WSJROOi
Jtocft qtot
Jfod zot.
gngelands vragen aan Duitschland.
Benauwd?
BINNENLAND
Nederland en Indië.
fWEI-DK BLAD
HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 9 MEI 1936
De indruk te Berlijn.
De Britsche Volkenbonds-
politiek.
Critiek in het Hoogerhuis.
AU BON MARCHE
SPOORSTRAAT 105.
Falcon en Wecotex
Regenjassen.
Internationale vredesactie.
De Balkan-conferentie.
Een verklaring van Metaxas.
De a.s. zitting van den
Volkenbondsraad.
De door koning Foead vastgestelde
regentschapsraad gewijzigd.
Na de onlusten te
Addis Abeba.
Hoest- Griep -Bronchitis Asthma
\feri^óq3ëwéitoQ ^Scent]
Verlaagde prijzen fi
Ook onlusten te Harrar?
Het nieuwe imperium.
De vlucht van den negus.
Een wrang grapje.
De marine-begrooting der
Ver. Staten.
570 millioen dollar voor het leger
Mr. P. J. M. Aalberse voorzitter
der Tweede Kamer.
Wederom vleesch in blik voor
werkloozen.
Rede Ch. J. 1. M. Weiter.
AU BON MARCHÉ
SPOORSTRAAT 105.
De nieuwste
Sport- en Flanel-Costumes
Voordelige prijzen.
Het zelfstandig uitoefenen van
beroepen en bedrijven door
vreemdelingen.
voornaamste vragen, welke de
Britsche regeering gisteravond aan de
pnitseiie lieeft gesteld, »ijn:
Erkent gij den huldigen territorialen
en poittieken status in Europa, voor zoo
ver die niet later door vrije onderhande
lingen en overeenkomsten mocht worden
gevvtjzigd
Hoe denkt gU over het van kracht blij
ven der thans geldende bepalingen van
j,et Verdrag van Versailles?
Beschouwt gjj u thans als een partner,
die in staat is werkelijke verdragen te
sluiten
zyt gij bereid non-agresdepacten te
sluiten met de Sovjet-Unie, letland en
Estland
Mogen non-agressiepacten gegaran
deerd worden door pacten van wederr.ljd-
schen bijstand
Wat nou de taak zijn van bet door u
voorgestelde internationale arbitragehof
en hoe staat ge tegenover bet bestaande
Haagsche Hof en de bestaande verdragen
J. arbitrage, verzoening en gerechte
lijke beslissing?
Bedoelde vragen zrjn vervat in een instruc
tie, welke minister Eden heeft doen toekomen
gan den Britschen ambassadeur te Berlijn,
gir Eric Phipps. In deze instructie, welke
gisterochtend in de Britsche en Duitsche
hoofdsteden is gepubliceerd, wordt o. m. ge
zegd:
Het is de wensch der Britsche regeering,
alles te doen, wat in haar vermogen ligt, om
mede te werken tot de bereiking van het
doel, dat in bet memorandum van 31 Maart
door de Duitsche regeering „het groote werk
tot beveiliging van den Europeeschen vrede"
genoemd wordt.
Ter bereiking van dit doel en om den weg
vrij te maken voor succesvolle onderhande
lingen, richt ik deze instructie tot u, met het
verzoek hierover een bespreking met den heer
rijkskanselier te willen voeren.
Een aantal van de voorstellen der Duitsche
regeering behandelt de voorloopige maatre
gelen in de gedemilitariseerde zone, die van
kracht zouden blijven, tot de eerste étappe
Is afgelegd van de algemeene onderhandelin
gen voor den Europeesche vrede, welke de
Duitsche regeering voorgesteld heeft. Ik ben
niet voornemens in deze instructie op die
voorloopige maatregelen in te gaan, al is het
uwe excellentie bekend, dat de Britsche re
geering betreurt, dat de Duitsche regeering
niet in staat is geweest een tastbare bijdrage
te leveren voor het herstel van vertrouwen,
hetwelk zulk een essentieele voorwaarde is
voor de omvangrijke onderhandelingen, die
overwogen worden.
In den loop van mijn bespreking op 1 April
met den heer von Ribbentrop heb ik hem
medegedeeld, dat de Britsche regeering de
in het Duitsche memorandum van 31 Maart
met het oog op de toekomst gedane voor
stellen zeer belangrijk en een ernstig onder
zoek waardig acht. Dit onderzoek is thans
reeds ver gevorderd, maar de Britsche regee
ring stuit bjj de voortzetting daarvan op
moeilijkheden, zoolang zjj met de Duitsche
regeering niet grondiger kan ingaan op een
reeks van punten van de drie memoranda,
met name die van 24 en 31 Maart,
In de Duitsche memoranda van 24 en 31
Maart komt een aantal punten voor, die bij
de Britsche regeering zekeren twijfel laten
bestaan, hoe de Duitsche regeering zich den
grondslag denkt, waarop de toekomstige re
geling gebaseerd moet zijn.
Het eerste punt, welks verduidelijkingen
gewenseht is, is de vraag, of het Duit-
Bche rjjk zich thans in staat acht, „wer
kelijke verdragen" te sluiten,
De Britsche regeering zou een duidelijke
terklaring der Duitsche regeering verwelko
men, die een einde maakt aan elke onzeker
heid ten aanzien van dit punt.
GeMcn de verdragen
Indien de conclusie, welke vervat is in
Winea 6 van het Duitsche memorandum van
8l Maart (n.1. dat bij den wapenstilstand en
het vedrag van Versailles de toezeggingen
mn geschonden, welke Duitschland in de
veertien punten van president Wilson waren
gedaan) bedoelt algeméén te gelden, dan zou
^it aanleiding kunnen geven tot twijfel over
vraag, hoe de Duitsche regeering denkt
over het verder van kracht blijven van de
V.erige thans nog geldende bepalingen van
het verdrag van Versailles, en in laatste in-
"tantle over alle overeenkomsten, waarvan
Mcn zou kunnen zeggen, dat zjj teruggrijpen
°P de bepalingen van het Verdrag van Ver-
eaiJies,
De Britsche regeering zou over de in be
doelde alinea vervatte historische interpre
tatie der gebeurtenissen niet willen rede-
wisten en zj) zal dan ook geen uiting geven
Ooi haar eigen opvattingen. Zjj moet echter
Batuurijjk wel duidelijk tot uiting brengen,
oat het haar niet mogelijk is accoord te gaan
*"et de opvattingen, die door de Duitsche
peering tn bedoelde alinea gehuldigd wor
den,
Huidige status erkend?
Do vraag Is, of Duitschland van oor-
•*ool Is, dat thans een faze bereikt is,
"Mrin het verklaren kan, dat het de
bestaande territoriale en politieke ordc-
I niiig |n Europa erkent en van plan is te
eerbiedigen, voorzoover deze niet later
j ',<>0r vrjjo onderhandelingen en overeen-
I komsten zouden worden gewijzigd.
Non-agressie.
Britsche regeering is verheugd, dat de
3l 1j^che regeering in haai' memorandum van
tuftnTifar^ het 8luiten van non-agressiepacten
^1 ben Duitschland eenerzjjds en Frankrijk,
©8 en zoo mogeljjk Nederland anderzijds
voorstelt. De Britsche regeering veroorlooft
zich aan de algemeene richtsnoeren voor der
gelijke verdragen te herinneren, zooals zjj op
26 Maart 1935 te Berlijn door baron von Neu-
rath aan sir Simon zijn medegedeeld.
Zij zou gaarne willen vernemen, of
naar het oordeel der Duitsche regeering
de pacten over het algemeen op deze
basis dienen te berusten en of zjj er
mede accoord gaat, dat deze pacten
tevens door overeenkomsten tot weder-
zijdschen bijstand gegarandeerd kunnen
worden.
Nog twee andere punten vereischen, dat er
aandacht aan besteed wordt.
Het eerste punt betreft de beteekenis der
woorden „staten aan Duitschlands Zuidoos
telijke en Noordoostelijke grenzen".
De Britsche regeering kan den indruk niet
van zich afzetten ,dat de algemeene regeling
uitermate vergemakkelijkt zou worden, in
dien de Duitsche regeering in staat zou we
zen, deze woorden aldus te interpreteeren, dat
zjj behalve de onmiddellijk aan Duitschland
grenzende staten op zijn minst ook de Sovjet-
Unie, Letland en Estland omvatten.
Het tweede punt betreft de niet-inmenging
in de aangelegenheden van andere staten, in
tegenstelling tot nonagressiepacten. Met vol
doening herinnert de Britsche regeering zich
de verklaring van den rijkskanselier in de
Rijksdagzitting van 21 Mei 1935, dat de Duit
sche regeering „te allen tijde bereid is, zich
accoord te verklaren met een Internationale
overeenkomst, die op doeltreffende wjjze alle
pogingen tot inmenging van buitenaf ver
hindert en onmogelijk maakt".
In het memorandum van 31 Maart „stelt
Duitschland voor, een internationaal scheids
gerecht te vormen, dat competent zal zjjn
voor de nakoming van dit verdragencóm-
plex",
Vermoedelijk zijn hiermede bedoeld de in
het memorandum vermelde overeenkomsten
inzake West-Europa.
De Britsche regeering zou het op prijs stel
len te vernemen, welke in groote trekken de
taak en de samenstelling van het voorgestelde
scheidsgerecht zouden moeten zijn en in
welke verhouding zijn taak zou staan tot die
van den Volkenbondsraad en van het Perma
nente Hof van Internationale Justitie.
Het Haagsche Hof.
Gezien de aankondiging dat Duitschland
bereid is in den Volkenbond terug te keeren,
zal de Duitsche regeering ongetwijfeld bereid
zjjn mede te deelen, welk standpunt zij in de
toekomst zal innemen tegenover het Perma
nent Hof van Internationale Justitie (speciaal
voor zoover betreft de facultatieve clausule,
waarbij <le staten zich verbinden, zich aan de
beslissingen van het Hof te onderwerpen) en
tegenover de diverse bepalingen in zake arbi
trage, verzoeningsprocedure of gerechtelijke
beslechting, die neergelegd zjjn in verdragen,
waarbij Duitschland betrokken is.
De Berljjnsche correspondent van de „N, R,
Crt." telefoneerde gisterenmiddag:
De Engelsche vragenlijst, die overigens niet
den vorm van een lijst van vragen heeft, maar
van een vriendelijk gesteld aide mémoire,
wordt op het oogenblik onderworpen aan een
voorloopig onderzoek door dr. Dieckhoff en
anderen. Duitschland zal met de beantwoor
ding geen haast maken, want Hitier zal van
de nota eerst over eenige dagen kennis nemen
en daarna zal de eigenlijke bestudeering pas
beginnen.
Aldus schijnt deze vragenlijst, waarvan men
voor nog betrekkelijk korten tijd bi) voorbaat
veel ophef meende te moeten maken, slechts
een étappe te zullen zijn in het procédé van
geleidelijk inslapen, waaraan de kwestie van
de Rijnlandbezetting onderhevig is.
Doderdag heeft ook het Hoogerhuis de Vol-
kenbondspolitiek der regeering besproken.
Lord Ponsonby die zeide uitsluitend voor
zichzelf te spreken, betoogde dat de tragedie
van Abessinië bewezen had, dat de Volken
bond slechts beperkt gezag en geen feitelijke
macht bezat. Onze regeering is echter te
laat geweest en het heeft geen doel Frankrijk
te beschuldigen.
Spr. begreep niet dat iemand thans nog
van verlenging of versoherping der sancties
kan spreken.
Was dit om den wrok te bemantelen dien
de Engelsche regeering over haar nederlaag
moest voelen, of was het om het Italiaan-
sche volk dat eenvoudig zijn plicht had ge
daan te beleedigen?
Lord Snell zeide namens de officieele op
positie dat hij in zjjn geheele parlementaire
periode niet zulk een vernederende gebeur
tenis had meegemaakt als waarvoor het En
gelsche volk thans door zjjn eigen regeering
geplaatst was. Spr. had aanvankelijk geen
bezwaren gehad tegen sancties maar hjj had
het Abessijnsche volk willen toeroepen: stel
nooit eenig vertrouwen tn de woorden van
een kapitalistische regeering. Zoodra het op
geld verdienen aankomt is elk gegeven woord
volkomen waardeloos.
Lord Cecil en Churcliill ln de Albert
Hall te Londen.
Een zeer talrijk publiek is gisteravond naar
de Albert Hall getrokken om de groote ver
gadering van de Volkenbondsunie bjj te wonen.
Er waren weinig plaatsen onbezet, wat heel
iets zeggen wil in die zaal, die ongeveer tien
duizend menschen kan herbergen. Ten minste
een derde van het publiek, zoo niet de helft
bestond uit vrouwen.
Met groote geestdrift nam de vergadering
ten slotte een resolutie aan tot steun van
den Volkenbond en het principe van de col
lectieve veiligheid. De resolutie geeft ook uit
drukking aan de verontwaardiging over den
inval in Abessinië en verzoekt de regeering de
handhaving van de sancties tegen Italië te
bevorderen, totdat dit land zich bereid ver
klaart een vrede te accepteeren op voorwaar
den vastgesteld door den Volkenbondsraad,
Onder voorzitterschap van lord Cecil is te
Genève een tweedaagsche conferentie gehou
den van leiders der organisaties, die voor een
internationale vredesactie ijveren.
Aan deze conferentie hebben deelgenomen
vertegenwoordigers van Frankrijk, Engeland,
Tsjechoslowakjje, Rusland, Zwitserland,
Spanje en vele vertegenwoordigers van orga
nisaties, in het bijzonder van oud-strjjders,
vrouwenbonden en godsdienstige vereenigin-
gen.
De conferentie heeft als basis van een „in
ternationale vredesactie" de volgende begin
selen aanvaard:
1. De onschendbaarheid der verdragsver
plichtingen;
2. Beperking der bewapening door interna
tionale overeenkomst en opheffing van de
winsten en voordeelen, uit de wapenfabricage
voortvloeiend
3. Versterking van den Volkenbond als or
gaan tot het tegengaan en doen eindigen van
oorlogen door de meest doeltreffende organi
satie der collectieve veiligheid en wederzjjd-
schen bijstand;
4. Oprichting, binnen het kader van den
Volkenhond, van een mechanisme tot het on
gedaan maken van toestanden, gevaarlijk
voor den vrede.
De „internationale vredesactie" zal op 3,
4, 5 en 6 September a.s. een algemeen vredes
congres houden, onder voorzitterschap van
lord Cecil als algemeen voorzitter en Pierre
Cot als voorzitter van de „internationale vre
desactie".
De conferentie heeft voorts .besloten bin
nenkort te Parijs een bijeenkomst te beleg
gen van het algemeen bestuur der vredesac
tie, welke bestaat uit vertegenwoordigers der
onderscheidene landen en der groote vredes
organisaties.
Naar Reuter uit Saloniki meldt heeft Meta
xas bjj zjjn terugkeer uit Athene een verklaring
afgelegd tegenover de Grieksche pers en er
den nadruk op gelegd, dat hjj alle pogiDgen
in het werk had gesteld om de beslissingen
genomen door leiders der politieke partjjen
ten aanzien van Griekenland's buitenlandsche
politiek ten uitvoer te brengen. Zoo zeide hij
o.m. dat er maatregelen werden voorbereid
op politiek en militair gebied om de Balkan
entente in stand te houden tegen hen, die
deze in gevaar trachtten te brengen.
„Over den aard van deze maatregelen moet
ik echter het stilzwijgen bewaren. Het Balkan-
pact is geen politiek of militair bondgenoot
schap, maar een defensief verdrag. Het ver
zoek van Turkjje ten aanzien van de zeeëngt en
wordt door de Balkan-entente beschouwd als
een maatregel, vereischt door de noodzake
lijkheid tot verdediging, niet als een wijziging
der verdragen, aangezien de territoriale clau
sules niet worden gewijzigd. De toekomstige
regeling met betrekking tot de zeeëngten zal
eveneens betrekking hebben op de Grieksche
eilanden Lemnos en Samothrace, dit in over
eenstemming met de clausules van het verdrag
van Lausanne.
Een eventueele herbewapening van Bulgarije
kan ons niet onverschillig laten. Men zal dit
ais een agressieve daad opvatten. Wij zjjn
echter van oordeel, dat Sofia het verdrag van
Neuilly niet zal opzeggen, zooals het dit
onlangs heeft verzekerd. Griekenland moet in
het vervolg zijn politiek in overeenstemming
brengen met de reorganisatie der strijdkrach
ten van dit land. Dit is de reden, waarom het
er niet aan denkt van minister van buiten
landsche zaken te veranderen."
De kwestie der sancties uitgesteld?
Naar Reuter uit Genève meldt, heeft men
in Volkenbondskringen heden den nadruk, dat
tjjdens de zitting van den Volkenbondsraad,
die Maandag a.s. zal beginnen, de sanctie-
kwestie niet ter sprake zal komen.
In de vergadering van gisteravond heeft
het parlement geweigerd zich te houden aan
de opstelling van den regentschapsraad, zoo
als die in het testament van koning Foead
gegeven wordt. Na een uur beraadslaagd te
hebben kwam men tot een geheel andere op
stelling.
De nieuwe regentschapsraad, zooals die door
het parlement ls opgesteld luidt als volgt:
Prins Mohammed Ali, Aziz Izez pasja, oud
minister van buitenlandsche zaken en Cherif
Sabry pasja een oom van koning Faroek.
Treedt de regeering vandaag af?
De algemeene verwachting is, dat na de
benoeming van een anderen regentschapsraad
vandaag de regeering Ali Maher pasja zal
aftreden en dat de vorming van een nieuwe
regeering zal worden opgedragen aan Nabas
pasja, den leider van de Wafdpartjj.
Koning Faroek wordt op zijn 18en verjaar
dag meerderjarig. De regentschapsraad zal
dus 21 maanden in functie zijn.
Het herstel van de schade.
De oorlogscorrespondent van het Duit
sche nieuwsbureau seint uit Addis Abeba, dat
de Italiaansche troepen te Addis Abeba thans
bezig zijn met het herstellen van de schade
en het zoeken naar de daders.
Italië en de gezantschappen te
Addis Abeba.
Van bevoegde Italiaansche zjjde wordt
medegedeeld, dat maarschalk Badoglio den
gezanten en zaakgelastigden te Addis Abeba
heeft medegedeeld, dat hun diplomatieke
werkzaamheden doelloos zjjn geworden, daar
de regeering, bij welke zij geaccrediteerd wa
ren, niet meer bestaat. Uit beleefdheid, al
dus verklaart men hier, heeft hij het echter
aan de gezanten overgelaten, de bescherming
der belangen hunner landslieden te blijven
waarnemen.
Als Gij 's nachts niet slapen kunt
door de benauwdheid op Uw borst.
Als Uw ademhaling moeilijker en pijn
lijker wordt door de verstopping van
Uw luchtpijptakken, neem dan Akker'»
Abdijsiroop. Gij zult Uw benauwdheid
overmeesteren, want de slijm zal zon
der moeite loskomen. Vanaf den
eersten lepel begint de verlichting.
Dat opgeblazen, benauwde gevoel
zal verdwijnen en na korten tijd zult
Gij geen spoor meer van die borst-
benauwdheid bemerken. Neem dus bij
AKKER'»
Naar Reuter uit Dzjiboetl meldt, zjjn er ook
te Harrar ernstige onlusten uitgebroken. Een
groot deel van de stad moet in brand staan.
Groote groepen plunderaars hebben zich naar
Diredawa begeven, maar de Fransche troepen,
die daar gestationneerd zjjn, hebben maat
regelen genomen om hen af te slaan.
Volgens de laatste berichten zijn de Italia
nen nog slechts 15 km van Harrar af.
Harrar bezet.
De correspondent van de Tevere in Somali-
lahd seint, dat de gemechaniseerde afdeelingen
van Grazlani's troepen Donderdag Harrar
hebben bezet.
Opervlakte en bevolking van het
nieuwe Italië. De Duce „stichter
des rijks".
Naar Reuter uit Rome meldt, beslaan de
Italiaansche bezittingen, t.w. Liby, de eilan
den in de Aegeische Zee, de concessie te
Tientsin en thans Oost-Afrika tezamen met
Italië „en oppervlakte van 3.852.000 vierkante
kilometers. De bevolking bedraagt 57.800.000
zielen.
Het fascisme begroet den Duce als den
stichter van het rjjk. De vice-voorzitter van
de partij heeft hem een telegram gezonden,
waarin hij zegt: „Terwijl het Italiaansche
volk in eigen land en daarbuiten van trots
vervuld ia, begroeten de zwarthemden van de
revolutie je, o Duce, stichter des rijks".
Bij de betoogingen, dezer dagen voor het
koninklijk paleis gehouden, werd herhaalde
lijk geroepen: „Leve het imperium".
I I
Te Haifa aangekomen.
De Britsche kruiser „Enterprise" met den
negus en zijn gevolg aan boord, is vanochtend
om half tien (plaats, tijd) te Haifa aange
komen.
Na aankomst te Haifa zette de negus on
middellijk per trein zjjn reis naar Jeruzalem
voort.
Naar Reuter uit Haifa meldt, zjjn daar
honderd met ijzer beslagen kisten ontscheept
van de „Enterprise". Men vermoedt, dat deze
kisten het vermogen van den negus bevatten.
Een pijnlijk gezicht voor den negus moet
het gezicht van het Italiaansche stoomschip
„Carnaro" van de Lloyd Triestino opgeleverd
hebben, dat gepavoiseerd was ter eere van de
Italiaansche overwinning.
De keizer werd aan den wal ontvangen
door de autoriteiten van Haifa met den bur
gemeester aan het hoofd. Toen klonken weer
hoornseinen; de keizerin verliet het schip, ge
steund door den hofarts. De andere leden van
de keizerlijke familie volgden.
Kas Syocm geeft zich over.
Volgens een bericht uit Asmara zou ras
Syoem, de bekwame Abessijnsche aanvoerder
uit het Noorden ,zich bij het opperbevel van
het derde legercorps in de streek van Sokota,
100 km bezuidwesten Makallé, hebben aan
gemeld. De streek rond Sokota is reeds sinds
'ang' geheel door de Italiaansche troepen
bezet.
In het Lagerhuis zeide Eeden in den loop
van het debat, dat Abessinië in het geheel
653.590 goudfrancs aan contributie aan den
Volkenbond had betaald. Blijkbaar geïnspi
reerd door het desbetreffende ingezonden
stuk in de Times, riep toen een lid: „Kunnen
ze dat geld niet terug krijgen?"
Goedgekeurd in do financieels
commissie van den senaat.
De fiancieele commissie van den Senaat
beeft de marine-begrooting tot een bedrag
van 531 millioen dollars goedgekeurd, in vrij
wel denzelfden vorm, zooals deze kort ge
leden door het Huis van Afgevaardigden
werd aangenomen.
Tijdens de besprekingen sprak senator
Pitman het vertrouwen uit, dat het vloot-
verdrag van Londen door de commissie van
biutenlandsche zaken zal worden goedge
keurd en waarschijnlijk nog in deze zitting
zal worden geratificeerd.
Het Huis van Afgevaardigden heeft een
rapport goedgekeurd aangaande een aanvul
lende begrooting tot een bedrag van
672,500,000 dollar.
Dit ontwerp is met kleine wijzigingen
teruggezonden naar den Senaat.
Bij Koninklijk besluit van 6 Mei is tot
voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal voor den verderen duur der tegen
woordige zitting benoemd mr. P. J. M. Aal
berse (R.K.), minister van Staat, lid van de
Kamer.
MR. GOSELING VOOR/JTTER VAN DE
R.-K. TWEEDE KAMERFRACTIE.
In de Donderdag gehouden vergadering van
de r.k. fractie van de Tweede Kamer is mede-
deeling gedaan van het besluit van prof. mr.
P. J. M. Aalberse om, na zijn benoeming tot
voorzitter van de Kamer, ontslag te nemen
als bestuurslid van de fractie.
Tot voorzitter der fractie werd daarna met
op één na algemeene stemmen gekozen mr. G.
M. J. F. Goseling, en in de vacature als be
stuurslid werd voorzien door de verkiezing
van dr. L. G. Kortenhorst.
DE PALEIS-RAADHUISKWESTIE TE
AMSTERDAM.
Het betreffende wetsontwerp thans
ingediend.
Bjj de Tweede Kamer is thans ingediend
een wetsontwerp tot goedkeuring van de
overeenkomst, houdende afstand om niet
door de gemeente Amsterdam aan den Staat
van het Koninklijk Paleis aan den Dam te
Amsterdam en uitkeering door den Staat
aan de gemeente Amsterdam van een bedrag
groot 10 millioen gulden voor den bouw van
een nieuw raadhuis.
Het ligt in de bedoeling van den minister
van sociale zaken, zoo mogelijk reeds per 1
Juni zoogenaamd gehakt in blik tegen lagen
prijs voor werkloozen verkrijgbaar te stellen.
Reeds gedurende eenigen tijd zijn omtrent
den aanmaak van dit product besprekingen
gevoerd tusschen de departementen van so
ciale zaken en van landbouw. De voorberei
dingen, welke voor deze distributie moesten
worden getroffen, zijn thans zoover gevor
derd, dat met de productie binnen enkele
weken een aanvang zal kunnen worden ge
maakt, nu daaromtrent tusschen het departe
ment van sociale zaken en den betrokken
leverancier overeenstemming is bereikt.
Donderdagmiddag heeft de Ondernemersraad
voor Nederlandsch-Indië te 's-Gravenhage zijn
veertiende jaarlijksche algemeene ledenverga
dering gehouden. Nadat het jaarverslag was
uitgebracht, hield de voorzitter, de heer Ch, J.
I. M. Weiter, een rede.
In den aanvang daarvan wees spreker er op,
dat het met het jaar moeilijker valt optimist
te blijven.
Er vormt zich, gedeeltelijk een evenwichts
toestand op de basis van 1/3 der prijzen van in-
en uitvoer van 1929, wat uiteraard een belang
rijke daling van de financieele capaciteit en
een insehrompeling van de maatschappelijke
structuur impliceert.
Uitvoer.
De uitvoer, exclusief goud en zilver, bedroeg
in 1935 naar de waarde 479 millioen, het
laagste bedrag sedert de intrede van de depres
sie en was ruim 25 millioen lager dan in
1934. Het expertsaldo is van i 213 millioen in
1934 teruggeloopen tot 202 millioen in 1935,
het is echter hooger dan het saldo van 1933,
ad 143 millioen.
Van de belangrijke uitvoerproducten als
aardoliën, suiker, thee, rubber, koffie, peper,
tabak en cassave, is in 1935 de uitvoerwaarde
gedaald, vergeleken bjj 1934, van tin, coprah,
palmolie, maïs en vezels daarentegen gestegen.
Suikercultuur.
De voor de geheele oeconomlc van Indië en
voor de welvaart der bevolking op Java zoo
uitermate gewichtige suikercultuur heeft zich
voorshands ingesteld op de productie van
1.400.000 ton suiker, hetgeen voor de naaste
toekomst stellig een verbetering van het oeco-
nomische perspectief beteekent.
De stemming in Indië jegens
Nederland.
Spreker wijdt vervolgens eenige beschouwin
gen aan de voor kort in Indië tot uiting ge
brachte ontstemming jegens Nederland, welke
volgens hem moet worden gezien tegen den
achtergrond van de verwikkelingen ln de oeco-
nomische structuur en het maatschappelijk
leven van Indië en slechts beteekenis he< ft in
verband met de totale verarming van hei land,
met zijn „uitgebeend" budget.
De steim door Nederland aan Indië verleend
bjj de afsluiting van het Nederlandsch-Ameri-
kaansch handelsverdrag, die, welken het moe
derland, met een zeer reëele opoffering aan de
Indische koffiecultuur verleent en de gedeelte
lijke opheffing van de financieele gevolgen der
contingenteering van cambrics, zijn even zoo
vele bewijzen, dat Nederland er niet over denkt
de sinds 70 jaren gevoerde koloniale politiek,
welke gericht is op het besturen van Indië om
der wille van Indië zelf, te vervangen door de
vroegere wingewest-politiek, zooals men in
Indië scheen te vreczen.
Belangstelling van Nederland voor
Indië.
Spreker lichtte vervolgens uitvoerig de stel
ling toe, dat het o economisch herstel van Indië
voor een zeer belangrijk deel de oeconomigche
depressie in Nederland zou beëindigen.
Het wordt dan ook van steeds meer belang,
dat Nederlandsch kapitaal deelneemt aan de
industrieele ontwikkeling van Indië.
Ook als afzetgebied van Nederlandsche pro
ducten is Indië van beteekenis door de talrijke
bevolking, al is de koopkracht per hoofd niet
groot. Een complex van factoren heeft er toe
medegewerkt, dat dit afzetgebied voor Neder
land goeddeels is verloren gegaan.
Spreker heeft het gevoel, dat betere tijden
ook voor ons niet meer heel ver kunnen zjjn.
Indien en zoodra zjj komen, zal men ervaren,
dat de opofferingen, welke gebracht en het leed
dat daardoor geleden is, tenslotte toch niet voor
niets zulien zijn geweest,
9 M e i. De „Normandie" en de „Queen
Mary" hebben de denkers aan het werk gezet,
Meneer Chapman, Amerikaansch bankier,
heeft over de gewenschte afmetingen van
schepen nog heel andere opvattingen dan de
constructeurs van de beide bovengenoemde
notedoppen. Hij heeft een Idee. Amerika moet
in de komende drie jaar twee schuitjes bou
wen van 100.000 ton inhoud en 420 Meter
lengte. Deze speelgoedbootjes zullen, volgens
zijn plan, 100 bombardementsvliegtuigen kun
nen meevoeren. Ze zullen allerleukste uit
vinding inschuifbare schoorsteenen en op
vouwbare ventilatoren hebben, zoodat zjj in
drijvende vliegvelden veranderd kunnen wor
den en zoodat de passagiers, als zjj de „be
vlieging" krjjgen, naar de dichtstbijzijnde ha
ven kunnen vliegen. De pontjes zullen 10.000
passagiers tegelijk kunnen vervoeren.
Meneer Chapman wacht op toestemming
van het Congres. Het Congres zal het geluk
van de menschheid zeker geen struikelblok
in den weg willen leggen.
Vanmorgen kwam er een vernuftig landge
noot bjj ons binnenstappen.
Mogen wij zwijgen? vroeg hij.
Neen, duizendmaal neen, klonk het be
scheid.
Welnu, zei hjj, Engeland en Amerika ste
ken ons naar de kroon. Onze reputatie op
scheepvaartgebied wordt ernstig bedreigd.
Op de plannen van Chapman bestaat maar
één antwoord: superplannen.
Hjj ontvouwde een papier.
Dit is mijn schema voor een schip, dat niet
overtroffen k&n worden. Eenvoudig omdat
de zee niet groot genoeg is. Het past precies
ln den Atlantischen Oceaan. De boeg komt
met den neus in de New Yorksche haven te
liggen; de achtersteven op de westkust van
Ierland. Enorme besparing aan brandstof:1 er
wordt niet meer gevaren. Men stapt in Enge
land in, neemt den trein, en stapt in New
York uit. Het ei van Columbus. Geen zee
ziekte, geen stormgevaar.
„Fest gemauert auf dem Meere.
„Liegt ein Schiff aus Stahl gebaut..."
Mijn zeestad zal Zétropolis heeten. Er zjjn
nog meer voordeelen aan verbonden. Mil-
lioenen menschen kunnen hierop van de zee
lucht gemeten. Er zullen honderden schitte
rende boulevards worden aangelegd, met dui
zenden Lunaparken, er zullen heele steden
verrijzen van menschen, die nooit meer aan
land zullen willen wonen. Er zullen voor die
steden raadhuizen worden gebouwd, en scho
len, theaters, stempelkantoren, bioscopen. En
denkt u eens aan, wat een oplossing voor de
overbevolkte landen! Duizenden en duizenden
zullen hier volop werk vinden, een hygiënisch
leven, een mensehwaardlg, idyllisch be
staan..."
Maar verspert zoo'n... schip niet meer
of minder den weg voor het bonafide
scheepvaartverkeer.
Met 'n superieuren glimlach antwoordde
de uitvinder:
Daar ls natuurlijk aan gedacht. Mijn
„Zétropolis" zal duizend doorvaart-tunnels
bezitten ten behoeve van de doorgaande sche
pen. Het scheepvaartverkeer zal er trouwens
een krabhtigen impuls door krijgen. Wie zal
dezen wonderbodem niet willen zien, al is het
in 't voorbijgaan?
Wij konden onze bewondering voor den
stoutmoedigen opzet niet verhelen.
En wanneer zou uw Zétropolis klaar
kunnen zijn?
Zonder een oogenblik van aarzeling ant
woordde de uitvinder:
Mei 1971. Dat komt ook goed uit, voor
't begin van het zomerseizoen.
De Tweede Kamer zal vermoedelijk morgen
een beslissing nemen.
Het voorloopig verglag van do
Tweede Hamer.
Verschenen ls het voorloopige verslag van
de Tweede Kamer over het wetsontwerp
regeling van het zelfstandig uitoefenen van
beroepen en bedrijven door vreemdelingen,
Daaraan is het volgende ontleend:
Eenerzjjds zal de gekozen definitie tal van
goed Nederlandsche bedrjjven van een ver
gunning afhankelijk maken, andcrszjjds kan
zjj nimmer een afdoenden waarborg verschaf
fen, dat de ondernemingen, die buiten de de
finitie vallen, met in wezen vreemde onder
nemingen zjjn.
Op grond van deze overwegingen drongen
de hier aan het woord zijnde leden er op
aan, de werking van het ontwerp te beper
ken tot vreemdelingen ,die, hetzij alleen, het
zij in een vennootschap onder firma of als
beheerend vennoot in een commanditaire
vennootschap, een beroep of bedrijf uitoefe
nen, en haar niet uit te strekken tot vreem
de rechtspersonen.
Verscheiden leden voegden aan deze be
schouwingen nog toe, dat zij de zeer ver
Btrckkende bevoegdheid, welke het ontwerp
in den gekozen vorm aan de regeering zal
verleenen ook daarom niet juist achtten, om
dat de regeering daarvan gebruik zou kun
nen maken om in het algemeen tegen to
gaan, dat hier te lande buitenlandsche onder
nemingen worden opgericht.
Ernstig bezwaar werd ook gemaakt tegen
het voorstel der regeering om het ontwerp
niet alleen te laten gelden voor nieuw to
stichten ondernemingen, doch ook alle be
staande vreemde ondernemingen daaronder
te doen vallen.
Verscheidene leden achtten het wenschelijlt
meer waarborgen te scheppen tegen even
tueele onbillijke behandeling van vreemdelin
gen, die onder deze wet zullen vallen.
Weet U dat U een FONGERS rijwiel
kunt koopen vanaf t 38.—
Fa H. J. v. GRUNNINGEN
Tel. 266 Keizerstraat 64/66