Amsterdamsche Brieven.
Heidensche bruiloft in
Hongarije.
f JUTTERTJE
"ZATERDAG ró MEI t936
PAG. 5
hand te wisselen, daar de wond langzaam
opdroogt en zich een dunne korst vormt,
die de gevoelige deelen afdekt.
Op deze wijze trekt de huid onder de
genezing niet samen, zoodat geen littee-
kena ontstaan. De huid wordt na de
Quarzlichtbestraling nagenoeg glad en is
weer geheel en al soepel. Indien er toch
reeds infectie heeft plaats gehad, dan
wordt deze lichttherapie eveneens met
goed gevolg toegepast en de etterachtige
wonden krijgen al spoedig een zuiver aan
zien. Van groot belang is tevens bij deze
behandeling, dat de patiënten zich veel
beter gevoelen door de aanmerkelijk min
dere pijnen, waardoor het mogelijk is, dat
zij slapen, hetgeen hun zenuwen veel minder
gevoelig maakt
,,Ik zal je nu eens vertellen wat voor
een man jij bent."
,.Ik raad je aan dat niet te doen, anders
zal ik je wegens beleediging laten ver
volgen."
Wanneer men van Budapest naar de
oude idyllische Romeinsche stad Aquinem
^eist, ziet men op een kleinen kalen heu
vel een eenzame toren staan. Indien men
de menschen uit de omgeving vraagt, met
welk doel deze gebouwd is, zullen zij u
vertellen, dat de Attillatoren op den Gou
den Berg gebouwd is om de feesten der
500 of 600 aanhangers van een herleefde
heidensche godsdienst te vieren naar oud-
Hongaarsch gebruik.
Kort geleden vond het eerste huwelijk
plaats op dezen Attila-toren en onder
stroomenden regen volgde ongeveer 600
dezer „moderne heidenen" den „Oberscha
man", die een banier in de hand droeg,
waarop de zon en een halve maan voor
kwamen en waaraan een bos paardehaar
bevestigd was. Hij werd gevolgd door de
Boftzerr-lfrrijk versietdè priestergewaden
en het bruidspaar Johann Mozel en Ilona
Juhasz.
Voor den ouden toren namen de huwe
lijksceremoniën een aanvang en begonnen
wérd met het gereed maken van een
bloedrood offerblok, waarop een machtig
vuur werd aangestoken en daarna sprak
de Oberschaman Zoltan Benczick, het vol
gende zonnegebed uit:
Symbool der' Godheid, Oervader der
Hongaren, Zon, die U heeft doen versui'
ven, opdat gij uit Uwe atomen de Hon
garen zult scheppen,- wij begroeten U".
De gemeente wendde hierop het gelaat
naar de Zon en een spreekkoor zeide:
Offervlammen gloeien, rookwolken stijgen
!en hemel, onze eeuwige vesting zendt
ons haar boodschap: God der Hongaren".
Vervolgens hield de „Magiër", Eugen
Marton de hand van de bruid vast en de
Arts Magiër", Dr. Béla Bélavany vol
trok het oud-Hongaarsche ceremonieel
van het bloedverbond. In een tinnen beker
werdeen weinig bloed van de bruid en van
vlen bruidegom opgevangen en dit kosi-
bare mengsel werd over het offervuur
"egoten, waar over tevens zeldzame krui
den en Ambra gestrooid werden.
De Oberschaman wierp tenslotte nog
brood en zout in het vuur en verklaarde
geestdriftig,dat bruid en bruidegom bei-
den in de stamgemeenschap der aanhan
gers van den krijgsgod waren opgenomen.
De feestrede werd gehouden door den
Magiër Gabriel Korahmay, diedeed uit
komen, dat dit oeroude offervuur voor de
eerste maal sedert negen eeuwen weer was
ontstoken om niet meer gedoofd te wor
den.
Het huwelijksfeest eindigde met het zin-
San van oude turansche liederen liederen
door een koor. terwijl de ..Magiërs" en
"Bonzen" om de vlammen van het offer
vuur sprongen.
Gaande en komende sport.
Het seizoen van het bruine monster
loopt teneinde om plaats te maken voor
het seizoen van het racket, de badmuts en
het turnpak. Ditmaal heeft dat mon
ster, alias Koning Voetbal, nog voordat
hij zijn zomervacantie ging nemen eens
extra willen demonstreeren welk een ge
wichtige plaats hij in de moderne samen
leving is gaan bekleeden en daarom maak
te Hij, dan ook bij wijze van afscheid, nog
eens een buiging in het... Paleis van Justi
tie aan de Prinsengracht in welke deftige
behuizing hij nu blijkbaar ook al doorge
drongen is en waar hij, evenals overal
elders, eveneens in staat bleek de gemoe
deren te beroeren. Zoowel het gemoed van
den betrokken substituut-officier van
Justitie als dat van de beklaagde en ge
tuigen voor de groene tafel vermocht Hij
te raken, op een wijze die veel deed den
ken aan de manier waarop door Hem
anders de gemoederen van het publiek
rondom de voetbalvelden weet te raken.
Het ging hier om de aanklacht tegen een
uitgever van een sportblad, die, ter ver
hooging van de attractie van zijn blad,
prijsvragen op voetbaluitslagen voor de
lezers had uitgeschreven. En de princi-
pieele vraag moest nu worden uitgemaakt
of dit wettelijk geoorloofd is, dan wel of
men hier te maken heeft met een verkapte
verboden loterij. De officier hield vol, dat
zelfs sportdeskundigen slechts naar den
uitslag van een voetbalwedstrijd kunnen
„raden", dat het hier dus ging om een
zuivere „gok".
Niemand kan in dezen, zeide hij, iets
met zekerheid voorspellen, aangezien er
zooveel factoren, als daar zijn: goede of
minder goede vorm der spelers, mogelijk
heid van reserves in een elftal, terreins-
en weersgesteldheid, in het spel zijn. Er
wordt wel eens beweerd, dat onze Rechte
lijke Macht, benevens ons Openbaar Mini
sterie teveel in de studeercel vertoeft en
te ver van het „practische leven" afstaat:
wie deze „voetbal-zitting" meemaakte,
moest wel tot een tegengestelde opvatting
komen, want deze Officier althans bleek
minstens even goed op de hoogte van wat
er zooal in de (practische) voetbal-wereld
omgaat, dan welke voetbal-expert ook. En
aan het noodige enthousiasme bleek het
hem daarenboven ook niet te ontbreken,
want toen op een gegeven moment de ver
dachte zich liet ontvallen, dat Ajax mo
menteel zeer slecht speelt, gaf hij met
vuur terug: „Dat bewijst mijnheer, dat u
er niets van weet, want Ajax speelt altijd
heel goed...", daarmede zich als een vurige
Ajax-supporter ontpoppende.
Neen, dat de Heeren achter de groene
tafels van het Paleis van Justitie althans
hier in de hoofdstad „zoo ver van het
werkelijke leven" zouden afstaan, is een
opvatting die hoe langer hoe minder
steekhoudend blijkt!
Enkele jaren geleden deed zich al eens
het geval voor, dat een nachtsnorder als
beklaagde voor de Heeren staande en uit
weidende over de gebruiken van het Am
sterdamsche nacht-leven, waarvan de
Heeren wel niet zooveel zouden weten,
plotseling door een dier Heeren, die hij
in zjjn toga niet herkend had, werd aange
sproken met zijn, in dat nachtleven alge
meen gangbare bijnaam, waarna duidelijk
werd dat in dezen eigenlijk geen deskun
digen ter voorlichting van de Rechtbank
meer noodig waren. En nu kregen wij weer
dit voetbal-geval, dat nog eens komt
onderstrepen, dat vele van onze Amster
damsche rechters waarlijk wel iets verder
in de maatschappij plegen rond te kijken
dan in het Corpus Juris.
Het IT.O.S.A.
Zooals het Voetbal dan. op de beschre
ven wijze, met een zeker plechtig gebaar
van ons afscheid neemt, zoo gaat de tum-
sport weldra met een grootsche, indruk
wekkende begroeting haar zomer-seizoen
in. Tijdens de aanstaande Pinsterdagen
toch zullen niet minder dan negenduizend
turnsters en turners uit alle deelen van
ons land, maar ook uit het buitenland Am
sterdam overstroomen, ter gelegenheid van
het 26ste Bondsfeest K.N.G.V.-I.T.O.S.A.,
georganiseerd in verband met het vijftig
jarig bestaan dier vereeniging, door het
Amsterdamsche „Kracht en Vlugheid".
Het Internationaal Turnfeest Olympisch
Stadion Amsterdam (I.T.O.S.A.) wordt
van Vrijdag voor Pinksteren tot en met
Pinkstermaandag gehouden; de turnsport
zal er in haar veelzijdigheid hij aan
het woord komen, o.a. door een drielanden-
wedstrijd tusschen de ploegen keurturners
van Nederland, Hongarije en België, die
op den Zaterdagmiddag in de Apollohal
een der hoogtepunten zal vormen. Na af
loop hiervan zal een groote optocht gefor
meerd worden, waaraan 7000 turnsters en
turners deelnemen, welke tenslotte op het
terras van het Olympiaplein door een af
gevaardigde van het Gemeentebestuur zul
len worden toegesproken. Andere hoogte
punten zijn nog een groote uitvoering op
Zondagmiddag in het Stadion, waar, be
halve massa-demonstraties, verschillende
vereenigingen zullen demostreeren en ook
de buitenlandsche vereenigingen zullen op
treden. En tenslotte de feest-uïtvoering op
Zondagavond, waarbij door meer dan 500
deelnemers een feestspel zal worden opge
voerd, met spreek- en bewegingskoren.
Aan het slot van dit feestspel zal het
Stadion door fakkel- en bengaalsch vuur
fantastisch verlicht worden. Hierna is er
dan nog voor de deelnemers een „monster-
kermis" in alle zalen van Krasnapolsky.
Reclasseering.
Nog even teruggrijpend naar de Justitie,
gedenken we meteen nog even de nationale
collecte voor de reclasseering, waarvan
ook de hoofdstad j.1. Zaterdag haar deel
kreeg, -of liever gezegd waaraan zij ook
haar deel, dat door toedoen van enkele
aanzienlijke nagekomen giften van enkele
groote firma's gelukkig een flink deel mag
heeten, heeft bijgedragen. Dat de
reclasseering vooral in de hoofdstad en
vooral ook onder de jeugd, in deze tijden
een groote taak heeft is wel zeker. Ter
wijl, om een enkel cijfer te noemen,
in 1931 in Amsterdam 140 processen-ver
baal wegens misdrijf werden opgemaakt
tegen jongens tusschen de 14 en 18 jaar,
is dit aantal in 1934 gestegen tot 284, in
1935 tot 354. En het stijgt nog voort
durend, zoodat in 1936 een aantal drie
maal zoo groot als dat van 1931 wordt
verwacht. Verleden jaar zijn ongeveer
twintigduizend opgelegde boeten niet be
taald, wat beteekent dat ze door hechtenis-
of tuchtschoolstraffen zijn vervangen.
Vooral ook het probleem wat de reclas-
seerder moet beginnen met de voorwaar
delijk veroordeelden, voor wien hij geen
werk kan vinden, is nijpend. Door den
Amsterdamschen oud-kinderrechter mr. de
Jongh wordt nu al sinds eenigen tijd het
denkbeeld gepropageerd van werkkampen
voor de jeugdige delinquenten. Er is reeds
een comité voor de bevordering van de op
richting van dergelijke kampen aan het
werk. De bedoeling is dat de Regeering
deze kampen zal subsidieeren en daar de
reclasseerings-instellingen het benoodigde
aanvullende bedrag zullen bijeenbrengen.
Naar mr. de Jongh's mcening zou dit plan
de Regeering wel geld kosten, maar op
tal van andere posten van justitie, gevan
geniswezen, huizen van bewaring, kosten
van transport, enz:, zou zij weer zeer veel
besparen! Het is zeker te hopen, dat de
gehouden collecte mee zal helpen althans
iets in de richting van dit soort werk-
kampèn tot stand te brengén.'Vooral ook
in onze stad wordt, zooals gezegd, de toe
stand-nijpend; de criminaliteit onder de
jeugd is verdriedubbeld; ieder etmaal wor
den 24 25 fietsen gestolen en zoowel de
kinderrechter als de directeur van het Ob
servatiehuis klagen over de moeilijkheden
die zij met de jongens hebben. De jongens
worden onhandelbaarder dan vroeger. De
moedeloosheid, de werkloosheid, verrichten
hun verwoestend werk... Reden temeer
voor Amsterdam om de reclasseering, die
ook preventief zulk uitstekend werk kan
doen, ook na dezen gehouden collecte-dag
te blijven gedenken. -
De zomersche „binnenstad".
Intusschen wordt langzamerhand, met
het weer intreden van den „zomertijd", af
gescheiden nu van werk-kampen, kam
peeren, ook voor vele Amsterdammers
troef. Er is juist dezer dagen vanuit Zand-
voort, dat een tijd lang op kampeer-
gebied geen al te gunstigen naam had,
goed nieuws gekomen voor onze kampeer
ders. Verleden jaar moest men om het
Zandvoortsche kampeerterrein te bereiken,
of naast het Noorderbad langs een steilen
weg, of tegenover de kop van den Zeeweg,
naar het strand, omdat de gemeente
Bloemendaal zoo vriendelijk was geweest
de andere toegangswegen af te sluiten.
Thans is er naast het Noorderbad een
goede, permanente toegangsweg gemaakt.
Op deze wijze en ook nog door b.v. een
nieuwe bestrating van de Zandvoortsche
laan. wegbreking van het uitzicht op zee
belemmerende winkels aan den Strandweg,
heeft Zandvoort al weer voor het warme
seizoen toilet gemaakt. Anders dan Am
sterdam. dat altijd m de binnenstad, in het
warme seizoen, toilet gaat maken en in
de zomermaanden, vooral voor wat de bin
nenstad betreft, ook nu weer een aaneen
schakeling van opgebroken tram-banen,
bruggen in herstel en nieuw-bouw,
schuttingen en hekjes met horden ..ver-
boden inrg" en pijlen, die het verkeer
langs fantastische omwegen bedoelen te
dirigeeren, is.
De „binnenstad"—; Dat is eigenlijk nog
steeds; „de stad", en velen laten dan
ook het voorvoegsel „binnen" er maar af!
We hebben wel de, op zichzelf uitgebreide
stadsdeelen „Noord, Oost, Zuid en West",
maar de „eigenlijke" stad het eigen
lijke leven van Amsterdam wordt nog
steeds begrensd, gelijk een halve eeuw ge
leden, door Muiderpoort, Weteringschans
en Haarlemmerpoort. In zeker opzicht een
merkwaardig feit, waar o.a. de onlangs
verscheiden oud-wethouder Wibaut, in zijn
nagelaten Memoires aandacht aan wijdt.
Hij zegt dienaangaande: „Dat is niet ge
heel te verklaren uit de aanwezigheid in
de binnenstad van de handelskantoren en
de handelsinstellingen, beurs, enz. Er is in
de ontwikkeling, of beter gezegd in de
stilstand van ontwikkeling, ook een eigen
element, een drang om de dingen zoo in
tiem te houden als ze waren. Ook thans,
zestig jaar later (na dr. Wibauts-Amster
damsche schooljaren namelijk!) zijn er nog
veel Amsterdammers, voor wie een wande
ling in Zuid of in West of in Oost, niets
minder is dan een reis. Er zijn er nog zeer
veel, die elkander vertellen, wat zij in
Zuid of in West hebben gezien.
...Vraagt men mij om van de bekoring
van het oude Amsterdam, van de kern van
de tegenwoordige stad, een verklaring te
geven, dan kan ik het maar gedeeltelijk.
Ik kan zeggen, dat de grachten prachtig
zijn en de brugwallen en nog een en ander.
Maar dat verklaart de bekoring niet. Er
is in onze stadsuitbreiding in het bijzonder
in Zuid heel veel moois. Heel veel om
trots op te zijn en voor wie het nog niet
zijn, om trots op te worden, wanneer ze
met vreemdelingen spreken, die onze stad
hebben bezocht. De Amsterdammer hoort
het graag en verheugt er zich over. Maar
de grachten vindt hij in Zuid of in Oost of
in West toch maar niet, Het oude Amster
dam, zestig jaar geleden, kende ook nog
de Boermarkt, met de kermis en de tent
van Victor Driessen en Paul Dëassie, den
grooten tooneelspeler en den grooten acro
baat. De Botermarkt heet nu Rembrandts-
plein. Er is 's avonds ook nog een soort
kermis, maar de kermis die werd afge
schaft en tegen wier afschaffing revolutie
is gevoerd, was toch van beter gehalte..."
Intusschen, al komen juist ift dezen
tijd de grachten met hun zomersch'é groene
boomen-omlijsting nog meer tot htfn recht
dan, anders zingt men in het warme sei
zoen de lof dier binenstad niet zoo van
harte als anders! Daar zórgen de diverse
hakkende, brekende, bouwende en herstel
lende gemeentelijke diensten wel voort
Wat niet belet, dat men de „bekoring" die
oud-wethouder Wibaut tijdens zijn geheele
leven heeft ondergaan, tenvolle kan be
grijpen. Velen die, als hrj, elders géboren,
later naar de hoofdstad kwamen, kunnen
beamen wat hij schreef...: „Zoo groot is
de bekoring van Amsterdam voor mjj ge
weest en gebleven, dat ik er bezwaar tegen
heb voor Zeeuw te worden gehouden, hoe
wel dat op zichzelf een voorrecht is"--
waarbij anderen dan natuurlijk hun ge
boorte-provincie kunnen in de plaats
stellen. -
HOE GROOT IS KONING EDWAKD'S
INKOMEN?
Het secretariaat van het Lagerhuis gaf
dezer dagen een kort overzicht van de
inkomsten van den nieuwen Koning, Ed-
ward VIII. Het „civiele" kapitaal van den
vorst bedraagt 400.000 Pond Sterling.
110.000 Pond ZIJn van deze bestemd voor
zuiver particulier verbruik; Enkele leden
van het Britsche Lagerhuis hebben nu be
zwaar gemaakt tegen deze jaarlxjksehe
uitgave. Men beweert, dat een jong ko-
ning, die bovendien nog vrijgezel is, geen
110.000 pond behoeft uit te geven, alleen
al voor privé gebruik. Dit meeningsver-
schil gaf aanleiding tot debatten, welke
eindigden met de uitspraak, dat van dit
geld jaarlijks 40.000 Pond Sterling zal
worden afgetrokken, dit zoolang de Ko
ning ongehuwd blijft. Trouwt de Koning,
dan wordt de ingetrokken som er bij ge
voegd. Schijnbaar probeeren de Lagerhuis
leden den koning op die manier tot trou
wen te dwingen!
Doch Koning Edward heeft nog andere
inkomsten. Zoo ontvangt hij, volgens tra
ditie, revenuen, die hem toekomen ais
Hertog van Cornwafl. Dat zijn 100.000
Pond Sterling jaarlijks. Van deze 100.000
Pond worden jaarlijks 25.000 Pond terzijde
gelegd voor den broeder des konings, den
Hertog van York. Dit ingeval de koning
ongehuwd overlijdt, waarna een zoon van
den Hertog van York den vorst moet op
volgen. De koning legt dan jaarlijks een
som van 25.000 Pond bij het inkomen van
Koningin Mary (voor particulier-gebruik)
is 70,000 Pond §t§iiipgj.