De Koningin onthult een gedenkteeken voor de Koningin-Moeder. Abonneert U op dit blad WERD SPIERWIT VAN LENDENPIJN KLOOSTERBALSEM Jfocfi bjwt Jfed zd, tweede blad In De Haagsche Rozenhof.-Een ontroerende plechtigheid. De rechterlijke macht de N.S.B. en Waar is de grens? EN DACHT TE BEZWIJKEN Dank zij KL00STERBALSEM is lij weer gezond en vroolijk AKKER'S Geen goud zoo goed" Tweede Kamer Vaste lasten en crisisland- bouwhypotheekwet. Onder zeer groote belangstelling van auto riteiten en publiek heeft Donderdagmiddag in Tet rosarium aan het Jozef Israëlsplein te (e-Gravenhage, in tegenwoordigheid van de Koninklijke Familie en haar hooge gasten, de plechtige onthulling plaats gehad van het ge- flenkteeken voor Koningin Emma, ontworpen en vervaardigd op initiatief van de Vereeniging voor handel, nijverheid en gemeentebelangen ta 's-Gravenhage door den beeldhouwer Toon hupuis en den bouwmeester Co Brandes. gen leder had de voor hem of haar be stemde plaats ingenomen, toen om half 3 •bazuingeschal de komst der vorstelijke gasten aankondigde. Koningin en Prinses waren om j.0 minuten voor half drie in negen auto's, waarvan vier voor het gevolg der Koningin waren bestemd, langs het Voorhout, de Malie- haan en het Haagsche Bosch en door de Jozef Jsraëlslaan naar het rosarium gereden, aan den ingang waarvan het comité voor de ont vangst gereed stond. De Koninklijke familie en haar gasten be gaven zich vervolgens naar het paviljoen, fcraarin tevens de leden der hofhoudingen plaats namen. van Uwe Koninklijke Hoogheid, omgeven door Vorstelijke verwanten, die tot de Ko ningin-Moeder in nauwe betrekking hebben gestaan, werpt wel een zeer sprekend licht op den dieperen zin van deze plechtigheid, welke gewijd is aan de nagedachtenis van haar, die, naar het woord van Uwe Majesteit, voor ons allen een moeder is geweest en aan de bur gerij van deze stad zoo nauw aan het hart heeft gestaan. Men kan zich nauwelijks voorstellen, wat er na jaren van zorg en inspanning, in de ziel van de uit den vreemde gekomen en op zoo verantwoordelijke plaats eenzaam gezeten hooge vrouwen, moet zijn omgegaan, toen zij de taak, waaraan zij zich met den inzet van haar gansche persoonlijkheid had gegeven, volbracht zag en zich in een proclamatie, die nog voortleeft, onbezwaard, fier en dankbaar kon wenden tot het volk, dat het hare was geworden en zijn hoogste belangen onder haar hoede had gesteld. „De taak", zoo sprak zij, „die rnjj in 1890 werd toevertrouwd, is weldra geëindigd. Mij valt het onwaardeerbaar voorrecht ten deel mijn beminde dochter den leeftijd te zien be- Na de plechtige onthulling van het Koningin Emma gedenkteeken te den Haag legt H. M. de Koningin bloemen aan den voet van het monument Bede van den heer K. I. B. A. de Coster. De voorzitter van het comité, de heer K. I. B. A. de Coster, nam het eerst het woord. Hij telde o.m. Majesteit, Dat Uwe Majesteit, met hare Koninklijke JHoogheid de Prinses en hare Vorstelijke ver- Vanten aan dit plechtige oogenblik de hooge Wijding van hare tegenwoordigheid heeft wil len verleenen, vervult ons comité met eer biedige dankbaarheid. Reeds dadelijk na het overlijden van H. M. de Koningin-Moeder rees het denkbeeld, hier in de residentie, waar zij gedurende meer dan 50 jaren zoo vaak en zoo lang vertoefde en is gestorven, haar ter eere een gedenkteeken op te richten en daardoor in tastbaren vorm Uiting te geven aan onze groote vereering en dankbaarheid. Daartoe uitgenoodigd, nam de Vereeniging Voor handel, nijverheid en gemeentebelangen bet initiatief tot vorming van het „Comité ge denkteeken H. M. de Koningin-Moeder 's-Gra- Venhage." Deze toevoeging van ,,'s-Graven- hage" achter den naam van ons comité was biet zonder zin, doch geschiedde integendeel opzettelijk. Het was ons immers niet onbe kend, dat de druk der tijden het niet wen- Schelijk deed achten, een nationaal monument te stichten, zóó aanzienlijk en izóó kostbaar, als in overeenstemming zou zj)n met de groote dankbaarheid, die het geheele Neder landsche volk aan de hooge overledene is ver schuldigd. Dat kostbare gedenkteeken moge de Ko- Wngin-Moeder, -die vrouwe zonder vijand, reeds lang te voren zich zelve hebben opge richt in de harten van al onze landgenooten, tot), burgers van 's-Gravenhage, wjj voelden en wisten, dat wij in het bijzonder een eere- pücht hadden te vervullen, een eereplicht, dien wij niet onvervuld mochten, noch onver guld wilden laten. De geliefde gestalte en trekken van haar, <"e wjj zoo vaak van nabij hadden mogen gadeslaan, voor ons en voor het verre nage dacht te bewaren, beschouwen wij als onze taak en onzen plicht. Dn als nu zoo aanstonds de onthulling zal Riu geschied, dan moge het zj)n, als ware Phze goede Koningin-Moeder onder ons terug gekeerd, en thans om voor immer temidden Van ons, haar trouwe Hagenaars, te bljjven. Het is hier de plaats, Uwer Majesteit nog maals eerbiedig dank te zeggen, dat zjj ons peeft willen toestaan, aan de achterzijde van «et gedenkteeken eenlge strofen uit haar Radiorede van den 31sten Maart 1934 te doen beitelen, woorden die zoo volkomen weer geven en zullen blijven weergeven, wat ook ta óns leeft. Moge het gedenkteeken, dat wij, burgers au 's-Gravenhage, in zoo eendrachtige sa- jhenwerking hebben opgericht, onder God's .,oet'e door de eeuwen heen getuigen van onze Pefde voor het Vorstenhuis, van onze liefde dankbaarheid jegens haar, van wie Uwe Majesteit, Hare Koninklijke Dochter, het aan- °°enljjke woord sprak, dat haar liefhebbende art ons allen heeft omvat. "middellijk na het gesprokene zong het °°nkunstkoor, onder leiding van dr. Wage- jjafr! »Wilt heden nu treden" van Valerius, Brii eorste en tweede vers, waarop ermheer van het eere-comité, de be- minister van staat jhr. nar. dr. H. A. van Karnebeek, aris der Koningin in Zuid-Holland, v®de uitsprak: h Majesteit, Koninklijk Hoogheid. 6 tegenwoordigheid van Uwe Majesteit en reiken, waarop zij, naar het voorschrift der Grondwet, tot de regeering wordt geroepen. In dagen van smart en rouw trad ik op als Regentes van het Koninkrijk. Thans schaart zich het geheele volk om den troon zijner jonge Koningin. God heeft mij in deze jaren gesteund. Mijn dierbaarste wensch is ver vuld. Aan allen, die mij met raad en daad ter zijde gestaan en die mij gesteund hebben door hun liefde, breng ik mijnen dank. Moge het ons land met zijn bezittingen en koloniën wel gaan. Het zij groot in alles, waarin ook een klein volk groot kan zijn. Ik treed af van de hooge plaats, die ik in ons staatswezen heb bekleed, met den diep gevoelden wensch, dat op Koningin en volk, door de nauwste banden vereenigd, Gods zegen bljjve rusten." Deze proclamatie moge heden aan den voet van het standbeeld, dat straks zal worden onthuld, eerbiedig in herinnering worden ge bracht. Zij strekte tot afscheid, maar reikte in beteekenis oneindig verder, niet slechts vanwege de treffende wijze, waarop daarin de gansche persoonlijkheid van de Koningin- Moeder tot uitdrukking kwam, maar bovenal omdat daarin aan land en volk, met inbegrip van de verste gebiedsdeelen, die haar warme belangstelling hadden, een zich boven alle verdeeldheid en partijschap verheffende bood schap werd medegegeven, waaraan eeuwige gelding is voorbehouden: groot te zijn in alV', waarin ook een klein volk groot kan zijn. Gedurende vijf en dertig jaren heeft ons volk daarna nog het geluk gehad, Hare Majes teit de Koningin-Moeder in zijn midden te behouden en het is voor de waardeering van haar leven wel treffend en kenschetsend, dat in die lange reeks van jaren in de vereering, die haar werd toegedragen, geen verandering kwam. Zij trad terug, maar bleef in trouwe waken, en drong opnieuw door in de harten, doordat zij, die hare bestemming in zorgen en in voorgaan had gezocht, uit den drang van het eigen gemoed den weg vond om het volk, dat haar dierbaar was, te blijven lei den, thans in den dienst van zieken en be- hoeftlgen, een dienst, waaraan zij zich reeds in haar jeugd in haar geboorteland uit naastenliefde had gewijd. Ook op dit gebied is Hare Majesteit, de daad bij het woord voe gend, zichzelve gelijk gebleven en heeft zij zich waarlijk groot getoond. Indien het sanatorium-werk in ons land tot bloei gekomen is, dan is dit te danken aan het moedige ingrijpen, waartoe Hare Majes teit, nadat zfl haar staatkundigen last had neergelegd, in hare menschelijke goedheid aanstonds vastberaden en vol vertrouwen is overgegaan. Hier, op deze mooie plek, temidden van de bloemen, die haar lief waren, zal de Ko ningin-Moeder voortleven en spreken tot de komende geslachten als een voorbeeld van vorstelijke menscheltjkheid, dienende liefde en verheven plichtsbetrachting. En wij, die haar zoo hoog geacht hebben, wij zullen hare nagedachtenis niet beter kun nen eeren dan door, ieder op zijn plaats, er naar te streven, in dezen tüd van beroering en geweldige problemen, voorgegaan door Uwe Majesteit en Uwe Koninklijke Hoogheid, in den dienst van het vaderland groot te zjjn als zij. Rede van de Koningin. Hierna verzocht de voorzitter van het comité, de heer de Coster, Hare Majesteit, wel te willen overgaan tot de onthulling van het monument. Alvorens dit te doen, hield Hare Majesteit de volgende redei u Op dezen voor mij weemoedigen en toch zoo gelukkigen dag wensch ik u, mijnheer de voorzitter van het comité tot oprichting van dit gedenkteeken, de verzekering te geven, dat ik diep getroffen ben door den, na het overlijden mijner geliefde moeder, algemeen bij de Haagsche burgerij opgekomen wensch, de herinnering levendig te houden aan haar persoon door de oprichting van een gedenk teeken, dat haar geheel weergeeft, zooals zij bij haar volk bekend en geliefd was, gelijk u zooeven heeft gezegd. Niet minder getroffen ben ik door de een drachtige wijze, waarop alle kringen hun steun en medewerking daartoe gaven. Dank zij den onvermoeiden ijver en de toewijding van het comité zullen, straks, als het doek ge vallen is, de trekken, die ons bekend en lief waren, als levend voor ons staan. De gevoelvolle woorden, waarin u zoowel de genegenheid mijner moeder en hare onver flauwde belangstelling voor allen en alles, wat den Haag betrof, geschetst heeft, als de aan hankelijkheid en vereering van de ingezetenen der residentie voor haar persoon heeft ver tolkt, alsmede de wijze, waarop u gewezen heeft op de hechte banden tusschen haar en de stad, die meer dan vijftig jaren de stad harer inwoning geweest is, zijn ongetwijfeld de juiste weergave van hetgeen in de harten leeft. Onze bloedverwanten, die door hunne aan wezigheid op dit plechtig oogenblik getuigenis afleggen van hun medeleven met mijn volk, met mijne dochter en met mij, stellen de op richting en wijze, waarop dit monument tot stand gekomen is, eveneens op hoogen prijs. De beschermheer van het eere-comité heeft zooeven op schoone en welsprekende wijze voor onzen geest teruggeroepen, hetgeen mijne moeder voor ons volk zoowel in het moeder land als in de overzeesche gewesten geweest is gedurende haar lang en gezegend leven, en de veelzijdige gaven van hart en van verstand, welke zjj bij de vervulling van haar meer dan eens gewijzigde taak in zoo ruime mate ont plooid heeft. Van ganscher harte vereenig ik mij met den wensch, waarmede hij zijne rede besloten heeft, dat juist in deze moeilijke tij den haar vaderlandsliefde, plichtsbetrachting en naastenliefde, haar groote opvatting van het leven, ons allen moge blijven bezielen. Gaarne geef ik thans gevolg aan uw ver zoek, mijnheer de voorzitter, om het gedenk teeken te onthullen. Hierna drukte Hare Majesteit op een knop, hetgeen het sein was voor de Koninklijke Mi litaire Kapel om de onthullingsmuziek in te zetten. Deze muziek bestond in het driemaal achtereen spelen van het volkslied van Wal deck. Intusschen zorgden zes Haagsche meisjes, uit Protestantsche, Katholieke en Joodsche kringen er voor, dat het gedenkteeken zicht baar werd. Dit geschiedde in drieën: eerst zag men de uiteinden, later de middenstukken en tenslotte werd de figuur van Koningin Emma zichtbaar. Na dit ontroerende moment werd fanfare muziek ten gehoore gebracht, waarna de aan wezigen het Wilhelmus zongen. Koningin en Prinses, benevens de vorste lijke verwanten van Koningin Emma, traden nu naar voren, om het monument te bezich tigen. Er werden aan den voet kransen ge legd namens de Koningin, de vorstelijke gas ten, de hofhouding, het personeel van wijlen Koningin Emma, de Nederlandsche regeering en het comité voor het gedenkteeken. Het Toonkunstkoor bracht vervolgens eenige coupletten van „O Heer, Die daer des Hemels tente spreyt" ten gehoore. Daarna werd het monument overgedragen aan het gemeentebestuur van den Haag en door den burgemeester, namens de gemeente, aanvaard. Nadat de Koninklijke personen en haar gasten waren vertrokken, was er voor alle verdere aanwezigen gelegenheid, het gedenk teeken te bezichtigen. Na afloop hiervan trok de Haasche burgerij, die in grooten getale was toegestroomd, eerbiedig langs deze groote aanwinst voor de Koninklijke residentie, een aanwinst, waarnaar zoo sterk verlangd was, een fraai monument ter nagedachtenis van de Koningin-Moeder. Interview met een rechter, tevens N.S.B.-er. Wjj ontleenen aan de Telegraaf: Onlangs bij de behandeling van het Weer- korpsenontwerp in de Tweede Kamer, toen ook doel en wezen der Nationaal-Socialistische Beweging ter sprake kwamen, werd er ge sproken van een gevaarlijke gezindheid van eenige leden der rechterlijke macht en eenigen tijd later zjjn er namen genoemd van Neder landsche rechters, die lid zouden zjjn van deze beweging. Inderdaad is gebleken, dat er werkelijk rechters ingeschreven zijn in de ledenlijst der N.S.B. Met een hunner, mr. H. M, Fruin, rechter te Alkmaar, thans als rechter-commis- saris in het arrondissement dezer rechtbank belast met de Instructie in strafzaken, in het algemeen met het gerechtelijk vooronderzoek, hebben wij een onderhoud gehad over zijn po litieke gezindheid en zijn opvattingen daar over, getoetst aan zijn functie van onafhanke lijk rechter. Kunt U ons bevestigen, zoo luidde onze vraag, dat U openlijk lid zijt van de N.S.B. 7 Er is voor mij geen enkele reden, zoo ant woordde ons mr. Fruin, om dit te ontkennen. Voor eenige jaren al trad ik als lid tot de N.S.B. toe, ben nog overtuigd volgeling dezer beweging en het zou mj| wel verwonderen wanneer de regeering van dit feit niet vol komen op de hoogte zou zjjn. U neemt ook daadwerkelijk deel aan de propaganda voor het Nationaal-Socialisme, in dien juist is een mededeeling, dat U in het Alkmaarsche kringhuls der N.S.B., dragende daar het zwarte hemd en het insigne der be> weging, vrij geregeld voordrachten zou houden over Nationaal-Socialistische leerstellingen 7 Wat ik als Nationaal-Socialist doe, acht ik een zuiver particuliere aangelegenheid. Ik vervul mijn functie geheel onafhankelijk van deze beweging, draag in de uitoefening daarvan het insigne niet en ik sta op het standpunt, dat het lidmaatschap van de N.S.B. geen oogenblik de hoogheid, onkreukbaarheid en onafhankelijkheid van het rechterlijk ambt in gevaar zou kunnen brengen. Dit is mijns inziens toch ook wel duidelijk gebleken, toen ds. G. van Duyl, bekend voorman in de N.S.B., voor de Alkmaarsche rechtbank zich te ver antwoorden had wegens beleediging van mi nister Coltjn. Als verdachte is Hij door het col lege berecht als iedere andere verdachte, ge heel overeenkomstig de letter onzer staats wetten. Als lid van het college heb ik mij ook naar de landswetten in mijn oordeel laten leiden. Rechterlijke macht en politiek. Ik wil U nu verder mijn meening wel zeg gen over de al of niet vereenigbaarheid van het lidmaatschap van een politieke beweging en de uitoefening van het ambt van onafhan kelijk Nederlandsch rechter. Mijn opvatting in het algemeen is, dat een rechterlijke functie en de politiek niet bij elkaar behooren, even min als het predikambt iets met de politiek uitstaande mag hebben. Ik zou dan kunnen zeggen, hetgeen onze opvatting ook is, dat de N.S.B. geen politieke partij is. Zij heeft als hoogste doel eenheid te brengen onder alle deelen van het volk en als burger van den Nederlandschen Staat meen ik mede naar die eenheid te mogen streven in de gelederen dezer bweging en ook mede te helpen om deze een heid te verkrijgen. Acht U het oorbaar rechter te zijn en tevens lid eener beweging in den lande, welke door de regeering niet als legaal beoordeeld wordt? Ik ben het met het amtenarenverbod in de verste verte niet eens, ik voel de recht vaardigheid in geenen deele daarvan en acl?i. mij als rechter dan ook niet moreel gebonden op grond van dit verbod, dat volgens de letter der wet voor mij niet geldt, uit mijn rechterlijke functie te treden of ontslag te nemen als N.S.B.-lid. Is er geen enkel hooger college, dat U tot eenige verantwoording zou kunnen roepen wegens Uw lidmaatschap van de N.S.B. 7 Neen. De Hooge Raad der Nederlanden is feitelijk het tuchtcollege, als men het zoo eens zou betitelen, voor rechterlijke function- narissen. Volgens art. 11 der wet op de Rech terlijke Organisatie, kan dit, ons hoogste rechtscollege, leden der rechterlijke macht, die voor hun leven zijn benoemd (thans tot zeven tigjarigen leeftijd) bij een met redenen om kleed arrest uit hun ambt ontzetten. Ik kan U ook wel zeggen, dat tot dusver van hooger hand mij nimmer gewezen is op mijn lidmaatschap van de N.S.B., in verband met mijn rechterlijke functie. Nu er evenwel in het parlement gesproken is over het treden van rechterlijke functionnarissen in de Natio naal-Socialistische Beweging kan ik dit niet anders beschouwen als een poging der poli tieke partijen om een nieuw middel te vinden tot bestrijding dezer beweging, die steeds meer door deze partijen gevreesd wordt. CONGRES NATIONAAL VERBOND VAN GEMEENTE-AMBTEN AREN. Gisteren ving de 31ste Algemeene Verga dering van het Nationaal Verbond van Ge meente-Ambtenaren in Hotel Savoy te Sche- veningen aan, onder voorzitterschap van den heer A. Kooiman, Bondsvoorzitter. In zijn openingsrede schetste de Voorzitter de algemeene economische toestand van ons land en van de Gemeente-Ambtenaren in het bijzonder. Uitvoerig stond spreker stil bij de Regee- ringsmaatregelen, die hebben geleid tot een zeer aanzienlijke daling van het gemeentelijk salarispeil. Met nadruk stelde de Voorzitter vast, dat het de Gemeente-Ambtenaren allerminst heeft ontbroken aan de geneigdheid, offers te bren gen in het algemeen belang, maar de methode, die de Regeering bij de toetsing van het ge meentelijk salarisniveau heeft toegepast, heeft in een aantal gevallen geleid tot verlagingen die niet meer gerechtvaardigd konden worden geacht. De Voorzitter sprak het vertrouwen uit, dat overeenkomstig de mededeeling der Re geering in de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer op de Rijksbegrooting 1936, de salarisverlaging, die met 1 Januari j.1. is in gegaan, de laatste is geweest, omdat de finan- ciëele zorgen, waarvoor vele ambtenaren zich thans zien geplaatst, niet zoodanig zullen worden verzwaard, dat het Overheidspersoneel weer als eertijds aan de grens van het be staansminimum moet leven. Voortzetting van het congres. In de ochtendzitting van het congres van den Centralen Nederlandschen Ambtenarenb. heeft de voorziter, de heer W. Luberti, het fusi-voorstel van de C.N.A.B. met den Bond van Overheidspersoneel verdedigd. Spr. achtte het plicht de fusie door te zetten, daar zij onder gunstige omstandigheden is aangeno men met groot enthousiasme. Hij wees ook op de oorzaak van de vertraging der fusie, die is gelegen in de slechte tijdsomstandig heden. Met persoonlijke moeilijkheden heeft dit niets te maken. Na eenig debat trok de afd. Groningen de motie in, evenals de afd. Delft. By de verkiezingen werd het hoofdbestuur als volgt samengesteld: voorzitter: W. Lu berti; secretaris: N. Vjjlbriefpenningmees ter: B. J. v. Stapele. De heer Vjjlbrief is tevens herbenoemd tot redacteur van „De Ambtenaar". Het hoofdbestuur stelde voor de slaarissen van de bezoldigde bestuurders te verlagen van 3300 met een maximum van 4300 tot 3100 met een maximum van 4100. Met een kleine meerderheid werd het voor stel van het hoofdbestuur aanvaard. Hierna werd de vergadering verdaagd tot heden. De congressisten maakten per auto een toch door Haarlem en omgeving. In de gemeente Schoonebeek, waar vroeger het Schoonerbeekerdiep de grens tusschen Nederland en Duitschland was, bestaat al jaren een grenskwestie, omdat de bedding van dat riviertje veranderd is. Men heeft verschei dene bochten uit dat riviertje genomen, zoo dat het op de eene plaats door Duitschland loopt en elders door Nederland. Velen weten nu niet of zjj in Duitschland of in Nederland zjjn, de oude bedding is niet overal precies meer vast te stellen. Hierop is reeds verscheidene malen gewezen. Eenige ministers hebben zich ter plaatse op de hoogte gesteld. Tot heden is echter nog geen oplossing gevonden. In de laatste vergadering van het water schap Het Schoonebeekerdiep heeft de voor zitter mededeeling gedaan van een nieuwe po ging bjj de regeering, om deze lastige aange legenheid geregeld te krjjgen. Het antwoord, dat daarop ontvangen is, was zoo dat de voor zitter meende, dat het nog wel jaren kon duren voor deze zaak geregeld zal zjjn. Al heeft smokkelen in deze streken thans niet veel te beteekenen; wanneer dat wel eens het geval mocht worden, zal men tal van moeiljjkheden kunnen krjjgen, omdat ook de ambtenaren thans moeilijk precies kunnen vaststellen, waar de grens is. „Telkens als het op kwam, kreeg ik ten gevoel of ik met nijptangen werd geknepen en ook of groote spelden In mg'n lichaam prikten. Mijn werk moest ik laten liggen. Niets hielp en ik werd oud ooor mijn tijd en onge rust over de toekomst. Toen begon ik met Kloosterbalsem, die ook voor mij een wondermiddel bleek. Boe meer ik mij met Klooster balsem inwreef, hoe minder de pijnen werden en hoe beter ik mij voelde. Nu ben ik weer gezond en vroolijk." S. L te A. ORIGINEEL TER INZAGE Onovertroffen bjj brand- en snij wonden Ook ongeëvenaard als wrjjfmlddel bjj Rheumatiek, spit en pjjnljjke spieren Schroefdoos 3C ct. Potten: 62^ ct. en 1.04 WETTELIJKE REGELING VOOR PERSONEELFONDSEN 7 De minister van Sociale Zaken heeft thans aan de Tweede Kamer medegedeeld, dat door hem bjj den Hoogen Raad van Arbeid aan hangig is gemaakt een voorontwerp van een wetteljjke regeling in zake personeelfondsen. TREKKING VAN DE VIJFDE J. I. LOTERIJ TE GRONINGEN. Onder groote belangstelling heeft Woens dagavond in de groote bovenzaal van „Da Harmonie" te Groningen, de trekking plaats gevonden van de laterjj afd. Groningen, de vjjfde der serie van zes loterijen, ten behoeve van de groote uitbreiding voor „De Joodsche Invalide". Na de pauze kwam onder groote spanning het nummer van het huis J. A. Feithstraat 16, Groningen, no. 3725 uit de bus, terwjjl op lotno. 10731 de auto werd gewonnen. OPDRACHTEN VOOR NEDERLANDSCHE SLEEPERS. Naar men aan de N. R. Ct. meldt, is aan L. Smit Co.'s internationaolen sleepdienst opdracht gegeven voor het transport van een drijvend dok van Italië naar Italiaansch Oost- Afrika. Voorts zal binnenkort een groot drijvend dok van Kopenhagen naar Oslo worden ge bracht, aan welk transport drie sleepbooten zullen deelnemen. HET VASTE LASTEN-ONTWERP. Uit gezaghebbende bron bereikt de N.R.Ct. de mededeeling, dat voor de regeering gee nerlei politieke gevolgen verbonden zullen zijn aan een eventueele verwerping van het wets ontwerp in zake de vaste lasten. DE OECONOMISCHE SAMENWERKING TUSSCHEN NEDERLAND EN NEDERLANDSCH-INDIÊ. De installatie van de commissie van advies nopens concrete uitbreiding van de samenwerking. Redevoeringen van minister Coljjn en dr. A. A. L. Rutgers. Gisterenmiddag om half drie is de com missie van advies nopens concreet uitbreiding van de oeconomische samenwerking tusschen Nederland en Nederlandsch-Indië door den minister van koloniën, dr. H. Coljjn, in een der zalen van zijn departement geïnstalleerd. MINIMUM VERKOOPPRIJZEN VOOR EIEREN NAAR DUITSCHLAND. De minimum-verkoopprjjzen voor eieren naar Duitschland, incl. verpakking, franco grens, zjjn voor de periode van 5 tot 9 Juni vastgesteld op C-klasse, gewicht 5253 kg B-klasse, gewicht 5758 kg 3.20; A-klasse, gewicht 6263 kg i 3.50; S-klasse, gewicht boven 65 kg, 3.80, alles per 100. Monopolieheffing 35 ct. per 100 stuks. Prijzen voor eeneieren zjjn naar groote: 2.40, 2.45, 2.55 en 2.60 per 100 stuks. DE VORSTELIJKE PERSONEN NAAR HET LOO VERTROKKEN. De Koningin en de Prinses zjjn Donderdag middag met haar vorsteljjke gasten naar het Loo vertrokken. GROEI VAN DE NEDERLANDSCHE REISVEREENIGING. Naar men de N.R.C. meldt, heeft de Neder landsche reisvereeniging dezer dagen haar 5000ste nieuwe lid in 1936 ingeschreven. DE N.V. ROTTERDAMSCHE VERZEKERING-SOCIETEITEN (RVS) IN HET JAAR 1985. Een zeer gunstige positie. Gisteren heeft te Rotterdam van bovenge noemde verzekering-maatschappij de jaarljjk- sche algemeene vergadering van aandeelhou ders plaatsgevonden. In deze vergadering werd de balans en de winst- en verliesrekening over dat jaar goed gekeurd, terwjjl eveneens werd aangenomen het voorstel van commissarissen tot verdeeling van het winstsaldo. Het dividend is 20 op de verplicht en 8% op de onverplicht gestorte bedragen, terwjjl de uitkeering op Winstbe wijzen 79.99 per stuk is. Uit het jaarver slag citeeren wjj nog: In financieel opzicht is het jaar 1935 voor de RVS wederom zeer gunstig geweest. De extra Reserve kon als gevolg daarvan met ruim 1.259.000.wor den verhoogd. Deze bedraagt momenteel 8.022.000.— De productie van nieuwe verzekeringen bedroeg 48.656.000.Het bedrag der ver vallen verzekeringen 60.400.000. De totale vermeerdering in 1935 bedroeg 48.656.001.— tegen 51.539.164.— in 1934. Dat de waargenomen sterfte gering was blijkt uit het feit, dat de basis, waar op de premiereserve was berekend voor uitkeering bjj overljjden bedroeg 3.438.028.In werke lijkheid behoefde slechts 1.653.154.te worden uitgekeerd. 6 Juni Een ernstige en gevoelige ziel, die graag alles zou doen precies zooals het hoort, vraagt in een brief aan de krant hoe men soep moet eten: door ze op te scheppen, ter wjjl men den lepel naar zich toe beweegt, of van zich af. Als men zulke vragen ziet, begrijpt men de verantwoordelijkheid van een redactie. Want het voor de hand liggende antwoord aan dezen vrager zou zjjn: „Het hangt er heelemaal van af, wien u vol wilt spatten, uw overbuurman of u zelf". Maar men mag zoo iets niet zeggen. De vraag is daarvoor veel te ernstig, en verdient een antwoord. Soep-eten is een soort reflexbeweging. In dit feit schuilt een groot gevaar voor wie het verkeerd doen. Want een verkeerde reflex beweging is men niet een-twee-drie-kwijt. Toch is het geen eenvoudige zaak, te zeggen hoe men het moet doen. De ideale manier is, er voor te zorgen, dat de lepel geen kielzog maakt en dus geen overstrooming veroor zaakt. Wie precies wil weten, hoe de lepel de soep dient te raken, moet eens bestudeeren hoe voorzichtig eenden op het water neer- strjjken. Soepeters zjjn soms eenden, maar eenden zouden ook uitstekende soepeters zjjn. Er zjjn snobs, die hun lepel zijdelings door het soepbord halen, van oost naar west. Maar als een gewoon mensch dit doet, wordt het aanstellerig gevonden. Om niet te zeggen ploertig. Véél eenvoudiger is het, eenige aanwijzingen te geven, omtrent de wijzen waarop men het niet moet doen. Het soepbord optillen en aan den mond te zetten, en vervolgens den inhoud aldus ver zwelgen, met het risico dat de helft van de groente of de balletjes tusschen boord en hals verdwjjnt, staat gelijk met verstooting uit de menscheljjke samenleving. Voor deze methode moet men zich dus erg in acht nemen. Bjjna even erg is het, den inhoud van het bord via een trechter in den mond te gieten. Verkeerd is ook: soep te eten door een rietje; den inhoud in een thermosflesch te doen omdat men er op het oogenblik zelf geen trek in heeft; hard met den lepel in het bord slaan, zoodat de schuimbellen in het rond vliegen en daar van iets in de vlucht trachten op te vangen; den schotel achter te houden om de soep als jus bjj de visch te gebruiken; het bord soep te gebruiken als vingerkom, Zij die belangstelling voor het onderwerp hebben, weten nu in ieder geval de hoofd zaak en kunnen daar hun voordeel mee doen. Men zou iemand de pjjnljjke ervaring toe- wenschen van den heer O. van N., die er in geslaagd was zich voor een diner te laten uit- noodigen door zich uit te geven voor Jhr O. van N. Hjj liet de soep staan omdat hij niet wist, hoe hjj zijn lepel moest manipuleeren. Hij durfde de visch niet aanraken, omdat hjj met de graten geen raad wist. Hjj liet zjjn wild staan, omdat hjj het niet behoorlijk snijden kon. Toen het dessert kwam, was hjj zóó uit gehongerd, dat hjj het tusschen de twee boterhammen klapte, die hij altijd in z'n zak had om zjjn frontje schoon te vegen en zjjn pudding nuttigde als sandwich. Nooit werd hjj meer aan de diners der betere standen toege laten. "Vergadering van Donderdag 4 Juni. Voortgezet worden de algemeene beschou wingen over de wetsontwerpen bijzondere maatregelen ten aanzien van loopende land- bouwhypotheek en pachtovereenkomsten en ter verkrijging van verlaging van sommige vaste lasten en van huren. De heer Lingbeek (h.g.) zegt, dat de regeering in de schriftelijke stukken orakel taal gebruikt om te doen begrjjpen, dat men van verlaging van vaste lasten als gevolg van deze ontwerpen maar niet te veel moet ver wachten. Spr. keurt af de voorgestelde hypotheekbe palingen, welke den indruk wekken, alsof de huiseigenaarhypotheeknemer iets heel slechts heeft gedaan, waarvoor hjj gestraft moet wor den. Want de huur, die hem betaald wordt, kan sterk worden verlaagd, zonder dat hij hiervoor voldoende compensatie ontvangt in den vorm van verlaging der door hem te betalen hypo theekrente. De heer v. d. Heuvel is voor stander. De heer van den Heuvel (a.r.) zegt, dat de algemeene meening is, dat het met de rentebedragen zoo niet kan bljjven, maar dat men het niet eens is omtrent wat er moet ge beuren. Heeft de overheid het recht, in te grijpen in het contractrecht der burgers, op de wj)ze, als in deze ontwerpen geschiedt? Als het erop aankomt, ontkent niemand, dat de overheid het recht tot ingrijpen in contracten heeft. Voorts verdedigt hjj tegenover den heer De Geer de voorgestelde verlenging van de crisispachtwet. Het bedrijfsleven zal betrekkelijk weinig profiteeren van de hypotheekrenteverlaging, omdat zjj niet geldt voor crediethypotheken, welke het bedrijfsleven in hoofdzaak neemt. En ernstig bezwaar maakt spr. tegen de procedure, voorgeschreven ter verlaging van geen erfpachtscanon. Beter dan een dergelijke individueele regeling ware een verlaging van den erfpachtscanon over de geheele linie. Spr. stemt in met verlaging van de land bouw hypotheken. Niet te begrjjpen valt, waarom de crediet hypotheken worden uitgezonderd. Dit is ook volkomen willekeurig. Hoe wjj ons standpunt tegenover de wets ontwerpen moeten bepalen7 de heer DeGeet is volkomen voorbijgegaan het probleem, waarvoor de regeering staat, van verlaging van vaste lasten. Hjj heeft alleen maatregelen genoemd, die hjj minder slecht achtte. Maar naar mate men meer overtuigd is van de nood zakelijkheid van verlichting van vaste lasten, is men meer geneigd, met de wetsontwerpen mee te gaan. Wjj kunnen nu eenmaal niet alle maal regeeren. (Vrooljjkhe id). De regee ring heeft nu eenmaal een keuze gedaan. Zoo veel mogeljjk moeten we de regeeringsvoor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5