Radio-programma yfmiMa BINNENLAND GEMENGD NIEUWs HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG n JUNI 1936 Oec. samenwerking Nederland en Indië. Een uiteenzetting van minister Colijn aan de Kamers der Staten-Generaal. Het r.k. episcopaat en de N.S.B. Het Koninklijk paleis op den Dam. A. Viruly krijgt ontslag als reserve-officier. Het conflict in het visscherijbedrijf De grondwetsherziening. Arbeid door vreemdelingen De nieuwe gouverneur- generaal van Ned.-Indië. De besteding van de gelden voor extra-verstrekking aan werkloozen. Drukte te Ter neuzen neemt toe. Binnenland Idylle en een brievenbus. Poging tot omkooping van een raadslid. Kantoorbediende verdwenen. Boerderij afgebrand. Moordaanslag. Kind uit het raam laten vallen. Meisje gedood bij aanrijding te Deventer. PRINSES JULIANA OP STUDENTENREÜNIE. H.K.H. Prinses Juliana heeft Dinsdag te Leiden een reünie van studievriendinnen uit Haar studententijd meegemaakt. Des avonds vertoefde H.K.H. in gezelschap van eenige studiegenooten op den Beukenhof te Oegst- geest. GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NED.-INDIE. Bij Kon. besluit is aan jhr. mr. B. C. de Jonge, op zijn verzoek eer vol ontslag verleend als gouverneur-generaal van Ned.-Indië, met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, door hem in die betrekking aan den lande bewezen en is benoemd tot gouverneur-generaal van Ned.-Indië, Hr. Ms. kamerheer in b.d. jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, buitengewoon gezant en gevolmachtigde minister ^>ij de hoven van Brussel en Luxem burg. DE REISBELASTING. De Vereeniging van Nederlanders, huis eigenaren en hypotheekhouders in het bui tenland heeft aan de Tweede Kamer een adres gezonden, waarin zij verzoekt het wets ontwerp tot heffing eener reisbelasting niet aan te nemen. De minister van koloniën heeft aan beide Kamers der Staten-Generaal de volgende juiteenzetting aangeboden van de richtlijnen Voor de oeconomische samenwerking tusschen Nederland en Indië, die de Indische regeering tegelyk aan den Volkenbond heeft toegezon den: Bij de oeconomische samenwerking tusschen Nederland en Nederlandsch-Indië zijn zoowel belangen van het Rijk als geheel als belan gen der beide afzonderlijke gebiedsdeelen be trokken. De structuur van de oeconimische betrek king tusschen Nederland en Indië brengt inede, dat bij de door Nederland in het kader dezer samenwerking aan Indië bewezen diensten in de meeste gevallen tegelijkertijd Nederlandsche belangen gebaat zijn, terwijl bij de door Indië verleende hulp weliswaar ook Rijksbelangen betrokken zijn, doch de rechtstreeksche oeconomische steun aan Ne derland overweegt. Dientengevolge ligt in de door Nederland getroffen maatregelen reeds een zekere compensatie voor de gebrachte offers, terwijl bij de door Indië getroffen maatregelen deze compensatie in den regel Ontbreekt. De tegenwoordige omstandigheden in de Wereld brengen de noodzakelijkheid mede van intensieve voortzetting van de oeconomische Bamenwerking der beide gebiedsdeelen in Rijksverband. Na het eerste thans als afge sloten te beschouwen experimenteels sta dium, behoort deze samenwerking niet lan ger incidenteel, doch zooveel mogelijk stel selmatig te geschieden, waarbij de weder- Bjjdsche prestaties in een algemeen kader Worden ingepast. De oeconomische samenwerking vergt on vermijdelijk offers, welker aanvaardbaar heid mede beoordeeld moet worden in ver band met het weerstandsvermogen en de Structuur der gebieden en met de ontvangen hulp. Zjj mag echter niet het karakter van een do-ut-des-politiek tusschen belde gebieds deelen verkrijgen. De door Nederland aan Indië te verleenen oeconomische steun bestaat hoofdzakelijk uit hulp bij onderhandelingen over handelsover eenkomsten en clearing, die moeilijk in geld te waardeeren is. Directe steun aan den af eet van Indische producten in Nederland is Slechts in beperkte mate mogelijk. De verdere mogelijkheden ten dezen dienen niettemin van weerszijden nog nader te worden onderzocht, Sn waar het kan, benut. Het beleid ten aanzien van de handelspoli tieke betrekkingen met het buitenland dient, yoor zoover daarbij beide gebiedsdeelen be trokken zijn, te geschieden op grondslag der Rijkseenheid en in nauwe samenwerking der betrokken departementen. Waar Indië in vele gevallen niet in staat is om door eigen pres taties z\jn exporten naar het buitenland in yoldoende mate te verdedigen, dient het goeder land deze verdediging naar vermogen Voor zijn rekening te nemen. De door Indië aan Nederland te verleenen hulp bestaat noodzakelijkerwijze in hoofdzaak Uit bevordering van den invoer uit Nederland, yvaarbtj het verleenen van contingenten het voornaamste middel is. Deze contingenteerin- £en veroorzaken doorgaans aanzienlijke prijs stijgingen,, die veelal op oeconomisch zwakke öeelen der Indische maatschappij drukken en 'èe in Indië doorgevoerde aanpassing door breken. Deze prijsstijgingen dienen niettemin binnen bepaalde grenzen aanvaard te worden Wegens het belang der Nederlandsche indus- Strie en de in den aanhef genoemde Rijks belangen. De afstand tusschen het Nederlandsche en het Nederlandsch-Indische prijspeil is ook bij krachtige aanpassing in Nederland zoo groot, «lat het noodzakelijk is, dat de prijzen zoo laag zijn als de Nederlandsche omstandig heden dit veroorloven. Nederland dient hier toe de noodige maatregelen te nemen en te bevorderen, dat de Nederlandsche industrie actieve voeling met de Indische markt onder houdt. Het is in het belang der Nederlandsche in dustrie en voor het slagen der contingentee- tingen noodig, dat over langere perioden zoo groot mogelijke zekerheid omtrent de Neder landsche contingenten bestaat. Waar contingenteering op zichzelf veelal Ulet tot het beoogde doel leidt, dient realisatie éer Nederlandsche contingenten ook in de toekomst door Indië te worden bevorderd. De belangen der Nederlandsche industrie mo gen er niet toe lelden, dat de voor Indië onder de huidige omstandigheden noodzakelijke Industrialisatie wordt tegengegaan, al zal bij de ontwikkeling der Indische Industrie ook op de belangen der Moederlandsche nijver heid gelet worden. Dit laatste geldt ook, wan neer een algemeene invoerbeperking noodig wordt wegens stijgende Indische productie. De Indische contingenteeringen ten bate van Nederland behoeven voorloopig niet in belangrijke mate uitgebreid te worden. Con solidatie der belangrijke reeds verkregen en beoogde resultaten moet voorloopig voorop staan. ROKINKWESTIE NOGMAALS BIJ GED. STATEN. Een adres van „Amstelodamum". Naar de Telegr. verneemt, hebben gedepu teerde Staten zich wederom beziggehouden met de demping van het Rokin. Van de Ver eeniging „Amstelodamum" is n.1. een adres ingekomen bij de Kroon, met verzoek het on langs genomen raadsbesluit, tot demping van het Rokin, te vernietigen. Op advies van het gemeentebestuur van Amsterdam zal echter zoo goed als zeker het verzoek van „Am stelodamum" worden afgewezen. De Maasbode (r.k.) ontleent aan het jong ste nummer van „Nederlandsche Katholieke Stemmen" eenige richtsnoeren voor de prak tijk naar aanleiding van de bisschoppelijke documenten tegen de N.S.B. Allereerst wordt er op gewezen dat de nieuwe verklaring alleen over de N.S.B. gaat, terwijl het mandement van 2 Febr. 1934 liep over al „de verschillende fascistische en na- tionaal-socialistische stroomingen ten onzent". Wat over deze toen gezegd is, behoudt ten volle zijn kracht, doch op grond van het feit, dat de gevaren, waarop toen werd ge wezen, practisch vooral van den kant der N.S.B. te vreezen zijn, is de nieuwe verklaring tot deze beweging beperkt. Een positief verbod in den technischen zin des woords wordt weliswaar niet gegeven, maar tóch een uitspraak dat de NSB ongeoor loofd is onmiddellijk uit kracht van het hoo- ger goddelijk Recht. De bisschoppen hebben niet alleen maar gewaarschuwd of de geloo- vigen slechts vermanend op hun plicht gewe zen; neen, zij hebben krachtens de volheid van hun gezag de NSB veroordeeld, een authentieke besliste uitspraak gegeven, die allen in geweten bindt. Uit deze uitspraak volgen: a. een gewetensplicht om met deze ver oordeeling in te stemmen; b. een plicht om zich te onthouden van alles wat krachtens de bisschoppelijke verklaring als ongeoorloofd moet worden beschouwd. Wat is dan geoorloofd? Uit het feit, dat de bisschoppen verkla ren dat „zij, die aan deze partij in belang rijke mate steun verleenen niet tot de H.H. Sacramenten kunnen worden toege laten" volgt dan noodzakelijk: a. dat „in belangrijke mate steun ver leenen" onder doodzonde ongeoorloofd is; b. dat iedere steun aan de NSB verleend, het lidmaatschap dus, het stemmen op de NSB en verder welke andere steun ook op zich ongeoorloofd en zondig is; c. dat bijgevolg „het steunen" der NSB een in haar soort zware zonde is. Wie verleenen nu in belangrijke mate steun Zooals de zaken op het oogenblik staan, nog niet noodzakelijk iedereen, die lid is van de NSB, op de NSB stemt of haar vergade ringen bijwoont. (De belangrijkheid van den steun aan een dergelijke beweging hangt b.v. ook van de heele positie der beweging af). Voor thans zou men twee categoriën kun nen onderscheiden. a. zij die steun verleenen krachtens het ambt zelf, dat zij in de NSB uitoefenen of als haar vertegenwoordigers bekleeden (leden van kamers, staten of gemeenteraden, propa gandisten, redacteurs en schrijvers, mede werkers en correspondenten wier abeid van aanmerkelijke beteekenis is, uitgevers en drukkers van NSB lectuur, colporteurs voor zoover deze in het oog des volks werkelijk propaganadisten zijn); b. zij, die zonder een dergelijk ambt te be kleeden, toch op welke wijze dan ook een financiëelen of moreelen steun verleenen, die hetzij reeds uit den aard der zaak, hetzij wegens de omstandigheden belangrijk moet worden genoemd. Het voorloopige verslag van de Tweede Kamer over het aanhangige wetsontwerp. Blijkens het voorloopige verslag inzake het wetsontwerp tot goedkeuring van de overeen komst, houdende afstand om niet door de ge meente Amsterdam aan den staat van het Koninklijk Paleis aan den Dam te Amsterdam en uitkeering door den staat aan de gemeente Amsterdam van een bedrag, groot 10 millioen gulden, voor den bouw van een nieuw raad huis, kon men zich nagenoeg algemeen met de strekking van dit wetsontwerp vereenigen, het in de regeering waardeerend, dat zij zich be treffende het eigendomsrecht op 't voormalige raadhuis bij het oordeel van de commissie- mr. P. Scholten heeft aangesloten, daarmee haar standpunt, dat zjj in 1910 innam, toen zij dit gebouw als rijkseigendom meende te mogen beschouwen, prijsgevend. Eenige leden stelden de vraag, of door de voorgestelde regeling in het Werkfonds voor de gewone werkverruiming 10 millioen gulden minder beschikbaar zal zijn. Of gaat het, zoo vroegen deze leden, alleen maar om de wijze van financiering, b.v. om te voorkomen, dat gedurende 5 jaren de gewone rijksuitgaven met 2 millioen gulden zullen worden bezwaard Voorts wenschen de hier aan het woord zijnde leden te weten, of de regeering aan deze uit keering voorwaarden wil verbinden, zooals bij andere werkobjecten, op het terrein der ar beidsvoorwaarden. Indien dit het geval mocht zijn, zou dit, naar hun meening, zeer bedenke lijk moeten worden geacht. De arbeid aan een gebouw, als waarvan hier sprake is, dient ge heel te geschieden door de allereerste vak lieden, hetgeen door de beknotting van de be palingen der collectieve contracten ongetwij feld zou worden belemmerd. Deze leden spraken met klem den wensch uit, dat derge lijke voornemens niet zouden bestaan. Enkele leden waren van oordeel, dat een aanmerkelijk lager bedrag dan de in het ont werp genoemde 10 milioen gulden voldoende zou zijn voor Amsterdam om een nieuw stad huis te verkrijgen. In verband hiermede gaven deze leden den wensch te kennen, dat aan de Kamer inzage van het rapport van boven bedoelde commissie zal worden verstrekt. Eenige leden vroegen, wat de regeering in het vervolg met het paleis denkt te doen. Deze leden gaven den wensch te kennen, dat ook buiten den tijd, waarin de Koninklijke familie er verblijf houdt, het paleis niet ongebruikt zal blijven. DE NIEUWE HOOFDINSPECTEUR VOOR DE SCHEEPVAART. Buitenzorg. Benoemd is tot hoofdinspecteur van de scheepvaart, hoofd van den dienst der scheepvaart de heer J. W. Langeler, thans in specteur en onderhoofd van dien dienst. (Aneta). B|j Kon. besluit van 6 Juni is op het daar toe door hem gedane verzoek eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan reserve- eerste luitenant A. Viruly, vlieger van de luchtvaartafdeeling. Men herinnert zich, dat de heer Viruly on langs in een open brief aan minister Colijn z|jn -ontslag als reserve-officier had gevraagd omdat h|j, zooals hij schreef, voor de daad staande, toch nimmer een nationaal belang zou willen of kunnen dienen, „indien dit moest wezen door willekeurige, niet schuldige men- schen te gaan dooden, met verloochening van een duidelijk christelijk beginsel." In de gisteren gehouden ledenvergadering van de Reedersvereeniging te IJmuiden is besloten de nieuwe gage- en percentenregeling j voor de zeevisschers, zooals die door de drie confessioneele organisaties was voorgesteld, I heden, Woensdag, te doen ingaan. Zooals be- I kend is, houdt deze regeling in een vermindering j van 5 pet. der gages, terwijl voor de percenten- I berekening van de bruto-besomming zalwor- I den afgetrokken de helft van het losloon en telkens 1 pet., wanneer het schip voorzien is van een radio-installatie, echo-dieplood en vischt met Vigneron-Dahlnetten. Het rapport van de Staatscommissie onderteekend. Naar de Nw.Rott.Crt. verneemt, is het rap port van de staatscommissie voor de partieele hetrziening van de grondwet Maandagavond vastgesteld. Een nadere regeling. De directeur van den rijksdienst der werk loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling deelt mede dat bij Koninklijk besluit van 5 Juni no. 11, is bepaald, dat werkgevers arbeid in den zin van artikel 1 van de wet van den 16en Mei 1934 (Staasblad no. 257) niet mogen doen verrichten zonder schriftelijke vergun ning. Het vorenstaande geldt niet ten aanzien van arbeid: a. op zeeschepen, in den zin van de wet van 10 Juni 1926 (Staatsblad no. 178). b. op schepen of vaartuigen die den Rjjn, de Lek en de Waal en haar uitmondingen in zee of andere internationale wateren bevaren of plegen te bevaren. Door dit Kon. besluit zijn dus, met uitzon dering van de bovenvermelde groepen, alle be roepen onder de werking der wet van den 16en Mei 1934 tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelingen gebracht. De Nederlandsche pers. „Het Vaderland" (lib.) schrijft, dat de nieuwe landvoogd, voor zoover bekend niet bij een bepaalde richting der koloniale politiek kan worden ingedeeld. Bespiegelingen over hetgeen gebeuren gaat, hebben dus slechts zeer beperkte waarde. Het blad vervolgt: De landvoogd voere in het algemeene kader der Nederlandsche politiek in samenwerking met den Volksraad een aan de Indische om standigheden en behoeften aangepast. Indisch beleid, dat rekening houdt met de draag kracht van de bevolking in het algemeen en dat speciaal de inheemsche bevolking op Java voor verdere inzinking behoedt en haar door de tegenwoordige, zoo uiterst moeilijke periode heen helpt. Het financieel beleid zij daarbij, zoolang de toestand niet belanrijk verbetert, niet gericht op het afleggen van nieuwe bezui- nigings-étappen, maar op het verkrijgen van een hooger nuttig rendement van de beschik bare middelen. Gelukkig doet, zij het dan uiterst langzaam, in Indië een verbetering van het oeconomisch leven haar intrede. Het „Algemeen Handelsblad" (lib.) schrijft: Noch het zijn van Nederlandsch staatsman, noch het zijn van kenner van Indië zijn op zichzelf voldoende waarborgen voor een goede uitoefening der landvoogdij. Détailkennis is zeker voor een gouverneur-generaal geen hoofdzaak. Moge voorts een niet-Indische spe cialiteit alle zekere speciale Indische kundig heden missen, hij zal zich weten te hoeden voor speciaal Indischen vooroordeelen. Boven dien veranderen de Indische aspecten zoo snel, dat iemand, die enkele jaren tevoren nog een Indische specialiteit mocht heeten, thans het gevaar loopt te meenen, dat h|j nog weet, wat h|j niet meer weten kan. Van het hoogste be lang zijn daarentegen de bovengenoemde eigenschappen van hoofd en hart en karak ter waaraan wij nog zouden willen toevoegen, een sterk aanpassingsvermogen en psychiolo- gisch inzicht en vóór alles de gave om zijn ad viseurs goed te kiezen. Van dat laatste hangt uit den aard der zaak zeer veel af. Wat nu de figuur van den nieuwen bewind hebber betreft, die straks den troon van Bui tenzorg zal bezetten, zoo is de heer Tjarda van Starkenborgh Stachouwer zeker een man van vele en veelzijdige bestuursbekwaamheden te noemen. Een goed bestuurder heeft hij zich, toen hij als commissaris der Koningin in Gro ningen optrad ontegenzeggelijk getoond. Daar bij is vooral voor Indië z|jn daar duidelijk ge bleken belangstelling voor de oeconomische zijde van de bestuursfunctie van groote waar de. Heeft hij niet als gouverneur der provin cie zijn voortdurende aandacht aan de ver- keersvraagstukken gewjjd, en heeft hij er niet steeds voor gezorgd dat een gezonde finan- ciéele politiek gevolgd werd? Daarbij toonde h|j zich een beminnelijk en hoffelijk man, met een open oog en een open hart voor de belan gen van de inwoners. De Indische pers. j De „Indische Courant" (Soerabaja) zegt, dat de beteekenis van de benoeming van jhr. 'fjarda van Starkenborg Stachouwer hoe belangrijk deze ook is, gezien de machts- «ositie van den gouverneur-generaal niet ZONNEBRUIN voorkomt zonnebrand en bronst en bruint Uw huid prachtig. Dass 25 «ri 5Öcf. Tube 60ch Racon 90cf Doet Uw huiskleur spoedig wijken. VRIJDAG 12 JULI 1936. Hilversum I, 1875 m. Algemeen programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten. 11.3012.00 Voor zieken en ouden-van-dagen. ,12.15 KRO-Boys 12.45 Gramofoonplaten. 1.15 KRO-Melodisten. I.45 Gramofoonplaten. 3.15 KRO-orkest. 6.00 Land- en tuinbouwhalfuur. 6.20 De KRO-Boys, 7.00 Politieberichten. 7.15 „Ambtenaar en samenleving". 7.35 Gramofoonplaten. 7.45 Kath. muziek. (Gr.pl.). 800 Nieuwsberichten A.N.P. 8.10 KRO-Boys. 8.30 De KRO-Microfoon op Schiphol. 9.00 Causerie „Mooi Nederland". 9.15 Sted. orkest Maastricht, koor en solist. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Berichten A. N. P. 10.35 Gramofoonplaten. 10.50 P. Godwin's orkest. II.4512.00 Gramofoonplaten. Hilversum H, 301 m. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA 8.00 VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voordracht. 10.30 Orvltropia. 11.00 Voordracht. 11.20 De Flierefluiters. 12.00 Kovacs Lajos' orkest. 2.00 Knipcursus. 2.30 Omroeporkest. 2.30 Omroeporkest. 3.10 Gramofoonplaten. 3.25 Omroeporkest. 4.00 en 5.00 Gramofoonplaten. 5.30 De Notekrakers en gramofoonplaten. 6.30 E. Walis' orkest. 7.00 Lezing over Beliamy -«ff 7.20 E. Walis' orkest. 7.50 Berichten A.N.P., SOS-berichten. 7.56 Gramofoonplaten. 8.00 Berichten A.N.P.. 8.05 Causerie „Wat is waar?" 8.30 Concert. 9.00 Literaire causerie. 9.30 Vervolg concert. 10.00 Muzikale lezing. 10.30 Gramofoonplaten. 10.45 Avondwijding. 11.00 Jazz-concert. 11.30—12.00 Gramofoonplaten. ZATERDAG 13 JUNI 1936. Hilversum L 1875 m. KRO-uitzending 8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten. 11.3012.00 Godsd. halfuur. 12.15 Gramofoonpl. en de KRO-Melodisten. 2.00 Voor de r|jpere jeugd. 2.30 Gramofoonplaten. 3.00 Kinderuur. 4.00 Gramofoonplaten en concert door het KRO-orkest. 5.30 Esperanto-nieuws. 5.45 KRO-orkest. 6.20 Journ. weekoverzicht. 6.45 Gramofoonplaten. 7.00 Politieberichten. 7.15 Kinderzorg. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Nieuwsberichten A.N P. en Mededee- lingen. 8.10 10-minuten overpeinzing. 8.30 Gramofoonplaten. 8.45 De A.s. Radio-Missiedag, door Pater J. Dito. 8.50 KRO-Boys. 9.00 Gramofoonplaten. 9.15 Intern, sportrevue. 9.30 De KRO-Boys. 9.45 Gramofoonplaten. 10.15 KRO-Boys. 10.30 Nieuwsberichten A.N.P. 10.35 Gramofoonplaten. 11.0012.00 Gramofoonplaten. Hilversum H, 301 m. VARA-uitzending. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Orgelspel, VARA-Tooneel en gram.pl. 12.001-45 Gramofoonplaten. 2.00 Fantasia. 2.50 Schaakpraatje. 3.10 De Bohemians. 4.30 Radiotooneel. 5.40 Literaire causerie. 6.00 Orgelspel. 6.30 Gramofoonplaten. 7.40 Causerie over het VARA-Zomerfeest. 8.00 Herhaling SOS-berichten, nieuwsber. A.N.P. en VARA-Varia. 8.15 De Flierefluiters en zang. 9.00 Radiotooneel. 9.15 Viool en orgel. 9.50 Gramofoonplaten. 10.00 Nieuwsberichten A.N.P. 10.05 VARA-orkest. '11.0012.00 Gramofoonplaten, mag en niet kan worden overdreven indien men voor oogen houdt, dat elke landvoogde- lijke periode een zeer bescheiden deel vormt van het meer dan drie eeuwen durende en nog steeds onafzienbare tijdperk, waarin Neder' land en Indië aan elkaar zijn verbonden, doch waarin ook en dit geldt bovenal voor Neder land, de richtlijnen worden uitgestippeld, waarlangs Indië's ontwikkeling zich zal heb ben te bewegen, richtlijnen waarmede elk landvoogdelijk beleid parallel zal moeten loo- pen, zoodat ook in de toekomst geen afwijkin gen van groote lijnen zullen plaats hebben. „De Locomotief" ,Semarang) constateert in een hoofdartikel, dat deze benoeming een nieuw bewijs vormt voor de instemming met het gevoerde beleid. Het feit, zoo vervolgt het blad, dat het hoogste advies gegeven is door een minister raad, gepresideert door minister Colijn, wekt de hoop, dat de man, die eenmaal door een groot gouverneur-generaal uit velen werd ge kozen, thans zelf uit velen den goeden land voogd heeft gekozen. De „Deli Courant" (Medan) meent, dat In dië met de benoeming van jhr. Tjarda mag worden gelukgewenscht. Alhoewel misschien het een bezwaar kan worden geacht dat de nieuwe gouverneur-generaal ten aanzien van Indië een onbeschreven blad is, valt ander zijds het voordeel niet te onderschatten, wanneer een bewindsman van deze kwalitei ten, zonder den last van een politiek verle den, frisch en onbevooroordeeld tegenover ko loniale problemen zal staan. Het „Soer. Handelsblad" (Soerabaja) zegt, dat deze benoeming aantoont, dat de uitein delijke keuze gevallen is op een staatsman, uitblinkend in uitzonderlijke gaven van hoofd en hart, een jeugdige, krachtige figuur, die straks het Indische Staatsschip met vaste hand door de branding zal weten heen te sturen. Nog zelden zal een onbeschreven blad als deze vertegenwoordiger van H. M. de Konin gin in deze gewesten met zooveel intens ver trouwen z|jn tegemoet gezien als deze nieuw benoemde landvoogd. Minister Sllngenberg geeft inlich tingen. Op vragen van het Tweede Kamerlid Stein- metz: 1. Kan de minister mededeelen hoe het thans staat met de besteding van de gelden, welke zijn toegestaan voor extra-verstrekking aan werkloozen ter voorziening van kleeding dekking, huisraad, waaromtrent gebleken is uit de toelichting op het Ontwerp van wet tot wij ziging van het tiende hoofdstuk A der Rijks- begrooting 1934 (zitting 1935/'36, No. 255) en uit hetgeen de minister op 17 December 1935 bij gelegenheid van de openbare behandeling van voornoemd wetsontwerp gezegd en op 5 Maart 1936 bevestigd heeft, dat van de oor spronkelijk toegestane 2 millioen gulden slechts ongeveer 2 ton verbruikt was? 2. Kan de minister mededeelen, waarom tot op heden, ruim vier maanden na behandeling van het wetsontwerp, nog niet de toegezegde aanschrijving aan de gemeentebesturen is ver zonden, mededeelende, „dat er in dit opzicht iets gedaan kan worden?" heeft de minister van sociale zaken geant woord: Ad 1. Uit deze vraag blijkt, dat een misvat ting is ontstaan in zake de tijdvakken, waarin de hierbedoelde 2 millioen gulden werden be steed. Hiervan werd ruim 200.000 gebruikt in December 1934 ter verhooging van de Kerst- gave 1934 aan werkloozen. Daarop had de mededeeling van ondergeteekende op 17 Decem ber 1935 in de Tweede Kamer betrekking. In het voorjaar van 1935 werd door den ambtsvoorganger van ondergeteekende aan het Nationaal Crisis-Comité medegedeeld, dat het restant van de 2 millioen gulden beschikbaar zou worden gesteld. Dit restant is in den loop van 1935 vr|jwel geheel verbruikt. Op 8 Maart 1936 deelde ondergeteekende in de Tweede Kamer mede, dat van de 2 millioen gulden nog iets over was. Thans kan worden medegedeeld, dat dit overschot plm. 113,500 bedraagt. Ad 2. Een mededeeling, als in deze vraag wordt bedoeld, is achterwege gebleven, omdat aan ondergeteekende is gebleken, dat het den gemeentebesturen bekend was, dat zij een bijdrage brj het Nationaal Crisis-Comité kon den aanvragen. De drukte in het havengebied van Terneu- zen heeft, naar het zich laat aanzien, haar hoogtepunt nog niet bereikt. Honderden trans portarbeiders, menschen van 5560 jaar, die vroeger aan het laden en lossen van zeesche pen hebben gearbeid, maar sedert lang werk loos z|jn en ook de jongeren, die den drukken t|jd in de haven van Terneuzen nooit gekend hebben, vinden thans volop werk. Op het oogenblik verblijven te Terneuzen verschillende Duitsche lichters voor het over slaan der goederen. TERUGGANG VAN HET GEBRUIK VAN ALCOHOLHOUDENDE DRANKEN. De Nationale Commissie tegen het Alco holisme schrijft ons: Door de welwillende medewerking van den Hoofdinspecteur van het staatstoezicht op de volksgezondheid (afd. Drankbestrijding) kwa men w|j in het bezit van de jaarcijfers omtrent het verbruik van alcoholhoudende dranken in ons land over de laatste 25 jaar. Wat ons b|j de beschouwing van deze cijfers opvalt, is wel de sterke teruggang van het gebruik van alcoholhoudende dranken per inwoner, wat zeer zeker een verblijdend ver schijnsel is te noemen. Voor 25 jaar werd per inwoner niet minder dan 7 liter sterke drank per jaar gebruikt, terwijl dit gebruik thans ruim iy2 liter per inwoner bedraagt. Het biergebruik is in 25 jaar tot de helft teruggeloopen. Voor 25 jaar werd per inwoner 34 liter en thans 17 liter gebruikt. Zoo is ook het wjjnverbruik belangrijk lager. Voor 25 jaar was het verbruik 1% liter per hoofd, wat thans op 0.9 liter is teruggeloopen. Voorts bl|jkt, dat het aantal vergunningen en verloven A (verkoop van zwak-alcohol- houdende drank in 't klein) in de laatste jaren een gestadigen teruggang vertoont. In 25 jaar is het aantal vergunningen, dat in 1910 over het heele land 20414 bedroeg, verminderd tot 16019 en het aantal verloven A van 21479 tot 11267. Als men nu weet, dat in Nederland een kwarteeuw geleden op elke 140 inwoners een vergunning of verlof A werd aangetroffen en thans een op de 307 inwoners, dan zal men tot de conclusie moeten komen, dat w|j thans een gunstiger beeld hebben verkregen. Dit zijn getallen, die ons doen zien w staag werkende georganiseerde Drank!?1 ding op den duur bereiken kan. En op de eerste plaats door het invoere n'et Drankwetten, maar vooral door het om" Vat* der drinkzeden. "betten Wat een slaven bevifd, wat een leed zacht, wat een tranen gedroogd, Wat volkskracht behouden, wat een armoede 6611 komen, wat een weldaden bewezen V°°r* pensch en maatschappij door de drankwe^ 40 der DIEFSTAL VAN RIJWIELPLAATJES Tijdens de godsdienstoefening in de formeerde kerk te Barendrecht zijn Zom^" ochtend de fietsplaatjes van ongeveer kerkgangers gestolen. Het signalement daders is bekend. Te Woubrugge heeft een koolmees haar nest gebouwd in de brievenbus aan het hek van de oprijlaan naar de woning van d heer B. en De vogel verzorgt daar trouw haar elf jongen. Teneinde de ydille niet te verstoren worden de poststukken met de noodige omü zichtigheid gedeponeerd. De rechtbank te Almelo heeft gisteren von. nis gewezen in de zaak tegen den landbouwer R. B., wethouder van Wierden, die op 26 Mei terecht heeft gestaan wegens poging tot om kooping van het raadslid H. Stegeman. Ter» zake was een jaar gevangenisstraf geëischt en ontzegging van het recht om te kiezen en ge. kozen te worden. De rechtbank heeft B. tot 300 boete, subs. drie maanden hechtenis, met verlies van het actief en passief kiesrecht voor den tijd van vijf jaren veroordeeld. Met een bedrag van 360.—, Maandagmiddag omstreek half drie werd door een woningbureau te Amsterdam een 18-jarige kantoorbediende uitgezonden met een bedrag van circa 360, dat hjj in twee deelten aan twee afzonderlijke adressen moest uitbetalen. Aangezien de bediende, een zekere K., tegen sluitingstijd nog niet op het kantoor was teruggekeerd, werd navraag gedaan. Hier b|j kwam men toen tot de ontdekking, dat het jongmensch zich in het geheel niet van z|jn taak had gekweten. Aangezien hij ook niet thuis was geweest, werd de politie in de zaak gemengd. Er werd' een onderzoek ingesteld, doch de jongen was onvindbaar. De vierde in een jaar te Enter, Maandagavond omstreeks 10 uur brak brand uit in de kapitale boerderij van den heer J. Kamphuis te IJpelo, gelegen onder Enter in de gemeente Wierden. In een oogwenk stond alles in lichter laaie. De brandweer uit Enter, die spoedig ter plaatse was, kon niets uitrichten daar z|j in ed nabijheid geen water kon krijgen. Gelukkig was de windrichting van dien aard, dat de landbouwschuren behouden kon den worden. De oorzaak is vermoedelijk kort sluiting. Verzekering dekt de schade. Vermeld dient nog te worden, dat dit sedert Augustus 1935 de vierde boerderij is, die te Enter in de asch is gelegd. De dader gearresteerd. Maandagavond heeft een zekere G., wonen de te Haarlem, een moordaanslag gepleegd op den heer S., wonende in de Hoofdstraat te Santpoort. G. was eenigen tijd verloofd geweest met een dochter van den heer S. Gewapend met een groot mes drong G. de woning van den heer S. binnen. H|j wilde hem een steek toe brengen, dien de heer S. echter wist te ont wijken, met het gevolg, dat het mes door een ruit van de vestibuledeur drong. De jongeman is daarop gevlucht. H|j werd later in een café te Haarlem gearresteerd en gevankelijk naar IJmuiden overgebracht. i, In een vlaag van waanzin. Sinds eenigen tijd leefde het echtpaar K. aan de Eerlemanslaan te Heemstede in een zeer gespannen verhouding. De jonge vrouw Is hierdoor in een zeer overspannen toestand geraakt. In een vlaag van waanzin heeft zÜ Maandagavond haar 1-jarig kindje uit het raam van haar woning laten vallen. Het kind is ernstig gewond naar een ziekenhuis te Haarlem overgebracht, waar het spoedig is overleden. De vrouw is Dinsdag in een zieken huis ter verpleging opgenomen. Slachtoffer terstond overleden. Te omstreeks halfv|jf is Dinsdagavond OP den Snippelingsd|jk te Deventer een ernstig ongeluk gebeurd, waarvan de zeventienjarig® Marietje van Engelen, een bewoonster van he woonwagenkamp, het slachtoffer Is geworden. Drie meisjes, waaronder het slachtoffer, reden per fiets uit de stad naar het woonwa genkamp, toen uit de richting Colmschate me^ groote snelheid een auto naderde, bestuur door een te Amsterdam wonenden Duitse e De auto, die een vaart had van zestig k meter reed plotseling recht op de fietsen meisjes toe, die geheel rechts van den we» reden. De bestuurder trachtte nog het s uu om te gooien, doch dit gelukte hem slee ten deele, zoodat het meisje Van Engelen n door den auto werd geraakt en tegen grond geworpen. Het kind, dat ernstige hoo wonden opliep was vrijwel op slag dood. Na het ongeval verklaarde de bestuur van den auto, dat z|jn wagen na het P^3 ren van de bocht voor het woonwagenkamp plotseling naar den linkerkant van den was gereden, zonder dat h|j hiervoor een legging kon geven. De auto is in beslag nomen. y De verslagenheid in het woonwagenkani zeer groot. Het stoffelijk overschot is het ljjkenhulsje aan den Singel overge r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 2