Stadsnieuws DE STROOPER. Abonneert II op dit blad -üdaq 2 October 1936 Tweede Blad yyjjc ljet voorstel tot schorsing als raadslid van den heer Bregman» Propaganda Filmavond» Der stichting „Het Hooge Land". FEUILLETON. DOOR PETER BARON. GOEDKOOPE PASSAGE NAAR OOST-INDIË Bij de Heldersche Damclub» Den Helder blijv' niet achter» ais men weet, is in de laatste zitting "onzen Gemeenteraad de heer J. Breg- v'an acc0untant ter plaatse, als raadslid ge- "'Tlleerd en hoopt de nieuwgekozene t danig namens en voor het Gemeenu- werkzaam te zijn. Ook is bekend, dat dezelfde raadszitting door de heeren Van en Smith een voorstel is gedaan om den k°° Bregman als raadslid te schorsen naar ^"leiding van het destijds door ons geciteer aanartii-ei 26 van de Gemeentewet. Het lijkt de niet ondienstig, daar deze aangelegenheid T algemeene aandacht heeft» om er thans iets meer van te zeggen. Zooals men weet is door den burgemeester commissie benoemd, die de geheele kwes- t e te onderzoeken heeft en tenslotte rapport heeft uit te brengen. Nu is er van een uit raak van die commissie, waarin de heeren nr Feenstra Kuiper, Mr. Mulder, Van Loo, smith en Ran zitting hebben, nog niets be kend. Zelfs meenen wij te weten, dat 'deze commissie nog niet bij elkaar geweest is, wat natuurüjk niet wil zeggen, dat de leden individueel zich nog niet met de kwestie bezig gehouden zouden hebben. De heeren Van Loo en Smith vroegen des tijds schorsing van den heer Bregman voor op grond van het feit, dat de N.V., waarvan de jjggr Bregman deel uitmaakte, radio aan de gemeente leverde. Nu in de eerste plaats dit De firma, waaronder de heeren Heyligenberg en Bregman het radio-centrale-bedrijf uit oefenen, is geen N.V., doch een vennootschap onder firma. In de tweede plaats is het woord radio wat ruim gekozen. Daar waar de heer Van Loo n.l. van radio sprak, zou men kunnen den ken, dat de vennootschap radiotoestellen of artikelen in dien geest, aan de gemeente levert. De zaak is echter zoo: De vennoot schap heeft aan de gemeente geleverd de ge heele installatie, welke noodig was voor het nieuwe brandmeldingssysteem. Zooals men weet kunnen hiermede bij brand, van het Hoofdbureau van Politie uit, alle benoodigde politie-agenten gealarmeerd worden, terwijl hun via microfoon en luidspreker ook gezegd kan worden, waar het terrein van den brand Zich bevindt. Dezer dagen is deze geschiede nis afgeleverd en kan de nieuwe alarmee- fingsmethode toegepast worden. Nu zegt de wet, dat waar men schorsing Van een raadslid verlangt, bewezen moet kun nen worden, dat het grove winst door zijn in- yloed kan maken. Dit komt nu in de heele perkara niet ter Sprake, daar de vennootschap zich verplicht heeft de installatie tegen factuurprijs te leve ren. Stel nu, dat een agent van politie ver huizen gaat. Dan zal door de vennootschap een nieuwen luidspreker geleverd moeten worden. En daar zit nu de kneep; op grond hiervan wordt schorsing gevraagd. De heer Bregman zou uit hoofde van zijn raadslid maatschap, tevens firmant van de vennoot schap Heyligenberg-Bregman, invloed kunnen uitoefenen op de leverantie van die eventueel te leveren luidsprekers. Wat blijkt ons echter bij informatie te be- voegder plaatse? Ten eerste, dat de vennoot schap zich verplicht heeft om de luidsprekers tegen factuursprijs, dat is dus tegen kost prijs te leveren, maar bovendien, dat de heer Bregman in feite geen invloed op de levering daarvan kan uitoefenen, op grond van een contract, dat wij ter inzage gehad hebben en waarbij de uitvoerende macht opgedragen is aan een ander dan aan de heeren Heyligen berg en Bregman. Al zou de heer Bregman dus invloed op de levering willen uitoefenen, dan zou hij aartoe niet bij machte zijn; alleen het ver reken van het genoemde contract, zou een geheel gewijzigde toestand doen ontstaan, die echter zeker niet in het leven zal worden geroepen voor het leveren van een luidspre ker, waarop de vennootschap geen cent ver dient. Dat is dus de zaak. De commissie zal nu hebben uit te maken of de argumenten, waarop de voorstellers schorsing verlangen, steekhoudend zijn en dus schorsing zal kunnen plaats hebben. Een andere vraag is: hadden des heeren Bregmans geloofsbrieven goedgekeurd kun nen worden? Immers ten tijde van het onder zoek van die brieven was de toestand net zooals na de installatie. Ook toen moeten de heeren toch in de meening verkeerd hebben, dat de heer Bregman op grond van genoem de leverantie geen raadslid kon zijn. Wij bren gen hierbij in herinnering, dat door den heer Meyer, na voorlezing van het resultaat van het onderzoek door den heer Van Loo als rapporteur van de commissie, daaromtrent een vraag gesteld werd aan den burgemeester. De heer Ritmeester antwoorddetoen, dat het nu ging over de toelating van den heer Breg man, terwijl schorsing eerst ter sprake ge bracht zou kunnen worden als de heer Breg man raadslid was. We wachten nu maar af, welk een einde deze interessante kwestie nemen zal. Zeer waarschijnlijk zal zij wel niet meer in een openbaren raad komen, doch wij hopen op zooveel medewerking, dat het resultaat van het onderzoek, dat velen gaarne zullen weten, gepubliceerd kan worden. Gisteravond heeft in het Evangelisatie gebouw in de Palmstraat een propaganda Filmavond plaatsgevonden, uitgaande van de stichting „Het Hooge Land". Het was ds. Tollenaar, die om 8 uur de uit stekend bezochte bijeenkomst opende met het laten zingen van psalm 72, waarna hij voor ging in gebed. Met enkele woorden schetste deze spreker hierna het groote nut en het prachtige sociale werk, dat de stichting ver richt. Werk, voor hen, die eens in het leven strui kelden of van den rechten weg afdwaalden. Voor deze categorie, maar ook voor ontslagen gevangenen, voorwaardelijk veroordeelden en geestelijk minderwaardigen is „Het Hooge Land" een zegen en men kan de verdiensten ervan ongetwijfeld niet te hoog aanslaan. Terecht haalde ds. Tollenaar het voorbeeld aan van den grootsten liefdebrenger die de wereld ooit gekend heeft, Jezus, die gezegd heeft: „Ga heen en zondig niet weder, het Ge loof is U behouden". Het is hierna dat een aanvang met de uit een 4-tal deelen bestaande film gemaakt wordt, getiteld „Door de Branding". Men krijgt hierin 'een beeld te zien van den arbeid, zooals die op het drietal in richtingen van „Het Hooge Land" verricht wordt. Arbeid, zoowel door reeds op leef tijd gekomenen en arbeid door jonge men- schen. Prachtig is dit reclasseeringswerk en onwillekeurig gaat men eerbied koeste ren voor diegenen, door wier onbaatzuch tig streven dit alles tot stand kan komen. De film zit goed in elkaar en werkt onge twijfeld suggestief. Bij het einde ervan heeft men dan ook een goed idee op welke wijze de menschen hier opgevoed worden. Zij wer ken, zij worden weer tot een persoonlijkheid getransformeerd en velen ervan komen, na eenigen tijd hier doorgebracht te hebben, weer als volwaardigen in de maatschappij terug. „Voorzichtig, jongen," zei hij waarschuwend en kwam uit de schaduw der boomen te voorschijn. „Het spijt me, dat ik je heb laten schrikken. Ik ben dwars door het land ge komen en moest tegen den wal opklauteren." Een beetje bijkomend, keek Ralph zijn broer koos aan. Ook hij had zich genoodzaakt gezien, zich een poosje te verbergen. De Squad kon zoo onplezierig volhardend zijn. Hij keerde z>ch van zijn broer af en plompte verder tegen den wind in. Jan haalde de schouders op en kwam naast hem loopen. ..In orde, Ralph?" Ralph's tanden klapperden. Het was Jan's gebruikelijke manier van groeten en hinderde Ralph vreeselijk. Hij was niet „in orde". Hij was een martelaar van zijn slechte spijsver tering. Hij was veel te dik en kortademig. En in aanmerking genomen, dat Jan dat alles heel goed wist, vond Ralph diens vraag volkomen overbodig. Hij keek eens naar zijn broer's rechte gestalte en sjouwde door. Dat was juist, wat Jan had verwacht. Het was hun eerste ontmoeting sinds het vorige jaar, maar eenige hartelijkheid of althans verdraagzaamheid van Ralph te ver wachten, dat zou niet alleen te optimistisch geweest zijn, maar ook imbeciel. Naast elkaar ploeterden zij voort, en bijna hadden zij de treden naar de portiek bereikt, toen zij alsof het een afspraak was plot seling van elkaar gingen en in de schaduw van de laan terugtraden. Even later zwenkte een geruischloos loopen- de Chrysler de laan in en stopte voor het huis. Een lang, slank en onberispeüjk gekleed persoon stapte van de chauffeursbank en plaatste meteen den wagen tusschen zichzelf en de twee mannen, die zich uit de schaduw losmaakten. „Zoo Dennis, in orde?" De gewone begroeting deed Ralph griezelen, maar was voor Dennis een opluchting. Zijn rechterhand kwam uit den zak van zijn regen jas en hij knikte. „Hallo Jan, waarom deden jullie zoo bang?" Dennis Teyst, de bay van de familie, was waarschijnlijk de ergste van de vier, maar door zijn fijnbesneden, vriendelijk gezicht zag hg er heel onschuldig uit. Hg was langer en slanker dan Jan, had noch diens grijzend haar noch diens forsche gestalte, maar misschien wel treffende gelijkenis in het cynische van de oogen. Die oogen waren ook het eenige, wat hun verwantschap met Ralph te kennen gaf. Ralph's oogen waren klein en sluw. Op dat oogenblik nog sluwer dan anders. „Is dat nou opzet of toeval?" vroeg hij plotseling, en Dennis antwoordde met een gemaakt accent: „Zou iemand op een winderigen dag in een koude laan komen, opzettelijk om jou te ont moeten? Wees wijzer! George heeft me opge beld." „En mij," zei Jan. „Heb je eenig idee, wat die knul wil?" „We zijn juist hier om dat te weten te komen. En dat zullen we niet, als we hier als poppen blijven staan." Ralph keek eens naar de keurige plooi in De stichting geeft behalve werk en opvoe ding meer: zij geeft Liefde en dat is wellicht haar belangrijkste arbeid. Zeiden wij bereids dat de bijeenkomst uit stekend bezocht was, zij was in meer dan één opzicht een succes. Van de pauzes maakte men n.l. gebruik het gepropageerde in meer stoffelrjken steun om te doen zetten en ook dit gelukte wonderwel, tot groote vreugde van de organisatoren. Zoo mocht men bijv. voor het „3 Cents- Fonds" niet minder dan een 64-tal nieuwe leden inschrijven, hetgeen een buitengewoon succesvol resultaat genoemd kan worden. Ook op andere wijzen was deze avond uit finan cieel oogpunt geen teleurstelling. Nadat de heer Hofstede nog een korte uit eenzetting van de werkwijze der stichting ge geven had, ving het tweede gedeelte van den avond aan. Dit bracht een aantal journaals van Profilti, waarin men de Koningin en de Prinses op diverse van Hunne officieele (en ook officieuse) tochten kon gadeslaan. Dat met name het bezoek van onze Lands vrouwe aan Den Helder, ter gelegenheid van de onthulling der beide monumenten, de be langstelling trok, behoeft natuurlijk geen ver wondering te wekken. Het was tenslotte de heer Hofstede, die met een opwekking, permanent de stichting te blij ven steunen, en dankgebed sloot. Een geslaagde propaganda-avond van een zeer ideëel streven. EEN JUBILARIS. Heden herdenkt de heer D. Kuiper den dag, dat hij vóór 25 jaar in dienst trad bij de N.V. Drukkerij en Uitg. v/h C. de Boer Jr. GROOTE NON-STOP CABARETAVOND. Ten bate van het Marine-Sanatorium-fonds wordt op Zaterdag 3 October e.k. in „Casino", door een aantal medewerkenden, een zeer ge varieerd programma uitgevoerd. De M.S.F.-avonden zijn voldoende bekend en een nadere toelichting kan dus achterwege blijven. Laten wij vertrouwen, dat ook voor dezen eersten avond in het seizoen de belangstelling even groot zal zijn, als dit het geval was in den afgeloopen winter. Men zegt: „En M.S.F.-avond is toch gezel liger" en 't is gelukkig, dat dit wordt gezegd, aangezien de baten komen ten goede aan de T.B.C.-bestrij ding. VERANDERDE VOORSTELLING van het gezelschap de Boervan Rgk. „Tropenadel". Men schrijft ons: In plaats van de aangekondigde voorstelling van Heyermans' „Allerzielen" op Zondag a.s. door het de Boerv. Rijk-ensemble in Casino, zal op verzoek een opvoering worden gegeven van het eveneens zoo bekende „Tropenadel", het Indische blijspel van Henri van Wermes- kerken, waarin Esther de Boer-v. Rijk haar glansrol vervult van Juffrouw v. d. Kooy, van Kattenburg. Deze creatie van Mevr. de Boer is nog altijd ongeëvenaard en blijft één van haar grootste succesrollen. En het optreden van onze Populaire actrice èn het allergeestigste stuk van Van Wermes- kerken garandeeren ons weer een hoogst vroolijken lachavond. BINNENBRANDJE OP DE WESTGRACHT. Met eigen krachten gebluscht. Gisteren omstreeks 9 uur is brand uitgebro ken in het perceel Westgracht 57, vermoedelijk ontstaan bij het aanmaken van de kachel. Het bleek niet noodzakelijk dat bluschmate- riaal gerequireerd moest worden, daar door de aanwezige agenten het vuur bedwongen kon worden. De schade is niet belangrijk. t/o. Postbrug VELTHUIJS de pantalon van zijn jongsten broer. „Als étalage-poppen Dennis glimlachte en haalde een sleutel uit zijn zak. Het was een reliek uit de dagen, toen zij alle drie met George bewoners van „Marske House" waren geweest. Sinds zij het destijds hadden verlaten, was geen hunner er nog ooit teruggekeerd. Dennis ontsloot de deur en de anderen volgden hem langzaam maar zeker naar binnen. In de donkere hal stonden ze weer stil. De stilte van zijn metgezellen en van het huis hadden op Jan geen invloed. Ralph was te veel met zijn eigen weinig liefderijke gedachten bezig om ergens anders acht op te geven, maar de volmaakte rust en de duister nis hadden hun uitwerking op Dennis. „Misschien hebben jullie er plezier in, hier in die donkere en tochtige hal te staan," merkte hij op. „Maar ik voel er niet veel voor. Wat is jullie plan de campagne? Hier rustig te blijven hangen, tot George verkiest, zich te laten zien?' „Zeker, en hij zal je niet lang laten wach ten," zei een stem achter hem. Alle drie draaiden zich om. In de deür van de kamer, die eertijds zijn studeerkamer was geweest, stond de kolonel. Hij had zijn vermomming afgelegd en zag er bleek en vreemd uit; ge kleed in een kamerjapon. De Inspanning om zich staande te houden scheen hem uit te putten en hij moest tegen den deurpost leunen Alleen Jan gaf zich de moeite om hem te helpen. „Wat is er met jou, George? Ben je niet goed?" vroeg hij. „Een schram," zei de kolonel. Kom bin nen, ik moet eens met jullie praten." Hij leunde op Jan's arm en met diens steun ging hij naar den stoel waarin hg gezeten had, toen hg hen hoorde komen. Ralph en Dennis, die op hun gemak volgden, toonden Van competitieperikelen, tientallen en simultaanséances. Donderdagavond, kwart voor negen. Too- neel: bovenzaal van het café van den heer Sanderse op het Koningsplein, alhier. Twee rijen tafeltjes, waarop borden in zwart en wit en ronde schgven in dezelfde kleurencombina tie. Daarachter mannen, jonge en oudere, 35 in getale, in denkhouding. In het vrijgehouden carré 2 mannen, die van tafeltje tot tafeltje schrijden, de steenen op de borden alsmede den zet van den-man-achter-het-bord- bekijkend en daarna een zwarten steen verzettend. Het is stil in de zaal, een rookgordijn hangt aan het plafond. De eerste damsimultaanséance van het seizoen der Heldersche Damclub is in vol len gang. Voorzitter Groenemijer en secretaris Slort zitten achter het tot bestuurstafel ge- metamorphoseerde biljart en schrijven: de een vervangt voor dezen avond penningmeester Dis sel, die een van de simultaanspelers is. Hij in casseert de contributiedubbeltjes van de leden, die als toeschouwers gekomen zijn. De ander bestudeert de zoo juist ontvangen competitie- indeeling van den Nederlandschen Dambond en heeft kennelijk wat men noemt „een zwaar hoofd" in de nieuwe, hoogere omgeving. Het geheel ademt een sfeer van rust en gemoede lijkheid. De stille strijd, die hier „woedt" is dan ook een vreedzame. Hoe verschillend vatten de spelers anders hun taak op. Hier zitten de „oude rotten", die er op uit zijn, om hun tegen stander het damvuur na aan de schenen te leg gen. Zij steunen hun zwaardenkend hoofd op beide handen en plengen af en toe een zweet druppel. Daar zitten de jongeren, die het geval met jeugdigen overmoed bekijken en van mee ning zijn, dat zij den simultaanspeler wel aan kunnen. Tot hun eigen bittere ervaring, want het spel is nog geen uur oud als de eerste jon geling steenen en bord op kan bergen wegens een zeer gedecideerde nederlaag tegen den heer Rab, den nog niet genoemden, tweeden, simul taanspeler. Onverstoorbaar schrijden de beide simultanisten langs de borden. De heer Rab, heeft er 17 voor zijn rekening genomen, de heer Dissel, de andere achttien. Eerstgenoemde, wiens damcapaciteiten blijk baar in verhouding tot zijn lichaamslengte zijn, kijkt niet op en speelt ingespannen en vlot. Zijn collega doet het kalmer, rookt intusschen zijn pijpje en neemt gemiddeld even meer tijd. Het is duidelijk, dat zij beiden lang geen gemakke lijke taak hebben. Wel staan zij bij de meeste borden beter, doch in enkele gevallen zullen zij het zwaar genoeg hebben om het tot remise te brengen. Terwgl de 37 mannen hun vreedzamen strijd uitdammen, knoopen wij een gesprek met de beide genoemde bestuursleden aan. Wij ver nemen van hen, dat de thans 26-jarige dam- vereeniging in bloeienden welstand verkeert. Het clubleven is opgewekt en de prestaties steemmen tot groote tevredenheid. Zooals men weet, is de H.D.C. vorig jaar kampioen geworden van de eerste klasse en moet zij dezen winter uitkomen in de compe titie van de hoofdklasse. Zij is daar ingedeeld tezamen met de damclubs IJmuiden, Haarlem- sche Damclub, Damclub Haarlem, Wormer en Zaandam. Het tweede tiental heeft een plaats gevonden in de eerste klasse van den Neder landschen Dambond tezamen met Beverwijk, IJmuiden, D. K. Z., Haarlem 2, Zaandam 2 en Castricum. De heeren waren unaniem van meening, dat het dit jaar niet mee zal val len, maar wij verwachten toch van onze goede dammers, dat zij een eervol resultaat zullen weten te behalen. Aan de volgende heeren is de taak opgedragen om de H.D.C. in de hoofd klasse te vertegenwoordigen (in de volgorde van de borden, waarachter zij zullen plaats nemen) 1. J. Stoll. 2. P. J. Smolenaars. 3. D. C. W. Rab. 4. D. Dissel. 5. L. Simonse. 6. J. C. Kossen. 7. A. A. Bremer. 8. A#J. José Jr. 9. P. Kwast. 10. C. Goedegebuur. geen bijzondere belangstelling, maar George had ook niet anders verwacht. Tenminste niet voor dat gedeelte van zijn programma. De kamer, waarin zij nu waren, was groot en had glazen deuren, die uitkwamen op den tuin. Ze was in langen tgd niet bewoond geweest, zooals bleek uit het stof, dat overal op lag, en de anti-macassars, die de stoelen bedekten, lichtten met schrikaanjagende witheid op in het donker. Een canapé had als rustbed gediend en op een tafeltje daarnaast stonden nog de overblijfselen van een maal. George wenkte zijn broeders, dichterbij te komen. Dat maakte den indruk, dat hij zijn stem wilde sparen om alleen datgene te zeggen wat van belang was. De beklemmende stilte hinderde Ralph en hij zei geprikkeld: „Nou wat moet je Heb je hulp noodig Je hebt een dwaze streek uitgehaald met dat geval bij Plaza, en nou kom je bg ons bedelen om je eruit te helpen. Moet je geld hebben?" „Neen, dank je, ik heb al het geld, dat ik noodig heb," antwoordde de kolonel, maar het kostte hem moeite; en vooral kostte het hem moeite, beschaafd te antwoorden. „Een verpleegster?" veronderstelde Dennis. „Verpleegsters of dokters kunnen mij niet helpen," zei George rustig. En de eenige, die zich daar iets van aantrok, was Jan. „Gevaarlijk?" „Doodelijk." „Goeie God, toch niet..." „Zeker. Het hoeft jou niet te spijten, Jan, en ik geloof niet, dat het Ralph spijten zal." Dat deed het ook niet. En als Dennis er door uit zijn gewone doen gebracht werd, wist hij het bewonderenswaardig te verbergen. „Ik veronderstel, dat je den een of anderen grootschen inval hadt, toen je de famlie bij eenriep, George? Ik bedoel: het een of andere plan. Of heb je ons alleen laten komen om van- ons gezelschap te genieten? Of om ons Als Nederland het Huw'lijksfeest Van 't Prins'lijk Paar gaat vieren, En men tot in het kleinst' gehucht De straten gaan versieren. Dan zal men ook in onze stad Niet achter zijn gebleven, Doch hier een wei-verzorgden tooi Aan plein en straten geven. Er worden alreeds hier en daar Besprekingen gehouden; Van menschen, die in hun rayon De leiding geven zouden. Er worden comité's gesticht, Die elk hun taak vervullen; Wij zullen later 't resultaat Wel van hun werk onthullen. Hun taak zal niet gemakk'lijk zijn In die December-dagen; En daarom komen zij den steun Der plaats-genooten vragen. Wil men de straten sieren gaan, Dan zijn er gelden noodig; Dat wij dit memoreeren hier Is feit'lijk overbodig. Dus plaats-genooten, 't ligt aan U Of hier een prettig feest is En de versiering van de stad U allen naar den geest is. Schenkt elk zijn geldelijken steun Dan kunnen wij versieren En 't Prinselijke Huw'lijks-feest In opgewektheid vieren. Philip B. Polak. in de zeer eervolle klasse, waarin zij mogen uit- in de zeer eervolle klasse waarin zij mogen uit komen. Wij vernamen, dat de kampioen van Den Helder, J. Stoll, waarschijnlijk niet zal uit komen, doch wij hopen, dat hg bij den aan vang van de competitie, die nog niet definitief vastgesteld is, weer dusdanig gedisponeerd zal zijn, dat hij voor de Heldersche dameer zal kunnen en willen strijden. Wij vernamen voorts nog, dat eerstdaags een feestavond zal gegeven worden voor leden, donateurs, hun dames en genoodigden, onder het motto: Je kunt niet altijd dammen. Na tuurlijk niet, we kunnen ons best voorstellen, dat de donateurs wel eens wat anders willen zien van hun donatie dan een dambord of een stel zwijgende, peinzende damspelers! En dan volgt op 19 November, dus dat heeft nog wel even den tijd, in 't Zand een wedstrijd met 20 spelers tegen een even groot aantal van de D.V.T.O. uit Burgerbrug. Laatstgenoemde ver- eeniging heeft n.l. nederlaagwedstrijden uitge schreven: de club, die haar de grootste neder laag toedient is winnaar van den eersten prijs. Hetgeen dus zeggen wil, dat we tegen dien tijd hopen te kunnen vermelden, dat de H.D C. dien eersten prijs in de wacht gesleept heeft... Intusschen hebben de heeren Rab en Dissel hun rondwandelingetje gestaakt, de laatste partijen zijn beslist en nu gaan we balans op maken, het blijkt, dat de heer Rab er in ge slaagd was 14 partijen te winnen, zich in 3 partijen met remisie moest tevreden stellen, n.l. tegen de heeren H. Wynia, A. Paulusma en A. J. José Sr. Tegen den heer C. Goede- gebuur leed hij de eenige nederlaag. Een fraai resultaat dus. Den heer Dissel verging het als volgt: hij won er 7, speelde er 5 gelijk en verloor de andere 5. Van hem wonnen de heeren H. Leib- brand, S. Slort, J. Klitsie, A. Thomas en W. v. Brederode. Remise maakten de heeren M. v»ü Kalken, B. de Best, J. C. Kossen, A. Bosman en J. Moor. Resumeerend mogen wij zeggen, dat onze Heldersche Dam-Club op een goed geslaagden propaganda-avond mag terugzien. En nu met nieuwen moed aan de competities begonnen! te vertellen, dat we niet in je testament staan?" De kolonel keek Dennis met moede oogen aan. „Neen, om je dat te vertellen heb ik je niet geroepen. Ik wou jullie integendeel iets na laten, namelijk de opbrengst van mijn laatste eh karweitje." Hg zag de belangstelling op twee gezichten en glimlachte. „En om een voorwaarde te stellen." De belangstelling verminderde. Ralph had er een voorgevoel van, wat volgen zou, en dat bezorgde hem een onplezierige gewaar wording. Blijkbaar had George weer eens last van broederliefde, en Ralph's eenig gevoelen jegens zijn broers was, dat hg' hen dulden zou, als het niet anders kon. Zijn „welke dan?" en de uitdrukking van Dennis' gezicht waren veelzeggend genoeg. Met Jan was het anders gesteld. Zelfs de verwijdering tusschen hen had zijn genegenheid voor zijn oudsten broer niet verminderd. „Zooals jullie weten, heb ik een heel aardigen slag kunnen slaan," begon George. „En er een heel aardigen prijs voor betaald, zei Jan. „De prijs is evenredig aan de waar... als me iets spijt, dan is het alleen dat, wat ik in jullie oogen zie." „Tranen?" veronderstelde Dennis onver schillig. „Vijandschap. Ik vraag me af, of het wel de moeite waard is, wat ik wil doen." „En ik vraag me af, ot je voornemens al deze soesah waard zijn," snauwde Ralph. De kolonel hoestte plotseling en bracht een zakdoek aan zijn lippen. Daarbij viel zgn kamerjapon open en kwam een onhandig aangelegd verband, dwars over zijn borst te voorschijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5