Buitenlandsch Overzicht. De burgeroorlog in Spanje D.E. IN DE PIJP/ PE GENIET VAN CJW VACANTIE DE CHINA NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA MET REIST PER WACO- No. 7784 EERSTE BLAD 64ste JAARGANG Waardeering van en critiek op Eden's rede Polen en Dantzig De besprekingen van vijf. Deelneming van Duitschlanden Italië zeer waarschijnlijk. De eerste troonrede van Koning Edward, Met de opstandelingen vóór Madrid. Massale executies. Een groot offensief van de regeering? DOUWE EGBERTS Te Barcelona en Madrid is het rustig. Een onderhoud met Franco, den rebellenleider. Ik zal Spanje van het redden. Marxisme AUTOBU S Dl E N STE N naar HOORN, EDAM, AMSTERDAM en GEHEEL WEST-FRIESLAND EEN IN P B E N B O LT COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant 1.50; Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel 1.65; binnenland 2.-, e er Oost- en West-Indië ]3er reepost 2.10, idem per mail en overige 3.20. Losse nos. 4 ct.; fr. p. p. 6 ct. Weekabonnementen 12 ct dagsblad resp. 0.50, 0.70, 0.70, 1.Modeblad resp. 1.20, 1.50, 1.50, 1.70. Waardeerende en critische beschouwing over de rede van tden. Poolsche conservatieven en Poolsche nationaal-democraten over het Dantzigsche vraagstuk. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur: P. C. DE BOER Uitgave N.V. Drukkerij v/h. C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 -Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekenlng No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) bij vooruitbetaling 10 ct per regel, minimum 40 ct; bij niet-contante betaling 15 ct. per regel, minimum 60 ct (Adres Bureau van dit blad en brieven onder nummer 10 ct per advertentie extra). Bewijsnummers 4 ct De redevoering van Eden heeft, zooals te begrijpen is, tal van pennen in beweging ge bracht en daaronder z(jn er die geen woord van waardeering heb ben voor de voorzichti ge rede van den Engelschen minister van bui- tenlandsche zaken en er zijn er die Eden prij zen om zijn voorzichtig uitgesproken woor den. De Times spreekt zelfs van een „uitmun tende" rede, waarvan hij het overtuigendste deel noemt de passage waarin Eden het „be lachelijke argument van de oppositie" van de hand wees, dat de Britsche regeering zich begaf in een wedstrijd van wapening, welke alleen tot oorlog kan leiden. Niet de wape ningen veroorzaken den oorlog, zegt de Times, maar de wil om den oorlog te gebruiken als voortzetting van de politiek en geen vreemd land gelooft in ernst, dat Engeland geheime of openlijke plannen zou koesteren, die alleen gewapenderhand zouden zijn te verwezen lijken. De Times verklaart zich ingenomen met den afloop van de afspraken In de Middellandsche Zee en met de resultaten van de conferentie van Montreux en acht het begrijpelijk, dat de minister thans niet veel wilde zeggen over de hervorming van den Volkenbond. De Fransche bladen leggen er den nadruk op dat Eden nog eens herhaald heeft, dat de collectieve veiligheid voor Engeland de grond- »lag blijft van de organisatie van den vrede Pertinax schrijft in de Echo de Paris: „In de rede van Eden uitte zich een opzet van voorzichtigheid en voorbehoud. De Engelsche politiek zal pas worden vastgesteld aan de ronde tafel, wanneer ook de Duitschers aan wezig zullen zijn en men rekening kan houden met wat zij zeggen zullen." In L'Oeuvre vestigt mevrouw Tabouis ae aandacht op de mededeeling, dat Londen afziet van de afspraken in de Middellandsche Zee; „hiermee verdwijnt het voornaamste Italiaan- sche bezwaar om zich naar de conferentie van vijf te begeven, maar volgens de laatste be richten zou de Duce nog niet tevreden zijn met de hem geschonken voldoening en zich opmaken nog meer te eischen." Voor de Jour valt de rede van Eden aldus in heldere woorden te vertalen: „Wij kunnen voor het oogenblik Duitschland zijn koloniën niet teruggeven. Als het er met alle geweld op blijft aandringen, zullen we te zijner tijd zien, dat wij het voldoening schenken." Het Journal besluit met te zeggen: „De rede van Eden moet verstaan worden als een aanmoediging voor een herziening der ver dragen langs vreedzamen weg." Voor zoover z(j onaf hankelijk is, heeft de Poolsche openbare mee ning ten aanzien van de jongste gebeurtenis sen in Dantzig een volkomen ondubbelzinnig standpunt ingenomen, schrijft een van de cor respondenten van de N. R. Crt. aan zijn blad, dat ook op massa-vergaderingen tot uitdruk king is gebracht, waarin tegen een besnoeiing der rechten van Polen en tegen nationaal- socialistisch geweld in Dantzig verzet werd aangeteekend. De houding der officieele krin gen blijft echter weifelend en in de regeerings- pers vindt men steeds weer de these terug, dat de strijd in Dantzig een interne kwestie is, die Polen niet aangaat een these welke men korten tijd scheen te hebben verlaten. Verder nog dan de regeeringspers gaat het orgaan van de conservatieven van Wilna, de Slowo, die ronduit voor concessies aan Duitschland pleit. De hoofdredacteur van dit blad, de gewezen senator der regeeringspartij Mackiewicz, die thans het tafellaken tusschen zich en de saneeringsgroep heeft doorgesneden en een bekend germanophiel is, verklaart in een artikel, dat Polen ten opzichte van Dantzig moet trachten, met Duitschland tot een schikking te geraken. „Een breede politiek zoo schrgft hg, is zonder concessies ondenk baar." Met de betoogingen is Mackiewicz het allerminst eens: dengenen die ze op touw zetten, geeft hij een politieke les: „Die men sen, die onze betrekkingen met den nabuur bederven, met wien wij een 1912 kilometer lange gemeenzame grens hebben, verbeelden zich, dat zg met hun resoluties de positie van Polen versterken. Onze relaties met Tsjecho- slowakije en Rusland zijn slecht, met Roe menië zijn ze niet buitengewoon goed, met Lithauen zijn ze miserabel, en nu kunnen wij er ons op verheugen, dat we het ook nog met Duitschland verkerven." Volgens Mackiewicz zgn voornamelijk de Joden verantwoordelgk voor de anti-Duitsche campagne, want hun komt een actie tegen Hitier uitsluitend ten goede. Zoowel in regeerings- als in oppositioneele kringen heeft deze verklaring van Mackie wicz een bijzonder pijnlijken indruk gemaakt: de nazi-pers, die anders niet gewoon is bg- zonder veel aandacht aan Poolsche persstem men te besteden, nam haar echter met woor den van waardeering grif over. Zeer beslist en zeer duidelijk is de houding van de nationaal-democraten: elke beknotting van zijn rechten in Dantzig behoort voor Polen een casus belli te zijn. Voor de Verdedi ging van die rechten mag men voor het radicaalste middel, dat wil zeggen voor het gebruik van de wapenen niet terugschrikken, en een regeering die in een verkleining van het Poolsche staatsgebied mocht toestemmen, zou geen 24 uur lang meer aan het bewind mogen big ven aldus het nationaal-democra tische hoofdorgaan. Reuter weet te melden, dat volgens uit Berlijn en Rome ontvangen berichten, het zeker is te achten, dat Duitschland de uit- noodiging om deel te nemen aan besprekingen van de Locarno-mogendheden aan zal nemen en dat Italië zeer waarschijnlijk eveneens de uitnoodiging zal aanvaarden. Italiaansche reacties op de rede van Eden. In officieele kringen te Rome merkt men op, dat Eden in zgn rede voor het Lagerhuis blijk gaf van een groot gevoel voor de reali teit, door toe te geven, dat het niet mogelijk was te bouwen in Europa zonder de mede werking van Italië. Men acht de formuleering van Eden van de opzegging van de garanties in de Middellandsche Zee, vaag. Indien men echter deze garanties inderdaad opheft, dan kan men zeggen, dat een van de grootste en meest onsympathieke hinderpalen, die Italië na de opheffing van de sancties tegen dit land in den weg stonden aan nieuwe medewerking bij de internationale besprekingen, uit den weg is geruimd.De rede van Eden heeft de Italiaansche regeering in staat gesteld om te bestudeeren hoe en in welken vorm zij op nieuw haar medewerking aan het Europeesch concert zal kunnen verleenen. Zoo lang men deze kwestie nog in onderzoek heeft is er niets te zeggen omtrent de houding van Italië. Op S November a.s. Baldwin heeft Dinsdag meegedeeld, dat het Lagerhuis aan het einde van deze week onvoorziene omstandigheden voorbehouden tot Donderdag 29 October op zomerreces zal gaan en op 3 November dan weer in plechtige bijeenkomst door den Koning zal heropend worden met zgn eerste troonrede. In de Parijsche Soir zet Bertrand de Jouvenel zijn relazen uit de voorhoede der noordelgke troepen van Mola's leger voort. De omstandigheden voor reportage zijn niet gunstig, want hg moet zijn verhaal schrijven bij het licht van een kaars, die in een sar- dinenblik is geplant tusschen millioenen vliegen. En af en toe krijgt hij een geweer loop in rug of ribben, want oorlogscorrespon denten staan er zooals steeds in kwaden reuk. De rebellen behooren volstrekt niet allen tot dezelfde politieke formatie. Hij onder scheidt, roodmutsen, blauwhemden en leger: requeces, phalance en ejercito. De eerste twee categorieën zijn de militie, die al vóór het uitbreken van de woelingen bestond en die een maand geleden een verbond met de „generaals" aanging. De monarchistische roodmutsen kent hij het best. Zij voeren de oude Spaansche kleu ren, rood en goud, en noemen zich traditiona listische carlisten. Hun carlisme berust op het begrip van eer; bij hen vindt men vele intellectueelen. Niet aldus de blauwhemden. De Phalanche is gesticht door Jose Antonio Primo de Rivera tot bestrijding van het marxisme. Dagelijks leverden ze straatge vechten, deshalve hun hoofdman al vóór de rebellie gevangen is genomen. Men weet niet, wat van hem geworden is en vreest, dat hij over de kling is gejaagd. Zij kunnen als fas cisten beschouwd worden. Als de beweging het wint zullen ze zich niet achteruit laten dringen. Jouvenel geeft daarmee evenals andere kenners en ooggetuigen van den opstand, te kennen, dat na een beslissing, om het even ten voordeele van welk partij, de overwin naars elkander onderling in de haren zul len vliegen. In de steden bezet door de opstandelingen worden de aanhangers van de regeering in massa's geëxecuteerd. „Wij hebben de strenge instructie ge kregen", aldus een lid van het vreemdelingen legioen tot een correspondent van Reuter, „geen gevangenen te maken, maar alle com munisten een kopje kleiner te maken". Generaal Franco zou verder het bevel heb ben gegeven om alle mannelijke verwanten en manschappen aan boord van aan de regeering trouw gebleven oorlogsschepen in gijzeling te nemen. Wanneer deze manschappen zich niet willen overgeven, zullen de verwanten worden geëxecuteerd. Spaansche opstandelingen en leden van het vreemdelingenlegioen hebben na een gevecht te San Roque, de huizen doorzocht, waar zg een zestigtal leden van het Volksfront hebben aangetroffen. De volksfronters zijn later ln het openbaar in groepen van tien terecht gesteld. De Spaansche minister van binnenlandsche zaken heeft Dinsdag over den radiozender te Madrid aangekondigd, dat de regeering stroepen thans een offensief van grooten omvang heb ben ingezet om algeheel met de opstandelingen af te rekenen. Nu de ring om Madrid ver broken is, verwacht men een wellicht be- slissenden strgd om Saragossa. Er liggen daar tien regimenten der opstandelingen, die men rekent tot de beste uit Spanje. Zg be zetten een strategisch gunstige stelling en zgn bovendien uitstekend gewapend. Sara gossa is ook het eenige garnizoen in Spanje, dat met tanks is uitgerust. Reeds sedert de tweede helft van de vorige week hebben zich afdeelingen regeeringstroepen uit Barcelona naar dit punt begeven en de laatste dagen zijn ook troepen uit Madrid derwaarts ver trokken. Inmiddels wordt ook van het front in de Siërra de Guadarrama nog iets vernomen. Daar heeft naar Reuter meldt een afdee- ling Guardia de Asalto een groot munitie depot der opstandelingen in de lucht doen vliegen. Vliegtuigen hadden de plaats opge spoord en nadat de divisie zich verdeeld had, bes' jrmden zij van vier zijden den berg, waarop het depot gelegen was en slaagden erin onder een regen van kogels het op te blazen. Twee gardesoldaten werden gedood en 11 gewond. In het Noorden heeft de regeering een succes behaald door de inneming van de kazerne Loyola bg San Sebastian, die beschouwd werd als de haard van den opstand in de provincie Guipuzcoa. De officieren, die zich daar hadden verschanst, zijn gevangen genomen. Telegram men uit Burgos, het hoofdkwartier van gene raal Mola, maken daarentegen melding van eenige overwinningen op de regeeringstroepen bevochten. De toestand te Barcelona verbetert dagelijks. Aan de plundering en daden van persoonlijken wraak, welke in de eerste dagen voorkwamen, is door den bewakingsdienst van de regeering en de roode militie een einde gemaakt. Dinsdag zijn op het vliegveld te Barcelona vgf jacht vliegtuigen en een bommenwerper aangeko men, terwijl ook te Lerida vgf nieuwe toe stellen zgn aangekomen, zoodat in totaal 15 toestellen gereed staan om Saragossa aan te vallen. Engelsche vliegtuigen te Bordeaux vastgehouden. Vier Fokker-vliegtuigen, die op het vlieg veld van Bordeaux geland zijn en die uit Engeland kwamen onderweg naar Lissabon, worden tot nader order op dit vliegveld vast gehouden. Aan boord is geen enkel verdacht voorwerp gevonden. Volgens welingelichte kringen zullen de toestellen weer kunnen ver trekken, wanneer de gebruikelijke verificaties geschied zgn. ANNO 1755 ECHTE FRIESCHE HEE REN-BAAI en BAAI-TABAK Van de fronten valt geen nieuws te mel den. Uit de berichten krijgt men echter den indruk, dat de regeering velt wint. Zij zet thans aan drie fronten hare operaties voort. In het Zuiden trekt een afdeeling op naar Sevilla. Volgens berichten uit Madrid zou de electriciteits- en watertoevoer van dit hoofd kwartier der opstandelingen in het Zuiden, door de regeeringstroepen zgn afgesneden. In het Noorden marcheeren versterkingen der regeeringstroepen op naar Saragossa. Verder van Madrid uit naar het Guardarma- gebergte. De gevechten tusschen opstandelin gen en regeeringstroepen duren daar voort. Volgens een vertegenwoordiger van Havas, die zich ter plaatse heeft begeven, ligt de vuurlinie thans op een afstand van 40 km van Madrid. Om grensincidenten te vermijden zouden de rebellen er verder van hebben afgezien Irun, vlak bij de Fransche grens gelegen, te Bombardeeren. Te Madrid en Barcelona is alles rustig. Strenge maatregelen. De minister van binnenlandsche zaken heeft Dinsdag nog bekend gemaakt, dat een zeer strenge straf zal worden toegepast op hen, die zich schuldig zullen maken aan misdrijven tegen het leven of het eigendom van anderen. De overtreders zullen worden beschouwd als vijanden van den Staat. Fransch schip door Spaansch vlieg tuig gebombardeerd. De Matin publiceert een telegram uit La Rochelle, volgens hetwelk de gezagvoerder van het stoomschip Saumur aan zgn reeder den burgemeester van La Rochelle, heeft medegedeeld, dat het schip, dat met een lading stukgoed onderweg was van Algiers naar Bordeaux en La Rochelle, gistermiddag in de Straat van Gibraltar door een Spaansch vliegtuig is gebombardeerd. Vier bommen zijn in de nabijheid van het schip gevallen, twee op 50 meter afstand. De reeder zal bij het ministerie van buitenlandsche zaken een protest indienen. WEER 200 LEGIOENSOLDATEN NAAR SPANJE. Naar uit Gibraltar wordt gemeld, zijn 200 leden van het vreemdelingenlegioen uit Ceuta te Algeciras aangekomen. GEZANTSCHAPSRAAD TE LONDEN AFGETREDEN. De gezantschapsraad van het Spaansche gezantschap aan het hof van St. James is afgetreden en met onbekende bestemming naar het vasteland vertrokken. Een speciale correspondent van de News Chronicle heeft in Tetoean een onderhoud ge had met generaal Franco, den leider van de Spaansche rebellen. Wij laten zgn verslag hier onder volgen: Op mijn vraag: „Hoe lang moet de slachting voortduren, nu uw coup zijn doeleinden ge mist heeft?" antwoordde hij kalm: „Er kan geen compromis, geen wapenstil stand zijn. Ik zal voortgaan met de voorbe reiding van mijn opmarsch naar Madrid". „Ik zal opmarcheeren, schreeuwde hij, ik zal de hoofdstad nemen. Ik zal Spanje van het mar xisme redden, het koste wat het kost". Ik vroeg hem, of niet de positie van schaak mat bereikt was. Hg keek me aan met wat naar mijn overtuiging eerlijke verbazing was en zeide: „Neen. Ik heb tegenslagen gehad. De afval van de vloot was een slag, maar ik zal blijven opmarcheeren. Spoedig, heel spoedig zullen mijn troepen het land en dit alles (hij wuifde met zijn handen in de richting van Spanje) tot rust gebracht hebben. „Zij" (de regeeringstroepen) vechten tegen Spanje en wif vechten er voor. We zullen triomfeeren en het land tot rust brengen". Vraag: „Dat beteekent, dat u half Spanje zult moeten doodschieten?" Generaal Franco schudde het hoofd. Hij schudde het hoofd, ongeloovig glimlachend, maar zeide: „Ik herhaal, tot iederen prijs". In een gesprek, dat meer dan een uur duur de, repte hij ook van eenige internationals gevaren van dezen burgeroorlog. „Frankrijk, zeide hij, heeft reeds wapens ge leverd aan haar zuster-Volksfrontregeering", Het ongeloof was mij aan te zien. „Neen, geloof me, zeide hij. Frankrijk heeft 25 vliegmachines en 12000 bommen gestuurd, om tegen ons te gebruiken. Europa, zeide hij, moet inzien, dat het niet kan gedoogen, dat Spanje een tweede communistische mogendheid ln Europa wordt, van zijn strategische positie gebruik makend om „roode" propaganda te verspreiden in Marokko, Algiers, Tunis en zelfs Amerika. De mogendheden moeten dat in zien. Frankrijk moet het inzien". „Queipo maakt in zijn onnavolgbare radio berichten uit Sevilla, er toespelingen op, dat Duitsche en Italiaansche interventie mogelijk te". Inlichtingen WACO, Kanaalweg 137, Den Helder - Tel. 773 FEUILLETON UIT HET ENGtLSCH DOOR 19) „U mag Missie Barrington lijden?" „Ja," antwoordde de zendingsarts. „U mag haar héél erg graag lijden?" „Ja." „U maakt haar uw vrouw?" „Misschien," zei Forsyth zacht, en hij voelde dat het hloed hem naar de wangen Steeg. „Dan moeten we deksels vlug zijn. Bren gen haar nu naar Li Weng-Ho's Yamen in Pi-Chow, dagreis van hier. De Taot'ai, hij Bal daar komen, en dan „Probeeren',, hernam de Chinees met een gebaar van Oostersch fatalisme, „maar als de mandarijn ons te pakken krijgt, dan doodgaan heel langzaam, weet U?" „Dat risico durf Ik op me te nemen, Ching. Maar hoewel ik heel blij zal zijn met je hulp, Wil ik je toch niet in gevaar brengen." „Niet bang voor gevaar," was het prompte antwoord. Ik Li Weng-Ho wat betaald, Setten." „Wat bedoel je, Ching?" „Geef Uw hand," verzocht Ching kort. De dokter strekte zijn hand uit, die door den Chinees van voren in zijn los gewaad ge leid werd. „Voelt u, Dokter Forsyth?" Dwars over de borst van den zoon van het Hemelsche Rijk ontmoette de gevoelige hand van den medicus eenige groeven, die wel niets anders konden zijn als litteekens van oude wonden. „Ja," zei hij, „je schijnt daar gewond te zijn geweest." Ching liet een kwaadaardig gebrom hooren. „Nu met uw hand andere kant op langs schouders." Forsyth gehoorzaamde en ontdekte een nog veel grooter aantal litteekens, kris en kras door elkaar loopend. „Dat de mannen van den Mandarijn ge daan," legde Ching uit, „met hun messen, toen ik een kind, terwijl Weng-Ho erbij zit en lacht en vraagt, ik hem zeggen waar mijn vader zijn geld. Eerst niets zeggen maar later te veel pijn en toen vertellen. Toen al mijn vaders geld gestolen en hij zelf ver dronken in de rivier en ik alleen gebleven met mijn broer en die nu ook weg is. Maar eens krijg ik Li Weng-Ho." Een hartstochtlooze woede sprak uit Ching's stem en Forsyth was menschenken- ner genoeg, om te begrijpen dat over of tegen dergelijke primitieve gevoelens niet te rede neeren viel. Hij vroeg dan ook alleen maar: „Dus je gaat met me mee, Ching? Je wilt me helpen om Miss Barrington te redden „Ja, dokter Forsyth." „Ken je de streek hier?" „Nee, hier nooit geweest." „In Pi-Chow ook niet?" „Nee." „Ze hebben Miss Barrington meegenomen, door dien bergpas tusschen de gindsche heu vels; lk vermoed, dat dat de weg is naar de Yamen van Pi-Chow. Zoodra de maan op te, moeten we langs dat pad..." „Neen, niet het pad tusschen de heuvels. Dat is niet veilig, dokter. De mannen van de jonk zoeken dat pad af en zullen een man sturen achter Ah-Yeo aan, die bij Missie Barrington is, om hem te zeggen, U ge vlucht. Als zij ons in de gaten krijgen, zij niet zullen rusten tot wij dood, want Li Weng-Ho zal als duivel zijn, als hij hoort U ontsnapt. Wij moeten over de heuvels en daarom wachten tot de maan op is." „Over de heuvels." Toen de dokter de woorden herhaalde, keek hij omhoog. Een flauw schijnsel lichtte van den hemel en daartegen stond de schaduw van een zich ver uitstrekkenden heuvelrug afgeteekend, terwijl verderop een getande lijn den indruk wekte, dat het landschap daar weer onderbroken was. „Wanneer het zoo slecht is, als het van de rivier af scheen, zal het een heele dobber zijn, Ching." Ching knikte bevestigend, maar op hoop voller toon voegde hij er bij: „Langs dezen weg zullen wij eerder bij de Yamen zijn dan Missie Barrington." Dick Forsyth betwijfelde dit weliswaar eenigszins, maar hg gaf geen uiting aan dien twijfel en zij bleven zitten wachten tot het schijnsel boven de heuveltoppen helderde zou worden. Plotselnig zei Ching: „Nu vertrekken wij." Forsyth keek naar den heuvel, die grim mig en angstaanjagend voor hem lag en even dreigde de moed hem te ontzinken. Die rots achtige hoogte te beklimmen in het scheme rige, bleeke maanlicht leek een onmogelijke taak, maar geen poging, hoe zwaar ook, mocht onbeproefd blijven en met de tanden op elkaar, volgde hij Ching. Aanvankelijk leverde de tocht geen bij zondere moeilijkheden op. Zij strompelden langs een smal, ruw pad, niet veel meer dan een spoor, dat door het gesteente en het struikgewas slingerde, steeds omhoog. In minder dan een half uur bracht het hen onder aan een steile kalksteenrots en begon toen weer naar beneden te kronkelen. Ze verlieten het pad, beraamden middelen om de klip te beklimmen en ontdekten een smalle maar haast rechte kloof, een soort schoor steen, die het hun wellicht mogelijk maakte, zich naar boven te werken. Het kostte hen drie kwartier van haast bovenmenschelijke In spanning eer zij natbezweet en hijgend den top bereikten en zich in het ruige gras kon den laten neervallen. „Ik vlugger in de mast kan klimmen," merkte de Chinees droogweg op. Na een korte rust trokken zij weer voort en een moment later ontsnapten ze ternau wernood aan een gorot gevaar. Toen ze over een uitstekende rotspunt klauterden, brok kelde een stuk daarvan af, waardoor Ching bijna van de zoo juist met zooveel moeite bestegen rots naar beneden zou zijn gestort, als Forsyth hem niet met inspanning van al zijn kracht op het fatale oogenblik vastge grepen had. Een stuk echter belandde met groot geweld in het kreupelhout beneden, waar het ln aanraking kwam met een groote losliggende kei en die met donderend lawaai den heuvelrug deed afbolderen. Direct klonk een geweerschot, en nog een, en nog een. „Liggen Ching," commandeerde Forsyth, terwijl hij sprak zichzelf op den grond wer pend. Een minuut of vijf bleven ze liggen wach ten, totdat Ching fluisterde. „Zien ons niet. Schieten op het geluid. Het geluid ons verraden." Dat leek heel aannemelijk, en alle voorzich tigheid vergetend, stond Forsyth op. De witte kalksteen achter hem baadde zich ln het maanlicht. Zijn gestalte in Wang Hi's blauwe wambuis moest zich voor de oogen van iedereen die van beneden opkeek hebben af geteekend als een silhouet, en dat hij ook werkelijk gezien was, verried een geweer kogel die tegen den rotswand te pletter sloeg, terwijl ergens links een kreet langs den heuvelwand weerklonk. Hun vervolgers waren hun op het spoor en zonder zich ook maar een seconde te beden ken, zetten ze zich opnieuw in beweging om naar boven te ploeteren. Een teboscht plekje bood eenige dekking en daarin verscholen zij zich haastig. Daarachter doemde wederom een uitgehold pad op en onder het rumoer van kreten en geweerschoten achter hen, holden zij daarlangs voort. Het pad leidde rond een tweede enorme kalksteenrots, en eenmaal aan den achter kant waren zg veilig voor bespieding en de dreiging van de geweren. Buiten adem werk ten zij zich omhoog, zich vastklemmend aan struiken, moeizaam voortschuifelend over gladden steen, langs levensgevaarlijke pun ten, waar een misstap een val van minstens vijf honderd voet beteekende. De krankzinnige vlucht in het maanlicht met de daaraan verbonden adembenemende risico's, liet bij Dick Forsyth slechts ver warde indrukken achter het was als een onwezenlijk, benauwend vizioen; maar na het geen hem urenlang zwoegen, met het ge voel alsof er Iets in hem zou barsten toescheen, gaf Ching, die voorop liep, een schreeuw van vreugde en gelgk met hem komend, bemerkte de zendingsarts dat ze den kam van de rots bereikt hadden en dat 'n klein plateau voor hen lag, een eenzaam en verloren brok wereld ln het witte licht. Ze waren beiden doorweekt, niet alleen met rivierwater, maar ook met het zweet hunner poriën en beider adem ging zwaar en hijgend van volkomen uitputting. Een oogenblik ston- den zij te luisteren maar ze hoorden geen enkel geluid behalve het ritselen van den wind door het gras dat op den heuveltop groeide. „In orde," grijnsde Ching. „Kerels van den mandarijn vinden ons niet." Nauwelijks weer 'n weinig tot zich zelf gekomen begonnen zij het plateau over te steken, in langzaam tempo, want de laatste uren hadden heel wat van hun krachten ge vergd. Onder het loopen werden hun schan duwen geleidelijk aan langer, de maan ging schuil achter den heuvelrug en op het ge- twinkel der sterren na, werd het thans ge heel donker. Toen zij den tegenovergestelden rand van het plateau naderden, bewogen zij zich met groote omzichtigheid voort en het was hun geluk, dat zij die voorzorg namen, want plotseling ontdekte de dokter, die nu voorop ging, iets dat hem met een waar schuwenden kreet een paar passen achteruit deed deizen. Ching kwam naast hem en ke 2'<t in de richting waarin Forsyth wees. Ver beneden hen, als glimwormpjes, glin sterden brandende lantaarns en door de duisternis klonk het geluid van een bel tot hen door. Ofschoon hij niets kon zien als den vagen schijn der lampen en niets hooren ala het harmonisch gelui van de bel, begreep dr. Forsyth onmiddellijk de beteekenis van beide. „Daar beneden is een klooster, Ching, en als ik het niet heel erg mis heb, ligt het zoo wat duizend voet vrijwel recht onder ons." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 1