Een nachtelijk
avontuur.
12 SEPTEMBER
Hoe Loekie spoedig
beter werd.
Beste jongens en meisjes
Jullie en ik, we zijn er nog niet op inge
steld, op het raadsel-oplossen, of liever op
de winter, want er waren van de week
maar heel weinig oplossingen, het zag er
magertjes uit op m'n bureau, net zo
mager als de zomer was. Maar ja, ver
draaid, je moet ook weer even wennen aan
het feit dat de zomer heeft afgedaan en
dat iedere warme koestering eigenlijk niet
meer dan toegift is.
Wat een feestweek hebben we gehad,
hé? Ik bedoel natuurlijk het feest van de
verloving van de Prinses. Vooral de meis
jes, de kleine meisjes en de grote meisjes
en de nog grotere meisjes, hebben de
kranten met het nieuws verslonden en de
plaatjes, figuurlijk, opgegeten. Wat was
dat alles fijn feestelijk in de stad en in
het land en door de radio. Ik geloof dat
iedereen blij was dat er zo'n leuke een
voudige Prins in ons land gekomen is, ten
minste de mensen in Den Haag stonden
uren te wachten en de juichen, en Casino
puilde Dinsdagavond uit van feestvreugde.
En laat ik nu eens vertellen wie het boek
gewonnen heeft, dan is er tenminste één
van m'n vriendinnetjes vandaag nog extra
blij- Het is:
Adriana Grande, van Speyckstraat 50.
Wat was de dubbele feestdag Woensdag
voor jou, Adriana? Was je soms jarig en
vierde je het feest van Juliana's verloving?
Vandaag is het weer feest voor jou, want
niet alleen heb je vanmorgen vrij gekregen
van school, maar je wint nog een boek
ook. Nu, het is je gegund, hoor.
Teetje Broekhulzen. Wat zal je genoten
hebben, Teetje, in de Scheldestad. Ant
werpen is groot en moet mooie parken heb
ben, al heb ik er het mooie niet van ge
zien. Ik heb eens een autotocht door Ant
werpen gemaakt, op weg naar Brussel en
ik heb toen niet veel prettige herinnerin
gen aan Antwerpen behouden. Maar jrj zal
wel de mooie wijken en mooie plantsoenen
van Antwerpen gezien hebben en dus heb
je nog prettige dromen over je vacantie
daar.
Loeki en Leon v. d. Wal, Den Haag.
Eigenlijk moet ik beginnen, Leon, met
jou tweemaal te feliciteren, ten eerste met
je overgang naar de tweede klas en ten
tweede met je verjaardag, die je nu in de
vacantie gevierd hebt. Ik kom nu wel erg
met m'n gelukwens achteraan hinken,
maar dat neemt niet weg, dat je zonder
die goede wensen van mij een fijne ver-
jaardig hebt gehad en dat heel je familie
je verwend heeft en Leon nu mee profi
teert van alle fijns, dat je gehad hebt.
Jammer, dat ik je in Den Helder niet eens
gezien heb, dat was nu juist wel aardig
geweest en volgende keer kom je dus eens
op kantoor aanwippen, hè?
Annie Crum, Anna Paulowna. Ja, ik
heb een fijne, plezierige vacantie gehad,
Annie, zoo een van de hele dag buiten
lucht happen en maar steeds genieten. Ik
heb gevaren, gezwommen, gewandeld, ge
fietst, gevliegerd, gekano'd, geluierd en
nog veel meer andere dingen, dik ik in 50
weken van het jaar niet doe. En jij hebt je
gelukkig ook geamuseerd, dank zij je
fiets. Nu Annie, tot volgende week.
Jongens en meisjes, van de week geef
ik jullie weer twee gemakkelijke raadsels,
dus volgende week zie ik meer oplossingen
'tegemoet.
Kindervriend.
De prijs.
De onderwijzer had de kinderen verteld
van het leven van een zalm, hoe deze ge
vangen werd en in blikjes ingemaakt. Als
huiswerk kregen zij nu een zalm te teke
nen op hun lei.
De volgende morgen werd de lei van
ieder kind nagekeken. Een van hen had
evenwel niets op zijn lei staan en de on
derwijzer vroeg naar de reden daarvan.
*Ja, meneer," zei de jongen, „ik had een
pracht van een zalm getekend en toen ik
vanmorgen mg lei opnam om naar de
school te gaan, had mijn poes de hele zalm
er af gelikt.
Hoe Ola aan een groot gevaar
ontsnapte. Een plotseling opkomende
storm. Eindelijk weer veilig bij haar
ouders.
Door Violette Carr.
Ola was negen jaar oud en het enige
kind van een veel te lieve moeder. Enige
maanden voor de grote vacantie was zij
lid geworden van een meisjesclubje, waar
het erg aardig toeging, maar Ola, die
gewend was overal haar zin door te drijven,
moest hier bemerken, dat er ook andere
mensen waren, die geen rekening met haar
wensen hielden. En zo was zij, ook al door
dat zij een paar weken ziek was, weer uit
de club gegaan, want toen zij een paar
malen driftig in huilen was uitgebroken,
omdat de meisjes haar zin niet deden,
hadden zij haar uitgelachen en dat was
meer dan Ola verdragen kon. Zij vond al
de meisjes nare spoken, waarmee zij niets
meer te doen wilde hebben.
Toen de grote vacantie aanbrak, zou het
clubje nu en dan gezellig een dag buiten
gaan doorbrengen, maar Ola wilde niet
mee, zij ging liever met haar ouders mee
op reis in de motorboot van haar vader.
Zij was blij, dat zij aan boord haar eigen
baas zou zijn, vrij van school en huiswerk,
daarom nam zij haar lievelingspop en een
hele massa sprookjesboeken mee, die zij
graag las en deed dat alles in een van de
kastjes van de kleine kajuit, die zij op het
achterdek alleen bewoonde.
De tocht begon met prachtig weer. Ola
kreeg in alles haar zin, zg kon slapen,
spelen, doen wat haar beliefde. Maar er
waren nog geen drie dagen verstreken,
toen haar iets begon te ontbreken, hoewel
zij niet wist wat het was. Zij begon 's mor
gens al met een kwaad gezicht op te staan
en geen van de ontspanningen, waarop zg
zich zo had verheugd, deen haar oprecht
genoegen. Zij lag in een lange stoel op het
dek in de schaduw en hoewel zij een
sprookjesboek op haar schoot hield, las zg
er niet in. Soms speelde zg aan het strand
en bouwde een burcht, om midden onder
het werk op te houden en doelloos naar de
horizon te staren. De pop lag haar steeds
in de weg en van uitslapen, waarop zij
zich zo had verheugd, had zij al heel gauw
genoeg. De ouders wisten geen raad met
haar en haar moeder was bang, dat zij
haar ziekte nog niet helemaal te boven
was.
Zo verliep er een week en Ola werd
zienderogen ongelukkiger. Toen gebeurde
er iets bijzonders. Het was na het avond
eten, en Oio was gaan slapen. De motor
boot lag voor anker, ongeveer twintig m.
van de kant verwijderd. Haar ouders zaten
voor op het dek en hadden de radio aan
gezet. Toen het donker werd, kwam moe
der nog even naar Ola om te zien of haar
kind al sliep en toen zij Ola met gesloten
ogen zag liggen, liep zij zachtjes naar het
dek terug.
Ola kon echter de slaap niet vatten. En,
terwijl zij daar lag en naar de zachte
muziek luisterde en naar de maan keek, die
een punt van zijn sikkel juist door het raam
liet schijnen, kwam zij op een inval.
Hoe zou het zijn, als zij voorzichtig op
stond, zachtjes in de roeiboot ging zitten
en een nachtelijk roeitochtje ondernam
Wat een goede inval! Voorzichtig stond
Ola op, kleedde zich aan en zachtjes, zon
der dat haar ouders het bemerkten, liet
zij zich in de roeiboot zakken, trok de
roeispanen voorzichtig naar zich toe en
nadat zij het touw, waaraan de boot vast
zat, had losgeknoopt, roeide zij zachtjes
naar het midden van de rivier en liet zich
stroomafwaarts drijven.
Dat was het eerste prettige sinds vele
dagen. Een echt avontuur! Ademloos keek
Ola naar de zachte schaduwen van de bos
sen die zich langs de oevers aftekenden
en naar het bredere water, waar zij heen
dreef, het leek wel een meer, waarin de
maan spiegelde. Zij keek helemaal niet
meer naar de loodzwarte wolken, die aan
de horizon kwamen aandrijven. Daar deelde
de rivier zich in tweeën en Ola roeide langs
een klein eiland, dat er midden in gelegen
was. Van de motorboot van haar ouders was
al lang niets meer te zien.
Nu was zij op het meer aangeland, een
stille, lege vlakte, waar zo nu en dan een
vis lucht hapte en door een luchtbelletje
zijn aanwezigheid verried. Het weer was
warm en beklemmend.
Opeens kwam er een windstoot over het
meer. De boot deinde een beetje, maar het
was al te laat om terug te gaan. Ola hoor
de hoe de toppen van de bomen begonnen
te ruisen en hoewel zij haar best deed,
op de rivier terug te roeien, was intussen
de storm reeds opgestoken en zij kon nau
welijks de boot in bedwang houden.
Het gerommel van de donder werd nu
ook hoorbaar en toen het onweer over het
meer trok, volgde een wolkbreuk, zodat
Ola binnen enkele ogenblikken drijfnat
was. Zij had het opgegeven tegen deze over
macht te vechten. Met het hoofd in de han
den geleund, om de bliksemflitsen niet te
zien, was zij op de bodem in de roeiboot
gaan zitten.
Hoe lang dit duurde wist zg niet, maar
plotseling hoorde zg een hevige schok, zg
verloor haar evenwicht en kwam met een
flinke vaart met haar linkerschouder tegen
het zitbankje terecht. De boot lag scheef,
een golf sloeg er overheen en Ola waande
zich reeds verloren en keek wanhopig om
zich heen. Juist bij een nieuwe bliksemflits
zag zij, dat haar bootj op de oever was
gelopen. Zij sprong in het water, trok de
boot op het zand en stond nu nat en klap
pertandend in het stikdonker.
Terwgl zij daar zo verlaten stond, zag
zij plotseling in de verte een licht schgnen
en Ola rende er heen. Het was een houten
huis en zonder te bedenken, wie er wel zou
den wonen, klopte zij op de straatdeur.
Deze werd spoedig geopend, maar stel je
de verbazing van Ola voor, toen zij tegen
over een van de meisjes van haar gewezen
club kwam te staan.
Ook deze staarde Ola sprakeloos aan,
doch kreeg eindelijk haar spraak terug en
vroeg: „Maar Ola, wat doe jg hier en zo
midden in de nacht?"
Zij vertelde nu haar hele avontuur. Bin
nen in de kamer kreeg zjj eerst een stel
droge kleren, toen moest zg opnieuw ver
tellen wat er gebeurd was.
„En hoe komen jullie hiér?" vroeg zij ten
slotte.
De meisjes vertelden haar nu, dat zij met
de ouders van een der meisjes voor twee
dagen naar buiten waren en hier in het
aardige houten huis de nacht doorbrachten.
Ola, die al die vrolijke meisjes bg elkaar
zag, wilde nu wat graag weer bg hen blij-
ven, maar de vader van een der meisjes, die
er bij was, zei: „Neen, Ola, dat gaat niet.
Ik zal je met je boot even terug brengen,
want je ouders zijn natuurlijk dodelijk on
gerust."
Zoo gezegd, zoo gedaan. Hij roeide de
boot terug en toen zg bg de motorboot kwa
men, bleek dat haar ouders haar nog niet
hadden gemist. Gelukkig maar, want an
ders zouden zij erg ongerust geweest zijn.
Zg hadden niet anders gedacht, dan dat
Ola rustig snep.
Zij keek heel berouwvol, toen zjj een
flink standje van haar vader kreeg voor
baar heimelgk wegroeien, maar aan 't slot
vroeg zij met een bedeesd stemmetje, dat
haar ouders helemaal niet van haar ken
den, of ze weer met mijnheer mee mocht
en bij de meisjes blijven en daar haar va
cantie verder doorbrengen.
Na wat heen en weer gepraat werd het
goed gevonden. Toen zij vertrokken was,
haalden haar ouders verlicht adem, want
zij wisten nu, waaraan het hun kind ge
mankeerd had, zij wilde graag vriendin
netjes om zich heen hebben. En de les was
voor Ola zelf hard genoeg geweest, zodat
zij zich ook in het vervolg naar de wensen
van anderen tracht te schikken.
Door Carly Vos.
Door Puk's trouw. Arme
Loekie! Puk waakt bjj zjjn
vrouwtje.
Loek had van vader een lief hondje ge-
kregen. Zij hield veel van Puk, zoals zij
hem noemde en verzorgde hem goed. Nie
mand anders mocht Puk eten geven en
niemand mocht Puk in het bad stoppen.
Dat deed Loek alijtd zelf en ze vond er
pleizier in toe te zien, hoe Puk, wanneer
hij uit het water kwam, zichzelf stond af
te schudden en de druppels in het rond
spetten.
Puk was nu twee jaar oud en was heel
trouw. Hij liep altijd achter Loek aan en
zo gauw hij zag, dat Loek haar mantel
aandeed, dan ging hij naar de deur en hij
bleef wachten op Loek, in de hoop, dat hij
mee mocht.
Op een middag gebeurde er iets vrese
lijks. Loek kwam uit school en Puk. die
haar altijd tegemoet liep, holde en sprong
kwispelstaartend om haar heen. Totdat,
toen Loek in haar speelsheid met Puk niet
oplette en blindelings de straat overstak.
Een voorbijrijdende fietser smeet het kind
op de grond, waar Loek bleef liggen. Zij
had geen kracht meer om op te staan en
zou dat ook niet kunnen, omdat zij haar
arm had gebroken. De fietser stapte af en
vroeg haar wat haar scheelde, maar toen
hij zag, dat Loek heel bleek was, riep hij
doktershulp. Vijf minuten later kwam er
een auto aangereden, waarin een genees
heer zat. Hij tilde de kleine Loek op en
legde haar in den wagen. Och, wat was
Puk bedroefd. Hij jankte en likte Loek's
hand en toen de dokter het kleine dier
wilde wegjagen, omdat Puk vond dat hg
ook in de auto moest, werd Puk woest en
beet den man in de hand. Puk mocht dus
mee en altijd likte hij weer haar hand en
jankte zacht.
Loek werd naar huis gebracht en 't bleek
dat haar arm binnen twee weken mis
schien eerst zou zijn genezen. O, wat had
Loek een pijn, toen de dokter haar arm
verbond! Tranen stroomden haar over de
wangen en ze beet haar lippen stuk.
„Ziezo, kleine meid", zei de dokter, toen
de behandeling klaar was. „Je hebt je kra
nig gehouden. Is dat kleine hondje van
jou? Wel, wel, hij is niet mis, maar laat
hij je maar gauw beter maken. Morgen
zal ik terugkomen en dan mag je niet
meer huilen, maar hard lachen!"
Loek moest toch even lachen om deO