POPULAIR BUVOfcUSbL VAN DE HELDFPSCHE COURANT Het zomerver blijf van den Paus. AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN Castel Gandolfo en zijn tradities. VOOR DE 7*4 ZATERDAG 29 AUGUSTUS 193€ PliiiMi r*J Een vruchtbare vacantietyd. Paus Pius XI pleegt ook tegenover zijn lijfarts een zeer zelfstandig man te zijn. Toen de geneesheer kort vóór 's Pausen vertrek naar zijn buitenverblijf, hem een bezoek bracht en hem waarschuwde voor zichtig te zijn voor de snelle klimaatswij ziging, viel de Paus hem lachend in de Z. H. PAUS PIUS XI. dolfo geregeld vier leden van den Nobel- Garde aanwezig en vier andere leden van dien garde arriveeren iederen morgen van uit Vaticaanstad om de post te brengen en de noodige boodschappen over te brengen. Slechts de Paladijn-garde, die bestaat uit Romeische burgers, en die men in Vati caanstad slechts bij feestelijke gelegen heden ziet, is op het buitenverblijf niet aanwezig. Op de eerste verdieping van het slot woont de pauselijke opper-hofmeester met een deel van zijn beambtenstaf, terwijl de paus zelf de derde verdieping bewoont. Vanuit de vensters zijner vertrekken heeft men een kostelijk gezicht op het blauwe Albanermeer en over de romantische rots- gebieden Rocca di Papa, opstijgend uit het woud van den Monte Cavo. Castel Gandolfo met zijn heerlijk park der Villa Barberini, met schaduwrijke allee's, met zijn breede terrassen, zijn an tieke ruinen en keurig onderhouden uinen, met zijn ruime uitzichten op de Campagna, het meer en de Eeuwige Stad Castel Gandolfo is een der meest ideale plek jes, om er een zomer-vacantie door te brengen. Doch de Paus leeft op Castel Gandolfo geheel volgens de plichten van zijn hoog ambt. Hij staat des morgens een half uur vroeger op dan te Rome en leest om half zeven de H. Mis, om dan van de frissche Het buitenverblijf van Z.H. den Paus, Castel Gandolfo. Overzicht van het buitenverblijf. rede: „Maar wat meent u, welke jas ik op Castol Gandolfo zal moeten dragen? U kent de temperatuur daar beter als ik..." De Paus wilde daardoor te kennen geven, dat zijn vaeantietijd slechts een rusttijd zal zijn en dat hij er niet aan zou willen den ken zijn kalme leefwijze op het buitenver blijf ook maar eenigszins te wijzigen. Hoogstens ware hij van zins een andere jas aan te trekken! Toch verlangt de Paus niet naar zijn vorstelijk buitengoed. Hét liefst was hij, evenals zijn voorgangers sedert 1870, den geheelen zomer door in het stille Vaticaan gebleven. Tenminste, als niet reeds in Juni j.L enkele tientallen werklieden waren be steld, die de pauselijke vertrekken aan een grondige renoveering onderwerpen. Paus Leo XIII placht in de warme maanden van het jaar een zomerhuis te betrekken, hetwelk op de hoogste plaats in den Vaticaanschen tuin werd gebouwd, en dat hij schertsend „ons Castel Gan dolfo" noemde. Wanneer hij zich te voet vanuit zijn werkvertrekken daarheen be gaf, dan had hij daar 20 minuten voor noodig. Dat is dezelfde tijd, als waarin men thans door de Porta San Giovannl en via de Nuove Via Appia per automobiel door de Romeinsche Campagna het pau selijk zomerverblijf hog boven aan den rand van het Albanermeer kan bereiken. In het paleis vindt men alle moderne oomfort en het geheel is zoo ingericht, dat de paus er zijn gewone dagtaak kan doen. In de keldergangen zijn wachten onder gebracht, bestaande uit pauselijke gendar merie en een afdeeling van de Zwitsersche Garde. Bovendien zijn in de Castel Gan- morgenlueht te gaan genieten. Doch ver der heeft hij niets gewijzigd om zijn dage- lijksche werkindeeling. Prompt om negen uur komt de Kardi naal-staatssecretaris, Pacelli, iederen dag in een automobiel vanaf het Vaticaan, om den Paus over den gang van zaken te spreken. Een uur later verschijnen afwis selend zijn beide trouwste medewerkers in het Staatssecretariaat, Mgr. \'izzardo en Mgr. Ottoviani. Dan volgen de particu liere audiënties, waarin de hooge persoon lijkheden op kerkelijk gebied, bisschoppen, Orde-generaals, missionarissen, kerkelijke diplomaten en voorts pelgrims een bezoek bij den Paus afleggen. Deze ontvangsten eindigen om twaalf uur, een uur vroeger dan in het Vaticaan, waardoor de bezoekers in staat worden ge steld bijtijds te Rome terug te keeren. Men weet echter, dat de Paus heel vorstelijk over den tijd disponeert, en ook op Castel Gandolfo moeten de koks dikwijls uren lang met het diner wachten. Na het middageten gunt de Paus zich enkele uren van rust. In die uren is hij graag op de oude Villa Barberini. Doch de namiddag is dan weer steeds aan audiën ties gewijd, waarvan er enkele uren in de week speciaal gereserveerd zijn voor de bewoners van het stadje Gandolfo. Het meeste bezoek ontvangt de Paus trouwens vande vrome boeren uit het Albanerge- bergte. Ondanks zijn geleerdheid en ondanks zijn hoogen leeftijd, is de Paus nog graag aan het studeeren. Na het avondmaal wijdt de kerkvader zich bijna geregeld aan zijn lie- velings-bezigheidhg studeert dan tot diep in den nacht. „Dat maakt mij niet moe, dat houdt mij gezond", pleegt de Paus vaak te zeggen, wanneer zijn lijfarts hier aanmerkingen over maakt. Zoo brengt de tegenwoordige paus, die in alle opzichten een modern mensch is, zgn vacantiedagen op aangename en nut tige wijze door. Slechts van woning wordt verwisseld; de plichten blijven! 150 JAAR MONT BLANC BESTIJGING. Chamoix viert feest. Chamoix aan den voet van den Mont Blanc, viert feest, omdat het dezer dagen juist 150 jaar geleden was, dat de hoogste berg van Europa voor de eerste maal werd bestegen. Toen waren het twee Franschen, Jacques Balmat en Dr. Gabriel Paccard, wien het na wekenlange opoffering en ont bering in Augustus 1786 gelukte, den top van den berg te bereiken. Enkele jaren voordien, in Juli 1741, had den reeds eenige Engelsche toeristen ge poogd den berg te beklimmen; zij moesten echter ongeveer 400 meter van den top af terugkeeren, nadat de twee gidsen den dood hadden gevonden in een ravijn. Overi gens was het einde van Balmat, van wien men heden nog een gedenkteeken in Cha moix ziet staan, eveneens tragisch. Toen hij na den berg te hebben bedwongen, om ringd door een juichende menigte, door de straten van het stadje werd meegetrok ken en in triomf naar zgn woning werd geleid, ervoer hij, dat zijn eenig kind, dat hij had verlaten, toen het ziek was, intus- schen was gestorven. Dit verlies trok Bal mat zich zóó aan, dat hij zich enkele da gen later in een afgrond stortte. Te klein of te groot. Oude dame. Maar jongen, hoe kim je zo schelden als je je een beetje gestoten hebt. Daar ben je toch nog veel te klein voor. Jongen. Dan weet ik niet meer wat ik doen moet, als ik me stoot. Als ik huil, zeggen de mensen: schei uit, want daar ben je veel te groot voor en nu ik scheld zegt u, dat ik er veel te klein voor ben. „Vrouw, je zult moeten toegeven, dat je niet redelijk bent. Ga ik 's avonds uit, dan speel je op, en blijf ik thuis, dan speel je op de piano. Dat is zoo niet uit te houden!" HET ABNORMALE KIND. Het verlangen naar „den goeden ouden tijd" moge misschien in sommige opzich ten gerechtvaardigd zijn, er staat tegen over, dat de voortschrijding der weten schap ons dingen gebracht heeft, welek we niet gaarne meer zouden missen! Maar niet alleen de voortschrijdende ontwikke ling van het wetenschappelijk denken en kunnen heeft ons aller leven in vele op zichten gelukkiger gemaakt, er is ook een ontwikkeling in gevoel, laat ik zeggen medegevoel, t.a.v. de nooden en behoeften van den naaste te constateeren, ondanks de geweldige wreedheden in dezen tijd, nu allerwege het bruut geweld en het oorlogs wee weer hoogtij schijnen te gaan vieren. Het is een onbegrijpelijk iets, dat eener- zijds de menschheid alle te hare dienste staande middelen aanwent, om het leed van de ongelukkige medemenschen te ver zachten en anderzijds niet terugdeinst voor de meest geraffineerde onmenschelijke methoden en hulpmiddelen, den naaste het leven te ontnemen... Er is een tijd geweest, dat het leven van het abnormale kind, van den abnor- malen mensch a.h.w. een hel op aarde was: spot, hoon en niet zelden wreede plagerijen en martelingen waren het deel dezer on- lukkigen. Men kan nog afbeeldingen ont moeten, waarop te zien valt, hoe in de middeleeuwen bijvoorbeeld mismaakten werden opgesloten in een kooi en als pu blieke vermakelijkheden rondgevoerd wer den! Walchelijke tooneelen speelden zich dan af en wij staan ontzet over zooveel onbegrip, zooveel wreedheid der mensch heid van toen, ware het niet, dat we schaamrood moeten erkennen, dat ook wij t.a.v. onze medemenschen ons aan wreed heden, die, in massa begaan, (gas-, bacte- rie^rlog!), schuldig maken, een nameloos leed teweeg brengen... Maar keeren wij tot ons Onderwerp: de positie van het ongelukkige kind is van de meest ellendige in vroegere eeuwen gewor den tot een betere, tot een dragelijke, en in vele gevallen zelfs tot vreugdegevende. Beschouwde men vroeger mismaakten, krankzinnigen en abnormalen als bezeten van den duivel, en dus als uitgeworpenen, voor wie men eer te goed dan te slecht kon zijn, thans zal geen weldenkend mensch zich aan zoo iets schuldig maken. Het pij nigen van krankzinnigen heeft plaats ge maakt voor een liefdergke behandeling in keurig ingerichte gestichten, waarin men- schen leven en werken, vervuld van een nooit genoeg te waardeeren liefde en op offeringsgezindheid. Toch is nog niet overal de idee voldoende doorgedrongen, dat het abnormale kind onze groote zorg en liefde noodig heeft om zijn moeüijk leven te leven. Nog teveel voordeelen, onbewuse nablijfselen van eeuwenoude verkeerde ideeën laten zich gelden! Ik noem slechts een voorbeeld: Mis maakte kinderen worden dikwijls op school- en speelplein door de volwaardige kameraadjes geplaagd en bespot. En nu weet ik best, dat deze plagende kinderen het eigenlijk onbewust doen, en dat zij, wanneer vader of moeder of onderwijzer hem erover onderhouden, in tranen van spijt over het gebeurde uitbarsten, het neemt toch niet weg, dat er nog steeds heel wat leed berokkend wordt aan door leed getroffenen. En nu denk ik weer aan een ander ken merkend verschijnsel in de samenleving, het is mij en ook u wellicht dikwgls opgevallen, hoe in een gezin, waar een on gelukkig kind is, juist dit kind door de ouders en broertjes en zusjes om strijd ge liefkoosd wordt en overladen met liefde en zorg. Een verheugend iets, dat mg telkens weer boeit, wanneer ik het gade mag slaan! In enkele achtereenvolgende artikeljes wil ik verschillende gedachten omtrent het abnormale kind nader uiteenzetten en wij zen op de gevaren, welke deze kinderen in het bijzonder bedreigen. Daarnaast zal ik dan verschillende wegen aangeven, welke bewandeld kunnen en dienen te worden om deze gevaren te bestrijden en tenslotte zal ik mij dan bepalen tot die dingen, welke aanleiding kunnen geven tot verbetering van de positie van het abnormale kind. Ik hoop, dat ouders van dergelijke kinderen in mijn artikeltjes niet alleen een troost en bemoediging zullen vinden, maar ook, dat zij, na lezing tot de overtuiging zullen ko men: er bestaat voor mijn kind gelegen heid straks als het volwassen is en wg er niet meer zullen zijn, een plaats in het leven in te nemen, waar het zich omringd mag weten door liefde en zorg. Tenslotte wgs ik er hier nogmaals op, dat ik steeds bereid ben, eventueele vra gen en verzoeken om inlichtingen betref fende deze rubriek te beantwoorden en te verschaffen. Voor discretie gezorgd worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 13