tJ DE GEBROEDERS „GOOCHEM"
Het slot Linderhof
in Beieren.
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1936
T JUTTERJTE
PAG. 7
„Wij houden rechtspraak mijnheer" was
het waardige antwoord. „Ik ben Kalief Ha
roen Al Rasjied. En ik zal laten zien, dat
ilc mijn titel van „De Grote" waardig ben.
Dc doe vandaag uitspraak in het rechts
geding tussen Hassan en Husein. Breng
de beide mannen voor mij!"
De echte Kalief zette zich vol verwach
ting weer neer en zag hoe twee andere
jongens die voor Hassan en Husein speel
den, voor de rechtbank werden gevoerd.
De Jongen op de kist zette een deftig ge
zicht en sprak:
„Gij Husein, toon mij de kruiken die ge
aan Hassan ter bewaring hebt gegeven."
Husein kwam op dit bevel met een paar
kruiken aanslepen, en in een hoek van
het plaatsje hadden gestaan en zette ze
voor zijn rechter neer. Deze daalde van
zijn zetel af en beval: „open ze."
Husein haalde de deksels er af. „Ledig
de kruiken een voor een, doch doe het
langzaam, zo ge goed ziet, wat er te voor
schijn komt."
Natuurlijk bevatten die kruiken geen
olijven, doch Husein deed, alsof hij met
zijn handen de olijven uit de kruiken
schepte en spreidde de denkbeeldige vruch
ten voor zich uit op de grond. Na een
ogenblik zo te zijn voortgegaan onderbrak
hem de kleine rechter: „Halt, zeg mij,
wat gij thans ziet!"
Dit was echter wel wat te veel gevraagd
van Husein's verbeelding, want hij staarde
besluiteloos op de lege grond en stotterde
tenslotte; „Ik zie niets, o allergenadigste
Kalief!"
„Zo, zo, ziet ge niets. Welnu, dan zal ik
u zeggen, wat ik zie. De olijven, die boven
op in de kruik lagen, waren oud, meer
dan een jaar oud. Deze olijven, die onderin,
zijn van de laatste oogst. Zij zijn niet ouder
dan... twee maanden!"
Na dit gezegd te hebben beklom de
kleine zijn kist weer en vervolgde na een
ogenblik van plechtige stilte: „Hieruit
blijkt mij dus, dat Hassan het goud voor
enkele maanden uit de kruiken gestolen
heeft en de ontstane ruimte heeft opge
vuld met verse olijven. Voert den dief uit
mijn ogen. Morgen zal hij de gehele dag
op de markt aan de schandpaal gebonden
staan. Hij zal het gestolene met een ruime
renté terugbetalen. Verdere straffen wor
den nog nader bekend gemaakt."
Onder luid ruihoer trokken de overige
'speelmakkers met den zogenaamden Has
san af en lieten den waren Kalief in de
grootste verbazing achter. Hij zocht nog
naar den jongen, die het oordeel had uit
gesproken, maar ook deze was met zijn
vriendjes verdwenen...
De volgende dag liet Haroen Al Ras
jied den waren Hassan en Husein voor hem
verschijnen en deed hetzelfde wat hij de
vorige avond bij het kinderspel had zien
gebeuren. En inderdaad, de olijven uit Hu
sein's kruiken bestonden werkelijk uit twee
soorten. Er waren olijven van meer dan een
Jaar oud en olijven van enkele maanden,
die er dus in Husein's afwezigheid bijge
voegd waren. Toen herhaalde de grote
kalief het vonnis, dat de avond te voren
een kind hem had voorgezegd. En de
opperkadi en de kadi's die aanwezig waren,
stonden verstomd over de wijsheid die in
zulke raadselen wist door te dringen. Te
Bagdad ging de roem van dit vonnis van
mond tot mond en wijd en zijd prees men
weldra Kalief Haroen (die zijn bijnaam
„Al Rasjied" zozeer verdiende).
De Kalief heeft echter den jongen, die
hem door zijn spel op de gedachte had
gebracht, bij zich ontboden en hem laten
opvoeden, waarna deze later tot opperkadi
werd benoemd.
DE DRIE VRIENDINNEN.
De drie vriendinnen, de kip, de eend en
de kalkoen, hebben ieder ergers drie
eieren neergelegd. Zij willen nu proberen
ieder hun eigen drie eieren in de mand
te doen, zonder dat hun wegen elkaar
hebben gekruisd, ja zelfs zonder dat zij
hun eigen weg kruisen. Zien jullie kans
om dat ook te doen?
De beroemde burcht van Koning
Ludwig n.
door
ELLIS C. FRANK'L.
De weg naar het slot Linderhof, op en
kele kilometers van Oberammergau ver
wijderd, mag niet door auto's worden be
reden, waarom dan ook van genoemd dorp
een diligencedienst is ingericht naar dit
kasteel, het meest fantastische, dat ooit
een vorst liet bouwen. Aangetrokken
door de eenzaamheid van deze plek, die
haar naam ontleende aan een eeuwenoude
linde, liet Ludwig II dit barok bouwwerk
verrijzen, waarin hij Trianon, de idylle der
dood hem dweepziek vereerde Marie An-
toinette, opnieuw wilde scheppen. Reeds
bij den klank van den naam Linderhof
rijst een beeld van lieflijke gratie en be-
tooverende pracht voor onze oogen op. In
stralenden zonneschijn, omgeven door
sprookjesachtige bosschen, spiegelt het
slot droomerig in een groot, blauw glan
zend waterbekken en onvergetelijk is de
indruk, wanneer des middags de fontein
haar waterzuil omhoog werpt en haar ver
waaiende druppels de burcht in een fijn
sluier omhult.
Om de schoonheid te doorvoelen, moet
men het verleden op zich laten inwerken.
Het slot is vervuld van de schijnroman-
tiek der herdersidyllen, het is de mate
rialisatie van de elegante, charmante
rococo-wereld en het is alsof het galante
tijdvak hier in de voor ons, moderne men-
schen, neerdrukkend pronkerige salons en
droomerige bekoring van het park en de
tuinen een laatste toevlucht gezocht heeft
voor de dreigende stormen der Fransche
revolutie.
Drie hoge rondbogen vormen den in
gang; het balcon daarboven draagt het
standbeeld van de Godin der Overwinning.
De voorgevel wordt bekroond door een
Atlas-figuur met den wereldbol, boven het
Beiersch wapenschild. Een kunstig, ver
guld traliehek heeft toegang tot de
sprookjespracht. In de vestibule met haar
spigelende marmeren zuilen staat een rui
terstandbeeld van den Zonnekoning als Ro-
meinsch triomfator; overal trouwens in het
slot vindt men de uitingen van Ludwig's
zucht om het verleden na te bootsen.
Het trappenhuis is van wit Carrara-mar-
mer en getooid met kustwerken. Wanneer
men bedenkt, dat Ludwig aan portretten
van Pompadour en Dubarry eereplaatsen
in zijn vertrekken gaf, maar daartegenover
eens een actrice, dié meesleepend voor
hem had gedeclameerd en toen zijn uiterst
poëtische slaapkamer wilde zien, koel haar
congé gaf en na haar vertrek zijn kamer
dienaar opdroeg, de lucht met een rookpan
te reinigen, vraagt men zich af, waarom
hij hier zoo rigoureus, in het eerste geval
zoo liberaal was. Misschien dat hij dit 2-tal
op den koop toonam, daaar zij tob'zijn cul
tus der Bourbons behoorden?
Vermelding verdient ook de eetkamer
van Ludwig II met het vermaarde „Tafel
tje dek je"; de vorst, die zelfs door de aan
wezigheid van zijn dienaaar werd gehin
derd, gebruikte alleen den maaltijd. Hij
schreef het gewenschte op een briefje,
drukte op een knop en de tafel verdween
in de diepte, om na eenigen tijd met de
spijzen omhoog te komen!
Niet alleen wilde Ludwig een sprookjes-
slot bouwen, hij wilde hierheen ook een der
mooiste natuurwonderen overbrengen: de
blauwe grot van Capri! Door een rotspoort
betreden wij een smalle gang, komen in de
voorgrot met gedempt licht en dan neemt
stap voor voor de sprookjespracht toe.
Druipsteenformaties hangen van het pla
fond omlaaag en in de verte hooren wij
het klateren van water. Dan komt het in
drukkende: de hoofdgrot met op den ach
tergrond het schiderstuk „Tannhauser in
den Venusberg". Op het meer in het mid
den van de grot schommelt een verguld
bootje, waarin de koning bij zijn nachte
lijke bezoeken ging spelevaren.
Maar achter de sprookjesachtige roman
tiek van deze golven, rotsen, zwanen, rozen
staat de werkelijkheid van een electrische
installatie en een verwarmingsketel!
Op een uur afstand van Linderhof, daar,
waar 't eenzame, boschrijke dal van de
Ammer wild-romantisch wordt, staat, vol
komen zich aansluitend bij de stemming
van het landschap, de Hundingshüte, een
blokhut, copie van een oud-Germaansche
woning. In het miden staat de geweldige,
knoestige stam van een esch, die zich bij
de zoldering vertakt. Diep in den stam
steekt Nothung, het Walsungenzwaard.
Overigens stemt de inrichting ook geheel
overeen met het tooneel van de eerste acte
der „Walküre". Het Hooggebergte rondom
deze hut, Ludwigs meest eenzaam rustoord
is tot op heden onaangetast gebleven.
EEN DAGELIJKS GEBRUIKS
VOORWERP.
Waarvan weinigen iets weten.
Hebben jullie wel eens over de toilet
spons nagedacht? Over de spons, die wij
toch iedere dag gebruiken? O, er zjjn zo
weinig menschen die er iets van af weten.
De meesten zijn van mening, dat de
spons een plant, een zee- of waterplant
is en dat is toch heusch verkeerd; een
spons is eendier, Ja, daar ktjken
jullie natuurlijk van op. Daarom zullen
wij eens wat over dit zonderlinge dier ver
tellen.
Sponsen worden gevonden in de Mid-
dellandse en Rode Zee, waar zij zich
als een weefsel van polypen en celvormige
woninkjes beneden de oppervlakte van het
water aan rotsen en vaste gronden op
bouwen. Er zijn verschillende soorten van
sponsen, groote en kleine, grove en fijne.
En gewoonlijk zijn de grove sponsen
bruin, terwijl de fijnere soorten geelkleu
rig zijn. Meestal zien de sponsen er, voor
dat zij gerepareerd zijn, rond uit. Als de
spons wordt opgehaald is hij met een
soort van slijm bedekt. Deze slijmlaag
gaat er gewoonlijk heel moeilijk af en
daarom heeft hij zo'n grondige behande
ling nodig voor hij in de handel kan wor
den gebracht.
Behalve andere dierlijke stoffen bevat
de spons nog jodine, zwalvel, phosphor,
koolzure kalk, kiezelaarde en zeezout. De
meeste sponsen worden uit de Levant ge
haald en die, welke uit andere gewesten
komen, zoals uit West-Indië, zijn van een
minder goede kwaliteit.
Onder de Griekse eilanden is een rots
in de nabijheid van Rhodes, die met een
weinig steenachtige aarde is bedekt, voort
durend door de zon 'Verschroeid wordt en
waar slechts wat amandelen en een paar
armzalige struiken kunnen groeien. Op
deze rots worden grote hoeveelheden spon
sen verzameld.
Een Spanjaard reisde gedurende een
strengen winter door ons land. Plotseling
schiet een grooten hond, weldra door an
deren gevolgd op hem toe. Om zich te ver
weren grijpt hij naar een steen op den
grond doch de steen was vastgevroren en
raakte niet los. Wat heeft men hier vreem
de gebruiken, riep de Spanjaard toen uit,
de stenen maakt men vast en de honden
laat men los.
RAADSELS.
1. Door wiens bemiddeling worden de
meeste tranen gedroogd?
2Eerst een groene jas,
Dan een hard harnas,
Dan een velletje dun en zacht,
't Is geen huid en ook geen vacht.
Wat dan daar ook onder zit,
Is een lekk're zoete pit»
3. Wat is op het land groot geworden
om op het water dienst te doen?
4. Wie eet na de maaltijd?
Oplossing raadsels vorige opgave.
Antwoord: Anna.
Antwoord; de vierde poot oplichten.
Antwoord: een sigaar.
Antwoord: Leiden.
Antwoord: De zevenmaker.
204. Het waagstuk liep gelukkig goed af en daar
dreven zij nu op een onbekende zee rond, terwijl zij bei
den niet durfden denken, wat hiervan het einde zou
Worden. Tussen het geruis van de golven door meenden
opeens riemslagen te horen en werkelijk... zij zagen
bootje la hun richting komen.
205. Zij zwommen er heen; het was een reddings
boot, waarin 2 vreemde mannen zaten, die zonder iets
te zeggen de beide jongens aan boord hesen. Klapper
tandend van de kou zaten zij onder zware oliejassen
en vroegen zich verwonderd af, waar dat bootje van
daan was gekomen en het nu weer naar toe zou gaan.
206. Als zij geweten hadden, door wie zij waren op
gepikt, zouden zij niet zo gerust zijn geweest. De red
dingsboot was afkomstig van een piratenschlp; de
wacht had al een uur geleden de ballon opgemerkt en
met grote aandacht de manoeuvres van de beide inzit
tenden gevolgd.