Radio-programma Abonneert II op dit blad BINNENLAND Het bezoek van den hertog van Kent aan ons land. GEMENGD NIEUWS! HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG 7JULI1936 De gespannen toestand te Dantzig. Polen op alles voorbereid. Een interview van de Völkischer Beobachter met Greiser. De Dantzigsche kwestie in den Volkenbondsraad. Polen met de afwikkeling van het incident belast. Gaat U met vacantie De anti-rev. partij huldigt Dr. Colijn. Druk bezochte Landdag in Artis te Amsterdam. Zuiderzeesteunwet. De staking van de visschers te IJ muiden. Door electrischen stroom gedood. Brand in een jeugdherberg Dood door vergiftiging. Kind door een auto overreden en gedood. Een 16-jarige jongen door een raam doodgevallen. Kind in een sloot verdronken Kinderwagen te water gereden. Reuter meldt te Genève, dat de besprekin gen inzake de kwestie van Dantzig een zoo danige situatie in het leven geroepen hebben dat de raad omfiiddellijk bijzondere maatrege len moest treffen. Men zou kunnen zeggen, dat de raad in een soort van alarmtoestand deze maatregelen heeft genomen door drie van zijn leden, Frankrijk, Engeland en Portugal op te dragen de ontwikkeling van den toe stand te Dantzig nauwlettend gade te slaan teneinde, zoo dit noodig mocht zijn, den raad in spoedbij eenkomst bij een te roepen, wanneer eenige coup de force het statuut van Dantzig in gevaar zou kunnen brengen. Men weet te Genève dat Polen onafhanke lijk hiervan alle maatregelen genomen heeft noodig om op alles voorbereid te zijn. De Poolsche vertegenwoordigers te Genève hebben gisteren verklaard, niet bijzonder verontrust te zijn over de be dreigingen van Greiser, daar Polen de internationale verplichtingen van Dant zig zal doen naleven. In minder dan 6 uur zou Polen in staat zijn het geheele gebied der Vrije Stad door eenige divisies te laten bezetten. In geen geval zal Polen een voldongen feit aanvaarden. In Poolsche kringen zegt men, dat Greiser zich Zaterdag zoo beminnelijk heeft uitgelaten jegens de Poolsche regeerders, omdat Duitsch- land op de hoogte was van de houding van Polen. Om een krachtige uitdrukking van een Poolschen staatsman te gebruiken: Greiser weet, dat Polen niet zal toestaan, dat den hoo- gen commissaris van den Volkenbond, Lester, een haar zal worden gekrenkt. De rede van Greiser. Greiser, de president van den Senaat van Dantzig, hield vervolgens een rede, waarin hij de houding van den Senaat trachtte te verklaren. Hij verviel hierbij al spoedig in heftige aanvallen op den hoogen commissaris Lester, zoodat het in de zaal tot luide pro testen kwam. H\j verklaarde, dat de toestand te Dantzig tot de komst van het nationaal-socialisme te vergelijken was met een kruitvat, en dat de Volkenbond het door zijn optreden dreigde te doen ontploffen. Hij zeide niet te spreken uit naam van doode artikelen en paragrafen, doch uit naam van 400.000 Duitschers, die niet steeds van het moederland gescheiden zullen blijven. Hij wenschte, dat een nieuwe Hooge Commissaris van den Volkenbond naar Dantzig zou worden gezonden, die zich van iedere inmenging in de buitenlandsche politiek zou onthouden. Geheel zonder com missaris, voegde hij er aan toe, zou alles echter beter gaan. De klachten van Greiser waren wellicht op verschillende punten niet geheel ongegrond, doch hij sprak op zulk een onhebbelijken, den Volkenbondsraad vrijwel uittartenden toon, dat de algemeene door zijn rede ver wekte indruk ongunstig was. De geheele behandeling van de Dantzig- sche kwestie maakte heel duidelijk hoe ge weldig op het oogenblik de spanning is tus- schen Volkenbondsstaten en de Duitsche re geering. Na afloop van de openbare raadsvergade ring heeft de Raad nog een geheime verga dering gehouden, waarbij nog besloten werd met het oog op den ernst van den toestand in Dantzig aan een commissie van drie leden op te dragen den gang van zaken daar met aandacht te blijven volgen. Op voorstel van minister Delbos heeft Eden de zitting van den Volkenbondsraad nog niet gesloten, zoodat Eden den Raad ten allen tijde weer onmiddellijk zal kunnen doen bijeenkomen. Dantzig zal niet meer te Genève verschijnen, als daar zuiver binnen- landsche aangelegenheden besproken zullen worden. i Op zijn terugreis naar Dantzig heeft Grei ser een interview toegestaan aan een verslag gever van de Völkischer Beobachter. Het blad het volgende beloop: Vraag: Een deel van de buitenlandsche pers heeft met bewuste miskenning van het verband in uw rede te Genève uiting gegeven aan het vermoeden, dat om het Dantzigsche statuut opzij te schuiven een geweldige actie in de bedoeling zou liggen. Bent u in staat, hierover een verklaring af te leggen? Antwoord: Mij is deze stemmingmakerij te Genève bekend geworden. Ik ben zelfs tot mijn groote verrassing gedurende mijn korte verblijf alaar eenige malen door Engelsche bladen uit Londen opgebeld, die van mij de bevestiging wilden hebben, dat in den nacht van Zaterdag op Zondag zesduizend Rijks- duitsche soldaten Dantzig zouden binnenruk ken. Ik heb over deze verzinsels gelachen, daar ik wist, dat men te Genève ter afleiding sensaties noodig had. Mijn optreden te Genève was het gevolg van het feit, dat de Volken bondsraad me opgeroepen had om daar de belangen van Dantzig te vertegenwoordigen. Voor mijn vertrek wist ik nog heelemaal niet, hoe de inhoud van het rapport eruit zag, waartegenover ik toen mijn standpunt be paald heb. Vraag: Zult u blijven staan op een her ziening van de huidige betrekking van Dant zig tot den Volkenbond? Antwoord: Nadat door het optreden van den huidigen commissaris, die niets ge daan heeft dan te trachten zich te mengen in de binnenlandsche aangelegenheden van een souvereinen staat, zich een onhoudbare toe stand ontwikkeld heeft, zal ik er voor op komen, dat deze niet slecht3 met een tijd- grens, maar voor altijd overwonnen wordt. Vraag: Zal Dantzig in de toekomst aan een discussie in den Volkenbond deel nemen en op een oproep verschijnen, als te Genève binnenlandsch-politieke gebeurtenissen behan deld worden? Antwoord: Als in de toekomst nog ooit Zuiver binnenlandsch-politieke gebeurtenissen voor het forum van den Volkenbond bespro ken worden, zal de Vrije stad Dantzig weige ren aan een dergelijke bespreking deel te hemen. Bjj alle andere gelegenheden, die de Vrije Stad interesseeren, zal zjj iedere ge legenheid aangrijpen, om erbij betrokken te worden. Vraag: Gelooft u, dat een gewijzigde be trekking van Dantzig tot den Volkenbond storende elementen inhoudt voor de Duitsch- Poolsche betrekkingen? Antwoord: Ik vrees dat geenszins, maar ben er integendeel vast van overtuigd, dat Dantzig dan in staat zou zijn een nog groo- tere bijdrage dan tot dusver te leveren om de goede Duitsch-Poolsche betrekkingen te be vestigen. Het Duitsche standpunt. Havas meldt uit Berlijn: In politieke kringen keurt men zonder voor behoud de rede van Greiser te Genève goed. Het is niet twijfelachtig of Greiser heeft, op zijn reis naar Genève, te Berlijn instruc ties ontvangen van Forster, den nat.-soc. districtsleider te Dantzig, die sedert twee dagen met leidende partij-instanties bespre kingen voert. In Duitsche kringen verklaart men, dat het statuut van Dantzig een anachronisme is ge worden, vooral sedert de overeenkomst tus- schen Polen en Duitschland. Zjj voegen er aan toe, dat in het bijzonder de tegenwoordigheid te Dantzig van een hoogen commissaris, een „gouverneur", welke functie is ingesteld door den Volkenbond, volkomen overbodig is. De Volkenbondsraad heeft Zaterdag in den namiddag beraadslaagd over de kwesties die den laatsten tijd tusschen den Volkenbonds commissaris Lester en den Senaat van Dant zig gerezen waren. Tot dit doel had men den president van den Senaat van Dantzig, den nationaal- socialist Geiser uitgenoodigd om de houding van den Senaat te verklaren. Eden bracht als rapporteur voor de Dant zigsche kwesties rapport uit en legde de vergadering vervolgens een ontwerp-resolutie heeft afgespeeld tijdens het bezoek van den voor, waarin o.m. het incident, dat zich Duitschen kruiser Leipzig te Dantzig ter sprake wordt gebracht. Van dit feit wordt uitdrukkelijk vastgesteld, dat het een inter nationaal karakter heeft. Verder wordt ge wezen op het feit, dat Polen de buitenland sche vertegenwoordiging van Dantzig heeft. Dit land krijgt dan ook opdracht om het ge val langs diplomatieken weg te regelen en den Volkenbond by zijn eerstkomende zitting rapport hierover uit te brengen. De tekst van dit besluit is als volgt: De Raad heeft het verslag van den hoogen commissaris van den Volkenbond in de Vrije stad Dantzig van 30 Juni 1936, over het in cident, dat zich bij het bezoek van den Duit schen kruiser Leipzig aan de haven van Dantzig heeft afgespeeld, aangehoord en is tot de conclusie gekomen, dat het genoem de incident een Internationaal karakter heeft. Aangezien Polen in het statuut van de Vrije stad Dantzig de verplichting op zich heeft genomen om de buitenlandsche politieke aangelegenheden van Dantzig te regelen, be sluit de Raad de Poolsche regeering te ver zoeken, namens den Raad langs diploma tieken weg dit geval te onderzoeken en den Raad bij de eerstvolgende gelegenheid ver slag uit te brengen, over de gevolgen van de maatregelen, waartoe z(j heeft gemeend te moeten besluiten. De hertog van Kent is Zaterdagochtend, overeenkomstig het oorspronkelijke program ma, om tien uur per auto van Den Haag naar Amsterdam vertrokken. De Hertog heeft onderweg een bezoek ge bracht aan het Frans Hals-museum te Haar lem. Bij het bezoek dat de hertog van Kent aan Amsterdam heeft gebracht, heeft hij een an dere zijde van zijn belangselling getoond. Vrijdag in Rotterdam en in Den Haag was hg een onvermoeid museum-bezoeker; Zaterdag bezocht hij eerst twee complexen arbeiders woningen, en wel perceel Amstelveenscheweg 237 van de woningbouwvereeniging Patrimo nium, en perceel Olympiaplein 100, van de Algemeene woningbouwvereeniging. Opening tentoonstelling. Denzelfden dag heeft de Engelsche Prins in het Stedelijk Museum te Amsterdam de tentoonsteling van Engelsche kunst geopend. Eerst sprak burgemeester de Vlugt, daarna Dr. H. Colijn. Toen was het woord aan den hertog van Kent; jong, slank en eenvoudig stond hij daar, in zijn jaquet, achter den lessenaar. En er kwam verbazing in de zaal, blijde verwon dering, toen na de twee speeches in de En gelsche taal uit Nederlandschen mond, de hertog ons in onze eigen taal toesprak. Mijnheer de burgemeester, dames en hee ren!, zoo begon hij, natuurlijk wat onwennig, maar duidelijk, in het Nederlandsch, om dan in het Engelsch te vervolgen. De hertog verklaarde, dat het hem zeer aangenaam was in staat te zijn geweest, naar Amsterdam te komen, teneinde deze tentoon stelling van Engelsche kunst te openen en hij dankte voor de zeer vriendelijke ontvangst, welke men hem bereid had. Dan herinnerde ook hij aan de tentoonstelling van Holland- sche schilderkunst, die een paar jaar geleden in Londen heeft plaats gehad. Vleiend voegde hij er aan toe, dat zij z.i. nooit overtroffen is als representatieve demonstratie van natio nale kunst. Wij hadden toen het voorrecht vele van de mooiste werken van uwe mees ters te zien, welke voor die gelegenheid door uwe musea in bruikleen waren gegeven. Thans zijn wij in staat geweest eenigermate deze vriendelijkheid te beantwoorden, door u eenige schilderijen te zenden, welke vóór dezen nooit Engeland verlaten hebben. De hertog zeide geen autoriteit op het ge bied der schilderkunst te zijn, maar hij liet er direct op volgen, dat hij er een groot be wonderaar van is, En hij gevoelde, dat men in deze tentoonstelling veel zaT vinden, dat de belangstelling der Nederlanders opwekt, niet alleen omdat het kunst is, die typisch Engelsch van stijl is, maar ook omdat het een met zorg uitgekozen vertegenwoordiging van de Engelsche nationale kunst is, over de periode in welke de hier tentoongestelde wer ken gemaakt zijn. De hertog verklaarde er zeer trotsch op te zijn, dat hij in staat is geweest zelf een schilderij voor deze tentoonstelling af te staan, en hij verzekerde dat hij met het grootste genoegen de vriendelijke uitnoodi- ging heeft aanvaard deze tentoonstelling te openen, en dat hij er over verheugd is zijn eigen schilderij in zulk een schoone omgeving te zien. Hij besloot met dezen zin in de Nederland- sche taal: Ik verheug mij erin deze tentoon stelling voor geopend te verklaren! Diner ten hove. De hertog van Kent is Zaterdagavond om tien minuten over half zeven per auto uit Amsterdam op het paleis Het Loo aangeko men. Een groote menschenmenigte had zich voor het paleis verzameld en juichte hem har telijk toe, wat de hertog met vriendelijk hand- gewuif beantwoordde. De Koningin en Prin ses Juliana begroetten hem op het bordes van het paleis. De hertog kreeg voor zijn verblijf apartementen toegewezen in het mid dengedeelte van het hoofdgebouw op de eer ste etage, waar vroeger stadhouder Willem III bij voorkeur vertoefde. Om half negen vereenigden zich de Koningin en Prinses Juliana met den hertog van Kent in de kleine eetzaal aan een intiem diner. Naar Engeland vertrokken. Om kwart over elf reed de hofauto van het Koninklijk Huis op Schiphol voor, ge volgd door nog eenige andere auto's en al spoedig staat de Hertog van Kent bij zijn vliegtuig het elegant rood en zwart ge schilderde tweedekkertje, opgesteld dicht voor het station-restaurant. Toen kwam het oogenblik van het afscheid! De motoren van het vliegtuig zijn reeds warm gedraaid. Glimlachend stapt de Hertog van Kent af op burgemeester De Vlugt, ter wijl de frissche wind zijn kastanjebruine lokken om zijn voorhoofd stoeit. „Good bye" zegt de Hertog en terwijl zijn helder-blauwe oogen oplichten verze kert hij den burgervader dat hij zijn verblijf te Amsterdam en alles wat hij daar gezien heeft, buitengewoon heeft gewaardeerd. Dan neemt de Hertog hartelijk afscheid van Sir Charles en Lady Montgomery, van den mili tairen- en luchtvaart-attaché en ook van de anderen, om dan nog even zeer speciaal af scheid te nemen van jhr. De Jonge van Elle- meet, wien hij verzocht had aan Hara Majes teit de Koningin nogmaals zijn dank te wil len overbrengen voor de ontvangst in Neder land. Niemand wordt door den Hertog vergeten ook het personeel van de hofhouding, dat hem verzorgde, terwijl hij in Nederland was, heeft hij niet vergeten. De chauffeur van H.M. de Koningin, die hem rondreed in den auto door H.M. beschikbaar gesteld, kreeg als aandenken een étui, bevattende een paar zilveren manchetknoopen, voorzien van het wapen van den Hertog, terwijl de butler en enkele lakeien van het Loo ook kleine ge schenken ontvingen. Het Engelsche vliegtuig was intusschen reeds getaxied tot nabij de militaire loodsen en na een vlotte start was het reeds in de lucht en verdween pijlsnel in Zuidweste lijke richting, nagestaard door het Neder- landsche publiek op het terras van het res- naar bosch en heide, zee en strand? Verzuim dan toch vooral niet AMILDA-zonnebruin- crême mede te nemen. Deze beschermt tegen vervellen en zonnebrand en bevordert tevens een snelle, mooie natuurlijke huidbruining, óók bij weinig of geen zon. Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct. taurant en de enkele leden van de Engelsche kolonie, die zich daar ook hadden opgesteld. Om half twee was de Hertog veilig in zijn vaderland teruggekeerd, doch reeds twee uur later was hij weer op weg naar Liverpool ®voor een tweedaagschen tocht door Lancas- hire. In den tuin van Artis is Zaterdag de land dag van de Anti-revolutionnaire partij, geor ganiseerd door de centrale a.-r. kiesvereeniging Nederland en Oranje te Amsterdam, gehouden. Voor dezen landdag bestond zeer groote be langstelling. Reeds vroeg in den morgen stroomden den uit alle oorden des lands ge komen bezoekers den tuin van Artis binnen. Bij de opening werd psalm 68 2 en 17 ge zongen. De voorzitter, de heer Deutekom, las hierna psalm 46, ging voor in gebed en sprak vervolgens een kort openingswoord, waarin hij alle aanwezigen hartelijk welkom heette. Toonen wij ons aldus besloot spr. on der Gods zegen onversaagd volgelingen van den onversaagden minister-president dr. H. Colijn (applaus). De critiek van de politieke partijen. Het woord was daarna aan den heer Chr. van den Heuvel, lid van de Tweede Kamer, en eere-voorzitter van het Provinciale comité van a.r. kiesvereenigingen in Noord-Holland. Spr. begon met op te merken, dat elke poli tieke partij, welke in dezen tijd biedt aan de regeering, zich groote inspanning zal hebben te getroosten, teneinde het vertrouwen van zijn kiezers te behouden. Een leger van ontverantwoordelijke critici trekt door Nederland om het veel geplaagde Nederlandsche volk te vertellen, dat alle ellen de niet noodig is. Helaas doen vele roomsch- katholieken aan dit alles mee. De tegen ons strijdende partijen, aldus spr. zijn hopeloos zwak. Men leeft uitsluitend uit het negatieve; eenig constructief denkbeeld ontbreekt. Als illustratie noemt spr. hier het program ma van de C.D.U. Wanneer bij elkaar geteld wordt wat de part(j In haar programma vraagt, en het bedrag aan bezuinigingen, waar de heer Van Houten tegen heeft gestemd, dan Is dit 200 millioen gulden per jaar! Spr. acht het uitgesloten, dat een christen dan steun biedt aan een groep, die op deze wijze vertrapt den eersten eisch van een chris telijke staatkunde: orde in de financiën. Niet minder zwak, aldus spr., staat de S.D.A.P. Het moet bij goede voorlichting mogelijk zijn de volgers van de roode vaan te doen gevoelen, dat zij misleid worden. Het doel van ons werken voor de anti-rev. partij, zoo eindigde spr., moet niet in de eerste plaats zijn, zoo groot mogelijke aanhang in het volk, maar land en volk tot een zegen zijn. Ds. W. Bijleveld spreekt. Daarna sprak ds. W. Bijleveld, predikant bij de Chr. Geref. kerk te Haarlem. In Numeri lezen wij, zei spr., dat Mozes op 's Heeren bevel moest laten maken een twee tal zilveren trompetten die door de priesters moesten worden geblazen bij bijzondere gele genheden. Door het trompetgeluid werden de 12 stammen opgeroepen om zich te verzamelen om op te trekken door de woestijn. Er was verschil tusschen de 12 stammen, maar zij waren toch één volk van Israël en daarom moesten zij samen optrekken, om de bezwaren ook samen te dragen. Op onzen landdag worden ook wij, aldus spr., als a.r. opgeroepen door het trompetge schal om als een eenheid de donkere toekomst in te gaan. Met groote ernst drong spr. op eenheid aan. Dat wij toch blijven belijden, aldus spr., de WOENSDAG 8 JULI. Hilversum I. 1875 ni. VARA-uitzending. 8.00 Gramofoonplaten. 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 „Orvitropia", viool, piano, voordracht en causerie over de arbeidersbeweging in Frankrijk. 12.00 Gramofoonplaten. 12.301.45 „De Flierefluiters", m.m.v. solist en gramofoonplaten. 2.30 Voor de vrouw. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonplaten. 6.00 Dansmuziek. 6.30 Orgelspel. 7.00 Sportuitzending. 7.15 „De Krekeltjes." 7.40 Gramofoonplaten. 8.00 Herh. SOS-Ber. 8.05 Nieuwsbericht ANP en VARA-Varia. 8.15 U. d. Stadschouwburg, A'dam: Revue!- uitzending m.m.v. solisten, dameskoor en symphonisch jazzorkest. 10.00 Berichten ANP. 10.05 E. Walis en zijn orkest. 11.00 ,De Notenkrakers". 11.5512.00 Gramofoonplaten. Hilversum H, 301 m. N CRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing. 8.15—9.30 Gramofoonplaten. 10.30 Morgendienst. I 11.0012.00 Ensemble v. d. Horst. 12.15 Gramofoonplaten. 12.30 Vervolg concert. 1.30 Gramofoonplaten. 2.15 Pianorecital. 3.00 Chr. lectuur. 3.304.00 Toespraak. 4.00 Zang en viool. 5.00 Kinderuur. 6.00 Friesche voordracht. 6.30 Afgestaan. 7.00 Berichten. 7.15 Landbouwhalfuur. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten A.N.P. 8.15 Orgelspel. 9.00 Paedagogische causerie. 9.30 Chr. Gem. Zangvereen. „Halleluja". (Om 10.05 Berichten ANP). 10.3011.30 Gramofoonplaten. DONDERDAG 9 JULI. Hilversum I. 1875 m. AVRO-uitzending, 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Voordracht en gramofoonplaten. 11.30 Kovacs Lajos' orkest en gramofoonpl. 1.00 Gramofoonplaten. I.45 Orgelspel en zang. 2.30 Viool en piano.. 3,00 Het Omroeporkest. 4.00 Voor de zieken. 4.30 Gramofoonplaten. 4.45 Voor de kinderen. 5,30 De „Palladians". 6.30 Sportpraatje. 7.00 Piano-recital. 7.30 „Een Zesdaagsche in Midden-Nederland". 7.45 Causerie over de Ninto-Organisatie. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.10 Omroeporkest en solist. 9.15 Radio-tooneel met muziek. 10.30 Viool en orgel. II.00 Berichten ANP. 11.1012.00 Dansmuziek. Hilversum H, 301 m. 8.00—9.15 KRO, 10.00 NCRV, 11.00 KRO, 2.00 NCRV. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten. I.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonplaten. II.30—12.00 Godsd. halfuur. 12.15 Gramofoonplaten en KRO-orkest. 2.00 Chr. Gem. Zangver. „Looft den Heer", 3.003.45 Orgelspel. 4.00 Bijbellezing. 5.00 Handenarbeid voor de jeugd, 5.30 Gramofoonplaten. 6.00 Sopraan en piano. 6.45 Causerie. 7.00 Berichten. 7.15 Cursus Psychologie. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten A.N.P. 8.15 Arnhemsche Orkestvereeniging. 9.00 Causerie over Erasmus. 9.30 Vervolg concert. 10.25 Berichten A.N.P. 10.3011.30 Gramofoonplaten. strijdkreet: Tegen de revolutie, het evangelie. De zaak des Heeren zal eens trioumfeeren Dit is het wat de wereld overwint, namelijk ons geloof. Die geloofsoverwinning worde eens ons deel, aldus eindigde de spreker zijn rede. Op voorstel van den voorzitter werd een telegram gezonden aan H. M. de Koningin, waarna het Wilhelmus werd gezongen. Oud-minister van Dijk dankt de regeering en Dr. Colijn. De oud-minister van oorlog, de heer J. J. C. van Dijk, lid der Tweede Kamer, hierna het woord verkrijgende, zeide, dat wij in dezen t(jd van verwarring een wegwijzer noodig hebben. Die wegwijzer is alleen te vinden aldus spr. in de beginselen, die wij dienen. Bij alle verwarring en alle moeilijkheden, die er ongetwijfeld zijn, is er toch zooveel, waarvoor w(j hebben te danken. Allereerst wel, dat wij een regeering hebben, die reke ning wil houden met de christelijke grond slagen van ons volksleven. Voorts, dat wij hebben het huidige ministerie met als leider dr. Colijn (applaus), die geen fascistisch of nationaal-socialistisch leider is, doch een leider, die wil dienen en die als trouw dienaar van de Kroon wil handhaven gezag en vrijheid, de grondzuilen van ons volksleven, daarbij gaan de door goed en kwaad gerucht. Spr. wekte zijn gehoor tenslotte op de regeering bij haar moeilijken arbeid te dragen in het gebed. Ds. J. Fokkema, Ned. Herv. predikant te Amstelveen, sprak hierna over „Opdat zij allen een zijn". Dr. Colijn bezoekt den landdag. Toen ds. Fokkema zijn rede had beëindigd, kwam de minister-president, dr. H. Colijn, vergezeld van zijn echtgenoote in Artis. Bij zijn verschijning in den tuin brak een daverend hoerageroep uit de duizenden los, een hoera geroep, dat minuten lang werd aangehouden. Dr. Colijn, die bij zijn komst op het spreek gestoelte weder daverend werd toegejuicht, zeide geen rede te zullen houden, daar dit uiteraard een politieke rede zou moeten zijn en z.i. een minister, die in de eerste plaats dienaar der kroon is, dit niet kan doen. Wel wilde spr. een opwekkend woord spre ken. Een woord om de a.r. op te wekken voor den naderenden verkiezingsstrijd, die fel zal worden, omdat wij leven in een zoo wonder lijken tijd, in een tijdperk van revolutie, revo lutie in dien zin, dat geweldige veranderingen op meer dan .een terrein zich voltrekken. Spr. wees erop, hoe in slechts enkele jaren het parlementaire stelsel, dat geacht werd de hoeksteen te zijn van het staatkundig stelsel in de landen van Europa vervangen is door het volstrekte tegendeel daarvan. Bij de verkiezingen van 1937 zal ten aan zien van de vraag, of het parlementaire stelsel in Nederland gehandhaafd zal kunnen blijven, kleur moeten worden bekend en bij alle ver warring zal ons klaar voor oogen moeten staan wat noodig is. Spr. wees voorts op de geweldige moeilijk heden en veranderingen op oeconomisch ter rein. Ook ten aanzien van de richting, die in verband daarmede in ons land zal moeten wor den gevolgd, zal de verkiezingsstrijd van 1937 een beslissing brengen. Als derde wees spr. op de intellectueele en geestelijke verwarring, die alom heerscht en die prof. Huizinga heeft doen spreken van „een bezeten wereld" waarin wij leven. Welke houding zal de a.r. nu hiertegenover hebben in te nemen? Eerste eisch aldus spr., is: rust, rustige onbewogenheid, die alleen verkregen kan worden uit de zekerheid der be ginselen. De zekerheid, die er is, omdat die be ginselen ook al kan men in de toepassing daarvan fouten maken hun hoog karakter behouden, daar ze gegrond zijn op Gods Woord. Tenslotte wekte dr. Colijn zijn gehoor op den strijd waardig te strijden en hij besloot met de bede, dat God den arbeid, die het a.r. volks deel tot heil van ons volk verricht, zal zege nen. Na de rede van dr. Colijn klonk weder een daverend hoerageroep uit de groote schare op. Huldebetuigingen aan den minister president. De voorzitter, mr. Bijleveld, richtte zich tot dr. Colijn. Wij willen u vanmiddag aldus spr. heel duidelijk zeggen, zoodat alle vogels, van welke pluimage ook, het in ons land goed hooren, dat wij u liefhebben en God danken, dat gij onze leider zijt en blijft, zoolang God u het leven laat. (Daverend applaus). U hebt ons gemaand tot rustige onbewogen heid, doch nu eenige eigenaardige elementen in of buiten ons volksleven getracht hebben u met modder te bespatten, nu kunnen wij van middag niet rustig en onbewogen zijn. Dach ten die elementen soms, dat wij a.r. geen bloed meer in de aderen hebben Dachten zij, dat zij met vuile vingers naar dr. Colijn kunnen wijzen en dan niet merken zullen, dat wij er zijn. (Daverend applaus). Maar wij zullen ook daarbij waardig blijven. Spr. wees er voorts op, dat de band, die dr. Colijn en het a.r. volk verbindt, is het a.r. beginsel, dat door mannen als Groen en Lohman, Kuyper en Idenburg is uitgedragen en dat door dr. Colijn in toepassing wordt ge bracht. Daar moeten ze niet aan raken aldus spr. (Daverend applaus). Bij zijn vertrek uit Artis had dr. Colijn nog een stormachtige ovatie van het talrijke publiek in ontvangst te nemen. Vragen van den heer Duymaer van Twist aan den minister van defensie a.i. De heer Duymaer van Twist heeft tot den minister van defensie a.i. de volgende vra gen gericht: 1. Heeft de minister kennis genomen van het standpunt van zijn ambtgenoot van wa terstaat, dat belanghebbenden in zake de Zuiderzeesteunwet, die op 25 Juli 1918 on der de wapenen waren en dus niet in het bezit konden zijn van een vaartuig, aange schaft ter uitoefening van de Zuiderzee- visscherij, op grond van art. 8a van het Zui- derzeesteunbesluit niet in aanmerking kun nen komen voor een tegemoetkoming wegens waardevermindering 2. Acht de minister het oirbaar, dat dienst plichtigen, die krachtens de wet verplicht waren gedurende de mobilisatie van het leger onder de wapenen te komen door het Zuider- zeesteunbesluit ten achter werden gesteld bij belanghebbenden, die niet onder de wapenen behoefden te komen en dus in de gelegenheid waren zich in het jaar 1918 een vaartuig aan te schaffen 3. Zoo ja, op welken grond berust dan deze meening, en zoo neen, is de minister dan be reid met zjjn ambtgenoot van waterstaat te overleggen, opdat op de eigendommen van dienstplichtigen, die op 25 Juli 1918 onder de wapenen waren, doch die deze eigendommen eerst na dezen datum verkregen alsnog de bepalingen van artikel 8a van het Zuiderzee- steunbesluit van toepassing worden? De leden van den Centralen Bond w(jzen de voorstellen af. Naar aanleiding van het voorstel van de Reedersvereeniging hebben de besturen der vier vakorganisaties in het visschersbedrijf te IJmuiden Vrijdagmiddag te Haarlem verga derd, nadat des morgens het bestuur van de Reedersver. met de besturen van deze orga nisaties had geconfereerd. De besturen par. de vakorganisaties hebben blijkbaar niet tot overeenstemming kunnen komen, zoodat de Centrale bond van transportarbeiders besloot alleen vergaderingen met zijn leder, te houden. Deze vergaderingen hebben plaats gehad in het eigen gebouw van den bond en in den schouwburg Thalia. In deze vergaderingen werd een motie aan genomen, waarin gezegd wordt, dat de voor stellen der Reedersvereeniging unaniem wor den afgewezen en het bestuur wordt opgedra gen aan de Reedersvereeniging te berichten, dat de zeelieden bereid zijn het werk te her vatten, als de oude loon- en arbeidsvoor waarden voor alle groepen in het bedrijf ge handhaafd blijven. Binnenland DRIJVENDE VISCHAFSLAG OP KORNWERDERZAND. De gemeente Wonseradeel is overgegaan tot het vestigen van een drijvende visch- afslag in het IJselmeer bij Kornwerderzand. Deze maatregel werd noodig geacht met het oog op de controle-maatregelen voor de Zui derzeesteunwet, daar vele visschers partijen paling over den wal of op zee verkochten, zonder van den te Makkum gevestigde ge meentelijken vischafslag gebruik te maken. Zaterdagmiddag is op een bouwwerk aan de Burgemeester van Amersfoortlaan te Slo ten (N.-H.) de heer H. van der Meulen, toen hij een plank wilde grijpen in aanraking ge komen met een onbeschermden draad, waar op electrischen stroom stond. De man was op slag dood. De bewoners moesten in nacht gewaad vluchten. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag om streeks half een is brand uitgebroken in de: jeugdherberg Klavervelden onder de ge meente Bergen op Zoom. De brand ontstond in den vleugel van het gebouw, waar de meisjes zijn ondergebracht en waar zich eveneens de woning van de beheerders be vond. Het geheele gebouw met inventaris als mede de eigendommen van de zeven dames studenten te Leiden, die dezen nacht hief vertoefden, zijn in vlammen opgegaan. De echtgenoote van den beheerder ont dekte den brand. Zij meende geklop te hooren aan de deur, doch dit geluid bleek afkom stig te zijn van het knetteren van het vuur, dat het rieten dak reeds in lichte laaie had gezet. In nachtgewaad gehuld moest het echtpaar met hun kindje de vlucht nemen, evenals de treksters. Zaterdagochtend is in het ziekenhuis te Raamsdonkveer, de 17-jarige zoon van den heer J. Klop overleden, uit den buitenpolder in de Biesbosch, genaamd Steenen Muur. Vermoedt wordt, dat de jongen is overleden aan vergiftiging van vruchtboomkarboleum, daar hij eenige dagen bezig was met het sproeien van boomen en na eenigen tijd onwel en bewusteloos werd. De geneeskundigen ver moeden zulks eveneens. Een en ander is in onderzoek. In 't Zandt (Gr.) is Zaterdagmiddag ge durende het zomerfeest het 7-jarige dochter tje van den heer Schriemer, bij het overste ken van den straatweg aangereden door een vrachtauto, bestuurd door den chauffeur B. V. Het kind werd dermate gewond, dat het eenige oogenblikken later aan de gevolgen van deze aanrijding is overleden. Om de boven Baarn passeerende AVRO- luchtballonnen beter te kunnen zien, waren de 16-jarige C. Lammertsen en de 22-jarige M. van der Ee uit Baarn op het dak van de manége der Amsterdamsche Rijtuig Mij. te Baarn geklommen. Lammertsen had daarbij 't ongeluk door een raam te vallen en hij kwam met zijn hoofd op een tegelvloer bij dö paarden-boxen terecht. Onmiddellijk werd ge neeskundige hulp ingeroepen. Dr. Heybroek, die spoedig verscheen, kon slechts den dood constateeren. In een onbewaakt oogenblik geraakte te Gorinchem het lj^-jarig dochtertje van de fam. D. de W. in een sloot. De ouders verkeerden in de meening, dat het kindje bij haar grootmoeder op bezoek was gegaan, zooals meer gebeurde. Daarom vond men het meisje eerst laat en mocht toe passing van kunstmatige ademhaling niet meer baten. Het kindje door een politieagent gered. Op den Achterburgwal te Amsterdam, ter hoogte van de Hoogstraat, is Zondagmiddag een kinderwagen met een kind van anderhalf jaar in de gracht gereden. De politieagent van Heezik, die in de nabij heid was, sprong gekleed te water en mocht het genoegen smaken het kind te redden. Het werd in het Binnengasthuis ter verpleging op* genomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 2