Amsterdamsche Brieven.
Marine'brieven uit indië
T JUTTERTJE
ZATERDAG !1 JULI 1936
PAG. 5
mogelijk aantal in S.A., waarop nog een
vraag bod voor tweede-ronde contröle in K.
volgt, datook weer moet worden afgewe
zen. Desniettegenstaande ging m'n partner
toch naar klein slam, met de volgende
kaarten en overwegingen: S. H. aJx.x.
R. v.b.lO.x. K. a.v.b.lO.x.x.
Uit de verschillende antwoorden op de
vraagbiedingen en uit z'n eigen kaarten
bleek, dat in S geen slag kan worden ver
loren, omdat hijzelf renonce heeft met 4
troeven, in H. kan ook ook geen slag wor
den verloren, omdat de derde ronde óf voor
de vrouw is óf wordt afgetroefd door den
speler; in R., waarvan de bieder toch min
stens als minimum heer-5de moest hebben
is slechts het aas te verliezen, zoodat het
contract afhankelijk is van snijden op K.
heer, waarbij een groote kans is, dat deze
goed zit, omdat diegene van de tegenspe
lers die geboden heeft vóór aas-vrouw zit.
Doordat de partner 3 honneurs in troef
De „Meer Werk"-actie.
Wij hebben in deze brieven destijds doen
uitkomen, dat wij de „Meer Werk" oftewel
de „Sterk door Werk"-propaganda, die
hier de laatste maanden vanwege een
Commissie uit de burgerij, gesteund door
het gemeentebestuur, gevoerd wordt, prin
cipieel niet bijster bewonderen. Intusschen
schreven wjj al aanstonds, dat wij ons na
tuurlek toch, onder het motto „alle
beetjes helpen", van harte zouden verheu
gen in het reëele meerdere werk, dat die
„Meer Werk"-campagne zou opleveren. Nu
vallen er inderdaad, na de onlangs in
gezette tweede propaganda-golf, enkele
nieuwe „beetjes" te melden: „als voorloo-
pig resultaat kwam vast te staan dat voor
een totaal bedrag van 118.500 is binnen
gekomen. „Dit resultaat is des te verras
sender," schrijft het Bureau tot Bestrij
ding van de Werkloosheid, dat door boven
genoemde Commissie werd ingesteld, „ge
zien het feit, dat de eerste drie weken van
de actie een totaal van ruim 192.000 te
zien gaven". Het totale bedrag aan extra
opdrachten, die het gevolg zijn van de
door het gemeentebestuur ingezette actie,
beloopt thans een goede drie ton. En ver
heugen doen ook wij ons daarin zeker...
Het Vondelpark bedreigd.
Dat het gemeentebestuur zélf ook steeds
op den uitkijk blijft naar het verstrekken
van nieuwe werk-opdrachten, eventueel
met behulp van het z.g. werk-fonds, is
loffelijk, alhoewel eigenlijk vanzelf spre
kend. Het gevaar bestaat evenwel, dat
men, in loffelijken ijver om de werkge
legenheid te verruimen, bepaalde „oplos
singen" van reeds lang bestaande proble
men zou gaan forceeren, tot blijvende
schade van de stad. Velen zijn van mee
ning, dat een dergelijk gevaar b.v. dreigt
ten aanzien van de verbinding van Baerle-
straatVondelstraat, via het Vondelpark.
Die verbinding is er tot nu toe nog steeds
alleen maar in den vorm van een „door
steekje" voor voetgangers en fietsers, zoo
dat het grootere „rijverkeer" hier genood
zaakt is den vrjj grooten omweg: „P.C."—
HobbemastraatOvertoom te maken.
Een „oplossing" wil men nu vinden in een
viaduct, dat, hoog boven het park uit, het
rijverkeer gelegenheid zal geven in enkele
seconden van de eene naar de andere zijde
te snellen... Reeds eerder, jaren ge
leden, werd er op het Prinsenhof al eens
gewerkt aan zulk een „overbruggings
plan"; de teekeningen voor de betreffende
brug waren toen al reeds op „Publieke
Werken" vervaardigd. Maar het bestuur
van de „Vereeniging tot Stichting en In
standhouding van een Rij- en Wandel
park", anders gezegd het bestuur van het
Vondelpark, was destijds niet bereid me
dewerking te verleenen en stak er een
stokje voor. Naar verluid worden er ech
ter nu weer over deze zaak besprekingen
gevoerd tusschen dit bestuur en de ge
meentelijke autoriteiten. En het eenige
stukje rustige, autovrije, natuur, dat we
midden in de stad bezitten wordt bedreigd.
Een bedreiging die velen onder het pu
bliek tehoop doet loopen met een gevoel,
dat zich ongeveer op de volgende wijze
laat bewoorden: „Wij gevoelen alles voor
werkverruiming, doch... laat die dan met
moeten geschieden ten koste van een der
gelijke ontsiering, van onherstelbaar na
deel, toegebracht aan een zoo fraai wan
delpark als de hoofdstad in het kostelijk
Vondelpark bezit... Men spreekt nu van
eén verbetering van het snelverkeer, welke
verkregen zou worden door de overbrug
ging van genoemd park. Maar is dit nu in
allen ernst wel te aanvaarden? Heeft één
automobilist het nog als een hinderlijk be
zwaar aangevoeld, dat hij zijn weg moet
nemen door de P.C., wanneer hij, komende
uit de Constantijn Huygenstraat, de Van
Baerlestraat wü bereiken, of omgekeerd?-.
heeft is de R. heer van den speler altijd
een rentrant, terwijl de derde-ronde van
H. als tweede rentrant dienst kan doen.
zoodat tweemaal K. uit de hand kan wor
den gespeeld, omdat de K. heer natuurlijk
niet de eerste maal zal worden ingelegd.
Dat de speler tenminste 2 K. moest hebben
was hem gebleken uit het negatieve ant
woord op de vraagbiedingen in K.
Het spelverloop gaf m'n partner tenvolle
gelijk, K. heer zat gunstig en werd uitge
sneden, waardoor aan het contract kon
worden voldaan.
Menige speler zou op de kaart van m'n
partner met een 2-forcing hebben ge
opend, waar echter de stand 60 op de roD-
ber was, kon worden volstaan met een
opening van 1, omdat het de laagste kleur
was en een antwoord van den partner
daardoor vrijwel zeker. Zou de tusschen-
zittende speler direct gaan bieden, dan
kwam hij toch weer aan de beurt.
Laat ons toch niet uit het oog verliezen,
dat, juist in een tijdperk, waarin het tem
po tot soms gevaarlijke hoogte wordt op
gevoerd, een belangrijke rustige, kalme
sfeer als thans nog het Vondelpark ken
merkt, den Amsterdammer zoo goed kan
doen. Aan het snelverkeer zijn reeds,
uit aestehtisch oogpunt bezien, zoo on
noemelijk veel offers gebracht. Moet nu
ook nog het Vondelpark ten offer gebracht
worden? Moge het bestuur van dat park
de vereischte toestemming tot hopelooze
ontsiering van een der kostbaarste bezit
tingen der Amsterdammers, nimmer ver
leenen..."
Het nieuwe Paleis-op-den-Dam-
probleem
Dat andere „kostbare bezit", ons oude
Raadhuis op den Dam, zijn we nu ten
slotte wel aan het Rijk kwijt geraakt,
maar toch zijn we nóg niet af van de...
Paleis-op-den-Dam-problemen. Over de
vraag Paleis of Raadhuis kan nu wel niet
meer gekibbeld worden, nu echter is er
weer een nieuwe strijd ontbrand tusschen
voor- en tegenstanders van de nieuwe
„ijzeren" ramen, die men den laatsten tijd,
vanwege het Rijk, in Van Campen's bouw
werk is gaan aanbrengen. Sommige tegen
standers gaan al maandenlang tegen deze
restauratie te keer met een hartstocht een
betere zaak waardig. Zij noemen het een
schande, dat modern materiaal als dit
ijzer voor de kozijnen in zulk een eerbied
waardig kunstwerk uit vroeger tijd ver
werkt wordt en betichten degenen, die
hiertoe de opdracht gaven, voor al wat
leelijk is. „Eerbied voor het materiaal",
roepen, schreeuwen, krijten zij uit; eer
bied voor het materiaal waarin de oor
spronkelijke bouwer zijn werk gedacnt
heeft! Het moet gezegd, ook al timme
ren deze opponeerende deskundigen nóg
zoo luid aan den publieken weg, door mid
del van felle en „sensationeele" kranten
artikelen, ook al erkent men, dat „eerbied
voor het materiaal" een der axioma's is
van een goede kunst-opvatting, dat
deze strijd geheel en al boven de hoofden
van Jan Publiek, ook van het werkelijk
schoonheid-gevoelige publiek, uitgaat.
Wie geen deskundig stokpaardje te lang
en te principieel berijdt, zal toch moeten
toegeven, dat deze in uitvoering-zijde res
tauratie het algemeen aspect van het acht
ste wereldwonder op den Dam rustiger,
nobeler, harmonischer, in één woord
schoone, maakt! En wié zal er, bij het aan
schouwen van dat algemeen aspect, aan
denken te gaan onderzoeken, eventueel
door dit, al krabbend met een pennemesje
te gaan controleeren, of die raam-ko-
zijnen van hout, dan wel van ijzer zijn?...
Geen sterveling, tenzij dan een iet of
wat in zijn eigen deskundigheid ver
strikte architect!
Hemelwateren.
Vele Amsterdammers hebben Woensdag
naar pen en potlood gegrepen om hun
Laatste Wilsbeschikking op papier te stel
len, denkende als zij waren, dat de wereld
verging en een tweede Zondvloed, ter in
leiding van deze catastrophe, op hun hoof
den nederdaalde. Na uren van angstige,
beklemmende hitte en een zóó groote don
kerheid, dat het destijds in Egypte wel
helder dag geweest moet zijn, gutste,
stroomde, en plaste het hemelwater uit de
sombere, zware wolkenmassa's. In minder
dan geen tijd verdween alles van de straat
wat maar beenen had, ook de fietsers
zochten een goed heenkomen en alleen de
taxis thans echter voor deze gelegen
heid veranderd in water-taxis bleven
meester van het terrein. Zelfs de tram was
tot stoppen gedwongen en overal stonden
eenzaam de wagens, die niet verder kon
den. Straten, .pleinen, grachten, kaden
werden in even zoovele meeren en rivie
ren herschapen, ja, heele stadsbuurten
stonden blank! Tot over de trottoirban-
den stroomde het hemelwater en golfde de
winkels en huizen binnen, waar alras
vloermatjes en andere vloerbedekkingen
gingen spelevaren, tot vermaak van de
jeugd misschien, maar zeker niet tot ver
maak van angstige huismoeders, die
trachtten te redden wat er te redden viel.
In de Rivieren-buurt, waar straatnamen
als b.v. Rivierenlaan, Lekstraat, Maas
straat, Boterdiepstraat enz. een regelma
tige uitnoodiging aan het hemelwater wa
ren om neer te plassen, werden dan ook
zij het slechts voor een korte spanne
tijds rivieren gevormd en was er niet
op de Amstellaan een ondernemende be
woner of was het bewoonster? die
in een echt heuschelijk roeibootje de laan
overstak? Waar de man of de vrouw
zoo gauw dit ding vandaan haalde, is tot
op het huidige oogenblik een raadsel ge
bleven en al wel tot den Jongsten Dag,
waarvoor ongezegde Amsterdammers zoo
bang waren, een raadsel blijven. Maar een
feit wés het! Intusschen trokken de wol
ken, met wat er nog aan water in was
overgebleven voorbij en de Zon scheen
weer, alsof-ie vanden prins geen kwaad
wist. Trok de „oorzaak" dan al verder, de
„gevolgen" bleven. Speciaal in Betondorp
Watergraafsmeer bleven die „gevolgen".
Het is een aardig en lieflijk dorp daar, met
liefelijke betonnen huisjes en met wingerd
begroeide muren. Maar het beton en de
wingerd hebben het juist gedaan! De huis
jes hebben een dak, natuurlijk, maar
een plat dak en terwille van de een of an
dere bouwkundige gril hebben de architec
ten van deze liefelijke huisjes de muren
een halve meter hooger opgetrokken dan
het dak. Dat schijnt met beton verband te
houden! Natuurlijk waren er ook regen
pijpen en afvoerkanalen, maar en nu
komt de wingerd aan de beurt deze wa
ren grondig verstopt met uitloopers van
deze fraaie klimplant, die aan dit dorp
zoo'n liefelijk, landelijk karakter verleent.
Het gevolg was, dat de daken herschapen
werden in reusachtige badkuipen, tot den
Beste Klaas Sr.
Je mag het wel bijzonder van me appre-
cieeren, dat je vandaag nog een brief van
me krijgt, want het was „overpakken"
van den Dienst Conservatie naar de
„Java". Weliswaar is het, gezien de tijds
omstandigheden, nog steeds verboden om
scheepsbewegingen bekend te maken, maar
al onze overplaatsingen stonden in de cou
rant en ook het bericht van in dienst stel
len van den tweeden kruiser, zoodat zelfs
de meest „geraffineerde vijand" hieruit op
heeft kunnen maken, dat we de „Java" in
dienst gesteld hebben. We zijn vrijwel alle
maal van de „Deecee" overgegaan op het
groote schip en het gebouw is overgegeven
in handen van den onderequipagemeester
Fresco, die er thans met een leger met
bezem en stoffer gewapene koelie's in huis
houdt. Het schip staat onder bevel van
kolonel Van de Wetering de Rooy, de eer
ste officier is luitenant ter zee le kl.
Immink. Jij als „heer secretaris" interes
seert je natuurlijk wie of hier de „pen"
zwaait. Dat is de off. van adm. Schaper.
We krijgen wel allerlei landaarden in die
functie. Eerst hadden we een Zeeuw, toen
een Jutter en nu een Fries. Maar enfin,
als ze maar op tijd uitbetalen, dan doet dat
er weinig toe. Chef „Em Ka" is de heer
Moree weer geworden. Ook een van die
wanboffers, die voor thuisvaren was aan
gewezen, maar nog is aangehouden. Maar
in ieder geval hebben we met dat al be
reikt, dat we een tweeden kruiser in dienst
hebben, hetgeen in vele jaren niet het ge
val is geweest. Ik herinner me nog uit
mijn vorige torn was het niet het
„oekse" eskader (oefeningseskader) „Oost-
Celebes", onder den toenmaligen kolonel
Quant, wat ook over twee kruisers be
schikte? In ieder geval is het wel een jaar
of 6 geleden. Destijds bij de bevelsovergave
van het Commandement der Zeemacht van
admiraal Van Duim aan schout-bij-nacht
Ferwerda, waren ook de beide kruisers
varend, maar van de „Java" was dat toen
slechts een periodieke oefenvaart van kor
ten tijd, terwijl het schip nog in Conser
vatie was. De hoogbootsman Van Gunste-
ren heeft ons gisteren van de Kruiserkade
afgetrokken en verhaald naar het Noor
delijk schiereiland, zoodat je je weer pre
cies voor kunt stellen hoe of we hier lig
gen. Wellicht interesseert het je misschien,
dat sinds jij weg bent „bakboord de goeie
kant is geworden" voor wat betreft de in
komende wind. Ik heb nog even in je oude
hut gezocht of ik die luie ligstoel nog van
je kon vinden, waarin je als het „gedoofde
lichten was" de oefening placht „mee te
maken". Maar blijkbaar ben je er te dik
wijls door gezakt dat het nog de moeite
loonde om het ding te bewaren. Er is an
ders een boel ruimte vrijgekomen nu we de
rand gevuld, waar weer het gevolg van
was, dat de zoldering van de bovenste ver
dieping ging lekken de bewoners waren
zelfs zoo zeer bevreesd voor een instorting
van het doorzakkende plafond, dat zij ga
ten boorden in hun fraai gewitte boven-
beschutting om het water maar gauw af
te voeren, waar dan weer het gevolg van
was, dat het buffet en de crapeaux gingen
drijven, de kamer uit, de kamer uit, de
gang op waar zij de keukentafel en de
keukentoel tegenkwamen. Samen dan
maar de trap af. Het vloerkleed was intus
schen het raam uitgedreven, waar het in
nig omhelsd werd door het vloerkleed van
de buren, want daar herhaalde Zich het
zelfde spelletje een fractie van een minuut
later. Vanzelfsprekend waren de kelders al
volgeloopen. Tot overmaat van ramp kon
ook de rioleering de buitengewone toe
vloed niet verzwelgen en g&f inplaats van
te némen, zoodat, mét het hemelwater, de
faecaliën zich mengde tot een minder ge
slaagde combinatie. De Brandweer tus
schen twee haakjes, wel 500 maal opge
roepen voor hulpverleening pompte
kelders leeg, maar oyer de drempel
stroomde hetzelfde water of liever bo
vengenoemde combinatie weer naar
binnen. Het was een Sisyphus-arbeid. Ar
me betonbewoners! Heel wat schade is
aangericht en heel wat pennen nu niet
meer voor een testament of zoo zijn in
beweging gebracht om dé Gemeente te
verwijten want zij is eigenares van deze
nederzetting dat zij haar onderhouds
verplichtingen niet behoorlijk nagekomen
is. Immers, waren de wingerden op tijd
gesnoeid, dan waren de afvoerpijpen niet
verstopt geweest, dan was het dak geen
badkuip geworden o ja, waarom eigen
lijk van die onpractische platte daken?
dan had het gaten-boren achterweg kun
nen blijven, dan had het buffet geen roei
bootje geworden, dan had...
Dit waterige muisje zal nog wel een
staartje hebben!
eskader staf" niet aan boord hebben. De
kolonel woont nu weer boven^de chef staf
zijn hut is vrijgekomen- daar woont nu
ver boven zijn stand de officier' "der artil
lerie in. De eerste officier woont in het
verblijf, waar vroeger onze commandant,
de kolonel Stove, in woonde. Kortom, alles
is een plaatsje opgeschoven, want ook de
intendant, die vroeger altijd zoo'n boel
plaats noodig had met z'n brandkast, en
zijn archief, „varen" wij niet. Het schrij
versbureau van Z.W.E.G. de vroegere
mijnenbergplaats, weet je wel, staat ge
woonweg te huur hier. Jê wou nog weten
wie er officier der artillerie was? In jullie
taaltje zou ik willen zeggen „vide mijn
onderschrift" (of is het een kantbeschik
king?)
Het Soerabaja elftal is kampioen van
Java geworden. De M.L.D.er Wolthuis (in
mijn vorigen brief schreef ik 'abusievelijk
Molthuis) maakte 3 van de 4 goals en werd
deswege door Janmaat gehuldigd. Afge-
loopen Zondag kreeg het elftal een gewel
dige rijsttafel in het „nimfenbad" bij
De af deeling voetbal van :de ontspan-
ningsvereeniging van de D.C. speelde voor
het scheiden van de markt nog een wed
strijd op het eerst 3 maanden oud zijnde
sportveld aan den waterkant tegen de
M.K.O. Met 30 werden de gastheeren
verslagen. Desalniettemin werd het thee
water nadien door de overwinnaars mee
genoten op de D.C.
En zoo werd dan 10 Juni na een 5-jarig
bestaan de vlag op de D.C. neergehaald.
Uit Soerabaja zelf weinig nieuws. Voor
de dames mischien het bericht, dat er een
concours d'élegance gehouden is in de
cercle Hellendoorn. Ik ben er zelf niet ge
weest, maar ik heb de kieken van de 4e
prijs-winsters in de Soerabajaan gezien en
die mochten er wezen, hoor. De 4e prijs
in zooverre hoort dit bericht zeker thuis in
dezen brief werd behaald door Mevrouw
Plantinga, echtgenoote van den vliegenier
der K.M.
De Geus je weet wel, onze eminente
kooien en zakken-verzorger, is, na eenige
dagen met verlof te zijn geweest omdat
er toch niemand thuis voer thans weer
met alle energie met z'n vrachtauto's aan
het rondrijden. Machtige transporten ko
men nu weer op Perak aan, terwijl er ook
verscheidene officieren meekomen. Hier op
de „Java" werd o. m. ook nog geplaatst de
luitenant ter zee Steenkamp. Een reuze
goeie teekenaar, die een boel opgewektheid
kan brengen.
Kom, heer secretaris, nu weet ik niets
meer, ik ga mijn barring verder uitpakken,
want de koffers moeten strakjes naar de
goedang toe. Tot de volgende week maar
weer. Groet alle oude bekenden in Nieuwe-
diep van
JIENK, A