De bestuursoverdracht in Indië.
r .iUHLIGHT .ZEEP
SUN LICHT ZÊÊ
SUNLIGHT ZEEP, NEERLANDS BESTE ZEEP-KWALITEIT IS THANS BINNEN IEDERS BEREIK
DE PRIJS IS VERLAAGD, HET GÉWICHT VERHOOGD; DE GESCHENKENBONS BLIJVEN GEHANDHAAFD
HELDERSCHE COURANT VAN DONDERDAG 17 SEPTEMBER 1976
O R G;
ZUiVERHEIDSWAA
Uitkomsten van de
veestapeltelling.
Varkensstapel breidt zich weer uit
De herfst noopt tot speciale zorg
voor het jonge schoolkind.
door
S U N L 1 G H T Z E E P I
S U N L1 G H T
derde deel van de dagelijks benoodigde eiwit
toevoer en de rest wordt dan gemakkelijk
aangevuld door de verder in ieder gezin ge
bruikelijke levensmiddelen; brood, aardappe
len, grutterswaren, groente, kaas, misschien
ook eieren, vleesch of visch.
Ik kan mijn praatje niet eindigen, zonder
één van deze levensmiddelen nog wat nader
in verband te hebben gebracht met ons
onderwerp; ik bedoel de kaas, die eigen
lijk in geconcentreerden vorm alle bestand-
deelen van de melk bezit en die daarbij het
voordeel biedt van bijzonder gemakkelijk
meegenomen te kunnen worden, ook door
de kleintjes.
De daaruit voortvloeiende raad zou zijns
geef voor b.v. halverwege den middag
aan de kinderen een hompje kaas mee, ver
pakt in een stukje boterhampapier. Zonder
eenige moeite kan dan deze voedzame, ge
zonde versnapering ten goede komen aan
hen, die anders wellicht „uitgehongerd" na
schooltijd thuis zouden komen, of die door
een gevoel van „flauwheid" den langen rek
van twaalfuurtje naar middagmaal niet on
der de gunstigste omstandigheden op
school zouden doorbrengen.
Dagelijks een L. melk een hompje
kaas van b.v. onsen het aantal bleek
neusjes in September zal aanmerkelijk dalen.
De redevoeringen van den gaanden en komenden landvoogd
in den Volksraad.
Woensdagmorgen heeft de plechtige over
dracht plaats gehad van het bestuur over
Nederlandsch-Indië van jhr. mr. B. C. de Jonge
aan jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starken-
borgh Stachouwer.
Had de overdracht der landvoogdij vroeger
in den Raad van Indië plaats, sedert de in
stelling van den Volksraad is de Indische
Volksvertegenwoordiging daarvoor aangewe
zen. Daarin ligt het symbool van de veran
derde tijden en de veranderde staatsrechter
lijke positie van dit deel van het Rijk.
Al viert men ter eere van den nieuwen be
windsman geen feest als in de dagen der
Compagnie, de ontvangst van den nieuwen
man in Indië, de plechtigheid van de over
dracht zelf hebben toch een luisterrijk en
indrukwekkend karakter behouden en demon-
streeren telkens weer de hooge plaats, die de
vertegenwoordiger van onze Koningin als zoo
danig ginds inneemt.
Hieronder laten wij de redevoeringen vol
gen van den vertrokken en den aangekomen
landvoogd.
De rede van jhr. mr. de Jonge.
Nu wij in buitengewone zitting zijn samen
gekomen, ten einde de bestuursoverdracht te
kunnen' doen plaats hebben, moge allereerst
gewag gemaakt worden van de blijde om
standigheid, waardoor deze plechtigheid tot
jji lengte van tijd gekenmerkt zal blijven.
No)* klinken de juichtonen na, welke zijn
aange'lieVén bij de ontvangst van het heuge
lijke 'beritht omtrent de verloving van H.K.H.
Prinses 'Juliana, en, vereenigd als wij hier
zijn, ztsCl' Vel ieder die diepe beteekenis dezer
febeurtenis beseffen en dankbaar zijn Voor
'3chöon'e toekomst, welke zij voor ons Vor-
'jsferiHulS en het Rijk opent.
Tóch mogen wij onze gedachten thans niet
'van het verleden afwenden en er zoude ook
•vóór mij alle aanleiding zijn om te pogen het
'resiiltaat van de achter ons liggende bestuurs
periode vast te stellen, ware het niet, dat in
'de' pas afgesloten gewone zitting van dezen
Raad de positie van Ned.-Indië op zoo gron
dige wijze is behandeld en in beschouwing ge
nomen, dat in de gevoerde discussies wel een
'zeer nauwkeurig en volledig beeld kan wor-
ilèn gevonden van wat in deze maatschappij
'is omgegaan en welke wenschen zij thans
koestert.
'Men heeft zich bij die besprekingen niet be
paald tot wat in het afgeloopen paar was ge
schied, maar men heeft een geheele periode
overzien, welke, gerekend van den val van
het pond, de jaren van de ergste depressie
omvat en tevens samenvalt met mijn be
stuursperiode. Men heeft als het ware de re
kening opgemaakt, waarbij debet- en credit-
kosten'in bonte mengeling naar voren zijn
gebracht, en eindelijk een voorloopige balans
vastgesteld, met welker uitkomst men ten
slotte maar matig tevreden bleek.
Niemand zal ontkennen, dat zware offers
moesten worden gebrachtt, dat veel teleur
stellingen moesten worden aanvaard en schrij
nend leed geleden. Ik ben mij daarvan steeds
bewust geweest, want ik ben er in deze jaren
niet in geslaagd van mijn hart een woestijn
te maken. Daarom heb ik aanspraak op een
redelijke beoordeeling, welke niet van de re
geering hier te lande eischt was geen regee
ring, waar ook, heeft kunnen geven.
Op welhaast elk terrein van overheidszorg
is het mogelijk gebleken onze taak met veel
geringere middelen en met een op veel sober
der leest geschoeid apparaat goed te blijven
vervullen, waarin een waarborg ligt, dat wij
daartoe ook in de toekomst in staaf zullen
zijn.
De voorloopige balans, waarover ik zooeven
sprak, moge dan onze armoede aantoonen en
deswege niet tot voldoening stemmen, zij
geeft toch ook het bewijs van innerlijke ge
zondheid en van onzen oprechten wil om, ge
trouw aan de Nederlandsche wapenspreuk, te
handhaven.
Of mijn pogingen geslaagd mogen heeten,
staat niet aan mij ter beoordeeling. Ik kan
alleen verklaren, dat ik van hier ga met
groote dankbaarheid in het hart voor het feit,
dat ik vijf jaren lang werk heb mogen doen,
dat zoo veel omvattend, zoo veelzijdig en zoo
belangwekkend was, dat persoonlijke offers
volkomen gecompenceerd werden en persoon
lek ongemak niet telde. Dankbaar ben ik
voorts voor den steun, dien ik ondervonden
heb, ook waar deze zich hulde in den vorm
van critiek.
Van groot belang bij de samenwerking van
Volksraad en regeering is het stipt in acht
nemen van de staatsrechterlijke verhoudin
gen. Deze bieden gelegenheid voor een alles
zins bevredigenden gang van zaken en ver
schaffen aan den Volksraad meer invloed,
dan waarvan het college zichzelf soms be
wust schijnt.
Met groote erkentelijkheid moge ik voorts
gewag maken van de groote hulp en mede
werking, welke in steeds van den Raad van
Nederlandsch-Indië heb mogen ondervinden;
zijn heldere scherpe adviezen omtrent de
meest verschillende en ingewikkelde onder
werpen zullen voor mij een aangename herin
nering blijven als de hartelijke verstandhou
ding, die steeds heeft bestaan.
Eindelijk betuig ik mijn hartgrondige dank
aan dat groote deel van onze samenleving,
hetwelk inzag en begreep, dat het in de af
geloopen jaren om zeer ernstige dingen ging
en daarnaar handelde door eigen wenschen
en verlangens hoe gerechtvaardigd veelal
ook niet op den voorgrond te stellen,
maar het algemeen belang in het oog te
houden, door zich achter de regeering te
scharen, haar te steunen met belangeloozen
arbeid, telkens wanneer een beroep daartoe
werd gedaan, door haar gezag te schragen
en soms haar van hartelijke sympathie te
doen blijken.
Uit de wederom geheim gehouden resultaten
der in de tweede helft van Mei gehouden
jaarlijksche inventarisatie van den veestapel,
uitgaande van de crisis-organen, blijkt, dat
het totale aantal runderen bedroeg 2.57 mil-
lioen stuks, tegen 2.64 vorig jaar en 2.37 in
1930.
Het aantal melk- en kalfkoeien bedroeg
1.455.000 stuks, tegen 1.435.000 vorig jaar en
1.299.000 in 1930. De toeneming, vergeleken
bij vorig jaar wordt veroorzaakt door het feit,
dat het aantal eerste- en tweedekalfskoeien
daalde met resp. 10.000 en 4000 stuks, doch
dat van derdekalfs en oudere steeg met resp.
10.000 en 23.000 stuks, waardoor het rubriek-
cijfer dus steeg met 20.000 stuks.
Het aantal stuks vrouwelijk jongvee beneden
één jaar bedroeg 389.000, tegen 399.000 vorig
jaar en 502.000 in 1930.
Het aantal stuks drachtig en gust jongvee
van één jaar en ouder bedroeg 482.000, tegen
533.000 vorig jaar en 419.000 in 1930.
Varkens.
Het aantal varkens bedroeg 1.679.000 tegen
1.524.000 vorig jaar; dat van biggen beneden
zes weken steeg van 319.000 tot 401.000; dat
van varkens van 6 tot 60 kilo daalde van
658.000 tot 649.000; de klasse 60—100 kilo
steeg van 199.000 tot 240.000; de varkens
zwaarder dan 100 kilo stegen van 190.000 tot
210.000; de fokzeugen kwamen van 152.000
op 174.000.
Blijkens een nadere telling in de derde week
van Augustus was de varkensstapel toen
1.791.000 stuks sterk', tegen 1.629.000 in de
zelfde week van het vorige jaar.
te vernemen met betrekking tot de concrete
vraagstukken, welke in de aandacht van de
landsregeering staan, zullen teleurgesteld
worden. Voor de eerste maal zet ik voet aan
wal in deze gewesten; rechtstreeksche be
moeiing met de zaken van Ned.-Indië had ik
tevoren nooit, ik sta vreemd tot de taak, die
mij is gesteld. Het zou lichtvaardig zijn, een
uitspraak te doen, waar onvoldoende kennis
der verhoudingen aanwezig is.
Zoolang de crisis op de zwaar beproefde
welvaart drukken blijft, zal de onafwijsbare
eisch van handhaving en bevestiging van
het ten koste van bewonderenswaardige in
spanning verkregen financieele evenwicht he
laas tot een spaarzaam gebruik der lands-
middelen dwingen. Intusschen zal al datgene,
wat geldelijk verantwoord tot verhef
fing avn het geestelijk en stoffelijk welzijn
doeltreffend blijken moge, van mijn warme,
daadwerkelijke belangstelling verzekerd zijn.
Waar de oeconomische achteruitgang tot
nood verergert en voor de bevolking het on
misbare paatselijk komt te ontbreken, is
vanzelfsprekend ook de overheid geroepen
om behoedzaam haar hand naar de bedreig
den uit te strekken.
De vrijheid van meeningsuiting waardeer
ik als een kostbaar goed. Toch erken ik, dat
de behartiging der belangen van land en volk
onontkoombaar voert tot den plicht, te onder
scheiden tusschen woorden en gedragingen,
die toelaatbaar of niet toelaatbaar zijn. Ge
lijk mijn voorgangers, zal ook ik met ge
strengheid handelen jegens hen, die door de
aantasting van gezag en orde voor de ge
meenschap schadelijk zijn.
De gewichtige rol, mijnheer de voorzitter,
die in het Ned.-Indische staatsbestel aan
uwen Raad is toebedeeld, vordert een gesta
dige gedachtenwisseling tusschen hem en de
landsregeering. Zoo lang mogelijk dienen zij
gelijke paden te betreden en bij een aanvan
kelijk verschil van inzicht den weg naar
overeenstemming zoeken. Tot een ernstig ge
meenschappelijk pogen in dien zin zult gij
mij telkens bereidvaardig vinden.
Met deze woorden en met den wensch, dat
een heilzaam gevolg voor deze gewesten het
loon van mijn arbeid zij, aanvaard ik het ambt
van gouverneur-generaal van Ned.-Indië.
Martine Wittop Koning.
Ieder jaar opnieuw zoo tegen October
gewoonlijk kunnen we de klacht vernemen,
dat de sinds eenige weken naar school gaande
„kleintjes" er minder goed beginnen uit te
zien.
Te verwonderen is dat eigenlijk niet: er
wordt van die kleuters, in verband met hun
krachten heel wat gevergd!
De vele nieuwe indrukken, die het school
leven met zich brengt, de noodzakelijkheid
van zich te schikken in het klasse-verband,
de mindere bewegingsvrijheid, enz. enz.
dat alles werkt samen om het weerstands
vermogen af te brokkelen en van onze blo
zende kleuters binnen enkele weken misschien
bleekneusjes te maken.
Wat als gevolg van dezen achteruitgang in
den gezondheidstoestand er op den duur dan
nog bij zal komen, is een vermindering van
den eetlust een des te ongelukkiger om
standigheid, omdat daardoor een probaat
middel tot versterking van het weerstands
vermogen, flink eten, wordt uitgeshcakeld.
Het zal dus zaak zijn, dat we onze maat
regelen nemen, vóórdat het peil te sterk is
gedaald; zooals altijd geldt ook in dit geval:
„Voorkomen is beter en gemakkelijker
dan genezen".
Een van de maatregelen zal zijn, zooveel
mogelijk te zorgen voor beweging in de
frissche buitenlucht; een andere zal bestaan
uit het verschaffen van voldoende rust door
het stevig vasthouden aan den normalen tijd
van naar bed gaan; en ten slotte is er de
regeling van de voeding, waarover nog wel
een woordje méér te zeggen valt.
Voorop staat dan de raad: „Geef aan het
zesjarige schoolkind de hoeveelheid melk
waarop het recht heeft, d.w.z. laat het dage
lijks '/2 L. melk gebruiken.
Melk voorziet het groeiende lichaam van
alle voedingsstoffen, die voor het bouwen van
nieuwe weefsels noodig zijn en geeft in
den vorm van bepaalde vitaminen de
waarborg voor een krachtig weerstandsver
mogen tegen allerlei invloeden, die het jonge
lichaam bedreigen. Die melk kan gedronken
worden: één beker (van ongeveer 1M dL.)
bij het ontbijt en het twaalfuurtje (of de
avondboterham) en eenzelfde beker 's mor
gens om ongeveer half elf, brengen het rant
soen reeds in orde.
Dat daarbij één verstrekking in den school
tijd zou vallen, is geen bezwaar: het „vrije
kwartier" brengt vast en zeker de gelegen
heid mee tot melkdrinken... om niet eens te
spreken van de tegenwoordig zich meer en
meer uitbreidende gewoonte, waarbij het
„melkdrinken op school" als het ware in het
lesrooster is opgenomen.
Mocht soms door den een of ander het
melkdrinken eerder als een straf dan als een
genoegen worden beschouwd, dan kan ten
eerste de methode van „het rietje" worden
geprobeerd een attractie, waarvoor de
meesten wel blijken te zwichten. Ten tweede
kan de melk door wat cacao en wat suiker
in een slappe chocolademelk worden veran
derd, een drank die èn door kleur èn door
smaak vooroordeel tegen melk doet vervagen
of zelfs verdwijnen.
Ten derde is er nog de mogelijkheid, ;om
een gedeelte van het melkrantsoen onder te
brengen in een pap, hetzij aan het ontbijt,
hetzij als nagerecht bij het middagmaal
(havermouth-, rijst-, gort-, griesmeelpap, ertz.)
Op één van deze wijzen (of door een con-
binatie van verschillende) wordt de grond
slag van een L. melk per dag verkregen en
op die basis valt het gemakkelijk om de
kleintjes verder aan de vereischte hoeveel
heid voedingsstoffen te helpen. Trouwens, ook
aan het oudere schoolgaande kind (tot on
geveer 14-jarigen leeftijd) zal een dergelijke
keus als gezondheidsmaatregel zeker zijn aan
te bevelen: de 20 G. eiwit b.v. is van bijzon-
teerbaren vorm die bovengenoemde hoe
veelheid melk meebrengt, zorgt reeds voor een
der hoogstaande soort en in uiterst licht ver
Mijnheer de voorzitter, ik moge mij thans
met een enkel woord tot mijn ambtsopvolger
wenden.
Excellentie,
Uit hetgeen ik zooeven gezegd heb, zal u
gebleken zijn, dat, hoe zwaar de taak ook
moge zijn, welke u wacht, ik hem, die daar
mede door Hare Majesteit de Koningin wordt
belast, uit de volheid van mijn gemoed met
zijne benoeming kan gelukwenschen. Het is
een voorrecht op een plaats en in een posi
tie te mogen dienen, waar zoo groote belan
gen van Nederland en Indië beide samen
treffen, het is een geluk, in een werkkring
te worden geplaatst, welke den vollen mensch
opeischt en waarin alle gaven van hoofd en
hart dienstbaar gemaakt kunnen worden aan
het heil van het land.
Dat uw taak een zware zal zijn, weet ge,
Al kent ge Indië niet uit ervaring, de groote
internationale problemen welke Indië zoo nauw
raken, zullen reeds lang uwe aandacht ge
had hebben. Wat den binnenlandschen toe
stand betreft, zullen de pas in dit college ge
houden debatten U een ruim inzicht hebben
gegeven omtrent den stand van zaken, zooals
die gezien wordt door de regeering alsmede
door de talrijke sprekers, die men mag wel
aannemen, zeer volledig wenschen en ver
langens hebben geuit en op nooden en mis
standen hebben gewezen.
Persoonlijk moge ik daaraan de bede toe
voegen, dat God U in Uw werk moge leiden
en steunen en dat hij U de wijsheid geve
welke gij zult behoeven.'
Met die bede draag ik thans het bestuur
van Nederlandsch-Indië aan U over.
Rede van jhr. mr. Tjarda yan
Starkenborgh Stachouwer.
Het eerste woord, dat ik van deze plaats
wil spreken, geve uiting aan mijn diepgevoel
de erkentelijkheid jegens Hare Majesteit de
Koningin en Hoogstderzelver raadslieden vbof
het vertrouwen, mij bewezen door de aanwij
zing tot den post, dien ik op het punt sta) te 1
aanvaarden. Als pand van dat vertrouwen pijn
bevoegdheden in mijn hand gelegd, welker
aanwending naar besté wéten, ten dienste vaii
het Koninkrijk, van dit gebiedsdeel in het jbij-
zonder, thans mijn roeping en plicht zal :ijni'
Wie deze roeping recht wil doen en niet in
dien plicht falen wil, zal van zijn geestelijke
spankracht het uiterste moeten eiscljien.
Daarvan was ik mij bewust; toen ik mij be-
reid verklaarde de beklëeding van dit ambt
op m(j te nemen. Voor de vervulling van het
zelve staat zonder voorbehoud ter be
schikking wat mij aan wils- en werkkracht-
mag gegeven zijn. i
De beteekenis van een landvoogdelijke pe
riode streeft in tijdsduur die van de ambts
vervulling zelve ver voorbij. Op het veld yan
werkaamheid, dat gij thans verlaten gaat,
zullen de indrukken zichtbaar blijven van de
stappen, door uw voet gezet. Veel stemmen
zullen nog opgaan om van uw bewind te spre
ken: zij zullen gewagen van wat het gebracht
of niet gebracht, bevorderd of voorkomen
heeft. Bevoegden en onbevoegden zullen óor-
deelen over uw bestuursbeleid, gelijk over
elke openbare zaak geoordeeld wordt.
Zij, die in deze vergadering of daar buiten
mochten denken, thans van mij een standpunt
1—-- - i
>10-