De grootste zwendel-affaire
ter wereld
POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT
MARKIES BREY DE REYS ROEPT ZICH TOT KONING UIT
VOOR DE
Waarheid in de opvoeding.
757
ZATERDAG II JULI 1936
AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN
Pl'ièüUJ
Te Parijs is dezer dagen in boek
vorm verschenen de interessante cn
avontuurlijke loopbaan van zekeren
Markies Brey de Reys, die zijn car
rière begon als farmersknecht en
beëindigde als „Koning van Nieuw
Ierland". Zijn geschiedenis speelde
zich af rond 1870, den woeligen tijd
van den Fransch-Duitschen oorlog,
waarin velen zich verrijkten ten
koste van anderen.
In Juli 1871 verschenen in enkele groote
Parijsche dagbladen advertenties over den
verkoop van stukken grond, waarvan de
prijs slechts frs. 5 per hectare bedroeg. De
advertenite beloofde een reusachtige winst
voor de koopers van den „zeer vruchtba
ren grond". Hiermee begon de grootste
zwendel-affaire, welke ooit heeft bestaan.
De adverteerder was zekere Markies Brey
de Reys, een verarmde aristocraat. Hij
begon zijn loopbaan als knecht op een
Amerikaanschen farm, ging dan naar
Afrika en kreeg plotseling een idee. Hij
wilde een koloniaal rijk stichten, naar het
voorbeeld van Tounant. Een zigeunerin,
die hem in zijn hand had gelezen, had hem
een troon voorspeld. Haar profetiën zou
den uit komen!
Daar het koloniale vraagstuk na beëin
diging van den Fransch-Duitschen oorlog
in Frankrijk accut was geworden, scheen
Markies Brey de Reys' plannen niet eens
zoo onwezenlijk. Zijn oog viel op een aan
tal kleine eilandjes in den Kleinen Oceaan,
welke groep in het begin der 19e eeuw
was ontdekt en die den naam Nieuw-Ier-
land droeg. De markies liet een half mil-
lioen prospecti drukken, waarop een be
schrijving stond van het schitterend plekje
grond en deze prospecti zond hij door ge
heel Frankrijk.
In korten tijd waren 600.000 ha grond
verkocht, welke gezamenlijk 3.000.000
francs opbrachten. De Markies richtte een
dagblad op en kocht zich een 900-tonnen
schip, hetwelk hij den zonderlingen naam
van „Chandernahore" gaf. Toen meldden
zich enkele lieden, die als de eerste kolo
nisten naar het paradijsachtige eiland wil
den emigreeren. De meeste aandeelhouders
bleven echter liever thuis. De rente van
hun belegd kapitaal zou hen toch wel wor
den opgezonden! De eerste kolonisten wa
ren: een werklooze kellner, een miskend
tooneelspeler, een hoekhandelaar, een zet
ter en de bekende auteur Alfred Capus.
De Markies had zich intusschen uitge
roepen tot koning van het nieuwe eiland,
waarana hij reeds 3.000.000 francs had ge
wonnen. Een schilder gaf hij opdracht een
speciaal wapen te maken, terwijl een dich
ter van Montmartre een hymne op het
nieuwe koninkrijk schiep. Ofschoon de
Fransche regeering de afvaart van het
schip verbood, gelukte het den comman-
dnat van de „Chandernahore" door de ma
zen van het politioneel net te varen en de
haven te verlaten, zonder de havenpolitie
achter zich te krijgen. De Markies zelf
bleef in Frankrijk om de belangen van zijn
onderneming te behartigen.
De aandeelen van de koloniale vennoot
schap gingen snel omhoog. De prijzen ste
gen al spoedig van 5 op 25 frcs. Int'\sschen
kwam het schip, na drie maanden varen,
op het eiland aan. De kolonisten waren
zeer teleurgesteld, want wat zij van het
paradijsachtige eiland zagen, was niets
dan een dorre, rotsige vlakte. Van de be
loofde heerlijke flora en fauna was niets
te zien. Ook het klimaat bleek moordend;
vreeselijke hitte wisselde de verschrikke
lijkste stortregens af. De in de prospectus
als vreedzaaam geschildere inwoners ont
popten zich in Kannibalen; zij slachtten
drie kolonisten en aten ze op. Toen te
beurt aan de vierde kwam, brak deze in
tranen uit, en daarmee redde hij zijn leven.
Het opperhoofd der wilden amuseerde zich
uitstekend met den huilenden blanke en
schonk hem het leven, onder voorwaarde,
dat hjj zijn onderdanen huilen zou leeren
en zou „voorhuilen" bij groote feestelijk
heden.
Twee jaar moesten de ongelukkige kolo
nisten op het verschrikkelijke eiland door
brengen, totdat er toevallig een Engelsch
schip voor anker kwam liggen en de over
gebleven blanken meenam. Van de 89 men-
schen, die als emigranten uit Europa wa
ren vertrokken naar Nieuw Ierland, waren
er 27 gestorven en 21 spoorloos verdwe
nen.
En nóg ward de avontuurlijke Markies
de Reys niet achter slot en grendel gezet,
integendeel, zijn zaak liep gesmeerd. De
aandeelen stegen van maand tot maand en
werden zelfs in-hetbuitenland gekocht.
Brey de Reys besloot een tweede expeditie
naar het eiland te zenden. Driehonderd
Napolitaansche bedelaars verklaarden zich
bereid zich in dienst te stellen van den
Markies. Een nieuw schip werd gechar
terd en stak in zee. De leider der expedi
tie bezocht eerst het opperhoofd der Kan
nibalen en ging met hem onderhandelen.
De Markies wilde het geheele eiland tot
zijn beschikking hebben en had al zijn
wenschen op papier gezet, welk stuk het
opperhoofd slechts had te onderteekenen
met een vingerafdruk. De koop werd ge
sloten en het opperhoofd werd blij ge
maakt met een... groote zak tabak.
Den nieuwen kolonisten ging het even
wel niet beter als de vorigen. In 1882
bracht een Engelsch schip dè nog over
levenden naar Australië, van Waaruit de
Fransche consul een uitvoerig verslag om
trent het lot der halfzieke menschen naar
Parijs zond. En tóen was het gedaan met
den avontuurlijke Markies. Hg werd in
arrest genomen. De onthullingen tijdens
het proces rond den Markies waren onge
hoord. Het onderzoek duurde 14 maanden.
Aan bewijsmateriaal had men 400.000 do
cumenten, uit alle deelen van Europa naar
Parijs gezonden. Het oordeel luidde abnor
maal mild: vier jaar gevangenisstraf
Zoo eindigde de grootste zwendelaffaire
ter wereld.
„Je bent aardig verkouden, waar heb je
dat opgeloopen?"
„Vannacht heb ik onder een vrachtkar
gelegen en toen ik sliep moet iemand hem
weggereden hebben."
ZEILREGATTA DWARS OVER DEN
ATL ANTI SCHEN' OCEAAN.
Toen vóór zeventig jaar, In 1866, Tho
mas Appleton en Kapitein Clark een
poging ondernam, op een zeilboot „Alice"
den Atlantischen Oceaan over te steken,
verklaarde de geheele wereld de twee
menschen voor krankzinnig. Doch sedert
dien heeft men reeds heel wat pogingen
gedaan en thans is men zoo ver, een wed
strijd met zeilbooten dwars over den
Oceaan te kunnen organiseeren. Dezer
dagen zullen een dertig tal zeilbooten de
New Yorksche haven verlaten en naar
Southampton varen. Vele landen doen aan
de regatta mede. De lengte der booten
bedraagt 17 i 88 meter. De Duitschers
hebben een tweetal zeer bijzonder gecon
strueerde booten uitgezonden. Ondanks de
zorgvuldige voorbereidingen blijft de ge
heele onderneming echter nog een gevaar
lijk experiment De deelnemers zijn even
wel vol goeden moed. In New York legt
men zeer veel interesse voor den strijd
aan den dag.
PARUS SCHAFT HET FOOIEN-
STELSEL AF.
Eitvloeisel van de stakingen.
In de Parijsche hotels en restaurants zal
het fooienstelsel worden afgeschaft. Dit is
gedeeltelijk een gevolg van de hotelstakin
gen, welke tot voor kort nog in vollen
gang waren. De gemeenteraad zelf zal
medehelpen het ongelukkige stelsel uit de
wereld, of beter gezegd, uit Parijs, te hel
pen. Het gemeentebestuur zal, in overleg
met den Bond van Hotelhouders overgaan
tot het stellen van een maatregel, welke
men b.v. ook in Oostenrijk toepast, waar
men 10 personeelverval vraagt, wan
neer de hotelrekening wordt aangeboden.
Hoeveel procent er zal worden opgelegd,
is nog niet bekend.
HET PUBLIEK KENDE GEEN
MEDELIJDEN.
In Cardiff City zou eeh bokswedstrijd
worden gehouden tusschen den Zuid-Afri
kaner Benford en den Amerikaansche
bokser Cook. Het weer was zeer slecht en
het stadion bijna leeg. De boksers waren
vertwijfeld en Cook besloot zijn nood te
klagen bij de ongeveer 500-kopige menigte.
Zij beiden, zoo zeide hij, kregen slechts
tantièmes van de verkochte kaarten. Het
zou voor hem, evenals voor zijn tegen
stander, een sportieven dood kunnen be-
teekenen, wanneer hij of zijn tegenstan
der, in den wedstrijd verloren, omdat de
match een beslissingsstrijd was. En wan
neer een dergelijke strijd bovendien nog
slecht betaald werd, speelden de boksers
liever niet. Het publiek, dat gekomen was,
toonde zich echter niet medelijdend. Men
had betaald en wilde een match zien voor
zijn geld. De match begon, doch was vrij
spoedig beëindigd. Cook verloor. De arme
man had met dezen match' nauwelijks 100
dollars gewonnen, terwijl zijn tegenstan
der, Benford thans de favoriet is en voor
een volgenden wedstrijd het eerst in aan
merking zal komen.
BEDELARES STERFT ALS
MILLIONNAIRE.
Een 45-j. vrouw, uit Armenië geboortig,
werd in een armenwijk van Istanboel vol
komen verhongerd en uitgeput opgenomen
en naar een ziekenhuis vertransporteerd.
Bij huiszoeking bleek, dat de vrouw drukke
correspondentie voerde met een der groote
Turksche banken der stad. Inlichtingen bij
de directie der bank wezen uit, dat de
vrouw zeven jaar geleden een erfenis had
gekregen, waarvan zij evenwel geen sou
wilde afhalen, ofschoon, de rente van het
kapitaal haar een goed leven haddefl; kun
nen laten leiden. Het bedrag was thans
opgeloopen tot anderhalf millioen Turk
sche Ponden.
Geneesheeren, die de. vrouw onderzoch
ten, verklaarden, dat zij zeer goed bij het
verstand is, doch uitermate gierig van
aard. Als reden voor haar armelijk be
staan gaf zij op het geld te willen ,zien
groeien. Wat zij hiermee voorhad, wist zij
niet. De armelijke kleeren, waarin de
gierigaardster gehuld was, had 'zij; van
medelijdende huurlieden gekregen, terwijl
zij enkele malen in de week bij goedhar
tige menschen mocht komen eten.
I SÜ
Er is wel geen moeilijker probleem in
de opvoeding, dan het waarheidsprobleem.
Geen wonder, dat er over dit vraagstuk
oneindig veel geschreven is. Moeten we
het kind alles openhartig mededeelen, of
moeten we er ons maar een beetje van af
maken
Ik wil ook thans nog eens Jan Ligthart
aan het woord laten, omdat ik voor mijn
gevoel me het best bij zijn opvattingen
kan neerleggen.
„Moeilijk, uiterst moeilijk kan het val
len, een kind, dat ter operatie naar een
ziekenhuis moet, eerlijk de waarheid te
zeggen. En toch, ons gemoed komt er te
gen in opstand, wanneer een moeder, een
Moeder, zich met koekjes-koopen aan
haar liefdetaak onttrekt. Wie kan het
kind in nood en dood meer ik zeg niet
practische hulp, maar zedelijken bijstand
verleenen, dan de vrouw, die dag aan dag,
van de geboorte af, met het kind heeft
meegeleefd en met wie het innig ver
trouwd is. Moeders nabijheid is dan juist
dan, kracht voor de kleine. En die kracht
onthoudt de Moeder haar kind uit teer
gevoeligheid voor zichzelf. Hoe geheel an
ders kan de Moederliefde handelen, als ze
echt is en niet, naar Paulus' woord, zich
zelf zoekt!
Het was een jongetje van negen jaar.
Plotseling kreeg het kind hevige koortsen,
meer dan veertig graden hoog. De dokter
kwam, achtte darmontsteking mogelijk,
oordeelde onderzoek in een ziekenhuis
noodzakelijk.
„Wat zegt de dokter, Moeder?"
„De dokter denkt, dat het blindedarm
ontsteking is."
„En wat wi' hij nu?"
„Hij wil je doen opereeren in een zie
kenhuis."
„Laten we dan maar dadelijk gaan,
Moeder".
Het werd gezegd, met dat hooge,
strakke stemmetje, dat Moeders wel ken
nen, die bij 't ziekbetd van een kind heb
ben gezeten, met dat schijn-opgewekte
knort»-stemmetje. En Moeder deed een rij
tuig voorkomen, wikkelde haar jongen ifl
een wollen deken.
„Mag ik mijn fluit meenemen, -Moe
der?"
„Zeker". t,
En hij nam zijn flqit mee, die hem. ook
in het bed steeds vergezejde. -
De pleegzuster legde hem in .zijn bedje.
Toen móest Moeder weg.
„Zuster," zei het kind, „u hoeftniet in
de kamer te hlijven. Als ik u noodig- heb,
zal ik wel fluiten. Want ik heb mijn fluit
bij me. Kijkt u maar."
Moeder móest weg. Maar zë giög naaf
de wachtkamer, en bleef wachten, één,
twee uur, al maar wachten, tótdat ze
eindelijk geroepen werd en hooren. moest,
dat het hopeloos was.
Toen barstte ze niet in wanhoopsklach
ten uit. Ze dacht alleen aan haar kind. Ze
zette zich aan het bedje, hield hét heete
handje vast, koelde het gloeiende hoofdje,
en kalmeerde haar ijlende lieveling met
vriendelijke woordje, leidde het dwalende
geestje. Zoo bleef ze den heelen nacht wa
ken, zichzelf geheel gevende, gehèel ver
getende, niet als een oïfer, maar als een
zaligheid, dat ze haar kind mocht blijven,
zijn gezichtje zien, zijn stemmetje hooren.
Toen het kind in den morgen stierf,
legde ze het handje neer.
En toen pas ging ze heen.
Deze moeder had haar kindereh met
Waarheid opgevoed. Ze had hen niet al
leen met het leven, maar ook met het
sterven vertrouwd gemaakt. Behoort de
dood niet bij het leven? En ze heeft er
rijkelijk haar loon voor. gekregen: van
hen, die nog leven dag aan dag een vol
komen vertrouwen en van den teer
sterken knaap, die heengegaan is; een
wondervolle zelfstandigheid in uren, dat
de krachtigste man bezwijkt
Tot zoover Jan Ligthart. Wij wagen het
niet iets aan deze woorden tot te voegen.