Stadsnieuws DE STROOPER. Tweede Blad Ernstige autobotsing op de Langevliet. Burgerlijke Stand {baandag 5 October 1936 van Den Helder „Repelsteeltje" in den R*K* Volksbond* Licht op voor alle voertuigen De Heldersche Courant Dagblad Het De Boer-van Rijk- ensemble aan groot gevaar ontsnapt* De eerste Caberet-avond van het M.S.F* F E U 1 L L E T ON. DOOR PETER BARON. BAZAR „TESSELSCH.ADE". T^en schrijft ons: f "en wij U nog even herinneren aan de van „Tesselschade", welke Dinsdag en iaZaT me 6 en 7 October van 35 uur zal gehouden in het Mil. Tehuis in de W «traat? U komt toch ook eens kijken? SP°°r, y niet dadelijk iets noodig hebben, Jl° ht is er wel iets aardiSs biJ voor de we'Uc Nicoiaas! Dat lijkt nog wel ver """^doch vóór U 't weet is het 5 December. we=' -t y misschien met Uw handen in het paDr en denkt: „Hoe kom ik nog aan een end cadeau" en nu kunt U op Uw gemak PaS® gt en te keur uitzoeken en U doet met te hier te koopen een goed werk. jjll cö VERNIEUW UW HUISNUMjMER. Onduidelijk nummer strafbaar. «TH vernemen dat het aan zijn woning heb- an een niet leesbaar huisnummer straf- ben v.g Veien onzer stadgenooten zal onge- baa-feld het nummer plaatje, dat indertijd van tWLentewege bevestigd werd, wel zoodanig afgesleten, dat het nummer niet meer is blezen. De plaatjes waren van niet al te h.,te hoedanigheid. Voor den prijs van 10 cent zijn aan het tJadBüiS zeer deugdelijke plaatjes te krijgen, w e dus een onleesbaar nummer heeft, wat bovendien zeer ongeriefelijk is, voorzie zich van een nieuw plaatje. Zaterdagmorgen heeft op de Langevliet een autobotsing plaats gevonden, die behalve oote materieele schade, wonder boven won der geen menschenlevens gekost heeft. Te omstreeks kwart over tien kwam op ge noemden weg, vanuit de richting Den Helder, de luxe-auto van den heer Van den Berg uit Breezand aangereden. Hierin zaten de boek houder van de firma, een 3-jarig meisje en aan het stuur de zoon van den heer Van den B On'o-eveer ter hoogte van het sportterrein van KVT, waar zich aan den kant van den weg een zanderij bevindt, kwam toen den weg op rijden een vrachtauto van den heer Conneman, bestuurd door den chauffeur H. S. Vermoede lijk heeft de chauffeur de bocht, om op den weg te komen, te groot genomen, met het ge volg, dat de beide voertuigen met elkaar in botsing kwamen. De kracht, waarmede beide voertuigen tegen elkaar opkwamen was groot en de slag was tot ver in de omgeving hoorbaar. De luxe auto werd een 30-tal meters wegge slagen, sloeg daarna over den kop, en kwam tenslotte zijdelings in de naast den weg zijnde sloot terecht. Het mag een wonder genoemd worden, dat geen enkele der 3 inzittenden eenige verwonding bekwam. Later bleek, dat de wagen aan den linkerkant geheel vernield was. Wat de vrachtauto betreft, deze moest zijn voorstel ir den strijd laten. Later op den dag is de personenauto door garage Nel is getransporteerd, terwijl de heer Conneman y:eh over zijn eigen, danig gede monteerd vehikel mocht ontfermen. Door de politie is proces-verbaal opgemaakt. van 3 October 1936. GEHUWD: P. J. Enter en A. W. W. Schouten. BEVALLEN: N. H. Nebbelingvan Horik, W. C. RinsmaKuipers, d. OVERLEDEN: B. Burgers, (m), 81 jaar. En een aandachtig jeugdpubliek. Het grootste bewijs, dat de voorstelling in sloeg, lag Zondagmiddag wel in de stilte, die over de jeugdige toeschouwers kwam zoodra het scherm op was. Strak luisterend en de oogen uitstarend naar de fraaie kleeding van de deelneemsters, zat de lieve jeugd, dei enkele minuten geleden nog rumoerde en brulde en propjes schoot, vol aandacht nu voor het groote gebeuren. Natuurlijk wist ieder, dat het goed af zou loopen...... Dat kon toch ook nooit wéér zijn, dat die dwerg zoo maar dat kleine kindje van het prinselijke echtpaar zou kunnen mee nemen Ze genoten, rondom ons heen, en wij genoten op ons beurt van de gezonde opmerkingen die vielen indien er weer een stap in het voordeel van de prinses en den prins gekomen was. Niet dat de dwerg (Miesje Hirsch) nu zooveel kwaad deed, integendeel, hij (zij) was zelfs tot eenig toegeven bereid, maar de sympathie ging nu eenmaal in de richting van het zoo zwaar be proefde prinselijke paar (Greetje Groenewegen en Hetty van Alphen) bij wien de droefheid op het gelaat lag. Eigenlijk hadden zij het zelf verdiend. Want de Koningin (Elly Möller) wilde haar zoon na tuurlijk alleen maar laten huwen met een meis je, hem waardig. En als dan Miranda, de doch ter van een molenaar, mag laten zien hoe zij op het spinnewiel terecht kan, verzekert zij zich de hulp van den dwerg om „gouden" draden te spinnen, wat weer tot gevolg heeft, dat zij de gemalin van den prins wordt. In haar dank baarheid behoeft zij den dwerg „alles wat hij vraagt". En die wil, twee jaar later, den jong geborene hebben, tenzijmen zijn naam raadt. Er is gelukkig een trouwe ridder aan het hof, en deze (Sella Möller) neemt de taak op om, gewapend met een blauw cahier en een potlood alle denkbare namen op te zoeken. Maar hij heeft geen succes, totdat hij in de dwergengrot belandt en daar den dwerg hoort zingen: ,,'t Is maar goed, dat niemand weet, „Dat ik Repelsteeltje heet". Hij springt een gat in de lucht en natuurlijk moet de dwerg nu van zijn „belooning" af stand doen. Met een aardig koortje wordt hem duidelijk gemaakt, dat het toch eigenlijk zóó in orde is, ook door zijn eigen kornuiten. Er traden bij deze voorstelling drie volwas senen op, die echter achter de schermen bleven. Het waren mej. J. Albers, die de spel- leiding had, mej. Alie v. d. Wouw, die de aan kleeding verzorgd had, en mej. Rie van Am'ésïoort, die muzikaal leidde. Wij kunnen werkelijk geen keus doen uit dit trio, indien het er om zou gaan te zeggen wie méér succes heeft geoogst. Het spel zat er goed in, heele- maal niet stijf of „kinderachtig", de koortjes en de solisten waren goed, en de costumes waren een lust voor het oog. Het koninginne tje met haar mooie hermelijnen mantel, be- heerschte haar omgeving. De grappigste ver schijning was de molenaar (Atie Sinnige) en verreweg het beste van allen was de dwerg. Keurig gedaan, Miesje! Alle medespelenden waren z.g. „Kruiskinder- tjes", de jongste afdeeling van de Graal, met uitzondering van de wel heel jeugdige Matje v. Amesfoort, die in een voorafgaande voordracht de rol van kleuter, die het liedje van verlan gen zingt, had te vervullen, en wel een extra pluimpje mag hebben voor haar Shirley Temple taak Ook voor de Graal, die den middag organi seerde, was het een succes, want een zoo eivolle zaal zal wel niemand verwacht hebben Maandag 5 Oct18.58 Het spreekt vanzelf, dat wij zeer benieuwd waren hoe de nieuwe Heldersche Courant door onze abonné's werd ontvangen. Wrj mogen zeggen, dat de overgang tot dagblad algemeen met instemming is begroet. Den Helder is langzamerhand gegroeid tot een gemeente waarvoor het bezit van een behoorlijk dagblad een eisch werd. Over de verandering ten opzichte van uiter lijk en formaat is moeilijk te oordeelen. Men is sterk geneigd vast te houden aan het oude, waardoor men de betere kwaliteiten van het nieuwe dikwijls over het hoofd ziet. Nochtans loopen de meeningen hierover zeer uiteen. De een acht het formaat te klein, de ander vindt het handig. Smaken verschillen. Zooals wij echter reeds eerder mededeelden, zijn wij voor het oogenblik op technische gronden tot het huidige formaat moeten overgaan. De nabije toekomst brengt hierin mogelijk nog verande ring. Wij vertrouwen, dat de groote actualiteit van ons Heldersch Dagblad zal vergoeden wat sommigen in vergelijking met de oude courant meenen te moeten missen. Geen ontslagen. De directie van de Heldersche Courant maakt van deze gelegenheid gebruik om nadrukkelijk te verklaren, dat de hier ter plaatse loopende geruchten omtrent ont slag van personeel, IN ELK OPZICHT ONJUIST ZIJN. De eenige verandering die inzake het per soneel heeft plaats gehad bestaan hierin, dat in verband met de meerdere administratieve werkzaamheden het kantoorpersoneel werd uitgebreid. Buiten deze uitbreiding werken aan de Hel dersche Courant evenveel menschen als vroe ger. Een zeer groot deel van de 100 menschen ongerekend de 25 bezorgers die aan ons bedrijf verbonden zijn, is evenwel alléén werk zaam voor de vervaardiging van drukwerk van allerlei aard. Om deze groep menschen in tijden als de huidige aan den gang te houden is heel veel werk noodig. Daartoe kunnen alle Helderschen het hunne bijdragen. In dit op zicht verheugt ons de thans tot uiting komen de belangstelling in het wel en wee van ons bedrijf en het daar werkzame personeel. De touring-car der tooneelisten bij Schoorldam op een melkauto gereden. Een 3-tal artisten ge wond. Mevr. de Boerv. Rijk... de eeuwig phlegmatieke. Dave rende ovaties van een volle Casino- zaal. Zelden zal het Heldersche tooneelsei- zoen, hetwelk gisteravond in Casino aan gevangen is met een opvoering van Henri van Wermeskerken's ontelbare malen ge speelde „Tropenadel" een zóó bewogen verloop gehad hebben als dit deze maal het geval was. Was daar eerst het plotselinge aflasten geweest van de opvoering van Heijermans „Allerzielen", ten overvloede verscheen om kwart over achten voor het voetlicht de administrateur van het De Boervan Rijk-ensemble, dat de voorstelling ver zorgde, de heer Hein de Vries, met de ontstellende mededeeling, dat het gezel schap, dat de tocht van Amsterdam naar Den Helder per touringcar maakte, een ongeval getroffen had. De mededeeling, dat het gezelschap, en grand complet, ondanks de doorgestane emoties en ondanks de verwondingen van eenige artisten, toch zou spelen, ontlokte, zooals begrijpelijk, een daverende ovatie van het publiek. Met nog geen 15 minuten vertraging ving te half negen de voorstelling van het Indische blijspel aan. Omtrent den aard van dit wel zeer sensatio- neele ongeval kunnen wjj het volgende mede- deelen Het De Boervan Rijk-ensemble, bestaande uit een 12-tal personen, waaronder Neerlands meest populaire actrice, Esther de Boervan Rijk, was dien avond reeds vroeg uit Amster dam vertrokken met een touringcar van de maatschappij „Zaanland", welke gereden werd door de" „lijf-chauffeur" van het gezelschap, den heer Schermer, een man aan wiens hoede men zich reeds verscheidene jaren (en dat zonder één ongeval) toevertrouwd had. Ter hoogte van Schoorldam, op den Kanaal dijk, vóór de boerderij van den heer H. Delver, heeft toen het ongeluk plaatsgegrepen, dat zeer ernstige gevolgen had kunnen hebben. Op een gegeven moment, toen de reis wagen zeker niet sneller reed dan 40 km, zag Schermer plotseling in de duisternis een zwart gevaarte voor zich opdagen, dat zich op het miden van den weg be vond. Het bleek niet meer mogelijk te stoppen, en met een z—aren klap botste de reiswagen tegen het obstakel aan, dat, naar later bleek, een melkauto was, die nagenoeg zonder verlichting dwars over den rijweg stond. De gevolgen. De gevolgen waren vrij ernstig. Het voorste gedeelte van het vehikel, waarin zich de too neelisten bevonden, werd geheel vernield, evenals alle ruiten. Mevr. de Boervan Rijk, die juist een dutje deed, werd van haar fauteuil afgesmeten, doch niet gewond. met haar hoofd door een zijruit en werd vrij Corry Korevaar, de bekende actrice, sloeg ernstig aan neus en wang geblesseerd. Mevr. de Vriesde Boer, een dochter van de 83-jarige actrice, kwam tegen een voor stang aan en kreeg lichte kwetsuren aan het hoofd, terwijl de heer Hein de Vries, de admi nistrateur, aan het linkerbeen verwondingen opliep. De overigen van het gezelschap kwamen met den schrik vrij. De kalmste Op de boerderij, waarvoor zich het ongeval afspeelde, werden de onfortuinlijke artisten zeer gastvrij ontvangen. Hier heeft men oogenblikkelijk eerste hulp laten aanbrengen met het zich in den auto bevindende verband en wel door een der inzittenden, den heer Schuit, vertegenwoordiger van de firma Hol- dert en Co. Het is vanzelfsprekend dat allen zeer onder den indruk waren van het voorgevallene. Niet alzoo de bejaarde actrice, die dit alles merkwaardig phlegmatiek opvatte, en volgens haar reisgezellen niet in het minst uit haar evenwich'- gebracht was. Na verbonden te zijn heeft Wim Pauw zich de zoo sensationeel onderbroken tocht naar naar Alkmaar laten brengen, alwaar hij een tweetal auto's wist te charteren, waarmede Den Helder voortgezet werd, en waar men met slechts een geringe vertraging arriveerde. En om half negen ging „Tropenadel". En het ging alsog er niets gebeurd was. En daar bij Schoorldam niet de Dood over den duisteren weg gewaard had. Dat het ensemble speelde, zij het met een aan den wang verbonden Corry Korevaar, is een prestatie, waarvoor men respect mag hebben. Dat echter de 83-jarige Esther de Boer— van Rijk dien avond haar rol van Juffrouw van der Kooij op een wijze speelde alsof er geen vuiltje aan de lucht was geweest, dat vereischt méér dan respect. Het is een onbegrepen wonder der vitaliteit van een generatie, die ons met ontzag en eerbied vervult. De vertolking van „Tropenadel". „Tropenadel"vaardig geschreven blijspel uit het Indische leven door den romancier van Wermeskerken, en vaardig gegeven gisteren avond door het de Boer—van Rijk-ensemble, waarvan men toch had mogen verwachten, dat het niet voor 100 pet. capabel tot opvoeren ge weest zou zijn. Tropenadeldat vertelt ons van het won der, dat Insulinde ons brengt. Het wonder, dat daar de betere standen zich gaan verheffen en de hoogere standen gaan „vliegen". Tropen adel, dat is de dwaasheid van den Europeaan, die in zijn goede Holland niets gewend zijnde, zich hier aan de vetpotten van Indië komt laven en die tegelijk met de laving de controle over z'n normaal functionneerend IK verliest. Het is een dankbaar onderwerp en vele auteurs hebben ieder op hun wijze dit geroman- ticeerd, van van Wermeskerken tot Szèkely Lulofs. En gisterenavond werd die tropenkolder ons geschilderd door het de Boervan Rijk-en semble en we hebben er van genoten. We heb ben ons zitten te verbijten aan de sarcasmen, die juffrouw van der Kooy, de goed-meenende juffrouw van den zelfkant van Amsterdam de biteert in het milieu van would-be standing en dito beschaving. Hoe zij reageert op al de dwaasheid van die tropische society, die door en door dwaas en evenzeer verwerpelijk is. Het verhaal is tenslotte té overbekend om het hier te releveeren. Degenen, die het boek niet lazen, zullen in ieder geval de filmische vertolking ervan gezien hebben. Zooals het gisteravond gegeven werd, heeft het ons weer goed gedaan. We hebben begre pen hoe het daar in dat schoone Insulinde eens was (of is?) en velen van ons hebben zich dat alles als een spiegel der waarheid voor kunnen houden Esther de Boervan Rijkoch, is het noodig hier bijzonderheden te geven van haar spel. Van haar wonderbaarlijke vitaliteit en van haar lenigheid, ondanks haar 83 jaren Het zij voldoende te getuigen, dat dit alles prachtig liep en dat zij, evenals zij dit vele jaren geleden deed, haar juffrouw van der Kooy bracht zooals juffrouw van der Kooy in derdaad eens geweest moet zijn. Van de overige cast een speciaal woord van hulde voor Johan Timrott, die bij zijn geestig heid nimmer overdreef en zijn rol gaf op een wijze die wij alleszins talentvol zouden willen noemen. Corry Korevaar was charmant, een vlot type, en wier stijgend succes op de planken zeer begrijpelijk is. Sternberg als mr. Sweet viel ons even tegen. Als uitbeelding hebben wij zijn figuur wel eens beter gezien. De overigen waren allen voor hun taak be rekend en zoo werd het een opvoering waar van genoten is. En de bloemen voor de dames en het applaus voor allen, waren ditmaal wel heel bijzonder verdiend. Gaarne zullen wij dan ook dit gezelschap weer naar het Noorden zien komen, zij het met een iets minder sensationeele entrée de salon... Een volle zaal en een ouderwet- sche stemming. Zaterdagavond heeft in Casino plaats ge vonden de eerste, als non-stop cabaret-avond aangekondigde uitvoering van ons plaatselijk Marine Sanatorium Fonds, d.w.z. de eerste in het seizoen 1936'37. Het lijkt ons vrijwel overbodig op deze plaats nog eens speciaal te wijzen op het streven van het M.S.F. Ieder rechtgeaard Jutter en ieder rechtgeaard marineman weet wat hetM.S.F. wil en kent het prachtige prin cipe ervan. Zij hadden hun revolver in de hand, maar at was onnoodig. Zij vonden George, waar fijn broers hem hadden verlaten. Hij staarde nw recht aan, toen zij binnenkwamen, en leef staren bij de woorden van Keating: „We moeten jou hebben, George!" De inspecteur begon het bevel tot arrestatie v°or te lezen, maar de beschuldigingen klonken Wor doove ooren. Nog dreunde Keating zijn formules op, toen Kaye een stap voorwaarts eed en een hand op zijn arm legde. Kaye wist ovenveel als do meeste doktoren, maar het ad hem toch een goede twintig seconden Sekost, vóór hij zich die strak starende oogen 111 den kolonel verklaren kon. „Hou maar op, Sam," zei hij langzaam. betaT^6, 'S Z^n re^enin§' ergens anders gaan Samen keken zij neer op den dooden man. een van beiden voelde een bijzonder medelij- Teleurstelling drong zich bij hen op den °rgrond. Teleurstelling, dat de kolonel, die 6nH- h.eele idven ontsnapt was, tenslotte door ko^<% sterven nog aan den strop was ont- g „Sommige menschen krijgen al de jam, an- alleen de pitten, en ik ben een van de brf„ften'" £romde Keating, terwijl hij zijn d neerwierp. „Wal heeft hem goed geraakt. George werd oud," vervolgde hij en begon de zakken van den doode om te draaien. Kaye maakte den inventaris van den inhoud op. Zij waren nog bezig, de weinige wereldsche bezittingen van George te onderzoeken, toen Brown met drie lui van de Squad in de deuropening verscheen. „Doorzoek het huis maar," droeg Keating hun op. „Je zult wel niets vinden, maar het zal je er van weerhouden, iets verkeerds te doen." Hij nam de telefoonhoorn van het toestel op de tafel en vroeg een nummer aan. Zijn op dracht aan den superintendant van de Mor- tuary was kort en zakelijk. Zoo kort, dat hij den hoorn midden in een opmerking van den ander weer op zijn plaats legde. Op dat weinig genoeglijke oogenblik be schouwde Keating zijn baantje en de daar aan verbonden teleurstellingen met bitter heid. Menige scherpe aanmerking op de ma nier, waarop Brown het geval aangepakt had, viel hem in, en hij versierde ze met talrijke uitgezochte benamingen. Deze zouden ser geant Brown waarschijnlijk gehinderd heb ben, maar iemanu anders amuseerden ze, en die iemand was de Strooper. In de garage naast het huis zat hij op een omgekeerde kist rustig te rooken en verlus tigde zich in Keating's vernuftig betoog. Hij had een paar koptelefoons aan, die door een dun draadje verbonden waren met een zwart kistje in een in den muur ingelaten gereed schapskist. De dictograaf verbond de garage met het huis en Keating's opmerkingen waren voor den ongezienen luisteraar duidelijk te hooren. Ze verschaften hem veel genoegen, maar toch niet zooveel, dat hij de voorzich tigheid uit het oog verloor. Zelfs bij de schil derachtigste uitvallen van den inspecteur bleef hjj zijn oogen op het kleine raampje van de garage gericht houden. Niet, dat daardoor zijn pleizier verminderde, want hij was iemand van veelzijdige begaafdheid en kon gemak kelijk aandachtig naar iets luisteren en tege lijk ingespannen over iets anders denken. Ten gevolge van een lekken band was hij zestig minuten te laat gekomen om een slag te slaan, zooals er zich misschien nooit meer zou voordoen. Dat was een beproeving, zwaar ge noeg om iemands geduld uit te putten, maar in tegenstelling met Keating had de Strooper een wijsgeerigen blik op dergelijke teleurstel lingen. Dat nam niet weg, dat er andere din gen waren, die hij uit een minder wijsgeerig oogpunt beschouwde. In het bijzonder de om standigheid, dat de Squad het huis en het erf doorzocht en elk oogenblik de auto met den defecten band, die achter het huis stond, zou kunnen ontdekken. Die auto was voor den Strooper verder van geen nut en het ver lies er van zou hem niets deren, voornamelijk neit, omdat de wagen toch aan een ander toe behoorde. Maar het was nu eenmaal een bij zondere liefhebberij van de Squad, de eigenaars of tenminste de laatste bezitters van onbe heerd achtergebleven auto's op te sporen, en de Strooper had zijn redenen om een ontmoe ting met de Squad of inspecteur Keating zoo veel mogelijk te vermijden. Vooral Keating wilde hij liever uit de buurt blijven, want die was niet erg vergevensgezind van natuur en na hun laatste onderhoud zou hij nogal het een en ander te vergeven hebben! Bij die gedachte glimlachte de Strooper in het donker. Hij had bij die gelegenheid den aftocht van den kolonel zeer afdoende ge dekt! Vóór een verraderlijke bandenpech zijn berekeningen in de war stuurde, was er maar één persoon om mee te deel en: de kolonel. Nu was het geheim, waar de bracelet geble ven was, verdeeld onder drie anderen. Wel iswaar geen onoverkomelijke moeilijkheid, maar toch ontmoedigend. Ernstig peinzend over de verkeerde schik kingen van het noodlot, doofde de Strooper zijn sigaret uit en zette de koptelefoons weer in de gereedschapskast, waar hij ze met een poetsdoek bedekte. Hij beschouwde de instal latie van dat kleine apparaat als een van de opmerkelijkste dingen, die hij ooit had ge daan. Vrijgesteld van elk antwoord had hij zich ongestoord kunnen verheugen in Kea ting's monoloog over de afstamming van den mensch van de apen. En Keating's inspiratie was daarmee nog geenszins uitgeput, ze werd integendeel aanmerkelijk verhoogd door Brown's onverwachte terugkomst. Terwijl hij boven op de stoep stond, aanschouwde Kea ting Brown's triomfantelijke aankomst in de lange grijze roadster van de Squad met moorddadige gevoelens. Er lag, toen hij uit stapte, een uitdrukking van vergenoegde voldaanheid op zijn gezicht, die Keating hin derde. De omstandigheid, dat de roadster een kleinere auto op sleeptouw had, wekte niet onmiddellijk Keating's belangstelling op. „Als je het zoo leuk vind, in de laan op en neer te rijden, zal ik natuurlijk je kinder lijk pleizier niet bederven," merkte hij met kennelijk sarcasme op. „Maar wat is nou eigenlijk jouw bedoeling, een autotentoonstel ling midden in den nacht?" „Dezen wagen gevonden achter het huis, mijnheer," rapporteerde Bron. Keating keek er misprijzend naar. Het was een sierlijke blauwe conduite intérieurs, ta melijk nieuw. „Hm. Van wie is die?" „Niet van Ralph of Jan, en Dennis reed een Chrysler." „Zijn de lui nog in den tuin?" „Ja mijnheer. Hij schijnt verlaten te zijn." Wat had je dan gedacht? Een tuinfeest?" Keating keek zijn ondergeschikte strak aan en Brown begon zich onprettig te gevoelen. „Zet dat vervloekte ding in de garage," ging Keating door. „We kunnen het niet den geheelen nacht rondsjouwen. De lui hier moeten den eigenaar maar opsporen." Brown salueerde en stapte weer in den auto. Hij reed den wagen in een halven boog' rond en zette hem voor de garage, onderwijl Keating nog stond te mopperen. Onder de hoonende oogen van zijn meer dere zette Brown den Benz van de Spuad achteruit en maakte den anderen wagen los. Toen opende hij de deuren van de garage en begon zijn vondst naar binnen te werken. Keating wachtte en rookte peinzend zijn pijp, terwijl hij het vraagstuk van Brown's afstamming verder uitspon. Na vijf minuten kwam hij tot het besluit, dat Brown in de ga rage in slaap gevallen moest zijn. Wat, of schoon niet de volle waarheid, toch wel een tamelijk juiste hypothese was. Inderdaad was Brown buiten bewustzijn. Een schroeven- sleutel, uitwending aangewend, veroorzaakt gewoonlijk een zekere machteloosheid bij den patiënt. Keating vermoedde daarvan niets, maar toen de minuten verliepen, glimlachte hij be rustend en nam zich voor, Brown omtrent zijn afstamming nader te gaan inlichten. Verder dan dat voornemen kwam hij echter niet. Toen hij de stoep wilde afgaan, sloeg iets tegen den steenen deurpost en een steen splinter trof hem pijnlijk in het gezicht. Met een gebrom van schrik sprong hij terug en sloeg juist de deur achter zich dicht, toen nog twee kogels op de gladde pilaren aan weers zijden van den ingang afstuitten. Op hetzelfde oogenblik sprong een lenige gestalte op de chauffeursplaats van den Squad-auto. Super intendant Kaye was de eenige, die hem als een dolle de laan uit zag jakkeren, maar heel Reigate hoorde het zware gebrul van den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 7