Een complete stad ter overname Een avond in slot Rheinsberg. Zonderlinge handelsobjecten in Amerika TOB NOOIT HOEKJE Populaire Rubriek „Vulkaan ter overname" Begin van dit jaar kon men in de dagbladen van Honduras de volgende zonderlinge advertentie lezen: „Vulkaan te koop. In de nabijheid der stad Cholu- tecca verheft zich een 2200 m. hooge vulkaan, omgeven door oerwoud, waarin wilde dieren leven. De vulkaan is rijk aan zwavel. Inlichtingen en prijsofgaaf bij het Ministerie van Handel." Nauwelijks was deze advertentie ver schenen, toen zich een Californische mijn onderneming meldde en 15.000 dollars voor den vulkaan bood. De onderhandelingen voerden evenwel niet tot een succes, want het Ministerie vroeg precies het dubbele. Merkwaardige handelsobjecten worden in de laatste jaren in Amerika opgemerkt. Zoo werd b.v. in 1933 in de Vereenigde Staten een buiten dienst gesteld pantser schip te koop aangeboden. Het schip was nog geheel zeewaardig, doch voor oorlogs doeleinden deugde het niet meer. De directie van een sanatorium te Philadel- phia kocht het schip en bouwde het zoo danig om, dat het bijzonder geschikt was voor zieken en herstellenden, die zeelucht noodig hebben. De pantsering van het slagschip werd geheel gedemonteerd; op de plaats van de kanonnen kwamen lig stoelen, uit de munitieruimte ontstond een moderne operatiekamer en binnen drie maanden was het pantserschip het meest comfortabele drijvend sanatorium, dat men zich denken kan. Deze verkoop bracht het Ministerie van Marine in de V.S. op de gedachte, ook zijn buiten dienst gestelde onderzeeërs aan de meestbiedenden te verkoopen. Daarbij heeft men echter op een verrassing ge- stooten, die het geheele plan in duigen wierp. Men was reeds begonnen een der oudste U-booten te koop aan te bieden. Het Ministerie van Marine was van mee ning, dat ergens in het Zuiden van Ame rika nog wel een landje zou zijn, dat een „netjes gebruikte" onderzeeboot wilde overnemen, wanneer de prijs niet te hoog was. Geheel plotseling werden evenwel alle onderhandelingn met kooper-in-spé afgebroken. Achteraf bleek n.1. dat een consertium van dranksmokkelaars, met de beruchte Al Capone aan den spits, de boot wilde koopen om er profijt van te kunnen trekken op hun nachtelijke tochten door het water. Vanaf dien tijd verkoopt Ame rika geen onderzeebooten meer... Toen tegen het einde van de vorige eeuw te Londen de eerste „underground" werd aangelegd, bouwde men tot dit doel een stalenbuizentunnel. Het langste ge deelte van dezen tunnel voerde van de King William Street onder de Theems door tot aan den anderen oever van de rivier. Tien jaar lang voldeed de tunnel aan alle diensten, die de moderne Londe- naar maar kon stellen. Dan deed zich plotseling een moeilijkheid voor en besloot men tot den bouw van een nieuwen tun nel. De moeilijkheid was van zuiver tech- nisehen aard. Twee jaar later was de nieuwe tunnel gereed en van toen af aan sliep de oude tunnel zijn slaap van Doornroosje. Voor ongeveer vyf jaar kwam men evenwel op de idee den ouden tunnel tóch nog op een of andere manier ten nutte te maken. Tenslotte had de bouw ervan toch rond 1.300.000 pond Sterling gekost. Deskun digen kwamen in vergadering bijeen en beraadslaagden, hoe men den tunnel nog het best en het voordeeligst zou kunnen gebruiken. En men kwam tenslotte tot de conclu sie, dat de oude tunnel noch voor moderne garage, noch voorpaddenstoelenkwee- kerij geschikt was. Men zocht lang en breed naar een oplossing. Men keek zelfs naar een kooper uit, doch vond niemand, die den ouden tunnel onder de Theems wilde overnemen. Intusschen werden in Amerika zelfs geheele steden verkocht, indien gewenscht vertransporteerd! Voor tien jaren bevond zich in de Rocky Mountains in Amerika een klein stadje, Bamff genaamd. Dit stadje had maar heel weinig bewoners en deze waren met hun plaatsje heel tevre den. Over één ding vielen zij echter allen; Bamff bezat geen treinverbinding en dat werd lastig. Op een dag besloten de bewoners, die allen eigenaar waren van een lapje grond, hun stadje eenvoudig te verkoopen aan den meestbiedende en voor het geld, dat zij kregen en onderling zouden verdeelen, naar een zeven mijlen verder gelegen stadje, Bankhead genaamd, en dat bijna onbewoond was, te trekken om daar hun tenten op te slaan. Bankhead had wel een treinverbinding en was dus veel comforta beler. Men anonnceerde dus in enkele groote New Yorksche dagbladen, en werkelijk, de advertentie had succes. Spoedig dook een zonderling millionnair op, die het stadje voor „slechts" een mililoen dolars, met alles wat er aan vast zat, opkocht. Reeds na enkele dagen werd de stad ontruimd. De millionnair liet alle kleine huisjes afbreken en zetelde er zijn nieuwe residentie. De behoorlijke woningen liet hij staan: hij kon zich noemen „eigenaar van een stad in de Rocky Mountains". En zoo staat het stadje Bamff thans nog leeg, geheel onbewoond. Doch zijn burgers, die naar Bankhead trokken, zijn thans bijna allen welgestelde lieden! Gevolg van de politieke oneenigheid in Frankrijk. Hoe groot de oneenigheid tusschen rechtsch en linksch georiënteerde partijen in Frankrijk momenteel is, bewijst de ge schiedenis van den burgemeester en het stadbestuur van de kleine plaats St. Zacharie nabij Toulon. De burgemeester, Monsieur Mailloux, die sedert 25 jaar in bet stadsbestuur een vooraanstaande plaats bekleedde, zonder ooit een vijand te hebben gehad, interesseerde zich plotse ling voor de politiek en werd een actief voorvechter voor de Doriot-Beweging. Doriot, die aanvankelijk communist was, heeft onlangs een Fascistische partij op gericht, waarvan Mailloux lid werd. Sedertdien kwam het steeds tot heftige oneenigheden in de stad Zacharie, daar de meerderheid der inwoners der stad aan hangers van Blum zijn. Tenslotte kwam het zelfs tot bloedige gevechten en voor den burgemeester was het nauwelijks mogelijk zich alleen en ongewapend op straat te begeven. Dezer dagen heeft hij een schrijven gericht tot het stadsbestuur, waarin hij mededeelt, dat hij, om verdere moeilijkheden te voorkomen, zijn post als burgemeester der stad St. Zacharie wenscht neer te leggen en stad en pro vincie wenscht te verlaten, om zich ergens in Frankryk, verre van alle politiek, te vestigen. MOEHEID. Een veel voorkomende oorzaak daarvan. Menigeen hoort men zeggen: „ik moet niets hebben van dat moderne psychologi sche gepluis. Onze ouders hebben het zon der dat klaargespeeld, dan kunnen wij het ook." Zeker kunnen wjj het; evengoed kunnen wij, gelijk onze voorouders, met kaarsen verlichting volstaan, maar niemand denkt eraan, dat te doen. Die vergelijking tusschen electrische en kaarsen-verlichting en een wereld mét en zonder psychologie is dus zoo dwaas nog niet, want inderdaad heeft de psychologie een licht geworpen op veel, dat voóórdien in duister of halfduister gehuld was. Vroeger waren de menschen gedoemd, om rond te blijven loopen met stoornissen, die nu gemakkelijk opgeheven zouden worden, maar toen kon dit nog niet, omdat niemand wist, waaruit die stoor nissen eigenljjk voortkwamen. De licha melijke verschijnselen, die in wezen secon dair zijn, d.w.z. die door een storing in het gedachtenleven veroorzaakt worden, zijn te talrijk om ze in dit korte tijdsbestek allen te kunnen behandelen. Maar een zeer veel voorkomend verschijnsel, dat wij hier nader willen behandelen, is moeheid. Een geval uit onze praktijk illustreert dit duidelijk. Een jongeman van even 30 jaar kwam bij ons met klachten over voortdurende moeheid. Zijn werkkring vergde geen bui tensporige inspanning, en was ook naar zijn genoegen. Dit kon dus de oorzaak niet zijn, en zijn huisarts had organisch niets kun nen vinden, dat deze voortdurende en buitensporige vermoeidheid zou kunnen veroorzaken. Dus stond het vast dat er een psychische reden voor moest bestaan. Na lang en voorzichtig praten kwamen wij eindelijk te weten, dat de jongeman, die sinds 3 jaar getrouwd was, wantrouw enkoesterde tegen zijn vrouw. Op onze vraag, waarop dit wan trouwen gegrond was, antwooordde hij dat hij maanden geleden eens onverwachts een middag vrij had gekregen, en zijn vrouw niet thuis had gevonden. Zij was om bij half 6 pas thuis gekomen, en had zijn vraag, waar zij al dien tijd geweest was, met een plagerijtje ontweken. Sindsdien knaagde elke minuut, dat hij niet thuis was, de onrust aan onzen jongen vriend. „Zou ztf nu thuis zjjn, en ais ze niet th Is, wat voert zij dan uit?" „Daar hebben wij de oorzaak van tt moeheid al", zeiden wij. „Zoudt U denken?" atnwoordde hjj lend. „Natuurlijk is het dat. En verrnoedeMfi, gemakkelijk op te heffen ook. Stuurt U {j vrouw maar eens bij ons." Den volgenden dag kwam het jon vrouwtje op ons spreekuur, en er bleek g6f spoor van eenigen grond te bestaan voo" de kwellingen, die haar man zichzelf berei/ de. Dien bewusten middag, maanden leden, was zij eenvoudig een fietstoertt met een vriendin gaan maken, en omdat hj, zoo jaloersch-bevelend gevraagd had, Wa^; zij geweest was, had zij er plezier in gehai hem een beetje te plagen. Geen haar oj haar hoofd die eraan dacht of er behoefte aan had, haar man ontrouw te zijn, tyH raadden haar aan, hemzelf dit eens evea onomwonden te zeggen als aan ons, en legden haar uit, dat het verkeerd W£LS iemand met haar man's gevoelige natuUr zelfs maar voor de grap jaloers te maken Binnen enkele weken was de jongeman van zijn moeheid af, en het huwelijk weer even goed als vóór dien eenen onge- lukkigen middag van het fietstochtje. Had er geen moderne psychologie be staan, dan was deze man waarschijnlijk jarenlang met zijn moeheid en zelfkwelling blijven rondtobben. Nu was dit probleem gemakkelijk op te lossen, maar zelfs onop losbare problemen kan men beter onder de oogen zien, dan er steeds onbewust den fnuikenden invloed van te blijven onder gaan. Er zijn maar twee gezonde wegen- een uitweg zoeken, en als er geen uit we» is, zich bewust neerleggen bij de situatie. Onbewuste problemen zijn als vijanden, die ons voortdurend geniepig in den rug bestoken. Dan is het veel beter, één fikschen front- aanval te doorstaan. Dr. JOS DE COCK, FRANSCHE MUNITIE-ARBEIDERS PROTESTEEREN. „Wij willen geen wapens voor Franco maken!" Parijs; Hoe zeer het vraagstuk der neu traliteit tegenover de gebeurtenissen in Spanje de gemoederen in Frankrijk beroert en hoe groot het meeningsverschil omtrent dit vraagstuk is, bewijst wel het feit, dat dezer dagen een arbeiders-delegatie der Hotchkiss-fabrieken, een der grootste mu nitiefabrieken in Frankrijk, bij den minis ter-president, Blum, verscheen en dezen een brief overhandigde, welke door het geza- melijk personeel der Hotchkiss-fabrieken was onderteekend. In dezen brief staat: „De Hotchkiss- fabrieken hebben in den laatsten tjjd aan bijna alle landen op de wereld, vooral aan Japan, kanonnen en machinegeweren ge leverd. Wij weten, dat een deel der wapens, door agenten van generaal Franco zijn gekocht. Wij wenschen Franco evenwel in geen enkel opzicht te helpen en hopen, dat de Fransche regeering energieke maat regelen zal nemen tegen dit misbruik van wapenlevering aan het buitenland". Voorts heeft het personeel der Hotchkiss- fabrieken besloten ieder een uur langer te werken en het geld, voor dit overwerk be taald gekregen, apart te leggen. Het zal worden opgezonden naar de Madrileensche regeering, die het alsdan zal kunnen ge bruiken voor den aankoop van wapens en voor soldij van haar soldaten. Schilder: „Ik hoop, dat u er niets op tegen zult hebben als ik in uw velden kom schilderen?" Boer: „O nee. U zult de vogels beter van de erwten houden dan iederen vogel verschrikker!" Prinsenliefde Historische novelle door: S. DorstHulshof. 2. Op het gevolg en op de gasten Werkt deze scène als een donderslag! Alle verstom men en het is zoo stil, dat men een naald zou kunnen hooren vallen. De kroonprins wordt zich plotseling bewust van zijn ruwe, ongemanierde houding; hij bijt zich heftig op de lippen en maakt een diepe buiging voor zijn gemalin: „Madame, ik smeek LI om vergeving..." Een seconde lang rusten zijn oogen in de hare, die vol tranen staan. Schaamte en verlegenheid staan er in de zijne te lezen. Maar de jonge kroonprinses zegt «üets. Z™ strijdt tegen haar zenuwen, die haar in de steek dreigen te laten en... behoudt de overhand. Glimlachend knikt zij... En de kroonprins, die zich zeer goed bewust is, welk een onrecht hij haar aandeed, acht haar daarom des te meer en de buiging, waarmede hij terugtreedt, is dieper, dan hij eigenlijk wel bedoeld had... Hij gaat weer naar de officierstafel terug, maar de vroolijkheid is geweken. De on gedwongenheid heeft plaats gemaakt voor beklemming en na enkele, stijve, vorme lijke phrasen stapt de kroonprins uit de zaal en loopt het park in. Spoedig daarop staat de kroonprinses op, om zich naar haar vertrekken terug te trekken. Binnen korten tijd zijn de stralende zalen leeg en dooven de bedienden de kaarsen. De kroonprins ziet vanuit het park, hoe het eene venster na het andere donker wordt. Langzaam loopt hij langs de met zand bestrooide lanen. Het is nu midder nacht. Krekels sjirpen en het licht van de maansikkel, die aan den hemel staat, werpt scherpe, diepe schaduwen op het lichte zand. Diep in het park, niet ver van het kleine meer, bevint zich een kleine tempel. Hij is gewijd aan de vriendschap en versierd met spreuken. In het maan licht is een dier verzen gemakkelijk te lezen... „1'amour est le fille de la folie et 1'amitié fille de la raison..." De blik van den kroonprins glijdt over deze regelen... „De liefde is de zoon van de verdwaasd heid en de vriendschap de dochter van het verstand"Hij haalt de schouders op, keert om en gaat denzelfden weg terug, dien hg gekomen is. Zijn gedachten dwa len om het probleem... liefde en gemalin. Maar zijn hartstochtelijken afkeer van alle dwang en alle banden doet hem zijn huwe lijksleven als een last beschouwen. Met alle macht had hij zich verzet tegen dit huwelijk men had hem gedwongen! Ieder gebrek of iedere fout van de jonge vrouw maakt hem prikkelbaar en laat die fout viermaal zoo groot voor zijn oog verschijnen. Hij is ten opzichte van zijn gemalin onrechtvaar dig en ongeduldig. Zachtkens zucht de kroonprins. Hij gaat zitten... op een stee- nen bank, vlak bij het kasteel... en kijkt lang naar de lichtflikkeringen op het meertje, waarin de manestralen dansen... Aan het venster van haar vertrek staat de jonge kroonprinses in het duister. Zij ziet de kroonprinses op de bank zitten en volgt met brandende oogen ieder van zijn bewegingen. Haar vrouwelijk gevoel ver raadt haar, dat die man daarbeneden met zijn eigen innerlijk worstelt! Nu staat hjj op en gaat het kasteel binnen. De kroon prinses luistert aan haar deur... Zij hoort zijn vlugge, lichte schreden aan het eind van de gang... de hakken der gespschoe- nen klikklakken zachtjes op de tegels van de vloer... Nader en nader komen de schreden, worden langzaam... aarzelen... Dichtbij de deur, die naar de vertrekken van zijn vrouw leidt, staat de kroonprins stil. De luisterende vrouw achter de deur perst de hand tegen de borst haar hart klopt tot berstens toe. Twee-drie seconden verloopen... Dan klinkt weer de veerende pas, hij gaat de deur voorbij, eerst lang-, zaam, dan sneller alsof liij vlucht! Eii- sabeth Christine laat vermoeid de handen zinken... Zij weet nu met onomstootelijke zekerheid, dat kroonprins Eriedrich nooit, nooit den weg tot haar zal vinden. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 14