POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT
|k heb de lachers aan mijn zijde.
Het grootste erfenis-proces dezer eeuw
ZATERDAG 16 MEI 1936
AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN
f
Stamboek De uitspraak van het
Purksch-Fransche scheidsgerecht, in
zake teruggave van Abdul Hamids
miilioen aan zijn erfgenamen heeft
Sroote belangstelling, maar ook
groote teleurstelling gewekt. De
aanspraken op deze erfenis van de
voormalige haremdames werden af
gewezen.
Het kind en het spel.
r«.
Grock is er weerl - De groote clown praat over zijn „zaak''.
Wat vinden de menschen eigenlijk komisch?
De wereld heeft een dezer dagen een
tijding vernomen, die overal vreugde en
glimlachjes heeft verwekt. Grock is er
weer! Ongeveer twee jaar geleden, had
de groote clown verklaard, dat hij zich
geheel in het privaatleven wilde terug
trekken, hij had er genoeg van.
Hij heeft het evenwel in de eenzaamheid
niet lang uitgehouden. Zooals eiken waar
achtige kunstenaar, had ook na eenigen
tijd, de nood aan een publiek, hem te pak-
i, nog juist op tijd, nog lang voor hij
sen vergetene zou zijn geworden.
Eerst trad hij op voor een klein critisch
gehoor, om te zien, of hij nog steeds de
oude frischheid bezat. De eerste beoor
deelingen, die van daar uit in het open
baar zijn doorgedrongen, luiden uiterst
veelbelovend. Maar deze kleine gebeurtenis
wijst er reeds op, met hoeveel zelfkritiek
en met welke uiterste voorzichtigheid
Grock zijn vak beoefent.
Ieder, die hem eens zag, moest het be
merken: Grock is geen plompe grappen
maker, maar een zeer groote clown, die elk
I gebaar, elk woord juist berekend en zijn
pijlen op het gepaste oogenblik afschiet.
Begrijpelijker wordt dit, wanneer men
Grock zelf over zijn werk hoort spreken.
Onlangs heeft hij een artikel geschreven
over zijn kunst en daarin onthult hij het
volgende:
„Het is niet gemakkelijk", zegt hij,
menschen te doen lachen, men moet zeer
goed weten, hoe de menschen reageeren;
de werking echter, het „knaleffect ligt in
de verrassing". En net zoo levendig, zoo
als wij hem van de planken kennen schil
dert hij met de pen een dergelijke situatie:
„Ik ben doodernstig. De toeschouwers
eveneens. Er is niets om te lachen. Dan
plotseling, gelijk een bom, barst het be
lachelijke, het komische in de ernstige
stemming open, rukt den ernst van de
situatie uiteen, maakt hem bespottelijk,
totaal ongerechtvaardigd, verbreekt hem
m totaal verbroken wijkt de ernst, daar
'"3 hiet langer op de juiste plaats is."
Het afgezaagde stemt treurig.
Wat is dan eigenlijk het komische? Ook
°P deze vraag geeft Grock het antwoord.
komiek moet men weten te onder
scheiden", zegt hij. „De groote massa
"ordt enkel door het groteske, het in het
°°S springende „gepakt". Zij lacht maar
wanneer er iemand valt, of een zwaren
'ast' hij dragen moet, dikwijls laat val-
en- Iets dergelijks dringt zich aan den
Menschen op en brengt zelfs den ernstigen
jjan het lachen. Ik geef echter meer om
,'t'L eenvoudige, om datgene wat zich niet
Wringt, de scherts, waarom men glim-
'act>t zonder luid te lachen, de scherts, die
echter des te dieper doordringt. Ik werk
met fijne zetten."
®en ander beroepsgeheim verraadt hij:
i8t alleen door het komische van de
situatie, werkt men. Spreken is gewichtig.
Een gevat antwoord kan, verbluffen.
Natuurlijk mag het geenszins iets afge-
sletens zijn. Want zulks stemt altijd
treurig.
De komiek en zijn pupliek.
Het is alsof hij eiken zenuw, eiken ve
zel der lachspieren kent, en terwijl het
publiek in alle steden der wereld hem
brullend en schreeuwend van het lachen
toejubelt, pleit hij reeds in dezen lach de
zielen van zijn toehoorders"Ik moet
rekening houden met klassen, klimaat,
lucht en weer, met de bedrijvigheid en den
aard van het werk van mijn auditorium,
met de verschillende temperamenten van
dorp en stad, van de verschillende volken.
Uit deze berekening kan het lachen be
vrijdend, ook troostend werken. Dat is
mijn werk. Geen gemakkelijk karweitje.
Maar een menschelijk werk, althans.
Ja, dat is een van de hoofdreden van
zijn succes, hij leeft met het publiek
mede. Steeds weer wordt dat bewezen,
wEinneer hij over zijn werk spreekt. „Zoo-
velen zouden van harte willen lachen,
alleen ze kunnen het niet", schrijft hij."
Zij kunnen de zorgen niet vergeten, of zij
hebben geen geld om een voorstelling bij
te wonen. De tijden zijn hard. De wereld
is gek geworden."
De zegen van het lachen.
Gewapend met deze diepe menschelrjk-
heid staat hij voor zijn publiek. Er is een
programma, naar hetwelk men zich zou
moeten richten. Maar hij weet het zeer
goed; het programma alleen is .niets. Het
komt er op aan, hoe men het uitvoert en
wie de mensch is, die het uitvoert. Dat
beslist" over het succes. En zoo kijkt hij"
met zijn rustige, goedige, geslepen oogen
over het publiek. Eiken toeschouwer af
zonderlek schijnt hij te willen begrijpen.
Men krijgt werkelijk angst, wanneer men
de menschen zoo aankijkt. Men voelt hun
nood als hulpelooze dieren. Alleen de illu
sie van de vreugde geeft hun een poos
verademing.
En daarom wordt zijn blik niet ernstig,
wanneer hij de oogen van den nood ziet.
Hij glimlacht steeds, heel rustig, heel goe
dig. En plotseling begint deze glimlach
zich te weerkaatsen in de oogen van de
toeschouwers.
„Ik kan niet zeggen, waarom ik ko
misch werk. Ik werk zoo. Meer weet ik
niet. In het privaatleven ben ik In het
algemeen een ernstig mensch. Ik heb niet
de geringste neiging voor het belachelijke.
Maar als ik voor het publiek treed, ver
andert dat. Ik wordt een gansch ander
mensch. Het publiek inspireert mij, vuurt
mij aan." Aldus Grock.
Ons evenwel schijnt het, dat het ge
heim van zijn gelukkigmakende werking
meer nog in zijn fonkelenden humor, in
zijn hart, in z$n medevoelend ligt.
200 vrouwen uit een harem wilden millioenen erven
De nalatenschap van den sultan ABDUL HAM1D.
'Hoe
Ieder eenmaal „Ik bal"
,"^U de haremschoonheden, de vrou-
Van den sultan Abdul Hamid oud,
'swam^ geleefd. Hun kinderen zyn wel-
groot en schoon. Sommigen onder
Van ®bbcn zelf al kinderen. De favorieten
Abdul Kiosk, het harempaleis van
Voor Karrud, beroemen er zich alle op,
d-t de
Üeveli^erUimen de "'kbal'
""gwiottw, van Abdul Hamid ge-
te zjjn. xiat is echter lang geleden.
ThEins poogt men te Nizza, te Cairo, of te
Parijs, te Buenos Aires of te New York de
twee eindjes der jaren aan elkaar te knoo-
pen. Reeds om deze reden drongen zich
honderdvoudige verwachtingen aan die
acten en gerechtelijke aanteekeningen op,
welke te Stamboel aan een scheidsgerecht
voorgelegd waren, om de erfenisaanspra
ken van de voormalige haremdames te be
wijzen. Thans is deze hoop vernietigd, het
gerecht heeft zich tegen de „ikbals" uit
gesproken.
Zaken, geld vermogen
De gepensionneerde haremdames en hun
raadgevers hadden mis gerekend. Het tra
gische einde kwam vlugger, dan zij ge
dacht hadden. Gewijzigde regeeringsvor-
men, afgezette ministers, prinsen, van ge
zag en i-echt beroofd, dat alles had de in
beslagname van de petroleumbronnen in
Klain-Aziè, katoenvelden in Noord-Afrika,
de stadswijken in Stamboel, de paleizen en
bosschen rond den Bosporus, die eens den
machtigen Abdul Hamid toe behoorden,
tengevolge.
Men schatte onmiddellijk na het einde
van de regeering van den sultan zijn ver
mogen, waarop dus de vrouwen, of ten
minste de wettige kinderen aanspraak had
den kunnen maken, op 150250 miilioen.
Zelfs den zorgvuldigsten rekenaar was het
onmogelijk een juiste balans te maken
van de vermeende of werkelijke rijkdom
men van den sultan. Op een paar millioe
nen meer of minder kwam het er niet op
aan. De sultansmillioenen werden vlug ge
noteerd en stegen, terwijl men onderhan
delde, tot een fabelachtige hoogte.
Prinsen en prinsessen streden
voor hun recht.
Aanvankelijk poogde nu eens een prins,
dan weer een andere, nu een9 Abdul Ka-
dir, een volgend' keer .Abdul Kerim of
prinses Chadie op eigen houtje de Turk-
sche regeering tot uitbetaling van hun
miilioen te bewegen, op grond .van een
uitspraak, geveld door ergens een buiten-
landsch gerechtshof. Maar dergelijke pro
cessen kostten, indien ze dan nog tot een
beslissing leidden, ongelooflijk veel. geld. De
prinsen en prinsessen uit Stamboel had
den al vrij spoedig al hun geld in proces
sen zien opgaan. Zij waren niet van zins
toe te geven, toen de eerste negatieve uit
spraken geveld waren. Intussehen hadden
avonturiers en oplichters toegang weten
te vinden.
De „trust" van 10 naties.
Een reusachtige „trust" kwam tot stand,
de hoofdzetel te Parijs, filialen te Londen,
te New York en te Budapest. Een gesle
pen Fransehe advocaat had de zaak ont
worpen, een Engelsehe valsche munter, die
op dat oogenblik toevallig niet in de ge
vangenis zat, had de aandeelen prachtig
geteekend.
Met groot vertoon van reclame, een
goede zaak waardig, zocht men geldschie
ters en andere belangstellenden, aan wie
de verzekering gegeven werd, dat zij met
enkele franken rechten op de petroleum
bronnen van Mossoel verkrijgen konden.
Deze bronnen maakten ook deel uit van
VOOR DE
L
Heeft u, ouders, -wel eens gelet op' de
volgorde der spelet, vyeücej, hjet„ kind in
den loop ziiner iaren speelt bat Is werke
lijk de moeite waard. s
Het begint al, wanneer- cfe -kleine hum
mel nog in de wieg ligt. Het speelt met
zijn knuistjes, trekt eens aan zijn kleertjes
of en hoe leuk is dat altijd weer het
tracht zich te vermaken met zijn roze-
roode teentjes.
De moeder slaat dit lieve spelen met
alle aandacht gaae en tracht haaf lieve
ling al vroeg leiding te geven bij zijn spel.
Dan komt de tijd van de: ballen', ramme
laars, poppetjes van rubber enz. enz. Ver
standig is het, niet te veel speelgoed in
eens te geven. Men moet leëren zien, aan
welk stuk speelgoed op een bepaald' oogen
blik het kind behoefte heeft. Het is een
bekend feit, dat het meeste Speelgoed, het
welk voor de hummels tot één jaar ver
kocht wordt, ongeschikt is.
Even bekend is het, hoe het kina op
zijn eersten verjaardag als het ware over
laden wordt met cadeautjes, van ouders,
groot-ouders, tantes, enz. enz. En wan
neer het het eerste kleintje in-de familie
is, ja, dan weten we het wel!
In sommige families leeft -de goepe ge
woonte, het kind op zijn eersten verjaar-
dag een spaarbankboekje cadeau te doen.
Zou het niet verstandig zij, afes de familie
leden onder elkaar het geld, dat zij an
ders aan cadeautjes besteden, op dit boekje
te storten?
Na de speelperiode in de wieg komt
dan de kruipperiode. Voor hét kind een
heele overwinning, wanneer het zich voor
het eerst van zijn plaats kan bewegen.
Maar ook, wat een zorg voor moeder! Het
kleintje tast en grijpt naar alles, ook
naar dingen, die gevaarlijk voor hem zijn.
Het is onnoodig hier al die aardige mo
mentjes uit het vfoegste kinderleven voor
u weer te geven. Wie kinderen heeft,
kent dezen tijd met vreugdevolle oogen-
blikken en zijn momenten van angst en
zorg. Zoo langzamerhand komt nu de pe
riode, dat het kind zich het liefst bezig
houdt met het maken van zandvornipjes,
taartjes noemen ze hun producten. Men
kent deze echt kinderlijke bezigheid: een
beetje zand, wat vies water, een paar
zandvormpjes, bij gebrek aan mooie, doen
ze het wel met schoensmeerdoosjes en
oude theekopjes, en... niet te vergeten van
die lieve kleine, o zoo vuile knuistjes!
Maar laat ze spelen, moeders. Laat ze
poffertjes en taartjes bakken. Hier open
baart zich bij het kind zijn eerste liefde
voor de boetseerkunst. Betreurt het, dat
het op lateren leeftijd hiervoor meestal
zoo weinig voor voelt. Want het moge zich
dan vies maken, er staat tegenover dat
het spelenderwijs zijn gevoel voor schoone
vormen aan het ontwikkelen is.
Het is sommigen uwer misschien be
kend, dat de ontwikkeling van het spel bij
"het kifld wel vergeleken wordt met de
voortschrijdende ontwikkeling van de
menechheid. Ik persoonlijk aanvaard de
conclusie dezer theorie niet, maar ben toch
ook weer niet blind voor de treffende over
eenkomsten, welke er telkens vallen op te
merken. In het bovenstaande hebben wij
zoo'n geval. Immers het feit, dat als
kunstuiting de boetseerkunst zich het
eerst bij het kind openbaart, wijst in de
richting van de eerste kunstuiting bij de
primitieve volken: de pottebakkerskunst.
Dit tijdperk der jeugd, door een schrijf
ster wel betiteld met dat van den potten
bakkerstijd, houdt bij vele kinderen aan
tot het zesde levensjaar. Natuurlijk neem,
ik deze tijdbepaling als globaal geval.
De volgende periode is het tijdvak van
het jagers- en rooverspel.
Dit dan vooral bij de jongens. De meis
jes beginnen nu zoo langzamerhand te
spelen met hun poppen, huisjes worden ge
bouwd, soms slechts op den grond getee
kend. Er wordt moedertje gespeeld. Het
familieleven, zooals het kind dit nog ziet,
wordt uitgebeeld in het spel. Aardig is
hierbij het veelvuldig voorkomen van de
z.g. schervenbank. Deze scherfjes verbeel
den dan het keukengerij.
Het kind is inmiddels op school ea
neemt ook het schoolleven in zijn spel op.
Ze spelen „schooltje" en... voor ons onder
wijzers is het wel eens vervelend, zulks
te moeten opmerken, maar in deze spelle
tjes handhaafd de opvoedster de tucht wel
met strenge hand. Klappen en straf wor
den nogal royaal uitgedeeld... Ik wil het
er ditmaal bij laten. In het volgende
hoekje zulen we de beschouwingen over
het kinderspel voortzetten. Alleen nog
een vriendelijk verzoek:
Reeds jaren bracht ik allerlei foto-op
namen van spelende kinderen bijeen. In
dien u belangstelt in deze artikelen, zoudt
u ons dan het groote genoegen willen doen
en eens in uw kiekjesverzameling willen
snuffelen naar spelkiekjes van uw kinde
ren of desnoods van uzelf uit uw kinder
jaren
Wij zullen ze graag ontvangen. Ze heb
ben voor onze studie zeer veel waarde.
Uw zendingen gelieve u te adresseeren aan
de uitgeefster van dit blad. Bij vooibaat
hartelijk dank!