Stadsnieuws
DE
STROOPER.
Abonneert II op dit blad
-üdaq 2 October 1936
Tweede Blad
yyjjc
ljet voorstel tot schorsing
als raadslid van den
heer Bregman»
Propaganda Filmavond»
Der stichting „Het Hooge Land".
FEUILLETON.
DOOR
PETER BARON.
GOEDKOOPE PASSAGE
NAAR OOST-INDIË
Bij de
Heldersche Damclub»
Den Helder blijv' niet
achter»
ais men weet, is in de laatste zitting
"onzen Gemeenteraad de heer J. Breg-
v'an acc0untant ter plaatse, als raadslid ge-
"'Tlleerd en hoopt de nieuwgekozene t
danig namens en voor het Gemeenu-
werkzaam te zijn. Ook is bekend, dat
dezelfde raadszitting door de heeren Van
en Smith een voorstel is gedaan om den
k°° Bregman als raadslid te schorsen naar
^"leiding van het destijds door ons geciteer
aanartii-ei 26 van de Gemeentewet. Het lijkt
de niet ondienstig, daar deze aangelegenheid
T algemeene aandacht heeft» om er thans
iets meer van te zeggen.
Zooals men weet is door den burgemeester
commissie benoemd, die de geheele kwes-
t e te onderzoeken heeft en tenslotte rapport
heeft uit te brengen. Nu is er van een uit
raak van die commissie, waarin de heeren
nr Feenstra Kuiper, Mr. Mulder, Van Loo,
smith en Ran zitting hebben, nog niets be
kend. Zelfs meenen wij te weten,
dat 'deze commissie nog niet bij elkaar
geweest is, wat natuurüjk niet wil zeggen, dat
de leden individueel zich nog niet met de
kwestie bezig gehouden zouden hebben.
De heeren Van Loo en Smith vroegen des
tijds schorsing van den heer Bregman voor op
grond van het feit, dat de N.V., waarvan de
jjggr Bregman deel uitmaakte, radio aan de
gemeente leverde. Nu in de eerste plaats dit
De firma, waaronder de heeren Heyligenberg
en Bregman het radio-centrale-bedrijf uit
oefenen, is geen N.V., doch een vennootschap
onder firma.
In de tweede plaats is het woord radio wat
ruim gekozen. Daar waar de heer Van Loo
n.l. van radio sprak, zou men kunnen den
ken, dat de vennootschap radiotoestellen of
artikelen in dien geest, aan de gemeente
levert. De zaak is echter zoo: De vennoot
schap heeft aan de gemeente geleverd de ge
heele installatie, welke noodig was voor het
nieuwe brandmeldingssysteem. Zooals men
weet kunnen hiermede bij brand, van het
Hoofdbureau van Politie uit, alle benoodigde
politie-agenten gealarmeerd worden, terwijl
hun via microfoon en luidspreker ook gezegd
kan worden, waar het terrein van den brand
Zich bevindt. Dezer dagen is deze geschiede
nis afgeleverd en kan de nieuwe alarmee-
fingsmethode toegepast worden.
Nu zegt de wet, dat waar men schorsing
Van een raadslid verlangt, bewezen moet kun
nen worden, dat het grove winst door zijn in-
yloed kan maken.
Dit komt nu in de heele perkara niet ter
Sprake, daar de vennootschap zich verplicht
heeft de installatie tegen factuurprijs te leve
ren. Stel nu, dat een agent van politie ver
huizen gaat. Dan zal door de vennootschap
een nieuwen luidspreker geleverd moeten
worden. En daar zit nu de kneep; op grond
hiervan wordt schorsing gevraagd. De heer
Bregman zou uit hoofde van zijn raadslid
maatschap, tevens firmant van de vennoot
schap Heyligenberg-Bregman, invloed kunnen
uitoefenen op de leverantie van die eventueel
te leveren luidsprekers.
Wat blijkt ons echter bij informatie te be-
voegder plaatse? Ten eerste, dat de vennoot
schap zich verplicht heeft om de luidsprekers
tegen factuursprijs, dat is dus tegen kost
prijs te leveren, maar bovendien, dat de heer
Bregman in feite geen invloed op de levering
daarvan kan uitoefenen, op grond van een
contract, dat wij ter inzage gehad hebben en
waarbij de uitvoerende macht opgedragen is
aan een ander dan aan de heeren Heyligen
berg en Bregman.
Al zou de heer Bregman dus invloed op
de levering willen uitoefenen, dan zou hij
aartoe niet bij machte zijn; alleen het ver
reken van het genoemde contract, zou een
geheel gewijzigde toestand doen ontstaan,
die echter zeker niet in het leven zal worden
geroepen voor het leveren van een luidspre
ker, waarop de vennootschap geen cent ver
dient.
Dat is dus de zaak.
De commissie zal nu hebben uit te maken
of de argumenten, waarop de voorstellers
schorsing verlangen, steekhoudend zijn en dus
schorsing zal kunnen plaats hebben.
Een andere vraag is: hadden des heeren
Bregmans geloofsbrieven goedgekeurd kun
nen worden? Immers ten tijde van het onder
zoek van die brieven was de toestand net
zooals na de installatie. Ook toen moeten de
heeren toch in de meening verkeerd hebben,
dat de heer Bregman op grond van genoem
de leverantie geen raadslid kon zijn. Wij bren
gen hierbij in herinnering, dat door den heer
Meyer, na voorlezing van het resultaat van
het onderzoek door den heer Van Loo als
rapporteur van de commissie, daaromtrent een
vraag gesteld werd aan den burgemeester.
De heer Ritmeester antwoorddetoen, dat het
nu ging over de toelating van den heer Breg
man, terwijl schorsing eerst ter sprake ge
bracht zou kunnen worden als de heer Breg
man raadslid was.
We wachten nu maar af, welk een einde
deze interessante kwestie nemen zal. Zeer
waarschijnlijk zal zij wel niet meer in een
openbaren raad komen, doch wij hopen op
zooveel medewerking, dat het resultaat van
het onderzoek, dat velen gaarne zullen weten,
gepubliceerd kan worden.
Gisteravond heeft in het Evangelisatie
gebouw in de Palmstraat een propaganda
Filmavond plaatsgevonden, uitgaande van de
stichting „Het Hooge Land".
Het was ds. Tollenaar, die om 8 uur de uit
stekend bezochte bijeenkomst opende met het
laten zingen van psalm 72, waarna hij voor
ging in gebed. Met enkele woorden schetste
deze spreker hierna het groote nut en het
prachtige sociale werk, dat de stichting ver
richt.
Werk, voor hen, die eens in het leven strui
kelden of van den rechten weg afdwaalden.
Voor deze categorie, maar ook voor ontslagen
gevangenen, voorwaardelijk veroordeelden en
geestelijk minderwaardigen is „Het Hooge
Land" een zegen en men kan de verdiensten
ervan ongetwijfeld niet te hoog aanslaan.
Terecht haalde ds. Tollenaar het voorbeeld
aan van den grootsten liefdebrenger die de
wereld ooit gekend heeft, Jezus, die gezegd
heeft: „Ga heen en zondig niet weder, het Ge
loof is U behouden".
Het is hierna dat een aanvang met de uit
een 4-tal deelen bestaande film gemaakt
wordt, getiteld „Door de Branding".
Men krijgt hierin 'een beeld te zien van
den arbeid, zooals die op het drietal in
richtingen van „Het Hooge Land" verricht
wordt. Arbeid, zoowel door reeds op leef
tijd gekomenen en arbeid door jonge men-
schen. Prachtig is dit reclasseeringswerk
en onwillekeurig gaat men eerbied koeste
ren voor diegenen, door wier onbaatzuch
tig streven dit alles tot stand kan komen.
De film zit goed in elkaar en werkt onge
twijfeld suggestief. Bij het einde ervan heeft
men dan ook een goed idee op welke wijze
de menschen hier opgevoed worden. Zij wer
ken, zij worden weer tot een persoonlijkheid
getransformeerd en velen ervan komen, na
eenigen tijd hier doorgebracht te hebben, weer
als volwaardigen in de maatschappij terug.
„Voorzichtig, jongen," zei hij waarschuwend
en kwam uit de schaduw der boomen te
voorschijn. „Het spijt me, dat ik je heb laten
schrikken. Ik ben dwars door het land ge
komen en moest tegen den wal opklauteren."
Een beetje bijkomend, keek Ralph zijn broer
koos aan. Ook hij had zich genoodzaakt gezien,
zich een poosje te verbergen. De Squad kon
zoo onplezierig volhardend zijn. Hij keerde
z>ch van zijn broer af en plompte verder tegen
den wind in. Jan haalde de schouders op en
kwam naast hem loopen.
..In orde, Ralph?"
Ralph's tanden klapperden. Het was Jan's
gebruikelijke manier van groeten en hinderde
Ralph vreeselijk. Hij was niet „in orde". Hij
was een martelaar van zijn slechte spijsver
tering. Hij was veel te dik en kortademig. En
in aanmerking genomen, dat Jan dat alles heel
goed wist, vond Ralph diens vraag volkomen
overbodig. Hij keek eens naar zijn broer's
rechte gestalte en sjouwde door. Dat was juist,
wat Jan had verwacht.
Het was hun eerste ontmoeting sinds het
vorige jaar, maar eenige hartelijkheid of
althans verdraagzaamheid van Ralph te ver
wachten, dat zou niet alleen te optimistisch
geweest zijn, maar ook imbeciel.
Naast elkaar ploeterden zij voort, en bijna
hadden zij de treden naar de portiek bereikt,
toen zij alsof het een afspraak was plot
seling van elkaar gingen en in de schaduw
van de laan terugtraden.
Even later zwenkte een geruischloos loopen-
de Chrysler de laan in en stopte voor het huis.
Een lang, slank en onberispeüjk gekleed
persoon stapte van de chauffeursbank en
plaatste meteen den wagen tusschen zichzelf
en de twee mannen, die zich uit de schaduw
losmaakten.
„Zoo Dennis, in orde?"
De gewone begroeting deed Ralph griezelen,
maar was voor Dennis een opluchting. Zijn
rechterhand kwam uit den zak van zijn regen
jas en hij knikte.
„Hallo Jan, waarom deden jullie zoo bang?"
Dennis Teyst, de bay van de familie, was
waarschijnlijk de ergste van de vier, maar
door zijn fijnbesneden, vriendelijk gezicht zag
hg er heel onschuldig uit. Hg was langer en
slanker dan Jan, had noch diens grijzend haar
noch diens forsche gestalte, maar misschien wel
treffende gelijkenis in het cynische van de
oogen. Die oogen waren ook het eenige, wat
hun verwantschap met Ralph te kennen gaf.
Ralph's oogen waren klein en sluw. Op dat
oogenblik nog sluwer dan anders.
„Is dat nou opzet of toeval?" vroeg hij
plotseling, en Dennis antwoordde met een
gemaakt accent:
„Zou iemand op een winderigen dag in een
koude laan komen, opzettelijk om jou te ont
moeten? Wees wijzer! George heeft me opge
beld."
„En mij," zei Jan.
„Heb je eenig idee, wat die knul wil?"
„We zijn juist hier om dat te weten te
komen. En dat zullen we niet, als we hier als
poppen blijven staan."
Ralph keek eens naar de keurige plooi in
De stichting geeft behalve werk en opvoe
ding meer: zij geeft Liefde en dat is wellicht
haar belangrijkste arbeid.
Zeiden wij bereids dat de bijeenkomst uit
stekend bezocht was, zij was in meer dan één
opzicht een succes. Van de pauzes maakte
men n.l. gebruik het gepropageerde in meer
stoffelrjken steun om te doen zetten en ook
dit gelukte wonderwel, tot groote vreugde van
de organisatoren.
Zoo mocht men bijv. voor het „3 Cents-
Fonds" niet minder dan een 64-tal nieuwe
leden inschrijven, hetgeen een buitengewoon
succesvol resultaat genoemd kan worden. Ook
op andere wijzen was deze avond uit finan
cieel oogpunt geen teleurstelling.
Nadat de heer Hofstede nog een korte uit
eenzetting van de werkwijze der stichting ge
geven had, ving het tweede gedeelte van den
avond aan. Dit bracht een aantal journaals
van Profilti, waarin men de Koningin en de
Prinses op diverse van Hunne officieele (en
ook officieuse) tochten kon gadeslaan.
Dat met name het bezoek van onze Lands
vrouwe aan Den Helder, ter gelegenheid van
de onthulling der beide monumenten, de be
langstelling trok, behoeft natuurlijk geen ver
wondering te wekken.
Het was tenslotte de heer Hofstede, die met
een opwekking, permanent de stichting te blij
ven steunen, en dankgebed sloot.
Een geslaagde propaganda-avond van een
zeer ideëel streven.
EEN JUBILARIS.
Heden herdenkt de heer D. Kuiper den
dag, dat hij vóór 25 jaar in dienst trad bij de
N.V. Drukkerij en Uitg. v/h C. de Boer Jr.
GROOTE NON-STOP CABARETAVOND.
Ten bate van het Marine-Sanatorium-fonds
wordt op Zaterdag 3 October e.k. in „Casino",
door een aantal medewerkenden, een zeer ge
varieerd programma uitgevoerd.
De M.S.F.-avonden zijn voldoende bekend en
een nadere toelichting kan dus achterwege
blijven.
Laten wij vertrouwen, dat ook voor dezen
eersten avond in het seizoen de belangstelling
even groot zal zijn, als dit het geval was in
den afgeloopen winter.
Men zegt: „En M.S.F.-avond is toch gezel
liger" en 't is gelukkig, dat dit wordt gezegd,
aangezien de baten komen ten goede aan de
T.B.C.-bestrij ding.
VERANDERDE VOORSTELLING
van het gezelschap de Boervan Rgk.
„Tropenadel".
Men schrijft ons:
In plaats van de aangekondigde voorstelling
van Heyermans' „Allerzielen" op Zondag a.s.
door het de Boerv. Rijk-ensemble in Casino,
zal op verzoek een opvoering worden gegeven
van het eveneens zoo bekende „Tropenadel",
het Indische blijspel van Henri van Wermes-
kerken, waarin Esther de Boer-v. Rijk haar
glansrol vervult van Juffrouw v. d. Kooy, van
Kattenburg.
Deze creatie van Mevr. de Boer is nog altijd
ongeëvenaard en blijft één van haar grootste
succesrollen.
En het optreden van onze Populaire actrice
èn het allergeestigste stuk van Van Wermes-
kerken garandeeren ons weer een hoogst
vroolijken lachavond.
BINNENBRANDJE OP DE WESTGRACHT.
Met eigen krachten gebluscht.
Gisteren omstreeks 9 uur is brand uitgebro
ken in het perceel Westgracht 57, vermoedelijk
ontstaan bij het aanmaken van de kachel.
Het bleek niet noodzakelijk dat bluschmate-
riaal gerequireerd moest worden, daar door de
aanwezige agenten het vuur bedwongen kon
worden.
De schade is niet belangrijk.
t/o. Postbrug VELTHUIJS
de pantalon van zijn jongsten broer. „Als
étalage-poppen
Dennis glimlachte en haalde een sleutel uit
zijn zak. Het was een reliek uit de dagen, toen
zij alle drie met George bewoners van
„Marske House" waren geweest. Sinds zij het
destijds hadden verlaten, was geen hunner
er nog ooit teruggekeerd.
Dennis ontsloot de deur en de anderen
volgden hem langzaam maar zeker naar
binnen. In de donkere hal stonden ze weer
stil. De stilte van zijn metgezellen en van het
huis hadden op Jan geen invloed. Ralph was
te veel met zijn eigen weinig liefderijke
gedachten bezig om ergens anders acht op te
geven, maar de volmaakte rust en de duister
nis hadden hun uitwerking op Dennis.
„Misschien hebben jullie er plezier in, hier
in die donkere en tochtige hal te staan,"
merkte hij op. „Maar ik voel er niet veel voor.
Wat is jullie plan de campagne? Hier rustig
te blijven hangen, tot George verkiest, zich te
laten zien?'
„Zeker, en hij zal je niet lang laten wach
ten," zei een stem achter hem. Alle drie
draaiden zich om. In de deür van de kamer,
die eertijds zijn studeerkamer was geweest,
stond de kolonel. Hij had zijn vermomming
afgelegd en zag er bleek en vreemd uit; ge
kleed in een kamerjapon. De Inspanning om
zich staande te houden scheen hem uit te
putten en hij moest tegen den deurpost leunen
Alleen Jan gaf zich de moeite om hem te
helpen.
„Wat is er met jou, George? Ben je niet
goed?" vroeg hij.
„Een schram," zei de kolonel. Kom bin
nen, ik moet eens met jullie praten."
Hij leunde op Jan's arm en met diens steun
ging hij naar den stoel waarin hg gezeten
had, toen hg hen hoorde komen. Ralph en
Dennis, die op hun gemak volgden, toonden
Van competitieperikelen, tientallen
en simultaanséances.
Donderdagavond, kwart voor negen. Too-
neel: bovenzaal van het café van den heer
Sanderse op het Koningsplein, alhier. Twee
rijen tafeltjes, waarop borden in zwart en wit
en ronde schgven in dezelfde kleurencombina
tie. Daarachter mannen, jonge en oudere, 35 in
getale, in denkhouding. In het vrijgehouden
carré 2 mannen, die van tafeltje tot tafeltje
schrijden, de steenen op de borden alsmede den
zet van den-man-achter-het-bord- bekijkend en
daarna een zwarten steen verzettend. Het is
stil in de zaal, een rookgordijn hangt aan het
plafond. De eerste damsimultaanséance van
het seizoen der Heldersche Damclub is in vol
len gang. Voorzitter Groenemijer en secretaris
Slort zitten achter het tot bestuurstafel ge-
metamorphoseerde biljart en schrijven: de een
vervangt voor dezen avond penningmeester Dis
sel, die een van de simultaanspelers is. Hij in
casseert de contributiedubbeltjes van de leden,
die als toeschouwers gekomen zijn. De ander
bestudeert de zoo juist ontvangen competitie-
indeeling van den Nederlandschen Dambond en
heeft kennelijk wat men noemt „een zwaar
hoofd" in de nieuwe, hoogere omgeving. Het
geheel ademt een sfeer van rust en gemoede
lijkheid. De stille strijd, die hier „woedt" is dan
ook een vreedzame. Hoe verschillend vatten de
spelers anders hun taak op. Hier zitten de
„oude rotten", die er op uit zijn, om hun tegen
stander het damvuur na aan de schenen te leg
gen. Zij steunen hun zwaardenkend hoofd op
beide handen en plengen af en toe een zweet
druppel. Daar zitten de jongeren, die het geval
met jeugdigen overmoed bekijken en van mee
ning zijn, dat zij den simultaanspeler wel aan
kunnen. Tot hun eigen bittere ervaring, want
het spel is nog geen uur oud als de eerste jon
geling steenen en bord op kan bergen wegens
een zeer gedecideerde nederlaag tegen den heer
Rab, den nog niet genoemden, tweeden, simul
taanspeler. Onverstoorbaar schrijden de beide
simultanisten langs de borden. De heer Rab,
heeft er 17 voor zijn rekening genomen, de heer
Dissel, de andere achttien.
Eerstgenoemde, wiens damcapaciteiten blijk
baar in verhouding tot zijn lichaamslengte zijn,
kijkt niet op en speelt ingespannen en vlot. Zijn
collega doet het kalmer, rookt intusschen zijn
pijpje en neemt gemiddeld even meer tijd. Het
is duidelijk, dat zij beiden lang geen gemakke
lijke taak hebben. Wel staan zij bij de meeste
borden beter, doch in enkele gevallen zullen zij
het zwaar genoeg hebben om het tot remise te
brengen. Terwgl de 37 mannen hun vreedzamen
strijd uitdammen, knoopen wij een gesprek met
de beide genoemde bestuursleden aan. Wij ver
nemen van hen, dat de thans 26-jarige dam-
vereeniging in bloeienden welstand verkeert.
Het clubleven is opgewekt en de prestaties
steemmen tot groote tevredenheid.
Zooals men weet, is de H.D.C. vorig jaar
kampioen geworden van de eerste klasse en
moet zij dezen winter uitkomen in de compe
titie van de hoofdklasse. Zij is daar ingedeeld
tezamen met de damclubs IJmuiden, Haarlem-
sche Damclub, Damclub Haarlem, Wormer en
Zaandam. Het tweede tiental heeft een plaats
gevonden in de eerste klasse van den Neder
landschen Dambond tezamen met Beverwijk,
IJmuiden, D. K. Z., Haarlem 2, Zaandam 2
en Castricum. De heeren waren unaniem
van meening, dat het dit jaar niet mee zal val
len, maar wij verwachten toch van onze goede
dammers, dat zij een eervol resultaat zullen
weten te behalen. Aan de volgende heeren is de
taak opgedragen om de H.D.C. in de hoofd
klasse te vertegenwoordigen (in de volgorde
van de borden, waarachter zij zullen plaats
nemen)
1.
J. Stoll.
2.
P. J. Smolenaars.
3.
D. C. W. Rab.
4.
D. Dissel.
5.
L. Simonse.
6.
J. C. Kossen.
7.
A. A. Bremer.
8.
A#J. José Jr.
9.
P. Kwast.
10.
C. Goedegebuur.
geen bijzondere belangstelling, maar George
had ook niet anders verwacht. Tenminste niet
voor dat gedeelte van zijn programma.
De kamer, waarin zij nu waren, was groot
en had glazen deuren, die uitkwamen op den
tuin. Ze was in langen tgd niet bewoond
geweest, zooals bleek uit het stof, dat overal
op lag, en de anti-macassars, die de stoelen
bedekten, lichtten met schrikaanjagende
witheid op in het donker. Een canapé had als
rustbed gediend en op een tafeltje daarnaast
stonden nog de overblijfselen van een maal.
George wenkte zijn broeders, dichterbij te
komen. Dat maakte den indruk, dat hij zijn
stem wilde sparen om alleen datgene te zeggen
wat van belang was. De beklemmende stilte
hinderde Ralph en hij zei geprikkeld:
„Nou wat moet je Heb je hulp noodig Je
hebt een dwaze streek uitgehaald met dat
geval bij Plaza, en nou kom je bg ons bedelen
om je eruit te helpen. Moet je geld hebben?"
„Neen, dank je, ik heb al het geld, dat ik
noodig heb," antwoordde de kolonel, maar het
kostte hem moeite; en vooral kostte het hem
moeite, beschaafd te antwoorden.
„Een verpleegster?" veronderstelde Dennis.
„Verpleegsters of dokters kunnen mij niet
helpen," zei George rustig. En de eenige, die
zich daar iets van aantrok, was Jan.
„Gevaarlijk?"
„Doodelijk."
„Goeie God, toch niet..."
„Zeker. Het hoeft jou niet te spijten, Jan,
en ik geloof niet, dat het Ralph spijten zal."
Dat deed het ook niet. En als Dennis er
door uit zijn gewone doen gebracht werd, wist
hij het bewonderenswaardig te verbergen.
„Ik veronderstel, dat je den een of anderen
grootschen inval hadt, toen je de famlie bij
eenriep, George? Ik bedoel: het een of andere
plan. Of heb je ons alleen laten komen om
van- ons gezelschap te genieten? Of om ons
Als Nederland het Huw'lijksfeest
Van 't Prins'lijk Paar gaat vieren,
En men tot in het kleinst' gehucht
De straten gaan versieren.
Dan zal men ook in onze stad
Niet achter zijn gebleven,
Doch hier een wei-verzorgden tooi
Aan plein en straten geven.
Er worden alreeds hier en daar
Besprekingen gehouden;
Van menschen, die in hun rayon
De leiding geven zouden.
Er worden comité's gesticht,
Die elk hun taak vervullen;
Wij zullen later 't resultaat
Wel van hun werk onthullen.
Hun taak zal niet gemakk'lijk zijn
In die December-dagen;
En daarom komen zij den steun
Der plaats-genooten vragen.
Wil men de straten sieren gaan,
Dan zijn er gelden noodig;
Dat wij dit memoreeren hier
Is feit'lijk overbodig.
Dus plaats-genooten, 't ligt aan U
Of hier een prettig feest is
En de versiering van de stad
U allen naar den geest is.
Schenkt elk zijn geldelijken steun
Dan kunnen wij versieren
En 't Prinselijke Huw'lijks-feest
In opgewektheid vieren.
Philip B. Polak.
in de zeer eervolle klasse, waarin zij mogen uit-
in de zeer eervolle klasse waarin zij mogen uit
komen. Wij vernamen, dat de kampioen van
Den Helder, J. Stoll, waarschijnlijk niet zal uit
komen, doch wij hopen, dat hg bij den aan
vang van de competitie, die nog niet definitief
vastgesteld is, weer dusdanig gedisponeerd zal
zijn, dat hij voor de Heldersche dameer zal
kunnen en willen strijden.
Wij vernamen voorts nog, dat eerstdaags een
feestavond zal gegeven worden voor leden,
donateurs, hun dames en genoodigden, onder
het motto: Je kunt niet altijd dammen. Na
tuurlijk niet, we kunnen ons best voorstellen,
dat de donateurs wel eens wat anders willen
zien van hun donatie dan een dambord of een
stel zwijgende, peinzende damspelers! En dan
volgt op 19 November, dus dat heeft nog wel
even den tijd, in 't Zand een wedstrijd met 20
spelers tegen een even groot aantal van de
D.V.T.O. uit Burgerbrug. Laatstgenoemde ver-
eeniging heeft n.l. nederlaagwedstrijden uitge
schreven: de club, die haar de grootste neder
laag toedient is winnaar van den eersten prijs.
Hetgeen dus zeggen wil, dat we tegen dien
tijd hopen te kunnen vermelden, dat de H.D C.
dien eersten prijs in de wacht gesleept heeft...
Intusschen hebben de heeren Rab en Dissel
hun rondwandelingetje gestaakt, de laatste
partijen zijn beslist en nu gaan we balans op
maken, het blijkt, dat de heer Rab er in ge
slaagd was 14 partijen te winnen, zich in 3
partijen met remisie moest tevreden stellen,
n.l. tegen de heeren H. Wynia, A. Paulusma
en A. J. José Sr. Tegen den heer C. Goede-
gebuur leed hij de eenige nederlaag. Een fraai
resultaat dus.
Den heer Dissel verging het als volgt: hij
won er 7, speelde er 5 gelijk en verloor de
andere 5. Van hem wonnen de heeren H. Leib-
brand, S. Slort, J. Klitsie, A. Thomas en W. v.
Brederode. Remise maakten de heeren M. vȟ
Kalken, B. de Best, J. C. Kossen, A. Bosman
en J. Moor.
Resumeerend mogen wij zeggen, dat onze
Heldersche Dam-Club op een goed geslaagden
propaganda-avond mag terugzien. En nu met
nieuwen moed aan de competities begonnen!
te vertellen, dat we niet in je testament
staan?"
De kolonel keek Dennis met moede oogen
aan.
„Neen, om je dat te vertellen heb ik je niet
geroepen. Ik wou jullie integendeel iets na
laten, namelijk de opbrengst van mijn laatste
eh karweitje."
Hg zag de belangstelling op twee gezichten
en glimlachte.
„En om een voorwaarde te stellen."
De belangstelling verminderde. Ralph had
er een voorgevoel van, wat volgen zou, en
dat bezorgde hem een onplezierige gewaar
wording. Blijkbaar had George weer eens last
van broederliefde, en Ralph's eenig gevoelen
jegens zijn broers was, dat hg' hen dulden zou,
als het niet anders kon. Zijn „welke dan?" en
de uitdrukking van Dennis' gezicht waren
veelzeggend genoeg. Met Jan was het anders
gesteld. Zelfs de verwijdering tusschen hen
had zijn genegenheid voor zijn oudsten broer
niet verminderd.
„Zooals jullie weten, heb ik een heel
aardigen slag kunnen slaan," begon George.
„En er een heel aardigen prijs voor betaald,
zei Jan.
„De prijs is evenredig aan de waar... als
me iets spijt, dan is het alleen dat, wat ik in
jullie oogen zie."
„Tranen?" veronderstelde Dennis onver
schillig.
„Vijandschap. Ik vraag me af, of het wel
de moeite waard is, wat ik wil doen."
„En ik vraag me af, ot je voornemens al
deze soesah waard zijn," snauwde Ralph.
De kolonel hoestte plotseling en bracht een
zakdoek aan zijn lippen. Daarbij viel zgn
kamerjapon open en kwam een onhandig
aangelegd verband, dwars over zijn borst te
voorschijn.