mmmm
De totale
zonsverduistering.
BINNENLAND
Prof. Dr. W. H. Keesom.
Oost-ïndië
BUITENLAND
Manifest van het N.V.V.
De bestuurshervorming in
Ned.-Indië.
HELDERSCHE COURANT VAN ZATERDAG 20 TUNI it»fi
Dorus Rijkers-fonds.
Begrooting van het
Landbouwcrisisfonds.
Memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer.
Beperking hoenderteelt.
Overdracht Landvoogdij.
Het Dienstplichtbesluit in
den Volksraad.
Verjaag die Benauwdheid
Hoest-Griep-Bronchitis-Asthma
De financieele toestand
van Frankrijk.
Een uiteenzetting over de openbare
schuld en den toestand van
de schatkist.
Een nieuwe ster ontdekt.
Uit de verschillende plaatsen waar de zons
verduistering door de Sowjet-Russiche en de
buitenlandsche expedities is waargenomen,
komen berichten, dat de observeering van de
totale eclips een succes is geworden. In het
gebied, waar de verduistering totaal was,
werkten 200 Sowjet-Russische en 70 buiten
landsche astronomen, die de modernste weten
schappelijke instrumenten tot hun beschik
king hadden, alsmede vliegtuigen, en onbe
mande semi-stratosf eerballons.
Bij Beloretsjenskaja. De Neder
landers hebben succes.
De waarnemingen te Beloretsjenskaja zijn
geslaagd. Gedurende de totaliteit waren de
lichte wolken rossig-groen getint. Het was
een prachtig gezicht. Vroeg in den ochtend
waren de sterrekundigen, o.w. de Denen en
de Nederlanders, bevreesd geweest, wijl er
wat wolken in de lucht zweefden. Spoedig
echter was duidelijk geworden, dat de wolken
geen hinder zouden geven.
EEN NIEUWE STER.
Te Potsdam.
De zonsverduistering kon gisterenmorgen
in de vroegte bij het mooist denkbare weder
aan het observatorium te Potsdam worden
waargenomen. Het natuurverschijnsel kreeg
een bijzondere bekoring, doordat het heel toe
vallig samenviel met de verschijning van een
nieuwe ster. Des nachts tegen 1 uur kwam
plotseling van de sterrenwacht Berlijn-Babels-
berg het volgende opwindende bericht: „In
het sterrenbeeld Cepheus is een heldere nieuwe
ster ontdekt van de derde grootte".
Inderdaad kon deze ster, die ontdekt was
door Hoffmeister, den leider der afdeeling
Sonnenberg van de sterrenwacht Babelsberg,
te Potsdam, zeer nauwkeurig waargenomen
en zijn spectrum opgenomen worden. Terstond
werden telegrammen verzonden aan alle deelen
der aarde, om de sterrenwachten elders op
te roepen tot verdere waarnemingen.
Precies om 4.23 begon de zonsverduistering.
De aanblik van het verschijnsel maakte een
grooten indruk. Het verloop der zonsverduis
tering kon met den grooten kijker nauw
keurig worden gevolgd en fotografisch word-
den vastgelegd.
Om 5.12 uur was de zon tot op éénderde
deel van zijn oppervlakt verduisterd. Het ge-
heele landschap scheen in een vaal schemer
licht gehuld. Toen week de maan weer van
de zon af, en even na 6 uur was alles weer
alsof er niets gebeurd was.
Ondanks het vroege uur vele waar
nemers In en om Amsterdam.
De zeldzame gebeurtenis van een, zy het
slechts zeer partieele zonsverduistering heeft
te Amsterdam ondanks het vroege uur gister
ochtend velen doen gaan naar plaatsen, waar
men bjj gunstige weersomstandigheden dit
natuurverschijnsel zou kunnen waarnemen.
Op een punt aan de kust van het IJsselmeer,
waarheen wjj ons gisterochten hebben be
geven, hadden zich althans velen verzameld.
De meesten waren zelfs zeer vroeg gekomen
in de hoop tevens een mooien zonsopgang te
kunnen waarnemen.
Doch toen te 3.39 uur het tijdstip van het
aanbreken van den dag er dan was, ver
hinderde een dichte ochtendnevel een mooien
zonsopgang. Nu en dan kwam de roode schijf
der opgaande zon door de nevels heen, doch
het duurde lang voordat zij zooveel kracht
had, dat zij geheel zichtbaar werd. Kort voor
4.48 uur, het tijdstip, dat de zonsverduiste
ring zou aanvangen, waren de nevels ver
dwenen. De wachtenden wapenden zich met
donkere brillen, met roet zwart gemaakte
stukjes glas en dergelijke hulpmiddelen. Ein
delijk werd rechts, op zij van de zon, een
kleine inham zichtbaar en toen drong snel de
schaduw van de maan in de zonneschijf. Het
kleine hapje werd, schuin naar links-onder
schuivende, steeds grooter. Te 5.35 uur, ruim
drie kwartier dus na het begin der verduiste
ring, werd het maximum bereikt.
Op het oogenblik van de maximum-ver
duistering was de lichtsterkte van de zon
sterk afgenomen. Het strand van het IJsel-
meer, dat reeds fel lichtte in de eerste zonne
stralen van een zomerschen dag, kreeg een
aschgrauwe kleur en de ontstane afkoeling
deed de waarnemers even huiveren.
De schaduw op de zonneschijf verplaatste
zich echter snel naar den onderkant, om ten-
Slotte te 6.24 uur aan de linkerbenedenzijde
te verdwijnen.
Zondag zestig jaar.
Zondag 21 Juni a.s. viert prof. dr. W. H.
Keesom, hoogleeraar ln de natuurkunde te
Lelden, zijn zestigsten verjaardag, de cryo-
loog van wereldnaam die oorspronkelijk met
nu wijlen prof. dr. H. Kamerlingh Onnes, la
ter afleen het natuurkundig laboratorium der
Leidsche universiteit tot een unicum ter we
reld heeft gemaakt, en wiens onderzoekingen
en pogingen evenzeer voor de practijk als
Voor de natuurkundige theorie van een nau
welijks te schatten belang zijn geworden.
In alle groote ontdekkingen en in alle orga
nisaties in zijn tak van wetenschap heeft
prof. Keesom een zeer belangrijk aandeel.
(Hbl.)
Werktijdverkorting en veertlg-
uren-week.
Binnenkort zal in verband met de groote
Werkloosheid in ons land een manifest ver-
Schijnen van het bestuur van het N.V.V. over
de noodzakelijkheid van arbeidsverkorting in
de daarvoor in aanmerking komende bedrij
ven. Het zal in zeer groote oplage worden
Verspreid.
GIFT VAN DE KONINGIN AAN HET
DORUS RIJKERS-FONDS.
De Koningin heeft een geldelijk blijk van
belangstelling in het Dorus Rijkersfonds ge
geven.
De Memorie van Antwoord aan
de Tweede Kamer.
Aan de memorie van antwoord inzake het
wetsontwerp tot goedkeuring van een aantal
besluiten aan den gouverneur-generaal van
Ned.-Indië tot wijziging en aanvulling van de
begrooting van Ned.-Indië voor het dienstjaar
1936 wordt het volgende ontleend:
In de bijzondere betaling van 5 millioen
door de olieconcerns is een op budgetaire mo«
tieven steunende crisisheffing te zien, die in
wezen overeenkomt met andgre crisislasten,
welke ter saneering van de begrooting moes
ten worden opgelegd, zij het dan, dat die hef
fing zich door den gekozen vorm niet dadelijk
als zoodanig kenmerkt.
Den leden, die een zwaardere belasting van
de olie-industrie met het oog op haar be
drijfswinsten geenszins onbillijk zouden ach
ten, brengt de minister nog eens onder de
aandacht, dat de regeering bjj hare belasting-
politiek geen onderscheid kan maken tusschen
de bedrijven in verband met de behaalde be
drijfswinsten.
Ook voor het jaar 1937 zal de regeering
zich onthouden van het doen van voorstellen
van permanenten aard tot extra-heffing van
de aardolie-industrie.
Vennootschapsbelasting.
Bij de komende begrooting zal geen ver
hooging van de vennootschapsbelasting wor
den voorgesteld, niet alleen omdat het hef
fingspercentage van die belasting reeds zoo
aanzienlijk is, doch ook omdat voor een hoo-
gere opbrengst van die belasting kan worden
geraamd.
De bestuurshervorming.
Wat de bestuurshervorming betreft, her
innert de minister er aan, dat geleidelijk met
klem zich de eisch naar voren drong, te ge
raken tot een wijziging in de structuur van
het Indisch overheidsapparaat in dier voege,
dat eenerzijds de te hoog opgevoerde last van
het centraal regeeringsorgaan op doelmatige
wijze zou worden gereduceerd en anderzijds
op een wijze, welke zich aanpast aan 's lands
behoeften en draagkracht, de welvaarts- en
beschavingspolitiek zou kunnen worden her
vat.
Deze desiderata kunnen slechts verwezen
lijkt worden door consequente en volledige
doorvoering van de in 1932 tot stilstand ge
brachte hervorming.
Het thans aan de orde zijnd voorstel strekt
niet tot wijziging, doch tot uitvoering van het
beginselenplan van 1932. De drie grondslagen
van dat beginselenplan. nJ.:
Indeeling van het gebied der buitengewes
ten in drie groote gewesten;
vorming, waar mogelijk, van groepsgemeen-
schappen, omvattend de woongebieden van
bevolkingsgroepen en
handhaving en voortzetting der bestaande
politiek ten opzichte van inlandsche gemeen
schappen en zelfbesturen,
blijven onverkort gehandhaafd. De groei
der inzichten, mede verband houdend met den
voortgang van de crisis, sedert 1932, heeft
slechts tot enkele modificaties geleid, waar
van in het bijzonder van belang is de ontwik
keling van de gedachte der z.g. regionale re
keningen. Een van de ernstigste beletselen
voor den gezonden groei, tot dusver, van de
centralisatie in Indië is geweest het ontbreken
van een principieele afscheiding van taak en
middelen tusschen het land en de lagere ge
meenschappen. Hierin zal voor de buitenge
westen en mogelijk in de toekomst ook
voor Java en Madoera het stelsel der re
gionale rekeningen voorzien.
Dit stelsel beoogt, de gansche taak der
overheid, zooals die in de landsbegrooting tot
uiting komt, te splitsen, in een gedeelte, dat
naar zijn aard centraal verzorgd moet wor
den, en een ander gedeelte, waarvan de ver
zorging tot de regionale sfeer behoort.
De vraag, aan welke organen de bevoegd
heden zullen worden overgedragen, die als
„regionaal" zullen worden aangemerkt, zal
verschillend moeten worden beantwoord naar
gelang het gebiedsdeelen betreft waar wel en
zulke waar niet tot instelling van autonome
gemeenschappen kan worden overgegaan. In
de eerstbedoelde gebiedsdeelen zullen de be
voegdheden, onder leiding en toezicht van ge
westelijke instanties, overgaan op de bestu
rende organen van de autonome gemeen
schappen. In de overige streken zal een zoo
verreikende overdracht van bevoegdheden
niet kunnen plaats vinden.
Voor deze gebieden blijven dus de gewone
regelen van 's lands begrootingsbeheer gel-'
den, zoomede het onverkort budgetrecht van
den begrootingswetgever.
Met de meeste stelligheid wenscht de mi
nister te verzekeren, dat de totstandkoming
van de ordonnantie tot instelling van de gou
vernementen Sumatra, Borneo en Groote Oost
en haar afkondiging in het Indisch staatsblad
in geen enkel opzicht te kort doet aan de
vrijheid der Kamer, om over de aangelegen
heid in haar ganschen omvang te oordeelen,
noch op het uit te spreken oordeel praejudi-
cieert.
De bedoeling van deze ordonnantie is
slechts de Indische regeering in staat te stel
len om, indien het door den Volksraad met
overgroote meerderheid aangenomen ontwerp
ook de goedkeuring van den wetgever in Ne
derland verwerft, onverwijld tot uitvoering
over te gaan. Het spreekt vanzelf, dat, indien
voor het instellen van de gouvernementen niet
onverhoopt de begrootingswetgever de gelden
mocht toestaan, de instellingsordonnantie bui
ten werking zal blijven.
De instelling van de nieuwe gouvernemen
ten acht de minister een onmisbare voor
waard voor een gezonde ontwikkeling van de
staatkundige decentralisatie.
Het ligt in de bedoeling, zoo spoedig moge
lijk over te gaan tot de instelling van groeps-
gemeenschappen in de Minangkabau, de Ba-
taklanen, Palembang, de Minahassa, Ambon
en het gebied der Bandjareezen, terwijl de
staatskundige organisatie van Bali tevens
onder de oogen wordt gezien.
Evenals de Indische regeering ziet de mi
nister de invoering van den provincialen be
stuursvorm voor Sumatra in een niet ver ver
wijderd verschiet, zy het dat het verkeerd zou
zyn, deze invoering door het stellen van een
bepaalden termjjn te forceeren. Ten aanzien
van de beide overige nieuwe gewesten schjjnt
elke prognose daaromtrent voorshands onmo
gelijk.
Er zal naar gestreefd worden, den vorm
der bestuursinrichtingen in de groepsgemeen-
schappen zooveel mogelijk te doen aansluiten
bij de in de samenleving heerschende be
grippen.
Ten slotte deelt de minister in deze me
morie mede, dat het wetsontwerp tot goed
keuring van het besluit van den gouverneur-
generaal tot wijziging en aanvulling van af
deeling 6 der aanhangige begrooting, verband
houdende met verlichting van de gevolgen
der cambrics en greyscontingenteeringen voor
de batikindustrie, zeer binnenkort, gelijktijdig
met twee andere daarop betrekking hebbende
wettelijke voorzieningen, bij de Staten-Gene-
raal zal worden ingediend.
Beperking tengevolge van de slechte
positie der geldmiddelen.
Ontleend is aan het jaarverslag 1935 van
het Dorus Rijkers-fonds:
Gedurende de laatste vyf jaren hebben ten
gevolge van de slechte tijdsomstandigheden
zeer vele leden zich genoodzaakt gezien I te
bedanken voor hun lidmaatschap. Er zijn Wei-1
nig giften ingekomen en de andere gebruike
lijke middelen brachten weinig geld in kaS.
In deze vijf jaren zijn de nadeelige saldo's
opgeloopen tot een bedrag van 84.030.
Het is dan ook te begrijpen, dat met een
bedrijfskapitaal van 200.000 op deze wijze
de aderlatingen te groot worden.
Krachten moeten worden ingespannen om
te kunnen blijven zorgen, dat de behoeftige
oud-redders en weduwen geholpen worden.
Daarom besloot het hoofdbestuur in over
leg met het college van commissarissen, in
1935 geen nieuwe uitkeeringen toe te ken
nen, doch zich te bepalen tot het handhaven
van de bestaande uitkeeringen.
Aangezien echter de nood bij sommige oud
redders, die nog niet worden gesteund, ten
zeerste is gestegen, hoopt het hoofdbestuur
door vermeerdering van de bijdragen binnen
kort in staat te orden gesteld weder nieuwe
oud-redders in den steun te kunnen nemep.
In dit verslagjaar werden ondersteuningen
verleend aan 129 personen, namelijk aan 83
oud-redders en 46 weduwen van redders en
gratificaties aan 2 personen, tot een totaal
bedrag van 32.237.50. De maximum-uitkee-
ring bedroeg 6 per week.
Van de ondersteunden waren op 1 Januari
1936 124 personen ouder dan 60 jaren en hier
van weer 79 ouder dan 70 jaren.
De steunverleening strekte zich uit over
37 kustplaatsen en eilanden.
Nadat op 1 Juli 1931 alle aanvragers om
onderstand, die wegens behoeftigheid voor
steun in aanmerking kwamen waren gehol
pen, zijn tot dusverre 90 nieuwe aanvragen
om steun ingekomen, waaraan door gebrek
aan middelen niet kon worden voldaan.
In totaal zijn van de oprichting af 465 aan
vragen ingekomen en werd 309.485 uitge
keerd.
De balans sluit met een bedrag van
414.977. Behalve het stamkapitaal van
200.000 bezit het fonds op 31 December een
bedrijfskapitaal van 213.885 (vorig jaar
228.369).
I
Verschenen is de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag van de Eerste Karper
over de begrooting van het Landbouwcrisis-
fonds voor 1936. Ontleend is daaraan:
Landbouw-crisispolitiek.
De minister heeft met leedwezen vernomen,
dat verscheidene leden verklaard hebben zich
slechts zeer ten deele te kunnen vereenigen
met de door de regeering gevoerde landbouw-
crisispolitiek. Zij grondden dit oordeel op het
naar hun meening, onlogisch element in deze
politiek, waar deze dwars ingaat tegen het
streven naar aanpassing van de prijzen aan
een lager niveau van uitgaven, en deswege
aan de in het bijzonder voor de industrie zoo
noodzakelijke prijsdaling in den weg staat.
Het streven van den minister is er op ge
richt een geleidelijke vermindering van de
steunmaatregelen te verkrijgen, waar zulks,
zonder den landbouw schade te doen, mogelijk
is.
De maatregelen tot steun aan den landbouw
zijn niet anders dan overgangsmaatregelen,
welke bestemd zijn geleidelijk te worden geli
quideerd, zoodra de oeconomische toestand
zulks gedoogt. Dat, zooals meergenoemde
leden vreezen, het huidige stelsel van steun
verleening niet geschikt is om dez bestemming
te verwezenlijken, integendeel veeleer tot ge
volg heeft, dat het geheele landbouwbedrijf in
een door de steunmaatregelen bepaalden vorm
verstart, moet de minister ontkennen.
Hoewel onbetwistbaar een systeem van
steun naar de oppervlakte van den grond een
belangrijke vereenvoudiging in uitvoeringsbe
palingen en contröle met zich zou brengen,
meent de minister, dat zulk een stelsel toch
niet wel uitvoerbaar is.
De commissie-van Loon.
De minister meent de verwachting te mo
gen uitspreken, dat het rapport der commis
sie-van Loon binnen afzienbaren tijd zal wor
den uitgebracht. Of het der regeering dan
mogelijk zal zijn een duidelijk beeld te geven,
van wat zij voor de toekomst ten opzichte van
den landbouw beoogt en van den weg, waar
langs zij haar doel zal trachten te bereiken,
kan door den minister niet in uitzicht worden
gesteld. De internationale toestanden bieden
ook ten aanzien van de door de regeering ten
opzichte van den landbouw te volgen politiek
zoo veel onzekere factoren, dat van het uit
stippelen van vaste lijnen voor de toekomst
weinig sprake zal kunnen zyn.
Positie van de landarbeiders.
Dat de positie van de landarbeiders nog im
mer te wenschen overlaat, is den minister be
kend. Zyn streven is er bij voortduring op ge
richt om met de hem hierby ten dienste
staande middelen in dezen toestand verbete
ring te brengen.
Teeltheffingen.
De teeltheffingen voor aardappelen is inge
steld ter vervanging van de heffing op het
vervoer van aardappelen, zooals die voor het
laatst gold voor het oogstjaar 1934.
Richtprijs tarwe.
De minister verschilt van meening met de
hier aan het woord zynde leden over de ver-
eischte hoogte van den richtprys voor tarwe.
Hij is van meening, dat met een tarweprijs
van 9 b(j normalen oogst voldoende rende
ment voor de landbouwers wordt verkregen.
Itoggeprijs en denaturatievergoeding.
Het vraagstuk van de sterk wisselende
roggeprijzen in den loop van een jaar heeft
de voortdurende aandacht van den minister.
Over de maatregelen, welke zullen worden ge
nomen, om indien de prijsverhoudingen daar
toe aanleiding geven te trachten de pryzen der
rogge op het toegezegde niveau te houden, kan
de minister zich nog niet uitspreken.
Aardappelen.
De minister verschilt van meening met de
leden, die meenen, dat een heffing van 30
per H.A. aardappelen hoog is. Zeer ten on
rechte beschouwt men deze heffing als een
belasting op den verbouw, zij is, zooals hier
boven is aangeduid, slechts een middel om een
bedrag te verkrygen, dat wederom in den
vorm van een denaturatietoeslag aan de be
langhebbenden wordt uitgekeerd.
De ernstige toestand van de bloemistery is
aanleiding geweest tot het beschikbaar stellen
van 300.000 uit het Landbouw-crisisfonds,
teneinde producten van de bloementeelt, welke
op de aangesloten veilingen een bepaalden
minimumprijs niet opbrengen en niettemin
voldoen aan zekere kwaliteitseischen, door de
Nederlandsche sierteeltcentrale te doen op-
koopen tegen een vergoedingsprijs, welke 80
pet. van den minimum-prijs bedraagt.
Zuivel.
De minister heeft ten aanzien van een even-
tueele beperking van de melkhoeveelheid nog
geen systeem kunnen vinden, dat de verschil
lende naar voren gebrachte bezwaren tegen
het vorige systeem ondervangt. Op dit mo
ment ligt de totale melkproductie iets onder
die van het vorige jaar. Bij het doorwerken
van de teeltregeling zal, naar de minister ver
wacht, een vermindering in de melkproductie
optreden.
Bo terexport.
Hoezeer het ongetwijfeld voor onze geheele
zuivelproductie van groote beteekenis zou zijn,
indien de internationale prijzen der zuivel
producten beter waren, dit neemt niet weg.
dat zelfs bij den prijs, zooals die nu wordt be
haald, de export van boter naar Engeland ge-
wenscht moet worden geacht.
De boterafzet naar Engeland en het boter-
verbruik in Nederland heeft de minister thans
nogmaals in ernstige studie doen nemen.
Een plan voor het verleenen van steun aan
noodlydende visschers is in vergevorderden
staat van voorbereiding; dit plan omvat ook
het verleenen van steun voor het aankoopen
van het noodige vischwant.
Na 23 Juni niet meer dan 25 kuikens.
Bij beschikking van den minister van land
bouw en visscherij is bepaald, dat de pluim
veehouders na 23 Juni niet meer dan 25
kuikens in hun bedrijf aanwezig mogen hebben.
HET SPELLINGSVRAAGSTUK.
Minister Slotemaker de Bruine is gisteren
te Brussel aangekomen.
Omtrent het onderhoud tusschen minister
Slotemaker de Bruine en zijn Belgischen col
lega, Hoste, wordt nader gemeld, dat dit be
trekking had op de schrijfwijze der Neder
landsche taal. Doel was te zoeken naar het
beste middel om tot eenheid van actie voor
beide landen te komen.
GEORGANISEERD OVERLEG ZEEMACHT.
De commissie voor georganiseerd overleg
zeemacht heeft gisteren vergaderd ter be
spreking van de volgende punten: 1. het ont-
werp-besluit met nota van toefichting tot wij
ziging van het reglement op den rechtstoe
stand van militairen bij de zeemacht; 2. het
ontwerp-besluit, houdende nieuwe regelen
voor het militaire geneeskundige onderzoek,
bedoeld in de pensioenen en bevorderings-
wetten zee- en landmacht.
Een en ander zal onder de aandacht van
den minister worden gebracht.
DE ZUIDERZEESTEUNWET.
Ten aanzien van de uitvoering van de bijslag
regeling voor het jaar 1936 bericht de direc
teur van den rijksdienst ter uitvoering van de
Zuiderzeesteunwet, dat voor hen, die toetraden
tot de regeling A, de bijslag, te beginnen met
21 Juni, tot nader te bepalen tijdstip nihil zal
bedragen.
DE STAKING VAN DE IJ MUIDER
VISSCHERS.
De reeders trachten hun schepen bemand
te krijgen zelfs met mannen, die jaren gele
den gevaren hebben, toen de geheele IJmui-
der vloot nog in de vaart was. Deze mannen
wonen overal verspreid, in Haarlem, Bever
wijk, Zandvoort, enz., maar de tot dusver op
geroepen wcrkloozen hebben alle geweigerd.
Het stakingscomité heeft heel wat bijdra
gen ontvangen, o.a. 500 van de Groenten-
centrale te Amsterdam en ook vele giften in
natura, vooral melk.
OPRICHTING NIEUWE AFDEELING
VAN DEN NEDERLANDSCHEN
BLINDENBOND.
Wfl brengen ter algemeene kennis, dat één
dezer dagen is opgericht, een nieuwe afdee
ling van den Nederlandschen Blindenbond.
Deze afdeeling is gevormd uit de leden van
genoemden Bond, die woonachtig zyn benoor
den het IJ. De naam „Blindenvereeniging
Noordholland-Noord", kortweg „B.V.N.N." is
dan ook wel gekozen.
Het bestuur der nieuwe afdeeling „B.V.V.
N." is als volgt samengesteld: Voorzitter J.
v. Vliet, Assendelft; Secretaris P. Visser,
Koedijk; penningmeester J. Edelenbos, Enk
huizen; vice-voorzitster mej. J. v. Duin,
Hoorn; 2e secretaris A. Krygsman, Den Hel
der.
BOTERACCIJNS BLIJFT 85 CENTS.
De boteraccyns is voor de volgende week
vastgesteld op 85 cents per kilo, dat is dus
evenveel als vorige week, hoewel de boter-
noteering Donderdag vier cents lager af
kwam (57 cents). De binnenlandsche groot-
hart'delsprijs zal dus in de volgende week be
dragen 57 85 1.42 per kilo, dat is vier
centen lager dan vorige week. De déUilpnjs
zal derhalve óók met vier cents per kilo dalen.
MINIMUM VERKOOPPRIJZEN VOOR
EIEREN NAAR DUITSCHLAND.
De monopoliehefing bedraagt 10 c. per 100
st. en niet 20 c. zooals abusievelijk door ons
is gemeld.
OPGAVE VARKENS.
De Nederlandsche Veehouderijcentrale maakt
bekend, dat van 22 Juni af tot nadere aan
kondiging ter levering op een nader te bepa
len datum kunnen worden opgegeven:
a. Varkens, wegende by opgave van 95
120 kg levend, voor zoover deze varkens reeds
eerder als baconvarkens aan de zaakvoerders
der Nederlandsche Veehouderijcentrale waren
opgegeven;
Voor deze varkens zal worden betaald:
voor kwaliteit A 48 cent per kg geslacht
gewicht,
voor kwaliteit B 46 cent per kg geslacht
gewicht.
voor kwaliteit C 44 cent per kg geslacht
gewicht.
b. Varkens wegende bij opgave van 120
200 kg levend.
Voor deze varkens gelden de navolgende
prijzen:
Van 95 tot 110 kg geslacht 45 cent per kg
geslacht.
Van 111 tot 125 kg geslecht 44 cent per kg
geslacht.
Van 126 tot 140 kg geslacht 43 cent per kg
geslacht.
Van 141 tot 165 kg geslacht 42 cent per kg
geslacht.
Van 166 kg en daarboven 41 cent per kg
geslacht.
De opgave van de onder b. genoemde var
kens kan schriftelijk worden gedaan bij de
kringzaakvoerders der Nederlandsche Vee-
houderijkcentrale.
Geleverde varkens, welke niet aan de be
kende voorwaarden voldoen, worden naar
waarde uitbetaald.
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN
LANDBOUW.
Het Dagelijks Bestuur dezer Maatschappij
heeft in zijn laatst gehouden vergadering met
belangstelling kennis genomen van het besluit
van den Minister van Landbouw een regeling
te treffen waarbij een minimumprijs voor de
varkens van 18 cent per pond zal worden ge
handhaafd. Het ziet hierin een erkenning van
de juistheid der argumenten door de Centrale
organisaties naar voren gebracht, hierop neer
komende, dat de varkens-mesters in de in
voerrechten op de voederstoffen alsmede in
de heffing op het vleesch een moreel recht
ontleenen voor hun product een loonenden prijs
te ontvangen. Dit spreekt des te sterker waar
de productie door de Crisismaatregelen zeer
sterk is beperkt.
Het K.N.L.C. zal worden gewezen op het
feit, dat deze 18 cent minstens 2 cent ligt be
neden de productiekosten. Overigens zal de
uitwerking van het stelsel worden afgewacht.
Voorts zal door de H. M. v. L. worden ge
steund het voorstel bij de Regeering aan te
dringen op het afschaffen van de kosten,
welke den veehouder in rekening worden ge
bracht bij het merken van biggen en bij het
schetsen van kalveren. Waar deze heffingen
in het Landbouw Crisisfonds vloeien, hetwelk
weer bestemd is voor dezelfde personen, wordt
in de afschaffing dezer heffingen, die boven
dien veel hooger zijn dan de gemaakte kosten
zouden wettigen, tevens een vereenvoudiging
van de Crisismaatregelen gezien.
Voorts staat het Dagelijks Bestuur op het
standpunt, dat de kosten verbonden aap het
inblikken van vleesch, welke bestemd wordt
ter uitreiking aan werkloozen, door Sociale
Zaken behooren betaald te worden, dus door
het Nederlandsche volk in zijn geheel en niet
door den boerenstand zooals het geval is zoo
lang deze kosten uit het Landbouw Crisis
fonds worden genomen.
Gesteund zal worden het denkbeeld de mest-
periode van 4 maanden, welke als minimum
geldt voor varkens, welke bestemd worden
voor vrije huisslachting, beperkt te krijgen tot
2V2 3 maanden.
Aan het Hoofdbestuur zal gunstig worden
geadviseerd de subsidie voor het Veevoeder
bureau Noord-Holland te verhoogen met
300.—, in verband met het uitgebreide on
derzoek, dat dit Bureau wil verrichten naar
de samenstelling van het kuilgras, dat vol
gens verschillende methoden is ingekuild. In
verband met de sterke toeneming van het
aantal veehouders dat tot inkuilen van gras
overgaat, wordt dit onderzoek van zeer groot
belang geacht.
Het staat nu vrijwel vast, aldus het „A. I.
D.", dat de aanstaande gouverneur-generaal
van Ned.-Indië herwaarts zal reizen per m.s.
„Johan van Oldenbarnevelt", welke boot 17
September (volgens de mail tabel) voor Ba
tavia zou moeten arriveeren.
Het schip zal hierop echter één dag inloo-
pen en den 16den van genoemde maand des
morgens vroeg in de haven Tandjong Priok
wezen.
Op dienzelfden dag vertrekt dan de afge
treden landvoogd, na zijn hooge functie aan
zijn opvolger te hebben overgegeven, van
Java en wel met de „Sibajak".
Deze regeling is nog niet geheel in kruiken
en kannen, doch zij mag stellig worden ver
wacht.
Zoowel de St. Mij. „Nederland" als de Rot-
terdamsche Lloyd vervullen dus een rol by de
wisseling van G.-G., wat de reisgelegenheid
betreft.
Het antwoord der regeering. Het
ontwerp aangenomen.
Batavia. In het regeeringsantwoord op de
discussies over het dienstplichtbesluit, ver
klaarde de regeeringsgemachtigde, de leger
commandant luitenant-generaal Boerstra, dat
de regeering bereid is de noodige soepelheid
ten aanzien van de officieren ter koopvaardij
en de suiker-employé's te betrachten. De be
langen van de uit Nederland komende dienst
plichtigen, die ten aanzien van de vervulling
van hun militieplicht in een moeilijke positie
zouden komen, zullen zooveel mogelijk worden
ontzien.
De invoering van Inlandsche militie is hier
niet aan de orde, daar het hier gaat om een
bestaande militie-stelsel.
Het doen meetellen van den militietyd als
volle diensttijd, stuit af op praktische bezwa
ren, o.a. in verband met de bepalingen op de
voorpraktijk.
De regeeringsgemachtigde voor marine,
kapitein ter zee Sonnenberg, (de vlootcom-
Gij die hijgt bij de minste krachts-
inspanning, die benauwd zijt bij den
minsten mist, waarom wacht Gij noa
langer op de hulp en nieuwe levens
vreugd die Akker's Abdijsiroop U ge
ven kan. Vanaf de eerste lepels geven
de balsemende bestanddeelen van
Abdijsiroop U verlichting. De slijmen
die Uw borst beladen, die U buiten
adem brengen en hoestbuien ver
wekken, zullen zonder moeite losko
men. 2 lepelsvanavonden dezen nacht
zal kalm en rustig zijn. Neem dus bijt
AKKER'
mandant is ongesteld) zette uiteen, dat een
diensttijd van achttien maanden het minimum
is, dat kan worden gesteld voor een behoor,
lijke oefening voor de marine. De maatregel,
thans in te voeren, kan als definitief worden
beschouwd.
Na een korte behandeling in tweeden
termijn werd het ontwerp ten slotte zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
(Aneta)'.
De minister van financiën, Vincent Auriol,
heeft gistermidag in de Kamer een overzicht
gegeven van den f inancieelen toestand van het
land. In zijn inleiding betoogde Auriol, dat de
regeering het wenschelijk achtte de volledige
waarheid hieromtrent te zeggen. In de laat-
ste vier jaren meende men, dat het evenwicht
van de begrooting de voornaamste taak van
den minister van financiën was, omdat men
er van overtuigd was, dat een opleving v£h
het oeconomische leven vooral afhing van het
herstel van de financiën van het land, waarbfl
men dan een besnoeiing van de prijzen in het
binnenland noodzakelijk achtte, om deze aan
te kunnen passen bij de wereldprijzen. Allerlei
oeconomische maatregelen moesten snel ge-
nomen worden, uitgebreide bezuinigingen,
drukking van de kosten van levensonderhoud,
amputatie van obligatiehouders en rente
coupons en salarisverminderingen waren de
voornaamste punten van het programma. Dit
alles beteekende een deflatie zonder weerga.
De besnoeiingen op de uitkeeringen aan oud
strijders, ambtenaren, renteniers en plaatse
lijke instellingen en gemeenschappen kunnen
voor de jaren 1934 en '35 op meer dan 5 mil-
liard worden geschat en of dit alles niet ge
noeg was, kwam er voor de laatste twee
jaren te groote heffing van belasting van
1.320 millioen.
De positie van de schatkist.
Men had berekend, dat de financieele wetten
en besluitwetten van de laatste vier jaren een
overschot van 10.800 millioen op zouden leve
ren. Een vergelijking tusschen de begrooting
1931—'32 en die van '36 leert echter, dat
slechts een vermindering van 6.460 millioen
bereikt is. Het evenwicht, waar men zoo op
gehoopt had, werd niet bereikt. Het defici
voor 1934 kan worden geschat op 8000 mi-
lioen, dat voor 1935 op 10 milliard en a
voor 1936 te rekenen op 1 Juni op 6 i
milliard.
Tegen devaluatie.
Vervolgens gaf Auriol antwoord aan de
devaluïsten. Hy begon met eenige gebruike
lijke argumenten van hen te weerleggen en
verklaarde vervolgens zich te zullen hou en
aan het standpunt, dat de regeering hee -
aangenomen, toen zij zich aan het parlemen
voorstelde; een standpunt dus, dat in oveiee
stemming is met den wil van het volk.
Er is ook slechts een politiek mogely
dit oogenblik, namelijk een beroep op de na
te doen, om zich zelf en haar munt te re
Auriol meende, dat deze poging mogelijk w
Een beroep op de spaarders
Auriol vervolgde met de mededeeling, d®'
zoodra maatregelen zyn genomen tot
dediging van de aandeelenmarkt, hij een
roep zal doen op de spaarders, teneinde
op korten termijn en kleine coupures over
geheele land te kunnen plaatsen. iipdige
Ten einde deze maatregel zijn v0 hrUjn
effect te geven, zal Auriol niet allee" g® zal
maken van de credietinstellingen, doch U
ook de bemiddeling inroepen van de a
naren van financiën en van de posterye
afwachting daarvan, zal de re^eerin^recjiet
verder te kunnen gaan, een blanco
vragen aan de bank van Frankrijk, <>Pe
direct en zonder schaamte of huichelary.
de
d«
Hervorming van het statuut va
bank van Frankrijk.
jan js u"
Als dit eenmaal geschied is. aa crediet,;
tweede étappe de organisatie van llcV°lagtin-
ten einde tot een hervorming van de
gen te kunnen komen. Teneinde dit n* erp
te maken, zal de minister een wetso
bij de Kamer indienen, strekkende van
hervorming van het statuut van de a
Frankrijk. ,)eroeP
Ten slotte deed Vincent Auriol een
op de leidende klasse. Het is voor e tijj
zakelijk om vooruit te kunnen zien eI' n vai>
de noodige opofferingen voor het we
land over te hebben.