Radio-programma
yfmiMa
BINNENLAND
GEMENGD NIEUWs
HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG n JUNI 1936
Oec. samenwerking
Nederland en Indië.
Een uiteenzetting van minister Colijn
aan de Kamers der Staten-Generaal.
Het r.k. episcopaat en de
N.S.B.
Het Koninklijk paleis op
den Dam.
A. Viruly krijgt ontslag als
reserve-officier.
Het conflict in het visscherijbedrijf
De grondwetsherziening.
Arbeid door vreemdelingen
De nieuwe gouverneur-
generaal van Ned.-Indië.
De besteding van de gelden voor
extra-verstrekking aan werkloozen.
Drukte te Ter neuzen neemt toe.
Binnenland
Idylle en een brievenbus.
Poging tot omkooping van een
raadslid.
Kantoorbediende verdwenen.
Boerderij afgebrand.
Moordaanslag.
Kind uit het raam laten vallen.
Meisje gedood bij aanrijding
te Deventer.
PRINSES JULIANA OP
STUDENTENREÜNIE.
H.K.H. Prinses Juliana heeft Dinsdag te
Leiden een reünie van studievriendinnen uit
Haar studententijd meegemaakt. Des avonds
vertoefde H.K.H. in gezelschap van eenige
studiegenooten op den Beukenhof te Oegst-
geest.
GOUVERNEUR-GENERAAL VAN
NED.-INDIE.
Bij Kon. besluit is aan
jhr. mr. B. C. de Jonge, op zijn verzoek eer
vol ontslag verleend als gouverneur-generaal
van Ned.-Indië, met dankbetuiging voor de
vele en gewichtige diensten, door hem in die
betrekking aan den lande bewezen en
is benoemd tot gouverneur-generaal van
Ned.-Indië, Hr. Ms. kamerheer in b.d. jhr. mr.
A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer,
buitengewoon gezant en gevolmachtigde
minister ^>ij de hoven van Brussel en Luxem
burg.
DE REISBELASTING.
De Vereeniging van Nederlanders, huis
eigenaren en hypotheekhouders in het bui
tenland heeft aan de Tweede Kamer een
adres gezonden, waarin zij verzoekt het wets
ontwerp tot heffing eener reisbelasting niet
aan te nemen.
De minister van koloniën heeft aan beide
Kamers der Staten-Generaal de volgende
juiteenzetting aangeboden van de richtlijnen
Voor de oeconomische samenwerking tusschen
Nederland en Indië, die de Indische regeering
tegelyk aan den Volkenbond heeft toegezon
den:
Bij de oeconomische samenwerking tusschen
Nederland en Nederlandsch-Indië zijn zoowel
belangen van het Rijk als geheel als belan
gen der beide afzonderlijke gebiedsdeelen be
trokken.
De structuur van de oeconimische betrek
king tusschen Nederland en Indië brengt
inede, dat bij de door Nederland in het kader
dezer samenwerking aan Indië bewezen
diensten in de meeste gevallen tegelijkertijd
Nederlandsche belangen gebaat zijn, terwijl
bij de door Indië verleende hulp weliswaar
ook Rijksbelangen betrokken zijn, doch de
rechtstreeksche oeconomische steun aan Ne
derland overweegt. Dientengevolge ligt in de
door Nederland getroffen maatregelen reeds
een zekere compensatie voor de gebrachte
offers, terwijl bij de door Indië getroffen
maatregelen deze compensatie in den regel
Ontbreekt.
De tegenwoordige omstandigheden in de
Wereld brengen de noodzakelijkheid mede van
intensieve voortzetting van de oeconomische
Bamenwerking der beide gebiedsdeelen in
Rijksverband. Na het eerste thans als afge
sloten te beschouwen experimenteels sta
dium, behoort deze samenwerking niet lan
ger incidenteel, doch zooveel mogelijk stel
selmatig te geschieden, waarbij de weder-
Bjjdsche prestaties in een algemeen kader
Worden ingepast.
De oeconomische samenwerking vergt on
vermijdelijk offers, welker aanvaardbaar
heid mede beoordeeld moet worden in ver
band met het weerstandsvermogen en de
Structuur der gebieden en met de ontvangen
hulp. Zjj mag echter niet het karakter van
een do-ut-des-politiek tusschen belde gebieds
deelen verkrijgen.
De door Nederland aan Indië te verleenen
oeconomische steun bestaat hoofdzakelijk uit
hulp bij onderhandelingen over handelsover
eenkomsten en clearing, die moeilijk in geld
te waardeeren is. Directe steun aan den af
eet van Indische producten in Nederland is
Slechts in beperkte mate mogelijk. De verdere
mogelijkheden ten dezen dienen niettemin van
weerszijden nog nader te worden onderzocht,
Sn waar het kan, benut.
Het beleid ten aanzien van de handelspoli
tieke betrekkingen met het buitenland dient,
yoor zoover daarbij beide gebiedsdeelen be
trokken zijn, te geschieden op grondslag der
Rijkseenheid en in nauwe samenwerking der
betrokken departementen. Waar Indië in vele
gevallen niet in staat is om door eigen pres
taties z\jn exporten naar het buitenland in
yoldoende mate te verdedigen, dient het
goeder land deze verdediging naar vermogen
Voor zijn rekening te nemen.
De door Indië aan Nederland te verleenen
hulp bestaat noodzakelijkerwijze in hoofdzaak
Uit bevordering van den invoer uit Nederland,
yvaarbtj het verleenen van contingenten het
voornaamste middel is. Deze contingenteerin-
£en veroorzaken doorgaans aanzienlijke prijs
stijgingen,, die veelal op oeconomisch zwakke
öeelen der Indische maatschappij drukken en
'èe in Indië doorgevoerde aanpassing door
breken. Deze prijsstijgingen dienen niettemin
binnen bepaalde grenzen aanvaard te worden
Wegens het belang der Nederlandsche indus-
Strie en de in den aanhef genoemde Rijks
belangen.
De afstand tusschen het Nederlandsche en
het Nederlandsch-Indische prijspeil is ook bij
krachtige aanpassing in Nederland zoo groot,
«lat het noodzakelijk is, dat de prijzen zoo
laag zijn als de Nederlandsche omstandig
heden dit veroorloven. Nederland dient hier
toe de noodige maatregelen te nemen en te
bevorderen, dat de Nederlandsche industrie
actieve voeling met de Indische markt onder
houdt.
Het is in het belang der Nederlandsche in
dustrie en voor het slagen der contingentee-
tingen noodig, dat over langere perioden zoo
groot mogelijke zekerheid omtrent de Neder
landsche contingenten bestaat.
Waar contingenteering op zichzelf veelal
Ulet tot het beoogde doel leidt, dient realisatie
éer Nederlandsche contingenten ook in de
toekomst door Indië te worden bevorderd.
De belangen der Nederlandsche industrie mo
gen er niet toe lelden, dat de voor Indië onder
de huidige omstandigheden noodzakelijke
Industrialisatie wordt tegengegaan, al zal bij
de ontwikkeling der Indische Industrie ook
op de belangen der Moederlandsche nijver
heid gelet worden. Dit laatste geldt ook, wan
neer een algemeene invoerbeperking noodig
wordt wegens stijgende Indische productie.
De Indische contingenteeringen ten bate
van Nederland behoeven voorloopig niet in
belangrijke mate uitgebreid te worden. Con
solidatie der belangrijke reeds verkregen en
beoogde resultaten moet voorloopig voorop
staan.
ROKINKWESTIE NOGMAALS BIJ
GED. STATEN.
Een adres van „Amstelodamum".
Naar de Telegr. verneemt, hebben gedepu
teerde Staten zich wederom beziggehouden
met de demping van het Rokin. Van de Ver
eeniging „Amstelodamum" is n.1. een adres
ingekomen bij de Kroon, met verzoek het on
langs genomen raadsbesluit, tot demping van
het Rokin, te vernietigen. Op advies van het
gemeentebestuur van Amsterdam zal echter
zoo goed als zeker het verzoek van „Am
stelodamum" worden afgewezen.
De Maasbode (r.k.) ontleent aan het jong
ste nummer van „Nederlandsche Katholieke
Stemmen" eenige richtsnoeren voor de prak
tijk naar aanleiding van de bisschoppelijke
documenten tegen de N.S.B.
Allereerst wordt er op gewezen dat de
nieuwe verklaring alleen over de N.S.B. gaat,
terwijl het mandement van 2 Febr. 1934 liep
over al „de verschillende fascistische en na-
tionaal-socialistische stroomingen ten onzent".
Wat over deze toen gezegd is, behoudt ten
volle zijn kracht, doch op grond van het feit,
dat de gevaren, waarop toen werd ge
wezen, practisch vooral van den kant der
N.S.B. te vreezen zijn, is de nieuwe verklaring
tot deze beweging beperkt.
Een positief verbod in den technischen zin
des woords wordt weliswaar niet gegeven,
maar tóch een uitspraak dat de NSB ongeoor
loofd is onmiddellijk uit kracht van het hoo-
ger goddelijk Recht. De bisschoppen hebben
niet alleen maar gewaarschuwd of de geloo-
vigen slechts vermanend op hun plicht gewe
zen; neen, zij hebben krachtens de volheid
van hun gezag de NSB veroordeeld, een
authentieke besliste uitspraak gegeven, die
allen in geweten bindt.
Uit deze uitspraak volgen:
a. een gewetensplicht om met deze ver
oordeeling in te stemmen;
b. een plicht om zich te onthouden van
alles wat krachtens de bisschoppelijke
verklaring als ongeoorloofd moet worden
beschouwd.
Wat is dan geoorloofd?
Uit het feit, dat de bisschoppen verkla
ren dat „zij, die aan deze partij in belang
rijke mate steun verleenen niet tot de
H.H. Sacramenten kunnen worden toege
laten" volgt dan noodzakelijk:
a. dat „in belangrijke mate steun ver
leenen" onder doodzonde ongeoorloofd is;
b. dat iedere steun aan de NSB verleend,
het lidmaatschap dus, het stemmen op
de NSB en verder welke andere steun
ook op zich ongeoorloofd en zondig is;
c. dat bijgevolg „het steunen" der NSB
een in haar soort zware zonde is.
Wie verleenen nu in belangrijke mate steun
Zooals de zaken op het oogenblik staan,
nog niet noodzakelijk iedereen, die lid is van
de NSB, op de NSB stemt of haar vergade
ringen bijwoont. (De belangrijkheid van den
steun aan een dergelijke beweging hangt b.v.
ook van de heele positie der beweging af).
Voor thans zou men twee categoriën kun
nen onderscheiden.
a. zij die steun verleenen krachtens het
ambt zelf, dat zij in de NSB uitoefenen of als
haar vertegenwoordigers bekleeden (leden
van kamers, staten of gemeenteraden, propa
gandisten, redacteurs en schrijvers, mede
werkers en correspondenten wier abeid van
aanmerkelijke beteekenis is, uitgevers en
drukkers van NSB lectuur, colporteurs voor
zoover deze in het oog des volks werkelijk
propaganadisten zijn);
b. zij, die zonder een dergelijk ambt te be
kleeden, toch op welke wijze dan ook een
financiëelen of moreelen steun verleenen, die
hetzij reeds uit den aard der zaak, hetzij
wegens de omstandigheden belangrijk moet
worden genoemd.
Het voorloopige verslag van de
Tweede Kamer over het aanhangige
wetsontwerp.
Blijkens het voorloopige verslag inzake het
wetsontwerp tot goedkeuring van de overeen
komst, houdende afstand om niet door de ge
meente Amsterdam aan den staat van het
Koninklijk Paleis aan den Dam te Amsterdam
en uitkeering door den staat aan de gemeente
Amsterdam van een bedrag, groot 10 millioen
gulden, voor den bouw van een nieuw raad
huis, kon men zich nagenoeg algemeen met de
strekking van dit wetsontwerp vereenigen, het
in de regeering waardeerend, dat zij zich be
treffende het eigendomsrecht op 't voormalige
raadhuis bij het oordeel van de commissie-
mr. P. Scholten heeft aangesloten, daarmee
haar standpunt, dat zjj in 1910 innam, toen zij
dit gebouw als rijkseigendom meende te mogen
beschouwen, prijsgevend.
Eenige leden stelden de vraag, of door de
voorgestelde regeling in het Werkfonds voor
de gewone werkverruiming 10 millioen gulden
minder beschikbaar zal zijn. Of gaat het, zoo
vroegen deze leden, alleen maar om de wijze
van financiering, b.v. om te voorkomen, dat
gedurende 5 jaren de gewone rijksuitgaven
met 2 millioen gulden zullen worden bezwaard
Voorts wenschen de hier aan het woord zijnde
leden te weten, of de regeering aan deze uit
keering voorwaarden wil verbinden, zooals bij
andere werkobjecten, op het terrein der ar
beidsvoorwaarden. Indien dit het geval mocht
zijn, zou dit, naar hun meening, zeer bedenke
lijk moeten worden geacht. De arbeid aan een
gebouw, als waarvan hier sprake is, dient ge
heel te geschieden door de allereerste vak
lieden, hetgeen door de beknotting van de be
palingen der collectieve contracten ongetwij
feld zou worden belemmerd. Deze leden
spraken met klem den wensch uit, dat derge
lijke voornemens niet zouden bestaan.
Enkele leden waren van oordeel, dat een
aanmerkelijk lager bedrag dan de in het ont
werp genoemde 10 milioen gulden voldoende
zou zijn voor Amsterdam om een nieuw stad
huis te verkrijgen. In verband hiermede gaven
deze leden den wensch te kennen, dat aan de
Kamer inzage van het rapport van boven
bedoelde commissie zal worden verstrekt.
Eenige leden vroegen, wat de regeering in
het vervolg met het paleis denkt te doen. Deze
leden gaven den wensch te kennen, dat ook
buiten den tijd, waarin de Koninklijke familie
er verblijf houdt, het paleis niet ongebruikt zal
blijven.
DE NIEUWE HOOFDINSPECTEUR VOOR
DE SCHEEPVAART.
Buitenzorg. Benoemd is tot hoofdinspecteur
van de scheepvaart, hoofd van den dienst der
scheepvaart de heer J. W. Langeler, thans in
specteur en onderhoofd van dien dienst.
(Aneta).
B|j Kon. besluit van 6 Juni is op het daar
toe door hem gedane verzoek eervol ontslag
uit den militairen dienst verleend aan reserve-
eerste luitenant A. Viruly, vlieger van de
luchtvaartafdeeling.
Men herinnert zich, dat de heer Viruly on
langs in een open brief aan minister Colijn
z|jn -ontslag als reserve-officier had gevraagd
omdat h|j, zooals hij schreef, voor de daad
staande, toch nimmer een nationaal belang
zou willen of kunnen dienen, „indien dit moest
wezen door willekeurige, niet schuldige men-
schen te gaan dooden, met verloochening van
een duidelijk christelijk beginsel."
In de gisteren gehouden ledenvergadering
van de Reedersvereeniging te IJmuiden is
besloten de nieuwe gage- en percentenregeling
j voor de zeevisschers, zooals die door de drie
confessioneele organisaties was voorgesteld,
I heden, Woensdag, te doen ingaan. Zooals be-
I kend is, houdt deze regeling in een vermindering
j van 5 pet. der gages, terwijl voor de percenten-
I berekening van de bruto-besomming zalwor-
I den afgetrokken de helft van het losloon en
telkens 1 pet., wanneer het schip voorzien is
van een radio-installatie, echo-dieplood en
vischt met Vigneron-Dahlnetten.
Het rapport van de Staatscommissie
onderteekend.
Naar de Nw.Rott.Crt. verneemt, is het rap
port van de staatscommissie voor de partieele
hetrziening van de grondwet Maandagavond
vastgesteld.
Een nadere regeling.
De directeur van den rijksdienst der werk
loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
deelt mede dat bij Koninklijk besluit van 5 Juni
no. 11, is bepaald, dat werkgevers arbeid in
den zin van artikel 1 van de wet van den
16en Mei 1934 (Staasblad no. 257) niet mogen
doen verrichten zonder schriftelijke vergun
ning.
Het vorenstaande geldt niet ten aanzien van
arbeid:
a. op zeeschepen, in den zin van de wet van
10 Juni 1926 (Staatsblad no. 178).
b. op schepen of vaartuigen die den Rjjn,
de Lek en de Waal en haar uitmondingen in
zee of andere internationale wateren bevaren
of plegen te bevaren.
Door dit Kon. besluit zijn dus, met uitzon
dering van de bovenvermelde groepen, alle be
roepen onder de werking der wet van den 16en
Mei 1934 tot regeling van het verrichten van
arbeid door vreemdelingen gebracht.
De Nederlandsche pers.
„Het Vaderland" (lib.) schrijft, dat de
nieuwe landvoogd, voor zoover bekend niet bij
een bepaalde richting der koloniale politiek
kan worden ingedeeld. Bespiegelingen over
hetgeen gebeuren gaat, hebben dus slechts
zeer beperkte waarde. Het blad vervolgt:
De landvoogd voere in het algemeene kader
der Nederlandsche politiek in samenwerking
met den Volksraad een aan de Indische om
standigheden en behoeften aangepast. Indisch
beleid, dat rekening houdt met de draag
kracht van de bevolking in het algemeen en
dat speciaal de inheemsche bevolking op Java
voor verdere inzinking behoedt en haar door
de tegenwoordige, zoo uiterst moeilijke periode
heen helpt. Het financieel beleid zij daarbij,
zoolang de toestand niet belanrijk verbetert,
niet gericht op het afleggen van nieuwe bezui-
nigings-étappen, maar op het verkrijgen van
een hooger nuttig rendement van de beschik
bare middelen.
Gelukkig doet, zij het dan uiterst langzaam,
in Indië een verbetering van het oeconomisch
leven haar intrede.
Het „Algemeen Handelsblad" (lib.) schrijft:
Noch het zijn van Nederlandsch staatsman,
noch het zijn van kenner van Indië zijn op
zichzelf voldoende waarborgen voor een goede
uitoefening der landvoogdij. Détailkennis is
zeker voor een gouverneur-generaal geen
hoofdzaak. Moge voorts een niet-Indische spe
cialiteit alle zekere speciale Indische kundig
heden missen, hij zal zich weten te hoeden
voor speciaal Indischen vooroordeelen. Boven
dien veranderen de Indische aspecten zoo snel,
dat iemand, die enkele jaren tevoren nog een
Indische specialiteit mocht heeten, thans het
gevaar loopt te meenen, dat h|j nog weet, wat
h|j niet meer weten kan. Van het hoogste be
lang zijn daarentegen de bovengenoemde
eigenschappen van hoofd en hart en karak
ter waaraan wij nog zouden willen toevoegen,
een sterk aanpassingsvermogen en psychiolo-
gisch inzicht en vóór alles de gave om zijn ad
viseurs goed te kiezen. Van dat laatste hangt
uit den aard der zaak zeer veel af.
Wat nu de figuur van den nieuwen bewind
hebber betreft, die straks den troon van Bui
tenzorg zal bezetten, zoo is de heer Tjarda
van Starkenborgh Stachouwer zeker een man
van vele en veelzijdige bestuursbekwaamheden
te noemen. Een goed bestuurder heeft hij zich,
toen hij als commissaris der Koningin in Gro
ningen optrad ontegenzeggelijk getoond. Daar
bij is vooral voor Indië z|jn daar duidelijk ge
bleken belangstelling voor de oeconomische
zijde van de bestuursfunctie van groote waar
de. Heeft hij niet als gouverneur der provin
cie zijn voortdurende aandacht aan de ver-
keersvraagstukken gewjjd, en heeft hij er niet
steeds voor gezorgd dat een gezonde finan-
ciéele politiek gevolgd werd? Daarbij toonde
h|j zich een beminnelijk en hoffelijk man, met
een open oog en een open hart voor de belan
gen van de inwoners.
De Indische pers.
j De „Indische Courant" (Soerabaja) zegt,
dat de beteekenis van de benoeming van jhr.
'fjarda van Starkenborg Stachouwer hoe
belangrijk deze ook is, gezien de machts-
«ositie van den gouverneur-generaal niet
ZONNEBRUIN
voorkomt zonnebrand
en bronst en bruint
Uw huid prachtig.
Dass 25 «ri 5Öcf. Tube 60ch Racon 90cf
Doet Uw huiskleur spoedig wijken.
VRIJDAG 12 JULI 1936.
Hilversum I, 1875 m.
Algemeen programma, verzorgd door den
KRO.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
11.3012.00 Voor zieken en ouden-van-dagen.
,12.15 KRO-Boys
12.45 Gramofoonplaten.
1.15 KRO-Melodisten.
I.45 Gramofoonplaten.
3.15 KRO-orkest.
6.00 Land- en tuinbouwhalfuur.
6.20 De KRO-Boys,
7.00 Politieberichten.
7.15 „Ambtenaar en samenleving".
7.35 Gramofoonplaten.
7.45 Kath. muziek. (Gr.pl.).
800 Nieuwsberichten A.N.P.
8.10 KRO-Boys.
8.30 De KRO-Microfoon op Schiphol.
9.00 Causerie „Mooi Nederland".
9.15 Sted. orkest Maastricht, koor en solist.
10.15 Gramofoonplaten.
10.30 Berichten A. N. P.
10.35 Gramofoonplaten.
10.50 P. Godwin's orkest.
II.4512.00 Gramofoonplaten.
Hilversum H, 301 m.
8.00 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA 8.00
VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Voordracht.
10.30 Orvltropia.
11.00 Voordracht.
11.20 De Flierefluiters.
12.00 Kovacs Lajos' orkest.
2.00 Knipcursus.
2.30 Omroeporkest.
2.30 Omroeporkest.
3.10 Gramofoonplaten.
3.25 Omroeporkest.
4.00 en 5.00 Gramofoonplaten.
5.30 De Notekrakers en gramofoonplaten.
6.30 E. Walis' orkest.
7.00 Lezing over Beliamy -«ff
7.20 E. Walis' orkest.
7.50 Berichten A.N.P., SOS-berichten.
7.56 Gramofoonplaten.
8.00 Berichten A.N.P..
8.05 Causerie „Wat is waar?"
8.30 Concert.
9.00 Literaire causerie.
9.30 Vervolg concert.
10.00 Muzikale lezing.
10.30 Gramofoonplaten.
10.45 Avondwijding.
11.00 Jazz-concert.
11.30—12.00 Gramofoonplaten.
ZATERDAG 13 JUNI 1936.
Hilversum L 1875 m.
KRO-uitzending
8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
11.3012.00 Godsd. halfuur.
12.15 Gramofoonpl. en de KRO-Melodisten.
2.00 Voor de r|jpere jeugd.
2.30 Gramofoonplaten.
3.00 Kinderuur.
4.00 Gramofoonplaten en concert door het
KRO-orkest.
5.30 Esperanto-nieuws.
5.45 KRO-orkest.
6.20 Journ. weekoverzicht.
6.45 Gramofoonplaten.
7.00 Politieberichten.
7.15 Kinderzorg.
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Nieuwsberichten A.N P. en Mededee-
lingen.
8.10 10-minuten overpeinzing.
8.30 Gramofoonplaten.
8.45 De A.s. Radio-Missiedag, door Pater J.
Dito.
8.50 KRO-Boys.
9.00 Gramofoonplaten.
9.15 Intern, sportrevue.
9.30 De KRO-Boys.
9.45 Gramofoonplaten.
10.15 KRO-Boys.
10.30 Nieuwsberichten A.N.P.
10.35 Gramofoonplaten.
11.0012.00 Gramofoonplaten.
Hilversum H, 301 m.
VARA-uitzending.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Orgelspel, VARA-Tooneel en gram.pl.
12.001-45 Gramofoonplaten.
2.00 Fantasia.
2.50 Schaakpraatje.
3.10 De Bohemians.
4.30 Radiotooneel.
5.40 Literaire causerie.
6.00 Orgelspel.
6.30 Gramofoonplaten.
7.40 Causerie over het VARA-Zomerfeest.
8.00 Herhaling SOS-berichten, nieuwsber.
A.N.P. en VARA-Varia.
8.15 De Flierefluiters en zang.
9.00 Radiotooneel.
9.15 Viool en orgel.
9.50 Gramofoonplaten.
10.00 Nieuwsberichten A.N.P.
10.05 VARA-orkest.
'11.0012.00 Gramofoonplaten,
mag en niet kan worden overdreven indien
men voor oogen houdt, dat elke landvoogde-
lijke periode een zeer bescheiden deel vormt
van het meer dan drie eeuwen durende en nog
steeds onafzienbare tijdperk, waarin Neder'
land en Indië aan elkaar zijn verbonden, doch
waarin ook en dit geldt bovenal voor Neder
land, de richtlijnen worden uitgestippeld,
waarlangs Indië's ontwikkeling zich zal heb
ben te bewegen, richtlijnen waarmede elk
landvoogdelijk beleid parallel zal moeten loo-
pen, zoodat ook in de toekomst geen afwijkin
gen van groote lijnen zullen plaats hebben.
„De Locomotief" ,Semarang) constateert
in een hoofdartikel, dat deze benoeming een
nieuw bewijs vormt voor de instemming met
het gevoerde beleid.
Het feit, zoo vervolgt het blad, dat het
hoogste advies gegeven is door een minister
raad, gepresideert door minister Colijn, wekt
de hoop, dat de man, die eenmaal door een
groot gouverneur-generaal uit velen werd ge
kozen, thans zelf uit velen den goeden land
voogd heeft gekozen.
De „Deli Courant" (Medan) meent, dat In
dië met de benoeming van jhr. Tjarda mag
worden gelukgewenscht. Alhoewel misschien
het een bezwaar kan worden geacht dat de
nieuwe gouverneur-generaal ten aanzien van
Indië een onbeschreven blad is, valt ander
zijds het voordeel niet te onderschatten,
wanneer een bewindsman van deze kwalitei
ten, zonder den last van een politiek verle
den, frisch en onbevooroordeeld tegenover ko
loniale problemen zal staan.
Het „Soer. Handelsblad" (Soerabaja) zegt,
dat deze benoeming aantoont, dat de uitein
delijke keuze gevallen is op een staatsman,
uitblinkend in uitzonderlijke gaven van hoofd
en hart, een jeugdige, krachtige figuur, die
straks het Indische Staatsschip met vaste
hand door de branding zal weten heen te
sturen.
Nog zelden zal een onbeschreven blad als
deze vertegenwoordiger van H. M. de Konin
gin in deze gewesten met zooveel intens ver
trouwen z|jn tegemoet gezien als deze nieuw
benoemde landvoogd.
Minister Sllngenberg geeft inlich
tingen.
Op vragen van het Tweede Kamerlid Stein-
metz:
1. Kan de minister mededeelen hoe het
thans staat met de besteding van de gelden,
welke zijn toegestaan voor extra-verstrekking
aan werkloozen ter voorziening van kleeding
dekking, huisraad, waaromtrent gebleken is uit
de toelichting op het Ontwerp van wet tot wij
ziging van het tiende hoofdstuk A der Rijks-
begrooting 1934 (zitting 1935/'36, No. 255) en
uit hetgeen de minister op 17 December 1935
bij gelegenheid van de openbare behandeling
van voornoemd wetsontwerp gezegd en op 5
Maart 1936 bevestigd heeft, dat van de oor
spronkelijk toegestane 2 millioen gulden slechts
ongeveer 2 ton verbruikt was?
2. Kan de minister mededeelen, waarom tot
op heden, ruim vier maanden na behandeling
van het wetsontwerp, nog niet de toegezegde
aanschrijving aan de gemeentebesturen is ver
zonden, mededeelende, „dat er in dit opzicht
iets gedaan kan worden?"
heeft de minister van sociale zaken geant
woord:
Ad 1. Uit deze vraag blijkt, dat een misvat
ting is ontstaan in zake de tijdvakken, waarin
de hierbedoelde 2 millioen gulden werden be
steed. Hiervan werd ruim 200.000 gebruikt in
December 1934 ter verhooging van de Kerst-
gave 1934 aan werkloozen. Daarop had de
mededeeling van ondergeteekende op 17 Decem
ber 1935 in de Tweede Kamer betrekking.
In het voorjaar van 1935 werd door den
ambtsvoorganger van ondergeteekende aan het
Nationaal Crisis-Comité medegedeeld, dat het
restant van de 2 millioen gulden beschikbaar
zou worden gesteld. Dit restant is in den loop
van 1935 vr|jwel geheel verbruikt.
Op 8 Maart 1936 deelde ondergeteekende in
de Tweede Kamer mede, dat van de 2 millioen
gulden nog iets over was. Thans kan worden
medegedeeld, dat dit overschot plm. 113,500
bedraagt.
Ad 2. Een mededeeling, als in deze vraag
wordt bedoeld, is achterwege gebleven, omdat
aan ondergeteekende is gebleken, dat het den
gemeentebesturen bekend was, dat zij een
bijdrage brj het Nationaal Crisis-Comité kon
den aanvragen.
De drukte in het havengebied van Terneu-
zen heeft, naar het zich laat aanzien, haar
hoogtepunt nog niet bereikt. Honderden trans
portarbeiders, menschen van 5560 jaar, die
vroeger aan het laden en lossen van zeesche
pen hebben gearbeid, maar sedert lang werk
loos z|jn en ook de jongeren, die den drukken
t|jd in de haven van Terneuzen nooit gekend
hebben, vinden thans volop werk.
Op het oogenblik verblijven te Terneuzen
verschillende Duitsche lichters voor het over
slaan der goederen.
TERUGGANG VAN HET GEBRUIK VAN
ALCOHOLHOUDENDE DRANKEN.
De Nationale Commissie tegen het Alco
holisme schrijft ons:
Door de welwillende medewerking van den
Hoofdinspecteur van het staatstoezicht op de
volksgezondheid (afd. Drankbestrijding) kwa
men w|j in het bezit van de jaarcijfers omtrent
het verbruik van alcoholhoudende dranken in
ons land over de laatste 25 jaar.
Wat ons b|j de beschouwing van deze
cijfers opvalt, is wel de sterke teruggang van
het gebruik van alcoholhoudende dranken per
inwoner, wat zeer zeker een verblijdend ver
schijnsel is te noemen.
Voor 25 jaar werd per inwoner niet minder
dan 7 liter sterke drank per jaar gebruikt,
terwijl dit gebruik thans ruim iy2 liter per
inwoner bedraagt.
Het biergebruik is in 25 jaar tot de helft
teruggeloopen. Voor 25 jaar werd per inwoner
34 liter en thans 17 liter gebruikt. Zoo is ook
het wjjnverbruik belangrijk lager. Voor 25
jaar was het verbruik 1% liter per hoofd, wat
thans op 0.9 liter is teruggeloopen.
Voorts bl|jkt, dat het aantal vergunningen
en verloven A (verkoop van zwak-alcohol-
houdende drank in 't klein) in de laatste jaren
een gestadigen teruggang vertoont.
In 25 jaar is het aantal vergunningen, dat
in 1910 over het heele land 20414 bedroeg,
verminderd tot 16019 en het aantal verloven A
van 21479 tot 11267.
Als men nu weet, dat in Nederland een
kwarteeuw geleden op elke 140 inwoners een
vergunning of verlof A werd aangetroffen en
thans een op de 307 inwoners, dan zal men
tot de conclusie moeten komen, dat w|j thans
een gunstiger beeld hebben verkregen.
Dit zijn getallen, die ons doen zien w
staag werkende georganiseerde Drank!?1
ding op den duur bereiken kan. En
op de eerste plaats door het invoere n'et
Drankwetten, maar vooral door het om" Vat*
der drinkzeden. "betten
Wat een slaven bevifd, wat een leed
zacht, wat een tranen gedroogd, Wat
volkskracht behouden, wat een armoede 6611
komen, wat een weldaden bewezen V°°r*
pensch en maatschappij door de drankwe^
40
der
DIEFSTAL VAN RIJWIELPLAATJES
Tijdens de godsdienstoefening in de
formeerde kerk te Barendrecht zijn Zom^"
ochtend de fietsplaatjes van ongeveer
kerkgangers gestolen. Het signalement
daders is bekend.
Te Woubrugge heeft een koolmees haar
nest gebouwd in de brievenbus aan het hek
van de oprijlaan naar de woning van d
heer B. en
De vogel verzorgt daar trouw haar elf
jongen. Teneinde de ydille niet te verstoren
worden de poststukken met de noodige omü
zichtigheid gedeponeerd.
De rechtbank te Almelo heeft gisteren von.
nis gewezen in de zaak tegen den landbouwer
R. B., wethouder van Wierden, die op 26 Mei
terecht heeft gestaan wegens poging tot om
kooping van het raadslid H. Stegeman. Ter»
zake was een jaar gevangenisstraf geëischt en
ontzegging van het recht om te kiezen en ge.
kozen te worden.
De rechtbank heeft B. tot 300 boete, subs.
drie maanden hechtenis, met verlies van het
actief en passief kiesrecht voor den tijd van
vijf jaren veroordeeld.
Met een bedrag van 360.—,
Maandagmiddag omstreek half drie werd
door een woningbureau te Amsterdam een
18-jarige kantoorbediende uitgezonden met
een bedrag van circa 360, dat hjj in twee
deelten aan twee afzonderlijke adressen moest
uitbetalen. Aangezien de bediende, een zekere
K., tegen sluitingstijd nog niet op het kantoor
was teruggekeerd, werd navraag gedaan. Hier
b|j kwam men toen tot de ontdekking, dat het
jongmensch zich in het geheel niet van z|jn
taak had gekweten. Aangezien hij ook niet
thuis was geweest, werd de politie in de zaak
gemengd. Er werd' een onderzoek ingesteld,
doch de jongen was onvindbaar.
De vierde in een jaar te Enter,
Maandagavond omstreeks 10 uur brak brand
uit in de kapitale boerderij van den heer J.
Kamphuis te IJpelo, gelegen onder Enter in
de gemeente Wierden. In een oogwenk stond
alles in lichter laaie.
De brandweer uit Enter, die spoedig ter
plaatse was, kon niets uitrichten daar z|j in
ed nabijheid geen water kon krijgen.
Gelukkig was de windrichting van dien
aard, dat de landbouwschuren behouden kon
den worden. De oorzaak is vermoedelijk kort
sluiting. Verzekering dekt de schade.
Vermeld dient nog te worden, dat dit
sedert Augustus 1935 de vierde boerderij is,
die te Enter in de asch is gelegd.
De dader gearresteerd.
Maandagavond heeft een zekere G., wonen
de te Haarlem, een moordaanslag gepleegd
op den heer S., wonende in de Hoofdstraat te
Santpoort.
G. was eenigen tijd verloofd geweest met
een dochter van den heer S. Gewapend met
een groot mes drong G. de woning van den
heer S. binnen. H|j wilde hem een steek toe
brengen, dien de heer S. echter wist te ont
wijken, met het gevolg, dat het mes door een
ruit van de vestibuledeur drong. De jongeman
is daarop gevlucht. H|j werd later in een café
te Haarlem gearresteerd en gevankelijk naar
IJmuiden overgebracht.
i,
In een vlaag van waanzin.
Sinds eenigen tijd leefde het echtpaar K.
aan de Eerlemanslaan te Heemstede in een
zeer gespannen verhouding. De jonge vrouw
Is hierdoor in een zeer overspannen toestand
geraakt. In een vlaag van waanzin heeft zÜ
Maandagavond haar 1-jarig kindje uit het
raam van haar woning laten vallen. Het kind
is ernstig gewond naar een ziekenhuis te
Haarlem overgebracht, waar het spoedig is
overleden. De vrouw is Dinsdag in een zieken
huis ter verpleging opgenomen.
Slachtoffer terstond overleden.
Te omstreeks halfv|jf is Dinsdagavond OP
den Snippelingsd|jk te Deventer een ernstig
ongeluk gebeurd, waarvan de zeventienjarig®
Marietje van Engelen, een bewoonster van he
woonwagenkamp, het slachtoffer Is geworden.
Drie meisjes, waaronder het slachtoffer,
reden per fiets uit de stad naar het woonwa
genkamp, toen uit de richting Colmschate me^
groote snelheid een auto naderde, bestuur
door een te Amsterdam wonenden Duitse e
De auto, die een vaart had van zestig k
meter reed plotseling recht op de fietsen
meisjes toe, die geheel rechts van den we»
reden. De bestuurder trachtte nog het s uu
om te gooien, doch dit gelukte hem slee
ten deele, zoodat het meisje Van Engelen n
door den auto werd geraakt en tegen
grond geworpen. Het kind, dat ernstige hoo
wonden opliep was vrijwel op slag dood.
Na het ongeval verklaarde de bestuur
van den auto, dat z|jn wagen na het P^3
ren van de bocht voor het woonwagenkamp
plotseling naar den linkerkant van den
was gereden, zonder dat h|j hiervoor een
legging kon geven. De auto is in beslag
nomen. y
De verslagenheid in het woonwagenkani
zeer groot. Het stoffelijk overschot is
het ljjkenhulsje aan den Singel overge r