Radio-programma
Abonneert II op dit blad
BINNENLAND
Het bezoek van den
hertog van Kent aan
ons land.
GEMENGD NIEUWS!
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 7JULI1936
De gespannen toestand te
Dantzig.
Polen op alles voorbereid.
Een interview van de
Völkischer Beobachter
met Greiser.
De Dantzigsche kwestie in
den Volkenbondsraad.
Polen met de afwikkeling van het
incident belast.
Gaat U met vacantie
De anti-rev. partij huldigt
Dr. Colijn.
Druk bezochte Landdag in Artis
te Amsterdam.
Zuiderzeesteunwet.
De staking van de visschers
te IJ muiden.
Door electrischen stroom gedood.
Brand in een jeugdherberg
Dood door vergiftiging.
Kind door een auto overreden
en gedood.
Een 16-jarige jongen door een
raam doodgevallen.
Kind in een sloot verdronken
Kinderwagen te water gereden.
Reuter meldt te Genève, dat de besprekin
gen inzake de kwestie van Dantzig een zoo
danige situatie in het leven geroepen hebben
dat de raad omfiiddellijk bijzondere maatrege
len moest treffen. Men zou kunnen zeggen,
dat de raad in een soort van alarmtoestand
deze maatregelen heeft genomen door drie van
zijn leden, Frankrijk, Engeland en Portugal
op te dragen de ontwikkeling van den toe
stand te Dantzig nauwlettend gade te slaan
teneinde, zoo dit noodig mocht zijn, den raad
in spoedbij eenkomst bij een te roepen, wanneer
eenige coup de force het statuut van Dantzig
in gevaar zou kunnen brengen.
Men weet te Genève dat Polen onafhanke
lijk hiervan alle maatregelen genomen heeft
noodig om op alles voorbereid te zijn.
De Poolsche vertegenwoordigers te
Genève hebben gisteren verklaard, niet
bijzonder verontrust te zijn over de be
dreigingen van Greiser, daar Polen de
internationale verplichtingen van Dant
zig zal doen naleven.
In minder dan 6 uur zou Polen in staat
zijn het geheele gebied der Vrije Stad
door eenige divisies te laten bezetten.
In geen geval zal Polen een voldongen feit
aanvaarden.
In Poolsche kringen zegt men, dat Greiser
zich Zaterdag zoo beminnelijk heeft uitgelaten
jegens de Poolsche regeerders, omdat Duitsch-
land op de hoogte was van de houding van
Polen. Om een krachtige uitdrukking van een
Poolschen staatsman te gebruiken: Greiser
weet, dat Polen niet zal toestaan, dat den hoo-
gen commissaris van den Volkenbond, Lester,
een haar zal worden gekrenkt.
De rede van Greiser.
Greiser, de president van den Senaat van
Dantzig, hield vervolgens een rede, waarin
hij de houding van den Senaat trachtte te
verklaren. Hij verviel hierbij al spoedig in
heftige aanvallen op den hoogen commissaris
Lester, zoodat het in de zaal tot luide pro
testen kwam.
H\j verklaarde, dat de toestand te Dantzig
tot de komst van het nationaal-socialisme te
vergelijken was met een kruitvat, en dat de
Volkenbond het door zijn optreden dreigde
te doen ontploffen. Hij zeide niet te spreken
uit naam van doode artikelen en paragrafen,
doch uit naam van 400.000 Duitschers, die
niet steeds van het moederland gescheiden
zullen blijven. Hij wenschte, dat een nieuwe
Hooge Commissaris van den Volkenbond
naar Dantzig zou worden gezonden, die zich
van iedere inmenging in de buitenlandsche
politiek zou onthouden. Geheel zonder com
missaris, voegde hij er aan toe, zou alles
echter beter gaan.
De klachten van Greiser waren wellicht op
verschillende punten niet geheel ongegrond,
doch hij sprak op zulk een onhebbelijken,
den Volkenbondsraad vrijwel uittartenden
toon, dat de algemeene door zijn rede ver
wekte indruk ongunstig was.
De geheele behandeling van de Dantzig-
sche kwestie maakte heel duidelijk hoe ge
weldig op het oogenblik de spanning is tus-
schen Volkenbondsstaten en de Duitsche re
geering.
Na afloop van de openbare raadsvergade
ring heeft de Raad nog een geheime verga
dering gehouden, waarbij nog besloten werd
met het oog op den ernst van den toestand
in Dantzig aan een commissie van drie leden
op te dragen den gang van zaken daar met
aandacht te blijven volgen.
Op voorstel van minister Delbos heeft
Eden de zitting van den Volkenbondsraad
nog niet gesloten, zoodat Eden den Raad ten
allen tijde weer onmiddellijk zal kunnen
doen bijeenkomen.
Dantzig zal niet meer te Genève
verschijnen, als daar zuiver binnen-
landsche aangelegenheden besproken
zullen worden.
i
Op zijn terugreis naar Dantzig heeft Grei
ser een interview toegestaan aan een verslag
gever van de Völkischer Beobachter. Het blad
het volgende beloop:
Vraag: Een deel van de buitenlandsche
pers heeft met bewuste miskenning van het
verband in uw rede te Genève uiting gegeven
aan het vermoeden, dat om het Dantzigsche
statuut opzij te schuiven een geweldige actie
in de bedoeling zou liggen. Bent u in staat,
hierover een verklaring af te leggen?
Antwoord: Mij is deze stemmingmakerij
te Genève bekend geworden. Ik ben zelfs tot
mijn groote verrassing gedurende mijn korte
verblijf alaar eenige malen door Engelsche
bladen uit Londen opgebeld, die van mij de
bevestiging wilden hebben, dat in den nacht
van Zaterdag op Zondag zesduizend Rijks-
duitsche soldaten Dantzig zouden binnenruk
ken. Ik heb over deze verzinsels gelachen,
daar ik wist, dat men te Genève ter afleiding
sensaties noodig had. Mijn optreden te Genève
was het gevolg van het feit, dat de Volken
bondsraad me opgeroepen had om daar de
belangen van Dantzig te vertegenwoordigen.
Voor mijn vertrek wist ik nog heelemaal niet,
hoe de inhoud van het rapport eruit zag,
waartegenover ik toen mijn standpunt be
paald heb.
Vraag: Zult u blijven staan op een her
ziening van de huidige betrekking van Dant
zig tot den Volkenbond?
Antwoord: Nadat door het optreden
van den huidigen commissaris, die niets ge
daan heeft dan te trachten zich te mengen
in de binnenlandsche aangelegenheden van een
souvereinen staat, zich een onhoudbare toe
stand ontwikkeld heeft, zal ik er voor op
komen, dat deze niet slecht3 met een tijd-
grens, maar voor altijd overwonnen wordt.
Vraag: Zal Dantzig in de toekomst aan
een discussie in den Volkenbond deel nemen
en op een oproep verschijnen, als te Genève
binnenlandsch-politieke gebeurtenissen behan
deld worden?
Antwoord: Als in de toekomst nog ooit
Zuiver binnenlandsch-politieke gebeurtenissen
voor het forum van den Volkenbond bespro
ken worden, zal de Vrije stad Dantzig weige
ren aan een dergelijke bespreking deel te
hemen. Bjj alle andere gelegenheden, die de
Vrije Stad interesseeren, zal zjj iedere ge
legenheid aangrijpen, om erbij betrokken te
worden.
Vraag: Gelooft u, dat een gewijzigde be
trekking van Dantzig tot den Volkenbond
storende elementen inhoudt voor de Duitsch-
Poolsche betrekkingen?
Antwoord: Ik vrees dat geenszins, maar
ben er integendeel vast van overtuigd, dat
Dantzig dan in staat zou zijn een nog groo-
tere bijdrage dan tot dusver te leveren om de
goede Duitsch-Poolsche betrekkingen te be
vestigen.
Het Duitsche standpunt.
Havas meldt uit Berlijn:
In politieke kringen keurt men zonder voor
behoud de rede van Greiser te Genève goed.
Het is niet twijfelachtig of Greiser heeft,
op zijn reis naar Genève, te Berlijn instruc
ties ontvangen van Forster, den nat.-soc.
districtsleider te Dantzig, die sedert twee
dagen met leidende partij-instanties bespre
kingen voert.
In Duitsche kringen verklaart men, dat het
statuut van Dantzig een anachronisme is ge
worden, vooral sedert de overeenkomst tus-
schen Polen en Duitschland. Zjj voegen er aan
toe, dat in het bijzonder de tegenwoordigheid
te Dantzig van een hoogen commissaris, een
„gouverneur", welke functie is ingesteld door
den Volkenbond, volkomen overbodig is.
De Volkenbondsraad heeft Zaterdag in den
namiddag beraadslaagd over de kwesties die
den laatsten tijd tusschen den Volkenbonds
commissaris Lester en den Senaat van Dant
zig gerezen waren.
Tot dit doel had men den president van
den Senaat van Dantzig, den nationaal-
socialist Geiser uitgenoodigd om de houding
van den Senaat te verklaren.
Eden bracht als rapporteur voor de Dant
zigsche kwesties rapport uit en legde de
vergadering vervolgens een ontwerp-resolutie
heeft afgespeeld tijdens het bezoek van den
voor, waarin o.m. het incident, dat zich
Duitschen kruiser Leipzig te Dantzig ter
sprake wordt gebracht. Van dit feit wordt
uitdrukkelijk vastgesteld, dat het een inter
nationaal karakter heeft. Verder wordt ge
wezen op het feit, dat Polen de buitenland
sche vertegenwoordiging van Dantzig heeft.
Dit land krijgt dan ook opdracht om het ge
val langs diplomatieken weg te regelen en
den Volkenbond by zijn eerstkomende zitting
rapport hierover uit te brengen.
De tekst van dit besluit is als volgt:
De Raad heeft het verslag van den hoogen
commissaris van den Volkenbond in de Vrije
stad Dantzig van 30 Juni 1936, over het in
cident, dat zich bij het bezoek van den Duit
schen kruiser Leipzig aan de haven van
Dantzig heeft afgespeeld, aangehoord en is
tot de conclusie gekomen, dat het genoem
de incident een Internationaal karakter heeft.
Aangezien Polen in het statuut van de Vrije
stad Dantzig de verplichting op zich heeft
genomen om de buitenlandsche politieke
aangelegenheden van Dantzig te regelen, be
sluit de Raad de Poolsche regeering te ver
zoeken, namens den Raad langs diploma
tieken weg dit geval te onderzoeken en den
Raad bij de eerstvolgende gelegenheid ver
slag uit te brengen, over de gevolgen van de
maatregelen, waartoe z(j heeft gemeend te
moeten besluiten.
De hertog van Kent is Zaterdagochtend,
overeenkomstig het oorspronkelijke program
ma, om tien uur per auto van Den Haag
naar Amsterdam vertrokken.
De Hertog heeft onderweg een bezoek ge
bracht aan het Frans Hals-museum te Haar
lem.
Bij het bezoek dat de hertog van Kent aan
Amsterdam heeft gebracht, heeft hij een an
dere zijde van zijn belangselling getoond.
Vrijdag in Rotterdam en in Den Haag was hg
een onvermoeid museum-bezoeker; Zaterdag
bezocht hij eerst twee complexen arbeiders
woningen, en wel perceel Amstelveenscheweg
237 van de woningbouwvereeniging Patrimo
nium, en perceel Olympiaplein 100, van de
Algemeene woningbouwvereeniging.
Opening tentoonstelling.
Denzelfden dag heeft de Engelsche Prins
in het Stedelijk Museum te Amsterdam de
tentoonsteling van Engelsche kunst geopend.
Eerst sprak burgemeester de Vlugt, daarna
Dr. H. Colijn.
Toen was het woord aan den hertog van
Kent; jong, slank en eenvoudig stond hij
daar, in zijn jaquet, achter den lessenaar. En
er kwam verbazing in de zaal, blijde verwon
dering, toen na de twee speeches in de En
gelsche taal uit Nederlandschen mond, de
hertog ons in onze eigen taal toesprak.
Mijnheer de burgemeester, dames en hee
ren!, zoo begon hij, natuurlijk wat onwennig,
maar duidelijk, in het Nederlandsch, om dan
in het Engelsch te vervolgen.
De hertog verklaarde, dat het hem zeer
aangenaam was in staat te zijn geweest, naar
Amsterdam te komen, teneinde deze tentoon
stelling van Engelsche kunst te openen en hij
dankte voor de zeer vriendelijke ontvangst,
welke men hem bereid had. Dan herinnerde
ook hij aan de tentoonstelling van Holland-
sche schilderkunst, die een paar jaar geleden
in Londen heeft plaats gehad. Vleiend voegde
hij er aan toe, dat zij z.i. nooit overtroffen is
als representatieve demonstratie van natio
nale kunst. Wij hadden toen het voorrecht
vele van de mooiste werken van uwe mees
ters te zien, welke voor die gelegenheid door
uwe musea in bruikleen waren gegeven.
Thans zijn wij in staat geweest eenigermate
deze vriendelijkheid te beantwoorden, door u
eenige schilderijen te zenden, welke vóór
dezen nooit Engeland verlaten hebben.
De hertog zeide geen autoriteit op het ge
bied der schilderkunst te zijn, maar hij liet
er direct op volgen, dat hij er een groot be
wonderaar van is, En hij gevoelde, dat men
in deze tentoonstelling veel zaT vinden, dat
de belangstelling der Nederlanders opwekt,
niet alleen omdat het kunst is, die typisch
Engelsch van stijl is, maar ook omdat het
een met zorg uitgekozen vertegenwoordiging
van de Engelsche nationale kunst is, over de
periode in welke de hier tentoongestelde wer
ken gemaakt zijn.
De hertog verklaarde er zeer trotsch op te
zijn, dat hij in staat is geweest zelf een
schilderij voor deze tentoonstelling af te
staan, en hij verzekerde dat hij met het
grootste genoegen de vriendelijke uitnoodi-
ging heeft aanvaard deze tentoonstelling te
openen, en dat hij er over verheugd is zijn
eigen schilderij in zulk een schoone omgeving
te zien.
Hij besloot met dezen zin in de Nederland-
sche taal: Ik verheug mij erin deze tentoon
stelling voor geopend te verklaren!
Diner ten hove.
De hertog van Kent is Zaterdagavond om
tien minuten over half zeven per auto uit
Amsterdam op het paleis Het Loo aangeko
men. Een groote menschenmenigte had zich
voor het paleis verzameld en juichte hem har
telijk toe, wat de hertog met vriendelijk hand-
gewuif beantwoordde. De Koningin en Prin
ses Juliana begroetten hem op het bordes
van het paleis. De hertog kreeg voor zijn
verblijf apartementen toegewezen in het mid
dengedeelte van het hoofdgebouw op de eer
ste etage, waar vroeger stadhouder Willem
III bij voorkeur vertoefde. Om half negen
vereenigden zich de Koningin en Prinses
Juliana met den hertog van Kent in de kleine
eetzaal aan een intiem diner.
Naar Engeland vertrokken.
Om kwart over elf reed de hofauto van
het Koninklijk Huis op Schiphol voor, ge
volgd door nog eenige andere auto's en al
spoedig staat de Hertog van Kent bij zijn
vliegtuig het elegant rood en zwart ge
schilderde tweedekkertje, opgesteld dicht
voor het station-restaurant.
Toen kwam het oogenblik van het afscheid!
De motoren van het vliegtuig zijn reeds
warm gedraaid. Glimlachend stapt de Hertog
van Kent af op burgemeester De Vlugt, ter
wijl de frissche wind zijn kastanjebruine
lokken om zijn voorhoofd stoeit.
„Good bye" zegt de Hertog en terwijl
zijn helder-blauwe oogen oplichten verze
kert hij den burgervader dat hij zijn verblijf
te Amsterdam en alles wat hij daar gezien
heeft, buitengewoon heeft gewaardeerd. Dan
neemt de Hertog hartelijk afscheid van Sir
Charles en Lady Montgomery, van den mili
tairen- en luchtvaart-attaché en ook van de
anderen, om dan nog even zeer speciaal af
scheid te nemen van jhr. De Jonge van Elle-
meet, wien hij verzocht had aan Hara Majes
teit de Koningin nogmaals zijn dank te wil
len overbrengen voor de ontvangst in Neder
land.
Niemand wordt door den Hertog vergeten
ook het personeel van de hofhouding, dat
hem verzorgde, terwijl hij in Nederland was,
heeft hij niet vergeten. De chauffeur van
H.M. de Koningin, die hem rondreed in den
auto door H.M. beschikbaar gesteld, kreeg
als aandenken een étui, bevattende een paar
zilveren manchetknoopen, voorzien van het
wapen van den Hertog, terwijl de butler en
enkele lakeien van het Loo ook kleine ge
schenken ontvingen.
Het Engelsche vliegtuig was intusschen
reeds getaxied tot nabij de militaire loodsen
en na een vlotte start was het reeds in de
lucht en verdween pijlsnel in Zuidweste
lijke richting, nagestaard door het Neder-
landsche publiek op het terras van het res-
naar bosch en heide, zee en strand? Verzuim
dan toch vooral niet AMILDA-zonnebruin-
crême mede te nemen. Deze beschermt tegen
vervellen en zonnebrand en bevordert tevens
een snelle, mooie natuurlijke huidbruining,
óók bij weinig of geen zon.
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct.
taurant en de enkele leden van de Engelsche
kolonie, die zich daar ook hadden opgesteld.
Om half twee was de Hertog veilig in zijn
vaderland teruggekeerd, doch reeds twee uur
later was hij weer op weg naar Liverpool
®voor een tweedaagschen tocht door Lancas-
hire.
In den tuin van Artis is Zaterdag de land
dag van de Anti-revolutionnaire partij, geor
ganiseerd door de centrale a.-r. kiesvereeniging
Nederland en Oranje te Amsterdam, gehouden.
Voor dezen landdag bestond zeer groote be
langstelling. Reeds vroeg in den morgen
stroomden den uit alle oorden des lands ge
komen bezoekers den tuin van Artis binnen.
Bij de opening werd psalm 68 2 en 17 ge
zongen. De voorzitter, de heer Deutekom, las
hierna psalm 46, ging voor in gebed en sprak
vervolgens een kort openingswoord, waarin hij
alle aanwezigen hartelijk welkom heette.
Toonen wij ons aldus besloot spr. on
der Gods zegen onversaagd volgelingen van
den onversaagden minister-president dr. H.
Colijn (applaus).
De critiek van de politieke partijen.
Het woord was daarna aan den heer Chr.
van den Heuvel, lid van de Tweede Kamer, en
eere-voorzitter van het Provinciale comité van
a.r. kiesvereenigingen in Noord-Holland.
Spr. begon met op te merken, dat elke poli
tieke partij, welke in dezen tijd biedt aan de
regeering, zich groote inspanning zal hebben
te getroosten, teneinde het vertrouwen van
zijn kiezers te behouden.
Een leger van ontverantwoordelijke critici
trekt door Nederland om het veel geplaagde
Nederlandsche volk te vertellen, dat alle ellen
de niet noodig is. Helaas doen vele roomsch-
katholieken aan dit alles mee.
De tegen ons strijdende partijen, aldus spr.
zijn hopeloos zwak. Men leeft uitsluitend uit
het negatieve; eenig constructief denkbeeld
ontbreekt.
Als illustratie noemt spr. hier het program
ma van de C.D.U. Wanneer bij elkaar geteld
wordt wat de part(j In haar programma
vraagt, en het bedrag aan bezuinigingen, waar
de heer Van Houten tegen heeft gestemd, dan
Is dit 200 millioen gulden per jaar!
Spr. acht het uitgesloten, dat een christen
dan steun biedt aan een groep, die op deze
wijze vertrapt den eersten eisch van een chris
telijke staatkunde: orde in de financiën.
Niet minder zwak, aldus spr., staat de
S.D.A.P. Het moet bij goede voorlichting
mogelijk zijn de volgers van de roode vaan te
doen gevoelen, dat zij misleid worden.
Het doel van ons werken voor de anti-rev.
partij, zoo eindigde spr., moet niet in de eerste
plaats zijn, zoo groot mogelijke aanhang in het
volk, maar land en volk tot een zegen zijn.
Ds. W. Bijleveld spreekt.
Daarna sprak ds. W. Bijleveld, predikant bij
de Chr. Geref. kerk te Haarlem.
In Numeri lezen wij, zei spr., dat Mozes op
's Heeren bevel moest laten maken een twee
tal zilveren trompetten die door de priesters
moesten worden geblazen bij bijzondere gele
genheden. Door het trompetgeluid werden de
12 stammen opgeroepen om zich te verzamelen
om op te trekken door de woestijn. Er was
verschil tusschen de 12 stammen, maar zij
waren toch één volk van Israël en daarom
moesten zij samen optrekken, om de bezwaren
ook samen te dragen.
Op onzen landdag worden ook wij, aldus
spr., als a.r. opgeroepen door het trompetge
schal om als een eenheid de donkere toekomst
in te gaan.
Met groote ernst drong spr. op eenheid aan.
Dat wij toch blijven belijden, aldus spr., de
WOENSDAG 8 JULI.
Hilversum I. 1875 ni.
VARA-uitzending.
8.00 Gramofoonplaten.
9.30 Keukenpraatje.
10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 „Orvitropia", viool, piano, voordracht
en causerie over de arbeidersbeweging in
Frankrijk.
12.00 Gramofoonplaten.
12.301.45 „De Flierefluiters", m.m.v. solist
en gramofoonplaten.
2.30 Voor de vrouw.
3.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonplaten.
6.00 Dansmuziek.
6.30 Orgelspel.
7.00 Sportuitzending.
7.15 „De Krekeltjes."
7.40 Gramofoonplaten.
8.00 Herh. SOS-Ber.
8.05 Nieuwsbericht ANP en VARA-Varia.
8.15 U. d. Stadschouwburg, A'dam: Revue!-
uitzending m.m.v. solisten, dameskoor en
symphonisch jazzorkest.
10.00 Berichten ANP.
10.05 E. Walis en zijn orkest.
11.00 ,De Notenkrakers".
11.5512.00 Gramofoonplaten.
Hilversum H, 301 m.
N CRV-uitzending.
8.00 Schriftlezing.
8.15—9.30 Gramofoonplaten.
10.30 Morgendienst. I
11.0012.00 Ensemble v. d. Horst.
12.15 Gramofoonplaten.
12.30 Vervolg concert.
1.30 Gramofoonplaten.
2.15 Pianorecital.
3.00 Chr. lectuur.
3.304.00 Toespraak.
4.00 Zang en viool.
5.00 Kinderuur.
6.00 Friesche voordracht.
6.30 Afgestaan.
7.00 Berichten.
7.15 Landbouwhalfuur.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten A.N.P.
8.15 Orgelspel.
9.00 Paedagogische causerie.
9.30 Chr. Gem. Zangvereen. „Halleluja". (Om
10.05 Berichten ANP).
10.3011.30 Gramofoonplaten.
DONDERDAG 9 JULI.
Hilversum I. 1875 m.
AVRO-uitzending,
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonplaten.
10.30 Voordracht en gramofoonplaten.
11.30 Kovacs Lajos' orkest en gramofoonpl.
1.00 Gramofoonplaten.
I.45 Orgelspel en zang.
2.30 Viool en piano..
3,00 Het Omroeporkest.
4.00 Voor de zieken.
4.30 Gramofoonplaten.
4.45 Voor de kinderen.
5,30 De „Palladians".
6.30 Sportpraatje.
7.00 Piano-recital.
7.30 „Een Zesdaagsche in Midden-Nederland".
7.45 Causerie over de Ninto-Organisatie.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.10 Omroeporkest en solist.
9.15 Radio-tooneel met muziek.
10.30 Viool en orgel.
II.00 Berichten ANP.
11.1012.00 Dansmuziek.
Hilversum H, 301 m.
8.00—9.15 KRO, 10.00 NCRV, 11.00 KRO,
2.00 NCRV.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
I.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonplaten.
II.30—12.00 Godsd. halfuur.
12.15 Gramofoonplaten en KRO-orkest.
2.00 Chr. Gem. Zangver. „Looft den Heer",
3.003.45 Orgelspel.
4.00 Bijbellezing.
5.00 Handenarbeid voor de jeugd,
5.30 Gramofoonplaten.
6.00 Sopraan en piano.
6.45 Causerie.
7.00 Berichten.
7.15 Cursus Psychologie.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten A.N.P.
8.15 Arnhemsche Orkestvereeniging.
9.00 Causerie over Erasmus.
9.30 Vervolg concert.
10.25 Berichten A.N.P.
10.3011.30 Gramofoonplaten.
strijdkreet: Tegen de revolutie, het evangelie.
De zaak des Heeren zal eens trioumfeeren
Dit is het wat de wereld overwint, namelijk
ons geloof. Die geloofsoverwinning worde eens
ons deel, aldus eindigde de spreker zijn rede.
Op voorstel van den voorzitter werd een
telegram gezonden aan H. M. de Koningin,
waarna het Wilhelmus werd gezongen.
Oud-minister van Dijk dankt de
regeering en Dr. Colijn.
De oud-minister van oorlog, de heer J. J.
C. van Dijk, lid der Tweede Kamer, hierna het
woord verkrijgende, zeide, dat wij in dezen
t(jd van verwarring een wegwijzer noodig
hebben. Die wegwijzer is alleen te vinden
aldus spr. in de beginselen, die wij dienen.
Bij alle verwarring en alle moeilijkheden,
die er ongetwijfeld zijn, is er toch zooveel,
waarvoor w(j hebben te danken. Allereerst
wel, dat wij een regeering hebben, die reke
ning wil houden met de christelijke grond
slagen van ons volksleven. Voorts, dat wij
hebben het huidige ministerie met als leider
dr. Colijn (applaus), die geen fascistisch of
nationaal-socialistisch leider is, doch een leider,
die wil dienen en die als trouw dienaar van
de Kroon wil handhaven gezag en vrijheid, de
grondzuilen van ons volksleven, daarbij gaan
de door goed en kwaad gerucht.
Spr. wekte zijn gehoor tenslotte op de
regeering bij haar moeilijken arbeid te dragen
in het gebed.
Ds. J. Fokkema, Ned. Herv. predikant te
Amstelveen, sprak hierna over „Opdat zij allen
een zijn".
Dr. Colijn bezoekt den landdag.
Toen ds. Fokkema zijn rede had beëindigd,
kwam de minister-president, dr. H. Colijn,
vergezeld van zijn echtgenoote in Artis. Bij
zijn verschijning in den tuin brak een daverend
hoerageroep uit de duizenden los, een hoera
geroep, dat minuten lang werd aangehouden.
Dr. Colijn, die bij zijn komst op het spreek
gestoelte weder daverend werd toegejuicht,
zeide geen rede te zullen houden, daar dit
uiteraard een politieke rede zou moeten zijn
en z.i. een minister, die in de eerste plaats
dienaar der kroon is, dit niet kan doen.
Wel wilde spr. een opwekkend woord spre
ken. Een woord om de a.r. op te wekken voor
den naderenden verkiezingsstrijd, die fel zal
worden, omdat wij leven in een zoo wonder
lijken tijd, in een tijdperk van revolutie, revo
lutie in dien zin, dat geweldige veranderingen
op meer dan .een terrein zich voltrekken.
Spr. wees erop, hoe in slechts enkele jaren
het parlementaire stelsel, dat geacht werd de
hoeksteen te zijn van het staatkundig stelsel
in de landen van Europa vervangen is door
het volstrekte tegendeel daarvan.
Bij de verkiezingen van 1937 zal ten aan
zien van de vraag, of het parlementaire stelsel
in Nederland gehandhaafd zal kunnen blijven,
kleur moeten worden bekend en bij alle ver
warring zal ons klaar voor oogen moeten
staan wat noodig is.
Spr. wees voorts op de geweldige moeilijk
heden en veranderingen op oeconomisch ter
rein. Ook ten aanzien van de richting, die in
verband daarmede in ons land zal moeten wor
den gevolgd, zal de verkiezingsstrijd van 1937
een beslissing brengen.
Als derde wees spr. op de intellectueele en
geestelijke verwarring, die alom heerscht en
die prof. Huizinga heeft doen spreken van „een
bezeten wereld" waarin wij leven.
Welke houding zal de a.r. nu hiertegenover
hebben in te nemen? Eerste eisch aldus
spr., is: rust, rustige onbewogenheid, die alleen
verkregen kan worden uit de zekerheid der be
ginselen. De zekerheid, die er is, omdat die be
ginselen ook al kan men in de toepassing
daarvan fouten maken hun hoog karakter
behouden, daar ze gegrond zijn op Gods
Woord.
Tenslotte wekte dr. Colijn zijn gehoor op den
strijd waardig te strijden en hij besloot met de
bede, dat God den arbeid, die het a.r. volks
deel tot heil van ons volk verricht, zal zege
nen.
Na de rede van dr. Colijn klonk weder een
daverend hoerageroep uit de groote schare op.
Huldebetuigingen aan den minister
president.
De voorzitter, mr. Bijleveld, richtte zich tot
dr. Colijn.
Wij willen u vanmiddag aldus spr. heel
duidelijk zeggen, zoodat alle vogels, van welke
pluimage ook, het in ons land goed hooren, dat
wij u liefhebben en God danken, dat gij onze
leider zijt en blijft, zoolang God u het leven
laat. (Daverend applaus).
U hebt ons gemaand tot rustige onbewogen
heid, doch nu eenige eigenaardige elementen
in of buiten ons volksleven getracht hebben u
met modder te bespatten, nu kunnen wij van
middag niet rustig en onbewogen zijn. Dach
ten die elementen soms, dat wij a.r. geen bloed
meer in de aderen hebben
Dachten zij, dat zij met vuile vingers naar
dr. Colijn kunnen wijzen en dan niet merken
zullen, dat wij er zijn. (Daverend applaus).
Maar wij zullen ook daarbij waardig blijven.
Spr. wees er voorts op, dat de band, die dr.
Colijn en het a.r. volk verbindt, is het a.r.
beginsel, dat door mannen als Groen en
Lohman, Kuyper en Idenburg is uitgedragen
en dat door dr. Colijn in toepassing wordt ge
bracht. Daar moeten ze niet aan raken aldus
spr. (Daverend applaus).
Bij zijn vertrek uit Artis had dr. Colijn nog
een stormachtige ovatie van het talrijke publiek
in ontvangst te nemen.
Vragen van den heer Duymaer
van Twist aan den minister van
defensie a.i.
De heer Duymaer van Twist heeft tot den
minister van defensie a.i. de volgende vra
gen gericht:
1. Heeft de minister kennis genomen van
het standpunt van zijn ambtgenoot van wa
terstaat, dat belanghebbenden in zake de
Zuiderzeesteunwet, die op 25 Juli 1918 on
der de wapenen waren en dus niet in het
bezit konden zijn van een vaartuig, aange
schaft ter uitoefening van de Zuiderzee-
visscherij, op grond van art. 8a van het Zui-
derzeesteunbesluit niet in aanmerking kun
nen komen voor een tegemoetkoming wegens
waardevermindering
2. Acht de minister het oirbaar, dat dienst
plichtigen, die krachtens de wet verplicht
waren gedurende de mobilisatie van het leger
onder de wapenen te komen door het Zuider-
zeesteunbesluit ten achter werden gesteld bij
belanghebbenden, die niet onder de wapenen
behoefden te komen en dus in de gelegenheid
waren zich in het jaar 1918 een vaartuig aan
te schaffen
3. Zoo ja, op welken grond berust dan deze
meening, en zoo neen, is de minister dan be
reid met zjjn ambtgenoot van waterstaat te
overleggen, opdat op de eigendommen van
dienstplichtigen, die op 25 Juli 1918 onder de
wapenen waren, doch die deze eigendommen
eerst na dezen datum verkregen alsnog de
bepalingen van artikel 8a van het Zuiderzee-
steunbesluit van toepassing worden?
De leden van den Centralen Bond
w(jzen de voorstellen af.
Naar aanleiding van het voorstel van de
Reedersvereeniging hebben de besturen der
vier vakorganisaties in het visschersbedrijf te
IJmuiden Vrijdagmiddag te Haarlem verga
derd, nadat des morgens het bestuur van de
Reedersver. met de besturen van deze orga
nisaties had geconfereerd. De besturen par. de
vakorganisaties hebben blijkbaar niet tot
overeenstemming kunnen komen, zoodat de
Centrale bond van transportarbeiders besloot
alleen vergaderingen met zijn leder, te houden.
Deze vergaderingen hebben plaats gehad in
het eigen gebouw van den bond en in den
schouwburg Thalia.
In deze vergaderingen werd een motie aan
genomen, waarin gezegd wordt, dat de voor
stellen der Reedersvereeniging unaniem wor
den afgewezen en het bestuur wordt opgedra
gen aan de Reedersvereeniging te berichten,
dat de zeelieden bereid zijn het werk te her
vatten, als de oude loon- en arbeidsvoor
waarden voor alle groepen in het bedrijf ge
handhaafd blijven.
Binnenland
DRIJVENDE VISCHAFSLAG
OP KORNWERDERZAND.
De gemeente Wonseradeel is overgegaan
tot het vestigen van een drijvende visch-
afslag in het IJselmeer bij Kornwerderzand.
Deze maatregel werd noodig geacht met het
oog op de controle-maatregelen voor de Zui
derzeesteunwet, daar vele visschers partijen
paling over den wal of op zee verkochten,
zonder van den te Makkum gevestigde ge
meentelijken vischafslag gebruik te maken.
Zaterdagmiddag is op een bouwwerk aan
de Burgemeester van Amersfoortlaan te Slo
ten (N.-H.) de heer H. van der Meulen, toen
hij een plank wilde grijpen in aanraking ge
komen met een onbeschermden draad, waar
op electrischen stroom stond. De man was op
slag dood.
De bewoners moesten in nacht
gewaad vluchten.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag om
streeks half een is brand uitgebroken in de:
jeugdherberg Klavervelden onder de ge
meente Bergen op Zoom. De brand ontstond
in den vleugel van het gebouw, waar de
meisjes zijn ondergebracht en waar zich
eveneens de woning van de beheerders be
vond.
Het geheele gebouw met inventaris als
mede de eigendommen van de zeven dames
studenten te Leiden, die dezen nacht hief
vertoefden, zijn in vlammen opgegaan.
De echtgenoote van den beheerder ont
dekte den brand. Zij meende geklop te hooren
aan de deur, doch dit geluid bleek afkom
stig te zijn van het knetteren van het vuur,
dat het rieten dak reeds in lichte laaie had
gezet. In nachtgewaad gehuld moest het
echtpaar met hun kindje de vlucht nemen,
evenals de treksters.
Zaterdagochtend is in het ziekenhuis te
Raamsdonkveer, de 17-jarige zoon van den
heer J. Klop overleden, uit den buitenpolder
in de Biesbosch, genaamd Steenen Muur.
Vermoedt wordt, dat de jongen is overleden
aan vergiftiging van vruchtboomkarboleum,
daar hij eenige dagen bezig was met het
sproeien van boomen en na eenigen tijd onwel
en bewusteloos werd. De geneeskundigen ver
moeden zulks eveneens. Een en ander is in
onderzoek.
In 't Zandt (Gr.) is Zaterdagmiddag ge
durende het zomerfeest het 7-jarige dochter
tje van den heer Schriemer, bij het overste
ken van den straatweg aangereden door een
vrachtauto, bestuurd door den chauffeur B.
V. Het kind werd dermate gewond, dat het
eenige oogenblikken later aan de gevolgen
van deze aanrijding is overleden.
Om de boven Baarn passeerende AVRO-
luchtballonnen beter te kunnen zien, waren de
16-jarige C. Lammertsen en de 22-jarige M.
van der Ee uit Baarn op het dak van de
manége der Amsterdamsche Rijtuig Mij. te
Baarn geklommen. Lammertsen had daarbij
't ongeluk door een raam te vallen en hij
kwam met zijn hoofd op een tegelvloer bij dö
paarden-boxen terecht. Onmiddellijk werd ge
neeskundige hulp ingeroepen. Dr. Heybroek,
die spoedig verscheen, kon slechts den dood
constateeren.
In een onbewaakt oogenblik geraakte te
Gorinchem het lj^-jarig dochtertje van de
fam. D. de W. in een sloot.
De ouders verkeerden in de meening, dat
het kindje bij haar grootmoeder op bezoek
was gegaan, zooals meer gebeurde. Daarom
vond men het meisje eerst laat en mocht toe
passing van kunstmatige ademhaling niet
meer baten.
Het kindje door een politieagent
gered.
Op den Achterburgwal te Amsterdam, ter
hoogte van de Hoogstraat, is Zondagmiddag
een kinderwagen met een kind van anderhalf
jaar in de gracht gereden.
De politieagent van Heezik, die in de nabij
heid was, sprong gekleed te water en mocht
het genoegen smaken het kind te redden. Het
werd in het Binnengasthuis ter verpleging op*
genomen.