Schoenmakerij Gravenstr. 38
HAARD-KACHEL
Bel op
tMü 4
Oranje-stemming
in Den Helder.
Uit het leven van
onze prinses.
e Winter
Haardkachels
Schapenvleesch
Firma MOREE,
ZELF TIMMEREN?
I
U SLAAGT ZEKER!!
G. PAANS, LAAN 48
GERARD WORM
PRIMA VERKOOPSTER
D. Leegwater,
WOENSDAG Q SEPTEMBER 1936
Rede van den bur jemeester
VERHOOGT ÜW OMZET
Viering van de verloving
door de marine.
De Parade op de schepen
A. NOTTELMAN
Reisvereeniging„Hoilandsch Noordpunt"
Attractie voor de leden
Naar Artis Naar Artis
Moet U een nieuwe
hebben? Komt U eens even kijken!
KEIZERSTRAAT, VRAAGT VOOR DIRECT
Aansluiting bij de
Ra di o-Distributie
KANTOOR GRAVENSTRAAT 24
„Godin" en „Baldur"
I 57.75
firma moree
Vanaf heden
verkrijgbaar
Carbonade c** B°ut
«>0 ct.
Antoon Bandt, Koningstr. 15
WINTERSTALLING
VOOR RIJWIELEN
hoek Ruyghweg
STAATSLOTERIJ
Zuidstraat 27.
Het werd daarop even stil in de zaal, heel
even maar, want men zag, dat de burgemees
ter aanstalten maakte om het tooneel te be-
sUjgen. En toen de heer Ritmeester daar even
later op het podium stond en groote schijn
werpers aanflitsten, steeg een donderend ap
plaus op. Tjjden» de enthousiast door den
magistraat uitgesproken rede klaterde dat
applaus nog ettelijke malen op en hier en daar
nam het de afmetingen van een ovatie aan.
De burgemeester zeide het volgende.
Dames en Heeren. Ik gevoel wel, dat de
stemming er op het oogenblik reeds in zit
(applaus) bjj U allen en bij mij ook.
Ik hoop, dat men binnen niet al te langen
tijd weer met een blijde tijding bjj mi) aan de
deur komt en wjj zullen dit op het oogenblik
als een kleine oefening voor ons allen be
schouwen op velerlei gebied- Deze oefening is
niet noodig om onze Oranje-gezindheid nog
sterker op te voeren, en ook niet om onze
vaderlandsliefde meer tot uiting te brengen.
Wij zijn tot berstens toe gespannen op het
oogenblik; dat voel ik zoo. Er is een zekere
spanning in ons, waarbij U voorzichtig moet
zijn, anders gebeuren er ongelukken (hila
riteit).
Laat ik dus op het oogenblik kalm beginnen
met een inleiding door U mede te deelen (het
geen U nog niet weet), waarvoor U op het
oogenblik hier bent.
De zaak is toch wel van buitengewoon
groote beteekenis. Wij ouderen hier in de zaal
moeten erkennen, dat ons hart opengaat, wan
neer wij zien, dat een jong paar plannen heeft
met elkaar door het leven te gaan (de manier,
waarop de Burgemeester dit met eenige arm
bewegingen verduidelijkte, bezorgde het pu
bliek wederom eenige vroolijke oogenblikken).
Wanneer een dergelijke verbintenis bij ons
op het Raadhuis gesloten wordt (wethouder
De Boer is een specialist in het bjj elkaar
brengen van jongelui), sta ik op sommige
tijden ook wel eens bij het raam te kijken, wat
er het stadhuis binnenkomt. U begrijpt wel,
dat is zoo de belangstelling van den burge
meester voor de burgerij, maar het is ook de
belangstelling voor het jonge paar, dat het
levensbootje, het huwelijkbootje, instapt, het
geen zeker allen, die met hen meevoelen, in
teresseert.
Hoeveel te meer is dit nu hier het geval,
waar voor ons allen deze gebeurtenis tot stand
gekomen is, welke voor ons door de tijden
heen zal spreken.
Dames en heeren. Vorige week Dinsdag heb.
ik hier gestaan, onbewust van hetgeen ons
toen boven het hoofd hing. Wij hadden een
zaal vol menschen, krachtig in hun geloof,
krachtig in hun vertrouwen, krachtig in hun
liefde voor het vorstenhuis en wjj hebben toen
gezegd, wat ons op het hart lag. Wanneer wij
toen geweten hadden, wat wij nu weten, en
daaraan uiting hadden moeten geven, weet ik
werkelijk niet, of al onze woorden en begrip
pen niet te kort geschoten zouden hebben om
onze gevoelens te vertolken.
Nu zijn wij met het gebeurde eerlijk gezegd
eenigszins overvallen en het Nederlandsche
Volk, kalm van aard en natuur, is wellicht
nog niet geheel en al in staat om op het
oogenblik te beseffen, wat er voor ons te ge
beuren staat.
Ik heb hier in deze zaal en elders ook reeds
gezegd, dat een Vólk dat leeft, en dat een
verleden heeft, ook voor de toekomst leeft. En
dan wijs ik op den dijk, dat kunstwerk van den
eersten rang, dat het Oosten van ons land
met het Westen verbindt, op het monument,
waarop deze gedenkwaardige woorden staan:
„Een volk, dat leeft, bouwt aan zijn toe
komst".
Wij zullen leven en willen leven, met het
besef van iemand, die diep voelt en denkt en
weet, dat hij moet leven en steeds meer moer
doen voor de maatschappij en voor het volk
Echter is ook het verleden van een volk
van buitengewoon groote beteekenis, omdat
dit ons leert kennen, hetgeen toen aan groote
dingen in en door het volk geschied is. Wij kun
nen terugzien op jaren van strijd, van dwang
en van vrijheidsdrang. Dat, dames en heeren, is
van zoo buitengewoon groote beteekenis. Die
oude Nederlanders, die daar gevochten heb
ben, hun strijd hebben gestreden onder leiding
van Willem van Oranje, hun vader, hun
vriend, hun leidsman, die oude Nederlanders
hebben de kiem gelegd voor den tegenwoordi-
gen staat. De kiem, welke daarin tot uiting
komt, niet alleen voor ons, maar voor de
geheele wereld, is, dat wij voor alles moeten
hebben onze geestesvrijheid. Dit is van le
grootste beteekenis en van het grootste be
lang in deze wereld. Ziet om U heen in tal
van staten, hoe alles wordt gedwongen, alles
aan banden wordt gelegd. Kijkt dan in Uw
land, ziet hoe aan de gewetensvrijheid aan
alle kanten ruim baan wordt gelaten binnen
de perken der wet.
Dit is het grootste goed, dat wij, Nederlan
ders, kunnen bezitten en deze gewetensvrijheid
moeten wjj ook handhaven (overweldigend
applaus).
In het handhaven hiervan hebben de prinsen
en vorsten van ons Oranjehuis steeds hun
grootste kracht gevonden. Wars van alle dwin
gelandij heeft ons vorstenhuis altijd de vrijheid
weten te handhaven.
Van welke richting, van welke geestesge
steldheid men ook is, men heeft in Nederland
de grootste geestesvrijheid.
Dames en heeren. Dit zult gij allen gevoe
len, wanneer gij thans ziet naar onze Ko
ningin en naar onze Prinses. Gij zult, met mij,
in Uw hart gevoelen de grootte van hetgeen
thans gebeurd is.
Ik behoef U niet in herinnering te brengen
den droeven tjjd van twee jaar geleden. U
weet, hoe aan alle kanten gesproken werd over
die twee vrouwen, van wie zooveel weggeno
men werd en die zoo alleen achterbleven. Nu
zullen wij zien, dat deze toestand verande
rende, beterende is.
Laten wij weten, dat het grootste gedeedte
van het Nederlandsche Volk in al zijn gele
dingen, in liefde, zoowel als in smart, om de
kroon geschaard staat. Ik zeg: ook in smart.
Wanneer U naar Den Haag gaat, naar het
Rosarium, zult U daar een gedenkteeken vin
den voor Koningin Emma U zult dan iets
treffends medemaken. Dag in dag uit komen
daar nog menschen, teneinde bloemen neer te
leggen als hulde aan de Vorstin niet alleen,
maar vooral als hulde aan de vrouw en
mensch. anneer wij zeggen, dat zij uit den
vreemde tot ons gekomen, ook alles heeft ge
daan om ons volk te verbeteren, te verheffen,
alle toestanden onder het oog ziende, dan zult
U gevoelen, dat zij als Koningin-Regentes alle
krachten heeft gegeven voor het Nederland
sche Volk en dan kunnen wij bij het stand
beeld niet anders dan eerbiedig het hoofd
buigen en dankbaar zijn voor hetgeen ons ge
schonken is.
En ook hier in Den Helder wijst het monu
ment, dat opgericht is ter nagedachtenis aan
Prins Hendrik er op, dan wij Nederlanders
weten dat hij voor het Nederlandsche Volk
zijn beste krachten heeft willen en kunnen
geven.
Thans komt er weer van het land aan onze
Oostzijde een jonge Prins tot ons, het Ne
derlandsche Volk, dat zijn Prinses met zoo
groote liefde omringt en die liefde zal ook
hem gegeven worden.
Dames en Heeren. Wanneer ik U de Prinses
moet schetsen in al Haar eenvoud, al Haar
lieftalligheid, dan kunnen wij niet anders, dan
dit menschenkind van harte het geluk van
een gewoon menschenkind toewenschen. Dit
gunnen wjj allen haar zoo gaarne. Wjj hopen,
dat, wanneer Zjj eenmaal zal worden geroepen
om te regeeren als onze Koningin (wij hopen,
dat de tjjd nog verre zal zjjn, dat Zij om
dwingende redenen zal moeten regeeren), deze
zware taak, welke Haar dan opgelegd zal
worden. Haar verlicht moge worden door den
man, die zoowel Haar vreugden zal deelen,
als haar in zwaren tjjd en smart steunen.
Ik heb in enkele gevallen met Hare Ko
ninklijke Hoogheid mogen samen zijn. Ik heb
Haar gezien - in- omstandigheden, waarin de
meeste menschen Haar niet gezien hebben,
ik heb Haar arbeid in het Nationaal Crisis
Comité mogen gadeslaan, welk werk zoo Haar
volle belangstelling had. Ik heb altjjd grooten
eerbied, groote dankbaarheid voor de
wijze, waarop Hare Koninklijke Hoogheid ook
op dit gebied door Hare Moeder is opgevoed.
Ook hierin geeft Zij het Nederlandsche Volk
wat er te geven is. Waar leed wordt geleden,
lijdt Zij mede, Zij troost daar, waar getroost
moet worden. Wanneer U zóó de Prinses ziet
en men ziet Haar werkzaamheid in den Ne-
derlandschen Staat, wanneer men ziet, dat Zij
altjjd bereid is alle krachten, allen geest, alle
willen en kunnen in het belang van het Ne
derlandsche Volk aan te wenden, dan kunnen
wjj Haar niet genoeg erkentelijk zijn.
Wij zjjn dan te meer verheugd over het ge
luk, dat voor Haar staat geboren te worden.
Daarom, Dames en Heeren, is dit een dag van
buitengewoon groote beteekenis voor ons land.
Ons Nederlandsche Volk hoopt nu één ding,
n.1., dat de tak der Oranjes niet alleen nog
tientallen jaren, doch nog eeuwen en eeuwen
lang zal mogen regeeren in Nederland. Wij
weten, dat de banden, gevlochten tusschen
Nederland en Oranje, niet te slaken zijn. Wan
neer men daaraan zou willen tornen, wanneer
men het in zjjn hoofd zou krijgen, om te
trachten die banden te verbreken, dan zouden
wjj, man voor man, vrouw voor vrouw, gereed
staan om te zeggen: Dat nooit, dat nimmer.'
(Ovatie).
Het is wel eens goed om door eenige bewe
ging uitdrukking te kunnen geven aan zjjn
gevoelens, dan wijkt de spanning weer even.
Ik gevoel deze spanning ook zoodanig, dat
het moeilijk is om mij op een gegeven moment
te beheerschen. Wanneer je aller vreugde ziet,
wanneer je de radio hoort, wanneer je de
uitingen van geestdrift gevoelt van ons kalme
volk, voel je ook de groote beteekenis van het
gebeurde. Het geheele land viert dit mede.
Ik zal niet zoo lang meer voortgaan, want
ik herhaal het, dat wij nog meer ^>nze kans
krijgen, maar dit zeg ik U: de groote waar
den van dit oogenblik is voor ons land, dat
Oranje en Nederland één blijven. (Applaus).
Door het bestuur van de Oranjeverenigin
gen is een telegram aan Hare Koninkljjke
Hoogheid gezonden, waarmede U zoo even
Uw hartelijke instemming hebt betuigd. Uit
den aard der zaak is vanmorgen door het ge
meentebestuur reeds een telegram verzonden
namens de burgerij, waarbij ik kan opmerken,
dat het zenden van deze telegrammen niet
alleen een fraze is, doch dat dit vertolkt ons
aller gevoelens betreffende de groote betee
kenis van dit feit voor ons geheele land en
volk.
Wanneer wij dit beseffen en wanneer wjj
zien, hoe hier thans in ons land een jongeman
binnenkomt, vol vertrouwen, dan zullen wij de
liefde, die wij voor onze Vorstin en onze
Prinses, niet beter en sterker tot uitdrukking
kunnen brengen dan deze ook over te brengén
op den jongen Prins.
Hedenavond om 6 uur zijn de Prinses en de
Prins (volgens radioberichten) voor het eerst
tezamen het Koninklijk Paleis aan het Noord-
einde te Den Haag binnengekomen. Duizenden
en duizenden menschen stonden reeds uren
lang te wachten en hebben daar gedemon
streerd hun liefde voor het vorstenhuis, zooals
dit nog nimmer geschied is. Zelfs de afzettin
gen van de politie werden verbroken en men
drong zoo ver mogelijk op. De menschen heb
ben gezongen en gejuicht en zij wisten van
bljjdschap niet, wat zjj zouden doen. Deze
uitingen zeggen des te meer, omdat zij komen
van menschen, die dageljjks de Koningin en
de Prinses zien. Men gevoelt toch wel, wat op
dat oogenblik die menschen moet hebben
bezield om op die wijze naar voren te komen.
Zjj wilden uiting geven aan de liefde, die zij
voor ons Koninklijk Huis gevoelen.
En kjjk, dit nu juist zouden wjj zoo gaarne
overbrengen bjj allen (niet in deze zaal, daar
behoeft het niet). Wjj willen deze gevoelens
brengen naar duizenden en tienduizenden. Wij
willen zeggen: omvat toch de groote betee
kenis van dit gebeuren voor ons land. Wij
moeten iedereen toonen, dat men zich, van
welke gedachte of richting men ook overigens
is, gerust achter het Oranjehuis kan scharen
dat de Vrjjheid in zoo hooge eere houdt.
Ik noodig U nu uit om met mjj te roepen
in één roep: Leve de Koningin, Leve de Prin
ses, Leve de Prins, Hoera.
Weer klonk het Wilhelmus, weer stonden
allen als één man op, weer zongen allen het
Volkslied uit volle borst mee.
De Stafmuziek liet de enthousiaste schare
daarop nog eens de gelegenheid om den
samenzang te beoefenen, want zij speelde
vervolgens den B.V.L.-marsch, waarvan be
kende melodieën als ,,De Watergeus ligt voor
Den Briel,,'t Is plicht dat iedere jongen",
enz., natuurlijk extra geschikt waren voor een
gebeurtenis als deze.
De foto van Prins Bernhardt.
Intusschen had men op onze drukkerij hard
gewerkt om de „verrassing", die onze Courant
voor de aanwezigen in petto had, gereed te
maken. Met een vliegtuig was het portret van
den jongen prins uit Duitschland in ons land
gekomen. In Amsterdam was er een cliché
van gemaakt en om half negen ging een van
onze menschen met zjjn auto uit de Hoofd
stad om het cliché naar Den Helder te bren
gen. Om half tien kwam hjj ter drukkerij
FALCON REGENJASSEN
GERARD WORM
KEI ZE RSTRAAT
aan, waarna het cliché snel gereed gemaakt
werd. Korten tjjd later draaide de drukpers
en precies half elf waren de eerste honderden
foto's in Casino. Meisjes van de Oranjegarde
waren zoo vriendeljjk hen aan de aanwezigen
uit te reiken en het was voor ons een aardig
gezicht te zien, hoe vlot de foto's van de hand
gingen. Het was de eerste blik dien de aan
wezigen op de sympathieke gelaatstrekken
van den Prins konden werpen. Die eerste
kennismaking was van den alleraangenaam-
sten aard, wjj kunnen het hier zonder eenig
voorbehoud constateeren
Tenslotte betrad de heer J. de Jong, voor
zitter van de Christelijke Oranjevereeniging,
het podium om een kort slotwoord te spreken.
Wij laten het hieronder volgen, met de op
merking, dat ook dit woord enkele malen door
applaus uit de dankbare zaal onderbroken
moest worden.
Slotwoord van den heer J. de Jong.
Dames en Heeren. Ik heb de aangename
taak om op dezen feestavond een slotwoord
te mogen spreken.
Ik wil een woord van dank richten inzon
derheid aan U, Burgemeester, niet alleen voor.
het warme geestdriftige woord, dat U tot ons
gesproken hebt, maar ook voor het belang
rijke aandeel, dat U in het organiseeren van
dezen avond hadt. Uw initiatief en Uw stuw
kracht hebben het ons mogelijk gemaakt om
dezen avond te organiseeren. Daar^)r komt
U inzonderheid een woord van welgemeenden,
hartelijken dank toe.
Voorts betuig ik Kolonel van* Aller onzen
dank voor zijn tegenwoordigheid hier als ver-'
tegenwoordiger van den Vice-Admiraal.
Den heer Visman, directeur van de Rijks-
Marinewerf, wilde ik dank zeggen voor de
medewerking, door hem verleend door het be
schikbaar stellen van de werf, fakkels, enz.
Tevens past mij een hartelijk dankwoord aan
de muziekkorpsen, n.1. de Stafmuziek, het
Stedelijk Muziekkorps, Winnubst en de Oranje
Harmonie Kapel, voor het zoo spoedig mobi-
liseeren van hun menschen op dezen avóhd
(applaus). De Oranjegarde komt een hartelijk
woord van dank toe, daar ook zij gauw weten
te mobiliseeren, als dit noodig is (applaus).
Verder zou ik de pers' en inzonderheid de
Heldersche Courant dank willen zeggen. Dfe
Heldersche Courant niet alleen voor de aan
wezigheid van de pers, maar ook voor de ver
rassing, die zij ons bereid heeft door ons aan
den avond van dezen dag het portret aan te
bieden van Prins Bernhard (overweldigend
applaus). Mocht er soms nog iemand zijn, aan
wien nog geen portret is uitgereikt, dan kan
hij nog een exemplaar bekomen aan het
bureau van de Heldersche Courant.
Ik mag zeker ook niet vergeten den heer
Polak een bijzonder woord van dank te bren
gen voor zijn medewerking op dezen avorid.
Ik wil U, Dames en Heeren, nog wijzenop
de prestatie van den heer Polak, waar hij de:
initialen J. en B. in zoo korten tjjd voor elkaar
gebracht heeft, zooals U hier ziet.
Vergadering; Ik zal mijn slotwoord niet tei
lang maken. Alleen hierop wil ik nog wijzend
Toen wij verleden jaar als Christelijke Orarije-
vereeniging hier onzen feestavond vierden ter
gelegenheid van den verjaardag van onze ge-
eerbiedigde Koningin, heeft Hendrik de Boer
van Den Haag, die het woord gevoerd heeft,
gewezen op den sterken band, welke ons volk
verbindt met het Huis van Oranje, maar hij
heeft er tevens op gewezen, dat die band teer
is, heel teer.
De heer Bakker heeft er op gewezen in zijn
inleidend woord, dat wjj met verlangen hebben
uitgezien naar de blijde mare, welke ons heden
bereikte. Ik heb straks heel vluchtig iets ge
lezen in de courant van de levensgeschiedenis
van Prins Bernhard, waarbij mij bijzonder ge
troffen heeft het feit, dat hij zeer populair is.
Dames en Heeren, ik hoop, dat, wanneer
straks zal blijken dat Prins Bernhard de man
is, zooals hij door de krant wordt geteekend1,
hij ook weldra hier bij ons Nederlandsche
Volks die populariteit zal mogen genieten,
welke ook ons Vorstenhuis bezit en, zooals de
Burgemeester het reeds gezegd heeft: ook
Prins Hendrik bezat. Wjj hopen, dat ook Prins
Bernhard die plaats in de harten van het
Nederlandsche Volk zal mogen innemen.
(Applaus).
Deze feestelijke bijeenkomst werd besloten
met het zingen van het Wiên Neerlandsch
Bloed, gespeeld door den Staf en staande mee
gezongen door de aanwezigen.
Dat was het plechtige einde van een groot-
sche, spontane, door en door warme vreugde?
betuiging jegens ons Vorstenhuis en den
jongen Prins, die weldra lid van dat Huis
zal zijn.
Den Helder, oude marine- en dus Oranje-
veste, heeft met groote bljjdschap kennis ge
nomen van de heugeljjke mare, die haar gis
termorgen bereikte.
Een mare, niet zooals er gedurende de
laatste jaren zoo vele heimelijk door den.
lande gegaan waren, maar die nu werkeljjk-
heid was.
En op dien ruwen herfstmorgen, toen deze
tijding als een gouden vrucht in den schoot
van een natie rolde, gingen de vlaggen uit.
Ook in Den Helder. Op alle openbare gebou
wen, van de zaken en van ontelbare particu
liere huizen spande reeds direct na het be
kend worden van het heugelijk feit de drie
kleur zijn banen. En met de vlaggen en de
wimpels kwam de Oranje-stemming.
De Oranje-stemming, die bljjheid brengt in
de harten van ons allen, die het wel meenen
met ons Vorstenhuis.
Dien middag werd een middag zooals wjj er
gedurende vele weken niet een bezeten had
den. Een middag, waarop vele kinderen rond
gingen in witte japonnen met oranje sjerpen
getooid. Op de revers van de jassen der
ouderen pronkte het bescheiden Oranje-strikje
en op het gezicht der vrouwen lag de glar.s
van het Oranje-geluk.
Het werd een bedrijvigheid van belang.
Voor ons Bureau, waar de bulletins met de
bijzonderheden uitgegeven werden, dromde
men samen en besprak men deze zoo bjjzon-
dere nationale gebeurtenis.
Het weer werkte, ondanks de sombere voor
teekenen van den morgen, mee, en een enkele
maal puurde zelfs een Oranje-zonnetje door
de wolken. Dat flonkerde dan in het oranje-
der wimpels en gaf het geheel een fleurig
cachet.
Des avonds, als de zon ondergaat, en de
schemer over de stad scheert, wordt het eerst
recht gezellig. Dan formeeren zich bjj de
Werf poort een viertal muziekkorpsen, met er
voor de fakkels, die hel flikkerend een rose
gloed over de honderden langs den weg wer
pen.
Langs de geheele route is het een drukte
van belang, en in de binnenstad dreigt zelfs
hier en daar het verkeer vast te loopen. Maar
men is dezen dag vrooljjk en men bljjft vroo-
ljjk. Het is toch een nationale feestdag!
Tot laat op den avond bljjft de drukte aan
houden. Hier en daar klinken de klanken van
de beide muziekkorpsen, die door de stad
trekken en op weer andere plaatsen hebben
winkeliers hun zaken opengezet en hoort men
fragmenten van radio-programma's, die even
eens in het teeken van deze zoo gewichtige
gebeurtenis staan.
Des avonds, als de wind is gaan liggen,
komen vele vlaggen tot rust.
Den geheelen dag hebben wjj in één onop
houdelijke beweging vertelt van de blijdschap,
die over het land waarde, van stad tot stad,
van huis tot huis.
En de nacht komt, de nacht, waarin velen
van ons droomen van het sprookje van het
prinsesje, dat een prins vond.
Moge het sprookje voor Holland realiteit
worden.
Moge het geluk van onze jonge Prinses, die
in ons aller harten een zeer speciale plaats
inneemt, en het geluk van dien jongen Prins
samengaan.
Men gunt deze beide jonge menschen dit
geluk zoo van ganscher harte.
Ook wij in Den Helder!
Bjjeenkomst op het Commandements-
gebouw.
Heeft gisteren reeds de burgerij op buiten
gewoon opgewekte wijze de verloving van
onze Prinses gevierd, heden geschiedt dit
meer in het bijzonder door de marine.
Een monter Oranje-zonnetje straalde bijna
voortdurend over de stelling en flonkerde
vróolijk in het vele goud der uniformen van
de officieren.
Om 9 uur vond een bijeenkomst plaats op
het Commandementsgebouw aan de Buiten
haven, waarbij de commandanten van tal van
marineschepen en instellingen gelegenheid
hadden den Commandant der Marine hun ge-
lukwenschen aan te bieden.
Maar behalve het fleurige aspect, dat altjjd
de parade-uniformen van de officieren geven,
was daar meer dat op het bjjzondere van
dezen dag wees.
Daar waren de ontelbare vlaggen, die nog
steeds van de gebouwen en woningen wapper
den en daar was Janmaat, die dezen dag even
eens in zijn „Oranje-best" voor den dag kwam.
Groote parade op de schepen.
Te 10 uur hedenmorgen vond op de schepen
een groote parade plaats, waarna de dagorder
van den minister van defensie werd voorge
lezen.
Om 10 uur had plaats een parade op de
schepen, waarbij door de commandanten de
dagorder van den minister van defensie, waar
in de heugelijke tijding medegedeeld wordt,
voorgelezen Werd.
Deze plechtigheid vond plaats aan boord
der groote schepen.
Het behoeft geen verwondering te wekken
dat tal van belangstellenden uit de burgerij
vroeg naar de Buitenhaven getogen waren
om getuige te zijn van dit altijd boeiende
schouwspel. Vooral voor Hr. Ms. Wachtschip
dromden velen samen.
Aan boord van dit vaartuig stonden alle
hens opgesteld. Aan bakboord de landings
divisie en de stafmuziek der Koninklijke
Marine Kapel, aan stuurboord de officieren,
onderofficieren en equipage.
Om 10 uur precies arriveert de commandant
van Hr. Ms. Wachtschip, de luitenant ter zee
der le kl. J. J. Wichers, die alvorens tot de
eigenlijke ceremonie over te gaan de opgestel-
den inspecteert.
Een paar maten van een marsch klateren
op tegen de wanden van het schip, waarop de
Oranjezon haar vrooljjk spel speelt. Een korte
roffel en dan neemt de commandant het
woord, om allereerst voor te lezen de dag
order van den minister.
Spr. releveert hierna nog eens de gevoelens,
welke men den dag ervoor gekoesterd had
bij het ontvangen van deze zoo zeer heuge
lijke tijding. Hoe men getroffen werd en hoe
men zijn vreugde niet beter wist te mani
festeeren door gezamenlijk het Wilhelmus aan
te heffen.
Dat was de eerste opwelling.
En thans, een dag later komt de bezinking
en het is met groote blijdschap dat spr. hier
de gelegenheid aangrijpt eenige woorden te
zeggen over. ons Oranjehuis.
Vele eeuwen grijpt de heer Wichers terug,
en hij vertelt van tijden, toen het volk van
Nederland nog geen eenheid was, maar een
aantal gewesten, staande onder graven en
vorsten. Reeds toen hoorde men van een
Graaf van Nassau en een Prins van Oranje.
Vele jaren later, toen het Spaansche juk
op de natie drukte,, zocht men weer uitkomst
en het was een Oranje, die op de bres stond:
de groote Willem van Oranje. Hij gaf meer
dan men van een mensch had mogen verlan
gen: zijn broeders, zijn bezittingen, zijn leven.
Hij werd geholpen door zijn vrouw: Juliana
van Stolberg, die hem schraagde in deze moei
lijke jaren, en die hem de kracht gaf in de
groote zaak te volharden.
De jaren gaan voorbij en Nederland beleeft
zijn Franschen tijd. Wederom ging het volk
gebukt en wederom was het Oranje die uit
komst bracht.
Spr. vertelt van de grootouders van onze
Koningin, en van onze Prinses. Hoe op 19
April 1909 de blijde boodschap door het land
ging, dat Zij was geboren, een prinsesje.
Spr. is er van overtuigd, dat het de wil van
Haar Moeder geweest is, dat Haar dochter
een onbekommerde jeugd had; dat zjj Haar
jonge meisjesleven kon genieten.
Hierna speelt de Stafmuziek een Gebed tot
heil van de Prinses en doodstil hooren de hier
verzamelden de wijdingsvolle klanken aan.
Dan besluit de commandant zijn rede met
nogmaals van zijn groote vreugde te getuigen
over dit feestelijk gebeuren. Weliswaar is er
van den Prins nog maar weinig bekend, maar
wat men weet vertelt, dat hij werkzaam is,
zelfstandig en de zorgen des levens heeft
leeren kennen.
Door allen wordt vervolgens een tweetal
coupletten van het Wilhelmus gezongen waar
na een driewerf hoezee aangehéVen wordt,
eerst voor de Koningin, dan voor de Prinses
en Prins.
Dit is het einde van een plechtigheid, die op
bijzondere wijze slaagde en waarbij men op
de juiste wijze het idee kreeg van de vreugde,
welke er bij onze marine voor deze verloving
van onze Prinses heerscht.
HET PORTRET VAN „PRINS BENNO".
Van het portret van Prins „Benno", dat
gisteravond in Casino aan de honderden aan
wezigen is uitgereikt, hebben wjj nog ettelijke
exemplaren op ons kantoor in de Koning
straat. Zoolang de voorraad strekt, zullen
deze foto's gratis uitgegeven worden aan hen,
die er een komen halen.
Wat onze Prinses voor Haar latere taak en
reeds voor het heden, door natuurlijken aan
leg en door zorgvuldige voorbereiding, onder
opperste leiding van Haar Moeder, verwierf,
is ons allen bekend, schrijft het Hbl. Haar
karakter, geleid van de kinderjaren af aan
tot in den jonkvrouwelijken leeftijd toe, door
handen die de ernst bestuurde, en die dien
ernst hulden in liefde en toewijding, waaronder
het jonge menschenhart zjjn ontvankelijkheid
kon behouden en in vrijheid weer kon geven
wat het ontving. En toen de tjjd van het
schoolsche onderwjjs kwam, koos diezelfde
zorg, achtereenvolgens onderwijzers en onder
wijzeressen, leeraren en leeraressen en ten
slotte hoogleeraren, die, elkander opvolgend,
de Prinses een onderwijs gaven, dat weder
eisch van degelijkheid en plicht tot leidend
beginsel had. Hoe ging ons volk met belang
stelling en liefde van stap tot stap de leer
gangen na, die de Prinses te volgen had, hoe
leefde het mee in al die verhalen uit den kin
derleeftijd, uit welke verhalen het zich alvast
het toekomstbeeld van de volwassen Prinses
droomde. Het doorleefde nog eens wat het
doorleefd had, toen de Koningin een kind was.
En het kleine bezit van het ééne kind, werd
groot, als toen, in het hart van ons volk, dat
zich te nauwer om het Vorstenhuis sloot. En
de Prinses groëide op als ieder gezond kind.
Om het verstandswerk werd de gezondheid
niet veronachtzaamd. Er was in de opvoeding
plaats voor spel en bezigheid in de open lucht.
Arbeid in den tuin en in het duin en 's win
ters gaf de vreugde van slede en van schaats
het tegenwicht voor het werk der school. De
Prinses had den vrijeren levensgang van Haar
tijd mede. Wat vijftig jaar geleden nog gold
als wijsheid bij de vorming der jeugd, had
ruimer, blijder geest plaats gelaten.. Niet en
kel band en teugel waren blijven gelden als
middelen om het dartele, vrijheidszoekende
kind te gewennen aan de orde der samen
leving en de opkweeking tot deugden en ken
nis te regelen Het keurs werd afgelegd of
minder strak geregen. Een frissche wind was
gaan waaien door de hoofden, die jonge har
ten te leiden hadden. Een Ligthart was op
gestaan, en wien zijn begrijpend, gevoelig
hart, zjjn kostbare gaven hem te ver voerden
op den nieuw ingeslagen weg, waardeeren de
den allen de verlossing uit het dwangbuis der
oude dagen en het openen van uitzicht op na
tuur en leven. En van die nieuwe richting
heeft de Prinses het voorrecht genoten. Toen
kwam de leeftijd, waarop de roep der hooge-
school niet ongehoord, niet onverhoord kon
bljjven. Wat de Prinses nog gemist had door
het ontbreken eener waarljjk klassikale oplei
ding bij het lager onderwijs, ging nu voor het
meisje-student als een bloem in heerlijke
schoonheid gpen, die een geheel leven door
geuren kan. En ook in den studenten-tijd werd
hard gewerkt.
Hoe Zij dien tijd met Haar vrouwelijke
medestudenten heeft beleefd, welke gevoelens
van trouwe vriendschap Zij heeft gewekt, die
jqnge vrouwen hebben er van getuigd, toen de
Prinses de hoogeschool verliet. En die winst
voor Haarzelve, buiten het onderwijs, was de
ongedwongen omgang met zooveel jonge men«
schen, meisjes van Haar jaren, in wier mid->
den het jonge hart de weldaad kon ervaren
van den weerklank op eigen gevoel en den
ken. En weer later, Haar intrede in den Raad
van State, die Haar in aanraking bracht met
'sLands wetgeving en bestuur, en Haar prac-
tisch menschlievend werk in het Crisis-
Comité, Haar optreden bjj onderscheiden open
bare gelegenheden, dit'alles bracht onze Prin
ses midden in het leven van ons Volk en
werkte verder aan de vorming van hoofd en
hart.
Donderdag a.s., 10 September
Zondag a.s., 13 September
Naar Arasterdam met bezoek aan Artis I 1.25
Donderdag bezoek aan de Jaarbeurs I 1.50
DinsdaglSSeptember openingStaten Generaal ad.f 1.75
en druiven eten in het Westland
Beleefd aanbevelend,
met zijn lange avonden is
weer in aantocht
Zorgt voor een gezellige huiskamer en neemt een
Eenvoudige bediening en
goedkoop
40 ct. per week en aansluitkosten 11.of f 5.—
Tot 7 uur n.m. geopend
In zwart en wijnrood,
Capaciteit 175 M3.
hoek Ruyghweg. Tel. 649
HEDENMIDDAG
Versche gekookte Metworst
35 ct. per pond
Fijn gekruide Leverworst
22 ct. per pond
Gebraden Rollade 15 ct. per ons
per half pond 32 ct.
Beleefd aanbevelend, P. VLAS,
KONINGDW.STR. 44 46
Tol. 765
40 ct.
Lappen 85 ct. Vet 30 ct.
Schoonmaken inbegrepen f 1,-
Tel. 649
w
"""üu*"""''
hoo9
bruin.
kunn9hno°q>^en-
bruin, marine,
wiinrood en
c n\\e maton
thans
>75 tot \L'tJ
Loten iederen dag van 8'/2—8
uur verkrijgbaar bij Collectrice
Wed. Dr. Van Pienbroek—
Duparc, Loodsgracht 66.
HOUT - TRIPLEX
BEITS - ASPHALT
CARBOLINEUM enz.
koopt men 't voordeeligst bij:
Houthandel ,,'T CENTRUM"
KEIZERSGRACHT no. 85.
Tot 8 uur 's avonds geopend.
GARAGE
KAPPERSTRAAT
10 eieren voor 15 ct.
bij aankoop v. e. Edammer-kaas
Kruid-Edammer 20-j- 55 ct.
Jonge 40-}- 95 ct.
Belegen 98 ct.
103 ct.
Oude 115 ct.
Leidsché p. pond 35 ct.
Jonge 20 ct.
Goudsche v.v.„ 32 ct.
Belegen 40 ct.
Kopboter, extra 78 ct.
Kopboter, prima 73 ct.
Soepkippen vanaf 65 ct.