Tsjechoslowakije en Duitschland. H.R.C. Uit de Pers. IEUWE BESSE Tieleman's Wijnhandel 8 De onrust in Palestina. Het proces tegen Trotski- Zinowjef begonnen De postvluchten van en naar Indië De verkoop van Neder- landsche vliegtuigen en de opstand in Spanje. ADVERTE NTIEN Adorttwt in de cKeULmeAe 'C&Mant B B i B De belangrijke redevoeringen van dr. BenesJ. Benesj is als president de traditie, welke als minister van buitenlandsche zaken zelf peeft gelegd, trouw gebleven. Nu hij geen gelegenheid meer heeft in Kamer of Senaat zijn exposé's, die veelal seminaria geleken, voor te dragen, gebruikt hy de gelegenheid van de bezoeken welke hij aan verschillende steden brengt, om daar inplaats van formeele begroetingstoespraken redevoeringen te hou den, waarin hij de brandende problemen van de gebieden, waarin hy zich bevindt met bui tengewone uitvoerigheid behandelt. Dezer dagen bezoekt Benesj het gebied van Noord-Bohemen, dat wil zeggen, oeconomisch pet terrein der vroegere Duitsche industrie, dat beduidt, politiek gesproken, de bakermat van de Henleinbeweging. Het sprak daarna vanzelf, dat Benesj, die het probleem der Duitsch-Tsjechnische sym biose, anders gezegd dat der Duitsche min derheden, en logisch verder gaande, het vraag stuk der betrekkingen tusschen Duitschland en Tsjechoslowakije zal behandelen. De kwestie der Duitsche minder heden. In Reichenberg sprak Benesj in hoofdzaak over het minderhedenvraagstuk. Hy gaf daar- hy een absoluut afwijzend antwoord aan Henlein en diens aanhangers, voor zoover die van autonomie spraken (en daarmede aan sluiting bij Duitschland bedoelen) of wel zich een federatieven staat voorstellen. Tevens heeft hij te kennen gegeven, dat elke onderhandeling met Duitschland zal heb ben te geschieden op grondslag van niet-in- menging. In den loop van de laatste twintig jaren, aldus Benesj, is het aantal vertsjechi- seerden of gegermaniseerden niet zoo groot irr r F tduard Benes, geweest, dan dat men daaruit zou kunnen afleiden gevolgen ten aanzien van de taalver houding. Beide volken zijn zoo ryk, dat zy zich eenvoudig niet laten aenationaliseeren. Na tionale vragen zijn vooral staats- en binnen- landsche kwesties. Aan dit beginsel houdt tsjechoslowakije onvoorwaardelijk vast. Geen Europeesche staat heeft het recht zich ln deze aangelegenheid te mengen. Wij respecteeren aldus Benesj al leen de controle van den Volkenbond. Wij zullen dus ook met niemand anders over onze nationale kwestie onderhan delen. Zijn nationaal programma zal Tsjechoslowa- kye naar eigen goedvinden en methoden op lossen. „Ik weiger, aldus Benesj, het parool van autonomie en van federatieve tendenzen te aanvaarden even goed als fascistische, totali taire of communistische beginselen. Waar ik wel voor ben, dat is een decentralisatie, ver bonden met een doeltreffend, oeconomisch en administratief regionalisme. In het algemeen vervullen de Duitsche amb tenaren en soldaten hun plicht behooriyk en het grootste deel van de Duitsche bevolking is inderdaad de republiek getrouw. Doch een fractie is voldoende om met ver leidelijke, al zijn het dan ook onvervulbare, leuzen te bewerkstelligen, dat aan den ande ren kant gevoelens van bezorgdheid worden gewekt, die dan slechts moeilijk meer voor ver. trouwen kunnen plaats maken. Men moge, aldus Benesj, van Duitschen kant in het par ticuliere leven zoowel als bij betoogingen en openbare verklaringen datgene vermijden, wat het vertrouwen aan Tsjechnischen kant met recht zou kunnen schokken. Elk objectief den kend mensch moet constateeren, dat Tsjecho slowakije te zamen met België en Zwitserland bij de oplossing van het minderhedenvraagstuk het verst is. Kleine Entente. Op zijn verderen tocht kwam Benesj te Eisenbrod, een der middelpunten van de fioheemsche kunstglasindustrie. Hier sprak de President voornameiyk over de buitenlandsche politiek en in het bijzonder over de betrek kingen met Duitschland. Tsjechoslowakije ligt in den meest strikten 2in in het hart van Europa, in de buurt van drie Europeesche groote mogendheden, op het 'kruispunt van drie Europeesche beschavingen in dus van drie wegen van politieke expansie. *et is het meest Westelijke van de kleinere 'entraal-Europeesche staten en ook van alle >aven zijn de Tsjechen het verst naar het - Itsten geschoven. Politiek, cultureel en geo- graphisch zijn wy wel is waar sterk blootge steld, maar juist daarom als staat voor het evenwicht van Europa buitengewoon belang- Uk en om zoo te zeggen onontbeerlijk. Daarom ook was het eerste steunpunt van ?jjn vredespolitiek de Volkenbond. Ook in de toekomst zal deze het eerste steunpunt blijven. Daarom ook zal het tweede steunpunt, de politiek der Kleine Entente zyn en biy'ven, want ook Roemenië en Zuid- Slavië liggen in de buurt van drie groote mogendheden, die hun belangen in Cen- traal-Europa hebben en vandaar met elkaar in conflict kunnen komen, waar onder onze drie staten natuurlijk moeten Hjend. De Kleine Entente wil thans be wust ten aanzien van den vrede die taak ln Midden-Europa op zich nemen, welke eens Oostenrijk-Hongarije had moeten Vervullen en zij wil ook met Oostenryk zoowel als met Hongarye beide samen- werken. Vandaar ook is de constellatie van de Kleine Entente duuraaam en niet te verwrikken en zy zal in de toekomst nog worden versterkt. En daarom tenslotte, heeft Tsjechoslowa- 8en derd8 Steunpunt v°or zijn politiek gezocht en wel in die staten, welke deze onze Europeesche politiek begrypen en steu nen, die ons zouden kunnen helpen haar ten uitvoer te brengen en het ons mogeiyk zouden maken den nieuwen toestand in Midden- Europa te bestendigen en welke door ons den vrede voorgoed te verzekeren, ons in staat zouden stellen binnen een veertig, vbftie iaar onzen staat sterk te maken. Dat en niets anders is onze eigenlijke oriën teering en daarom kan van een wijziging van eze oriënteering ook geen sprake zijn. Elke staat, die ons helpen wil of althans ons daar- y niet van plan is te hinderen, zal onze vriend en eventueel ook onze bondgenoot zijn, welke staat of welk volk dit dan ook moge Ts?Jehrf^and<l 0P de betrekkingen tusschen Tsjechoslowakije en de groote mogendheden, wees Benesj er op, hoe de oogen van Praag steeds gevestigd waren geweest op vier Euro peesche factoren: Polen, Italië, Duitschland en Rusland. Alle fantastische geruchten over alles het geen zich tusschen Praag en Moskou zou af spelen, noemde Benesj tendentieuze verzinsels Even belacheiyk zijn de beweringen als ware Tsjechoslowakije een werktuig der communis tische politiek in Europa geworden. By ons zal het communisme nooit een voedngsbodem kunnen vinden en dus ook nooit succes kun nen hebben. De betrekking met Duitschland. De betrekkingen met Duitschland zyn voor ons het belangrijkst. De moeilijkheden tus schen beide landen waren steeds van een algemeen Europeesch karakter en een gevolg van de betrekkingen van Duitschland als be langrijkste groote mogendheid in Midden- Europa ten aanzien van de overige staten van Europa. Op een groot feit wil ik aldus Benesj den nadruk leggen: Een schikking tusschen Frankrijk en Duitschland is voor Tsjechoslowakije een levensbelang, een accoord tusschen Berlijn en Parijs be- teekent, dat automatisch ook een aantal moeilijkheden tusschen Praag en Berlijn wordt opgelost, die als gevolg van de algemeene Europeesche spanning gerezen zyn. Daarom heb ik steeds verklaard, dat eenige antithese tusschen Duitschland en Tsjecho slowakije geen kwestie van een noodlot is, doch dat een betrekking van blijvende en be hoorlijke, vreedzame samenwerking, mogelijk, noodzakelijk en volkomen natuurlijk is. In Tsjechoslowakije heerscht ten aanzien van Duitschland in geen der kringen waar de beslissingen vallen, een niet objectieve voor ingenomenheid noóh ëen gevoel van haat of vyandschap jegens Duitschland. Ook de be wering, dat Duitschland het bestaan van onzen staat zou bedreigen, gelyk men haar hier en daar in de Europeesche pers kan vin den, acht ik een absurditeit. Heden ten dage een staat van vyftien millioen en een volk van tien millioen in het midden van Europa in zyn bestaan te willen aantasten, zou gelijk staan met het verwekken van een ramp voor Europa, die niemand wenschen kan. Geen aanleiding tot angst. Wy hebben geen aanleiding tot angst. Integendeel, wij hebben alle reden om kalm en zelfbewust te zijn, vastbesloten om goed en onzen staat te verdedigen. Doch daarom kun nen wy des te meer bezield zijn met goeden wil om tegenover onze buren van achting en waardeering blyk te geven ook tegenover Duitschland en onze betrekkingen met Berlijn kalm en zakelyk en met waardeering van kwaliteiten en rechten onder oogen te zien, maar ook in het volle, sterkende bewustzijn, dat wy het recht hebben een zelfde respect van de zijde van Duitschland te verwachten. Onze politiek, Europeesch georiënteerd, belet ons dus niet tot een definitieve regeling met onze betrekkingen tot Duitschland te ge raken. De besprekingen van Locarno, die voor den herfst zijn voorzien, zullen zeker datgene uit den weg ruimen, wat misschien van een alge meen Europeesch standpunt beschouwd nog een beletsel vormde,'zoodat onze onderhande lingen met Duitschland, welke eventueel zou den kunnen gevoerd worden, overeenkomstig hetgeen Hitier op 21 Mei 1935 en in zijn rede van Maart van dit jaar heeft verklaard, een natuurlijke aanvulling van deze onderhandelin gen zouden kunnen zijn. Ik voeg er nog aan toe, aldus Benesj, dat in onze geheele buitenlandsche politiek het binnenlandsche regime van geen enkelen staat beslissen kan en mag, dat geldt voor Rusland evengoed als voor Duitschland, voor Italië evengoed als voor Frankrijk. Daarom zijn wij er ook ten volle voor, ons niet in de binnen landsche aangelegenheden van andere staten te mengen, de veranderde regimes der anderen niet aan te tasten en eenvoudig consequent en onbuigzaam, maar met waardigheid ons eigen regime te vertegenwoordigen. Ik zou daarom wenschen, dat onze openbare meening in deze aangelegenheden consequent de grootste terughoudendheid in acht nam, EEN TWEEDE ULTIMATUM VAN TSJANG KAI SJEK. Het Japansche agentschap Domei meldt uit Kanton, dat maarschalk Tsjang Kai sjek den Kwangsi-generaals een tweede ultimatum heef gezonden, waarin hy hun acht dagen geeft om te gehoorzamen aan de bevelen van de Nanking-regeering. Kwangsitroepen trekken Kwantoeng binnen. De Chineesche bladen melden, dat de Kwangsi troepen Kwantoeng zyn binnengerukt. Zij trachten de kust te bereiken ten Zuidwesten van Kanton. De Chineesche bladen publiceeren een com- muniqué waarin wordt medegedeeld, dat de opstandelingen in Kwangsi een militaire re- Keering hebben gevormd. Generaal Li Tsoeng jen zou de leider van deze regeering zyn. Nieuwe aanslagen. By een aanval op de Joodsche kolonie Kiria- thanavim, nabij Jeruzalem, zyn twee Joodsche kolonisten ernstig gewond. By een aanval op een meer naar de kust ge legen nederzetting is een Jodin gedood. Voorts zyn te Jaffa twee Joodsche verpleeg sters van het regeeringsziekenhuis gedood. Joodsche notabelen over den toestand. beraadslagen Dezer dagen zijn 70 leden van den Joodschen raad tezamen met de voornaamste Joodsche notabelen in Palestina in geheime zitting by- eengekomen tot het vaststellen van de te volgen gedragslyn ten opzichte van de buitengewone crisis, welke het land doormaakt. De meeste aanwezigen waren jong. Men zag kantoorbedienden uit de stad, gebruinde boe ren van het platteland, waar het werk van jaren in eenige uren kan worden en ook wel is vernield, arbeiders in hun werkplunje, rab bi's, politici en verscheidene vrouwen, onder wie Henriëtta Szold van Hadessen opviel. De ver gadering begon met een herdenking van de dooden. De Joodsche leiders lieten hun stem hooren tegen de politiek van Engeland, welke zy in strijd achtten met de jegens de Joden aange gane verplichtingen en te zwak tegenover de Arabieren. Zy verklaarden zich tegen eiken maatregel te zullen verzetten, die ten doel heeft de Joodsche immigratie te beperken of te schorsen. Wegens den betreurenswaardigen toestand waarin het Jodendom in een aantal landen verkeert, o.a. in Duitschland, moet er een Joodsch vaderland bestaan. Besluiten, waarin de houding der Joodsche bevolking zal worden omschreven, zullen later worden genomen. Alle beklaagden, op twee na, beken nen ten volle schuld. - Een brief van Trotski ln het geding. De acte van beschuldiging. In de acte van beschuldiging tegen Zinowjef, Kamenef en de veertien andere beklaagden heet het. Gelijk thans gebleken is, hebben de rechter lijke organen anderhalf jaar geleden bij het onderzoek inzake den moord op Kirof niet alle gegevens bij de hand gehad, om de ware rol van de wit-gardistische terroristische, illegale werkzaamheid van de aanhangers van de groep-Zinowjef, de leiders van het z.g. Mos- kousche centrum en de leiders van de illegaal werkende Trotskiïsten te onthullen. Op grond van onlangs ontdekte feiten, in verband met de ontdekking in den loop van 1936 van een reeks terroristische groepen van Trotskiïsten en aanhangers van Zinowjef heeft het onderzoek vastge steld, dat Zinowjef, Kamenef, Jewdokimof en Bakajef de directe organisatoren van den moord op Kirof, en de initiatiefnemers en organisatoren van in voorbereiding* zijnde aanslagen op andere leiders van de communistische party en van de sowjet- regeering geweest zijn en dat de aanhan gers van Zinowjef hun misdadig optreden volvoerden in bondgenootschap met Trotskisten en Trotski zelf. Verklaringen van de hoofdbeklaagden. Zinowjef heeft bekend, dat „het centrum TrotskiZinowjef zich het vermoorden van de leiders van de Communistische Party en de Sowjetunie tot hoofdtaak stelde. Kamenef verklaarde op 23 Juli 1936: „Het feit, dat de moeilijkheden overwonnen waren en de overwinning van de poltiek van het cen trale comité van de Communistische partij en de Sowjetunie verwekten bij ons een nieuwen vloed van verbittering en haat tegen de leiding van de partij, in de eerste plaats tegen Stalin. Wy kwamen in het jaar 1932 tot de slotsom, dat het eenige middel, waardoor we konden hopen aan de macht te komen, de organisatie van daden van terreur tegen de leiders van de Communistische party, in de eerste plaats tegen Stalin, was. Dit was de grondslag, waarop tusschen ons en de Trotskisten onder handelingen over de vereeniging gevoerd wer den. Op deze wijze, aldus de acte van beschuldi ging, veranderde het blok Trotski-Zinowjef in een groep beginsellooze politieke avonturiers en moordenaars, die ernaar streefden door ter reur aan de macht te komen. Hierbij pasten de deelnemers als bijzondere en principieele me thode in hun betrekkingen met partij en re geering de methode toe der „dubbelhartigheid." Terwijl het Vereenigde centrum moorden op Stalin en andere leiders van partij en regeering voorbereidde, was het er tegelykertijd op alle manieren op uit zijn loyaliteit, zelfs zijn aan hankelijkheid aan de sowjetmacht, zijn berouw over vroeger begane fouten en zyn bereidwil ligheid om de revolutie eerlijk te dienen te betuigen. Kamenef verklaarde, dat de berekening ge weest was, dat na den aanslag op Stalin on zekerheid en desorganisatie in de leiding van de party zouden ontstaan en dat het de leiders van het blok zou gelukken van de verwarring gebruik te maken om de overige leiders van de partij te dwingen hen tot de macht toe te laten of hun plaatsen af testaan. Als vanzelf sprekend werd daarbij verondersteld, dat Trotski zou terugkeeren en actief aan den strijd om de macht zou deelnemen. Mratsjkowski verklaarde: „Op een aan wijzing van Trotski, welke Smirnof in 1930 kreeg, moesten we Stalin, Worosjilof en Kaga- nowitsj vermoorden, Stalin was het eerst aan de beurt." Een brief van Trotski. Dreitser kreeg in 1934, door bemiddeling van Sedow, een door Trotski persoonlijk ge schreven brief, van den volgenden inhoud: „Waarde vriend, breng s.v.p. over, dat voor ons op het oogenblik de hoofdzaken zijn: ten eerste Stalin, Worosjilof uit den weg te rui men; ten tweede, den arbeid voor het organi- seeren van cellen in het leger ontwikkelen; ten derde, in geval van oorlog van alle tegen slagen en verwarring gebruik maken voor het veroveren van de macht." Na de vernietiging van het Centrum TrotskiZinowjef na den moord op Kirof be gon Trotski met de persoonlijke leiding van de terroristische werkzaamheid en ondernam uitdrukkelijk de organisatie om den moord op Stalin en Worosjilof te forceeren, waartoe hy een reeks maatregelen nam tot herstel van de terroristische groepen in de Sowjet-Unie en de activiseering van hun werkzaamheid. Daartoe smokkelde hy zyn beproefde agenten uit het buitenland de Sowjet-Unie binnen. Al zulke agenten werden op verschillende tydstippen uit Berlyn naar Moskou Olberg, Berman-Joe- rin, Fritz David (Kroegljanski), Mojsej en Nathan Loerje gesmokkeld. Leon Trotzki. De betrekkingen met de Gestapo. Het onderzoek heeft uitgewezen, dat Olberg de Sowjet-Unie binnengekomen is met een pas van Honduras, welke hy van de Gestapo gekregen had. Volgens Olberg had hij dezen pas gekregen dank zy zijn verbindingen met de Duitsche politie en een van haar agenten te Praag, Toeka- lewski, voor de som van 13.000 Tsjecho- slowaaksche kronen, die hy van de Trots kistische organisatie gekregen had. Vol- Volgens Olberg was zyn verbinding met de Gestapo geenszins toevallig en was dit overeenkomstig een aanwijzing van Trotski in de iyn van de Trotskisten. De verbinding had betrekking op de orga nisatie in de Sowjet-Unie van de terreur tegen de leiders van de Communistische party en de regeering. Hij was eenige malen met hoog geplaatste ambtenaren van de Gestapo samen gekomen en had zich met hen onderhouden over zijn eerste reis naar Moskou en over zijn plannen van voorbereiding van den aanslag. Deze verklaring werd door een broer van Olberg bevestigd, die in een andere aangele genheid gearresteerd is en eveneens een agent van de Gestapo is geweest. Nog werd vastgesteld, dat de terroristische groep, welke door Mojsej Loerje geleid werd, georganiseerd was door een actieven Duit schen fascist, Weil, een vertegenwoordiger van Himmler, die thans aan het hoofd van de Gestapo staat. De hoofdtaak van de groep bestond in de voorbereiding van aanslagen op Stalin, Kaganowitsj, Worosjilof en Ordjoni- kidze. Volgens Loerje had Zinowjef betuigd, dat het noodig was gebruik te maken van het bondgenootschap met de nationaal-socialisten ln den strijd tegen partij en regeering. Nathan Loerje verklaarde o.a. dat Kamenef persoonlijk naar Leningrad vertrokken was, om den gang van de organisatie van den moord op Kirof te controleeren. Tegelijkertijd hield het Centrum zich bezig met de organi satie van den moord op Worosjilof, Zjdanof, Kaganowitsj, Kossoir, Ordzjonikidze en Pos- tysjef. Aan den moord op Worosjilof werkte de groep-Dreitser, die haar opdracht rechtstreeks van Trotski had, en de groep-Loerje, die uit Duitschland binnen gesmokkeld was. De bekentenissen. Alle beklaagden hebben volledig schuld bekend, op Smirnof na, die wel bekende, dat hy tof het Vereenigde Centrum be hoorde en in verbinding met Trotski stond en van hem aanwijzingen over de terreur ontvangen had, maar categorisch ontken de, dat hij aan de terroristische activiteit deelgenomen had. De getuigenissen van de anderen, aldus de acte van beschuldiging, ontmaskeren Smirnof echter ais zoodanig. Zinowjef, Kamenef, Jewdokimol, Bakajef, Mratsjkowski, Ter Wganjan en Smirnof wor den beklaagd van de organisatie van een reeks terroristische groepen, die den moord op Stalin e.a. voorbereidden en door middel van het Leningradsche centrum den moord op Kirof hebben gepleegd. Dreitser, Reingold, Pikel, Golzman, Fritz David, Olberg, Berman-Joerin en Mojsej en Nathan Loerje worden beklaagd, dat zy als leden van de terroristische groepen aan de voorbereiding van de aanslagen hebben deel genomen. Trotski en zyn zoon Sedow zullen, indien zy op het grondgebied van de Sowjet-Unie moch ten worden aangetroffen, terstond worden ge arresteerd en naar het militaire college van het opperste gerechtshof worden verwezen. Ten aanzien van een aantal anderen is het onderzoek nog niet beëindigd. Dq aanvang van het proces. Het proces is gisteren begonnen onder voor zitterschap van Ulrich. De procureur van de Sowjet-Unie, Wysjinski, treedt op als openbaar aanklager. Alle beklaagden zagen er van af zich te doen verdedigen. Ulrich wees erop, dat de be klaagden daardoor alle rechten van de ver dediging krygen, waarop hy de acte van be schuldiging voorlas. De beklaagden erkenden opnieuw hun schuld, behalve Smirnof en Golzman, die ver klaarden, dat zij wel deel uitmaakten van de terroristische organisatie en aanwijzingen van Trotski ontvangen hadden, doch verder zeiden, dat zij geen deel hadden genomen aan de prac- tische voorbereiding van daden van terreur. KLACHT TEGEN TROTSKI ONGEGROND BEVONDEN. Het openbaar ministerie heeft de door de Noorsche nationaal-socialisten tegen Trotski ingediende klacht ongegrond bevonden. Er zal dus geen proces over begonnen worden. Het proces tegen de vyf nationaal-socialis ten, die getracht hebben documenten van Trotski te stelen, zal begin October voor komen. Trotski, die thans te 0nefoss verblijft, zal als getuige aanwezig zijn. Het ziet er naar uit, dat Noorwegen Trotski niet meer zal kunnen kwy traken, daar de arbeidersregeering van Noorwegen niet ge vraagd heeft om een retourvisum toen Trotski uit Frankrijk kwam. Hy zou dus al leen nog maar naar zyn geboorteland, Rus land, teruggezonden kunnen worden, maar po litieke vluchtelingen worden nooit naar hun vaderland teruggezonden. Slechts met toe stemming van een ander land kan Noorwegen Trotski daarheen zenden. Indien Generaal Franco won. De „Manchester Guardian" schrijft: Spanje, dat bekend is als een den Volken bond welgezinde mogendheid, zou zich dan by de machten voegen, welke hem tot onmacht terug willen dringen. En dergelijke verande ring, welke ook vroeger niet onbeteekenend zou zijn geweest, kan in de huidige critieke situatie van den Bond van een beslissende noodlottigheid zijn. Spanje zou dan gaan han delen volgens het gemeenschappelijk belang van landen met een bepaalden regeerings- vorm, hetwelk er toe zou leiden, dat het niet het heil van den Bond, maar de wenschen van twee machtige naburen na ging streven. Bovendien zou generaal Franco's overwin ning nog een ander belangrijk internationaal gevolg met zich slepen, want het zou een volledige ommekeer in het Middellandsche Zee-evenwicht beteekenen. Ook dit zou op een zeer critiek oogenblik komen. Gedurende bijna twintig jaren voor den oorlog werd de Engel- sche positie in de Middellandsche Zee ver zekerd door zijn vriendschap met Italië (vast gelegd in een geheime overeenkomst door Lord Salisbury). In de laatste twee jaren heeft de Engelsche regeering door een serie opmerkelyke blunders kans gezien, Italië tot vijand te maken, zonder zich eenige verster king te verzekeren van het internationale recht en de collectieve veiligheid, om dit te compenseeren. In de moeilijkheden tusschen Italië en den Volkenbond heeft het zooge- manoeuvreerd, dat het aan Italië en de ge heele verdere wereld den indruk gaf, dat zijn belangen als Middellandsche Zeemogendheid het meer ter harte gingen, dan zijn belangen als Volkenbondslid. Er zijn ministers geweest, die te verstaan hebben gegeven dat er oogen- blikken zijn geweest waarin dit conflict Enge land op den rand van oorlog had gebracht. Wat zou daarby de positie zijn geweest als Spanje een vijandige inplaats van een be vriende buurstaat was geweest? Als Engeland de mogelijkheid onder oogen had moeten zien, dat de Spaansche havens e.d. beschikbaar waren voor gebruik door den vijand? Er is geen twijfel, of in wereldverband ge zien is Engeland's positie in de Middelland sche Zee ietwat kunstmatig; en zij zal niet voor eeuwig zyn. Vroeger of later zal de her ziening van het zeerecht en de regeling van de macht ter zee volgens redelyker beginselen, in het gezichtsveld der staatslieden komen; en de wereld heeft er genoeg onder geleden, dat Wilson dit deel van zijn taak in Parijs liet vallen. Maar de verandering van evenwicht, die volgen zou op een fascistische dictatuur in Spanje, die op Italië en Duitschland ge oriënteerd zou zijn, zou alleen maar een nieuw gevaar voor den vrede vormen en een nieuwe bron van rivaliteit, waarvan „prestige" de drijfkracht is. I Terug. De „Edelvalk" vertrok 19 Aug. van Batavia en arriveerde denzelfden dag te Medan. De „Djalak" vertrok 19 Aug. van Bagdad en kwam 19 Aug. te Athene aan. Heen. De „Kwak" vertrok 19 Aug. van Rangoon en landde 19 Aug. te Singapore. De „Perkoetoet" vertrok 19 Aug. van Schip hol en is 19 Aug. te Athene aangekomen. DEN HAAG HEEFT ZIJN VLIEGTUIG- HAVEN. In de geschiedenis van de tot standkoming van het vliegveld Ypenburg, op initiatief van de Haagsche Aeroclub, was het Dinsdag een belangrijke dag. Na weken van moeizamen zwaren arbeid, waarby onder hooge spanning is gewerkt, het terrein namens het departement van water staat en namens den K.L.M. als luchthaven goedgekeurd. De antwoorden van minister Coiyn op een door eenige Kamerleden ter zake gestelde vragen. De minister van staat, voorzitter van den raad van ministers, heeft geantwoord op vra gen van het Eerste Kamerlid Polak, betreffende den verkoop van twee Nederlandsche vlieg tuigen naar Engeland, welk feit men in ver band heeft gebracht met een opstand in Spanje. Het bericht van het A.N.P., waarnaar in de eerste vraag verwezen wordt, is, voor zoover het feit van den verkoop van twee K.L.M.- vliegtuigen aan een Britsche luchtverkeers- maatschappy betreft, juist. De vergunning daartoe werd door de regeering 8 Augustus verleend. Deze verkoop betrof twee Fokkertoestellen van het type F 7 b aan de Crilly Airways Ltd. aan welke maatschappy de K.L.M. ook reeds in het verleden oudere toestellen had verkocht. Aangezien de uiteindelijke bestemming van eea vliegtuig, dat naar het buitenland wordt ver kocht, uit den aard der zaak niet kan worden gecontroleerd, doch er althans voor moest wor den gezorgd, dat de levering plaats had over eenkomstig de transactie, waarvoor goedkeu ring werd verlêënd, heeft de regeering aan dö K.L.M. de voorwaarde gesteld, dat de beide vliegtuigen door Nederlandsche vliegers naar Engeland zouden worden gevlogen en daar door den Britschen kooper zouden worden overge nomen, terwijl zij de Nederlandsche bescheiden, bij de vliegtuigen behoorend, weder naar Neder land moesten terugbrengen. Aan dezen eisch is voldaan, daardoor hielden de beide vliegtuigen, van het tijdstip van de aflevering af op, van Nederlandsche nationali- teeit te zijn en waren zij overgegaan in het bezit van den kooper. Het is niet juist gebleken, dat een Spanjaard bij de onderhandelingen over den verkoop van deze vliegtuigen betrokken was. Reeds vóór de vrager zijn vragen tot de re geering richtte, is een andere onderhandeling over verkoop van vliegtuigen, op wensch def regeering afgebroken, aangezien de kooper niet als een bona fide verkeersmaatschappij kon worden beschouwd. In afwachting van de internationale non interventie-overeenkomst, waarvoor thans door de groote mogendheden overleg wordt gepleegd, heeft de regeering besloten, voor zoover haar bevoegdheid strekt, ook te ver hinderen, dat tijdens deze onderhandelingen burgerlijke vliegtuigen naar Spanje zouden worden geleverd. Op de handelingen van het stoomschip Lo« dewyk zal, zoolang dit vaartuig zich in Neder» landsche havens bevindt, worden gelet. Op de vragen van het lid van de Tweed© Kamer Schalker in verband met een poging tot aankoop van Nederlandsche vliegmachines ten behoeve van de rebelleerende Spaansch© militairen, heeft minister Colijn geantwoord: Het is de regeering bekend, dat een Span jaard, zich noemende Morenas, begin Augustus in Nederland heeft vertoefd, en den 3den van die maand per vliegtuig van den gewonen dienst van de K.L.M. met onbekend doel naar Croydon is vertrokken. Tijdens dat verblyf heeft hy gepoogd twee vliegtuigen van de K, L. M. te koopen en naar Spanje te doen ver voeren, welke verkoop door de regeering is belet. Op den lOden Augustus bevond MorenaS zich blykbaar opnieuw in Nederland en heeft toen de directie van de K. L. M. te Schiphol uit Amsterdam opgebeld met de vraag, of hy nog vliegtuigen zou kunnen koopen. Het antwoord op die vraag luidde ontkennend. Daarmee waren de bemoeiingen van de Kj L. M. met den heer Morenas geëindigd. Voor zoover by een onmiddellyk na ont vangst van de vragen ingesteld onderzoek is kunnen blijken, vertoeft de bedoelde vreemde ling niet meer in Nederland. Ondertrouwd: C. C. SIRAAL en Q. W. WEBELINQ. Den Helder, Aug. 1936. Klaas Duitstraat 8. Tuinstraat 16. Huwelijksvoltr.1 Sept. 1936. In plaats van kaarten. Ondertrouwd: FRANS DUKERS en ANNIE HOPPE. Den Helder, 19 Aug. 1936. Kuiperstraat 18. Nieuwstraat 54. Huwelijksvoltr.: 3 Sept. 1936. In plaats van kaarten. Ondertrouwd: A. J. v. VELSEN en A. SLIKKER. Btn ""dér. i 19 i93«' Algemeene kennisgeving. Heden overleed, na een kortstondig lijden, voor zien van de H.H. Sacra menten der Stervenden, mijn innig geliefdeVrouw, Moeder, Behuwd-Dochter, Zuster, Behuwd-Zuster en Tante, ADRIANA MARIA KEET, Echtgenoote van Pieter Bruin, in den ouderdom van 28 jaar. Den Helder, 18 Aug. 1936. Ooievaarstraat 23. Uit aller naam: P. BRUIN en Dochtertje. De gezongen Uitvaart zal plaats hebben Vrijdag 21 Aug. a.s. des morgens ten 9 uur in de Parochie kerk O. L. Vr. Onb. Ontv., de begrafenis ten 11 uur op het R.K. Kerkhof „St. Jozef" vanuit de Kerk. Geen bezoek Geen bloemen Voor de bijzonder vele blij ken van belangstelling en deelneming, ondervonden tij dens de ziekte en bij het over lijden van onze lieve Vrouw, Moeder, Dochter, Zuster en Behuwdzuster, J0HANNA CATRINA POLLÉ, Echtgenoote van Willem Brondsema, betuigen wij onzen hartelljken dank. Den Helder, 19 Aug. 1936. Schoolstraat no. 6. Uit aller naam, W. BRONDSEMA. Mevr. v. d. BURG-BOOTSMAN, ANNIE, HANNA, BALTJE. t. a. a/b. m.s. „Johan van Oldenbarnevelt". Amsterdam, 19 Aug. 1936. DANKBETUIGING. Voor de vele blijken van deelneming, ondervonden tij dens de ziekte en bij het overlijden van onzen Vader, Behuwd-, Groot- en Overgroot* vader, den Heer J0HANNES JACOBUS GREM, betuigen wij onzen hartolljkeri dank. Den Helder, 20 Aug. 1936. Kanaalweg 27. Namens de Familie, H. SCHENKIUS. Met ingang van HEDEN zijn VRIJDAGSMIDDAGS van 2-4 uur weer WERKE- LOOZENKAARTJES be schikbaar a 10 cent op vertoon van gele stempelkaart. per liter fles f 2.65 per 'ƒ2 liter fles f 1.35 Koningstraat 85, Tel. 492 - Filiaal Sluisdijkstraat 39, Tel. 162

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 3