaan wij in stap, 12 mijltjes, lang zaam oploopend tot 17, dan steken wij nog drie ketels aan boven den eenen, die nu onder stoom staat en gaan wij in een draf met 45.000 P.K. achter de broek en eerst in het laatst van Mei krijgen wij den klap op den vuurpijl, daar denken wij nog niet aan. Voor wij zoover zijn, komt het schip eerst op stal om alles nog eens na te kijken. Van de machinekamer ben ik nog even' naar het ketelruim gegaan. In mijn inleidende artikelen vermeldde ik reeds, dat men daar onder hoogen druk leeft en er door nauwe sluisjes geschut in moet afdalen. Een mensch went aan Mies, aan hoogen en lagen druk, maar het mag niet te vlug gaan. Daarom is zoo'n sluisje een klepje, dat men zelf open drukken kan, zoodat de luchtdruk geleidelijk vermeerderd is, eer men de sluis uitklimt. Op de plaat loeien de vuren onder twee ketels, men ziet het nauwelijks; de zaak wordt pas interessant, als men een ingewijde in de stooktechniek is. Ik was dan ook spoe dig weer aan dek, even geneusd in de kom buis; ik rook het al: „snert" en op het for nuis pruttelden in pannen en castrollen de ingrediënten voor een heerlijke „nasi-goreng", die na de snert het eventueele vacuum ln de magen der hongerige proefstoomers zal vul len. Nu naar de brug voor een kijkje op de kaart. Wij zijn zoo tegen tienen vaarbereid. De roerganger staat aan het roer, de majoor seiner, voor deze eerste vaart, aan de tele grafen; de kaart van den Waterweg ligt ge reed, kijkers, verklikkers, alles gereed voor het gebruik, het wachten is op... ja waarop? Op dertig, veertig dingen, die nog binnen een kwartier gebeuren moeten en ook gebeuren, tot zelfs het electrisch boren van gaten in de verschansingstutten voor het bordes van den looder. Zoon' kleinigheid, die natuurlijk ver geten was, maar even natuurlijk niet ver geten blyft, want de zeeman, die varen gaat, repeteert bij zichzelf wat niet vergeten mag worden en de gaatjes komen er, Hoe? waar /Hei eet Horloge op tijd steeds present Per uur uitgerekend kosten z(j geen cent Firma ze zoo gauw met het boorapparaat vandaan halen, de Hemel weet het! Even een blik op den wal. Er is nu veel publiek, voornamelijk menschen van de werf en wat uitgeleiders, maar ook zie ik een be jaard paar, dat er al sinds 9 uur op post staat. Wie is hun zoon? Ik weet het niet, zij hebben blijkbaar al afscheid genomen en de dienst eischt den jongen op. Ja, nu is het een afscheid voor een paar dagen, daar komen die ouders ook niet voor, maar zij willen vast het nieuwe schip zien, waarvan hun jongen zooveel verteld zal hebben. Nog enkele maan den, en zij zullen weer aan de kaai staan, als hun kind voor 8 jaren heen gaat, met dien stillen angst in het hart: „Zal hij ons beiden nog terugzien?" Het kan niet gemak kelijk zijn ouders van een marineman te wezen. Ziezoo, ik zie drie sleepbooten vastmaken: twee aan het den wal inliggend voorschip, één aan het achterschip. Het tempo van het inladen wordt koortsachtig; van alles rolt den valreep binnen, terwijl men dezen al los maakt; ik noteer: een schrijfmachine, een aantal trossen in balen, een heele machine, maar uit elkaar, stuk voor stuk vliegen da. onderdeelen binnen, een paar granaten met vinnige punten zelfsgeve de Hemel, dat zij alleen maai door het zeildoek van schiet schijven hoeven te dringen, maar als het tegen een vijand van Nederland gaat, dan s.v.p, met het etiketje „raak" in het doel.., de roode en groene boordlichten warempel, die we vanavond al gebruiken moeten; geen nood, als ik omkijk, zitten ze al op hun plaats. Op het nippertje nog de broodkar, Is alles er? Ik hoop het, geen tijd meer om hier op te letten. Want de havenmeester, die ons de werf af, den Waterweg ln en de loods, die ons naar buiten brengen zal, be treden met het flegma, dezen watergidsen eigen, de brug. De loods kijkt „neutraal",, het gescharrel om van de werf af te komen, gaat buiten hem om, hij heeft tijd en lust mij te zeggen, dat als er wind is, deze Noor delijk is en dat het van ebben is, 10 u. 15 m. Schor geloei van de fluit; de stoom is nog nattig ln de koude lucht, 't sput tert, blaast en sist eer zij geluid geeft, maar dan is het geluld ook sonoor en klankvol. De stroom bij den valreep ls nu ook heelemaal van ebben; er komt niets meer aan boord, maar bij bosjes deserteeren de overalls met gereedschap en niet te classificeeren voor werpen. Een luitenant ter zee le kl, en de opperschipper staat op den bak met hun menschen klaar bi) de voortros en voorspring,, achteruit zullen ze ook wel bij bolders en spillen staan, maar op dit lange, geëncom- breerde schip., zie ik dat niet van myn stand plaats op de brug, daar ik zorgen moet den offlciënten niet voor de voeten te loopen. 10 u. 85 m. „Achter alles los!". Drie korte stooten op de fluit, beantwoord door drie korte stooten der sleepbooten. „Vóórspring los!" Ik zie het, dat beteekent: het schip langzaam acheruit halen en het glijdt al even wijdig aan de kade met de achterzijde naar den elleboog, die ln den Waterweg uitmondt. Maar ik hoor bijna niet; nu ja, een paar schrille fluitseintjes. Dat is wat veranderd bij vroeger! In mijn tijd bulderde het van de brug en schalden de commando's met knoo- pen van de brug naar achter en vooruit vice-versa en als ik aan den hoogbootsman van Den Helder terugdenk, herinner ik mij, hoe hij een schip uit het dok de haven In bracht en daar meerde zonder ook maar één keer in herhaling te vervallen van de toen tertijd gebruikelijke opwekkende woorden en uitdrukkingen. Voor zooveel originaliteit kan men desnoods het hoofd buigen, maar de hui dige kalmte en „mondschoonheld" doet toch weldadiger aan. Wij glijden; één stoot op de fluit van een sleepboot, het achterschip draait den elleboog in, het voorschip zwaait elegant vrfl van de droogdokken, achterste voor loopen wij den elleboog uit en den Nieuwe Waterweg ln, waar de ebstroom het achterschip vat en de sleepboot den zwaai weet te stutten, tot het heele lange schip ln de rivier ligt en zijn as gemakkelijk parallel aan de as van het vaar water gebracht kan worden. Inmiddels is de eerste koopvaarder, een Zweed, gepasseerd en wij hebben het eerste vlagsaluut ontvangen, al zijn wij geen officieel oorlogsschip. Immers, de De Ruyter is nog burger, is nog' min of meer het eigendom van Wilton Feijenoord; de marinemenschen zijn gedu- rende de proeftochten ter beschikking ge stel van deze maatschappij, al is de Comman dant, in den zin der wet, geleider van een transport militairen en dus bevoegd tot het commandeeren van den militairen dienst. Maar het schip voert nog geen winpel, het distinctief van het oorlogschip; de kruiser is nog niet „Hr. Hs." De Ruyter. Niettemin, alle schepen beschouwen hem reeds als zoo danig, alle strijken de vlag als zij ons pas- seeren, ja de Rapana, een tanker, zie je het aan, dat het hem goed doet den kruiser tegen te komen. De Rapana n.1. is een ouder zusje van de werf, een jaar geleden was zij klaar en zij weet al wat zeemannen is; z(j kwam binnen, toen de kruiser voor den eersten keer uitvoer. 10 u. 50 m. Wij gaan op eigen beenen. De telegrafen hebben gerinkeld; de machines stuwen den kruiser voort, de eerste omwen telingen, de eerste van millioenen, zullen wij hopen. Maar ook al weer niet te veel mil lioenen, want onze Marine moet mee met haar tijd en de levensduur van een oorlogs schip behoort kort te zijn, willen wij onze mannen in den strijd sturen op volwaardig materieel. De sleepbooten krijgen het gemakkelijk. Vóór gooit er al één los, die aan het achter schip bungelt er zoo'n beetje voor spek en boonen bij. 10 u. 55 m. De havenmeester treedt af, de loods treedt op en wij glijden langs de eta- - blissementen aan de oevor van den Nieuwe Waterweg, passeeren Vlaardlngen aan 8.B. en de Bottelek en de Oude Maas aan B.B. 11 u. 12 m. Wij durven al wat meer, 't gaat nu al halve kraoht, de aleepboot heeft moeite «j hSt bij te sloffen, maar op den eersten proef- dag is halve kracht nog niet „jurer gros"; vólle kracht is nog geen 12 mijl. Er komt bries uit den Noordelijken hoek, en dat bétee- kent koude in dezeh tijd van het jaar; ik zit op de brug, weifel tussohen mijn zin in een kop'koffie en een duik in de behaaglijk war me-machinekamer en... blijf, want door zelf analyse constateer ik plotseling een opwel ling van het onderbewustzijn en wil zien of mijn analyse klopt. Een Commandant biedt namelijk den loods persé een kop koffie aan, dat Weet ik van voor 30 jaar en als hij hem e!r een aanbiedt, kan hij mij niet negeeren. 11 u. 20 m. „Loods een bakje koffie?" 1 „Graag, overste." „Marinier, twee koffie... oh. u zeker ook wel pennist, drie m'n jongen." O zoo, een vak, dat je jong leert, verleer je nooit. Na mijn koffie, mijn duik naar de machine kamer? Neen, daar krijgen ze me eerst weer, als we 32 mjjl loopen, je ziet niets als dollen te keer gaande wijzers en scherp turende diagnotlseerende officieren, want hier- en daar breken kleine pokjes en mazel- tjes uit; een automaat valt uit en als één man reageert de heele bezetting en ze draaien aan iets en 't zaakte klopt weer. In de lange, lange astunnels beweegt ten- nWhsté wat, rustig draaiende schroefassen, zoo dik als onze stadsiepen, wanneer wij ze, oud en der dagen zat, moeten omhakken, ijiagr ik blijf den wentelenden monsters uit de» weg en druk mij wat dicht tegen den veiligen kant en zit nu, behalve onder het, loodwit, ook onder de grijze verf en kom zoo kabelbont terug aan dek, dat een Samaritaan mij meeneemt naar zijn hut en mij met een pl&é benzine reinigt: „beter, dat u met zulke Verf da» met lippenstiftafdrukjes thuiskomt", zegt hij. Ja, het grappenmaken heeft de ma rineman nog niet afgeleerd. (Wordt vervolgd.) -to«. i WU hebben een uitgebreide g serviezen in alle prlizen H. J. VAN GRUNNINGEN, Telefoon 265. Keizerstraat 54-56. BEGRAFENIS B. SCHUR1NK, Donderdagmiddag is op Oud Eik en Duinen teraardebesteld het stoffelijk overschot van den heer B. Schurink, officier-machinist bij de Kon. Ned. Marine en oud-technisch amb tenaar bij het Dep. van Koloniën. Met den stoet kwam o.a. mee gep. schout bij nacht J. de Winde, de oud-kolonel van den Mar. Stoomvaart Dienst G. C. Carrière, over ste B. Venhey en verder de officieren en oud officieren van den M.S.D. de heeren Pappe- iendam, Poley, C. Habioh, C. Wapenaar, W. van der Gaag en G. J. van Donk. Aan de groeve heeft eerst het woord ge voerd de heer van Pappelendam namens schout bij nacht Vos en kolonel v. d. Hagen, die zich aan boord van den kruiser De Ruyter in zee bevinden en namens de officieren en ambtenaren van het bureau van den M.S.D. Spr. uitte woorden van waardeering en dank namens de bovengenoemde chefs van den overledene en van waardeering en achting namens de collega's. Daarna sprak schout bij nacht J. de Winde, die namens de oud-officieren van den ma rinestoomvaartdienst een laatsten groet bracht. De heer De Windè schetste den over ledene als een man van groote plichtsbetrach ting en ijver, 'die Ondanks zijn wankele ge zondheid een harde werker was. „Van hem kón men zeggen," aldus spr.,1 „dat hjj onmis- bakr was." Overste Verhey herdacht den overledene als vriend. Tenslotte dankte prof. Van der Woude de aanwezigen namens de familie. Enkele groote bloemstukken dekten de baar, w.o. een krans van den Marinestoom vaartdienst. Bij beschikking van den minister van de fensie a.i„ is met 16 Mei luitenant ter zee der le klasse F. J. E. Krips eervol ontheven van de betrekking van adjunct-chef van den staf der zeemacht te Willemsoord en ter beschik king gesteld. Bij beschikking van den minister van de fensie a.i. zijn met ingang van 7 Mei ter be schikking gesteld: off. van gez. der 2e kl. F. J. Parlevliet, dienende aan boord Hr. Ms. Wachtschip te Willemsoord; off. van gez. der 2e kl. F. J. Lamboo-, die nende aan boord Hr. Ms. Wachtschip te WIL lemsoord; luit. ter zee der 2e kl. L. J. van der Veen en luit. ter zee der 3e kl. R. W. baron van Lynden, dienende aan boord Hr. Ms. Z 7; luit. ter zee der 3e kl. L. A. R. J. van Ha mel, dienende aan boord Hr. Ms. Z 8. Mte ingang van 9 Mei is ter beschikking gesteld luit. ter zee der 2e kl. R. Hofstra, dienende bij het vliegkamp De Mok. Bij Kon. besluit van 6 Mei, met ingang van den datum van dit besluit: zijn bij de Koninklijke marine-reserve voor vast benoemd tot eerst-luitenant der mari niers P. H. E. Tattje en tot tweede-luitenant dër mariniers F. M. Ingen Housz. Bevorderingen. Met 1 Februari 1936. Matroos-telegrafist A. Schutte tot korpo raal-telegrafist. (Wordt 12 Mei a.s. per m.s. „J. van Oldenbarnevelt" uit Nederlandsch- Indië te Amsterdam verwacht). Met 1 April 1936. Matroos der le kl. G. van Oosten tot korp.- telegrafist. Monteursmaat A. Brands tot korp.-monteur Met 15 April 1936. Sergt. torpedomaker R, Heuvelink tot maj. torpedomaker. Korp. torpedomaker J. H. van Bastelaar tot sergeant torpedomaker. Met 1 Mei 1936. Korporaal konstabel A. Barwegen tot sergt. konstabel. Sergt. telegrafist m. Faber tot maj. telegr. Korp. telegr. J. R. C. v. Wilsem tot sergt. telegr. Maj. torpedomaker J. C. Meesters tot opp. torpedomaker. Korporaal torpedomaker J. Lenstra tot serg. torpedomaker. Met 26 Mei 1936. Sergt. macht. P. Spaans tot maj. macht. Met 1 Mei 1936. Lichtmatrozen P. E. Nicolaas Ponder, T. E. H. Derkscn, a. m. van den Berg, P. a. m. Gilden, P. a. m. Schmit, a. van der Stok, R. J. van Donkelaar, A. C. Olden tot Matroos 3e klasse. Kwartiermeester A. H. van Lien tot Boots man. Matrozen le kl. J. W.G. Pcljpers, G. J la Faille en mariniers le kl. A. M. v. d. Welden, J.jF. v. d. Zwaan tot matroos ziekenverpleger. StOker le kl. M. C, Berghuis tot Stoker olieman. .Matroos 2e kl. D. T. van den Vijver tot matroos le kl. Stoker 3e kl. M. Verhoeven tot Stoker 2e kl. Matroos 2e kl. J. van Loo tot Matroos le kl. Met 1 Februari '36. Pijper 2e kl. G. J. Boesjes tot pijper le kl. Ondervolgende matrozen der 3e klasse zgn met ingang van 1 Mei 1936 bevorderd tot matrozen der 2e klasse. C J Fossen, P. Dourlgn, G. Dijkstra, F. van den Dungen, J. Eckhardt, J. van Gelder, N. A. Hoek, B. van 't Hof, F. van der Horst, M Hollering, J. G. Homan, M. Biesbroek, W. K. van der Blom, D. H. J. Born, C. van den Breevaart, J. Bron, F. van der Breggen, W. H. ten Brink, W. van den Bosch, A. D. de Buck, A. G. de Cocq, A. Dielman, G. A. Dek ker, P. Hupkens, A. J. Jansen, P. van rvat- wijk, J. B. Husen, C. F. Liet, H. Keizer, W. F. van Klaveren, H. J. Langeweg, A. Leewis, C. W. van Nieuwenhuizen, A. de Nooijer, M. Oele, P. M. F. Of' "Imans, J. D. Okel, I. Rosier, P. J. M. Peeters, J. Pruis, C. J. de Rosier, K. H.«Rijpstra, B. Stadtman, C. A. Valkhof, D. VermaEj, van de Water, P. van Zanten, D. R. Schrauwen, A. A. Struyk, A M. Thissen, H. van Vark, A. de Visser, L. van Weenen, W. H. Wiekerhoff, H. J. Zuet- hoff, C. C. an Doorn, G. J. Delorme, J. F. van Soldt, A. P. Zeef. M. Corver, J. Molier, L. Verhoef, J. Euser, H. C. van den Berg, A. Goedegebuure. Geslaagd voor hoogeren rang. Kwartiermeester A. H. van Lien voor boots man, 24 April 1936. Ontslag uit den zeedienst. 28 April 1936: Korpls. telegr. L. Verhagen, C F B v. d. Kroft. 23 April 1936: Mariniers 3e kl. R. F.E. Klippers, J. Pen ning, J. Wiedijk. 16 Mei 1936: Korpl. macht. H. H. Forrer. 16 Mei 1936: Stoker, le kl. C. J. Vrfóvogei. 26 Mei 1936: Adj. o.O. macht. A. F. H. Geb- bink. 5 Mei 1936: Matroos le kl. G. P. Mons- houwer. 1 Juni 1936: Korp. konstabel L. A. Smlth. 9 Juni 1936: Schipper J. Lievense. 12 Juni 1936: Korp. stoker A. C. Warnaar. 13 Juni 1936: Korp. kok G. Alphenaar. 15 Juni 1936: Opper schrijver P, F. Mon- tagne. 22 Juni 1936: Marn. le kl. A. Eykelenboom. 30 Juni 1936: Marn. le kl. H. C. de Langen. 2 Mei 1936: Stoker le kl. S. Sijtsma. 28 Mei 1936: Marn. 2e kl. J. A. Kersten, Overplaatsingen. Maj.-mach. J. Doezi, Bevolen overpl. op 6 Mei '36 naar Hr. Ms. v. Meerlant ingetrok ken. Maj.-macht. F. A. Boerman, 6 Mei '36 van Wachtschip Willemsoord naar v. Meerlant. Serg.-konst. J. Tebbes, 20 Mei *36 van Wachtschip Willemsoord naar Gelderland. Serg.-schrgver G. Kuchler, 14 Mei '36 van Wachtschip Willemsoord naar Kaz. A'dam. Schipper W. Bekker, serg.-torpmr. W. Ver kerk, adj. o.off.-macht. G. G. Gerdingh, ma joors-macht. H. ten Bosch, L. P. Naaktge boren, 4 Mei van Z 8 naar Schorpioen, Majoors-machinist B. Westerhof, A. Dus- seldorp, serg.-torpm. P. J. W. Neugebauer, 4 Mei '36 van Z 7 naar Schorpioen. Serg.-telegr, J. P. J. M. van Reijn, 4 Mei '36 van O.Z.D. naar Schorpioen. Serg.-konst. J. Vos, 4 Mei '36 van H. Hen drik naar Wachtschip Willemsoord, Serg.-konst. J. Dijkers, 4 Mei '36 van Wachtschip Willemsoord naar H. Hendrik. Serg.-konst. M. Vermeulen, 4 Mei van Gel derland naar Wachtschip Willemsoord. Serg.-torpm. H. Berndes, 8 Mei v. Nautilus naar Schorpioen. Maj.-vltm. A. v. Meenen, 2 Mei van Kaz. A'dam naar De Kooij. Maj.-vltm. C. P. Tromp, 11 Mei van De Koog naar Kaz. A'dam. Serg.-kok A. Gemier, 11 Mei v. Kaz. Wil lemsoord naar Gelderland. Serg.bott. J. P. Dronkers 11 Mei v. Hospi taal naar Schorpioen. Serg.-bottelier J. Koppenol, 11 Mei '36 van Afd. R'dam naar Wachtschip Vlissingen. Serg.-macht. J. H. de Bootj, 11 Mei '36 van v, Speijk naar Nautilus. Serg.-macht. M. M. Tameris, 11 Mei '36 van Nautilus naar O.Z.D. Serg.-hofm. R. Nienhuis, 4 Mei van Z 8 naar v. Speijk. Serg.-mach. F. A. Merjer, 11 Mei v. Nau tilus naar Wachtschip Willemsoord. Serg.-macht. A. D. v. d. Hoeven. 11 Mei '36 van De Mok naar Nautilus. Serg.-macht. A. J. Hoeijmans, 11 Mei '86 van De Kooij naar D. Aukes. Serg.-timm. H. Kerkdijk, 7 Mei *36 van Wachtschip Willemsoord naar Kaz. A'dam. Maj.-timm. J. B. Bommezijn, 8 Mei van Kaz. Willemsoord naar Wachtschip Willems oord. Serg.-timm. J. de Boer, 9 Mei '36 van Wachtschip Willemsoord naar Kaz. Willems oord. Serg.-macht. P. Wezenbeek, 3 Juni '36 van v. Speijk naar O.Z.D. Sergt. monteur J. Leeuwering 26 Juni van Wachtschip W.oord naar O.Z.D. Sergt. monteur H. Koning 1 Juli 1936 van Wachtschip W.oord naar O.Z.D. Sergt. monteur G. P. N. Los 17 Juni 1936 van Wachtschip W.oord naar de Mok Sergt. kok J. Bak 20 Mei 1936 van Wacht schip W.oord naar Wachtschip Vlissingen Sergt. schrijver S, Janse 15 Mei 1936 van Wachtschip W.oord naar afd. Mar. R'dam. Sergt. macht. A. C. Buster 11 Mei 1936 van de Mok naar Div. mijnenvegers. Sergt. kok H. E. Pijl 11 Mei van Kaz. W. oord naar Wachtschip W.oord onder intrek king der op 18 Mei 1936 bevolen overplaat sing naar Hr. Ms. Nautilus. Ondervolgende schepelingen zijn aangewe zen om met het vrachtschip Kota Pinana dat 22 Mei 1936 van Vlissingen vertrekt, naar Oost-Indië te worden uitgezonden: Schipper D, M. Zand; serg.-konstabel J Vos; sergeanten-telegrafist J. R. C. v. Wll- sem, C. v. d. Driest; korporaals-konstabel J. wr Y; Rm8Um, P. A. van Berkum, C. Klein, W. Dingemanse, J. H. B. Hovius J. A v d Hooven, P de Lege; konstabelmaats A v' d Brand, M. F Philippus; korporaals-torpedo.: maker J, Borking, M. J, v. Dijk, O Boer K Eelman; torpmkrs.maat J. Ket; k'orporaals- botetUer M. K Koopman, C. Broere, M de Wilde; korpl.-hofmr. A. Hendriks- korno- Vu ,1 P' de Loos: korporaals- Vltmr M H. J. Rutte, C. W. J. Olierook P A. Schouten, H. F. Snijders, M. j. C. Hijmans' Loos, korporaals der mams. H. Jansen' M, Jans; mariniers le kl. A van der mvh' c' Peters A^Muld kwarUermr' C' Tienpond,' van n Muld«rs' matrozen le kl. C. E C v^egUn TH nCl' P' F' St™fkerk, a! G. SchoW Dol J GreLorié:-matfOZen 26 kL J- van Loomatrozen 2e k? J kl W. v. d. Meulen w nIw! d' Mcu,cn- telegr. H, Postema P EHkwï L korP-- Keunen, P' E,jkhout« A. M, T. Er is deze week geen onderwerp, dat belangrijkheid het lot van Abessinië benader en het lijkt ons derhalve gewenscht er ook deze plaats iets van te zeggen. P Na 7 maanden is men dan toch eindehn, klaar gekomen met de beschavingsrace plr lardeerd -met mosterdgas en mitrailleur patronen, ten gunste van de zwarte negers den barbarenstaat Ethiopië. Eindelijk heeft het naar eeuwigheidsroem snakkend ItaiiK aangevoerd onder de bezielende leiding van de Uebermensch Mussolini, zyn zin. De zwarte*1 zitten er onder; de Duce heeft het gezegd, vanaf het historische balcon van het Paiaz»! Venezia tot de tienduizenden. Toen heeft men het begrepen: die man was geen Mensch meer: dat was een God. En thans wel, nu bestaat er geen Abes- sijnsch conflict meer. De beschaving door- het-zwaard is reeds half voltooid (met da bekende Itallaansche vlugheid) en den over winnaars rest nog slechts een goed werkend systeem te bedenken, hetwelk de nog restee- rende Maria-Theresia Thalers naar een uit gemergeld, maar overwinningsdronken Italië zal brengen. Alles ging in vervulling: behalve het liedje, dat de soldaten van Badoglio zooveel malen gezongen hebben: „Met den baard van den Negus poetsen we de schoenen van den Duce" Abessinië: een onderworpen kolonie' „Rust en orde zijn weergekeerd; de bevolking toont zijn verheugenis met onze komst" Wij gelooven het graag, alleen, we hebben zélf met dit bijltje gehakt. Wij, Hollanders, herinneren ons ook een kolonie. Die heets Atjeh Verder is er ook vanuit Den Helder nog zeer veel nieuws te vermelden; ten eerste waren de jubilea en verjaardagen weer eens niet van de lucht: a.s. Woensdag is het onze vriend Hein de Wolf, welbekend bij jong en oud, die z'n 15-jarig jubileum als stads-orgelist gaat vieren. Een vriendelijke abonné zond een ingezonden stukje en Hein mag tevreden zijn. We zijn allen nu blij, dat Hein het 15 jaar uitgehouden heeft en wënBChen hem ook op deze plaats nog menig draai-jaartje toe. Ten slotte is een stad zonder orgel (en wat voor een orgel!) geen goede stad en aangezienwjj er zelfs twéé hebben, mogen we niet moppe ren. En nu Hein: met goeden moed naar het 20-jarig jubileum. Móge het in Abessinië vrede zgn, niet alzoo is het gesteld in de gemoederen van da Panoramisten en de Stad en Landers. Heftig is de strg'd, die al van geruimen tijd dateert, weer losgebarsten en nu verzoekt men zelfs al om een openbaren debatavond. Wi) stellen ons hiervan zeer veel voor en als het mee-valt kan het daar nu eindelijk weer eens ouderwetsch toegaan. We snakken allang naar zoo iets! Bioscopen. Tivoli-Theater, aanvang 7.30 uur. Witte Bioscoop, aanvang 7.30 uur. Bialto-Theater, aanvang 7.30 uur. Nat. Hist. Museum is geopend eiken Zateiv dag van 79 uur 's avonds. Zaterdag 9 Mei. Casino, 8 uur: Uitvoering Kinderoperette- vereen. „Ons Genoegen". Musis Sacrum, 8 uur: Cursus-bal. Zondag 10 Mei. Musis Sacrum, 8 uur: Populaire Soirée. CasinoDansavond met Robert de Kers, A. Kossen (Julianadorp): Dansavond Dinsdag 1$ Mei. Casino, 8.15 uur: Wiener S&ngerknaben. Ondervolgende schepelingen zgn aangewe zen om met het vrachtschip Poelau Telloo, dat 22 Mei 1936 van Amsterdam vertrek^ naar Oost-Indië te worden uitgezonden: Bootsman J. Noorland; serg.-konst. M. Ver- meule; serg.-timm. C. F. Jansen; serg.-telegr. C. J. Nederpelt; korporaals-konst. F. Hom borg, M. Timmerman, A. G. Christiaans, WC- Vreugd, G. Bakker; konstabelsmaats J- Peeters, A. J. Parrin; korporaals-bott. A. A. Cornelissen, J. Hegt, W. Kok; korp.-hofm. J- Wissink; korporaals-kok J. H. Funoke, M. van Vuuren; schoenmaker H. Stomphorst; bar bier T. Breeuwer; korp. der marns. E. A. T. Filippo mariniers le kl. G. Bgleveld, A. van Eldgk; kwartiermeesters J. Douma, N. Holt- huljzen; matrozen le kl. H. E. Cornelissen, G- van den Berg, W. H. Jansen; matrozen 26 kl. L. C. v. d. Blink, M. J. Castemiller, H. Du- valoois, J. Eindhoven, K. Entjes, L. HarmS, W. Marijnls, A. A. Koevoets; korporaals- telegr. A. F. Hoegmans, E. J. den Haan, S. A. Lcmaire; kleermaker B. Nieuwenhuizen! kwartiermeester O. L. Meinema. Ondervolgende schepelingen zgn aangewe zen om den 27en Mei 1936 met het m.s. J. v* Oldenbarnevelt naar Oost-Indië te worden uitgezonden. Sergeanten-torpmkr. G. C. van Aken, J- d® Kramer, B. H. J. Smit, H. J. v. Ommen, J- G. N, v, Rienderhoff; sergeanten-macht. H« Hopman, F. A. Meijer, O. Smit, M. A. F* Vermoten, A. C. brasser, J. A. Boe(je; serg.- geschutm. J. Bakker; maj.-bottelier I. A. d® Vissen; sergeanten-bottelier P. v. Slndered, C. Smit; sergeanten-hofm. L. E. J. Veening». A. J. van Roon; sergeanten-kok C. v. d. Hoe ven, O .Jans, J. de Rtjcke, O. Schoonakken serg,-telegr. J, Lips; majoor-timm. S. 3'®" van; Serg.-timm. M. Verburgt. Departement van marine. Overgeplaatst van Hr. Ms. Gouden LeeuW naar het departement der marine, de lui'®" nant ter zee der 2e kl. S. de Waal: van marinekazerne Oedjong naar Hr. Ms. Goude» Leeuw, de luitenant ter zee der 3 kl. A. J* Bax; van Hr. Ms, van Galen naar de mari" kazerne Oedjong (rol), de luitenant ter der le klasse J, M. Logger; van den zeedienst naar Hr. Ms. van Galen, de lu»^ hant ter zee oer 2 kl. G. J. Dgkerman; Hr. Ms. van Galen naar den dienst der c® servatie, de officier van den marinestoom vaartdienst der 2e kl. J. W. van Wingcn'®* van den dienst der Conservatie naar Hr- van Galen de officier van den Marine Stom vaartdienst der 2e kl, J, H, Schuitoma,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 10