POPULAIR BIJVOEGSEL VAN DE HELDERSCHE COURANT ZATERDAG 26 SEPTEMBER m6 De man, die den wereldoorlog inluidde Het slot in Lippe Detmold. VOOR DE /^LRTURSRECHTEN VOORBEHOUDEN HJ Tragische zelfmoord op de „Brittannia". Eenmaal legeraanvoerder tenslotte variété-artist! door JOHN ABBÉ. Een schot aan boord. Op de zeereis naar New York werden de passagiers der „Brittania" plotseling op geschrikt door een revolverschot De jazz band brak haar spel af; in hét rooksalon keek men elkaar verschrikt aan; de mixer aan den bar liet met een slag zijn zilveren coctailmenger op de toonbank vallen en was de eerste, die sprak; Hij wees met den duim naar de bainegang en fluisterde: „Het geluid kwam van daar." Men morrelde aan de deuren. Uit cabine 23 kwam geen antwoord. De steward liet het slot forceeren. Daar vond men, dwars op het bed liggend, het lijk van een man, Majoor Miloykovitch. Aan den muur van de cabine hing een goedkoope plaat, welke het beeld toonde van een soldaat, die met een bajonet zijn vijand te lijf ging. Een Tsjechisch passagier, die enkele woorden Servisch kende, vertaalde het onderschrift: De man, die het eerste schot in den We reldoorlog afvuurdeMen schouwde in het verwrongen gezicht van den doode, men keek naar het geweer, dat in een hoek stond, dan naar den revolver, waarmede de ongelukkige een einde aan zijn leven had gemaakt. En toen wist men, dat de man, die hier dood op het bed lag, degene was, die het eerste schot in den Wereld oorlog had gevuurd. Zonderling is de geschiedenis van majoor Miloykovitch, welke zoo tragisch eindigde. Drie maanden voor het uitbreken van den Wereldoorlog neemt een jonge, knappe boer afscheid van zijn geboortestadje Kra- gjevac. Het is Mei:, hij zal de anderen niet bij de oogst kunnen helpen. Hij zal er niet bij zijn, wanneer de goudgele schoven in de schuren worden geborgen. Het zwaarste af scheid voor den jongen Michael is dat van de zwartharige Tina. Doch plicht is plicht: hij moet in militairen dienst te Belgrado. Na een jaar zal hij mogen terugkeeren 31 Juli 1914 een fatale datum. Michael komt in dienst bij de infante rie te Belgrado. De lucht is er bezwan gerd van oorlogsgeruchten, doch de jonge Miloykovitch is niet bevreesd. Hij poetst zijn geweer op en wacht afDan, op 29 Juli knallen niet ver van Serajewo de schoten, die den Oostenrijkschen troonop volger en diens gemalin doodden. Nu valt aan een oorlog niet meer te twijfelen! De soldaten zijn vol overmoed. Zij organisee- ren in een dolle bui een wedstrijd in het schieten; de beste scherpschuttermag het eerste schot lossen aan het front. Mi chael Miiloykovitch, die in zijn geboorte plaats Kragujevoc voor de beste schutter doorgaat, wint het van zijn makkers. In den vroegen morgen van den 31en Juli 1914 staan enkele mijlen van Belgrado de eerste vijandelijke fronten opgesteld. Van den kant der Serven klinkt het eerste schot en doodt een Oostenrijksch officier, die juist bezig is zijn mannen voor een storm aanval moed in te spreken. Een salvo volgt op het signaal; de eerste vonken van het oorlogsvuur spatten uit el kaar! Millioenen en nogmaals millioenen detonaties zullen in vele jaren op onze aarde weerklinken; millioenen en nogmaals millioenen dapperen zullen hun leven voor het vaderland geven. Op dezen stralenden Julimorgen van het jaar 1914 beseft nog geen der krijgssol- daten hoevele schoten er op die van Miloykovitch zullen volgen...- Nog schijnt het niet meer te zijn dan een gevecht tusschen twee vijandelijke afdeelin- gen. Michael wordt denzelfden avond door zijn makkers in de cantine gehuldigd; op het rake schot moet gedronken worden... Een oorlogs-correspondent maakt den naam van den Patriot, die het eerste schot loste, in geheel Servië bekend. Een handig uitgever laat postkaarten met de foto van Michael Miloykovitch drukken en deze wor den bij honderden verkocht. De jonge boer uit Kragujevas is, zonder het zelf te weten, plotseling een nationale held geworden, en wordt tenslotte tot majoor benoemd. Hij krijgt een ridderorde en een hooge militaire onderscheiding. Als hij met verlof naar huis terugkeert, wordt hg door de bevolking van zijn geboorteplaats feestelijk ontvangen. Voor de zwartharige Tina heeft hij geen tijd meer; van alle kanten wordt de jonge- man gefêteerd» De Majoor als variété-ster. „Het leven is schoon!" mag Michael Miloykovitch in die dagen dikwijls hebben gedacht, doch op een dag wordt hij met een Servisch regiment naar het westelijk front gezonden In den hel van Verdun be gint Miloykovitch' binnenste te knagen. Wanneer hij als legeraanvoerder in de rustpoozen door de bemodderde en bebloede loopgraven gaat en het kleine troepje mannen, dat hij heeft overgehouden, in specteert, dan hoort hij een stem in zijn binnenste, die verwijtend roept: „Jij bent de schuld van dit alles! Jij loste het eerste schot, Jij gaf het signaal tot den Wereld oorlog!" Deze gedachte laat den man niet meer los. Na den oorlog kan hij niet meer terugkeeren naar het eentonig boeren leven. Hij krijgt een aanzoek van een theater-directeur, die hem veel geld biedt, wanneer hij zich in zijn variété wil laten zien Het aanbod wordt door Miloykovitch aangenomen. Hij bereist de landen der Kleine Entente, die toen nog in een overwinningsroes den majoor met eer- betuigen en gala-diners overladen. Miloy kovitch smijt het geld met volle handen om zich heen. Vrouwen, wijn en muziek moeten de verwijtende stem in zijn binnen ste smoren. Maar de stem schijnt sterker dan de dwaze verstrooiing. Telkens wan neer Miloykovitch op straat een in bruine khaki gekleede Servischen soldaat tegen komt, denkt hij aan het eerste schot... Tenslotte wordt de ongelukkige tijdelijk in een zenuwlijders-gesticht opgenomen. Dat „tijdelijk" duurt jarenlang; eerst in Januari j.1. werd de patiënt als genezen ontslagen. Misschien, denkt men, dat het reizen hem de noodige afleiding zal bren gen. Miloykovitch neemt een opdracht aan van een vroegeren vriend van hem, die Michael naar de Vereenigde Staten stuurt. Wellicht dat zulk een reis hem goed zal doen. Doch weldra zal het einde daar zijn en dat einde zal hij zelf roepen. In een aan val van vertwijfeling loste de man, die met het eerste schot den oorlog inluidde, het laatste schot, dat voor hemzelf was bestemd.» Waar Prins Bernard's voor vaderen rusten. „Lippe-Detmold, een wondermooie stad!" In Duitschland is er geen kind, dat dit oude liedje niet kent en dat den roem van Detmold verkondigt. Een ieder, die in de gelegenheid is de heldere, vriendelijke hoofdstad van het land van Lippe voor het eerst te betreden, zal zich niet kunnen onttrekken aan de intieme bekoring, welke van dit schoone plekje op aarde uit gaat. Het middelpunt en tevens de belang rijkste bezienswaardigheid van de binnen stad is het vorstelijk slot. Graaf Simon V begon omstreeks 1541 met den bouw hier van, terwijl zijn zoon, Bernhard VIII het in 1557 vrijwel voltooide. Van het oude bouw werk, dat hier vroeger stond, werd slechts de ronde toren overgenomen. Het slot was rondom van een aan alle hoeken door rondeelen versterkten wal en diepe, breede grachten voorzien. De koper gravure „Haus und Veste Detmold", om streeks 1647, uit Merians Topografie van Westfalen, toont ons dit slot als een echte vesting, welke in staat was menigen stormloop te trotseeren. Eerst in het jaar 1780 werden de wallen aan alle zijden lager gemaakt en voor den hoofdingang geheel afgegraven, waardoor het tegenwoordige, fleurige slotpark ont stond. Bijzonder aantrekkelijk is de bin nenplaats van het waardig slot. In de versierde galerij hangen ontelbare kostbare schilderstukken. In de vier hoeken ziet men trappentorens. Hoewel het geheel in Renaissancestijl werd gehouden, wijst de groote verscheidenheid der afbeeldingen en versieringen er duidelijk op, dat de ver schillende deelen langzamerhand, en niet volgens een oorspronkelijk vast plan, zijn gebouwd, terwijl zij veelvuldig veranderin gen hebben ondergaan. Het slot is bijzonder rijk aan kunstschatten, waarvan vooral de 300 jaar oude gobelins in de Koningszaal vermelding verdienen. De gobelins stellen fragmenten voor uit het leven en de oor logen van Alexander den Groote. Het slot Lippe Detmold. De ruime zalen en vertrekken bergen nog zooveel ander schatten, dat het te veel zou zijn alle hier op te noemen. De stad Detmold, bekend om haar schoonheid, is de voormalige residentie van het Vorsten dom Lippe. Nog heden wordt het slot be woond door den laatst regeerenden vorst Leopold IV, afkomstig van het nabijge legen familiegoed Lippe-Biesterfeld. Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld, afstamme ling van dit huis, is een neef van Vorst Leopold IV. De vader van Prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld, werd hier te Dat- mold bijgezet. Te Detmold rusten trouwens meerdere familieleden uit het Huis von Lippe-Biesterfeld. Lippe-Detmold, de stad, welke door de verloving van H.K.H. Prinses Juliana met Prins Bernard van Lippe-Biesterfeld, plot seling in het middelpunt der internationale belangstelling is komen te staan, gelijkt in deze dagen wel een toeristenstad. Onder de vele bezoekers, die de stad en het prinselijk slot willen bewonderen, herkent men vele Nederlanders, die reeds dadelijk een groote interesse voor Prins Bernard en zijn ge boorteland aan den dag hebben gelegd. Inbreker tot zijn maat: „We moesten dezen brief ook maar meenemen. Als de echtgenoot hem zou vinden zou er echt scheiding van komen." Ter afwisseling en onderbreking van d« serie artikeltjes over Het abnormale kind, volge hier thans een beschouwing over de actueele problemen: ONZE KINDEREN EN HET NATIONALISME. Nationaal gevoel wil zich steeds uiten en vorm geven. Dit is niets wonderlijks: alle gevoel zoekt uitingen. Wij hebben dit in ons leven noodig. Bedroefden uiten zich, verheugden uiten zich, wij uiten ons bij tijden allemaal, zij het op nog zoo ver schillende wijzen. Hoe kan nationaal gevoel zich uiten? In de kunst en dan denk ik aan de bij uitstek nationale kunstenaars in wier werk altijd weer dat eigene van ons volk ligt. Teeke naars, schilders, dichters, componisten, noem maar op, zij mogen nog zooveel in verschillende politieke gezindheden, ge loofsovertuigingen enz. te ondefscheiden vallen, één ding hebben ze gemeen, n.1. het nationale in hun kunst. Het zou interessant zijn, over dit feit eens studie te gaan maken, en niet alleen interessant, maar ook voor een goed be grip van wat ons bindt, van groote be- teekenis. En nu staan wij met onze kinderen midden in het volle leven, tenminste dat mag verondersteld worden. Hoe zullen wij dit alles inlasschen in de opvoeding onze kinderen? Ge bemerkt, dat ik er geheel eeen probleem meer van wil maken, of we het zullen opnemen! Ik sta op het standpunt, dat het on verantwoordelijk is jegens onze kinderen en ons volk, als we het niet zouden doen! Onze kinderen moeten deel hebben aan het nationale cultuurgoed. Wij moeten te allen tijde de gelegenheid waarnemen, de jeugd in kennis te brengen met nationale historie, ons volksleven van nu en voor heen, onze echte nationale kunst en de beteekenis van ons volk, ons werk, onzen cultuurarbeid ten opzichte van de wereld. En daarom zij ons onderwijs alereerst nationaal. 't Is dwaasheid, om maar eens een voorbeeld te noemen, van een kind op jeugdigen leeftijd reeds Fransch leeren te vergen, zoolang het met zijn eigen moe dertaal niet ten volle vertrouwd is (voor zoover dit dan van kinderen mag ge- eischt worden), 'k Geef toe, dat verschil lende omstandigheden het thans eischen, maar laat ons beginnen met die omstan digheden veranderd te krijgen. Eerste eisch is en moet blijven: Onze kinderen goed Nederlandsch te leeren, ze liefde bij te brengen voor onze moedertaal, die er tusschen haakjes gezegd, inderdaad zijn mag, wat uitdrukkingsmogelijkheden en klank betreft! Men spreekt zoo vaak van den onster- felijken Vondel en Hildebrand! Maar ik vraag U: Wie kent Vondel's gedichten of Hildebrand's „Camera Obscura nog? De boekenmarkt wordt overstroomd met vertaalde romans uit het buitenland! Dat vind ik een bedroevend verschijnsel! En dan te weten, dat wij zooveel goede kunstenaars hébben en gehad hebben; zoo veel mooie verzen en gedichten, vanaf de middeleeuwen tot heden! Dit heeft nu eens niets met politiek te maken. Ik kan me best voorstellen bijv» dat een z.g. nationalist heel wat minder nationaal gevoel kan bezitten dan bij.v. een socialist; wien men dit meestal in de schoenen schuift. En nu moet men hier niet boos om worden, als ik dit zoo eens uitdruk.. Ik wil er niemand mee kwetsen, doch alleen maar mee aangeven, dat een ieder in zich zelf maar eens moet nagaan, of hij nu nationaal bewustzijnsbesef heeft of niet en of dit uit valsche schaamte verbergt of er uit eigenbelang mee te koop loopt. In beide gevallen zal men dan zijn kind niet eerlijk opvoeden! Dat is 't 'm nu, wat ik hier eens naar voren brengen wilde! Menschen, die hier zich schamen het Wilhelmus te zingen, bulderen en gal men 't uit volle borst mee, als ze op het voetbalveld in Antwerpen staan! En van den anderen kant zijn vele hard dravers en te-koop-loopers hier te lande alle nationale bewustzijn verloren, als ze over de grens komen.. Felix Timmer mans karakteriseerde deze lieden zeer goed, toen hij dezer dagen voor de microfoon opmerkte, dat vele Neder landers bij Esschen (vlak over de grens van BelgiëNederland) al Fransch gaan spreken

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 17