Buitenlandsch Overzicht. De koning van Keizer van Italië, Ethiopië. JfaótfietlVaco? de gouden brug Melk sterkt f3 maal daags een glas/ NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Maarschalk Badoglio tot benoemd. onderkoning Transpireerende Voeten, M.i. 7750 EERSTE BLAD DINSDAG 12 ME0 1936 64»te JAARGANG De waarde van papieren verdragen, te blijven van den Volkenbond? Heeft het zin om lid De volkenbond. Geweldige geestdrift in Italië 3 maal per dag Den Helder - De rede van Mussolini. Verscherping van het geschil tusschen den Volkenbond en Italië. De Italiaansche vertegenwoordigers weigeren met de Atessijnschen y tezamen te zitten. NEERLANDS ZUIVEL VOEDT U GOED! FEUILLETON. COURANT Abonnement per 3 maanden bi) vooruitbet: Helderschc Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1 1.65; binnenland 2.—, Nederl. Oost- en Weet-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 3.20. Losse nos. 4 ct; fr. p, p. 6 ct Weekabonnementen 12 et Zondagsblad resp. 0.60, 0.70, 0.70, f 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.60, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekenlng No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct. per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct Duitschland heeft den Volkenbond voor een voldongen feit geplaatst, eerst met zijn eenzijdige herbewapening en daar na met zijn bezetting van het Rijnland. Italië heeft hetzelfde gedaan met zijn bin nenrukken van het land van een lid van den Volkenbond en nu Zaterdagavond met de afkondiging van het Italiaansche keizerrijk Abessinië. Andere leden hebben geknarsetand, hebben moord en brand geschreeuwd, en zich toen neergelegd bij de feiten, na de opstelling en het aannemen van scherpgestelde resolu ties. De knuppel achter de deur, de hond aan den ketting. En Hitier en Mussolini lachen. Over de waarde van die scherpgestelde re soluties, schreef de N. R. Crt. Zaterdag avond in een hoofdartikel eenige zinnen. Wij ontleenen daaraan het volgende: Na de eenzijdige herbewapening van Duitschland in Maart van het vorig jaar is in den Raad van den Volkenbond een resolu tie aangenomen, waarbij een commissie werd ingesteld, die maatregelen zou beramen tegen den staat, die voortaan eenzijdig zijn ver plichtingen zou verloochenen. Men heeft later van die commissie niets meer gehoord. De resolutie heette toen een groote overwinning van de Fransche politiek en z$ was ook in op merkelijk goede bewoordingen gesteld. De overwinning blijkt echter van een soort, dat men zjjn ergste vijanden altijd nog kan gunnen. Het blijft bij woorden. Wij hebben hier weer hetzelfde beleefd na de remilitarisatie van het Rijnland. Parijs moest Londen geducht vermanen voor het zich het verdrag van Locarno met zijn duide lijke bepalingen herinnerde. Toen de Engel- sche regeering daarvan het besef gekregen had, heeft zij Frankrijk ook niet teleurge steld. Men zal zich de verrassend scherpe re solutie, die te Londen aangenomen is, herin neren en de eischen, die zij aan Duitschland Stelde betreffende onthouding van verster king van het geremilitariseerde gebied, be treffende een neutrale zone en tijdelijke be zetting met neutrale troepen. Nadat deze re solutie opgesteld en aangenomen was, heeft een eervolle plaats gekregen tusschen an dere actestukken en niemand praat er meer over. Op zichzelf beschouwd is dit maar het beste. De gevaarlijke kant van alles echter, dat de wereld de strijdlustige mogendheden zoo verschrikkelijk ernstig moet gaan be schouwen, omdat zij onverschillig voor alle recht handelen en dat de wereld tegelijkertijd een steeds sterker besef moet gaan krijgen van alles, wat in onze dagen in gerechteltjken vorm tot stand komt. De vraag, die vooral de kleine mogendheden zich zullen gaan stellen is deze: „Heeft mijn lid maatschap van den Vol kenbond nog wel eenige practische waarde?" Als mijn belangen door de groote mogend heden toch niet beschermd worden, dan kan ik de Volkenbondscontributie en de duizenden die Genève opslikt door middel van afgevaar digden voor de bijna permanente conferen ties, beter besparen. Inderdaad als de kleine mogendheden niet meer hebben te verwach ten van hun lidmaatschap van den Volken bond, dan Abessinië, dan kunnen ze beter uittreden en toch hebben de neutrale staten, die daarover dezer dagen hebben geconfe reerd, daartoe nog niet kunnen besluiten. Te Genève hebben de ministers van buiten- landsche zaken van Zweden, Noorwegen, Denemarken, Nederland, Finland, Spanje en Zwitserland beraadslaagd over de vraag, welke houding zij te Genève dienen aan te ne men. Aan het slot der conferentie is het vol gende communiqué uitgegeven. „De vertegenwoordigers der zeven staten bevestigen unaniem hun gehechtheid aan het werk van den Volkenbond. Zij hebben van gedachten gewisseld over de gevolgen der huidige gebeurtenissen voor de organisatie en de werking van den Vol kenbond." „De Courant" wist nog mee te deelen dat de neutrale mogendheden in afwachting van de Raadszittingen, die gisteren zijn begon nen, geen definitieve beslissing hadden geno men al wordt verondersteld dat hun hou ding ten opzichte van de verovering van Abessinië door Italië ongeveer als volgt zou zijn: De kleine staten zullen, wanneer tot voortzetting der sancties tegen Italië be sloten wordt, deze ten volle ondersteunen, mits deze voortgezette sanctieactie ten doel heeft pressie op de Italiaansche re geering uit te oefenen, opdat deze 'n meer tegemoetkomende houding aanneemt, dan die welke blijkt uit Mussolini's verkla ringen van gisternacht, dat Abessinië bij Italië wordt ingelijfd en dat koning Vic- tor Emanuel tot keizer wordt geprocla meerd. Indien echter in den loop der raadszittingen mocht blijken, dat de sancties alleen worden voortgezet, ten einde Mussolini te dwingen de belangen van Frankrijk en Engeland in Abessinië, neergelegd in het verdrag van 1906, in de toekomst te ontzien, dan zullen de neutrale Staten weigeren aan een voort zitting der sanctie-actie deel te nemen THOMAS INSK1P, de Engelsche minister van Defensie, on der wiens leiding thans de bewapening van Engeland plaats vindt. Zaterdagavond heeft te Rome na afloop van den ministerraad en de zitting van den grooten fascistischen raad een betooging plaats gevonden op het Piazza Venezia, waar Mussolini zijn aangekondigde rede, over de belangrijke besluiten van de beide raden be kend zou maken. De enorme betooging op het plein voor het Palazzo Venezia te Rome had plaats bij het schijnsel van fakkels en onder het zingen van vaderlandsche liederen en krijgsgezan gen. Met spanning wachtte een enorme me nigte de besluiten af van den grooten fascis tischen raad en den ministerraad, die de Duce aanstonds van het balcon van het pa leis zou afkondigen. Sedert zonsondergang had de massa van zwarthemden, legerafdee- lingen en burgers op het plein en in de aan grenzende straten angstaanjagende afmetin gen aangenomen. Ook alle andere groote pleinen van de hoofdstad waar luidsprekrs waren opgesteld, wemelde van fascisten en burgers, die uitgelaten waren van de groot ste vreugde. Het fantastisch schouwspel op het Piazza Venezia werd nog verhoogd door het schijnsel van zoeklichten, dat over de mensehenzee speelde. Een woud van vaan dels en vlaggen aldus Stefani bevond zich rondom het altaar des vaderlands, waar vertegenwoordigers van alle strijdkrachten bijeen stonden. Op het balcon van het paleis Koning Victcr Emanuel, die tot keizer van Abessinië werd uitgeroepen. Wieringermeer - Medemblik - Hoorn - Amsterdam. Verbinding met geheel West-Friesland. Itaiië's dictator, Benito Mussolini. woonden de prinsessen van het Huis van Sa- voye de hisotrische plechtigheid bij. Addis Abeba stond in radiophonische ver binding met het paleis en zoodoende konden ook de bezettingstroepen een aandeel hebben in de hetooging. Terwijl het plein en om geving onophouwelijk weerklonken van uit bundige uitroepen en van muziek, kwarn om tien uur de groote fascistische raad in een zaal van het paleis hijeen. De zitting duurde niet langer dan tien minuten en onmiddellijk daarna vergaderde ook de ministerraad op zijn beurt, hetwelk niet langer dan drie mi nuten vorderde. In het paleis waren ook aanwezig de mili taire attaché's van de landen, die niet aan de sanctie-maatregelen deelnemen. Om half elf precies, plaatselijken tijd, ver scheen de Duce op het balcon, begroet door eindelooze toejuichingen. Hij begon met aan te kondigen, dat Italië eindelijk zijn impe rium had, waarna de menigte in grenzenlooze geestdrift uitbarstte. Mussolini ging voort: Het is een fascistisch keizerrijk, omdat het de symbolen van den wil en macht van den Romeinschen lictor draagt en het Is een rijk des vredes, omdat Italië den vrede wil voor zich en voor allen en omdat het slechts oor log voert, wanneer het daartoe door de nood zakelijkheid wordt gedrongen. Aldus is de Romeinsche traditie, die na te hebben overwonnen zich verbonden heeft met de overwonnen volkeren. Het grondgebied en het volk van Abes sinië zijn thans geplaatst onder de alge heele souvereiniteit van het koninkrijk Italië; de Koning van Italië heeft zich Handen en Oksels behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel. In bussen van 45 en 60 ct. Alleen bi) Apoth. en Drogisten. en zgn opvolgers den titel van Keizer van Ethiopië. Ethiopië wordt bestuurd en vertegen woordigd door een gouverneur-generaal, die den titel draagt van onderkoning en waaraan ondergeschikt zijn de gouver neurs - an Eritrea en Somaliland. Aan den onderkoning zijn ook onder geschikt alle burgerlijke en militaire autoriteiten in de gebieden, welke binnen zijn rechtsbevoegdheid liggen. In een tweede decreet wordt maar schalk Badoglio benoemd tot gouverneur- generaal van Ethiopië met den titel en volmachten van onderkoning. De Duce eindigde zijn rede: het volk van Italië, dat met zijn bloed het rijk heeft ge schapen, zal het met zijn arbeid vruchtbaar maken en het verdedigen met zijn wapens. De menigte begroette het einde van de toespraak met een nieuwe geestdriftige ova tie, die verscheidene minuten duurde en die den Duce noodzaakte eenige keeren op het balcon terug te komen. Dank aan Mussolini. Het kwam tot een nieuwe manifestatie van geestdrift, toen de vice-secretaris van de fas cistische partij op het balon verscheen en mededeelde, dat de groote fasctische raad in zijn zitting een motie had aangenomen, waar in de dankbaarheid van het land wordt uit gedrukt jegens Mussolini, den grondvester van het nieuwe imperium. Toejuichingen voor den koning. Na afloop van de betooging op het Piazza Venezia begaf de menigte zich naar het Ko ninklijk paleis. De Koning verscheen spoedig op het balcon van het paleis en de menigte juichte hem uitbundig toe. De Koning bleef met den kroonprins gedurende een langen tjjd op het balcon en de geestdrift van de menigte nam steeds toe. De vreugde in de stad duurde tot diep in den nacht. Ook op het platteland was men samen gekomen om naar de rede van den Duce te luisteren. Graziani tot maarschalk benoemd. Op voorstel van Mussolini ls generaal Gra ziani dooor den Koning benoemd tot maar schalk van Italië. De nieuwe onderkoning van Abessinië, maarschalk Badoglio. De Volkenbondsraad is gisterenmiddag onder voorzitterschap van Anthony Eden zjjn 92ste zitting begonnen. De Raad was geheel com pleet. Alle In den Volkenbondsraad vertegen woordigde regeeringen hadden hun eersten ge delegeerde ditmaal naar Genève afgevaardigd. Reeds in de korte openingsvergadering achter gesloten deuren, die steeds aan de eerste open bare vergadering pleegt vooraf te gaan, ls waarschijnlijk de belangrijkste beslissing ge vallen, die de Raad ln deze week te treffen zou hebben. De Raad heeft, ondanks het verzet van baron Aloisi, besloten het punt nummer 18 van de agenda, getiteld „geschil tusschen Abes sinië en Italië", op de agenda te handhaven, Door deze beslissing is ongetwijfeld het geschil tusschen den Volkenbond en Italië nog verscherpt. Aloisi is consequent ge weest tot het alleruiterste. De stelling van Aloisi was deze, dat er niet alleen geen reden meer bestaat om Wol de Mariam uit te noodlgen aan de Raadstafel plaats te nemen bij de bespreking van punt 18 der agenda, doch dat dit geheele punt 18 van de agenda moest worden geschrapt, aangezien de verdwijning van Abessinië als souvereinen staat het onmogelijk maakt, dat nog langer van een geschil tusschen Italië en Abessinië kan worden gesproker- De Raad was echter van een andere meening. Zoodra Aloisi verklaarde eenige opmerkingen over punt 18 der agenda te willen maken, noo- digde de Raadsvoorzitter Eden den vertegen woordiger van Abessinië uit, aan de Raads tafel zitting te nemen, zooals steeds in al deze maanden geschied is, zoodra het geschil tus schen Italië en Abessinië aan de orde kwam. Aloisi verklaarde hierop, dat de Italiaansche delegatie niet kan dulden, dat een zoogenaam de Abessijnsche gedelegeerde aan de Raads tafel zit. Er bestaat in Abessinië, zeide Aloisi, zelfs geen schijn meer van organisatie van een zelfstandigen staat. De eenige daar bestaande souvereiniteit is die van Italië. Iedere discussie over een zoogenaamd geschil tusschen Italië en Abessinië is dus zonder doel geworden. De ver tegenwoordiger van Italië weigerde dan ook hieraan deel te nemen. Onmiddellijk na deze woorden verliet Aloisi en alle andere leden van de Italiaansche delegatie de Raadszaal. De Volkenbondsraad zette rustig de bespre kingen voort over de door Aloisi opgeworpen vraag of er nog een geschil tusschen Abessinië en Italië bestaat, zoodat punt 18 op de agenda moet worden gehouden. Eden verklaarde als raadsvoorzitter van meening te zijn, dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. De Madariaga en Munch zeiden onmiddellijk hierop, dat zfl de meening van den voorzitter volkomen deelden en dat punt 18 op de agenda gehandhaafd moet blijven. Daar niemand eenige afwijkende meening deed hooren, werd aldus besloten. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat de raad afgezien heeft van het voornemen, om de be sprekingen over Abessinië te verdagen tot half Juni, in verband met het demissionaire karak ter van de tegenwoordige Fransche regeering. ROMAN VAN HANNO PLESSEN. 81) Daar blijft Rcnate ook reeds staan en..< W steekt hem de hand toe: »Ik vind het buitengewoon prettig u weer eens gezien te hebben, meneer Szartossy..." "Lruwehjk is de vanzelfsprekendheid, waar- 1j!e<r ze> °P zoo bijzonder hartelijke wijze... Scheid neemt. Daartegen is van zijn kant niets in te rengen; hem rest nog slechts een hoffelijke buiging Maar nauwelijks heeft zij hem den rug begekeerd, of hij kan zichzelf wel om de dor- slaan, dat hij als de eerste de beste omrne jongen den moed miste voor de con- n 'oneel-beleefcie vraag nog een eindje te »^gen vergezellen. zitt ^aat °P een mÜ'Paa'tje langs den weg p.. e" en terwijl hg met nerveuze vingers zijn boa 8:'nt *e stoppen, tracht hij hun gesprek Heeft*:n'S 'n ziJn herinnering terug te roepen, hgg z'i <ian niets gezegd, waaruit althans ken? ,ou<^n8 tegenover hem was op te ma pels ^n vo°rhoofd trekt zich in diepe rim- \ya8 erwiJ' hij peinzend voor zich uitstaart. 26 anders tegen hem dan de laatste maal, dat hij haar ontmoette...? Minder har telijk dan bij zijn bezoek aan de Lantaarn, Was er iets gebeurd, wat veranderd Het zijn alles vragen, welke zich aan hem opdringen en waarop hij nog lang tevergeefs een afdoend antwoord zoekt. Reeds geruimen wachten de gasten van Hotel Lansersee op de dagelrjksche verschij ning van Margot Sellert, die hen reeds eenige malen als schoonrijdster op de gladde ijzers in verrukking heeft gebracht. Vandaag echter heeft de jonge actrice van het Münchener Kleintooneel, die hier tijdens de eerste vijf dagen van haar vacantie een zeer regelmatig en vooruit vastgesteld ontspanningsprogramma afwerkte, iets anders te doen dan zich op de ijsbaan van het hotel te laten bewonderen. Toen zij gisteren op haar middagwandeling toevallig in de omgeving van de Lantaarn verzeild geraakte, is haar ter oore gekomen aan wie dit huis behoort. En dat heeft haar op een idéé gebracht, tot welker verwezen lijking zij zoo spoedig mogelijk de eerste stappen wil ondernemen. Derhalve ls zij nu over de dicht besneeuwde Lanser Hange op weg naar Renate Lien. Een lichtgroen sportcostuum, zoo chique als slechts beroemde modehuizen in de wereldsteden die vermogen af te leveren, sluit nauw om haar slanke gestalte. Zij heeft de witte wollen muts afgenomen en loopt blootshoofds door het stille bergland. Zonne-reflexen liggen als gouden stippen op haar rood-blond, licht golvend haar, dat een verstandig, sympathiek en door groote oogen beheerscht gelaat omlijst. Die oogen, van de zeldzame kleur van goud barnsteen, hebben bepaald iets fascineerends. Haar tred is beslist en doelbewust. In regelmatige af standen zet zij haar voeten vooruit. Haar stappen zijn niet te groot en niet te klein, niet te vlug en niet te klein, niet te vlug en niet te langzaamZij hebben dezelfde ge lijkmatigheid als haar wezen. Met open oogen loopt Margot Sellert, door dezen hoek van de Alpenwereld, welke als geen andere, schoonheid en grootschheid in zich vereenigt. Over het vreedzame dal met zijn bosschen en weiden, dwaalt haar blik naar de imposante gletscherwereld van de Innsbrueker NordketteZij is meer dan tevreden over de keuze van haar vacantieoord. In de acht vrije dagen, welke zij haar direc teur heeft afgebedeld, zal ze voldoende nieuwe krachten verzamelen om aan de eischen, welke het seizoen bij het kleintooneel onge twijfeld zal stellen, op afdoende wijze het hoofd te kunnen bieden. En als dan bovendien het bezoek aan Renate Lien haar het beloofde succes zal brengen, ja, dan kan haar korte trip naar de Lansersee niet genoeg worden gewaardeerd O, Margot Sellert weet wel, wat zij doet. Vandaag zoo goed als anders. Slechts een maal, een enkele maal in haar leven heeft haar rustige bezonnenheid haar in de steek gelaten, heeft een, met alle verstand en logica spottend gevoel haar weloverwogen zakelijk heid verstikt en over haar nuchter-practische levensbeschouwing getriomfeerd. De roes was kort kon, in overeenstemming met haar natuur, ook niet anders zijn. Het ontwaken was bitter en pijnlijk de erkenning, waartoe dit moest leiden. Streng en meedoogenloos over zichzelf oordeelend, kan ze zich deze zwakheid niet althans nu nog niet verge ven. Sindsdien werkt ze met verdubbelde energie en leeft ze bewuster dan ooit in een instinctmatig streven deze schande uit te wis- schen. Na een wandeling van een uur, precies zoo als zij het vooruit heeft berekend, bereikt ze de Lantaarn. Het geluk ls haar gunstig, want voor de deur maakt Renate Lien, die zooeven schijnt te zijn teruggekeerd, juist aanstalten zich van haar skies te ontdoen. Margot Sel lert herkent het frjne, intelligente profiel van de bekende schrijfster, hoewel deze in werke lijkheid veel jonger en knapper is dan op de foto's in de geïllustreerde bladen en haar boeken. Met een paar flinke stappen staat de actrice naast haar. „Renate Lien," zegt ze en er ligt zooveel hartelijke vereering in dezen naam, dien haar weeke, welluidende stem met een bijna teer timbre uitspreekt, dat de aangesprokene met blijde verrassing het hoofd opheft. De vragen de blik, waarmee zij Margot opneemt, heeft onmiddellijk een uitdrukking van sympathie. „Excuseert u mijn onbescheidenheid, me vrouw," vervolgt deze. „Ik ben Margot Sellert van het Münchener Kleintooneel... Dat zet u misschien slechts bitter weinig, want ik ben lang niet zoo bekend als u, maar..." „Dat zullen we voorloopig maar in het mid den laten," valt Renate haar lachend in de rede. „In ieder geval doet deze toevallige ken nismaking mij buitengewoon genoegen, juf frouw Sellert." Met deze woorden steekt zij haar bezoekster de hand toe. „Toevallig is zij niet," bekent deze. „Ik ben hier niet zonder bedoeling... en dat ik u zoo voor de deur van uw woning kon overval len, is een bijzonder gelukkige omstandigheid, want wie weet, of ik anders wel zoo hartelijk zou zijn ontvangen..." De vrijmoedigheid, waarmee zij aan haar gedachten uiting geeft, is zoo vermakelijk, dat Renate er geheel op in gaat. „Als de zaken zoo staan, zal ik u dus wel moeten verzoeken om binnen te komen." Lachend opent zij de deur voor haar gast, zon der er bij te denken, dat zij nu zelf een vreem de in haar woning laat, waartoe zij zelfs haar besten vrienden de toegang heeft geweigerd, om haar logé, Sylvester Vonberg, in dezen overgangstijd tegen eiken blik van buiten staanders te vrijwaren. Zóó komt de actrice in den schrijfhoek van de Lantaarn. In een zeer geanimeerd gesprek zitten de beide vrouwen tegenover elkaar. In geestelijk opzicht volkomen harmonieerend, ontbreekt het haar niet aan de noodige aanknoopings- pimten. Renate, die in haar teruggetrokken leven voor een dergelijke uitwisseling van gedach ten slechts zelden gelegenheid krijgt, geeft zich geheel aan het genoegen daarvan over en Margot Sellert pakt bereldwillg en breed voerig uit over alles, wat maar in het gesprek wordt aangeroerd. Zij voelt zich niet alleen ge vleid door de buitengewoon hartelijke ont vangst, welke haar ten deel ls gevallen, maar al spoedig is zij ook geheel onder de bekoring van de charme, die er van haar gastvrouw uitgaat. „Nu moet ik toch eindelijk eens met de reden van m'n bezoek voor den dag komen," zegt zij tenslotte. „Natuurlijk is het een ver zoek, dat ik tot u te richten heb... een vrien delijk verzoek..." „Als het in m'n vermogen ligt, zal lk er gaarne aan voldoen, juffrouw Sellert..." „Dat is al een voorloopige toezegging... Ik houd u aan uw woord, want inwilligen kunt u het zeker!" En een en al opgewektheid nu vervolgt de tooneelspeelster: „De zaak ls deze. Ik moet midden Februari een voordracht houden voor de radio. Het onderwerp wordt aan mij overgelaten. Hoewel lk al ruim drie weken weet, dat ik moet op treden, kon ik het er maar niet met mezelf over eens worden welk onderwerp ik zal kie zen. U zult niet willen gelooven wat ik al alles overwogen en weer verworpen heb... Maar toen ik gisteren hoorde, dat die witte dobbelsteen, waartoe ik me al dadelijk op de een of andere manier aangetrokken voelde, de woning was van Renate Lien, wist ik plot- seling wat me te doen stond... Ik zou graag een van uw verhalen willen voordragen..* Maar... een nieuw, dat nog niet is uitgege ven... Daarom zit ik nu hier... U moet weten dat ik ontzettend eergierig ben... maar mis schien is u dat intusschen zelf al opgeval len..." Renate knikt haar bezoekster vriendelijk toe. „U krijgt van mij het manuscript van m'n laatste verhaal, „De gouden brug!" „O, wat heerlijk... ik dank u hartelijk," zegt Margot met een kleur van blijdschap. „Mag ik het direct meenemen...? Ik moet namelijk overmorgen alweer naar Mlinchen terug." „Zoo gauw gaat het helaas niet," lacht Renate, „want de geschiedenis moet eerst nog worden geschreven. „Ik ben vandaag tijdens m'n ski-tour pas op het idee gekomen. U ziet dus, dat u wel iets nieuws krijgt..* nieuwer kan het zelfs niet." En de belang stellende vraag in Margot's blik ontwarend, vervolgt ze aarzelend: „Het wordt de geschiedenis van den regen- hoog. Deze als meteorologisch-optisch ver schijnsel te verklaren, is de taak van den natuurkundige. Wij, van het gilde der zoo genaamde schoone kunsten, mogen er ons een andere voorstelling van maken... Zoo'n regenboog heeft in mijn oogen iets verzoenends, wanneer na druilerig en triest regenweer de zon hem in lichtende kleuren aan den hemel toovert. Dan lijkt hij het symbool tusschen hemel en aarde, tusschen God en de Menschen. Geschapen door een goddelijke macht voor de lijdende, dwalende creaturen, opdat dezen daarlangs den weg zullen vinden uit de diepte, de kleinzieligheid en de zonde naar het hoogere, de ruimte en de reinheid..." (Wordt vervolgd.),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1