Tsjechoslowakije en Duitschland.
H.R.C.
Uit de Pers.
IEUWE BESSE
Tieleman's Wijnhandel
8
De onrust in Palestina.
Het proces tegen Trotski-
Zinowjef begonnen
De postvluchten van en
naar Indië
De verkoop van Neder-
landsche vliegtuigen en
de opstand in Spanje.
ADVERTE NTIEN
Adorttwt in de cKeULmeAe 'C&Mant
B
B
i
B
De belangrijke redevoeringen van
dr. BenesJ.
Benesj is als president de traditie, welke
als minister van buitenlandsche zaken zelf
peeft gelegd, trouw gebleven. Nu hij geen
gelegenheid meer heeft in Kamer of Senaat
zijn exposé's, die veelal seminaria geleken,
voor te dragen, gebruikt hy de gelegenheid
van de bezoeken welke hij aan verschillende
steden brengt, om daar inplaats van formeele
begroetingstoespraken redevoeringen te hou
den, waarin hij de brandende problemen van
de gebieden, waarin hy zich bevindt met bui
tengewone uitvoerigheid behandelt.
Dezer dagen bezoekt Benesj het gebied van
Noord-Bohemen, dat wil zeggen, oeconomisch
pet terrein der vroegere Duitsche industrie,
dat beduidt, politiek gesproken, de bakermat
van de Henleinbeweging.
Het sprak daarna vanzelf, dat Benesj, die
het probleem der Duitsch-Tsjechnische sym
biose, anders gezegd dat der Duitsche min
derheden, en logisch verder gaande, het vraag
stuk der betrekkingen tusschen Duitschland
en Tsjechoslowakije zal behandelen.
De kwestie der Duitsche minder
heden.
In Reichenberg sprak Benesj in hoofdzaak
over het minderhedenvraagstuk. Hy gaf daar-
hy een absoluut afwijzend antwoord aan
Henlein en diens aanhangers, voor zoover die
van autonomie spraken (en daarmede aan
sluiting bij Duitschland bedoelen) of wel zich
een federatieven staat voorstellen.
Tevens heeft hij te kennen gegeven, dat
elke onderhandeling met Duitschland zal heb
ben te geschieden op grondslag van niet-in-
menging. In den loop van de laatste twintig
jaren, aldus Benesj, is het aantal vertsjechi-
seerden of gegermaniseerden niet zoo groot
irr
r
F
tduard Benes,
geweest, dan dat men daaruit zou kunnen
afleiden gevolgen ten aanzien van de taalver
houding. Beide volken zijn zoo ryk, dat zy zich
eenvoudig niet laten aenationaliseeren. Na
tionale vragen zijn vooral staats- en binnen-
landsche kwesties. Aan dit beginsel houdt
tsjechoslowakije onvoorwaardelijk vast.
Geen Europeesche staat heeft het recht zich
ln deze aangelegenheid te mengen.
Wij respecteeren aldus Benesj al
leen de controle van den Volkenbond.
Wij zullen dus ook met niemand anders
over onze nationale kwestie onderhan
delen.
Zijn nationaal programma zal Tsjechoslowa-
kye naar eigen goedvinden en methoden op
lossen.
„Ik weiger, aldus Benesj, het parool van
autonomie en van federatieve tendenzen te
aanvaarden even goed als fascistische, totali
taire of communistische beginselen. Waar ik
wel voor ben, dat is een decentralisatie, ver
bonden met een doeltreffend, oeconomisch en
administratief regionalisme.
In het algemeen vervullen de Duitsche amb
tenaren en soldaten hun plicht behooriyk en
het grootste deel van de Duitsche bevolking
is inderdaad de republiek getrouw.
Doch een fractie is voldoende om met ver
leidelijke, al zijn het dan ook onvervulbare,
leuzen te bewerkstelligen, dat aan den ande
ren kant gevoelens van bezorgdheid worden
gewekt, die dan slechts moeilijk meer voor ver.
trouwen kunnen plaats maken. Men moge,
aldus Benesj, van Duitschen kant in het par
ticuliere leven zoowel als bij betoogingen en
openbare verklaringen datgene vermijden, wat
het vertrouwen aan Tsjechnischen kant met
recht zou kunnen schokken. Elk objectief den
kend mensch moet constateeren, dat Tsjecho
slowakije te zamen met België en Zwitserland
bij de oplossing van het minderhedenvraagstuk
het verst is.
Kleine Entente.
Op zijn verderen tocht kwam Benesj te
Eisenbrod, een der middelpunten van de
fioheemsche kunstglasindustrie. Hier sprak de
President voornameiyk over de buitenlandsche
politiek en in het bijzonder over de betrek
kingen met Duitschland.
Tsjechoslowakije ligt in den meest strikten
2in in het hart van Europa, in de buurt van
drie Europeesche groote mogendheden, op het
'kruispunt van drie Europeesche beschavingen
in dus van drie wegen van politieke expansie.
*et is het meest Westelijke van de kleinere
'entraal-Europeesche staten en ook van alle
>aven zijn de Tsjechen het verst naar het
- Itsten geschoven. Politiek, cultureel en geo-
graphisch zijn wy wel is waar sterk blootge
steld, maar juist daarom als staat voor het
evenwicht van Europa buitengewoon belang-
Uk en om zoo te zeggen onontbeerlijk.
Daarom ook was het eerste steunpunt van
?jjn vredespolitiek de Volkenbond. Ook in de
toekomst zal deze het eerste steunpunt blijven.
Daarom ook zal het tweede steunpunt,
de politiek der Kleine Entente zyn en
biy'ven, want ook Roemenië en Zuid-
Slavië liggen in de buurt van drie groote
mogendheden, die hun belangen in Cen-
traal-Europa hebben en vandaar met
elkaar in conflict kunnen komen, waar
onder onze drie staten natuurlijk moeten
Hjend. De Kleine Entente wil thans be
wust ten aanzien van den vrede die taak
ln Midden-Europa op zich nemen, welke
eens Oostenrijk-Hongarije had moeten
Vervullen en zij wil ook met Oostenryk
zoowel als met Hongarye beide samen-
werken. Vandaar ook is de constellatie
van de Kleine Entente duuraaam en niet
te verwrikken en zy zal in de toekomst
nog worden versterkt.
En daarom tenslotte, heeft Tsjechoslowa-
8en derd8 Steunpunt v°or zijn politiek
gezocht en wel in die staten, welke deze
onze Europeesche politiek begrypen en steu
nen, die ons zouden kunnen helpen haar ten
uitvoer te brengen en het ons mogeiyk zouden
maken den nieuwen toestand in Midden-
Europa te bestendigen en welke door ons den
vrede voorgoed te verzekeren, ons in staat
zouden stellen binnen een veertig, vbftie iaar
onzen staat sterk te maken.
Dat en niets anders is onze eigenlijke oriën
teering en daarom kan van een wijziging van
eze oriënteering ook geen sprake zijn. Elke
staat, die ons helpen wil of althans ons daar-
y niet van plan is te hinderen, zal onze
vriend en eventueel ook onze bondgenoot zijn,
welke staat of welk volk dit dan ook moge
Ts?Jehrf^and<l 0P de betrekkingen tusschen
Tsjechoslowakije en de groote mogendheden,
wees Benesj er op, hoe de oogen van Praag
steeds gevestigd waren geweest op vier Euro
peesche factoren: Polen, Italië, Duitschland en
Rusland.
Alle fantastische geruchten over alles het
geen zich tusschen Praag en Moskou zou af
spelen, noemde Benesj tendentieuze verzinsels
Even belacheiyk zijn de beweringen als ware
Tsjechoslowakije een werktuig der communis
tische politiek in Europa geworden. By ons zal
het communisme nooit een voedngsbodem
kunnen vinden en dus ook nooit succes kun
nen hebben.
De betrekking met Duitschland.
De betrekkingen met Duitschland zyn voor
ons het belangrijkst. De moeilijkheden tus
schen beide landen waren steeds van een
algemeen Europeesch karakter en een gevolg
van de betrekkingen van Duitschland als be
langrijkste groote mogendheid in Midden-
Europa ten aanzien van de overige staten van
Europa.
Op een groot feit wil ik aldus Benesj
den nadruk leggen: Een schikking
tusschen Frankrijk en Duitschland is
voor Tsjechoslowakije een levensbelang,
een accoord tusschen Berlijn en Parijs be-
teekent, dat automatisch ook een aantal
moeilijkheden tusschen Praag en Berlijn
wordt opgelost, die als gevolg van de
algemeene Europeesche spanning gerezen
zyn.
Daarom heb ik steeds verklaard, dat eenige
antithese tusschen Duitschland en Tsjecho
slowakije geen kwestie van een noodlot is,
doch dat een betrekking van blijvende en be
hoorlijke, vreedzame samenwerking, mogelijk,
noodzakelijk en volkomen natuurlijk is.
In Tsjechoslowakije heerscht ten aanzien
van Duitschland in geen der kringen waar de
beslissingen vallen, een niet objectieve voor
ingenomenheid noóh ëen gevoel van haat of
vyandschap jegens Duitschland. Ook de be
wering, dat Duitschland het bestaan van
onzen staat zou bedreigen, gelyk men haar
hier en daar in de Europeesche pers kan vin
den, acht ik een absurditeit. Heden ten dage
een staat van vyftien millioen en een volk
van tien millioen in het midden van Europa
in zyn bestaan te willen aantasten, zou gelijk
staan met het verwekken van een ramp voor
Europa, die niemand wenschen kan.
Geen aanleiding tot angst.
Wy hebben geen aanleiding tot angst.
Integendeel, wij hebben alle reden om kalm en
zelfbewust te zijn, vastbesloten om goed en
onzen staat te verdedigen. Doch daarom kun
nen wy des te meer bezield zijn met goeden
wil om tegenover onze buren van achting en
waardeering blyk te geven ook tegenover
Duitschland en onze betrekkingen met Berlijn
kalm en zakelyk en met waardeering van
kwaliteiten en rechten onder oogen te zien,
maar ook in het volle, sterkende bewustzijn,
dat wy het recht hebben een zelfde respect
van de zijde van Duitschland te verwachten.
Onze politiek, Europeesch georiënteerd,
belet ons dus niet tot een definitieve regeling
met onze betrekkingen tot Duitschland te ge
raken.
De besprekingen van Locarno, die voor den
herfst zijn voorzien, zullen zeker datgene uit
den weg ruimen, wat misschien van een alge
meen Europeesch standpunt beschouwd nog
een beletsel vormde,'zoodat onze onderhande
lingen met Duitschland, welke eventueel zou
den kunnen gevoerd worden, overeenkomstig
hetgeen Hitier op 21 Mei 1935 en in zijn rede
van Maart van dit jaar heeft verklaard, een
natuurlijke aanvulling van deze onderhandelin
gen zouden kunnen zijn.
Ik voeg er nog aan toe, aldus Benesj, dat
in onze geheele buitenlandsche politiek het
binnenlandsche regime van geen enkelen staat
beslissen kan en mag, dat geldt voor Rusland
evengoed als voor Duitschland, voor Italië
evengoed als voor Frankrijk. Daarom zijn wij
er ook ten volle voor, ons niet in de binnen
landsche aangelegenheden van andere staten
te mengen, de veranderde regimes der anderen
niet aan te tasten en eenvoudig consequent en
onbuigzaam, maar met waardigheid ons eigen
regime te vertegenwoordigen. Ik zou daarom
wenschen, dat onze openbare meening in deze
aangelegenheden consequent de grootste
terughoudendheid in acht nam,
EEN TWEEDE ULTIMATUM VAN
TSJANG KAI SJEK.
Het Japansche agentschap Domei meldt uit
Kanton, dat maarschalk Tsjang Kai sjek den
Kwangsi-generaals een tweede ultimatum
heef gezonden, waarin hy hun acht dagen
geeft om te gehoorzamen aan de bevelen van
de Nanking-regeering.
Kwangsitroepen trekken Kwantoeng
binnen.
De Chineesche bladen melden, dat de Kwangsi
troepen Kwantoeng zyn binnengerukt. Zij
trachten de kust te bereiken ten Zuidwesten
van Kanton.
De Chineesche bladen publiceeren een com-
muniqué waarin wordt medegedeeld, dat de
opstandelingen in Kwangsi een militaire re-
Keering hebben gevormd. Generaal Li Tsoeng
jen zou de leider van deze regeering zyn.
Nieuwe aanslagen.
By een aanval op de Joodsche kolonie Kiria-
thanavim, nabij Jeruzalem, zyn twee Joodsche
kolonisten ernstig gewond.
By een aanval op een meer naar de kust ge
legen nederzetting is een Jodin gedood.
Voorts zyn te Jaffa twee Joodsche verpleeg
sters van het regeeringsziekenhuis gedood.
Joodsche notabelen
over den toestand.
beraadslagen
Dezer dagen zijn 70 leden van den Joodschen
raad tezamen met de voornaamste Joodsche
notabelen in Palestina in geheime zitting by-
eengekomen tot het vaststellen van de te volgen
gedragslyn ten opzichte van de buitengewone
crisis, welke het land doormaakt.
De meeste aanwezigen waren jong. Men zag
kantoorbedienden uit de stad, gebruinde boe
ren van het platteland, waar het werk van
jaren in eenige uren kan worden en ook wel
is vernield, arbeiders in hun werkplunje, rab
bi's, politici en verscheidene vrouwen, onder wie
Henriëtta Szold van Hadessen opviel. De ver
gadering begon met een herdenking van de
dooden.
De Joodsche leiders lieten hun stem hooren
tegen de politiek van Engeland, welke zy in
strijd achtten met de jegens de Joden aange
gane verplichtingen en te zwak tegenover de
Arabieren. Zy verklaarden zich tegen eiken
maatregel te zullen verzetten, die ten doel
heeft de Joodsche immigratie te beperken of te
schorsen. Wegens den betreurenswaardigen
toestand waarin het Jodendom in een aantal
landen verkeert, o.a. in Duitschland, moet er
een Joodsch vaderland bestaan.
Besluiten, waarin de houding der Joodsche
bevolking zal worden omschreven, zullen later
worden genomen.
Alle beklaagden, op twee na, beken
nen ten volle schuld. - Een brief van
Trotski ln het geding.
De acte van beschuldiging.
In de acte van beschuldiging tegen Zinowjef,
Kamenef en de veertien andere beklaagden
heet het.
Gelijk thans gebleken is, hebben de rechter
lijke organen anderhalf jaar geleden bij het
onderzoek inzake den moord op Kirof niet alle
gegevens bij de hand gehad, om de ware rol
van de wit-gardistische terroristische, illegale
werkzaamheid van de aanhangers van de
groep-Zinowjef, de leiders van het z.g. Mos-
kousche centrum en de leiders van de illegaal
werkende Trotskiïsten te onthullen.
Op grond van onlangs ontdekte feiten,
in verband met de ontdekking in den loop
van 1936 van een reeks terroristische
groepen van Trotskiïsten en aanhangers
van Zinowjef heeft het onderzoek vastge
steld, dat Zinowjef, Kamenef, Jewdokimof
en Bakajef de directe organisatoren van
den moord op Kirof, en de initiatiefnemers
en organisatoren van in voorbereiding*
zijnde aanslagen op andere leiders van de
communistische party en van de sowjet-
regeering geweest zijn en dat de aanhan
gers van Zinowjef hun misdadig optreden
volvoerden in bondgenootschap met
Trotskisten en Trotski zelf.
Verklaringen van de hoofdbeklaagden.
Zinowjef heeft bekend, dat „het centrum
TrotskiZinowjef zich het vermoorden van de
leiders van de Communistische Party en de
Sowjetunie tot hoofdtaak stelde.
Kamenef verklaarde op 23 Juli 1936: „Het
feit, dat de moeilijkheden overwonnen waren
en de overwinning van de poltiek van het cen
trale comité van de Communistische partij en
de Sowjetunie verwekten bij ons een nieuwen
vloed van verbittering en haat tegen de leiding
van de partij, in de eerste plaats tegen Stalin.
Wy kwamen in het jaar 1932 tot de slotsom,
dat het eenige middel, waardoor we konden
hopen aan de macht te komen, de organisatie
van daden van terreur tegen de leiders van
de Communistische party, in de eerste plaats
tegen Stalin, was. Dit was de grondslag,
waarop tusschen ons en de Trotskisten onder
handelingen over de vereeniging gevoerd wer
den.
Op deze wijze, aldus de acte van beschuldi
ging, veranderde het blok Trotski-Zinowjef in
een groep beginsellooze politieke avonturiers
en moordenaars, die ernaar streefden door ter
reur aan de macht te komen. Hierbij pasten de
deelnemers als bijzondere en principieele me
thode in hun betrekkingen met partij en re
geering de methode toe der
„dubbelhartigheid."
Terwijl het Vereenigde centrum moorden op
Stalin en andere leiders van partij en regeering
voorbereidde, was het er tegelykertijd op alle
manieren op uit zijn loyaliteit, zelfs zijn aan
hankelijkheid aan de sowjetmacht, zijn berouw
over vroeger begane fouten en zyn bereidwil
ligheid om de revolutie eerlijk te dienen te
betuigen.
Kamenef verklaarde, dat de berekening ge
weest was, dat na den aanslag op Stalin on
zekerheid en desorganisatie in de leiding van
de party zouden ontstaan en dat het de leiders
van het blok zou gelukken van de verwarring
gebruik te maken om de overige leiders van
de partij te dwingen hen tot de macht toe te
laten of hun plaatsen af testaan. Als vanzelf
sprekend werd daarbij verondersteld, dat
Trotski zou terugkeeren en actief aan den
strijd om de macht zou deelnemen.
Mratsjkowski verklaarde: „Op een aan
wijzing van Trotski, welke Smirnof in 1930
kreeg, moesten we Stalin, Worosjilof en Kaga-
nowitsj vermoorden, Stalin was het eerst aan
de beurt."
Een brief van Trotski.
Dreitser kreeg in 1934, door bemiddeling
van Sedow, een door Trotski persoonlijk ge
schreven brief, van den volgenden inhoud:
„Waarde vriend, breng s.v.p. over, dat voor
ons op het oogenblik de hoofdzaken zijn: ten
eerste Stalin, Worosjilof uit den weg te rui
men; ten tweede, den arbeid voor het organi-
seeren van cellen in het leger ontwikkelen;
ten derde, in geval van oorlog van alle tegen
slagen en verwarring gebruik maken voor het
veroveren van de macht."
Na de vernietiging van het Centrum
TrotskiZinowjef na den moord op Kirof be
gon Trotski met de persoonlijke leiding van
de terroristische werkzaamheid en ondernam
uitdrukkelijk de organisatie om den moord op
Stalin en Worosjilof te forceeren, waartoe hy
een reeks maatregelen nam tot herstel van de
terroristische groepen in de Sowjet-Unie en de
activiseering van hun werkzaamheid. Daartoe
smokkelde hy zyn beproefde agenten uit het
buitenland de Sowjet-Unie binnen. Al zulke
agenten werden op verschillende tydstippen
uit Berlyn naar Moskou Olberg, Berman-Joe-
rin, Fritz David (Kroegljanski), Mojsej en
Nathan Loerje gesmokkeld.
Leon Trotzki.
De betrekkingen met de Gestapo.
Het onderzoek heeft uitgewezen, dat
Olberg de Sowjet-Unie binnengekomen is
met een pas van Honduras, welke hy van
de Gestapo gekregen had. Volgens Olberg
had hij dezen pas gekregen dank zy zijn
verbindingen met de Duitsche politie en
een van haar agenten te Praag, Toeka-
lewski, voor de som van 13.000 Tsjecho-
slowaaksche kronen, die hy van de Trots
kistische organisatie gekregen had. Vol-
Volgens Olberg was zyn verbinding met
de Gestapo geenszins toevallig en was dit
overeenkomstig een aanwijzing van
Trotski in de iyn van de Trotskisten.
De verbinding had betrekking op de orga
nisatie in de Sowjet-Unie van de terreur tegen
de leiders van de Communistische party en de
regeering. Hij was eenige malen met hoog
geplaatste ambtenaren van de Gestapo samen
gekomen en had zich met hen onderhouden
over zijn eerste reis naar Moskou en over zijn
plannen van voorbereiding van den aanslag.
Deze verklaring werd door een broer van
Olberg bevestigd, die in een andere aangele
genheid gearresteerd is en eveneens een agent
van de Gestapo is geweest.
Nog werd vastgesteld, dat de terroristische
groep, welke door Mojsej Loerje geleid werd,
georganiseerd was door een actieven Duit
schen fascist, Weil, een vertegenwoordiger
van Himmler, die thans aan het hoofd van de
Gestapo staat. De hoofdtaak van de groep
bestond in de voorbereiding van aanslagen op
Stalin, Kaganowitsj, Worosjilof en Ordjoni-
kidze. Volgens Loerje had Zinowjef betuigd,
dat het noodig was gebruik te maken van het
bondgenootschap met de nationaal-socialisten
ln den strijd tegen partij en regeering.
Nathan Loerje verklaarde o.a. dat Kamenef
persoonlijk naar Leningrad vertrokken was,
om den gang van de organisatie van den
moord op Kirof te controleeren. Tegelijkertijd
hield het Centrum zich bezig met de organi
satie van den moord op Worosjilof, Zjdanof,
Kaganowitsj, Kossoir, Ordzjonikidze en Pos-
tysjef.
Aan den moord op Worosjilof werkte de
groep-Dreitser, die haar opdracht rechtstreeks
van Trotski had, en de groep-Loerje, die uit
Duitschland binnen gesmokkeld was.
De bekentenissen.
Alle beklaagden hebben volledig schuld
bekend, op Smirnof na, die wel bekende,
dat hy tof het Vereenigde Centrum be
hoorde en in verbinding met Trotski stond
en van hem aanwijzingen over de terreur
ontvangen had, maar categorisch ontken
de, dat hij aan de terroristische activiteit
deelgenomen had. De getuigenissen van de
anderen, aldus de acte van beschuldiging,
ontmaskeren Smirnof echter ais zoodanig.
Zinowjef, Kamenef, Jewdokimol, Bakajef,
Mratsjkowski, Ter Wganjan en Smirnof wor
den beklaagd van de organisatie van een reeks
terroristische groepen, die den moord op
Stalin e.a. voorbereidden en door middel van
het Leningradsche centrum den moord op
Kirof hebben gepleegd.
Dreitser, Reingold, Pikel, Golzman, Fritz
David, Olberg, Berman-Joerin en Mojsej en
Nathan Loerje worden beklaagd, dat zy als
leden van de terroristische groepen aan de
voorbereiding van de aanslagen hebben deel
genomen.
Trotski en zyn zoon Sedow zullen, indien zy
op het grondgebied van de Sowjet-Unie moch
ten worden aangetroffen, terstond worden ge
arresteerd en naar het militaire college van
het opperste gerechtshof worden verwezen.
Ten aanzien van een aantal anderen is het
onderzoek nog niet beëindigd.
Dq aanvang van het proces.
Het proces is gisteren begonnen onder voor
zitterschap van Ulrich. De procureur van de
Sowjet-Unie, Wysjinski, treedt op als openbaar
aanklager.
Alle beklaagden zagen er van af zich te
doen verdedigen. Ulrich wees erop, dat de be
klaagden daardoor alle rechten van de ver
dediging krygen, waarop hy de acte van be
schuldiging voorlas.
De beklaagden erkenden opnieuw hun
schuld, behalve Smirnof en Golzman, die ver
klaarden, dat zij wel deel uitmaakten van de
terroristische organisatie en aanwijzingen van
Trotski ontvangen hadden, doch verder zeiden,
dat zij geen deel hadden genomen aan de prac-
tische voorbereiding van daden van terreur.
KLACHT TEGEN TROTSKI ONGEGROND
BEVONDEN.
Het openbaar ministerie heeft de door de
Noorsche nationaal-socialisten tegen Trotski
ingediende klacht ongegrond bevonden. Er zal
dus geen proces over begonnen worden.
Het proces tegen de vyf nationaal-socialis
ten, die getracht hebben documenten van
Trotski te stelen, zal begin October voor
komen. Trotski, die thans te 0nefoss verblijft,
zal als getuige aanwezig zijn.
Het ziet er naar uit, dat Noorwegen Trotski
niet meer zal kunnen kwy traken, daar de
arbeidersregeering van Noorwegen niet ge
vraagd heeft om een retourvisum toen
Trotski uit Frankrijk kwam. Hy zou dus al
leen nog maar naar zyn geboorteland, Rus
land, teruggezonden kunnen worden, maar po
litieke vluchtelingen worden nooit naar hun
vaderland teruggezonden. Slechts met toe
stemming van een ander land kan Noorwegen
Trotski daarheen zenden.
Indien Generaal Franco won.
De „Manchester Guardian" schrijft:
Spanje, dat bekend is als een den Volken
bond welgezinde mogendheid, zou zich dan by
de machten voegen, welke hem tot onmacht
terug willen dringen. En dergelijke verande
ring, welke ook vroeger niet onbeteekenend
zou zijn geweest, kan in de huidige critieke
situatie van den Bond van een beslissende
noodlottigheid zijn. Spanje zou dan gaan han
delen volgens het gemeenschappelijk belang
van landen met een bepaalden regeerings-
vorm, hetwelk er toe zou leiden, dat het niet
het heil van den Bond, maar de wenschen van
twee machtige naburen na ging streven.
Bovendien zou generaal Franco's overwin
ning nog een ander belangrijk internationaal
gevolg met zich slepen, want het zou een
volledige ommekeer in het Middellandsche
Zee-evenwicht beteekenen. Ook dit zou op een
zeer critiek oogenblik komen. Gedurende bijna
twintig jaren voor den oorlog werd de Engel-
sche positie in de Middellandsche Zee ver
zekerd door zijn vriendschap met Italië (vast
gelegd in een geheime overeenkomst door
Lord Salisbury). In de laatste twee jaren
heeft de Engelsche regeering door een serie
opmerkelyke blunders kans gezien, Italië tot
vijand te maken, zonder zich eenige verster
king te verzekeren van het internationale
recht en de collectieve veiligheid, om dit te
compenseeren. In de moeilijkheden tusschen
Italië en den Volkenbond heeft het zooge-
manoeuvreerd, dat het aan Italië en de ge
heele verdere wereld den indruk gaf, dat zijn
belangen als Middellandsche Zeemogendheid
het meer ter harte gingen, dan zijn belangen
als Volkenbondslid. Er zijn ministers geweest,
die te verstaan hebben gegeven dat er oogen-
blikken zijn geweest waarin dit conflict Enge
land op den rand van oorlog had gebracht.
Wat zou daarby de positie zijn geweest als
Spanje een vijandige inplaats van een be
vriende buurstaat was geweest? Als Engeland
de mogelijkheid onder oogen had moeten zien,
dat de Spaansche havens e.d. beschikbaar
waren voor gebruik door den vijand?
Er is geen twijfel, of in wereldverband ge
zien is Engeland's positie in de Middelland
sche Zee ietwat kunstmatig; en zij zal niet
voor eeuwig zyn. Vroeger of later zal de her
ziening van het zeerecht en de regeling van de
macht ter zee volgens redelyker beginselen,
in het gezichtsveld der staatslieden komen;
en de wereld heeft er genoeg onder geleden,
dat Wilson dit deel van zijn taak in Parijs liet
vallen. Maar de verandering van evenwicht,
die volgen zou op een fascistische dictatuur
in Spanje, die op Italië en Duitschland ge
oriënteerd zou zijn, zou alleen maar een nieuw
gevaar voor den vrede vormen en een nieuwe
bron van rivaliteit, waarvan „prestige" de
drijfkracht is.
I
Terug.
De „Edelvalk" vertrok 19 Aug. van Batavia
en arriveerde denzelfden dag te Medan.
De „Djalak" vertrok 19 Aug. van Bagdad
en kwam 19 Aug. te Athene aan.
Heen.
De „Kwak" vertrok 19 Aug. van Rangoon en
landde 19 Aug. te Singapore.
De „Perkoetoet" vertrok 19 Aug. van Schip
hol en is 19 Aug. te Athene aangekomen.
DEN HAAG HEEFT ZIJN VLIEGTUIG-
HAVEN.
In de geschiedenis van de tot standkoming
van het vliegveld Ypenburg, op initiatief van
de Haagsche Aeroclub, was het Dinsdag een
belangrijke dag.
Na weken van moeizamen zwaren arbeid,
waarby onder hooge spanning is gewerkt, het
terrein namens het departement van water
staat en namens den K.L.M. als luchthaven
goedgekeurd.
De antwoorden van minister Coiyn
op een door eenige Kamerleden ter
zake gestelde vragen.
De minister van staat, voorzitter van den
raad van ministers, heeft geantwoord op vra
gen van het Eerste Kamerlid Polak, betreffende
den verkoop van twee Nederlandsche vlieg
tuigen naar Engeland, welk feit men in ver
band heeft gebracht met een opstand in Spanje.
Het bericht van het A.N.P., waarnaar in de
eerste vraag verwezen wordt, is, voor zoover
het feit van den verkoop van twee K.L.M.-
vliegtuigen aan een Britsche luchtverkeers-
maatschappy betreft, juist. De vergunning
daartoe werd door de regeering 8 Augustus
verleend.
Deze verkoop betrof twee Fokkertoestellen
van het type F 7 b aan de Crilly Airways Ltd.
aan welke maatschappy de K.L.M. ook reeds
in het verleden oudere toestellen had verkocht.
Aangezien de uiteindelijke bestemming van eea
vliegtuig, dat naar het buitenland wordt ver
kocht, uit den aard der zaak niet kan worden
gecontroleerd, doch er althans voor moest wor
den gezorgd, dat de levering plaats had over
eenkomstig de transactie, waarvoor goedkeu
ring werd verlêënd, heeft de regeering aan dö
K.L.M. de voorwaarde gesteld, dat de beide
vliegtuigen door Nederlandsche vliegers naar
Engeland zouden worden gevlogen en daar door
den Britschen kooper zouden worden overge
nomen, terwijl zij de Nederlandsche bescheiden,
bij de vliegtuigen behoorend, weder naar Neder
land moesten terugbrengen.
Aan dezen eisch is voldaan, daardoor hielden
de beide vliegtuigen, van het tijdstip van de
aflevering af op, van Nederlandsche nationali-
teeit te zijn en waren zij overgegaan in het
bezit van den kooper.
Het is niet juist gebleken, dat een Spanjaard
bij de onderhandelingen over den verkoop van
deze vliegtuigen betrokken was.
Reeds vóór de vrager zijn vragen tot de re
geering richtte, is een andere onderhandeling
over verkoop van vliegtuigen, op wensch def
regeering afgebroken, aangezien de kooper niet
als een bona fide verkeersmaatschappij kon
worden beschouwd.
In afwachting van de internationale non
interventie-overeenkomst, waarvoor thans
door de groote mogendheden overleg wordt
gepleegd, heeft de regeering besloten, voor
zoover haar bevoegdheid strekt, ook te ver
hinderen, dat tijdens deze onderhandelingen
burgerlijke vliegtuigen naar Spanje zouden
worden geleverd.
Op de handelingen van het stoomschip Lo«
dewyk zal, zoolang dit vaartuig zich in Neder»
landsche havens bevindt, worden gelet.
Op de vragen van het lid van de Tweed©
Kamer Schalker in verband met een poging
tot aankoop van Nederlandsche vliegmachines
ten behoeve van de rebelleerende Spaansch©
militairen, heeft minister Colijn geantwoord:
Het is de regeering bekend, dat een Span
jaard, zich noemende Morenas, begin Augustus
in Nederland heeft vertoefd, en den 3den van
die maand per vliegtuig van den gewonen
dienst van de K.L.M. met onbekend doel naar
Croydon is vertrokken. Tijdens dat verblyf
heeft hy gepoogd twee vliegtuigen van de K,
L. M. te koopen en naar Spanje te doen ver
voeren, welke verkoop door de regeering is
belet. Op den lOden Augustus bevond MorenaS
zich blykbaar opnieuw in Nederland en heeft
toen de directie van de K. L. M. te Schiphol uit
Amsterdam opgebeld met de vraag, of hy nog
vliegtuigen zou kunnen koopen. Het antwoord
op die vraag luidde ontkennend.
Daarmee waren de bemoeiingen van de Kj
L. M. met den heer Morenas geëindigd.
Voor zoover by een onmiddellyk na ont
vangst van de vragen ingesteld onderzoek is
kunnen blijken, vertoeft de bedoelde vreemde
ling niet meer in Nederland.
Ondertrouwd:
C. C. SIRAAL
en
Q. W. WEBELINQ.
Den Helder, Aug. 1936.
Klaas Duitstraat 8.
Tuinstraat 16.
Huwelijksvoltr.1 Sept. 1936.
In plaats van kaarten.
Ondertrouwd:
FRANS DUKERS
en
ANNIE HOPPE.
Den Helder, 19 Aug. 1936.
Kuiperstraat 18.
Nieuwstraat 54.
Huwelijksvoltr.: 3 Sept. 1936.
In plaats van kaarten.
Ondertrouwd:
A. J. v. VELSEN
en
A. SLIKKER.
Btn ""dér. i 19 i93«'
Algemeene kennisgeving.
Heden overleed, na een
kortstondig lijden, voor
zien van de H.H. Sacra
menten der Stervenden,
mijn innig geliefdeVrouw,
Moeder, Behuwd-Dochter,
Zuster, Behuwd-Zuster en
Tante,
ADRIANA MARIA KEET,
Echtgenoote van Pieter Bruin,
in den ouderdom van 28
jaar.
Den Helder, 18 Aug. 1936.
Ooievaarstraat 23.
Uit aller naam:
P. BRUIN
en Dochtertje.
De gezongen Uitvaart
zal plaats hebben Vrijdag
21 Aug. a.s. des morgens
ten 9 uur in de Parochie
kerk O. L. Vr. Onb. Ontv.,
de begrafenis ten 11 uur
op het R.K. Kerkhof „St.
Jozef" vanuit de Kerk.
Geen bezoek
Geen bloemen
Voor de bijzonder vele blij
ken van belangstelling en
deelneming, ondervonden tij
dens de ziekte en bij het over
lijden van onze lieve Vrouw,
Moeder, Dochter, Zuster en
Behuwdzuster,
J0HANNA CATRINA POLLÉ,
Echtgenoote van Willem Brondsema,
betuigen wij onzen hartelljken
dank.
Den Helder, 19 Aug. 1936.
Schoolstraat no. 6.
Uit aller naam,
W. BRONDSEMA.
Mevr. v. d. BURG-BOOTSMAN,
ANNIE, HANNA, BALTJE.
t. a. a/b. m.s. „Johan van
Oldenbarnevelt".
Amsterdam, 19 Aug. 1936.
DANKBETUIGING.
Voor de vele blijken van
deelneming, ondervonden tij
dens de ziekte en bij het
overlijden van onzen Vader,
Behuwd-, Groot- en Overgroot*
vader, den Heer
J0HANNES JACOBUS GREM,
betuigen wij onzen hartolljkeri
dank.
Den Helder, 20 Aug. 1936.
Kanaalweg 27.
Namens de Familie,
H. SCHENKIUS.
Met ingang van HEDEN
zijn VRIJDAGSMIDDAGS
van 2-4 uur weer WERKE-
LOOZENKAARTJES be
schikbaar a 10 cent op
vertoon van gele stempelkaart.
per liter fles f 2.65 per 'ƒ2 liter fles f 1.35
Koningstraat 85, Tel. 492 - Filiaal Sluisdijkstraat 39, Tel. 162