Stadsnieuws
DE
STROOPER.
Tweede Blad
Ernstige autobotsing
op de Langevliet.
Burgerlijke Stand
{baandag 5 October 1936
van Den Helder
„Repelsteeltje" in den
R*K* Volksbond*
Licht op voor alle voertuigen
De Heldersche Courant
Dagblad
Het De Boer-van Rijk-
ensemble aan groot
gevaar ontsnapt*
De eerste Caberet-avond
van het M.S.F*
F E U 1 L L E T ON.
DOOR
PETER BARON.
BAZAR „TESSELSCH.ADE".
T^en schrijft ons:
f "en wij U nog even herinneren aan de
van „Tesselschade", welke Dinsdag en
iaZaT me 6 en 7 October van 35 uur zal
gehouden in het Mil. Tehuis in de
W «traat? U komt toch ook eens kijken?
SP°°r, y niet dadelijk iets noodig hebben,
Jl° ht is er wel iets aardiSs biJ voor de
we'Uc Nicoiaas! Dat lijkt nog wel ver
"""^doch vóór U 't weet is het 5 December.
we=' -t y misschien met Uw handen in het
paDr en denkt: „Hoe kom ik nog aan een
end cadeau" en nu kunt U op Uw gemak
PaS® gt en te keur uitzoeken en U doet met
te hier te koopen een goed werk.
jjll cö
VERNIEUW UW HUISNUMjMER.
Onduidelijk nummer strafbaar.
«TH vernemen dat het aan zijn woning heb-
an een niet leesbaar huisnummer straf-
ben v.g Veien onzer stadgenooten zal onge-
baa-feld het nummer plaatje, dat indertijd van
tWLentewege bevestigd werd, wel zoodanig
afgesleten, dat het nummer niet meer is
blezen. De plaatjes waren van niet al te
h.,te hoedanigheid.
Voor den prijs van 10 cent zijn aan het
tJadBüiS zeer deugdelijke plaatjes te krijgen,
w e dus een onleesbaar nummer heeft, wat
bovendien zeer ongeriefelijk is, voorzie zich
van een nieuw plaatje.
Zaterdagmorgen heeft op de Langevliet een
autobotsing plaats gevonden, die behalve
oote materieele schade, wonder boven won
der geen menschenlevens gekost heeft.
Te omstreeks kwart over tien kwam op ge
noemden weg, vanuit de richting Den Helder,
de luxe-auto van den heer Van den Berg uit
Breezand aangereden. Hierin zaten de boek
houder van de firma, een 3-jarig meisje en
aan het stuur de zoon van den heer Van den
B On'o-eveer ter hoogte van het sportterrein
van KVT, waar zich aan den kant van den weg
een zanderij bevindt, kwam toen den weg op
rijden een vrachtauto van den heer Conneman,
bestuurd door den chauffeur H. S. Vermoede
lijk heeft de chauffeur de bocht, om op den
weg te komen, te groot genomen, met het ge
volg, dat de beide voertuigen met elkaar in
botsing kwamen.
De kracht, waarmede beide voertuigen
tegen elkaar opkwamen was groot en de slag
was tot ver in de omgeving hoorbaar.
De luxe auto werd een 30-tal meters wegge
slagen, sloeg daarna over den kop, en kwam
tenslotte zijdelings in de naast den weg zijnde
sloot terecht. Het mag een wonder genoemd
worden, dat geen enkele der 3 inzittenden
eenige verwonding bekwam. Later bleek, dat
de wagen aan den linkerkant geheel vernield
was.
Wat de vrachtauto betreft, deze moest zijn
voorstel ir den strijd laten.
Later op den dag is de personenauto door
garage Nel is getransporteerd, terwijl de heer
Conneman y:eh over zijn eigen, danig gede
monteerd vehikel mocht ontfermen.
Door de politie is proces-verbaal opgemaakt.
van 3 October 1936.
GEHUWD: P. J. Enter en A. W. W.
Schouten.
BEVALLEN: N. H. Nebbelingvan Horik,
W. C. RinsmaKuipers, d.
OVERLEDEN: B. Burgers, (m), 81 jaar.
En een aandachtig jeugdpubliek.
Het grootste bewijs, dat de voorstelling in
sloeg, lag Zondagmiddag wel in de stilte, die
over de jeugdige toeschouwers kwam zoodra
het scherm op was. Strak luisterend en de
oogen uitstarend naar de fraaie kleeding van
de deelneemsters, zat de lieve jeugd, dei enkele
minuten geleden nog rumoerde en brulde en
propjes schoot, vol aandacht nu voor het
groote gebeuren.
Natuurlijk wist ieder, dat het goed af zou
loopen...... Dat kon toch ook nooit wéér zijn,
dat die dwerg zoo maar dat kleine kindje van
het prinselijke echtpaar zou kunnen mee
nemen
Ze genoten, rondom ons heen, en wij genoten
op ons beurt van de gezonde opmerkingen die
vielen indien er weer een stap in het voordeel
van de prinses en den prins gekomen was. Niet
dat de dwerg (Miesje Hirsch) nu zooveel kwaad
deed, integendeel, hij (zij) was zelfs tot eenig
toegeven bereid, maar de sympathie ging nu
eenmaal in de richting van het zoo zwaar be
proefde prinselijke paar (Greetje Groenewegen
en Hetty van Alphen) bij wien de droefheid op
het gelaat lag.
Eigenlijk hadden zij het zelf verdiend. Want
de Koningin (Elly Möller) wilde haar zoon na
tuurlijk alleen maar laten huwen met een meis
je, hem waardig. En als dan Miranda, de doch
ter van een molenaar, mag laten zien hoe zij op
het spinnewiel terecht kan, verzekert zij zich de
hulp van den dwerg om „gouden" draden te
spinnen, wat weer tot gevolg heeft, dat zij de
gemalin van den prins wordt. In haar dank
baarheid behoeft zij den dwerg „alles wat hij
vraagt". En die wil, twee jaar later, den jong
geborene hebben, tenzijmen zijn naam
raadt.
Er is gelukkig een trouwe ridder aan het
hof, en deze (Sella Möller) neemt de taak op
om, gewapend met een blauw cahier en een
potlood alle denkbare namen op te zoeken.
Maar hij heeft geen succes, totdat hij in de
dwergengrot belandt en daar den dwerg hoort
zingen:
,,'t Is maar goed, dat niemand weet,
„Dat ik Repelsteeltje heet".
Hij springt een gat in de lucht en natuurlijk
moet de dwerg nu van zijn „belooning" af
stand doen.
Met een aardig koortje wordt hem duidelijk
gemaakt, dat het toch eigenlijk zóó in orde is,
ook door zijn eigen kornuiten.
Er traden bij deze voorstelling drie volwas
senen op, die echter achter de schermen
bleven. Het waren mej. J. Albers, die de spel-
leiding had, mej. Alie v. d. Wouw, die de aan
kleeding verzorgd had, en mej. Rie van
Am'ésïoort, die muzikaal leidde. Wij kunnen
werkelijk geen keus doen uit dit trio, indien
het er om zou gaan te zeggen wie méér succes
heeft geoogst. Het spel zat er goed in, heele-
maal niet stijf of „kinderachtig", de koortjes
en de solisten waren goed, en de costumes
waren een lust voor het oog. Het koninginne
tje met haar mooie hermelijnen mantel, be-
heerschte haar omgeving. De grappigste ver
schijning was de molenaar (Atie Sinnige) en
verreweg het beste van allen was de dwerg.
Keurig gedaan, Miesje!
Alle medespelenden waren z.g. „Kruiskinder-
tjes", de jongste afdeeling van de Graal, met
uitzondering van de wel heel jeugdige Matje v.
Amesfoort, die in een voorafgaande voordracht
de rol van kleuter, die het liedje van verlan
gen zingt, had te vervullen, en wel een extra
pluimpje mag hebben voor haar Shirley Temple
taak
Ook voor de Graal, die den middag organi
seerde, was het een succes, want een zoo eivolle
zaal zal wel niemand verwacht hebben
Maandag 5 Oct18.58
Het spreekt vanzelf, dat wij zeer benieuwd
waren hoe de nieuwe Heldersche Courant door
onze abonné's werd ontvangen. Wrj mogen
zeggen, dat de overgang tot dagblad algemeen
met instemming is begroet. Den Helder is
langzamerhand gegroeid tot een gemeente
waarvoor het bezit van een behoorlijk dagblad
een eisch werd.
Over de verandering ten opzichte van uiter
lijk en formaat is moeilijk te oordeelen. Men
is sterk geneigd vast te houden aan het oude,
waardoor men de betere kwaliteiten van het
nieuwe dikwijls over het hoofd ziet. Nochtans
loopen de meeningen hierover zeer uiteen. De
een acht het formaat te klein, de ander vindt
het handig. Smaken verschillen. Zooals wij
echter reeds eerder mededeelden, zijn wij voor
het oogenblik op technische gronden tot het
huidige formaat moeten overgaan. De nabije
toekomst brengt hierin mogelijk nog verande
ring.
Wij vertrouwen, dat de groote actualiteit
van ons Heldersch Dagblad zal vergoeden wat
sommigen in vergelijking met de oude courant
meenen te moeten missen.
Geen ontslagen.
De directie van de Heldersche Courant
maakt van deze gelegenheid gebruik om
nadrukkelijk te verklaren, dat de hier ter
plaatse loopende geruchten omtrent ont
slag van personeel, IN ELK OPZICHT
ONJUIST ZIJN.
De eenige verandering die inzake het per
soneel heeft plaats gehad bestaan hierin, dat
in verband met de meerdere administratieve
werkzaamheden het kantoorpersoneel werd
uitgebreid.
Buiten deze uitbreiding werken aan de Hel
dersche Courant evenveel menschen als vroe
ger.
Een zeer groot deel van de 100 menschen
ongerekend de 25 bezorgers die aan ons
bedrijf verbonden zijn, is evenwel alléén werk
zaam voor de vervaardiging van drukwerk
van allerlei aard. Om deze groep menschen in
tijden als de huidige aan den gang te houden
is heel veel werk noodig. Daartoe kunnen alle
Helderschen het hunne bijdragen. In dit op
zicht verheugt ons de thans tot uiting komen
de belangstelling in het wel en wee van ons
bedrijf en het daar werkzame personeel.
De touring-car der tooneelisten
bij Schoorldam op een melkauto
gereden. Een 3-tal artisten ge
wond. Mevr. de Boerv. Rijk...
de eeuwig phlegmatieke. Dave
rende ovaties van een volle Casino-
zaal.
Zelden zal het Heldersche tooneelsei-
zoen, hetwelk gisteravond in Casino aan
gevangen is met een opvoering van Henri
van Wermeskerken's ontelbare malen ge
speelde „Tropenadel" een zóó bewogen
verloop gehad hebben als dit deze maal
het geval was.
Was daar eerst het plotselinge aflasten
geweest van de opvoering van Heijermans
„Allerzielen", ten overvloede verscheen
om kwart over achten voor het voetlicht
de administrateur van het De Boervan
Rijk-ensemble, dat de voorstelling ver
zorgde, de heer Hein de Vries, met de
ontstellende mededeeling, dat het gezel
schap, dat de tocht van Amsterdam naar
Den Helder per touringcar maakte, een
ongeval getroffen had.
De mededeeling, dat het gezelschap, en
grand complet, ondanks de doorgestane
emoties en ondanks de verwondingen van
eenige artisten, toch zou spelen, ontlokte,
zooals begrijpelijk, een daverende ovatie
van het publiek.
Met nog geen 15 minuten vertraging
ving te half negen de voorstelling van
het Indische blijspel aan.
Omtrent den aard van dit wel zeer sensatio-
neele ongeval kunnen wjj het volgende mede-
deelen
Het De Boervan Rijk-ensemble, bestaande
uit een 12-tal personen, waaronder Neerlands
meest populaire actrice, Esther de Boervan
Rijk, was dien avond reeds vroeg uit Amster
dam vertrokken met een touringcar van de
maatschappij „Zaanland", welke gereden werd
door de" „lijf-chauffeur" van het gezelschap,
den heer Schermer, een man aan wiens hoede
men zich reeds verscheidene jaren (en dat
zonder één ongeval) toevertrouwd had.
Ter hoogte van Schoorldam, op den Kanaal
dijk, vóór de boerderij van den heer H. Delver,
heeft toen het ongeluk plaatsgegrepen, dat
zeer ernstige gevolgen had kunnen hebben.
Op een gegeven moment, toen de reis
wagen zeker niet sneller reed dan 40 km,
zag Schermer plotseling in de duisternis
een zwart gevaarte voor zich opdagen,
dat zich op het miden van den weg be
vond. Het bleek niet meer mogelijk te
stoppen, en met een z—aren klap botste
de reiswagen tegen het obstakel aan, dat,
naar later bleek, een melkauto was, die
nagenoeg zonder verlichting dwars over
den rijweg stond.
De gevolgen.
De gevolgen waren vrij ernstig. Het voorste
gedeelte van het vehikel, waarin zich de too
neelisten bevonden, werd geheel vernield,
evenals alle ruiten.
Mevr. de Boervan Rijk, die juist een dutje
deed, werd van haar fauteuil afgesmeten, doch
niet gewond.
met haar hoofd door een zijruit en werd vrij
Corry Korevaar, de bekende actrice, sloeg
ernstig aan neus en wang geblesseerd.
Mevr. de Vriesde Boer, een dochter van
de 83-jarige actrice, kwam tegen een voor
stang aan en kreeg lichte kwetsuren aan het
hoofd, terwijl de heer Hein de Vries, de admi
nistrateur, aan het linkerbeen verwondingen
opliep.
De overigen van het gezelschap kwamen
met den schrik vrij.
De kalmste
Op de boerderij, waarvoor zich het ongeval
afspeelde, werden de onfortuinlijke artisten
zeer gastvrij ontvangen. Hier heeft men
oogenblikkelijk eerste hulp laten aanbrengen
met het zich in den auto bevindende verband
en wel door een der inzittenden, den heer
Schuit, vertegenwoordiger van de firma Hol-
dert en Co.
Het is vanzelfsprekend dat allen zeer onder
den indruk waren van het voorgevallene. Niet
alzoo de bejaarde actrice, die dit alles
merkwaardig phlegmatiek opvatte, en volgens
haar reisgezellen niet in het minst uit haar
evenwich'- gebracht was.
Na verbonden te zijn heeft Wim Pauw zich
de zoo sensationeel onderbroken tocht naar
naar Alkmaar laten brengen, alwaar hij een
tweetal auto's wist te charteren, waarmede
Den Helder voortgezet werd, en waar men
met slechts een geringe vertraging arriveerde.
En om half negen ging „Tropenadel".
En het ging alsog er niets gebeurd was.
En daar bij Schoorldam niet de Dood over
den duisteren weg gewaard had.
Dat het ensemble speelde, zij het met een
aan den wang verbonden Corry Korevaar, is
een prestatie, waarvoor men respect mag
hebben.
Dat echter de 83-jarige Esther de Boer—
van Rijk dien avond haar rol van Juffrouw
van der Kooij op een wijze speelde alsof er
geen vuiltje aan de lucht was geweest, dat
vereischt méér dan respect.
Het is een onbegrepen wonder der vitaliteit
van een generatie, die ons met ontzag en
eerbied vervult.
De vertolking van „Tropenadel".
„Tropenadel"vaardig geschreven blijspel
uit het Indische leven door den romancier van
Wermeskerken, en vaardig gegeven gisteren
avond door het de Boer—van Rijk-ensemble,
waarvan men toch had mogen verwachten, dat
het niet voor 100 pet. capabel tot opvoeren ge
weest zou zijn.
Tropenadeldat vertelt ons van het won
der, dat Insulinde ons brengt. Het wonder, dat
daar de betere standen zich gaan verheffen en
de hoogere standen gaan „vliegen". Tropen
adel, dat is de dwaasheid van den Europeaan,
die in zijn goede Holland niets gewend zijnde,
zich hier aan de vetpotten van Indië komt
laven en die tegelijk met de laving de controle
over z'n normaal functionneerend IK verliest.
Het is een dankbaar onderwerp en vele
auteurs hebben ieder op hun wijze dit geroman-
ticeerd, van van Wermeskerken tot Szèkely
Lulofs.
En gisterenavond werd die tropenkolder ons
geschilderd door het de Boervan Rijk-en
semble en we hebben er van genoten. We heb
ben ons zitten te verbijten aan de sarcasmen,
die juffrouw van der Kooy, de goed-meenende
juffrouw van den zelfkant van Amsterdam de
biteert in het milieu van would-be standing en
dito beschaving. Hoe zij reageert op al de
dwaasheid van die tropische society, die door
en door dwaas en evenzeer verwerpelijk is.
Het verhaal is tenslotte té overbekend om
het hier te releveeren. Degenen, die het boek
niet lazen, zullen in ieder geval de filmische
vertolking ervan gezien hebben.
Zooals het gisteravond gegeven werd, heeft
het ons weer goed gedaan. We hebben begre
pen hoe het daar in dat schoone Insulinde eens
was (of is?) en velen van ons hebben zich dat
alles als een spiegel der waarheid voor kunnen
houden
Esther de Boervan Rijkoch, is het
noodig hier bijzonderheden te geven van haar
spel. Van haar wonderbaarlijke vitaliteit en van
haar lenigheid, ondanks haar 83 jaren
Het zij voldoende te getuigen, dat dit alles
prachtig liep en dat zij, evenals zij dit vele
jaren geleden deed, haar juffrouw van der
Kooy bracht zooals juffrouw van der Kooy in
derdaad eens geweest moet zijn.
Van de overige cast een speciaal woord van
hulde voor Johan Timrott, die bij zijn geestig
heid nimmer overdreef en zijn rol gaf op een
wijze die wij alleszins talentvol zouden willen
noemen.
Corry Korevaar was charmant, een vlot
type, en wier stijgend succes op de planken
zeer begrijpelijk is. Sternberg als mr. Sweet
viel ons even tegen. Als uitbeelding hebben wij
zijn figuur wel eens beter gezien.
De overigen waren allen voor hun taak be
rekend en zoo werd het een opvoering waar
van genoten is. En de bloemen voor de dames
en het applaus voor allen, waren ditmaal wel
heel bijzonder verdiend.
Gaarne zullen wij dan ook dit gezelschap
weer naar het Noorden zien komen, zij het met
een iets minder sensationeele entrée de salon...
Een volle zaal en een ouderwet-
sche stemming.
Zaterdagavond heeft in Casino plaats ge
vonden de eerste, als non-stop cabaret-avond
aangekondigde uitvoering van ons plaatselijk
Marine Sanatorium Fonds, d.w.z. de eerste in
het seizoen 1936'37.
Het lijkt ons vrijwel overbodig op deze
plaats nog eens speciaal te wijzen op het
streven van het M.S.F. Ieder rechtgeaard
Jutter en ieder rechtgeaard marineman weet
wat hetM.S.F. wil en kent het prachtige prin
cipe ervan.
Zij hadden hun revolver in de hand, maar
at was onnoodig. Zij vonden George, waar
fijn broers hem hadden verlaten. Hij staarde
nw recht aan, toen zij binnenkwamen, en
leef staren bij de woorden van Keating:
„We moeten jou hebben, George!"
De inspecteur begon het bevel tot arrestatie
v°or te lezen, maar de beschuldigingen klonken
Wor doove ooren. Nog dreunde Keating zijn
formules op, toen Kaye een stap voorwaarts
eed en een hand op zijn arm legde. Kaye wist
ovenveel als do meeste doktoren, maar het
ad hem toch een goede twintig seconden
Sekost, vóór hij zich die strak starende oogen
111 den kolonel verklaren kon.
„Hou maar op, Sam," zei hij langzaam.
betaT^6, 'S Z^n re^enin§' ergens anders gaan
Samen keken zij neer op den dooden man.
een van beiden voelde een bijzonder medelij-
Teleurstelling drong zich bij hen op den
°rgrond. Teleurstelling, dat de kolonel, die
6nH- h.eele idven ontsnapt was, tenslotte door
ko^<% sterven nog aan den strop was ont-
g „Sommige menschen krijgen al de jam, an-
alleen de pitten, en ik ben een van de
brf„ften'" £romde Keating, terwijl hij zijn
d neerwierp.
„Wal heeft hem goed geraakt. George werd
oud," vervolgde hij en begon de zakken van
den doode om te draaien. Kaye maakte den
inventaris van den inhoud op. Zij waren nog
bezig, de weinige wereldsche bezittingen van
George te onderzoeken, toen Brown met drie
lui van de Squad in de deuropening verscheen.
„Doorzoek het huis maar," droeg Keating
hun op. „Je zult wel niets vinden, maar het
zal je er van weerhouden, iets verkeerds te
doen."
Hij nam de telefoonhoorn van het toestel op
de tafel en vroeg een nummer aan. Zijn op
dracht aan den superintendant van de Mor-
tuary was kort en zakelijk. Zoo kort, dat hij
den hoorn midden in een opmerking van den
ander weer op zijn plaats legde.
Op dat weinig genoeglijke oogenblik be
schouwde Keating zijn baantje en de daar
aan verbonden teleurstellingen met bitter
heid. Menige scherpe aanmerking op de ma
nier, waarop Brown het geval aangepakt had,
viel hem in, en hij versierde ze met talrijke
uitgezochte benamingen. Deze zouden ser
geant Brown waarschijnlijk gehinderd heb
ben, maar iemanu anders amuseerden ze, en
die iemand was de Strooper.
In de garage naast het huis zat hij op een
omgekeerde kist rustig te rooken en verlus
tigde zich in Keating's vernuftig betoog. Hij
had een paar koptelefoons aan, die door een
dun draadje verbonden waren met een zwart
kistje in een in den muur ingelaten gereed
schapskist. De dictograaf verbond de garage
met het huis en Keating's opmerkingen waren
voor den ongezienen luisteraar duidelijk te
hooren. Ze verschaften hem veel genoegen,
maar toch niet zooveel, dat hij de voorzich
tigheid uit het oog verloor. Zelfs bij de schil
derachtigste uitvallen van den inspecteur
bleef hjj zijn oogen op het kleine raampje van
de garage gericht houden. Niet, dat daardoor
zijn pleizier verminderde, want hij was iemand
van veelzijdige begaafdheid en kon gemak
kelijk aandachtig naar iets luisteren en tege
lijk ingespannen over iets anders denken. Ten
gevolge van een lekken band was hij zestig
minuten te laat gekomen om een slag te
slaan, zooals er zich misschien nooit meer zou
voordoen. Dat was een beproeving, zwaar ge
noeg om iemands geduld uit te putten, maar
in tegenstelling met Keating had de Strooper
een wijsgeerigen blik op dergelijke teleurstel
lingen. Dat nam niet weg, dat er andere din
gen waren, die hij uit een minder wijsgeerig
oogpunt beschouwde. In het bijzonder de om
standigheid, dat de Squad het huis en het
erf doorzocht en elk oogenblik de auto met
den defecten band, die achter het huis stond,
zou kunnen ontdekken. Die auto was voor
den Strooper verder van geen nut en het ver
lies er van zou hem niets deren, voornamelijk
neit, omdat de wagen toch aan een ander toe
behoorde. Maar het was nu eenmaal een bij
zondere liefhebberij van de Squad, de eigenaars
of tenminste de laatste bezitters van onbe
heerd achtergebleven auto's op te sporen, en
de Strooper had zijn redenen om een ontmoe
ting met de Squad of inspecteur Keating zoo
veel mogelijk te vermijden. Vooral Keating
wilde hij liever uit de buurt blijven, want die
was niet erg vergevensgezind van natuur en
na hun laatste onderhoud zou hij nogal het
een en ander te vergeven hebben!
Bij die gedachte glimlachte de Strooper in
het donker. Hij had bij die gelegenheid den
aftocht van den kolonel zeer afdoende ge
dekt! Vóór een verraderlijke bandenpech zijn
berekeningen in de war stuurde, was er maar
één persoon om mee te deel en: de kolonel.
Nu was het geheim, waar de bracelet geble
ven was, verdeeld onder drie anderen. Wel
iswaar geen onoverkomelijke moeilijkheid,
maar toch ontmoedigend.
Ernstig peinzend over de verkeerde schik
kingen van het noodlot, doofde de Strooper
zijn sigaret uit en zette de koptelefoons weer
in de gereedschapskast, waar hij ze met een
poetsdoek bedekte. Hij beschouwde de instal
latie van dat kleine apparaat als een van de
opmerkelijkste dingen, die hij ooit had ge
daan. Vrijgesteld van elk antwoord had hij
zich ongestoord kunnen verheugen in Kea
ting's monoloog over de afstamming van den
mensch van de apen. En Keating's inspiratie
was daarmee nog geenszins uitgeput, ze werd
integendeel aanmerkelijk verhoogd door
Brown's onverwachte terugkomst. Terwijl hij
boven op de stoep stond, aanschouwde Kea
ting Brown's triomfantelijke aankomst in de
lange grijze roadster van de Squad met
moorddadige gevoelens. Er lag, toen hij uit
stapte, een uitdrukking van vergenoegde
voldaanheid op zijn gezicht, die Keating hin
derde. De omstandigheid, dat de roadster een
kleinere auto op sleeptouw had, wekte niet
onmiddellijk Keating's belangstelling op.
„Als je het zoo leuk vind, in de laan op
en neer te rijden, zal ik natuurlijk je kinder
lijk pleizier niet bederven," merkte hij met
kennelijk sarcasme op. „Maar wat is nou
eigenlijk jouw bedoeling, een autotentoonstel
ling midden in den nacht?"
„Dezen wagen gevonden achter het huis,
mijnheer," rapporteerde Bron.
Keating keek er misprijzend naar. Het was
een sierlijke blauwe conduite intérieurs, ta
melijk nieuw.
„Hm. Van wie is die?"
„Niet van Ralph of Jan, en Dennis reed
een Chrysler."
„Zijn de lui nog in den tuin?"
„Ja mijnheer. Hij schijnt verlaten te zijn."
Wat had je dan gedacht? Een tuinfeest?"
Keating keek zijn ondergeschikte strak aan
en Brown begon zich onprettig te gevoelen.
„Zet dat vervloekte ding in de garage,"
ging Keating door. „We kunnen het niet den
geheelen nacht rondsjouwen. De lui hier
moeten den eigenaar maar opsporen."
Brown salueerde en stapte weer in den
auto. Hij reed den wagen in een halven boog'
rond en zette hem voor de garage, onderwijl
Keating nog stond te mopperen.
Onder de hoonende oogen van zijn meer
dere zette Brown den Benz van de Spuad
achteruit en maakte den anderen wagen los.
Toen opende hij de deuren van de garage en
begon zijn vondst naar binnen te werken.
Keating wachtte en rookte peinzend zijn
pijp, terwijl hij het vraagstuk van Brown's
afstamming verder uitspon. Na vijf minuten
kwam hij tot het besluit, dat Brown in de ga
rage in slaap gevallen moest zijn. Wat, of
schoon niet de volle waarheid, toch wel een
tamelijk juiste hypothese was. Inderdaad was
Brown buiten bewustzijn. Een schroeven-
sleutel, uitwending aangewend, veroorzaakt
gewoonlijk een zekere machteloosheid bij den
patiënt.
Keating vermoedde daarvan niets, maar
toen de minuten verliepen, glimlachte hij be
rustend en nam zich voor, Brown omtrent
zijn afstamming nader te gaan inlichten.
Verder dan dat voornemen kwam hij echter
niet. Toen hij de stoep wilde afgaan, sloeg
iets tegen den steenen deurpost en een steen
splinter trof hem pijnlijk in het gezicht. Met
een gebrom van schrik sprong hij terug en
sloeg juist de deur achter zich dicht, toen nog
twee kogels op de gladde pilaren aan weers
zijden van den ingang afstuitten. Op hetzelfde
oogenblik sprong een lenige gestalte op de
chauffeursplaats van den Squad-auto. Super
intendant Kaye was de eenige, die hem als
een dolle de laan uit zag jakkeren, maar heel
Reigate hoorde het zware gebrul van den