Abonneert op dit blad Gemeenteraad van Den Helder. 4 De Raad aanvaardt de Centrale Werkplaats voor jeugdige werkloozen. Ook de cursus tot opleiding van dienstmeisjes komt er, terwijl het machinisten-onderwijs aan de Zeevaartschool gereorganiseerd wordt Stadsnieuws TWEEDE BLAD Koninginnedag 1936. Visscherij Eindeloos debat over uitbaggering van het Kanaal en de Begraafplaats- uitbreiding, welke voorstellen nochtans met 2 stemmen tegen door den Raad geaccepteerd worden. 1 LIJKT OVERDREVEN! UWELIER BEEMSTERBOER JtocA i-fwt Jtocfi zet. Met de 5oïahon naaf Jloaïwegen Lichi op voor alle voertuigen. Donderdag 30 Juliuur Vrijdag .31 21.22 uur Bhet op 29, 30 Juni en 1 Juli jj. ge houden examen in het boekhouden van de Vereeniging van Leeraren in de Handels wetenschappen, slaagden onze stadgenooten mej. C. van Nimwegen en de heeren A C van Dijk, J. ter Wal en C. Koorn, alsmede de heer P. J. Bruul te Wieringen, allen leerlin gen van eij heer J. Boon, Leeraar M. O. boek houden, alhier. Evenals reeds meerdere malen, is ook dit jaar in het door de besturen der Chr. en Alg. Oranjeverenigingen samengestelde program ma voor de feestelijkheden op 31 Augustus a s. een zanguitvoering en kleppermarsch op genomen Voor jongens en meisjes, onder lei ding van (jen heer Joh. Asma. De oefeningen hebben reéds een aanvang genomen. Het wil ons voorkomen, dat de advertentie, waarbij de, kinderen 14 dagen geleden werden opgeroepen, niet door aUen is gelezen. Het aantal deelnemers kan ten minste veel groo- ter zijn. Vooral was het aantal jongens klein in verhouding tot de meisjes. In dit nummer is nogmaals een advertentie geplaatst, waarin jongens en meisjes, die zich nog niet hebben aangemeld, doordat ze waarschijnlijk de vorige advertentie niet hee lden gelezen, zich a.s. Zaterdag kunnen aan melden. De oefeningen worden gehouden van vier tot half vijf des namiddags. Jongens' en meisjes, we noodigen Jullie allemaal uit om mee te doen. De zaal van den R.K. Volksbond is groot genoeg, zoodat je niet bang behoeft te zijn dat je er niet in kunt. De heer Asma vindt het heel prettig als er een groot aantal kinderen komt en hij maakt het je heel gezellig. We doen tevens een beroep op de ouders om hunne; medewerking te willen verleenen door hunne kinderen tot deelname aan te sporen. Allen zrjn welkom, zonder onderscheid van richting. 1 NAAR SCHOORL EN BERGEN. In een advertentie in dit nummer wordt bekend gemaakt dat a.s. Zondag een extra reis per E.S.O.N.A. gemaakt zal worden naar Schoorl en Bergen. Vertrek 8u. Binnenhaven. Men zie de advertentie. Dat nu en dan ook nog wel aardige be sommingen worden gemaakt, moge blijken uit het resultaat, hetwelk de IJmuider trawler „Schoorl" IJM 39 had, die Maandag aan de markt was en meest Hake had ge vangen, waarvoor 92 per kist van 125 kilo werd gemaakt, hetgeen zijn besomming bracht op 5710. Zoo'n reis zet meteen wat zoden aan den dijk. Een Katwijker logger maakte een besom ming van ruim 1400. De versche haring was iets hooger in prijs. Er is dit jaar veel meer pekelharing aan gebracht dan verleden jaar. Tot heden kwamen te Scheveningen bin nen 134 loggers met 2043 last tegen verleden jaar 86 loggers met 1195 last. Dat is dus aanmerkelijk meer en ook te Vlaardingen wordt veel meer aangevoerd dan verleden jaar. Voor de visscherij en de talrijke neven- bedrijven is dit een gunstig verschijnsel. In de N.R.Ört. wordt uit Oost-Indië mede gedeeld, dat de visscherij daar zooveel con currentie ondervindt van de invoeren uit Japan en Siam. Groote hoeveelheden gezouten visch worden er ingevoerd tegen prijzen, waartegen niet valt te concurreeren, zoodat de inheemsche visscherij groote schade onder- Vindt. In Siam worden door den vloed zooveel yisschen de rivieren opgestuwd, dat men zon der veel moeite en met heel eenvoudige mid delen er groote kwanta van weet te bemach tigen, dei dan in gezouten staat voor een deel naar ons Indië worden gezonden, waar ze gretig aftrek vinden. Wat betreft de vernietiging van de wol- handkrab door middel van electrocutie, waar mee proeven zijn genomen, is nu door het Prov. Electrisch bedrijf in Friesland kunnen worden vastgesteld, dat de paling met een lager voltage stroom reeds zou zijn bezweken vóór de wolhandkrab er last van heeft, zoo dat het uitgesloten mag worden geacht, dat de wolhandkrab door middel van electrocutie zal zijn te vernietigen, want niet in de eerste plaats zou de krab het slachtoffer worden, doch de paling, hetgeen niet de bedoeling is. De Urker Noordzeevloot heeft de vorige week het bedrijf geregeld kunnen uitoefenen Doordien de vischprijzen aan den hoogen kant waren, heeft de vloot over het geheel goede besommingen kunnen maken. Die voor Scheveningen tot IJmuiden visch- ten hadden besommingen van 80 tot 100; die van Texel tot Terschelling van 180 tot 270 en de snurrevaadvisschers van 300 tot 400. De snurrevaadschepen vischten ver van de kust, waar ze goede vischplaats hadden ont dekt. In het IJselmeer vangt men veel klein soort aal, die natuurlijk niet den prijs kan op brengen van de grootere soorten. Vaak vol doet de aal niet aan de minimummaat, zoo dat men dan genoodzaakt is ze over boord te zetten. Het besommnigsresultaat is daardoor dan ook ongunstiger. VERGADERING VAN DE VISCHHANDELS VER. „DE EENDRACHT" TE AMSTERDAM OP DINSDAG 28 JULI. De Voorzitter sprak over de gebeurtenissen van de Vischmarkt te Amsterdam, die verre van aangenaam waren en die met moeite weer in goede banen zijn geleid. De Ned. Bond van Kleinhandelaren in visch had de wenschelijkheid uitgesproken in de winkels der leden en op de karren der ven ters een bord te plaatsen, waaruit blijkt, dat deze lid zijn van dezen Ned. Bond. Het pu bliek weet dan dat het visch koopt bij den bonafiden handelaar, hetgeen voor den con current toch ook van waarde kan worden geacht. De samenwerking tusschen de Ned. Vis- scherij-Centrale en den Ned. Bond v. Klein handelaren is bijzonder gunstig. Dit dient ge waardeerd te worden en daarom wordt aan geraden de lijsten betreffende de enquête om trent de toestanden in de vischdistributie zoo juist mogelijk in te vullen. Ook wenschen omtrent verbetering in het visscherijbedrijf konden op de circulaire wor den aangegeven. De Voorzitter gaf een uitvoerige toelichting omtrent den steun, die aan de venters even tueel wordt verstrekt. Er is heel wat toe noodig geweest om de instanties, die daarover gaan, tot het inzicht te brengen, dat de visch- venters, vooral nu, in dergelijke slechte om standigheden verkeeren, dat steun onmis baar is. Zij, die nu worden gesteund, dienen hun ventvergunning in te leveren. De Voorzitter raadt aan, gezien de slechte omstandigheden in den Kleinhandel, om te gaan stempelen. Maar tevens wees de Voorzit ter er op om, wanneer ze willen gaan venten, dat ze dan in geen geval gaan stempelen of steun van Maatsch. Hulpbetoon accepteeren. Mocht de ventvergunning, indien men gaat venten, niet terug zijn ontvangen, zoodat of ficieel dus niet mag worden gevent, wel te gaan venten Mocht er een bekeuring volgen dan kan verwezen worden naar het stempellokaal, waar de ventvergunning gedeponeerd is, maar bovendien moet van zoo'n geval aan het be stuur worden kennis gegeven. De Commissie ingesteld voor de venters in al de vertakkingen is niet voldoende op de hoogte van de toestanden onder de vischven- ters. Daarom dient ook uit deze groep een Vertegenwoordiger in deze commissie zitting te hebben. De heer Hendriks, 2e voorzitter v. d. Ned. Bond v. d. Kleinhandel drong sterk aan op organisatie. Organisatie alleen zal maken, dat het ook voor de vischventers beter zal wor den. Dit is de eenige weg om er te komen. De voorzitter zegt, dat Hartog Wijnschenk de eenige consenten-houder van invoer van Deensche en Noorsche visch blijkt te zijn. Niet altijd wordt door hem gezorgd, dat er vol doende van deze visch aan de markt is. Nu schijnt, omdat de heer Hartog Wijn schenk niet geregeld gebruik heeft gemaakt van dat consent, deze nu niet meer over vol doende contingent kan beschikken. Er is een schrijven geweest uit Amster dam aan de Visschertj-Centrale om Har tog Wijnschenk grooter contingent toe te ken nen. Daaraan wil men wel adhaesie betuigen, maar dan de visch verkocht via den afslag. Van andere zijde stelt men voor, dat het contingent worde toegekend aan de Levens- middelenraad der Gemeente Amsterdam, zoo dat deze instantie de visch kan doen verkoo- pen via den gemeente-afslag. De Voorzitter zegt, dat dit wel niet bereikt zal kunnen worden, omdat de heer Hartog Wijnschenk importeur zal blijven. Er is een streven van den groothandel te IJmuiden om alle ingevoere buitenlandsche visch te doen afslaan te IJmuiden. Maar zoolang dit nog niet bereikt is, dient men te Amsterdam toch buitenlandsche visch te hebben. Aangenomen wordt een adres in te zenden aan de Visscherij-Centrale om het consent te verleenen aan den heer Hartog Wijnschenk, mits deze visch gaat via den gemeente-afslag te Amsterdam. Belangstelling der burgerij. Toen wij Dinsdagavond ten raadhuize arri veerden, bleek overduidelijk dat de burgerij van deze gemeente meegeleefd had met dat gene, wat er dien avond in de vroedschap te berde gebracht zou worden. De publieke tri bune was nagenoeg geheel vol met belang stellenden, iets, wat gezien de importantie der onderwerpen, geen verwondering mag baren. Toen burgemeester Ritmeester te ongeveer half acht de vergadering opende, bleek dat van de raadsleden afwezig waren de heeren Bot (C.D.) en Kraak (S.D.). Ingekomen stukken. De heer J. Bregman neemt zijn benoeming aan. Een schrijven was ontvangen dd. 21 Juli 1936 van den voorzitter van het Hoofdstem- bureau, aangewezen in artikel 34, 2e lid, fle^ Kieswet, houdende mededeeling, dat de beer J. Bregman zrjn benoeming tot lid van den gemeenteraad in de plaats van den heer J. Biersteker heeft aangenomen. Het voorstel tot het treffen van voorzieningen ter bestrijding van de nadeelige gevolgen der werk loosheid onder Jeugdige personen. De heer Steenlage spreekt; Het was de heer Steenlag (S.D.), die hierover als nummero één het woord voerde en mededeelde, dat hij niet in extenso op deze zaak zou ingaan, daar men het standpunt van zijn fractie kent. Heeft dit voorstel dan ook lang geduurd, voor het in den Raad ge komen is, het stemt tot voldoening, dat bét; nu eindelijk zoo ver is. ,j0. Natuurlijk zijn er punten in de bijlage, .al dus de heer Steenlage, die onze sympathie, niet hebben. Zoo bijv. daar, waar blijkt ü§,t voor alle jongelui de vergoeding gelijk blijft. Gaarne zou spr. gezien hebben, dat bijv. ver schil gemaakt ware tusschen de categorieën van bijv. 18 tot 20 en 20 tot 25 jaar. Nu be staat de kans, dat de ouderen later hiertegen zullen protesteeren. ii Evenwel, de S.D. fractie vond in de bijlage veel terug wat ook zij eens voorstelde en dat stemt vanzelfsprekend tot voldoening. Het bewijst ook, dat spr.'s uitlatingen indertijd toch niet zoo héél onjuist waren als de wet houder toen vermeende. j, Spr. besluit met nogmaals aan te dringen- zoo mogelijk den ouderen een iets grooter vergoeding te geven dan de jongeren. De heer Van Loo (V.D.), zegt dat ook zijn fractie verheugd is, dat het nu eindelijk zoo ver gekomen is, dat de jeugd aan het werk kan gaan. Natuurlijk zou ook hij gaarne sommige dingen anders gezien hebben, doch hier is sprake van iets, dat in een begin-sta- dium is en dat dus voor moeilijkheden komt. De praktijk zal dan ook wel het noodige leeren. Spr. hoopt inmiddels, dat men succes 4al hebben van deze voorstellen. De heer Schoeffelenberger (Opp.), ^ingt in het koor mede, dat er dan eindelijk ^en begin gemaakt kan worden, hoewel er op ^ommige plaatsten wel hiaten aan te wijzen iijn. Spr. had het beter gevonden als de toekom stige jongelui, die in de werkplaats zullen komen te arbeiden een, zij het klein, zakgeld zouden gekregen hebben. Nu gaan ze naar huis met leege handen. i Wat betreft de aanstelling van den alge- rjreenen leider, merkt spr. op, dat dit z.i. een \akman moet zijn. Volgens hem Is de voor gestelde alg. leider dat niet. j Na nog het een en ander gezegd te hebben Qver de slijtage van. kleeren. der jongelui en gezegd, dat ze deze bezwaarlijk kunnen dra- gen, zegt deze spreker, dat hij de werkwijze Van het college wel kan apprecieeren, doch lat hij vreest, dat het resultaat niet dat zal ijn, wat men er van verwacht. 'i De heer v. Zwijndrecht (C.-H.) deelt i lede, dat ook hij zich kan vereenigen met dit toorstql, doch dat hij het eens is met de hee ren Steenlage en Schoeffelenberger inzake de ^ergoeding, die voor jong en oud even groot is. Dit daargelaten heeft spr. evenwel lof voor datgene, wat hier ter tafel gekomen ls en juicht het hartelijk toe. De heer Biersteker zingt,, alvorens sjijn zeggen, mee in het aangeheven loflied óver dat, wat nu eindelijk een voorstel ge- Worden is. Spr. wil den Raad adviseeren: pak het met twee handen aan. Spr. dankt het College en in het bijzonder den voorzitter voor datgene wat thans een feit gaat worden. I Wethouder Smits antwoordt. De heer Smits toont zich verheugd over de algemeene goedkeuring, die dit voorstel bij de raadsleden mocht incasseeren en wijst eir op; dat het College dankbaarheid verschul digd is aan de vorige commissie, op wier arbeid men voort kon gaan, zöódat thans, zoo spoedig de zaak in kannen én kruiken kon komen. Wat 't verzoek om hoogere vergoeding be- treft merkt de wethouder op, dat hier geen sprake is van vergoeding voor gepresteerden arbeid. Als dat zoo was, ware er over te spreken. Hier wordt echter jongelui een ge legenheid geboden, datgene wat ze leerden, bij te houden en zoodoende op peil te blijven. Ze zullen zich dus steeds meer kunnen bekwa men. Daarom mag men hier dan ook niet spreken van vergoeding voor geleverden ar beid, en het in de bijlage genoemde bedrag geldt zuiver en alleen als tegemoetkoming voor kleeding. Daarbij komt, aldus spr., dat dit toch in wezen voor ons een proef is. Een proef, die nog moet bewijzen hoe zij zal uitloopen. In En toch Toch is het zoo, dat U een BCht zilVBrBB Horlogo van een wereldbekend merk nog beneden halven prijs kunt koopen. Wij ruimen op tegen BalanswaardB. Zilveren Eternavan f 40.— voor f 19.— Supra van 35.— f 16.50. UNIONvan 17.50 f 9.80. Dat is maar één voorbeeld. Er zijn nog tientallen andere buiten kansjes. Laat een ander U niet te vlug af zijn, door een dergelijk koopje voor den neus weg te grijpen. Un homma avarll en vaut daux. dit verband kan hij den heer v. Loo dan ook zeggen, dat, indien er gunstige perspectieven mochten komen, het in de toekomst welücht mogelijk zal zijn het bedrag voor vergoeding iets te vergrooten, doch hierover valt thans nog niets met zekerheid te zeggen en van een belofte kan eveneens geen sprake zijn. Spr. wijst er met nadruk op, dat de aan moediging voor de cursussen niet moet zijn de geldelijke overweging, maar de drang om van de straat te komen. Opdat men, als de toe stand anders wordt en er komt werkgelegen heid, men als volwaardig arbeidskracht in de maatschhappij kan terugkeeren. Wat de leiders-kwestie betreft, merkt spr. op, dat ook bij hen het doel moet voorstaan liefde te geven. Bij de keuze zal vervolgens gelet worden op personen, waarvan men kan verwachten, dat zij blij zullen zijn iets te kunnen verdienen. Het zullen geen „bazen" in de juiste beteekenis van het woord wor den, maar wel menschen, die de anderen voorthelpen. Wat de methode betreft, deze voldoet in tal van gemeenten in den lande uitstekend en heeft zich als absoluut doeltreffend bewezen. Hij is dan ook overtuigd, dat velen het werk met genoegen zullen aanvaarden. Wat de opmerking van den heer Schoef felenberger aanbelangt, als zouden de leiders volslagen vakmenschen moeten zijn, dit wordt doorspr. ontkend. Het is niet noodig dat voor iedere branche een volwaardig vakman noodzakelijk zou zijn. En wat den algemeenen leider betreft, de directeur van de reiniging en plantsoenen heeft genoegzaam bewezen zijn sporen op dit gebied verdiend te hebben, zoodat men met een gerust hart kan aan nemen, dat hij ook hier op zijn plaats zal zijn. De heer Schoeffelenberger (Opp.), weigert te gelooven, dat deze directeur de juiste man op de juist plaats is. Hij ontkent, dat deze van dergelijke zaken verstand zou hebben. De wethouder, wijst er nogmaals op, dat deze ambtenaar wel degelijk voor deze functie geschikt is, doch dat vanzelfsprekend Ge meentewerken de supervisie blijft behouden, daar waar dit noodig is. Men kan dan ook volkomen gerust zijn. De burgemeester. De Voorzitter, hierna aan het woord komende, ontkent eveneens, dat een alge meen leider nu ook van alle branches even veel verstand behoeft te hebben. Wat hij wél moet, dat is den jongelui interesse bij weten te brengen. Vervolgens wijst spr. er op, dat men hier inderdaad meer zal hebben te letten op de appreciatie dan op het geld, en dat, mocht het blijken, dat alles, hetwelk toch in feite nog in staat van geboren worden is, voor uit breiding vatbaar is, men later altijd nog te rugkomen kan. En als men dan meer geld noodig heeft en het is er, wel, dan komt het College weer bij den raad terug. Maar eerst moet men nu afwachten hoe deze zaak loopt. Voorstel zonder stemming aan genomen. Het voorstel, ten behoeve van genoemd doel een bedrag van 3550.beschikbaar te stel len. waarvan naar verwachting ongeveer 2450.van het Rijk zal worden terugont vangen en over te gaan tot het in gebruik geven van het gebouw aan den Dijkweg (de voormalige melkcentrale) aan jeugdige werk loozen als centrale werkplaats berekend tegen een huur van 416.per jaar wordt hier na zonder hoofdelijke stemming aanvaard. De uitbaggering van het Helder- sche kanaal en de uitbreiding der Algemeene Begraafplaats. Het College stelt voor: 1. te besluiten tot de uitvoering bij wijze 30 J u 1 iHet is opmerkelijk, dat, of schoon nu langzamerhand de heele wereld voor ons openligt als een driemaal overgelezen boek, hq die verre reizen doet nog altijd veel kan verhalen... Daar komt de heer Adriaan Schoevers, di recteur van het steno-instituut, van een we reldreis terug, en doet ons het wonderlijke ver haal van een ontdekking in het reeds uit den treure ontdekte Amerika: Op het leerprogram ma van enkele groote instituten in dat land zoo vertelt hg worden een paar uren in de week gewijd aan de kunst van de verzorging van het uiterlijk van de aanstaande typisten, steno-typisten, secretaressen en privé-secre- taressen. Ze leeren er, zich aangenaam te be wegen, gemakkelijk en correct op te treden, te spreken, te loopen, zich te kleeden, schmin ken en kappen. Een verzorgd uiterlijk is in Amerika num mer één, en in de lokalen, waar de jonge menschen in de elementaire wetenschap van dit alles worden ingewijd, hangen platen, dienstig als voorbeelden bij het onderwijs in het kappen, grimeeren-voor-dagelijksch-ge- bruik, enzoovoort. Het is goed, dat de heer Schoevers ons dit allemaal vertelt, want we hebben pas ver nomen, dat er in New York een half miUioen analphabeten zijn, en men krijgt daar toch weer een heel anderen kijk op, wanneer men bedenkt, dat die analphabeten zich misschien héél gemakkelijk en correct bewegen en met smaak gepermanent zijn, want iets van die algemeene beschaving zullen ze toch wel heb ben meegepikt; zooals die paar analphabeten, die w ij nog bezitten, in ieder geval een po- chette dragen en het verschil kennen tus schen Watt en half Watt op de film dan. De heer Schroevers heeft aan deze mede deeling de verzekering verbonden, dat hij er niet aan denkt, soortgelijk onderricht ook hier te lande in te voeren, en dat is nu wel erg jammer. Want wat heeft men aan een privé-secretaresse, die zonder fout een steno gram opneemt en uitwerkt, die zelfs uit en kele summiere notities eên goed gestyleer- den brief in elkaar zet, maar die de weer spannige pieken in haar nek niet in haar knoedel weet weg te werken? Wat is het nut van een typiste, die drie vreemde talen per fect beheerscht, nooit een fout maakt, iedere opdracht correct en intelligent uitvoert, en een onzekeren of oneleganten loop heeft Wat kunnen wij aanvangen met een secreta resse, die typt als een mitrailleur, zich ver heugt in een ijzeren geheugen, stipt is als de klok, zoo ordelijk als een vleeschgeworden archief, vriendelijk als een voorjaarszonnetje en toegewijd als een slavin, indien zij behept is met sproeten, of haar huid andere schoon- heidsfouten vertoont? Wij hebben eens een typiste gekend, die principieel in iederen zin een dozijn fouten maakte, alles systematisch verkeerd ver stond en tenslotte steeds volhield, dat wij verkeerd hadden gedicteerd. Maar zij deed het met een charme, met 'n vlotheid, met *n gemakelrjkheid... en zij schudde er bij met haar dartele krullen, en lachte zóó bekoorlijk met haar sierlijk aangezetten mond, dat wij ondanks alles beseften, de ideale werkkracht In haar te bezitten, die wij nóóit voor 'n an der zouden willen ruilen, bijvoorbeeld zoo één met 'n dragonderloop, of 'n onaangename kuch. En daarom moge de heer Schroevers zich nog eens goed bedenken!... van werkverschaffing van werkobjecten, te weten; a het uitbaggeren van het Heldersche Ka naal en de Molenvaart. b. uitbreiding van de algemeene begraaf plaats en daarvoor credieten te verleenen van res- pectievelijk 32.000.en 119.500.onder voorwaarde, dat door het Rijk voor de uit voering van deze werken een subsidie van on geveer 70 in de arbeidsloonen enz. wordt verleend; en tot vaststelling van de bij de stukken ge voegde begrootingswijziging, waarin een en ander geregeld wordt; 2. machtiging te verleenen om de noodige voorzieningen te treffen voor de uitvoering van de onder 1. genoemde besluiten. Het debat over deze kwestie, dat eenige uren duurde, werd aangevangen door de heer. Boogaard (S.D.), die er priori op wijst, dat zijn fractie niet afwijzend tegen werk verschaffing staat, doch dat er dan ook sprake moet zijn van werkverschaffing. Dit nu is volgens spr. hier niet het geval. Beide in de bijlage genoemde objecten behoo- ren thuis bij werkverruiming. Wat het Heldersche Kanaal betreft; reeds geruimen tijd geleden werd geklaagd over den toestand van dit water en het College geeft thans zelf toe, dat de scheepvaart belem merd wordt. Gezien dus de beide factoren, dat én de scheepvaart in het Kanaal gehandicapt wordt èn de stank voor de burgerij een kwel- Van onzen specialen verslaggever In Bergen zijn veel ouderwetsche gebou wen. Men moet niet vergeten, dat deze stad reeds in 1070 door koning Olov is gesticht. Nu is het een internationaal centrum, van waaruit vele rijke Amerikanen en Engelschen Noorwegen „doen". Daar wij de luttele uren, die wjj als Tara- kaneezen in Bergen doorbrengen, zoo goed mogelijk willen besteden, beperken wij er ons toe, de Mariakerken, die in 1180 gesticht zijn even te bezichtigen en gaan dan nog een kijkje nemen op de vischmarkt. Dan gaat het weer naar boord terug, daar het tijd wordt. Afscheid van de Noorsche meisjes. W(j z(jn een van de laatsten en de jeugdige 600 Tarakaneezen hangen over de reeling en roepen tegen de honderden Noorsche schoo- nen, het eenige Noorsche woord, dat ze blijk baar kennen en dat de Heldersche Courant- jongens nu reeds kunnen instudeeren: Yelskedai ik houd veel van je. Maar de Noorsche schoonen zijn te preutsch, knikken en wuiven en buigen alleen maar erg vriendelijk, maar ze geven geen draad „sjoege". Uit de patrijspoorten komt een jongenskop, met een saxophoon en begint te blazen van En overal en overal, Waar die meisies zijn, waarhij kan het schoone lied niet uit blazen, want een van de ondeugende rakkers, hoog boven hem, op de reeling, neemt een waschblik vol water en plons, giet zonder dat hij het bemerkt, zijn haren en zijn saxaphoon vol met ijskoud water. Haastig, onder daverend gelach en gegier, trekt de verschrikte en bedouchte serenade- brengende saxophoon-blazer zijn drijfnat lichaam en gevulde saxophoon binnenboord. De Noorsche meisjes gieren en van dat oogenblik van ontdooiing maak ik gebruik. Met twee groote scheepsroepers treed ik naar hen toe. Gut Troken aardige meisjes), zeg ik, en vervolg dan, wijl dit het eenige woord is, dat ik ken, maar verder in het Duitsch, ge mêleerd met Engelsch, Fransch, Hollandsch (lijkt ook wel een beetje op Noorsch) en ge barentaal; Roepen jullie beiden door deze scheepsroepers tegelijk: „Goede reis jongens en tot weerziens." Als ik het voor elkaar krijg en de twee Noorsche schoonen den scheepsroeper over geef, valt een doodsche stilte aan boord. Luide, klaar, helder, klinkt wat ik souf fleer: Goeie raise jonkens! en tot weersiens! Toen kregen ze een applaus bij open doek... En zoo voeren we weg. 't Wordt stormweer. Dien avond was aan boord groot gym- nastiekfeest. Er werden weer veel Holland- sche liedjes gezongen, maar toen ik boven op de brug kwam, toen wist ik, dat morgen het aspect op de Tarakan een ander beeld zou vormen. Een depressie was in aantocht en de Tarakan zou er leelijk mee in aanraking komen. Wijselijk kdoos de kapitein toen niet direct den weg door open zee, doch tot Kopvernich zouden wij tusschen de scheren blijven varen. Ik ga wijselijk naar mijn kooi, voordat ik door het rollen der golven heen en weer ge slingerd zou worden. Dien nacht werd ik meermalen wakker, door het geraas der golven, maar de Tara kan lag zoo vast als een huis. Van zeeziekte bemerkten wij niets. Het dek was als een slagveld. Stomverwonderd keek Ik dus, toen ik des morgens aan dek kwam. Alle jongens, die den vorigen avond nog zoo luidruchtig; „Yelskedai" tegen de Noor sche meisjes hadden geroepen lagen nu met bleeke, afgezakte gezichten op dek. Zijn Jullie zeeziek jongens, vroeg ik be langstellend? Een had nog humeur genoeg om te zeggen: Wel nee, meneer, niks hoor. Ik heb alleen maar twee maal mijn ontbijt gezien. De jeugdleiders, de heeren Kammeijer en Postma, gingen vergeefsch met oolrjke ge zichten rond, roepende door den megafoon met nadruk op corveeërs, eten halen.' De corveeërs lagen echter zelf in "katzwijm. Zelfs 's middags, toen ze aankondigden: Aan tafel jongens, feestdiner! Kippensoep en kippenvleesch! waren er maar weinig jongens die van het feestdiner genoten, maar die oolijke Heldersche kwartiermeester, de Jong, was reuze in zijn sas. Góje zoo, góje jongens, hoe minder kip jullie eten hoe meer d'r voor het scheepsvolk overblijft! Een beetje raar in de maag misschien, maar overigens fit, kwamen wij 's avonds, daartoe uitgenoodigd door den kapitein in de salon, waar vele leiders aanwezig waren. Een officieele afscheidsdronk. De kapitein bracht een dronk uit op den hoofdleider en leiders en bracht zijn dank voor de schitterende wijze, waarop deze Tarakanrels verliep. Jammer dat de zee een beetje roerig was geworden. Namens de leiders sprak de hoofdleider. Nadat nog uw speciale verslaggever, den kapitein, als vertegenwoordiger der Maat schappij Nederland, had dank gezegd, voor de schitterende ontvangst die hem vanwege den Passagedienst ten deel gevallen was, bleven we nog genoeglijk bijeen. Ieder die voor den bepaalden tijd den salon verliet, van wege een beetje „rarig" gevoel in de maag, werd achtervolgd door den kreet; Lafaard. Zelfs onze goedige scheepsdokter, de heer Lobel ontkwam er niet aan. Den volgenden morgen was alle leed allang weer vergeten en maakten de jongens alle maal weer grapjes over „gasteren" toen ze voor pampus lagen. Lange Jan komt In zicht. Nog korten tijd dan komt Holland in zicht. Nieuwediep is niet ver meer zegt de kapitein, we varen er vlak over en ja, als ik op de commandobrug een kijker neem, dan plots verschijnt recht tegenover me: Lange Jaap en de Watertoren. Nieuwediep! Voor slechts korten tijd heb ik het verlaten, maar door den grooten af stand dien wij hebben afgelegd, door de vele afwisseling ons geboden, is het net of w(j maandenlang weg zijn geweest. Nu gaat het snel langs de kust naar IJmuiden. Loods Dijkshoorn klimt langs een touw ladder aan boord en langzaam gaan wij het water van de hoogovens binnen. Langs het kanaal staan vele Hollandsche meisjes. Yelskedai roepen de jongens, overmoedig en toen de douane op den wal In zicht kwam( zongen ze allemaal, langgerekt in spreek koor: „Wij zijn niet bang". Nu dat behoefde ook niet, want ze hadden alle snuisterijen, die ze hadden gekocht, keurig netjes ingevuld en alles had een vlot verloop. Even later stonden we weer op Neder- landschen grond. En dit is het einde van het verslag van onze Tarakanreis. Ik benijd de Heldersche jongens die dezen schitterenden tocht nog in het zicht hebben. Een hartelijk woord van dank aan de Maatschappij Nederland, den kapitein, offi cieren en equipage van de Tarakan, alsook aan Passage- Financieele- en Civieledlenst, voor de heerlijke reis waarvan 600 jonge Nederlanders en vele ouderen hebben genoten. Wanneer het Nederlandsche volk ten volle besefte, wat hun jongens genieten, en nog wel voor zoo'n belachelijk bedrag, dan zouden er in Holland Tarakans te kort zijn. YVEL DLAWNURG.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5