„Köpenickiade" op den Balkan!
Een avond in slot
Rheinsberg.
tob nooit hoekje
Populaire Rubriek
w~ mu>"
PAG. 2
ZATERDAG 22
AUGUSTUS 1936
T JUTTERT.m
en
De staatsgreep van den Griekschen
dictator Metaxas roept de herinnering
aan een humoristische episode in de ge
schiedenis van den Balkan wakker.
De geschiedenis van een schoenmaker te
Köpenick, die een dag lang de rol van een
Pruisisch Overste vervulde en den burge
meester en den Staatsraad „arresteerde",
kan tenslotte ook een ander brutaal iemand
overkomen. Ook Majoor Velika, die zich in
Mei 1894 voor enkele dagen tot dictator
van Oost-Roemelië opwierp, mag zich als
een concurrent van den bekenden Köpe-
nickschen schoenmaker beschouwen. Dat
echter een cirsuskunstenaar geheel uit eigen
macht een vacante koningstroon an
nexeerde en tenslotte den werkelijken
rechthebber op de troon achter slot en
grendel liet zetten..., zooiets is slechts op
den Balkan mogelijk, waar schijnbaar de
grootste spitsboeverij wordt geboren!
De man, dit dit kunststuk verrichtte,
draagt den naam van Otto Witte. Zoon
van een circuseigenaar, was hy reeds als
kind „artist" en trad, toen hij 9 jaar oud
was, als leeuwentemmer op. Twee jaar
later maakte hij een tournee door Oosten
rijk en leerde een Indiër kennen, een fakir,
die „toovenaar" en zwaardslikker was. De
jaren vergingen en uit den knaap groeide
een man, die als artist geheel de wereld
rondtrok.
Tenslotte vond hij een engagement bij
een voornaam circusgezelschap, hetwelk
een tournee door den Balkan maakte. Ge
durende zijn verblijf in Belgrado het
was in het critieke jaar 1903 kwam
het tot de beruchte samenzwering der
Belgrader garde-officieren tegen den jon
gen koning Alexander en zijn gemalin
Draga Maschin. Otto Witte, die door een
toeval van het moorddadig plan op de
hoogte was gekomen, verzocht om audiën
tie bij den vorst, en werd toegelaten. Hij
deed zijn verhaal, doch werd uitgelachen
en reisde af. Den daaropvolgenden nacht,
op 11 Juni 1903, werden Alexander en
Draga in hun slot vermoord.
Witte, die reeds veel te lang te Belgrado
was gebleven, begon weer te reizen. Hij
reisde door Egypte, den Soedan, ontpopte
zich als diepzeeduiker in Bombay, vaarde
langs de geheele Afrikaansche zuidkust en
landde tenslotte in het Fransche vreemde
lingenlegioen. Te Marokko diende hij op
een fort. Op een dag had hij straf ver
diend, en de bewakers legde hem een ket
ting aan de polsen. Witte, de artist, wrong
zich echter met gemak los en zon op een
ontvluchting. Tenslotte vond hij het uni
form van een Pransch officier.
Een jaar later roofde hij uit een harem
de bruid van een Spaansche overste, die
door meisjeshandelaars ontvoerd en aan
den vizier van den sultan van Sanslbar
was verkocht. Hij had echter pech. Hij
werd gearresteerd, in de gevangenis gezet,
doch brak er opnieuw uit. Havenarbeider,
artist, daar tusschen door voor korten
tijd soldaat, en tenslotte weer naar
Duitschland terug!
Hier trad Witte in het huwelijk en
richtte een klein circusgezelschap op. Doch
het soliede familieleven lag den artist niet.
In 1912 was hij weer verdwenen. Hij trok
Een circuseigenaar roept zich tot koning uit
neemt den werkelijken vorst gevangen
naar den vreemde en liet de zaak, zijn
dieren en het personeel aan de zorgen van
zijn vrouw over.
En thans bereikte Witte het hoogtepunt
van zijn veelbewogen loopbaan. In de
twee Balkanoorlogen bracht hij het tot
officier van het Turksch leger en maakte
zich door zijn groote talenkennis onmis
baar als onderdaan in den Turkschen
spionnagedienst. Te Adrianopel vond hij
een Turksch vriend, Luitenant Voltas Bey.
Met dezen vriend dacht hij een plan uit,
dat het stoutste stukje van zijn leven zou
zijn. Albanië was door den tweeden Bal
kanoorlog een onafhankelijken staat ge
worden en door een verzameling Alba-
nisch notabelen werd de Turksche Prins
Sais Halin Pasja, een zoon van Abdoel
Hamid, vorst op den nieuwen troon. Ter
wijl de prins echter nog bij zichzelf over
legde, of hij den kroon zou accepteeren of
niet, schafte Otto Witte zich een gloed
nieuw Turksche Generaalsuniform met een
massa ordeteekenen aan, bombardeerde
Tirana met valsche telegrammen van aan
komst, werd door zijn „adjudant" Voltas
Bey pompeus ontvangen en den volgenden
dag, op 15 Februari 1913, met groote
troepenparades, onder volksgejuich en wat
dies meer zij als „Halem I" tot koning van
Albanië uitgeroepen!
Eenige Turksche officieren, die de zaak
„door" hadden en daartegen trachtten te
protesteeren, werden door de booze Alba-
neezen bijna dood geslagen en waren ten
slotte blij, dat de nieuwe vorst hen
„slechts" in de gevangenis stopte.
Na vier dagen arriveerde evenwel de
werkelijke Prins Said Halin in Albanië en
reisde onmiddellijk naar Tirana, om zijn
rechten te doen gelden. En thans komt de
clou van de geheele historie: De valsche
vorst van Albanië, Otto Witte, liet den
„echten" koning, Said Halim, op 19 Febr.
1913 als „avonturier" in de gevangenis
van Tirana opsluiten!
Ik zou wel een goedkoop wagentje wil
len koopen. Weet jij soms iemand, die z'n
auto aan kant wil doen?
Ja, Smit.
Smit Hoe weet jij dat
Be heb 'm verleden week m ij n wagen
verkocht^
Na dit meesterstukje werd het hem toch
eigenlijk te heet onder de voeten. Hij ver
dween in denzelfden nacht uit het slot,
vluchtte in boerenkleeren over de Ser
vische grens, ontkwam met een massa ge
wichtige documenten, viel te Salzburg in
handen van de Oostenrijksche politie, werd
van spionnage verdacht, doch moest en
kele dagen later weer op vrije voeten wor
den gesteld!
Intusschen hadden de Albaniërs
domheid ingezien. Zij haalden den „echten
Said Halin onder talrijke verontschuldi
gingen en met veel plichtplegingen uit de
gevangenis en zette hem met evenveel
pracht en praal, als men bij Witte had ge
daan, op den troon. De Turksche prins had
evenwel genoeg van zijn koningschap en
dankte voor de eer.
Met zijn opvolger, den Duitschen prins
Wilhelm von Wied, hadden de Albaniërs
al evenmin geluk en het avontuurlijk land
der Skipetaren werd afwisselend republiek,
monarchie (onder Essad Pasja) en ten
slotte weer republiek, totdat het eindelijk
onder den energieken Achmed Zoghu tot
een stabielen staatsvorm kwam.
Nog heden ten dage bereist de avon
tuurlijke Otto Witte, de koning van vijf
dagen, als 64-jarige, met zijn circus en
zijn woonwagens de jaarmarkten van
Midden-Europa en nooit is hij het vertellen
van zijn koningschap in Albanië moe.
CHINA's STRIJD TEGEN HET OPIUM.
Ofschoon de Chineesche regeering de
doodstraf op den handel met opium en
andere verdoovende middelen heeft inge
voerd, bloeit deze handel in China nog
steeds voort. De Chineesche rechtbanken
te Peiping en te Kalgan hebben onlangs
weer acht en veertig personen wegens
handel in verdoovende middelen ter dood
veroordeeld. In de eerste helft van dit jaar
zijn reeds vijfhonderd en twintig personen
terechtgesteld, onder wie ook vrouwen. De
terechtstellingen geschieden in het open
baar, om de bevolking af te schrikken.
INTERNATIONALE RADIO-OMROEPEN
WERKEN SAMEN.
Wisseluitzendingen vangen op 20
September aan.
Parijs: In Februari j.1. vond alhier een
internationale radio-conferentie plaats,
waarop is besloten een nauwere samenwer
king te zoeken tusschen de radio-omroepen
over de geheele beschaafde wereld. Men
besloot, om dichter bij het doel te komen,
tot 't organlseeren van z.g. wisseluitzendin
gen, welke reeds op 20 September a.s. zul
len aanvangen. De „Nationaal Broadcasting
Company" zal, tezamen met het „Columbia
Broadcasting System" in de Vereenigde
Staten de leiding der concerten op zich
nemen.
Men heeft een zeer interessant program
ma ontworpen, waarbij men b.v. ook het
geruisch van de machtige Niagara-water
vallen zal te hooren krijgen. Verder staat
op het internationaal program Indiaansche
muziek, door „echte" Indianen gespeeld,
een original-comboyballade en een Ameri-
kaansche dans. Voorts zal aan het tweede
concert deelnemen een origineel negerkor
en een neger-jazzorkest. Populaire anglo-
Amerikaansche melodien en een symphonie
op dit thema gebaseerd, besluiten de reeks
concerten.
Kent uw ware motieven. -
«toppertje spelen verslapt.
Zie je, zóó is het gegaan. De omstandig,
heden dwongen mij er als het ware toe, ik
kón haast niet anders. Dan is het toch
ook niet erg, vind je wel?"
Zoo spreken wij, trachtend onszelf om
den tuin te leiden. En wanneer de andere
geen waarachtig belang in ons stelt, zal
deze zeker de gemakkelijksten weg kiezen
in het antwoord: „neen, het is niet erg",
Wij zuchten verlicht. Een ander vindt het
ook niet erg. En wij trachten die eene
stem te verdooven, die ons zonder genade
blijft aanklagen; de stem van ons eigen
geweten! Het is wonderlijk, zooals wjj
soms om de waarheid heendraaien, zelfs
tegenover onszelf. Wij richten een gansche
constructie van verontschuldigingen op,
een heel vernuftig systeem om onszelf vrij
te pleiten.
Alles liever dan uiterlijk te bekennen:
„ik heb schuld, het was een fout, zelfs
een minderwaardige fout. Ik wil alles in
het werk stellen om dergelijke fouten
voortaan te vermijden.
Wanneer wij maar in wilden zien, dat het
verdoezelen of wegredeneeren van een een
maal begane fout niets goed kan maken,
integendeel.
Geen enkel mensch is volmaakt, en wij
allen zijn dan ook wel bereid om, in het
algemeen gesproken, toe te geven dat wij
fouten hebben. Maar o wee als het erop
aankomt om een bepaalde fout, die wjj
vinden dat ons ontsiert, te erkennen! Er
zijn maar heel weinig menschen, die daar
toe dadelijk bereid zijn!
Let u maar eens op; zoodra uw gedach
ten in de richting gaan van: „het is toch
eigenlijk zoo erg niet", dan is er niet
pluis. Dan hebben wij iets gedaan, wat
ons eigen diepste ik wel degelijk erg
vindt.
Houdt dan op met uzelf voor den gek
te houden, en erkent dadelijk de begane
fout in haar vollen omvang.
Het leven maakt het ons dikwijls niet
gemakkelijk om oprecht te zijn. Wij moeten
menigmaal ijver toonen als wij moe zijn,
spreken wanneer wij liever zouden zwijgen,
reageeren wanneer alles in ons snakt naar
rust -«
Hard werken is niet erg, als wij In onze
vrije uren maar werkelijk tot rust kun
nen komen. En om dit te kunnen, moeten
wij beginnen met alle pose en valsche
schaamte te laten varen.
Het is heel gewoon wanneer wij eens
moe zijn, heel normaal wanneer wij er eens
behoefte aan hebben, rustig tot onszelf te
komen. Kennissen kunnen wij op een der
gelijk oogenblik niet gebruiken, alleen
werkelijke vrienden tot wie wij kunnen
zeggen: „Maak het niet te laat want ik
ben moe", of „ik wil liever niet praten op
het oogenblik, ga gerust zitten, maar
neem een boek", zonder dat ons dat kwa
lijk genomen wordt Ware vrienden nemen
elkaar zooiets niet kwalijk, en verstaan
het ook, bij elkaar te zijn zonder elkaar te
vermoeien. Van niemand kan verlangd
worden, dat hij maar op ieder oogenblik
frisch en fit klaarstaat om in alles te
deelen en naar alles te luisteren. Zorgt,
dat u lederen dag, al is het maar een hall
uur, uzelf kunt zijn. Dit zal u helpen om
oprechter te zijn tegenover uzelf, om uw
eigen motieven te kennen en te willet
erkennen!
Prinsenliefde
Historische novelle door:
S. DorstHulshof.
Achter de hooge dennestammen, die het
kleine meer bij Slot Rheinsberg omgeven,
schemert de hemel bleekrood... de kleur
van de laatste stralen der ondergaande
zon, die over den horizont kijken... Het
is een zwoele, mooie zomeravond. Onder de
dichte, schaduwwerpende boomen van het
park schemert het reeds en in het Slot,
waarvan de tuinvensters alle openstaan,
hebben de lakeien al lang de veelarmige
luchters aangestoken en de kaarsen van
de enkele kaarsenboomen in de kabinetten.
Bijna heel het kasteeltje met de beide uit
springende vleugels straalt van het kaars
licht, want vanavond zal hier feest geaderd
worden. „Frederica tranquillitatem colen-
tl" staat boven het portaal van het Slot
Rheinsberg, dat uit zijn langdurige Doorn-
soosjeaelaap is gewekt, sedert de verbou
wing van Knobelsdorff het onttrok uit de
verwaarloozing en het verval en de Pruis-
sische kroonprins Friedrich met zijn ge
malin er zijn intocht in deed. En nu beleeft
het tandkast eelt je opnieuw dagen van vroo-
ltjkheid en wereldsch leven. Waarbij kroon
prinses Ellsabeth Christine, de gemalin van
den kroonprins schittert door schoonheid en
gratie. De keur van het intellect en de
schoonste der schoone vrouwen gaan daar
in en uit. Men amuseert zich met uitsteken
de theaterstukken, met muziek, bals en
maskeraden.
Ook dezen avond heeft men eerst
hartelust gedanst en de muziek der fluiten
en violen heeft uren lang in de boomen
van het park geruischt. Nu zijn de danseurs
en danseressen vermoeid. Men zit in de
groote zaal in vroolijke groepjes tezamen,
geniet van lekkernijen, die door lakeien
worden aangeboden en onderhoudt zich
ongedwongen. De kroonprins wandelt door
de zaal. Dit is een avond, die in zijn smaak
valt; hier en daar blijft h(J een oogenblikje
bij een groep staan, bonmots, geestige op
merkingen of scherpe grappen vliegen over
en weer. Slechts één van de nissen gaat hij
steeds voorbij, znoder zijn schreden te ver
tragen. Daar zit de jonge kroonprinses met
haar gevolg en haar kamerheer, graaf
Lehnsdorff. Zij ziet er vanavond bijzonder
bekoorlijk uit... de zachtgroene brocaat-
notoe kleedt haar goed eti vormt een tref
fende achtergrond voor haar blankbleeke
gelaatskleur; haar gepoederde frisuur
schemert zijde-achtig in het geflonker der
kaarsen. Haar blik volgt regelmatig de
slanke gestalte van den prins, doch deze
schijnt daarvan niets te bemerken. Hij kijkt
langs de nis heen en weet ieder gesprek
met zijn gemalin handig te vermijden...
Dat is men te Rheinsberg al lang zoo
gewoon. Men kent het weinig hartelijke ge
drag van den kroonprins ten opzichte van
zijn vrouw en weet, dat hij steeds ongaarne
tot haar wier spraakgebrek bovendien
een onderhoud zeer bemoeilijkt het woord
richt. Niemand slaat meer acht daarop. Bij
de groote schouw, waar enkele jonge offi
cieren plaats genomen hebben, heeft men
een lustig spelletje uitgevonden. Men
schrijft kleine, teedere, grappige briefjes
op smalle papierstrookjes steeds maar een
paar woorden, die echter meestal zeer veel
beteekenend zijn. Deze billets moeten de
pages dan als kleine postillons d'amour naar
de dames brengen, die men iets te zegsren
heeft, dat door de anderen in het gezelschap
met gehoord mag worden. Dat spel vindt
lm d ba' en de PagÖ8 hebben de handen vol
°0kn" kroonprin* heeft Plezier in dit
h6t venster 3taat de jonge
teoldechoona oomtesse Finette Tettau.
Haar bruine oogen lachen en tintelen en
vlugt grijpt de kroonprins de gevederde
pen, schrijft in zijn sierlijke handschrift
enkele teedere, bewonderende woorden op
een papierstrook, vouwt die op en geeft
een page het billet. Doch deze schijnt het
hem gegeven bevel verkeerd begrepen te
hebben. Hij loopt dwars door de zaal, niW
niet naar het venster, waar Finette staat
maar naar de daarnaast gelegen nis, wa»r'
in de kroonprinses zich bevindt en reikt
deze het briefje over.
De kroonprinses heeft dat alles zelf Wh1'
nen waarnemen, 'n blos van vreugde kleurt
haar wangen; haastig grijpt zij het briefje
Opeens valt een schaduw in de nis. Kroon-
prins Friedrich is met enkele schreden
naderbjjgekomen, staat thans voor de
kroonprinses. Zijn groote, blauwe oogen
vlammen van opwinding. Hij stoot de page
ruw terzijde, trekt het briefje uit de han
den van zijn vrouw en reikt het met een
buiging comtesse Tettau toe. De kroon
prinses wijkt verschrikt terug. Zij i* *lt
geworden en laat haar leege handen in haar
schoot vallen, waar ze trillend blijven rus
ten. Finette Tettau echter springt veront
waardigd op, scheurt de brief van den
kroonprins ongeopend in kleine stukjes,
werpt die hem voor de voeten en keert «i«h
verachtelijk van hem af.
(«lot volgt)'