Buitenlandsch Overzicht. 3Utitpe%*Waca! CHINA NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Duitschland's eischen om teruggave van koloniën spoedig te verwachten. Fül.1. Paul C. Kaiser No. 7766 EERSTE BLAD DONDERDAG 18 JUNI 1936 feuilleton EEN IN Uit het engelsch door R BEN BOLT i') Hoe is de houding van de Engelsche regeering? Voor „trage eters".I De houding van Mussolini. COURAN Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2. Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost 2.10, idem per mail en overige landen 8.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct. Zondagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.—. Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct. per regel, minimum 40 ct.; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct. (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct. Oostenrijk, de wig tusschen Duitschland en Italië. - Zal Hitier eenmaal de kans schoon zien om zijn geboorteland bij het Derde Rijk in te lijven? - Verwacht wordt, dat Engeland afschaffing van de sancties zal voorstaan. Hitier en Mussol ini. Ergens staat in „Mein Kampf", het veel ter sprake gebrachte en door Hitier geschreven boek, te lezen, dat de schrij ver destijds Oostenrijk, zijn geboorteland, ver laten heeft, omdat de heerschappij van de, het Duitsche vaderland verradende Habsbur- gers, de samensmelting ervan met de rest van het oude Duitsche Rijk verhinderde. Nog geldt het als één van Hitler's dierbaarste wen- schen, dat hij er nog eens in zal mogen sla gen om de twee rijken met elkaar te verbin den. Brengt hij dien „Anschlusz" tot stand dan heeft hij z.i. eerst recht zijn taak volbracht. Zou hij echter falen, dan zou hij het gevoel behouden, dat zijn levenswerk in zijn hoofd punt niet is geslaagd... Dezer dagen is nog eens duidelijk gebleken, Hitier met Oostenrijk dweept. De gewoonlijk goed ingelichte Berlgn- sche correspondent van de Times weet te melden, dat Hitier geweigerd heeft, tegen over Mussolini eenige belofte af te leg- gen omtrent het met rust laten van j Oostenrijk. Als Hitier daartoe had kun- I nen besluiten, zoo een samenwerking met i Italië, die de positie van beide fascis- tische staten geducht zou hebben ver- j sterkt, zeer gemakkelijk tot stand hebben kunnen komen. Als Hitier neen heeft ge zegd, zal de toenadering echter onmoge lijk blijken. Want zoo desperaat is Mussolini niet, dat hij Duitschland in Oostenrijk zal toelaten. Men weet, dat hij altijd heeft willen vechten om dat te verhinderen. Zijn besprekingen met Hitier te Venetië zijn inderdaad in ruzie ge ëindigd, omdat Hitier zijn „voorloopig af stand doen" van Oostenrijk zoo formuleerde, dat Mussolini, zeker met reden, eer de voor bereiding van den „Anschluss" dan het tegen deel daarvan er in zag. Er zijn dingen, waar mede Hitier niet schippert. Waarschijnlijk staat in dit opzicht Oostenrijk zelf nog boven de Jodenkwestie. In de Jodenkwestie zijn tijde lijke, zij het ook slecht uiterlijke concessies gedaan ter wille van de Olympiade. In de Óostenrijksche aangelegenheid geeft hij zelfs niet, bij wijze van een manoeuvre, een oogen- blik toe. Of zou graaf Ciano, de nieuwe Ita- liaansche minister van buitenlandsche zaken, Hitier nog tot andere gedachten kunnen bren gen, als hij zijn echtgenoote uit Berlijn komt afhalen? zoo waagt de N.R.Crt. in een hoofd artikel. Het lijkt twijfelachtig. En Mussolini geeft niet toe. Het heet, dat hij Schuschnigg wederom de krach tigste verzekering heeft gegeven omtrent zfln onwankelbaar vasthouden aan de zelf standigheid van Oostenrijk. Het blad vervolgt dan: Het is levendig te begrijpen, dat Hitier zich Op dit oogenblik niet verbinden wil, de in of ten opzichte van Oostenrijk zich biedende kansen onder alle omstandigheden ongebruikt te laten. Want de binnenlandsche toestand in Oostenrijk wordt steeds moeilijker. De regee ring is altijd de regeering van een betrekke lijk kleine minderheid geweest. Nu echter Starhemberg met zijn Heimwehr uit het regeeringsfront verwijderd is, wordt de politieke basis van het bewind, zelfs voor een dictatoriale heerschappij, wel uiterst smal. De nazi's worden opnieuw lastig, en doen door aanslagen en kwajongensstreken van allerlei aard van zich spreken. Schuschnigg's pogin gen om de arbeiders te winnen voor zijn regiem, zijn mislukt. Wat de Heimwehr in den zin heeft, is nog niet erg duidelijk, en staat waarschijnlijk nóch voor haarzelf noch voor Starhemberg, dien zij met betuigingen van aanhankelijkheid overstelpt vast. In ieder ge val lijkt haar houding niet op een onderwer ping, zooals de regeering die verlangd had. Starhemberg zelf moge Schuschnigg, uit oude, persoonlijke vriendschap, nog zoo goed gezind zijn, de sterke figuur voor een krach tig in toom houden der zijnen is hij niet, als de zijnen anders willen. Het resultaat van den tegenwoordigen, onzekeren toestand zal waarschijnlijk zijn, dat tal van leden van de Heimwehr naar de nazi's overgaan. In ieder geval rekenen de nationaal-socialisten zelf daarop. En zij zullen hun houding daar naar inrichten. Verder is von Papen steeds ijverig te Weenen aan het werk, op een wijze die om haar dubbelzinnigheid vele Oosten rijkers verontrust. Von Papen verstaat het op zijn manier, zekere Óostenrijksche politici, en onder het tegenwoordig be wind invloedrijke journalisten in hun zwak te tasten. Daarbij heeft Schuschnigg zich totnogtoe wel een man van handelen, maar niet altijd een man van met beleid handelen betoond. Oostenrijk kan, in zijn positie, van alle kanten bestookt, inwendig fel verdeeld, met een re geering wier macht feitelijk enkel nog op het leger en op buitenlandsche hulp berust, niet eeuwig het ondermijningswerk weerstaan. De eerste nieuwe slag van Hitier zal waar schijnlijk een aanslag op Oostenrijk zijn. Het is zeer wel mogelijk, dat deze wat langer op zich laat wachten, nu hij, bij zijn avontuur in het Rijnland, als door het oog van een naald is gekropen. Maar gebeurtenissen in Oosten rijk zelf kunnen den loop van zaken bespoe digen. Engeland en de sancties. ven. Nadat Eden Het is in de laatste weken duidelijk gewor den, dat Engeland zijn starre houding ten op zichte van Italië niet lang meer zal handha- bij zijn eerste optreden krampachtig de sancties had voorgestaan en blijkbaar nog verder wilde gaan in zijn straf maatregelen tegen den aanvaller van Oost- Afrika, wordt thans algemeen verwacht, dat hg in een reeds aangekondigde rede inzake de Britsche buitenlandsche politiek, de wereld een blik zal gunnen in de gewijzigde Britsche op vattingen, die wel eens konden resulteeren in het openlijk verklaren: wij zijn vóór afschaf fing van de sancties! Die koersverandering is grootendeels wel te verklaren. Toen eenmaal Abessinië door Italië geannexeerd was en dus de Volkenbond in zijn politiek gefaald had, stond men voor een vol dongen feit, dat alleen teniet gedaan zou kunnen worden door een optreden met de wapens. Dat zou dan moeten geschieden, niettegen staande aan den oorlog in Abessinië reeds een einde was gekomen. Het probleem moest derhalve aldus worden gesteld of de moreele overwe gingen, door den Volkenbond verdedigd onder toepassing van financieele en eco nomische sancties, ook verder geldig moesten worden gemaakt, zelfs ten koste van een oorlog met Italië, want daarop zou het in laatste instantie toch neer komen. Daarbij dient als vaststaand te worden aangenomen dat een oorlog met Italië hoogstwaarschijnlijk geheel Europa in vuur en vlam zou zetten, terwijl intus- schen Abessinië daarmee niet in het minst gebaat zou zijn. Het laat zich denken, dat de Britsche inge zetenen al heel weinig voor een oorlog voelen. Vandaar dat hun regeering blijkbaar van meening is, dat, nu eerstdaags de Volken bondsraad en de Assemblée bijeen komen, een uiteenzetting moet worden gegeven van de houding, die zij te Genève zal aannemen. Verklaren de Britten zich inderdaad voor opheffing van de sancties zij het dan dat zij de Italianen moreel blijven veroordee- len dan zal zeer waarschijnlijk Mussolini besluiten om weer tot den Volkenbond toe te treden. In dat geval zou spoedig daarop de hervorming van den Volkenbond ter hand ge nomen kunnen worden, in dien zin, dat in de toekomst een schending van het handvest niet zoo gemakkelijk zal kunnen plaats vin den als in deze Italiaansch-Abessijnsche kwestie het geval was. Wij denken hierbij nog eens aan het reeds eerder naar voren ge brachte idee van een Volkenbondsleger, een instituut dat hoe langer hoe meer schijnt het eenige middel te zijn om een permanente vrede althans in Europa te kunnen ver zekeren. Duitschland zou in beginsel zgn volledig koloniaal bezit terugverlan gen, doch practisch voorloopig drie van zijn vroegere koloniën, te weten Togo, Kameroen en Duitsci» Oost Afrika. De correspondent te Berlijn van de N. R. Ct. meldt: Op 10 Juni meldden wij, dat de Deutsche Kolonialgesellschaft zou worden veranderd in een Reichskolonial bund onder generaal Epp en dat in verband daarmede binnenkort Duitschland zijn koloniale eischen met kracht op den voorgrond zou brengen. In het verlangen naar teruggaaf van kolo niën steekt voor Duitschland principieel een kwestie van eerherstel, doordat het daardoor officieel zou zijn gezuiverd van de blaam die het verdrag van Versailles eenzijdig op Duitschland heeft geworpen, als zou dit rjjk i. „Hot Paleis dor Tienduizend Zaligheden". Terwjjl Richard Forsyth, diep In gedach ten, zich voortspoedde door de smalle straat, Hechts verlicht door papieren lantaarns, die een schemerig licht wierpen over haar Walgelijke morsigheid, botste hij plotseling tegen een meisje, dat met snelle passen van den anderen kant kwam. Oogenblikkelijk vlood ®en excuus in vloeiend Chmineesch hem van de lippen en een seconde later stond hg stgf van verbazing, want het meisje antwoordde th het... Engelsch. Het was gedeeltelijk mijn schuld. Door haast lette ik niet op, mijnheer. Hij keek haar lichtelijk verbijsterd aan. Het zachte licht der lantaarn viel net op gezicht voor hem een gezicht, mooi het en aantrekkelijk als een bloem, met diepe, donkere oogen, die al heel weinig overeen komst hadden met de kraaloogjes der Chi- heesche vrouwen. Bent u een Engelsche? riep hij uit. Ja, klonk het vlugge antwoord. Maar... H(j zweeg abrupt na dat ééne woord en keek de straat, die zich in Canton niet be paald in een gunstigen roep verheugde, in beide richtingen af. Zoo duidelijk als of hij haar onder woorden had gebracht drukte rijn blik de vraag uit wat zg hier op dit late uur deed, wanneer het uitvaagsel der inboor lingen uit zijn holen gekropen was en zelfs een man zich niet geheel veilig voelen kon. Het meisje voldeed aan het onuitgesproken verzoek om een verklaring. Er is niets aan te doen, dat ik hier ben en ik kan u de reden ook niet uitleggen. Ik heb vreeselijke haast. Neemt u me niet kwa lijk, maar ik heb geen tijd om hier te blijven praten. Het oogenblik daarop had ze haar weg vervolgd en toen haar buigzame gestalte de open deur van een kleinen winkel passeerde, zag hij een andere gedaante zich losmaken uit de schaduw der straat en door de streep van licht slippen, die uit de deur scheen. For syth kreeg den indruk, dat het een koeli was en de manier van doen van den man wees er op, dat hij het meisje achterna liep. Haar figuurtje was al bijna niet meer te onder scheiden in den vagen matten gloed der pa pieren lampen, maar Forsyth aarzelde niet. Oogenblikkelijk stond zijn besluit vast haar te beschermen en met groote stappen keerde hij terug in de richting waaruit hg gekomen was. Bij het licht van een groote lantaarn, die boven den ingang van een theehuis hing, zag hij het meisje links afslaan. Geen tien meter achter haar aan wandelde de koelie en hij volgde haar blijkbaar nog steeds, want ook hij sloeg links af. Naar de bloemenbooten! mompelde de Chinees. Dat meisje... De rest van rijn alleenspraak ging voor Forsyth verloren. Maar hij kende de welver diende slechte reputatie van de bloemenboo ten en het gipg hem aan het hart, dat een meisje van zijn eigen volk en ras zich in de nabijheid daarvan bevinden zou alleen en zonder mannelijke begeleiding. Toen hjj de wankele brug over ging, die uitkwam op een ietwat ruimeren verkeersweg het water, waarop de ontelbaar kleurige lantaarns der bloemenbooten glommen in den nacht, liep er langs hoorde hjj den plotselingen kreet van een vrouwenstem de avondlijke stilte verscheuren. Hij rende in de richting, waaruit het geluid kwam, en de kreet werd herhaald de angstkreet van iemand in nood en ofschoon hij haar niet zien kon, twijfelde hij geen moment of het was het Engelsche meisje. Met een ruk hield hij zijn vaart in vlak bij haar. Ze worstelde in de omklemming van den koelie, die haar gevolgd was en die zeker niet veel goeds in den zin had. Geen fractie van een seconde bedacht Forsyth zich. Hij sprong op den kerel toe, pakte hem stevig beet en terwijl de greep van zijn slachtoffer verslapte onder den onverhoedschen aanval, slingerde hij hem met kracht van het meisje af. Aan den rand van het water terecht ge komen, kon de Chinees zijn evenwicht niet houden, hij plonsde in de rivier en begon geen vijf tellen later naar de overzijde te zwemmen. Forsyth bekommerde zich niet verder om het ongure heerschap en wijdde rijn aandacht aan het meisje. Bent u ongedeerd? vroeg hg vol deel neming. Ja, antwoordde zij en tegelijk wierp ze een onrustigen blik in de richting van de bloemenbooten met hun menigte van veel kleurige lichten. Het was maar gelukkig, dat ik u ge volgd ben... 3 maal per dag Den Helder- Wieringermeer - Medemblik - Hoorn - Amsterdam. Verbinding met geheel West-Friesland. in de behandeling van de inlandsche bevol kingen achterstaan bij andere koloniale vol ken en het dus in het belang van de inboor lingen waren, dat Duitschland daar niet meer toe behoort. In zooverre moet dus in principe terug gaaf van het heele koloniale gebied, met inbegrip zelfs van Duitsch Zuid-West Afrika worden verlangd en zal dat ook zeker geschieden. Practisch gaat het voor Duitschland aller eerst om de mogelijkheid, om althans een gedeelte der benoodigde grondstoffen te koo- pen met binnenlandsche betaalmiddelen. In verband daarmede zal Duitschland zgn eischen dan aanvankelijk beperken tot Togo, Kameroen en Duitsch Oost Afrika, zoodat bg deze voorloopige teruggaaf allereerst Engeland en Frank- rijk rechtstreeks gemoeid zouden zgn. Dit een en ander is niet op te vatten als een speculatie of iets, wat in een niet nader aan te duiden toekomst wel eens zou kunnen gebeuren, maar als een imminente aangele genheid, welke binnenkort voor de heele inter nationale politiek van groote beteekenis kan worden en andere kwesties, die thans aan de orde zijn hetzij eenigszins kan verdringen, hetzij compliceeren. Er bestaat namelijk alle grond om te verwachten, dat Duitschland reeds on middellijk nadat de kwestie van de sancties is geregeld in een passende om lijsting, waarvoor gewoonlijk een zitting van den Rijksdag wordt gebruikt, rijn eischen plechtig aan de heele wereld zal bekend maken en het verder alle zware stukken op het schaakbord van de inter nationale politiek in het geding zal bren gen. Interessant is het hier heerschende opti misme omtrent de mogelijkheid van de ver wezenlijking van bovengenoemde eischen. Nog dit jaar zal Duitsmhland weder zijn plaats innemen tusschen de koloniale volken, zoo wordt verwacht. Nu herhaalt zich een eigenaardig verschijnsel, dat zich ook om trent 7 Maart heeft voorgedaan. Het ging toen met de remilitarisatie van het Rijnland zoo vlot, dat velen zich in het eerste oogen blik der verrassing niet konden voorstellen, dat deze stap werd ondernomen, zonder dat Engeland heimelijk zijn toestemming had gegeven. Zoo willen ook nu weder sommigen weten, dat de z.g. gunstige verwachtingen wel zullen rijn gebouwd op gefundeerde ver onderstellingen ten opzichte van de toegeef lijkheid, speciaal van Engeland op dit gebied. Deze combinatie is natuurlijk meer dan on waarschijnlijk, maar dat ze wordt geopperd kenschetst op zich zelf den indruk die boven genoemd positief optimisme maakt. Intusschen wordt duidelijk dat de reeds meermalen aangekondigde en weder uitge stelde kabinetszitting niet de Engelsche nota zal behandelen, waarover in een kleiner gre- mium wordt beslist, maar zich in de eerste plaats zal bezighouden met het koloniale pro bleem en de vraag hoe die actie tegen het binnen- en buitenland zal worden geënsce neerd. Vandaar ook het wachten op den terugkeer van dr. Schlacht, een van de eerste voormannen in Duitschland voor de koloniale actie. Als, geljjk verwacht wordt, er binnen een jaar koloniën rijn, dan komt er vanzelfspre kend ook een ministerie van koliniën en wel onder Epp, terwijl ex-gouverneur Schnee staatssecretaris zal worden. De heer Kepp- ler, die ook in dit verband is genoemd en ge lijk bekend Hitler's raadgever in oeconomi- sche zaken is, zal aan het ministerie een po sitie hebben in te nemen, waarbij hij zich in het bijzonder met de bewerking van het grondstoffenprobleem zal kunnen bezighou den. De Morning Post schrijft: Wat is de reden, dat de huidige situatie in Europa te vergelij ken is met den toestand in 1914? Is het niét de klaarblijkelijke herleving van de Duitsche verlangens naar heerschappij in een wereld, die gebaseerd is op Duitschlands militaire hegemonie in Europa? De begeerte hiertoe is identiek, doch de ervaring heeft voorzichtigheid geleerd bij de keuze van de middelen. In 1914 heeft Duitsch land de vijandschap van Engeland geriskeerd, vandaag poogt het Engelands welwillende onzijdigheid te verkrijgen. Maar onzijdigheid zal ons niet voor een komenden toorn vrij1 waren. Als het programma is uitgevoerd, zul len wjj eenvoudig het laatste slachtoffer rijn. Na eenige uitingen te hebben genoemd, die Duitschlands verlangen naar hegemonie be wijzen, besluit het blad: Eischt dit alles niet van ons, dat wij vrienden zoeken, wier politiek uitgaat van minder slinksche beginselen? De Daily Herald gelooft, dat de regeering iets voorbereidt, wat oneindig veel erger is dan het plan HoareLaval. Het blad voor spelt, dat binnen eenige maanden de beruchte bewapeningsprogramma's weer te voorschijn zullen komen en dat men terug zal keeren tot een politiek van allianties. Maar de Daily Herald rekent erop, dat de uitingen van de publieke opinie dan nog veel vernielender zul len werken dan toen het plan HoareLaval verworpen werd. De Echo de Paris meent, naar aanleiding van het onderhoud tusschen Delbos, den Franschen minister van buitenlandsche zaken en Cerutti, den Italiaanschen ambassadeur te Parijs, te weten, dat de Italiaansche regeering thans meer eischt dan alleen de opheffing der Paula zorgde voor een nieuwtjeeen heer lijk nieuwtjeVier kante beschuitjes net zoo lekker bros als de beroemde groote beschuit van Paul C. Kaiser. Voedzaam en gezond9 voor 6 cent met Paula-bon. De bekende groote ronde beschuit host 9 ets. voor 9 stuhs. vierkante bescêmÜ: N.V. PAUl C. KAISER, BESCHUITFABRIEKEN, ROTTERDAM sancties. Cerruti heeft volgens het blad laten weten, dat zijn regeering slechts tot mede werking in alle Europeesche aangelegenheden bereid is, indien de Volkenbond het standpunt van „niet-erkenning van een door oorlog ge schapen toestand" verlaat. In „Oeuvre" komt mevrouw Tabouis tot overeenkomstige conclusies. Zij voegt eraan toe: Het zou evenwel kunnen, dat, indien Italië merkt, dat een zoodanig resultaat niet te bereiken is, de Italiaansche regeering aan Genève laat weten, dat deze beslissing over de niet-erkenning van een voldongen feit haar onverschillig blijft. Hoe zou ook de regeering te Rome zich kunnen bekommeren over een zuiver juridische beslissing? Het Petit Journal schrijft over de houding, die de vertegenwoordiger van Frankrijk té Genève zullen aannemen, dat de Franschen zich zullen aansluiten bij die beslissing, die de Assemblée juist lijkt. De Romeinsche correspondent van de Daily Telegraph meldt, dat Italië na opheffing van de sancties niet alleen de conferentie te Mon- treux, maar ook een eventueele bijeenkomst van de Locarno-mogendheden zal bijwonen, welke na ontvangst van het Duitsche ant woord op de Britsche vragenlijst wellicht wordt bijeengeroepen. De correspondent vernam echter, dat Italië's deelneming te Montreux of aan een conferentie der Locarno-mogendheden niet onvoorwaardelijk beteekent dat Mussolini ter stond bereid is weer mede te werken aan de Europeesche politiek. Iedere poging om een algemeen systeem van collectieve veiligheid te vereenigen met een stelsel van regionale pacten tot behoud van den vrede, zal door den Duce worden afge wezen. Mussolini zal Iedere voor alle mogend heden te scheppen verplichting, tot het toe passen van oeconomische sancties tegen een aggressor, te vragen bg militaire handelingen van onderteekenaars van een regionaal pact, afwijzen. Een dergelijke algemeene verplichting wordt te Rome beschouwd als niet vereenlg- baar met het beginsel van localisatie van den oorlog. Van de aanvaarding van dit beginsel zal Itali's medewerking aan den arbeid van den Volkenbond afhangen. Op dit stuk, aldus Is meegedeeld, is Italië het met Duitschland eens. De dominions voor opheffing der sancties. De minister van buitenlandsche zaken, Eden heeft, naar het D.N.B. uit Londen meldt, in het Lagerhuis de commissarissen der domi nions ontvangen, die de meeningen hunner regeeringen ten aanzien van de kwestie der sancties uiteenzetten. In welingelichte kringen neemt men aan, dat Australië, Nieuw-Zeeland en Canada heb ben medegedeeld, geen bezwaar te zullen maken tegen de opheffing der sanctie-maat regelen en tegen de herziening van de straf- Clausule in het handvest. Alleen de regeering van Zuid-Afrika Eou zich zonder aarzelen voor handhaving der sancties hebben uitgesproken. Zwitserland voor afschaffing, In antwoord op een vraag heeft bondsraad Motta gisteren in het parlement verklaard, dat de bondsraad van meening is, dat de sancties tegen Italië dienen te worden opge heven. HAILE SELASSIE NAAR SCHOTLAND. De negus vertrekt heden met zgn gevolg naar Glasgow en zal tjjdens het weekeinde de gast zrjn van Lord Inverclyde op diens kasteel te Skelmorlie (Schotland) meldt de Daily Te legraph. De „lord provost" van Glasgow heeft Haile Selassié uitgenoodigd a.s. Vrijdag de lunch te gebruiken ten stadhuize. Lord Inver clyde is zoo juist per Queen Mary uit Ame rika teruggekeerd. Mij gevolgd ben? echode het meisje ver schrikt. Ja, ik zag, dat die schooier, die u aan viel, u achterna ging en daar het me niet erg aanstond, ging op mijn beurt hem ach terna. Het is heel vriendelijk van u, ver klaarde het meisje merkbaar gereserveerd; ik ben u erg dankbaar, maar... Haar woorden braken af en weer schoot haar blik naar de lange lijn van bloemen booten. Impulsief sprekend, niet heelemaal op rijn gemak, hernam hij: U moet het mij niet kwalgk nemen als ik brutaal lgk, maar het is onverantwoorde lijk voor een Europeesche jongedame om op dit uur alleen in deze buurt rond te loopen. Dat de gevaren niet denkbeeldig zijn, hebt u zooeven aan den lijve ondervonden en dit. deel van de Chineesche stad is wel het slimste. Ik weet het, viel ze hem in de rede, maar ik moet naar een van de bloemen booten. Naar een van de bloemenbooten? her haalde hij onthutst. Maar daar kunt u toch onmogelijk alleen heen gaan! Ik... Hij liet haar niet aan het woord komen. Vergeef me, dat ik misschien opdringe rig schijn, maar ik kan geen landgenoote toe staan een dergelijk verschrikkelijk risico op zich te nemen. U moet me eenvoudig veroor- looven u te begeleiden. Ik ken hier de buurt op mgn duimpje ik behoor tot de zending... Nu was het haar beurt om hem verbaasd in de rede te vallen. Tot de zending? Bent u zendeling? .Critisch uitvorschend rustten haar oogen op rijn tweed-pak, rijn slappen boord, zijn Panama-hoed. Neen, ik zie er niet naar uit, lachte hjj. Ik ben dan ook geen zendeling, maar zen- dings-arts. In die hoedanigheid heb ik alle hoeken en gaten van Canton leeren kennen en daarom weet ik beter dan iemand anders, dat het pure krankzinnigheid zou rijn om niets ergers te zeggen, wanneer ik u onbe schermd verder liet gaan. Waar moet u pre cies naar toe? Naar het „Paleis der Tienduizend Zalig heden". Ik ken die fraaie gelegenheid, was het wederwoord, het speelhol van Li Seng, heele maal achteraan bij de booten. Een geliefkoosd plekje bg de rijke Chineezen, kooplui en man darijnen, en bij tijd en wijle ook van Euro peanen, die gek genoeg rijn daar hun zuur verdiende geld te wagen! Ik moet naar mijn vader, vertelde ze, terwijl ze samen verder liepen. Er is een be richt voor hem, een heel belangrijk bericht, waarop hg den heelen dag heeft ritten wach ten. Hij zei, dat ik het hem, als het kwam, direct moest komen brengen. Dat is me ook wat, bromde Forsyth en zijn verontwaardiging was duidelijk in zijn stem te hooren. De eerste der bloemenbooten lag in duister nis gehuld, maar de tweede was met honder den gekleurde lantaarns geïllumineerd, in het licht waarvan een papieren draak met zilveren schubben blonk. Terwgl ze het heldere schijn sel passeerden, keek Forsyth naar het gezicht van zijn gezellin. Zijn eerste indruk werd ver sterkt... het was een wondermooi gericht, zonder ook maar een zweem van iets, dat met kwaad in verband kon worden gebracht. Het was alsof het meisje zijn blik voelde ze keek op en hun oogen ontmoetten elkaar. In die van Forsyth werd een plotseling licht geboren, dat in geenen deele een weerspie geling was van het licht der bloemenboot. Het meisje zag het en over haar oogen trok snel de sluier van haar lange, donkere wimperst terwgl een roode golf over het zachte gezicht je sloeg. Een poosje zetten zg in stilzwijgen hun tocht voort, een stilzwijgen, dat spoedig beklemmend dreigde te worden. Forsyth gaf er zich rekenschap van en haastte zich het te verbreken. Het komt me voor, dat het langzamer hand tgd wordt om me eens behoorlgk voor te stellen, verklaarde hg luchtig. Forsyth is mijn naam, Richard Forsyth, zendingsarts, zooals ik u al meegedeeld heb. Mijn intieme kennissen noemen mg Dick. Het meisje liet een zilveren lachje hooren. Houdt deze laatste informatie in om mjj b(j die intieme kennissen te voegen? U zult buitengewoon welkom rijn! ant woordde hij opgewekt. Ze lachte weer. Ik vind, dat ik eerst een proeftijd behoor door te maken. Anders is de schok van den overgang te groot! Nu, u kunt de eerste stappen doen, meende hij vroolijk. Goed. Nogmaals was er die verrukkelijke lach van zooeven. Mgn naam is Kathleen Barrington en mijn vader heet Leiand Bar- ring ton; hij is handelsman. Het bericht dat ik hem brengen moet, staat in verband met zijn zaken. Klinkt de naam Leiand Barrington u bekend in de ooren? Kent u mijn vader mis schien? vroeg het meisje aan Forsyth. Forsyth schudde het hoofd. Ik geloof niet, dat ik hem ken, beant woordde hg haar vraag. Maar het lijkt me toe, dat ik den naam meer gehoord heb; hjj heeft een bekenden klank. (Wordt vervolgd.) j|

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1