Schoenmakerij Gravenstr. 38 HAARD-KACHEL Bel op tMü 4 Oranje-stemming in Den Helder. Uit het leven van onze prinses. e Winter Haardkachels Schapenvleesch Firma MOREE, ZELF TIMMEREN? I U SLAAGT ZEKER!! G. PAANS, LAAN 48 GERARD WORM PRIMA VERKOOPSTER D. Leegwater, WOENSDAG Q SEPTEMBER 1936 Rede van den bur jemeester VERHOOGT ÜW OMZET Viering van de verloving door de marine. De Parade op de schepen A. NOTTELMAN Reisvereeniging„Hoilandsch Noordpunt" Attractie voor de leden Naar Artis Naar Artis Moet U een nieuwe hebben? Komt U eens even kijken! KEIZERSTRAAT, VRAAGT VOOR DIRECT Aansluiting bij de Ra di o-Distributie KANTOOR GRAVENSTRAAT 24 „Godin" en „Baldur" I 57.75 firma moree Vanaf heden verkrijgbaar Carbonade c** B°ut «>0 ct. Antoon Bandt, Koningstr. 15 WINTERSTALLING VOOR RIJWIELEN hoek Ruyghweg STAATSLOTERIJ Zuidstraat 27. Het werd daarop even stil in de zaal, heel even maar, want men zag, dat de burgemees ter aanstalten maakte om het tooneel te be- sUjgen. En toen de heer Ritmeester daar even later op het podium stond en groote schijn werpers aanflitsten, steeg een donderend ap plaus op. Tjjden» de enthousiast door den magistraat uitgesproken rede klaterde dat applaus nog ettelijke malen op en hier en daar nam het de afmetingen van een ovatie aan. De burgemeester zeide het volgende. Dames en Heeren. Ik gevoel wel, dat de stemming er op het oogenblik reeds in zit (applaus) bjj U allen en bij mij ook. Ik hoop, dat men binnen niet al te langen tijd weer met een blijde tijding bjj mi) aan de deur komt en wjj zullen dit op het oogenblik als een kleine oefening voor ons allen be schouwen op velerlei gebied- Deze oefening is niet noodig om onze Oranje-gezindheid nog sterker op te voeren, en ook niet om onze vaderlandsliefde meer tot uiting te brengen. Wij zijn tot berstens toe gespannen op het oogenblik; dat voel ik zoo. Er is een zekere spanning in ons, waarbij U voorzichtig moet zijn, anders gebeuren er ongelukken (hila riteit). Laat ik dus op het oogenblik kalm beginnen met een inleiding door U mede te deelen (het geen U nog niet weet), waarvoor U op het oogenblik hier bent. De zaak is toch wel van buitengewoon groote beteekenis. Wij ouderen hier in de zaal moeten erkennen, dat ons hart opengaat, wan neer wij zien, dat een jong paar plannen heeft met elkaar door het leven te gaan (de manier, waarop de Burgemeester dit met eenige arm bewegingen verduidelijkte, bezorgde het pu bliek wederom eenige vroolijke oogenblikken). Wanneer een dergelijke verbintenis bij ons op het Raadhuis gesloten wordt (wethouder De Boer is een specialist in het bjj elkaar brengen van jongelui), sta ik op sommige tijden ook wel eens bij het raam te kijken, wat er het stadhuis binnenkomt. U begrijpt wel, dat is zoo de belangstelling van den burge meester voor de burgerij, maar het is ook de belangstelling voor het jonge paar, dat het levensbootje, het huwelijkbootje, instapt, het geen zeker allen, die met hen meevoelen, in teresseert. Hoeveel te meer is dit nu hier het geval, waar voor ons allen deze gebeurtenis tot stand gekomen is, welke voor ons door de tijden heen zal spreken. Dames en heeren. Vorige week Dinsdag heb. ik hier gestaan, onbewust van hetgeen ons toen boven het hoofd hing. Wij hadden een zaal vol menschen, krachtig in hun geloof, krachtig in hun vertrouwen, krachtig in hun liefde voor het vorstenhuis en wjj hebben toen gezegd, wat ons op het hart lag. Wanneer wij toen geweten hadden, wat wij nu weten, en daaraan uiting hadden moeten geven, weet ik werkelijk niet, of al onze woorden en begrip pen niet te kort geschoten zouden hebben om onze gevoelens te vertolken. Nu zijn wij met het gebeurde eerlijk gezegd eenigszins overvallen en het Nederlandsche Volk, kalm van aard en natuur, is wellicht nog niet geheel en al in staat om op het oogenblik te beseffen, wat er voor ons te ge beuren staat. Ik heb hier in deze zaal en elders ook reeds gezegd, dat een Vólk dat leeft, en dat een verleden heeft, ook voor de toekomst leeft. En dan wijs ik op den dijk, dat kunstwerk van den eersten rang, dat het Oosten van ons land met het Westen verbindt, op het monument, waarop deze gedenkwaardige woorden staan: „Een volk, dat leeft, bouwt aan zijn toe komst". Wij zullen leven en willen leven, met het besef van iemand, die diep voelt en denkt en weet, dat hij moet leven en steeds meer moer doen voor de maatschappij en voor het volk Echter is ook het verleden van een volk van buitengewoon groote beteekenis, omdat dit ons leert kennen, hetgeen toen aan groote dingen in en door het volk geschied is. Wij kun nen terugzien op jaren van strijd, van dwang en van vrijheidsdrang. Dat, dames en heeren, is van zoo buitengewoon groote beteekenis. Die oude Nederlanders, die daar gevochten heb ben, hun strijd hebben gestreden onder leiding van Willem van Oranje, hun vader, hun vriend, hun leidsman, die oude Nederlanders hebben de kiem gelegd voor den tegenwoordi- gen staat. De kiem, welke daarin tot uiting komt, niet alleen voor ons, maar voor de geheele wereld, is, dat wij voor alles moeten hebben onze geestesvrijheid. Dit is van le grootste beteekenis en van het grootste be lang in deze wereld. Ziet om U heen in tal van staten, hoe alles wordt gedwongen, alles aan banden wordt gelegd. Kijkt dan in Uw land, ziet hoe aan de gewetensvrijheid aan alle kanten ruim baan wordt gelaten binnen de perken der wet. Dit is het grootste goed, dat wij, Nederlan ders, kunnen bezitten en deze gewetensvrijheid moeten wjj ook handhaven (overweldigend applaus). In het handhaven hiervan hebben de prinsen en vorsten van ons Oranjehuis steeds hun grootste kracht gevonden. Wars van alle dwin gelandij heeft ons vorstenhuis altijd de vrijheid weten te handhaven. Van welke richting, van welke geestesge steldheid men ook is, men heeft in Nederland de grootste geestesvrijheid. Dames en heeren. Dit zult gij allen gevoe len, wanneer gij thans ziet naar onze Ko ningin en naar onze Prinses. Gij zult, met mij, in Uw hart gevoelen de grootte van hetgeen thans gebeurd is. Ik behoef U niet in herinnering te brengen den droeven tjjd van twee jaar geleden. U weet, hoe aan alle kanten gesproken werd over die twee vrouwen, van wie zooveel weggeno men werd en die zoo alleen achterbleven. Nu zullen wij zien, dat deze toestand verande rende, beterende is. Laten wij weten, dat het grootste gedeedte van het Nederlandsche Volk in al zijn gele dingen, in liefde, zoowel als in smart, om de kroon geschaard staat. Ik zeg: ook in smart. Wanneer U naar Den Haag gaat, naar het Rosarium, zult U daar een gedenkteeken vin den voor Koningin Emma U zult dan iets treffends medemaken. Dag in dag uit komen daar nog menschen, teneinde bloemen neer te leggen als hulde aan de Vorstin niet alleen, maar vooral als hulde aan de vrouw en mensch. anneer wij zeggen, dat zij uit den vreemde tot ons gekomen, ook alles heeft ge daan om ons volk te verbeteren, te verheffen, alle toestanden onder het oog ziende, dan zult U gevoelen, dat zij als Koningin-Regentes alle krachten heeft gegeven voor het Nederland sche Volk en dan kunnen wij bij het stand beeld niet anders dan eerbiedig het hoofd buigen en dankbaar zijn voor hetgeen ons ge schonken is. En ook hier in Den Helder wijst het monu ment, dat opgericht is ter nagedachtenis aan Prins Hendrik er op, dan wij Nederlanders weten dat hij voor het Nederlandsche Volk zijn beste krachten heeft willen en kunnen geven. Thans komt er weer van het land aan onze Oostzijde een jonge Prins tot ons, het Ne derlandsche Volk, dat zijn Prinses met zoo groote liefde omringt en die liefde zal ook hem gegeven worden. Dames en Heeren. Wanneer ik U de Prinses moet schetsen in al Haar eenvoud, al Haar lieftalligheid, dan kunnen wij niet anders, dan dit menschenkind van harte het geluk van een gewoon menschenkind toewenschen. Dit gunnen wjj allen haar zoo gaarne. Wjj hopen, dat, wanneer Zjj eenmaal zal worden geroepen om te regeeren als onze Koningin (wij hopen, dat de tjjd nog verre zal zjjn, dat Zij om dwingende redenen zal moeten regeeren), deze zware taak, welke Haar dan opgelegd zal worden. Haar verlicht moge worden door den man, die zoowel Haar vreugden zal deelen, als haar in zwaren tjjd en smart steunen. Ik heb in enkele gevallen met Hare Ko ninklijke Hoogheid mogen samen zijn. Ik heb Haar gezien - in- omstandigheden, waarin de meeste menschen Haar niet gezien hebben, ik heb Haar arbeid in het Nationaal Crisis Comité mogen gadeslaan, welk werk zoo Haar volle belangstelling had. Ik heb altjjd grooten eerbied, groote dankbaarheid voor de wijze, waarop Hare Koninklijke Hoogheid ook op dit gebied door Hare Moeder is opgevoed. Ook hierin geeft Zij het Nederlandsche Volk wat er te geven is. Waar leed wordt geleden, lijdt Zij mede, Zij troost daar, waar getroost moet worden. Wanneer U zóó de Prinses ziet en men ziet Haar werkzaamheid in den Ne- derlandschen Staat, wanneer men ziet, dat Zij altjjd bereid is alle krachten, allen geest, alle willen en kunnen in het belang van het Ne derlandsche Volk aan te wenden, dan kunnen wjj Haar niet genoeg erkentelijk zijn. Wij zjjn dan te meer verheugd over het ge luk, dat voor Haar staat geboren te worden. Daarom, Dames en Heeren, is dit een dag van buitengewoon groote beteekenis voor ons land. Ons Nederlandsche Volk hoopt nu één ding, n.1., dat de tak der Oranjes niet alleen nog tientallen jaren, doch nog eeuwen en eeuwen lang zal mogen regeeren in Nederland. Wij weten, dat de banden, gevlochten tusschen Nederland en Oranje, niet te slaken zijn. Wan neer men daaraan zou willen tornen, wanneer men het in zjjn hoofd zou krijgen, om te trachten die banden te verbreken, dan zouden wjj, man voor man, vrouw voor vrouw, gereed staan om te zeggen: Dat nooit, dat nimmer.' (Ovatie). Het is wel eens goed om door eenige bewe ging uitdrukking te kunnen geven aan zjjn gevoelens, dan wijkt de spanning weer even. Ik gevoel deze spanning ook zoodanig, dat het moeilijk is om mij op een gegeven moment te beheerschen. Wanneer je aller vreugde ziet, wanneer je de radio hoort, wanneer je de uitingen van geestdrift gevoelt van ons kalme volk, voel je ook de groote beteekenis van het gebeurde. Het geheele land viert dit mede. Ik zal niet zoo lang meer voortgaan, want ik herhaal het, dat wij nog meer ^>nze kans krijgen, maar dit zeg ik U: de groote waar den van dit oogenblik is voor ons land, dat Oranje en Nederland één blijven. (Applaus). Door het bestuur van de Oranjeverenigin gen is een telegram aan Hare Koninkljjke Hoogheid gezonden, waarmede U zoo even Uw hartelijke instemming hebt betuigd. Uit den aard der zaak is vanmorgen door het ge meentebestuur reeds een telegram verzonden namens de burgerij, waarbij ik kan opmerken, dat het zenden van deze telegrammen niet alleen een fraze is, doch dat dit vertolkt ons aller gevoelens betreffende de groote betee kenis van dit feit voor ons geheele land en volk. Wanneer wij dit beseffen en wanneer wjj zien, hoe hier thans in ons land een jongeman binnenkomt, vol vertrouwen, dan zullen wij de liefde, die wij voor onze Vorstin en onze Prinses, niet beter en sterker tot uitdrukking kunnen brengen dan deze ook over te brengén op den jongen Prins. Hedenavond om 6 uur zijn de Prinses en de Prins (volgens radioberichten) voor het eerst tezamen het Koninklijk Paleis aan het Noord- einde te Den Haag binnengekomen. Duizenden en duizenden menschen stonden reeds uren lang te wachten en hebben daar gedemon streerd hun liefde voor het vorstenhuis, zooals dit nog nimmer geschied is. Zelfs de afzettin gen van de politie werden verbroken en men drong zoo ver mogelijk op. De menschen heb ben gezongen en gejuicht en zij wisten van bljjdschap niet, wat zjj zouden doen. Deze uitingen zeggen des te meer, omdat zij komen van menschen, die dageljjks de Koningin en de Prinses zien. Men gevoelt toch wel, wat op dat oogenblik die menschen moet hebben bezield om op die wijze naar voren te komen. Zjj wilden uiting geven aan de liefde, die zij voor ons Koninklijk Huis gevoelen. En kjjk, dit nu juist zouden wjj zoo gaarne overbrengen bjj allen (niet in deze zaal, daar behoeft het niet). Wjj willen deze gevoelens brengen naar duizenden en tienduizenden. Wij willen zeggen: omvat toch de groote betee kenis van dit gebeuren voor ons land. Wij moeten iedereen toonen, dat men zich, van welke gedachte of richting men ook overigens is, gerust achter het Oranjehuis kan scharen dat de Vrjjheid in zoo hooge eere houdt. Ik noodig U nu uit om met mjj te roepen in één roep: Leve de Koningin, Leve de Prin ses, Leve de Prins, Hoera. Weer klonk het Wilhelmus, weer stonden allen als één man op, weer zongen allen het Volkslied uit volle borst mee. De Stafmuziek liet de enthousiaste schare daarop nog eens de gelegenheid om den samenzang te beoefenen, want zij speelde vervolgens den B.V.L.-marsch, waarvan be kende melodieën als ,,De Watergeus ligt voor Den Briel,,'t Is plicht dat iedere jongen", enz., natuurlijk extra geschikt waren voor een gebeurtenis als deze. De foto van Prins Bernhardt. Intusschen had men op onze drukkerij hard gewerkt om de „verrassing", die onze Courant voor de aanwezigen in petto had, gereed te maken. Met een vliegtuig was het portret van den jongen prins uit Duitschland in ons land gekomen. In Amsterdam was er een cliché van gemaakt en om half negen ging een van onze menschen met zjjn auto uit de Hoofd stad om het cliché naar Den Helder te bren gen. Om half tien kwam hjj ter drukkerij FALCON REGENJASSEN GERARD WORM KEI ZE RSTRAAT aan, waarna het cliché snel gereed gemaakt werd. Korten tjjd later draaide de drukpers en precies half elf waren de eerste honderden foto's in Casino. Meisjes van de Oranjegarde waren zoo vriendeljjk hen aan de aanwezigen uit te reiken en het was voor ons een aardig gezicht te zien, hoe vlot de foto's van de hand gingen. Het was de eerste blik dien de aan wezigen op de sympathieke gelaatstrekken van den Prins konden werpen. Die eerste kennismaking was van den alleraangenaam- sten aard, wjj kunnen het hier zonder eenig voorbehoud constateeren Tenslotte betrad de heer J. de Jong, voor zitter van de Christelijke Oranjevereeniging, het podium om een kort slotwoord te spreken. Wij laten het hieronder volgen, met de op merking, dat ook dit woord enkele malen door applaus uit de dankbare zaal onderbroken moest worden. Slotwoord van den heer J. de Jong. Dames en Heeren. Ik heb de aangename taak om op dezen feestavond een slotwoord te mogen spreken. Ik wil een woord van dank richten inzon derheid aan U, Burgemeester, niet alleen voor. het warme geestdriftige woord, dat U tot ons gesproken hebt, maar ook voor het belang rijke aandeel, dat U in het organiseeren van dezen avond hadt. Uw initiatief en Uw stuw kracht hebben het ons mogelijk gemaakt om dezen avond te organiseeren. Daar^)r komt U inzonderheid een woord van welgemeenden, hartelijken dank toe. Voorts betuig ik Kolonel van* Aller onzen dank voor zijn tegenwoordigheid hier als ver-' tegenwoordiger van den Vice-Admiraal. Den heer Visman, directeur van de Rijks- Marinewerf, wilde ik dank zeggen voor de medewerking, door hem verleend door het be schikbaar stellen van de werf, fakkels, enz. Tevens past mij een hartelijk dankwoord aan de muziekkorpsen, n.1. de Stafmuziek, het Stedelijk Muziekkorps, Winnubst en de Oranje Harmonie Kapel, voor het zoo spoedig mobi- liseeren van hun menschen op dezen avóhd (applaus). De Oranjegarde komt een hartelijk woord van dank toe, daar ook zij gauw weten te mobiliseeren, als dit noodig is (applaus). Verder zou ik de pers' en inzonderheid de Heldersche Courant dank willen zeggen. Dfe Heldersche Courant niet alleen voor de aan wezigheid van de pers, maar ook voor de ver rassing, die zij ons bereid heeft door ons aan den avond van dezen dag het portret aan te bieden van Prins Bernhard (overweldigend applaus). Mocht er soms nog iemand zijn, aan wien nog geen portret is uitgereikt, dan kan hij nog een exemplaar bekomen aan het bureau van de Heldersche Courant. Ik mag zeker ook niet vergeten den heer Polak een bijzonder woord van dank te bren gen voor zijn medewerking op dezen avorid. Ik wil U, Dames en Heeren, nog wijzenop de prestatie van den heer Polak, waar hij de: initialen J. en B. in zoo korten tjjd voor elkaar gebracht heeft, zooals U hier ziet. Vergadering; Ik zal mijn slotwoord niet tei lang maken. Alleen hierop wil ik nog wijzend Toen wij verleden jaar als Christelijke Orarije- vereeniging hier onzen feestavond vierden ter gelegenheid van den verjaardag van onze ge- eerbiedigde Koningin, heeft Hendrik de Boer van Den Haag, die het woord gevoerd heeft, gewezen op den sterken band, welke ons volk verbindt met het Huis van Oranje, maar hij heeft er tevens op gewezen, dat die band teer is, heel teer. De heer Bakker heeft er op gewezen in zijn inleidend woord, dat wjj met verlangen hebben uitgezien naar de blijde mare, welke ons heden bereikte. Ik heb straks heel vluchtig iets ge lezen in de courant van de levensgeschiedenis van Prins Bernhard, waarbij mij bijzonder ge troffen heeft het feit, dat hij zeer populair is. Dames en Heeren, ik hoop, dat, wanneer straks zal blijken dat Prins Bernhard de man is, zooals hij door de krant wordt geteekend1, hij ook weldra hier bij ons Nederlandsche Volks die populariteit zal mogen genieten, welke ook ons Vorstenhuis bezit en, zooals de Burgemeester het reeds gezegd heeft: ook Prins Hendrik bezat. Wjj hopen, dat ook Prins Bernhard die plaats in de harten van het Nederlandsche Volk zal mogen innemen. (Applaus). Deze feestelijke bijeenkomst werd besloten met het zingen van het Wiên Neerlandsch Bloed, gespeeld door den Staf en staande mee gezongen door de aanwezigen. Dat was het plechtige einde van een groot- sche, spontane, door en door warme vreugde? betuiging jegens ons Vorstenhuis en den jongen Prins, die weldra lid van dat Huis zal zijn. Den Helder, oude marine- en dus Oranje- veste, heeft met groote bljjdschap kennis ge nomen van de heugeljjke mare, die haar gis termorgen bereikte. Een mare, niet zooals er gedurende de laatste jaren zoo vele heimelijk door den. lande gegaan waren, maar die nu werkeljjk- heid was. En op dien ruwen herfstmorgen, toen deze tijding als een gouden vrucht in den schoot van een natie rolde, gingen de vlaggen uit. Ook in Den Helder. Op alle openbare gebou wen, van de zaken en van ontelbare particu liere huizen spande reeds direct na het be kend worden van het heugelijk feit de drie kleur zijn banen. En met de vlaggen en de wimpels kwam de Oranje-stemming. De Oranje-stemming, die bljjheid brengt in de harten van ons allen, die het wel meenen met ons Vorstenhuis. Dien middag werd een middag zooals wjj er gedurende vele weken niet een bezeten had den. Een middag, waarop vele kinderen rond gingen in witte japonnen met oranje sjerpen getooid. Op de revers van de jassen der ouderen pronkte het bescheiden Oranje-strikje en op het gezicht der vrouwen lag de glar.s van het Oranje-geluk. Het werd een bedrijvigheid van belang. Voor ons Bureau, waar de bulletins met de bijzonderheden uitgegeven werden, dromde men samen en besprak men deze zoo bjjzon- dere nationale gebeurtenis. Het weer werkte, ondanks de sombere voor teekenen van den morgen, mee, en een enkele maal puurde zelfs een Oranje-zonnetje door de wolken. Dat flonkerde dan in het oranje- der wimpels en gaf het geheel een fleurig cachet. Des avonds, als de zon ondergaat, en de schemer over de stad scheert, wordt het eerst recht gezellig. Dan formeeren zich bjj de Werf poort een viertal muziekkorpsen, met er voor de fakkels, die hel flikkerend een rose gloed over de honderden langs den weg wer pen. Langs de geheele route is het een drukte van belang, en in de binnenstad dreigt zelfs hier en daar het verkeer vast te loopen. Maar men is dezen dag vrooljjk en men bljjft vroo- ljjk. Het is toch een nationale feestdag! Tot laat op den avond bljjft de drukte aan houden. Hier en daar klinken de klanken van de beide muziekkorpsen, die door de stad trekken en op weer andere plaatsen hebben winkeliers hun zaken opengezet en hoort men fragmenten van radio-programma's, die even eens in het teeken van deze zoo gewichtige gebeurtenis staan. Des avonds, als de wind is gaan liggen, komen vele vlaggen tot rust. Den geheelen dag hebben wjj in één onop houdelijke beweging vertelt van de blijdschap, die over het land waarde, van stad tot stad, van huis tot huis. En de nacht komt, de nacht, waarin velen van ons droomen van het sprookje van het prinsesje, dat een prins vond. Moge het sprookje voor Holland realiteit worden. Moge het geluk van onze jonge Prinses, die in ons aller harten een zeer speciale plaats inneemt, en het geluk van dien jongen Prins samengaan. Men gunt deze beide jonge menschen dit geluk zoo van ganscher harte. Ook wij in Den Helder! Bjjeenkomst op het Commandements- gebouw. Heeft gisteren reeds de burgerij op buiten gewoon opgewekte wijze de verloving van onze Prinses gevierd, heden geschiedt dit meer in het bijzonder door de marine. Een monter Oranje-zonnetje straalde bijna voortdurend over de stelling en flonkerde vróolijk in het vele goud der uniformen van de officieren. Om 9 uur vond een bijeenkomst plaats op het Commandementsgebouw aan de Buiten haven, waarbij de commandanten van tal van marineschepen en instellingen gelegenheid hadden den Commandant der Marine hun ge- lukwenschen aan te bieden. Maar behalve het fleurige aspect, dat altjjd de parade-uniformen van de officieren geven, was daar meer dat op het bjjzondere van dezen dag wees. Daar waren de ontelbare vlaggen, die nog steeds van de gebouwen en woningen wapper den en daar was Janmaat, die dezen dag even eens in zijn „Oranje-best" voor den dag kwam. Groote parade op de schepen. Te 10 uur hedenmorgen vond op de schepen een groote parade plaats, waarna de dagorder van den minister van defensie werd voorge lezen. Om 10 uur had plaats een parade op de schepen, waarbij door de commandanten de dagorder van den minister van defensie, waar in de heugelijke tijding medegedeeld wordt, voorgelezen Werd. Deze plechtigheid vond plaats aan boord der groote schepen. Het behoeft geen verwondering te wekken dat tal van belangstellenden uit de burgerij vroeg naar de Buitenhaven getogen waren om getuige te zijn van dit altijd boeiende schouwspel. Vooral voor Hr. Ms. Wachtschip dromden velen samen. Aan boord van dit vaartuig stonden alle hens opgesteld. Aan bakboord de landings divisie en de stafmuziek der Koninklijke Marine Kapel, aan stuurboord de officieren, onderofficieren en equipage. Om 10 uur precies arriveert de commandant van Hr. Ms. Wachtschip, de luitenant ter zee der le kl. J. J. Wichers, die alvorens tot de eigenlijke ceremonie over te gaan de opgestel- den inspecteert. Een paar maten van een marsch klateren op tegen de wanden van het schip, waarop de Oranjezon haar vrooljjk spel speelt. Een korte roffel en dan neemt de commandant het woord, om allereerst voor te lezen de dag order van den minister. Spr. releveert hierna nog eens de gevoelens, welke men den dag ervoor gekoesterd had bij het ontvangen van deze zoo zeer heuge lijke tijding. Hoe men getroffen werd en hoe men zijn vreugde niet beter wist te mani festeeren door gezamenlijk het Wilhelmus aan te heffen. Dat was de eerste opwelling. En thans, een dag later komt de bezinking en het is met groote blijdschap dat spr. hier de gelegenheid aangrijpt eenige woorden te zeggen over. ons Oranjehuis. Vele eeuwen grijpt de heer Wichers terug, en hij vertelt van tijden, toen het volk van Nederland nog geen eenheid was, maar een aantal gewesten, staande onder graven en vorsten. Reeds toen hoorde men van een Graaf van Nassau en een Prins van Oranje. Vele jaren later, toen het Spaansche juk op de natie drukte,, zocht men weer uitkomst en het was een Oranje, die op de bres stond: de groote Willem van Oranje. Hij gaf meer dan men van een mensch had mogen verlan gen: zijn broeders, zijn bezittingen, zijn leven. Hij werd geholpen door zijn vrouw: Juliana van Stolberg, die hem schraagde in deze moei lijke jaren, en die hem de kracht gaf in de groote zaak te volharden. De jaren gaan voorbij en Nederland beleeft zijn Franschen tijd. Wederom ging het volk gebukt en wederom was het Oranje die uit komst bracht. Spr. vertelt van de grootouders van onze Koningin, en van onze Prinses. Hoe op 19 April 1909 de blijde boodschap door het land ging, dat Zij was geboren, een prinsesje. Spr. is er van overtuigd, dat het de wil van Haar Moeder geweest is, dat Haar dochter een onbekommerde jeugd had; dat zjj Haar jonge meisjesleven kon genieten. Hierna speelt de Stafmuziek een Gebed tot heil van de Prinses en doodstil hooren de hier verzamelden de wijdingsvolle klanken aan. Dan besluit de commandant zijn rede met nogmaals van zijn groote vreugde te getuigen over dit feestelijk gebeuren. Weliswaar is er van den Prins nog maar weinig bekend, maar wat men weet vertelt, dat hij werkzaam is, zelfstandig en de zorgen des levens heeft leeren kennen. Door allen wordt vervolgens een tweetal coupletten van het Wilhelmus gezongen waar na een driewerf hoezee aangehéVen wordt, eerst voor de Koningin, dan voor de Prinses en Prins. Dit is het einde van een plechtigheid, die op bijzondere wijze slaagde en waarbij men op de juiste wijze het idee kreeg van de vreugde, welke er bij onze marine voor deze verloving van onze Prinses heerscht. HET PORTRET VAN „PRINS BENNO". Van het portret van Prins „Benno", dat gisteravond in Casino aan de honderden aan wezigen is uitgereikt, hebben wjj nog ettelijke exemplaren op ons kantoor in de Koning straat. Zoolang de voorraad strekt, zullen deze foto's gratis uitgegeven worden aan hen, die er een komen halen. Wat onze Prinses voor Haar latere taak en reeds voor het heden, door natuurlijken aan leg en door zorgvuldige voorbereiding, onder opperste leiding van Haar Moeder, verwierf, is ons allen bekend, schrijft het Hbl. Haar karakter, geleid van de kinderjaren af aan tot in den jonkvrouwelijken leeftijd toe, door handen die de ernst bestuurde, en die dien ernst hulden in liefde en toewijding, waaronder het jonge menschenhart zjjn ontvankelijkheid kon behouden en in vrijheid weer kon geven wat het ontving. En toen de tjjd van het schoolsche onderwjjs kwam, koos diezelfde zorg, achtereenvolgens onderwijzers en onder wijzeressen, leeraren en leeraressen en ten slotte hoogleeraren, die, elkander opvolgend, de Prinses een onderwijs gaven, dat weder eisch van degelijkheid en plicht tot leidend beginsel had. Hoe ging ons volk met belang stelling en liefde van stap tot stap de leer gangen na, die de Prinses te volgen had, hoe leefde het mee in al die verhalen uit den kin derleeftijd, uit welke verhalen het zich alvast het toekomstbeeld van de volwassen Prinses droomde. Het doorleefde nog eens wat het doorleefd had, toen de Koningin een kind was. En het kleine bezit van het ééne kind, werd groot, als toen, in het hart van ons volk, dat zich te nauwer om het Vorstenhuis sloot. En de Prinses groëide op als ieder gezond kind. Om het verstandswerk werd de gezondheid niet veronachtzaamd. Er was in de opvoeding plaats voor spel en bezigheid in de open lucht. Arbeid in den tuin en in het duin en 's win ters gaf de vreugde van slede en van schaats het tegenwicht voor het werk der school. De Prinses had den vrijeren levensgang van Haar tijd mede. Wat vijftig jaar geleden nog gold als wijsheid bij de vorming der jeugd, had ruimer, blijder geest plaats gelaten.. Niet en kel band en teugel waren blijven gelden als middelen om het dartele, vrijheidszoekende kind te gewennen aan de orde der samen leving en de opkweeking tot deugden en ken nis te regelen Het keurs werd afgelegd of minder strak geregen. Een frissche wind was gaan waaien door de hoofden, die jonge har ten te leiden hadden. Een Ligthart was op gestaan, en wien zijn begrijpend, gevoelig hart, zjjn kostbare gaven hem te ver voerden op den nieuw ingeslagen weg, waardeeren de den allen de verlossing uit het dwangbuis der oude dagen en het openen van uitzicht op na tuur en leven. En van die nieuwe richting heeft de Prinses het voorrecht genoten. Toen kwam de leeftijd, waarop de roep der hooge- school niet ongehoord, niet onverhoord kon bljjven. Wat de Prinses nog gemist had door het ontbreken eener waarljjk klassikale oplei ding bij het lager onderwijs, ging nu voor het meisje-student als een bloem in heerlijke schoonheid gpen, die een geheel leven door geuren kan. En ook in den studenten-tijd werd hard gewerkt. Hoe Zij dien tijd met Haar vrouwelijke medestudenten heeft beleefd, welke gevoelens van trouwe vriendschap Zij heeft gewekt, die jqnge vrouwen hebben er van getuigd, toen de Prinses de hoogeschool verliet. En die winst voor Haarzelve, buiten het onderwijs, was de ongedwongen omgang met zooveel jonge men« schen, meisjes van Haar jaren, in wier mid-> den het jonge hart de weldaad kon ervaren van den weerklank op eigen gevoel en den ken. En weer later, Haar intrede in den Raad van State, die Haar in aanraking bracht met 'sLands wetgeving en bestuur, en Haar prac- tisch menschlievend werk in het Crisis- Comité, Haar optreden bjj onderscheiden open bare gelegenheden, dit'alles bracht onze Prin ses midden in het leven van ons Volk en werkte verder aan de vorming van hoofd en hart. Donderdag a.s., 10 September Zondag a.s., 13 September Naar Arasterdam met bezoek aan Artis I 1.25 Donderdag bezoek aan de Jaarbeurs I 1.50 DinsdaglSSeptember openingStaten Generaal ad.f 1.75 en druiven eten in het Westland Beleefd aanbevelend, met zijn lange avonden is weer in aantocht Zorgt voor een gezellige huiskamer en neemt een Eenvoudige bediening en goedkoop 40 ct. per week en aansluitkosten 11.of f 5.— Tot 7 uur n.m. geopend In zwart en wijnrood, Capaciteit 175 M3. hoek Ruyghweg. Tel. 649 HEDENMIDDAG Versche gekookte Metworst 35 ct. per pond Fijn gekruide Leverworst 22 ct. per pond Gebraden Rollade 15 ct. per ons per half pond 32 ct. Beleefd aanbevelend, P. VLAS, KONINGDW.STR. 44 46 Tol. 765 40 ct. Lappen 85 ct. Vet 30 ct. Schoonmaken inbegrepen f 1,- Tel. 649 w """üu*"""'' hoo9 bruin. kunn9hno°q>^en- bruin, marine, wiinrood en c n\\e maton thans >75 tot \L'tJ Loten iederen dag van 8'/2—8 uur verkrijgbaar bij Collectrice Wed. Dr. Van Pienbroek— Duparc, Loodsgracht 66. HOUT - TRIPLEX BEITS - ASPHALT CARBOLINEUM enz. koopt men 't voordeeligst bij: Houthandel ,,'T CENTRUM" KEIZERSGRACHT no. 85. Tot 8 uur 's avonds geopend. GARAGE KAPPERSTRAAT 10 eieren voor 15 ct. bij aankoop v. e. Edammer-kaas Kruid-Edammer 20-j- 55 ct. Jonge 40-}- 95 ct. Belegen 98 ct. 103 ct. Oude 115 ct. Leidsché p. pond 35 ct. Jonge 20 ct. Goudsche v.v.„ 32 ct. Belegen 40 ct. Kopboter, extra 78 ct. Kopboter, prima 73 ct. Soepkippen vanaf 65 ct.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 2