Amsterdamsche Brieven.
Marine-brieven uit Indië
■T JUTTERJTE
AMERIKA WERKT AAN EEN „PAN
AMERIKAANSCHEN VOLKENBOND.
Buenos Aires, Aug. 1936.
De Amerikaansche staten zijn, zooals
men weet, sedert lang niet tevreden met
de werkzaamheden van den Geneefschen
Volkenbond. Enkele staten zijn reeds uit
getreden en de Vereenigde Staten hebben
de Geneefsche Institutie altijd genegeerd.
Na de laatste bemoeiingen van Argentinië
ten opzichte van het sanctievraagstuk werd
de buitenwereld bekend gemaakt, dat
j,et Amerikaansche continent onder leiding
van Zuid-Amerikaansche landen voonemens
is, een eigen Volkenbond te scheppen.
De Argentijnsche regeering heeft aan alle
staten van Amerika een uitnoodiging ge
zonden ter vertegenwoordiging op een
pan-Amerikaansche conferentie, welke in
den herfst van dit jaar zal plaats vinden.
De agenda van den nieuwen Volkenbond
zou luiden: opstelling van een „Verdrag
voor den Eeuwigen Vrede" op het Ameri-
kaansch continent; scheidsgerecht bij even-
tueele ongeregeldheden, of schending van
bestaande grensgebieden, en tenslotte als
belangrijkst punt de stichting van een
Pan-Amerikaanschen Hoogenraad.
Men ziet, inderdaad een soort Pan-Ame-
rikaansche Volkenbond. De gezamenlijke
Amerikaansche staten hebben de Argen
tijnsche regeering laten weten, dat zij de
uitnoodiging ter bijwoning van de confe
rentie aannemen. Men verwacht, dat deze
bijeenkomst onmiddellijk na de a.s. presi-
dents-verkiezingen in de Vereenigde Staten
zullen plaats vinden.
Vreugde in de hoofdstad.
Er valt dit keer geen kroniek van de
Amsterdamsche week te schrijven zonder
allereerst enkele woorden te wijden aan dé
Nederlandsche gebeurtenis van deze week,
de verloving van Neerland's Kroonprinses,
die ook in de hoofdstad iedereen bezig
hield, die ook hier iedereen verraste en
verblijdde. Zóó mag het zeker wel gezegd
worden, met dat „iedereen" er in! Want
zelfs de principfeele tegenstanders van het
„koningschap" en zelfs zij die politieke be
denkingen hebben tegen de verbintenis met
een Duitschen prins, geven, op mis
schien een zeer enkele uitzondering na,
toe, dat zij zich verblijden in het feit, dat
twee jonge, sympatieke menschenkinderen
elkaar gevonden hebben en het samen
„eens, zeer eens" geworden zijn!
Zoo is er dan ook in de hoofdstad deze
dagen verbijding zonder wanklank geweest.
Dadelijk, na het eerste officieele bericht,
op Dinsdagochtend, zag men allerwege de
vlaggen hijschen en uitsteken, verschenen
de wimpeltjes aan de trambeugels en aan
de taxis, tooiden een steeds groeiend aan
tal menschen zich met het oranje-strikje.
Zelfs handelend Amsterdam, geen klein
gedeelte van de stad voorzeker!, keek
in deze dagen telkens op van zijn groot
boeken en journalen, waarin het anders
onverdroten verdiept blijft en werd telkens
weer Mercurius voor eenigen tijd ontrouw
teneinde in gedachten te vertoeven bij het
jonge Prinselijk paar in Den Haag. De
„jongens van de Beurs", zooals speciaal de
leden van de Vereeniging voor den Effec
tenhandel zichzelf in gemoedelijke oogen-
blikken gaarne betitelen, vergeten op het
Beurs-uur koersen en voordeelige „gokjes"
en ontstaken voetzoekers, zevenklappers
en ander feestelijk vuurwerk, zongen va-
derlandsche liederen en begaven zich en
cortège, achter een fanfarecorps aan, naar
hun collega's van de goederenbeurs om al
daar nog eens gezamenlijk te juichen en te
zingen ter eere van het groote feit
En zij die op de tallooze kantoren in de
middag-uren van Woensdag „sleutel pas
ten", zooals dat in klassiek handels-Am-
sterdamsch heet, vergaten een tijdlang hun
oppas-plichten om te luisteren naar de
woorden, die kwamen uit de luidsprekers,
die men overal had opgesteld in de werk
lokalen, waar anders frivole dingen als de
radio, tusschen de serieuse schrijf- en an
dere kantoormachines niet aan 't woord
komt. Optochten met muziek en fakkels
naar den Dam in de avond-uren, feest
in het Vondelpark, verlate sluitings-tijd
der café's, rondwaart door de grachten
met versierde en niet muziek bemande
booten, dit alles en nog veel meer,
waarvan U natuurlijk de meer uitgebreide
verslagen al onder oogen kreeg, het
waren alle spontane uitingen van de blijde
stemming onder Amsterdam's bevolking..
Rood en Oranje.
Zoo vierde ook in de hoofdstad „Oranje"
van Dinsdag af deze week ongetwijfeld
hoogtij. „Rood" had het den daaraan voor-
afgaanden Zondag gedaan met zijn groote
HET PARXJSCHE „LOUVRE" WORDT
UITGEBREID.
Parijs, Aug. 1936:
Het reusachtige „Louvre", een der groot
ste bezienswaardigheden van de Fransche
hoofdstad, dient niet alleen tot museum
doeleinden. Sedert tientallen van jaren
heeft het Ministerie van Financiën een
groot deel van dit gebouw in beslag ge
nomen, zooals b.v. het geheele Flora
paviljoen. Doch sedert eveneens tientallen
van jaren voert de directie van het museum
met het Ministerie een stillen strijd, want
de museum kan feitelijk dit geheele pavil
joen veel te goed zelf gebruiken. In de
kelders van het museum staan b.v. nog
een massa kostbare beelden en sculpturen,
die op een plaats in het „Louvre" wachten
en al dien tijd, dat het Ministerie het pavil
joen in beslag neemt, moeten de kostbare
stukken er blijven staan. Tot nu toe heeft
het Ministerie alle verzoeken van de direc
tie genegeerd en het moest slechts bij den
wensch van de directie blijven, om het
„Louvre" te maken tot het grootste mu
seum ter wereld.
Thans evenwel schijnt het Ministerie
gedwongen te zijn, het paviljoen te ont
ruimen. In ieder geval heeft de regeering
een bijzonderen commissaris benoemd, die
er voor heeft te zorgen, dat op z'n laatst
op 1 Januari 1937 alle meubels en archie
ven, behoorend tot het Ministerie, uit het
paviljoen en den linker-zijvleugel van het
paleis zijn weggehaald. De directie van het
„Louvre" is voornemens het vrijgekomen
paviljoen, dat een groote oppervlakte be
slaat, in te richten voor de waardevolle
verzameling van Edmond Rothschild.
„Plan-demonstratie", waarvan het middel
punt gevormd werd door de bijeenkomst op
het IJsclubterrein, waar duizenden keken
en luisterden naar een „Plan"-spel en de
uiteenzetting aanhoorden, die daar nog
eens gegeven werd van de wijze waarop de
leiders der S.D.A.P. meenen ons geheele
economische bestel op beter-hooger peil te
kunnen brengen.
Men behoeft tegenwoordig niet meer te
spreken van scherpe, rauwe tegenstellingen
tusschen rood en oranje en zoo valt er dit-
keer dan ook zeker niet te gewagen van
een onoverbrugbare kloof, die zich, fi
guurlijk gesproken, zou hebben voorge
daan tusschen dien „rooden" Zondag en de
vlak daarop volgende „Oranje-dagen". Nie
mand die de stemming werkelijk gepeild
heeft, zal kunnen getuigen, dat hij zulk een
kloof of hiaat in deze week duidelijk ge
voeld heeft!
Tooneel op afbetaling.
Men heeft in verschillende beschouwin
gen dezer dagen kunnen lezen, dat de toe
komstige Prins-gemaal een groote cultu-
reele belangstelling heeft en in 't bijzonder
ook het tooneel zeer goed gezind is en de
hoop werd aanstonds in velen levend, dat
deze, door Prinses Juliana gedeelde belang
stelling, ons „plankenland" weldra zeer ten
goede zal komen. Ons tooneel heeft zeer
zeker wel behoefte aan een „riem onder
het hart" en zulk een, van de zijde van
het Koninklijk Huis gestoken riem kan het
maar al te goed gebruiken
In afwachting, zou men kunnen zeggen,
daarvan, heeft de Gemeente Amsterdam op
hare wijze al vast iets willen doen om dat
tooneel wat uit den put te halen, den
put, waarin het de laatste jaren al meer
en meer dreigt te verzinken. De Gemeente
heeft namelijk, gedachtig aan het populaire
prijs-peil der bioscopen en tevens aan
de populariteit, die het .afbetalings
systeem" den laatsten tijd onder het pu
bliek heeft (ziet men, om een voorbeeld te
noemen, afbetalingszaken als Winter,
met z'n „slogan": „Spreekt met Winter en
't komt in ordeniet voortdurend
groeien en steeds grootere panden betrek
ken?) is er toe overgegaan een aantal ge
zelschappen voor het komende seizoen zoo
genaamd „uit te koopen" en stelt nu zélf
aantrekkelijke „schouwburg-abonnementen
op afbetaling" beschikbaar. Voor gemid
deld één gulden, alles en alles inbegrepen,
zal men dezen winter vier tooneelvoorstel-
lingen, één opera- en één operette-vertoo
ning in den Stadsschouwburg kunnen bij
wonen. „Zes goede en verantwoorde voor
stellingen van zes van de beste gezelschap
pen in den besten schouwburg van het
land, voor een prijs waar zelfs de bioscoop
moeilijk mee zal kunnen concurreeren!",
naar het in een van de kwistig verspreide,
zelfs in vele wijken huis aan huis be
zorgde, prospecti heet. Desgewenscht
kan men via de gemeente-giro zijn abonne
mentsgeld „automatisch", in termijnen
gireeren, zooals dat ook voor gas en elec-
triciteit gebruikelijk isHet dient ge
zegd: de gemeente heeft de zaak, op
initiatief en onder leiding van wethouder
Beokman, op modern-zakelijke-efficiente
wijze aangepakt en al zal niemand zoo op
timistisch zijn, te gelooven, dat na dit
„spreken met Boekman" van de diverse
tooneeldirecties, de geheele tooneel-situatie
volmaakt „in orde zal komen", van een
loffelijke poging tot hulp mag hier zeker
gesproken worden, al zijn er dan onder
de principieele bestrijders van „gemeente
lijke bemoeiing" reeds stemmen opgegaan,
die deze poging critiseeren.
Werkverschaffing aan intellec-
tueelen.
In zekeren zin zou men deze nieuwe, ge
meentelijke schouwburg-abonnementen ook
kunnen noemen een middel tot „werkver
schaffing" aan intellectueelen. Tooneel-
kunstenaars immers kan men ook wel on
der de rubriek „intellectueelen" rangschik
ken. Intellectueelen in engeren zin, daar
mede bedoelt men dan gewoonlijk evenwel
zij, die een academischen graad bezitten
en/of werkzaam zijn in de zoogenaamde
„vrije beroepen". Ook voor deze laatste ca
tegorie intellectueelen heeft de gemeente
reeds een tijdlang iets „zoeken te doen".
Destijds werd reeds een crediet van bijna
twee ton voor dit doek gevoteerd. In
Januari en Maart van dit jaar hebben, -
naar in het „plan van werkverruiming" te
lezen stond, B. en W. zich opnieuw met
voorstellen voor werkverschaffing van de
zen aard tot de Regeering gewend. In deze
voorstellen waren in hoofdzaak opgenomen
werkzaamheden van wetenschappelijken
aard voor de verschillende faculteiten der
Universiteit en eenige werkzaamheden van
statistischen aard, terwijl voorts werd
voorgesteld de mogelijkheid te openen voor
tewerkstelling van werkkrachten bij het
lager en middelbaar onderwijs als hulp
krachten (assistent). Dezer dagen is men
men de uitvoering van een deel van deze
werkzaamheden begonnen. Een klein begin,
maar een goed begin. Het valt te hopen,
dat de gemeente, met behulp van het Rijk
Amice.
v' '■•r.r"':'""1 P
Als het mogelijk ware op mijn machine
een Oranje lint te zetten, zou ik dat zeker
doen om uitdrukking te geven aan onze
gevoelens in deze door ons zoo gewensehte
dagen. Kerel wat zijn we nier in Holland
gelukkig met de verloving van onze prin
ses. Wat hebben we daar naar verlangd
en wat zjjn we blij. Dat zul je trouwens in
Indië al lang door de radio gehoord heb
ben. Wij hier hebben den geheelen dag de
radio aanstaan en zitten dan weer in Am
sterdam op den Dam naar de geestige be
toogingen te luisteren, en een oogenblik
later op de Jaarbeurs in Utrecht üf op het
Plein in Den Haag. Weet je nog mijn
waarde hoe we ons, nu 15 jaar geleden,
voelden, als we een dag kolenladen had
den gehad. Nu zoo'n zelfde gevoel had ik
gisterenavond toen ik 's middags van twee
tot half zeven met mijn 6-jarigen zoon cp
mijn nek heb staan kijken voor het Paleis
aan het Noordeinde. En er waren men
schen, ouder dan ik, die er nog veel langer
gestaan hadden en die den tijd doodden
met het zingen van Vaderlandsche liede
ren. Nu ons wachten is beloond hoor. Te
gen 5 uur kwam er bericht, dat het jonge
paar met hunne Mama's aangereden kwa
men. Het gejuich was niet van de lucht.
Allemachtig wat een enthousiasme. In
Indië maak je dergelijke betoogingen niet
mee, maar het moet de betooging in het
Stadion in '33 geëvenaard hebben. Het zij
me vergund dit op te merken, geachte
lezers, maar ik kan u den indruk, dien de
Prinses en haar a.s. man maakten, niet
beter voorstellen aan een „echt gezellig
stel". Wy Hollanders kunnen ons dan best
een voorstelling maken hoe Ze er uit za
gen. Zoo leuk sportief, Hij chauffeerende
en Juliana naast hem. Zoo echt gewoon en
dat spreekt nu eenmaal tot ons Holland-
sche harten. Toen de auto's voorbij- waren,
had de politie verder niets meer in te bren
gen. Een gejuich en een gedans en gezahg
daar op het Noordeinde. Prachtig om aan
te zien en ik prees mezelf gelukkig op een
dermate tijdstip thuisgevaren te zijn dat
ik dit alles mee kon maken. Het spijt me
alleen dat ik niet den indruk kan weer
geven hoe het bericht der verloving in Den
Helder werd opgevat, maar als je zooals
wij allen een trouw „Jutter" lezer bent
dan kun je het toch best voorstellen. Ik
zelf zat op dat moment in Den Haag en
stond juist met eenige marineofficieren te
praten. Ook ons enthousiasme kende geen
grenzen. Nu, en jijzelf die lang in Den
Haag gewoond hebt, omdat je Pa daar op
het Departement zat, weethoe of Den
Haag op dergelijke gebeurtenissen in het
Huis van Oranje reageert.
Geen kwartier nadat het bericht was
spoedig zal voortgaan... met nog wat
sneller vaart dan tot nu toe het geval
was
„Rubber"-première.
Om dit keer in de „nationale sfeer", deze
week gelijk gezegd, ook in de hoofdstad
„troef", te blijven, zij tenslotte nog gewag
gemaakt van óók een „blijde nationale ge
beurtenis", die dezer dagen in de Amster
damsche bioscoop-wereld plaats had. Wij
hebben hier de première op 't oog van de
film „Rubber", een rolprent door Felix
Rutten en Johan de Meester, naar het ge
lijknamige boek van mevrouw Szekely—
Lulofs, vervaardigd en ten deele in het
Rubber-land, Deli zelf opgenomen.
In diverse opzichten valt het goede van
stapel loopen van deze film met vreugde
te begroeten. Wie, als wij zelf, in de
gelegenheid is geweest ook maar iets van
nabij te zien van de vele strubbelingen en
tegenslagen, ftnancieele, technische-
zoowel als politieke! die „achter de
schermen" bij de voorbereiding en het in
exploitatie brengen moesten overwonnen
worden, kan niet anders dan dankbaar zijn,
dat deze „Rubber-film", de eerste Ne
derlandsche film, die waarlijk op het peil
der moderne buitenlandsche film-productie
Staat, tenslotte dan toch nog op zulk
een goede, zij het dan ook „gecoupeer
de", wijze op het witte doek" in zee kon
gaan". Dat de film, naast het goed-
gecomponeerde en goed uitgebeelde „ver
haal", ook een uitstekend, levensbeeld
geeft van een belangrijk deel van „grooter
Nederland" in den Oost, is op zichzelf al
een voortreffelijk iets. Gelukkig is men
hier te lande niet meer zoo onkundig van
en weinig geïnteresseerd in het leven en
werken in Indië als b.v. nog een twintig,
vijf-en-twintig jaar geleden. Indië en Ne
derland zijn langzamerhand dichter bij el
kaar gekomen. Deze Rubber-film komt op
gelukkige wijze het toehalen van den band,
-zoo belangrijk, ja noodzakelijk voor
ons geheele volksbestaan, versnellen!
omgeroepen vlaggen, vlaggen en nog eens
plaggen.Drommen menschen samenhok
ken daar onder het standbeeld van Willem
de Zwijger voor het Paleis. Samenscholin
gen op straat in den gunstigsten zin dan
bedoeld hoor waar maar één onderwerp
van gesprek was „de verloving". Verkoo-
pers van „Oranje-Nationaal", vlaggen-ver-
koopers en al gauw kwamen de portretten
van Prins Benno los. Toen ik gisterenmid
dag voor het Paleis stond, zag ik heel wat
Marine-officieren in de rij staan voor het
teekenen van de registeren voor felicitatie.
Admiraal Osten, admiraal Van Duim, zag
ik o.a..
Nauwelijks was ook de verloving bekend
of het Oranjezonnetje brak weer door en
na eenige dagen zware stórm begon het
meteen af te buien. Sjonge, kerel, er stond
weer een heele hap water daar aan onze
kust hoor. Het was de eerste najaarsstorm,
maar' die was dan ook meteen goed. In Den
Helder hebben ze er ook van gelust. Lui
tenant etr zee Molenaar, die op het oogen
blik, als ik het wel heb, de Mercuur com
mandeert als hoofd-inschieter, heeft zijn
pleizier opgekund Maandagmiddag, toen hij
op de ree was en de bui plotseling kwam
uitschieten.
Bij Callantsoog is een schip de Se-
renes op het strand gekomen. Dat is de
eerste weer dezen winter. De kapitein had
sleepboothulp geweigerd, maar als je daar
eenmaal in de buurt van de Pettener pol
der bent, dan lukt het zoo best niet meer
om er tusschenuit te komen. Wat zal er
weer een hoop langs den dijk bij ons in Den
Helder te vinden geweest zijn. Wat kan
ik die jongens benijden daar kerel, die daar
weer fijn tusschen die bazaltklinkers kun
nen gaan snorren. De mooiste dingen vond
je daar, weet je nog wel, schoolkameraad?
Toch hoorde ik, dat jullie daar in Priok
'ook weer een „Sumatraantje" gehad hebt,
waar natuurlijk weer eenige trossen ge
sprongen zijn. Daar is geen houden aan.
Kort voor het vertrek van Admiraal van
Duim, toen we daar met de vloot lagen,
hadden we hetzelfde. Trouwens de passar
Gambir heeft er blijkbaar ook van geleden.
Maar je koelt er in de Oost tenminste van
af. Dat dacht ik trouwens gisteren nog,
toen-ik daar zoonlief op de schouders had.
Zooiets zou je in Indië niet lang volhouden,
alhoewel, daar heb je altijd je djongos of je
baboe, waar je kind zoo bezijen aan tegen
aan kruipt.
Verder geen nieuws hier, maar ik bert
ook nog met verlof, zoodat ik nog niet
heelemaal in de Marine ingevoerd ben.
Saluutjes.
HENK,