Met "Vaca
A.6. A.VERSTEGEN t
JfocA
Jtocfi zot,
Stadsnieuws
TWEEDE BLAD
HELDERSCHE COURANT VAN DINSDAG n AUGUSTUS 1936
Naar Fjorden en Scheren!
Gereed voor de reis naar het Hooge Noorden,
Wij vermaken Uw oude
Gordijnen en verleggen
Uw Vloerzeilen tegen onze
bekende lage prijzen.
U kent toch ons devies:
Nergens beter,
Nergens goedkooper.
Geef dan Uw vacantie^adres even
op aan onze administratie en de
Heldersche Courant wordt U,
tegen vergoeding van porto-
kosten, toegezonden.
Denk er om ook Uw stads-adres
te geven.
Directie
Heldersche Courant
op
Licht op voor alle voertuigen.
Dinsdag 11 Aug. 21.02 uur
Woensdag 1221.00 uur
Voor het 7 en 8 Aug. j.1. te Haarlem ge
houden examen Handenarbeid slaagde de heer
G. Bak, leerling van de Kweekschool voor on
derwijzers, Hoofdgracht, alhier.
Voor de hoofdacte slaagde te Haarlem
onze plaatsgenoot, de heer W. A. Braakensiek.
Gisteren is te Haarlem geslaagd voor de
hoofdacte onze plaatsgenoot de heer G. Land
man.
Geslaagd te Den Haag voor Nijverheids
onderwijs acte Na onze plaatsgenoot, de heer
,W, W. Schoonhoven.
DE INDISCHE MAIL.
De speciale trein met passagiers en post In
aansluiting op het m.s. Johan de Witt zal
Vrijdagmorgen 10.02 te Amsterdam C.S., aan
komen.
INSCHRIJVINGEN HANDELSREGISTER.
'Anna Pa/ulowna.
Wijzigingen i
C. D. Prins, Zandvaart 36, kapper; overge
gaan aan J. A. van Vliet.
DE „ZEEAREND" IN ONZE HAVEN.
Zaterdagavond is het bekende jacht van den
heer Bruynzeel „De Zeearend", dat deelgeno
men heeft aan de bekende Oceaanrace, onze
haven binnengeloopen. Het jacht had zulk
gunstig zeilweer van Kiel getroffen, dat de
overtocht vlugger plaats vond, dan oorspron
kelijk verwacht was. De reis van Kiel, die
Ponderdagmorgen aanving en via Brunsbüttel
en Terschelling plaats had, had een buitenge
woon vlot verloop. Bij vroegtij, ongeveer 5 uur
In den ochtend, is de heer Bruynzeel Zondag
weer vertrokken.
3e ZOMER-CONCERT
te geven door de „Oranje Harmoniekapel", op
Vrijdag 14 Augustus. Directeur de heer J. W,
Jïertsworm.
1. Pslam 84.
2. Marsch, Groet aan Beek, H. Lureman.
8. Ouvert. Speranza, H. Delchevalerie.
4. Fant. Les Cloches de Corneville,
A. Loger.
B. Chanson Russe, S. Smith.
6. Ouvert. La poupée de Niirnberg,
A. Adam.
J. Souvenir du Dauphiné, L. Blémant.
Solist de heer H. Jongkees.
8. Fant. over motieven van Fr. Schubert,
Albert Floris.
9, Marsch, Officer of the Day, R. B. Hall.
NUTSSPAARBANK TE DEN HELDER.
Opgave uitsluitend betreffende de Nuts-
spaarbank te Den Helder, Polderweg 1 (tijde
lijk gevestigd Kanaalweg, naast het Postkan
toor), over de -naand Juli 1936.
Op spaarbankboekjes werd in den loop van
de maand ingelegd 198.903,68 en terugbe
taald 195.963.61. Derhalve meer ingelegd dan
terugbetaald 2.940.07.
Het aan inleggers verschuldigde kapitaal
bedraagt thans 2.810,083,93.
In de maand Juli werden 107 nieuwe spaar
bankboekjes uitgegeven, het aantal in omloop
zijnde boekjes steeg hiermede tot 9832.
Onder deze nieuw uitgereikte boekjes zijn
inbegrepen 17 boekjes voor jonggeborenen
(op deze boekjes plaatst de Spaarbank een
eersten inleg van 1.
De lediging van spaarbusjes in den loop
van Juli leverde een bedrag van 3.380,57 aan
kleine besparingen.
Het aantal in omloop zijnde spaarbusjes
bedraagt thans bijna 2200.
EEN ZONDERLINGE WATER-POLO
SPELER BIJ H.Z.V.
De stervende bruinvisch.
Zondagmorgen. Over het Marsdiep straalt,
o zonderling schouwspel van dezen zomer, een
vriendelijk zonnetje.
Op de plank en het terras van H.Z.V. staan
vele zwemmers en zwemsters gereed op dezen
zomerschen dag, weer eens extra van het
water tusschen de „hoofjes" te genieten.
Plots slaakt een juffrouw in badpak, een
kreet, strekt haar hand uit en roept met een
gilletje naar de golven wijzend: Kijk daar
een walvisch.
Langzaam, uiterst langzaam nadert een
groote „visch" het zwemterrein.
't Is een zieke, zegt Forrer de 2de bad
meester. 't Is wel een knaap van een dier
maar 't is geen walvisch, 't is een groote
zieke bruinvisch1), je zal zien hij zwemt naar
den wal om daar te sterven.
Forrer blijkt een kenner te zijn. De bruin-
visch doet niet, wat gezonde bruinvisschen
plegen te doen, onder te duiken en dan hoog
op te springen, doch blijft met den kop boven
water de zwemplank naderen. Langzaam
schuift het gladde groote dier over de
plank en strekt zich dan een zware staart
klapperende op de steenen uit.
Alle H.Z.V.-ers naderen het zonderlinge,
zelfmoordplegende dier.
Forrer tracht het tot betere gedachten te
brengen en probeert het weer in zee te
werpen, het dier van haar onzalige plannen
en hier roemloos als landrot te sterven af te
brengen. Het dier wenscht zijn laatsten adem
op het roemruchtige terrein van H.Z.V. uit te
blazen en nauwelijks is het weer in 't water
of langzaam zwemt het logge dier weer naar
de plank. Stuiptrekkend blijft het tusschen de
steenen liggen.
Minder en minder worden de staartbewe-
gingen... de kop gericht naar H.Z.V. ligt het
dier hulpeloos, te wachten op den dood.
Een hevige triling vaart door het dier, de
bruinvisch sterft.
Een eerlijk zeemans- pardon zeevischgraf
moet het hebben, zeggen de H.Z.V.-ers... en
plechtig wordt de doode bruinvisch met een
vlet buiten de pieren gebracht.
Een, twee, drie... overboord... de bruinvisch
rust op den bodem der zee.
i) Waarschijnlijk heeft men hier niet te
doen gehad met een „bruinvisch", doch met
een tuimelaar.
Tevens meenen wij, dat men het Zoölogisch
station een dienst had bewezen, door dit even
te waarschuwen, omdat men daar zeer waar
schijnlijk het dier gaarne had gehad voor
wetenschappelijk onderzoek.
Red. Held. Crt.
fc. .•-.w.w
j
De „Tarakanneezen" zyn Zaterdag
se] middag vertrokken.
Zaterdagmiddag, met den trein, welke om
II minuten over éénen onder de stationskap
Wegrijdt, is het gezelschap jongelui en zijn
8 leiders de groote reis naar het land van de
fjorden en scheren aangevangen. Zooals men
weet, maakt een gedeelte van het ongeveer
86-man sterke gezelschap de reis met de
„Tarakan" mede voor rekening van de Helder
sche Courant (bij wijze van premie voor het
aanbrengen van 7 nieuwe abonnê's) en het
andere gedeelte voor eigen rekening.
De reis ving onder zeer gunstige omstan
digheden aan. Het was alsof de zomer tot
dezen achtsten Augustus gewacht had om
Zich pas ten volle te doen gelden. De zon
bestraalde het vroolijke ploegje, dat zich reeds
.ver voor éénen op het Stationsplein bevond,
in spanning wachtend op de komst van de
leiders. Onze fotograaf stelde zich intusschen
In slagorde op en toen het gezelschap com
pleet was legde hij het op de gevoelige plaat
Vast. Zoodat we hierbij een indruk kunnen
reven van de vroolijke stemming waarin de
roep zich reeds vóór de reis aanving bevond.
Op het station werd met veel élan en even-
zoovele luidruchtigheid bezit genomen van
Ben aantal coupé's, waarvan de raampjes
toeteen opengerukt werden opdat de reizigers
fle hulsgenooten, die meegekomen waren, nog
zouden kunnen toespreken. De reizigers had
den allen schik in die gezonde Heldersche
jongens, die zoo'n mooie reis tegemoet gingen.
Toen de stationschef het sein tot vertrek gaf,
hief het geheele koor een daverend „Hoera"
aan en zoo lang wij den trein konden naoogen,
zwaaiden de jongens om beurten met hun
zakdoeken en enkelen zelfs met hun berg
stokken. De groote reis was aangevangen:
Tarakanneezen, veel pleizier!
De „Tarakan" te Nordheimsund
aangekomen.
Maandagmiddag deelde de S.M. „Ne
derland" ons mede, dat zij bericht heeft
ontvangen, dat de „Tarakan", het schip,
waarop de Heldersche Jongens een reis
naar het land der fjorden maken, na een
fraaien overtocht te Nordheimsund is
aangekomen.
De „Taraikan-ouders" kunnen dus ge-
J-ust zijn. Het is volgens de weerberichten
in het land der Vikings magnifiek weer en
dus zal de stemming hier wel mede in
overeenstemming zijn.
Van bootsmansleeirting tot eersten
magistraat van Koog aan de Zaan.
Eens de ziel der Heldersche afdeeUng
van de SD.A.P.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
is in zijn woning aan de Soembastraat op
65-jarigen leeftijd overleden de heer A. G.
A. Verstegen.
Met hem gaat heen een sociaal-demo
craat, die voor zijn partij in het algemeen
en voor de Heldersche afdeeling ln het bij
zonder opvallend veel arbeid verricht
heeft. Een merkwaardige carrière heeft
deze man gevolgd: van bootsmansleerling
werd hjj later burgemeester van Koog aan
de Zaan, in welke functie hjj zeer veel
ten voordeele van deze gemeente gedaan
heeft.
Het bericht van zijn verscheiden zal
door tal van Helderschen en Koog aan de
Zaners dan ook ongetwijfeld met groot
leedwezen ontvangen zijn.
A. G. A. Verstegen is 6 October 1870 te
Texel als zoon van eenvoudige ouders gebo
ren. Hij had een moeilijke jeugd als gevolg
van de armoede waarin zijn ouders verkeer
den. Eerst op zijn negende jaar ging hij de
Lagere school bezoeken, doch moest deze toen
nog veel verzuimen. Zijn ouders konden im
mers het schoolgeld niet betalen en zoo was
hij al spoedig genoodzaakt op eigen beenen
te staan. Op jeugdigen leeftijd kwam hij bij
de marine, waar hij het in den beginne niet
gemakkelijk had. Hij werd bootsmansleer
ling, doch verder heeft hij het althans bij
de marine niet gebracht.
In Januari 1897 richtte hij met 60 matro
zen (waaronder A. W. Michels) den Bond van
Minder Marinepersoneel op, welke later zoo'n
groote vlucht zou nemen en die zijn hoogte
punt bereikte, toen hjj bezit kon nemen van
het mooie en monumentale gebouw aan het
Julianapark, dat thans nog als het Marine-
bondsgebouw bekend staat. Als gevolg van
zijn streven voor dien Bond moest de heer
Verstegen den marinedienst verlaten, terwijl
zijn vriend Michels ontslagen was. We zien
hem daarna optreden als redacteur van het in
1901 opgerichte weekblad voor het minder
marinepersoneel „Het Anker", in welke func
tie hij meermalen in aanraking met den
strafrechter kwam. In October 1913 werd hij
voor de eerste maal als lid van den Helder
schen gemeenteraad gekozen. In den Raad
deed hij zich weldra als een persoonlijkheid
kennen, wiens oratorische talenten de be
wondering van partijgenooten en tegenstan
ders hadden. In 1917 volgde zijn benoeming
EEN HELDERSCH MAGISTRATEN-TRIO.
pwi m
A. G. A. VERSTEGEN t
tot wethouder dezer gemeente en die functie
heeft h(j 10 jaar waargenomen. Hij was wet
houder van bedrijven en sociale aangelegen
heden en het bleek al direct, dat 1)0 zich
in zijn functie ernstig en deugdelijk had
ingewerkt. De ambtenaren mochten gaarne
met hem werken; men kon op hem aan. Had
hij eenmaal een meening over een onderwerp
gevormd, dan verdedigde hij dit tot het
uiterste. Zijn welbespraaktheid en slagvaar
digheid kwamen hem daarbij dikwijls uitste
kend van pas. Zoo herinneren wij aan de
discussie bij de begrooting in 1928, toen hij
zich meerdere malen moest verdedigen tegen
aanvallen en kritieken op Sociale Instellingen
als de Arbeidsbeurs, de Beroepskeuze e.d.
Ook het reorganisatieplan der gemeente
stond destijds aan scherpe aanvallen bloot,
zoo b.v. de bouw van het Storthuis. Maar dit
plan was eenmaal aanvaard en zonder dit
Storthuis stond het geheele reorganisatieplan
op losse schroeven. x
Zijn redevoeringen in den Raad waren
steds logisch en helder; ook al was men
het niet steeds met zijn zienswijze eens, toch
was het steeds een genoegen om zijn klare
wflze van uiteenzetting te hooren.
De heer Verstegen was in de mobilisatie-
jaren Directeur van de Levensmiddelenvoor
ziening. Voorts was hij één der oprichters
van de plaatselijke afdeeling van de S.D.A.P.,
(in 1898), waarvan hij tevens voorzitter was,
oprichter van de arbeiders-zangvereeniging
„Kunst aan het Volk", oprichter van den
Transportarbeidersbond en voorts voorzitter
van de commissie van Georganiseerd Overleg
voor ambtenaren en Overheidsaangelegenhe-
den en voorzitter van de Coöperatieve Ver-
bruiksvereeniging.
Met ingang van 15 Febr. 1929 werd de heer
Verstegen benoemd tot burgemeester van
Koog aan de Zaan. Bij zijn afscheid van Den
Helder in Casino op Dinsdag, 12 Februari
werd den vertrekkende dankbaarheid en er
kentelijkheid betuigd voor het vele verdien
stelijke, dat hij èn voor de plaatselijke afdee
ling van de S.D.A.P., èn voor de verschillende
onderoganisaties daarvan èn voor de gemeen
te in haar geheel had gedaan. Bij die gelegen
heid was 't, dat de heer Verstegen verklaar
de, dat zijn benoeming, die toch een prachtige
promotie beteekende, geen onverdeelde blijd
schap voor hem beteekende. Hij was er toch
ziek van geweest en zelfs zoodanig, dat hij in 1
Van links naar rechts: de heer Verstegen, burgemeester Houwing
en burgemeester Driessen. Alleen de hoogbejaarde heer Houwing
is thans nog in leven.
overweging genomen had om van de benoe
ming af te zien. Zichzelf schreef hij heelemaal
geen verdiensten toe: alles heb ik aan de
S.D.A.P. te danken, zoo zeide hij, door haar
ben ik naar voren gekomen. Haar ben ik alles
verschuldigd en zij mij niets. Hieruit bleek de
groote bescheidenheid, die zijn persoon ken
merkte.
Zaterdag, 15 Februari had het vertrek
plaats, 15 getrouwen volgden hem naar zijn
nieuwe woonplaats, waar hij dienzelfden mid
dag als burgemeester geïnstalleerd werd.
De heer Verstegen is tot 1 November 1935
burgemeester van Koog aan de Zaan geble
ven, doch wegens zijn gezondheidstoestand
nam hij een week eerder afscheid van zijn
gemeente.
Dat de heer Verstegen veel voor Koog aan
de Zaan gedaan heeft is wel gebleken bij dit
afscheid, toen de raadszaal zeer druk bezet
was en vele hartelijke woorden van dank tot
den vertrekkende gesproken werden. Zoo wa
ren de burgemeesters van de omliggende ge
meenten Zaandam, Zaandijk, Krommenie, As
sendelft, Westzaan, Oostzaan, Wormer en
Jisp gekomen om afscheid van hun collega te
nemen en was het Zaandams burgemeester,
de heer K. ter Laan, die den scheidende een
vaarwel toeriep.
Onder Verstegen's leiding is het Koog aan
de Zaan voor den wind gegaan, het dorp
is onder zijn leiding enorm gegroeid (het zie
lental is n.1. in de 6 jaar, dat hij de gemeente
leidde met ongeveer 1000 toegenomen), ter
wijl de volkshuisvesting zeer verbeterd is.
Voorts heeft hij zich in de Koog voor het
brandweerwezen geïnteresseerd, zoodat dat op
een betere leest geschoeid werd. Kortom, de
Koog zag noode den welwillenden burgervader
vertrekken.
De heer Verstegen heeft niet lang van zijn
pensioen mogen genieten. Het ging de laatste
weken dag na dag achteruit met zijn gezond
heidstoestand. Men zegt, dat sinds de heer
Verstegen naar de Koog geroepen werd, hij
nooit meer de oude geweest is.
Bij zijn vertrek uit Koog was de heer
Verstegen zoo zwak, dat hij zelf geen af
scheidswoorden meer kon spreken, zoodat zijn
rede door een ander voorgelezen moest wor
den. Teruggekomen in onze stad heeft hij niet
meer aan het openbare leven kunnen deel
nemen, de majesteit van den Dood beschikte
dat de strijd gestreden was...
De heer Verstegen zal morgen begraven
worden op de Algemeene Begraafplaats te
Huisduinen.
Het vertrek van het sterfhuis is bepaald
op 's middags 1 uur.
UITVAART VAN DEN HEER
VERSTEGEN.
Men meldt ons:
Door de besturen van de organisaties, be-
hoorende tot de moderne Arbeidersbeweging,
z\jn maatregelen genomen om den thans ont
slapen voorvechter Verstegen op waardige
wijze uitgeleide te doen.
Mede door een massale vertegenwoordiging
zal uiting gegeven kunnen worden aan de ge
voelens van verbondenheid en waardeering, die
Verstegen door zijn arbeid in en voor de Arbei
dersbeweging, heeft gewekt.
Daarom worden alle leden van de onder
scheidene organisaties der Arbeidersbeweging
verzocht tijdig vóór één uur op Woensdag, 12
Augustus, bij het sterfhuis, Soembastraat 18,
aanwezig te zijn en zich te scharen achter de
vlaggen en banieren in de rouwstoet.
Na afloop van de plechtigheid ligt het In de
bedoeling gezamenlijk van het kerkhof terug te
gaan naar het Julianapark, waar dan de stoet
wordt ontbonden.
SPEELTUINKINDEREN KRIJGEN EEN
DRAAIMOLEN.
De afdeeling Vischmarkt van de
Speeltuinver. heeft haar draaimolen.
Enthousiaste Ingebruikname door
de Jeugd.
De afdeeling Vischmarkt van de Heldersche
Speeltuinvereeniging heeft haar draaimolen.
Een draaimolen...
Weet U wat een draaimolen voor kinderen
beteekent? Kent U de gedachten van hen, die
op kermissen en zoo uren kunnen staan te
staren naar het culminatiepunt van al wat
met kermispret in verband staat, en weet ge
welk een hemel er voor hen opengaat bij het
betreden van genoemde molen
Als ge het niet weet, moet ge eens een
dezer dagen een kijkje gaan nemen op het
speelterrein aan de Spechtstraat. Daar is een
molen en daar zijn kinderen en ze zijn door
liet dolle heen.
Vanwege de, neen, Hun draaimolen.
Zaterdagmiddag zijn we aanwezig geweest
bi) de min of meer feestelijke ingebruikneming
van de Spechtstraatsche-draaimolen, een ap
paraat, waarvan we in de afgeloopen maanden
reeds veel gehoord, maar niets gezien had
den.
En Zaterdagmiddag hadden de weergoden
besloten zich van hun beste zijde te doen ken
nen en zoo geviel het, dat een magnifiek zon
netje het groene Speelterrein warm stoofde,
dat het speelde en flonkerde in de goudig-blon-
de haren der meisjes en in de sprieterig-korte
van de jongens.
Vaders en moeders waren er óók en zij ge
noten stil in de ongebreidelde vreugde van
hun kroost.
De Molen zelf stond in vol ornaat, zij het
dan nog ongeschilderd, te pralen en te prijken.
Een molen, die een sprekende reclame is
voor diegenen, die hun avonden, en dat zijn er
heel. heel vele, aan dit Jeugdwerk gegeven
hebben.
En dan denken wij in het bijzonder aan de
heeren de Wit en de Loos, die met vakman
schap de molen geconstrueerd hebben en er
een apparaat van gemaakt, dat er zijn mag
en dat de roem van deze afdeeling al draaien
de zal verkondigen.
Hoe moeten wij U de vreugde schilderen op
dien stralenden zomermiddag.
Die honderden jongelui, van 6 tot 10 en wat
ouder, die om d e molen heenstonden. Ze
waren nauw in bedwang te houden en als ze
hun zin hadden gekregen hadden ze haar al
lang „als-katten-in-'t-wand" bestormd. Maar
dat ging niet door. Eerst moesten er een paar
heeren nog even spreken en dan mochten de
jongelui bezit van hun molen nemen.
Staande 'op de met bloemen geëncadreerde
molen sprak de heer de Wit, voorzitter der af
deeling enkele woorden. Hij releveert in 't kort
de moeilijkheden die de afdeeling heeft ont
moet bij den bouw en voorgeschiedenis van dit
ideale speeltuig, moeilijkheden in eerste en
laatste instantie van financieelen aard. Hoe
het eigenlijk allemaal wel wat tegenviel. Zoo
wel de prikkaarten als de collecten.
Men was dan ook gedwongen bij het Hoofd
bestuur aan te kloppen en dit hielp met groote
bereidwilligheid de afdeeling in haar prachtig
streven.
En de Molen kon gebouwd worden..»
Weliswaar is zij nog niet geverfd, maar ten
slotte is het beter dat de kinderen nu reeds
enkele weken van hun aanwinst kunnen ge
nieten, dan dat ze nog hadden moeten wach
ten op de schilders.
De heer de Wit betuigt zijn erkentelijkheid
aan den heer de Loos en besluit met den heer
Lucker, vereenigingsvoorzitter, te verzoeken
de molen te aanvaarden als bezit der organi
satie.
Nadat weer een bestorming van de jongelui
afgeslagen was (O, welk een Tantaluskwel
ling waren deze toch héél korte speechjes...)
nam de heer Lucker het woord en noemde de
aanvaarding van de Molen een voorrecht. Op
een Speeltuin moet tenslotte een molen zijn,
evenals daar behooren te wezen wipplanken,
klimrekken, schommels, et cetera.
Deze aanwinst van „Vischmarkt" is zeker
DINSDAGSCHE MIJMERIJ.
Nieuwe onzakelijkheid.
„Paris Soir", Frankrijks grootste kranten-
fabriek, de draad met duizend „koppen" (een
kop ls de Journalistieke term voor „op
schrift") welks monstermachines eiken dag
een oplaag uitbraken van 2 millioen 300.000
exemplaren, heeft een welkome kluif aan den
burgeroorlog in Spanje. Abessinië was wat
dor; Spanje is vruchtbaarderNiet min
der dan tien speciale verslaggevers heeft het
blad erheen gedirigeerd. Hun telegrammen
vullen dagelijks tien kolommen, en meer. En
wat behelzen die telegrammen?
We hebben ze eens allemaal doorgelezen en
zijn tot een verrassende ontdekking geko
men: er schijnt een nieuw soort journalis
tiek aan het opkomen te zijn. Misschien moet
men zeggen: een nieuw soort journalisten.
Maar die maken dan toch een nieuwe jour
nalistiek.
Ziehier het verschil met vroeger: de oude
garde placht verslag te doen van de gebeur
tenissen; de nieuwe beschrijft haar eigen
ervaringen en successen, haar eigen moeilijk
heden en tegenslagen. De moderne Fransche
reporter vormt zélf het front, waarvan hij
zich tot taak stelt, alle wederwaardigheden
in boeiende en schilderachtige bewoordingen
te boekstaven.
Hij acht zich, terceht of ten onrechte, van
het bloedige drama de hoofdpersoon. De lezer
volgt (laat ons hopen: met spanning) het
relaas, hoe hij op het nippertje het vlieg
terrein bereikt, hoe hij al zijn bagage behou
dens pyjama, tandenborstel en een reep cho
colade moet achterlaten, daar het vliegtuig
te zwaar belast dreigt te worden, hoe hij zich
onbehagelijk voelt worden in de luchtzakken
boven de Spaansche bergen, hoe hij vecht om
een hotelkamer, hoe hij worstelt met het
Spaansche eten, dat hem zwaar op de maag
blijft liggen......
Het aantrekkelijke van dezen nieuwen vorm
van berichtgeving over den zeer onoverzich-
teljjken burgeroorlog is, dat men niet al te
veel namen hoeft te onthouden, en dat zij
daardoor zeer genietbare zomerlectuur op
levert. Abessinië was al moeilijk, maar het
is, of ons geheugen, dat zich eenmaal had
vastgebeten op de rassen Kassa, Seyoem,
Imroe en Getatsjoe, óók zijn vacantie op-
eischt, en weigert de onverteerbare namen
van Spaansche grandes, rebellen en bergkete
nen op te nemen.
Zoo heeft dus de nieuwe vorm van oor
logsreportage zijn onbetwistbare bekoring.
Laten wij het ook eens probeeren:
„Uw correspondent landde, na een tocht,
die hem heugen zal, vlot op het vliegveld van
Barcelona. De Spaansche douane wierp zich
begeerig op mijn koffertje, maar hoe zij ook
zocht, zij slaagde er niet in, de twee fleschjes
Grand Marnier te ontdekken, die ik verstopt
had in mijn schoenen, welke op hun beurt
stevig in schoenzakken waren gewikkeld. Ik
trachtte nu een taxi te bemachtigen; doch
de laatste reed voor mijn neus weg met een
tanigen Engelschman, die met vrouw, doch
ter en supreme onverstoorbaarheid een va-
cantiereis door het Iberische Schiereiland
aanving, alsof er geen vuiltje aan de lucht
was. Hij had gèdurende den heelen tocht
Dickens zitten lezen en toen ik hem in het
oor schreeuwde, dat het in Spanje wel
Spaansch zou toegaan, teruggeschreeuwd, dat
een Engelschman overal veilig was. Een wrak
rijtuigje bracht mij naar Hotel de Espana,
Vol. Toen naar Excelsior. Vol. Alfonso. Vol,
Grand Hotel. Vol. Duc de Caramba. Vol. Nu
zit ik in een handelsreizigershotel. Het menu
Is abracadabra voor mij. Ik heb mij een vol
au vent laten brengen, waarvan het feuilleté
zoo taai is als zoolleer. De ober spreekt geen
woord Fransch. Ik voel mij diep ongelukkig.
En in de verte klinkt geweervuur, waaruit
valt af te leiden, dat de burgeroorlog hard
nekkig voortduurt
Ze valt bepaald mee, de Nieuwe Onzake
lijkheid!
Gaat II verhuizen?
geen luxe en derhalve was het met groote
Vreugde dat men de afdeeling heeft geholpen.
Namens het geheele bestuur brengt spr. ten
slotte dank aan het afd. bestuur.
Het is de heer Boogaard, die als Dritter im
Bunde, namens de kinderen dankt en dezen
een driewerf hoera laat aanheffen.
v
Bestorming!
En dan.„ Ja, dan is er geen houwen meeï
aan en geen wonder.
De Molen wordt bestormd en in een mini
mum van tijd is zij geheel gevuld met lachen
de, joelende en genietende kinderen.
En ze draait.., draait licht als een veertje
om haar as en alles draait mee.
En op het veld staat het Heldersche orgel
en daar draait men ook, alleen niet een
molen maar een zwengel. Het speelt oude en
nieuwe liedjes die vroolijk opklateren tegen
de muren der huizen en die 't geheel een nog
meer feestelijk cachet gaven.