Buitenlandsch Overzicht.
3Utitpe%*Waca!
CHINA
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Duitschland's eischen om
teruggave van koloniën spoedig
te verwachten.
Fül.1. Paul C. Kaiser
No. 7766 EERSTE BLAD
DONDERDAG 18 JUNI 1936
feuilleton
EEN
IN
Uit het engelsch
door
R BEN BOLT
i')
Hoe is de houding van de
Engelsche regeering?
Voor
„trage
eters".I
De houding van Mussolini.
COURAN
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras,
Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.
Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige
landen 8.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct.
Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur: P. C. DE BOER
Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst)
dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling
10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel,
minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct
per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct.
Oostenrijk, de wig tusschen Duitschland en Italië. - Zal Hitier
eenmaal de kans schoon zien om zijn geboorteland bij het
Derde Rijk in te lijven? - Verwacht wordt, dat Engeland
afschaffing van de sancties zal voorstaan.
Hitier en
Mussol ini.
Ergens staat in „Mein
Kampf", het veel ter
sprake gebrachte en door
Hitier geschreven boek,
te lezen, dat de schrij
ver destijds Oostenrijk, zijn geboorteland, ver
laten heeft, omdat de heerschappij van de,
het Duitsche vaderland verradende Habsbur-
gers, de samensmelting ervan met de rest
van het oude Duitsche Rijk verhinderde. Nog
geldt het als één van Hitler's dierbaarste wen-
schen, dat hij er nog eens in zal mogen sla
gen om de twee rijken met elkaar te verbin
den. Brengt hij dien „Anschlusz" tot stand dan
heeft hij z.i. eerst recht zijn taak volbracht.
Zou hij echter falen, dan zou hij het gevoel
behouden, dat zijn levenswerk in zijn hoofd
punt niet is geslaagd...
Dezer dagen is nog eens duidelijk gebleken,
Hitier met Oostenrijk dweept.
De gewoonlijk goed ingelichte Berlgn-
sche correspondent van de Times weet te
melden, dat Hitier geweigerd heeft, tegen
over Mussolini eenige belofte af te leg-
gen omtrent het met rust laten van
j Oostenrijk. Als Hitier daartoe had kun-
I nen besluiten, zoo een samenwerking met
i Italië, die de positie van beide fascis-
tische staten geducht zou hebben ver-
j sterkt, zeer gemakkelijk tot stand hebben
kunnen komen. Als Hitier neen heeft ge
zegd, zal de toenadering echter onmoge
lijk blijken.
Want zoo desperaat is Mussolini niet, dat hij
Duitschland in Oostenrijk zal toelaten. Men
weet, dat hij altijd heeft willen vechten om
dat te verhinderen. Zijn besprekingen met
Hitier te Venetië zijn inderdaad in ruzie ge
ëindigd, omdat Hitier zijn „voorloopig af
stand doen" van Oostenrijk zoo formuleerde,
dat Mussolini, zeker met reden, eer de voor
bereiding van den „Anschluss" dan het tegen
deel daarvan er in zag. Er zijn dingen, waar
mede Hitier niet schippert. Waarschijnlijk
staat in dit opzicht Oostenrijk zelf nog boven
de Jodenkwestie. In de Jodenkwestie zijn tijde
lijke, zij het ook slecht uiterlijke concessies
gedaan ter wille van de Olympiade. In de
Óostenrijksche aangelegenheid geeft hij zelfs
niet, bij wijze van een manoeuvre, een oogen-
blik toe. Of zou graaf Ciano, de nieuwe Ita-
liaansche minister van buitenlandsche zaken,
Hitier nog tot andere gedachten kunnen bren
gen, als hij zijn echtgenoote uit Berlijn komt
afhalen? zoo waagt de N.R.Crt. in een hoofd
artikel. Het lijkt twijfelachtig.
En Mussolini geeft niet toe. Het heet,
dat hij Schuschnigg wederom de krach
tigste verzekering heeft gegeven omtrent
zfln onwankelbaar vasthouden aan de zelf
standigheid van Oostenrijk.
Het blad vervolgt dan:
Het is levendig te begrijpen, dat Hitier zich
Op dit oogenblik niet verbinden wil, de in
of ten opzichte van Oostenrijk zich biedende
kansen onder alle omstandigheden ongebruikt
te laten. Want de binnenlandsche toestand in
Oostenrijk wordt steeds moeilijker. De regee
ring is altijd de regeering van een betrekke
lijk kleine minderheid geweest.
Nu echter Starhemberg met zijn Heimwehr
uit het regeeringsfront verwijderd is, wordt
de politieke basis van het bewind, zelfs voor
een dictatoriale heerschappij, wel uiterst smal.
De nazi's worden opnieuw lastig, en doen door
aanslagen en kwajongensstreken van allerlei
aard van zich spreken. Schuschnigg's pogin
gen om de arbeiders te winnen voor zijn
regiem, zijn mislukt. Wat de Heimwehr in den
zin heeft, is nog niet erg duidelijk, en staat
waarschijnlijk nóch voor haarzelf noch voor
Starhemberg, dien zij met betuigingen van
aanhankelijkheid overstelpt vast. In ieder ge
val lijkt haar houding niet op een onderwer
ping, zooals de regeering die verlangd had.
Starhemberg zelf moge Schuschnigg, uit
oude, persoonlijke vriendschap, nog zoo goed
gezind zijn, de sterke figuur voor een krach
tig in toom houden der zijnen is hij niet, als
de zijnen anders willen. Het resultaat van
den tegenwoordigen, onzekeren toestand zal
waarschijnlijk zijn, dat tal van leden van de
Heimwehr naar de nazi's overgaan. In ieder
geval rekenen de nationaal-socialisten zelf
daarop. En zij zullen hun houding daar naar
inrichten.
Verder is von Papen steeds ijverig te
Weenen aan het werk, op een wijze die
om haar dubbelzinnigheid vele Oosten
rijkers verontrust. Von Papen verstaat
het op zijn manier, zekere Óostenrijksche
politici, en onder het tegenwoordig be
wind invloedrijke journalisten in hun zwak
te tasten.
Daarbij heeft Schuschnigg zich totnogtoe
wel een man van handelen, maar niet altijd
een man van met beleid handelen betoond.
Oostenrijk kan, in zijn positie, van alle kanten
bestookt, inwendig fel verdeeld, met een re
geering wier macht feitelijk enkel nog op het
leger en op buitenlandsche hulp berust, niet
eeuwig het ondermijningswerk weerstaan.
De eerste nieuwe slag van Hitier zal waar
schijnlijk een aanslag op Oostenrijk zijn. Het
is zeer wel mogelijk, dat deze wat langer op
zich laat wachten, nu hij, bij zijn avontuur in
het Rijnland, als door het oog van een naald
is gekropen. Maar gebeurtenissen in Oosten
rijk zelf kunnen den loop van zaken bespoe
digen.
Engeland
en de
sancties.
ven. Nadat Eden
Het is in de laatste
weken duidelijk gewor
den, dat Engeland zijn
starre houding ten op
zichte van Italië niet
lang meer zal handha-
bij zijn eerste optreden
krampachtig de sancties had voorgestaan en
blijkbaar nog verder wilde gaan in zijn straf
maatregelen tegen den aanvaller van Oost-
Afrika, wordt thans algemeen verwacht, dat
hg in een reeds aangekondigde rede inzake de
Britsche buitenlandsche politiek, de wereld een
blik zal gunnen in de gewijzigde Britsche op
vattingen, die wel eens konden resulteeren in
het openlijk verklaren: wij zijn vóór afschaf
fing van de sancties!
Die koersverandering is grootendeels wel te
verklaren. Toen eenmaal Abessinië door Italië
geannexeerd was en dus de Volkenbond in zijn
politiek gefaald had, stond men voor een vol
dongen feit, dat alleen teniet gedaan zou
kunnen worden door een optreden met de
wapens.
Dat zou dan moeten geschieden, niettegen
staande aan den oorlog in Abessinië reeds
een einde was gekomen.
Het probleem moest derhalve aldus
worden gesteld of de moreele overwe
gingen, door den Volkenbond verdedigd
onder toepassing van financieele en eco
nomische sancties, ook verder geldig
moesten worden gemaakt, zelfs ten koste
van een oorlog met Italië, want daarop
zou het in laatste instantie toch neer
komen. Daarbij dient als vaststaand te
worden aangenomen dat een oorlog met
Italië hoogstwaarschijnlijk geheel Europa
in vuur en vlam zou zetten, terwijl intus-
schen Abessinië daarmee niet in het minst
gebaat zou zijn.
Het laat zich denken, dat de Britsche inge
zetenen al heel weinig voor een oorlog voelen.
Vandaar dat hun regeering blijkbaar van
meening is, dat, nu eerstdaags de Volken
bondsraad en de Assemblée bijeen komen, een
uiteenzetting moet worden gegeven van de
houding, die zij te Genève zal aannemen.
Verklaren de Britten zich inderdaad voor
opheffing van de sancties zij het dan dat
zij de Italianen moreel blijven veroordee-
len dan zal zeer waarschijnlijk Mussolini
besluiten om weer tot den Volkenbond toe te
treden. In dat geval zou spoedig daarop de
hervorming van den Volkenbond ter hand ge
nomen kunnen worden, in dien zin, dat in de
toekomst een schending van het handvest
niet zoo gemakkelijk zal kunnen plaats vin
den als in deze Italiaansch-Abessijnsche
kwestie het geval was. Wij denken hierbij
nog eens aan het reeds eerder naar voren ge
brachte idee van een Volkenbondsleger, een
instituut dat hoe langer hoe meer schijnt het
eenige middel te zijn om een permanente
vrede althans in Europa te kunnen ver
zekeren.
Duitschland zou in beginsel zgn
volledig koloniaal bezit terugverlan
gen, doch practisch voorloopig drie
van zijn vroegere koloniën, te weten
Togo, Kameroen en Duitsci» Oost
Afrika.
De correspondent te Berlijn van de N. R.
Ct. meldt:
Op 10 Juni meldden wij, dat de Deutsche
Kolonialgesellschaft zou worden veranderd in
een Reichskolonial bund onder generaal Epp
en dat in verband daarmede binnenkort
Duitschland zijn koloniale eischen met kracht
op den voorgrond zou brengen.
In het verlangen naar teruggaaf van kolo
niën steekt voor Duitschland principieel een
kwestie van eerherstel, doordat het daardoor
officieel zou zijn gezuiverd van de blaam die
het verdrag van Versailles eenzijdig op
Duitschland heeft geworpen, als zou dit rjjk
i.
„Hot Paleis dor Tienduizend Zaligheden".
Terwjjl Richard Forsyth, diep In gedach
ten, zich voortspoedde door de smalle straat,
Hechts verlicht door papieren lantaarns,
die een schemerig licht wierpen over haar
Walgelijke morsigheid, botste hij plotseling
tegen een meisje, dat met snelle passen van
den anderen kant kwam. Oogenblikkelijk vlood
®en excuus in vloeiend Chmineesch hem van
de lippen en een seconde later stond hg stgf
van verbazing, want het meisje antwoordde
th het... Engelsch.
Het was gedeeltelijk mijn schuld. Door
haast lette ik niet op, mijnheer.
Hij keek haar lichtelijk verbijsterd aan.
Het zachte licht der lantaarn viel net op
gezicht voor hem een gezicht, mooi
het
en aantrekkelijk als een bloem, met diepe,
donkere oogen, die al heel weinig overeen
komst hadden met de kraaloogjes der Chi-
heesche vrouwen.
Bent u een Engelsche? riep hij uit.
Ja, klonk het vlugge antwoord.
Maar...
H(j
zweeg abrupt na dat ééne woord en
keek de straat, die zich in Canton niet be
paald in een gunstigen roep verheugde, in
beide richtingen af. Zoo duidelijk als of hij
haar onder woorden had gebracht drukte
rijn blik de vraag uit wat zg hier op dit late
uur deed, wanneer het uitvaagsel der inboor
lingen uit zijn holen gekropen was en zelfs
een man zich niet geheel veilig voelen kon.
Het meisje voldeed aan het onuitgesproken
verzoek om een verklaring.
Er is niets aan te doen, dat ik hier ben
en ik kan u de reden ook niet uitleggen. Ik
heb vreeselijke haast. Neemt u me niet kwa
lijk, maar ik heb geen tijd om hier te blijven
praten.
Het oogenblik daarop had ze haar weg
vervolgd en toen haar buigzame gestalte de
open deur van een kleinen winkel passeerde,
zag hij een andere gedaante zich losmaken
uit de schaduw der straat en door de streep
van licht slippen, die uit de deur scheen. For
syth kreeg den indruk, dat het een koeli was
en de manier van doen van den man wees er
op, dat hij het meisje achterna liep. Haar
figuurtje was al bijna niet meer te onder
scheiden in den vagen matten gloed der pa
pieren lampen, maar Forsyth aarzelde niet.
Oogenblikkelijk stond zijn besluit vast haar
te beschermen en met groote stappen keerde
hij terug in de richting waaruit hg gekomen
was.
Bij het licht van een groote lantaarn, die
boven den ingang van een theehuis hing,
zag hij het meisje links afslaan. Geen tien
meter achter haar aan wandelde de koelie
en hij volgde haar blijkbaar nog steeds, want
ook hij sloeg links af.
Naar de bloemenbooten! mompelde de
Chinees. Dat meisje...
De rest van rijn alleenspraak ging voor
Forsyth verloren. Maar hij kende de welver
diende slechte reputatie van de bloemenboo
ten en het gipg hem aan het hart, dat een
meisje van zijn eigen volk en ras zich in de
nabijheid daarvan bevinden zou alleen en
zonder mannelijke begeleiding. Toen hjj de
wankele brug over ging, die uitkwam op een
ietwat ruimeren verkeersweg het water,
waarop de ontelbaar kleurige lantaarns der
bloemenbooten glommen in den nacht, liep
er langs hoorde hjj den plotselingen kreet
van een vrouwenstem de avondlijke stilte
verscheuren. Hij rende in de richting, waaruit
het geluid kwam, en de kreet werd herhaald
de angstkreet van iemand in nood en
ofschoon hij haar niet zien kon, twijfelde hij
geen moment of het was het Engelsche
meisje.
Met een ruk hield hij zijn vaart in vlak
bij haar. Ze worstelde in de omklemming
van den koelie, die haar gevolgd was en die
zeker niet veel goeds in den zin had. Geen
fractie van een seconde bedacht Forsyth zich.
Hij sprong op den kerel toe, pakte hem stevig
beet en terwijl de greep van zijn slachtoffer
verslapte onder den onverhoedschen aanval,
slingerde hij hem met kracht van het meisje
af. Aan den rand van het water terecht ge
komen, kon de Chinees zijn evenwicht niet
houden, hij plonsde in de rivier en begon
geen vijf tellen later naar de overzijde te
zwemmen.
Forsyth bekommerde zich niet verder om
het ongure heerschap en wijdde rijn aandacht
aan het meisje.
Bent u ongedeerd? vroeg hg vol deel
neming.
Ja, antwoordde zij en tegelijk wierp ze
een onrustigen blik in de richting van de
bloemenbooten met hun menigte van veel
kleurige lichten.
Het was maar gelukkig, dat ik u ge
volgd ben...
3 maal per dag Den Helder-
Wieringermeer - Medemblik - Hoorn -
Amsterdam.
Verbinding met geheel West-Friesland.
in de behandeling van de inlandsche bevol
kingen achterstaan bij andere koloniale vol
ken en het dus in het belang van de inboor
lingen waren, dat Duitschland daar niet meer
toe behoort.
In zooverre moet dus in principe terug
gaaf van het heele koloniale gebied, met
inbegrip zelfs van Duitsch Zuid-West
Afrika worden verlangd en zal dat ook
zeker geschieden.
Practisch gaat het voor Duitschland aller
eerst om de mogelijkheid, om althans een
gedeelte der benoodigde grondstoffen te koo-
pen met binnenlandsche betaalmiddelen.
In verband daarmede zal Duitschland
zgn eischen dan aanvankelijk beperken
tot Togo, Kameroen en Duitsch Oost
Afrika, zoodat bg deze voorloopige
teruggaaf allereerst Engeland en Frank-
rijk rechtstreeks gemoeid zouden zgn.
Dit een en ander is niet op te vatten als
een speculatie of iets, wat in een niet nader
aan te duiden toekomst wel eens zou kunnen
gebeuren, maar als een imminente aangele
genheid, welke binnenkort voor de heele inter
nationale politiek van groote beteekenis kan
worden en andere kwesties, die thans aan de
orde zijn hetzij eenigszins kan verdringen,
hetzij compliceeren.
Er bestaat namelijk alle grond om te
verwachten, dat Duitschland reeds on
middellijk nadat de kwestie van de
sancties is geregeld in een passende om
lijsting, waarvoor gewoonlijk een zitting
van den Rijksdag wordt gebruikt, rijn
eischen plechtig aan de heele wereld zal
bekend maken en het verder alle zware
stukken op het schaakbord van de inter
nationale politiek in het geding zal bren
gen.
Interessant is het hier heerschende opti
misme omtrent de mogelijkheid van de ver
wezenlijking van bovengenoemde eischen.
Nog dit jaar zal Duitsmhland weder zijn
plaats innemen tusschen de koloniale volken,
zoo wordt verwacht. Nu herhaalt zich een
eigenaardig verschijnsel, dat zich ook om
trent 7 Maart heeft voorgedaan. Het ging
toen met de remilitarisatie van het Rijnland
zoo vlot, dat velen zich in het eerste oogen
blik der verrassing niet konden voorstellen,
dat deze stap werd ondernomen, zonder dat
Engeland heimelijk zijn toestemming had
gegeven. Zoo willen ook nu weder sommigen
weten, dat de z.g. gunstige verwachtingen
wel zullen rijn gebouwd op gefundeerde ver
onderstellingen ten opzichte van de toegeef
lijkheid, speciaal van Engeland op dit gebied.
Deze combinatie is natuurlijk meer dan on
waarschijnlijk, maar dat ze wordt geopperd
kenschetst op zich zelf den indruk die boven
genoemd positief optimisme maakt.
Intusschen wordt duidelijk dat de reeds
meermalen aangekondigde en weder uitge
stelde kabinetszitting niet de Engelsche nota
zal behandelen, waarover in een kleiner gre-
mium wordt beslist, maar zich in de eerste
plaats zal bezighouden met het koloniale pro
bleem en de vraag hoe die actie tegen het
binnen- en buitenland zal worden geënsce
neerd. Vandaar ook het wachten op den
terugkeer van dr. Schlacht, een van de eerste
voormannen in Duitschland voor de koloniale
actie.
Als, geljjk verwacht wordt, er binnen een
jaar koloniën rijn, dan komt er vanzelfspre
kend ook een ministerie van koliniën en wel
onder Epp, terwijl ex-gouverneur Schnee
staatssecretaris zal worden. De heer Kepp-
ler, die ook in dit verband is genoemd en ge
lijk bekend Hitler's raadgever in oeconomi-
sche zaken is, zal aan het ministerie een po
sitie hebben in te nemen, waarbij hij zich in
het bijzonder met de bewerking van het
grondstoffenprobleem zal kunnen bezighou
den.
De Morning Post schrijft: Wat is de reden,
dat de huidige situatie in Europa te vergelij
ken is met den toestand in 1914? Is het niét
de klaarblijkelijke herleving van de Duitsche
verlangens naar heerschappij in een wereld,
die gebaseerd is op Duitschlands militaire
hegemonie in Europa?
De begeerte hiertoe is identiek, doch de
ervaring heeft voorzichtigheid geleerd bij de
keuze van de middelen. In 1914 heeft Duitsch
land de vijandschap van Engeland geriskeerd,
vandaag poogt het Engelands welwillende
onzijdigheid te verkrijgen. Maar onzijdigheid
zal ons niet voor een komenden toorn vrij1
waren. Als het programma is uitgevoerd, zul
len wjj eenvoudig het laatste slachtoffer rijn.
Na eenige uitingen te hebben genoemd, die
Duitschlands verlangen naar hegemonie be
wijzen, besluit het blad: Eischt dit alles niet
van ons, dat wij vrienden zoeken, wier politiek
uitgaat van minder slinksche beginselen?
De Daily Herald gelooft, dat de regeering
iets voorbereidt, wat oneindig veel erger is
dan het plan HoareLaval. Het blad voor
spelt, dat binnen eenige maanden de beruchte
bewapeningsprogramma's weer te voorschijn
zullen komen en dat men terug zal keeren
tot een politiek van allianties. Maar de Daily
Herald rekent erop, dat de uitingen van de
publieke opinie dan nog veel vernielender zul
len werken dan toen het plan HoareLaval
verworpen werd.
De Echo de Paris meent, naar aanleiding
van het onderhoud tusschen Delbos, den
Franschen minister van buitenlandsche zaken
en Cerutti, den Italiaanschen ambassadeur te
Parijs, te weten, dat de Italiaansche regeering
thans meer eischt dan alleen de opheffing der
Paula zorgde voor een
nieuwtjeeen heer
lijk nieuwtjeVier
kante beschuitjes net zoo lekker bros als
de beroemde groote beschuit van Paul
C. Kaiser. Voedzaam en gezond9 voor
6 cent met Paula-bon.
De bekende groote ronde beschuit
host 9 ets. voor 9 stuhs.
vierkante bescêmÜ:
N.V. PAUl C. KAISER, BESCHUITFABRIEKEN, ROTTERDAM
sancties. Cerruti heeft volgens het blad laten
weten, dat zijn regeering slechts tot mede
werking in alle Europeesche aangelegenheden
bereid is, indien de Volkenbond het standpunt
van „niet-erkenning van een door oorlog ge
schapen toestand" verlaat.
In „Oeuvre" komt mevrouw Tabouis tot
overeenkomstige conclusies. Zij voegt eraan
toe: Het zou evenwel kunnen, dat, indien
Italië merkt, dat een zoodanig resultaat niet
te bereiken is, de Italiaansche regeering aan
Genève laat weten, dat deze beslissing over
de niet-erkenning van een voldongen feit
haar onverschillig blijft. Hoe zou ook de
regeering te Rome zich kunnen bekommeren
over een zuiver juridische beslissing?
Het Petit Journal schrijft over de houding,
die de vertegenwoordiger van Frankrijk té
Genève zullen aannemen, dat de Franschen
zich zullen aansluiten bij die beslissing, die
de Assemblée juist lijkt.
De Romeinsche correspondent van de Daily
Telegraph meldt, dat Italië na opheffing van
de sancties niet alleen de conferentie te Mon-
treux, maar ook een eventueele bijeenkomst
van de Locarno-mogendheden zal bijwonen,
welke na ontvangst van het Duitsche ant
woord op de Britsche vragenlijst wellicht
wordt bijeengeroepen.
De correspondent vernam echter, dat
Italië's deelneming te Montreux of aan een
conferentie der Locarno-mogendheden niet
onvoorwaardelijk beteekent dat Mussolini ter
stond bereid is weer mede te werken aan de
Europeesche politiek.
Iedere poging om een algemeen systeem
van collectieve veiligheid te vereenigen met
een stelsel van regionale pacten tot behoud
van den vrede, zal door den Duce worden afge
wezen. Mussolini zal Iedere voor alle mogend
heden te scheppen verplichting, tot het toe
passen van oeconomische sancties tegen een
aggressor, te vragen bg militaire handelingen
van onderteekenaars van een regionaal pact,
afwijzen.
Een dergelijke algemeene verplichting
wordt te Rome beschouwd als niet vereenlg-
baar met het beginsel van localisatie van den
oorlog. Van de aanvaarding van dit beginsel
zal Itali's medewerking aan den arbeid van
den Volkenbond afhangen. Op dit stuk, aldus
Is meegedeeld, is Italië het met Duitschland
eens.
De dominions voor opheffing der
sancties.
De minister van buitenlandsche zaken, Eden
heeft, naar het D.N.B. uit Londen meldt, in
het Lagerhuis de commissarissen der domi
nions ontvangen, die de meeningen hunner
regeeringen ten aanzien van de kwestie der
sancties uiteenzetten.
In welingelichte kringen neemt men aan,
dat Australië, Nieuw-Zeeland en Canada heb
ben medegedeeld, geen bezwaar te zullen
maken tegen de opheffing der sanctie-maat
regelen en tegen de herziening van de straf-
Clausule in het handvest.
Alleen de regeering van Zuid-Afrika
Eou zich zonder aarzelen voor handhaving
der sancties hebben uitgesproken.
Zwitserland voor afschaffing,
In antwoord op een vraag heeft bondsraad
Motta gisteren in het parlement verklaard,
dat de bondsraad van meening is, dat de
sancties tegen Italië dienen te worden opge
heven.
HAILE SELASSIE NAAR SCHOTLAND.
De negus vertrekt heden met zgn gevolg
naar Glasgow en zal tjjdens het weekeinde de
gast zrjn van Lord Inverclyde op diens kasteel
te Skelmorlie (Schotland) meldt de Daily Te
legraph. De „lord provost" van Glasgow heeft
Haile Selassié uitgenoodigd a.s. Vrijdag de
lunch te gebruiken ten stadhuize. Lord Inver
clyde is zoo juist per Queen Mary uit Ame
rika teruggekeerd.
Mij gevolgd ben? echode het meisje ver
schrikt.
Ja, ik zag, dat die schooier, die u aan
viel, u achterna ging en daar het me niet
erg aanstond, ging op mijn beurt hem ach
terna.
Het is heel vriendelijk van u, ver
klaarde het meisje merkbaar gereserveerd;
ik ben u erg dankbaar, maar...
Haar woorden braken af en weer schoot
haar blik naar de lange lijn van bloemen
booten.
Impulsief sprekend, niet heelemaal op rijn
gemak, hernam hij:
U moet het mij niet kwalgk nemen als
ik brutaal lgk, maar het is onverantwoorde
lijk voor een Europeesche jongedame om op
dit uur alleen in deze buurt rond te loopen.
Dat de gevaren niet denkbeeldig zijn, hebt u
zooeven aan den lijve ondervonden en dit.
deel van de Chineesche stad is wel het
slimste.
Ik weet het, viel ze hem in de rede,
maar ik moet naar een van de bloemen
booten.
Naar een van de bloemenbooten? her
haalde hij onthutst. Maar daar kunt u toch
onmogelijk alleen heen gaan!
Ik...
Hij liet haar niet aan het woord komen.
Vergeef me, dat ik misschien opdringe
rig schijn, maar ik kan geen landgenoote toe
staan een dergelijk verschrikkelijk risico op
zich te nemen. U moet me eenvoudig veroor-
looven u te begeleiden. Ik ken hier de buurt
op mgn duimpje ik behoor tot de zending...
Nu was het haar beurt om hem verbaasd
in de rede te vallen.
Tot de zending? Bent u zendeling?
.Critisch uitvorschend rustten haar oogen
op rijn tweed-pak, rijn slappen boord, zijn
Panama-hoed.
Neen, ik zie er niet naar uit, lachte hjj.
Ik ben dan ook geen zendeling, maar zen-
dings-arts. In die hoedanigheid heb ik alle
hoeken en gaten van Canton leeren kennen
en daarom weet ik beter dan iemand anders,
dat het pure krankzinnigheid zou rijn om
niets ergers te zeggen, wanneer ik u onbe
schermd verder liet gaan. Waar moet u pre
cies naar toe?
Naar het „Paleis der Tienduizend Zalig
heden".
Ik ken die fraaie gelegenheid, was het
wederwoord, het speelhol van Li Seng, heele
maal achteraan bij de booten. Een geliefkoosd
plekje bg de rijke Chineezen, kooplui en man
darijnen, en bij tijd en wijle ook van Euro
peanen, die gek genoeg rijn daar hun zuur
verdiende geld te wagen!
Ik moet naar mijn vader, vertelde ze,
terwijl ze samen verder liepen. Er is een be
richt voor hem, een heel belangrijk bericht,
waarop hg den heelen dag heeft ritten wach
ten. Hij zei, dat ik het hem, als het kwam,
direct moest komen brengen.
Dat is me ook wat, bromde Forsyth en zijn
verontwaardiging was duidelijk in zijn stem
te hooren.
De eerste der bloemenbooten lag in duister
nis gehuld, maar de tweede was met honder
den gekleurde lantaarns geïllumineerd, in het
licht waarvan een papieren draak met zilveren
schubben blonk. Terwgl ze het heldere schijn
sel passeerden, keek Forsyth naar het gezicht
van zijn gezellin. Zijn eerste indruk werd ver
sterkt... het was een wondermooi gericht,
zonder ook maar een zweem van iets, dat
met kwaad in verband kon worden gebracht.
Het was alsof het meisje zijn blik voelde ze
keek op en hun oogen ontmoetten elkaar. In
die van Forsyth werd een plotseling licht
geboren, dat in geenen deele een weerspie
geling was van het licht der bloemenboot. Het
meisje zag het en over haar oogen trok snel
de sluier van haar lange, donkere wimperst
terwgl een roode golf over het zachte gezicht
je sloeg. Een poosje zetten zg in stilzwijgen
hun tocht voort, een stilzwijgen, dat spoedig
beklemmend dreigde te worden. Forsyth gaf
er zich rekenschap van en haastte zich het te
verbreken.
Het komt me voor, dat het langzamer
hand tgd wordt om me eens behoorlgk voor
te stellen, verklaarde hg luchtig. Forsyth is
mijn naam, Richard Forsyth, zendingsarts,
zooals ik u al meegedeeld heb. Mijn intieme
kennissen noemen mg Dick.
Het meisje liet een zilveren lachje hooren.
Houdt deze laatste informatie in om mjj
b(j die intieme kennissen te voegen?
U zult buitengewoon welkom rijn! ant
woordde hij opgewekt.
Ze lachte weer.
Ik vind, dat ik eerst een proeftijd behoor
door te maken. Anders is de schok van den
overgang te groot!
Nu, u kunt de eerste stappen doen,
meende hij vroolijk.
Goed. Nogmaals was er die verrukkelijke
lach van zooeven. Mgn naam is Kathleen
Barrington en mijn vader heet Leiand Bar-
ring ton; hij is handelsman. Het bericht dat
ik hem brengen moet, staat in verband met
zijn zaken.
Klinkt de naam Leiand Barrington u
bekend in de ooren? Kent u mijn vader mis
schien? vroeg het meisje aan Forsyth.
Forsyth schudde het hoofd.
Ik geloof niet, dat ik hem ken, beant
woordde hg haar vraag. Maar het lijkt me
toe, dat ik den naam meer gehoord heb; hjj
heeft een bekenden klank.
(Wordt vervolgd.) j|