Stadsnieuws HERMAN NYPELS' moderne pasvorm nog GEEN prijsverhoging oude guldens prijs HERMAN NIJPELS' DE KLEDING WORDT DUURDER de STROOPER. MAATAFDELING De „Dorus Rijkers"- Avond* Bij den aanvang amusements-seizoen Waar gaan we heen Vrijdag 9 October 1936 Heldersche Courant Tweede Blad De tuinwedstrijd van de „W oningstichting"* KLEDERMAKERIJ DEN HELDER naar de eisen des tijds Alle oud-redders en hun vrouwen gratis toegang. Koopt vandaag nog een kaart 11 Onze nieuwe NAJAARS- en WINTERVOORRAAD ver kopen wij nog voor de Een practisch man Profiteert daarvan KLEDINGMAGAZIJNEN DEN HELDER van het Licht op voor alle voertuigen FEUILLETON, DOOR PETER BARON. bezoek van den commissaris der koningin. Naar wij vernemen zal de Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland, jhr. Koëll, Maandag a.s. een bezoek brengen aan 0nze stad. De komst van den commissaris geldt een gewoon inspectiebezoek. PE HEER R. v. GENNEP, ASS. DER PIRECTE BELAST., OVERGEPLAATST. Naar wij vernemen is de heer R. v. Gennep, assistent der Directe Belastingen en Acc., overgeplaatst naar Rheden. De heer R. van Gennep is vooral in slagerskringen hier ter atede en in den omtrek een bekend ambte naar, daar hij vele jaren voor de accijns op het geslacht werkzaam was en het vee al vorens de laatste wandeling naar de slacht bank te maken, eerst door hem geschat, ge wogen en wel eens een enkele keer te licht bevonden werd in de aangifte. Desniettegenstaande was de verhouding tusschen slagers en den heer v. Gennep uit stekend. Uitreiking van de pryzen aan de 70 gelukkigen. Zooals men weet, heeft de „Woning stichting" de goede gewoonte om jaarlijks een wedstrijd onder haar bewoners te or- ganiseeren in het aanleggen, beplanten en onderhouden van tuinen. Het groote nut van zoo'n wedstrijd is meervoudig. Ten eerste ontstaat er een gezonde en vreed zame „strijd" tusschen de bewoners om hun tuin (en) zoo netjes mogelijk aan te leggen en zoo goed mogelijk te onderhou den, hetgeen goede eigenschappen aan kweekt en zoo die aanwezig zijn, accentu eert, terwijl tevens het aspect van de stad er in niet geringe mate door wordt ver fraaid. Bovendien mag het bestuur van de Stichting verwachten, dat waar de huur ders buiten hun woning orde en net heid betrachten, zij dit ook binnen zul len doen, hetgeen in het voordeel is van de betrokken woningen, die gespaard blij ven voor het zoo gevreesde „uitwonen". Niet geringe voordeelen dus, die het be staan van dezen wedstrijd niet alleen rechtvaardigen maar eigenlijk zeer ge- wenscht doen zijn. Bijzonder verheugend moet het voor het be stuur zijn, dat elk jaar het aantal deelnemers aan den wedstrijd grooter wordt. We herinne ren ons nog hoe enkele jaren geleden de prijs winnaars in het kantoortje van de Woning stichting ontvangen konden worden, doch thans zou dat kantoortje voor datzelfde doel eenige malen te klein zijn. Wel degelijk was een grootere ruimte noodig om de 70 prijs winnaars een respectabel aantal, vooral als men weet, dat er ca. 100 deelnemers waren! te ontvangen. Vandaar dat de feestelijkheid in de bovenzaal van Café Centraal aan den Kanaalweg, alhier, plaats had en wel gister avond. In spanning zaten daar de gelukkigen, die zoo dadelijk zouden worden opgeroepen om hun „loon naar werken" in ontvangst te nemen. Het vrouwelijke gedeelte van onze samenleving eischte het leeuwenaandeel van het gezelschap op, hetgeen trouwens verwacht mag worden op een bijeenkomst, waar wat te verdeelen valt! Meer dan 70 paar oogen zoch ten de met prijsjes overladen tafels af, waar achter aanwezige bestuursleden van de „Wo ningstichting", de heeren P. van Dalen, voor zitter; W. Ornée, secretaris; J. Vonk, penning meester; P. B. Plasmeijer en F. H. Nijpels, vol komen dreigden schuil te gaan. In stilte maak te leder paar oogen zijn keus, doch hoevele zullen er tijdens de prijsuitreiking opnieuw zy'n gemaakt Van de commissie, die zich belast had met het nazien van de tuinen, die op aanleg, on derhoud en beplanting beoordeeld waren en die bestond uit de heeren van Dalen, Meijer, Plas meijer en den deskundige, Groen, vernamen wij, dat er dit jaar bijzonder veel werk van de tuinen gemaakt was. Er waren er bjj, die be paald uitblonken door de smaakvolle compo sitie, die dikwijls uit eenvoudige middelen ver kregen was. Vooral het onderzoek van het be- langrijke punt: onderhoud, had de heeren veel genoegen verschaft, want in vele gevallen straalde de serieuze verzorging van de tuinen de heeren tegen. Men was dan ook zeer te vreden over de verkregen resultaten. Hetgeen voor ons een aanleiding moge zijn om alle huurders van de Woningstichting, niemand uitgezonderd, op te wekken om volgend jaar eveneens aan den wedstrijd deel te nemen. Deze bestaat toch uit de volgende groepen: 1. Groep van prijswinnaars van vorige jaren. 2. Groep van deelnemers van vorige jaren, welke nog geen prijs verwierven. 3. Groep nieuwe deelnemers. Vooral op deze laatste groep wijzen we hen, die zich, gezien het succes van de hieronder volgende „buren", geroepen mochten gevoelen om ook eens een kansje te wagen. Voor beoordeeling kwamen in aanmerking respectievelijk: A. Kleine voortuinen, B. Groote voortuinen. C. Zijtuinen, voor zoover als siertuinen in gebruik. D; Achtertuinen, welke tuinen alle in afgescheiden groepen ge rubriceerd waren. Om even over achten, zagen we den heer van Dalen achter den top van den prijzenberg ver rijzen om de volgende openingsrede uit te spreken: 't Is mij een aangename taak U, mede namens het bestuur der „Woningstichting", welkom te heeten als prijswinnaars in den tuinwedstrijd. Ook de vertegenwoordigers van plaatselijke pers een woord van welkom. Het verheugt ons, dat zij belangstelt in deze zaak. Het is een verblijdend verschijnsel, dat steeds meerdere bewoners onzer Stichting aan den door het bestuur uitgeschreven wedstrijd deelnemen en dat door deze bewoners die niet aan den wedstrijd deelnemen geprik keld worden hun vóór- of achtertuinen netjes te onderhouden. Een aardig aangelegde en goed onderhou den vóór- en achtertuin, of zijtuin, verhoogt het aanzicht der woningen in niet geringe mate en komt dus het geheel ten goede. Daarom wil ons bestuur door het be schikbaar stellen van prijzen gaarne mede werken tot verwezenlijking van dit goede doel. Ook dit jaar stelde het een groot aantal prijzen beschikbaar, die straks aan U uitge reikt worden. Ik dank de heeren Meijer en Plasmeijer, bijgestaan door onzen tuindeskundige, den heer Groen, voor de vele moeite, die zij zich belangeloos hebben getroost om tot een goede beoordeeling te komen en dezen avond te organiseeren. De heer Plasmeijer heeft zich, evenals ver leden jaar, bereid verklaard, het verdere deel van dezen avond te leiden. Ik eindig met de hoop uit te spreken, dat U allen straks tevreden naar huis gaat met het voornemen volgend jaar weer het beste beentje voor te zetten. De ry der prijswinnaars. Vervolgens nam de heer Plasmeijer de lei ding van de bijeenkomst over. Hij maakte de prijswinnaars bekend en liet hen naar voren komen, waar zij aan de „perstafel", welke royaal gegarneerd was met feestsigaren, een lootje mochten trekken. Het nummer dat daarop vermeld stond wees de volgorde aan, waarin de voortvarende tuiniers en tuinier sters een keus uit den prijzenvloed mochten doen. Een bijzonder woord van lof zwaaide de heer Plasmeijer toe aan de heeren Welbie en Agema, die de eerste keus mochten doen. Toen de zevende prijswinnaars aan de beurt waren, konden we op een gegeven moment een opstelling „in slagorde" constateeren. Er waren er ook liefst zestien! Wij laten hier de respectabele lijst volgen: Eerste prijzen. Groep A. A. Agema; J. Walboom; P. N. van Reems; J. Beukers; J. Hennink; A. Kra nenburg. Groep B. D. Swart; L. Huisman; G. Lastdrager; Mej. Timmermans; P. Schipper. Groep D. A. Welbie; A. Agema; G. Last drager; Mej. Timmermans; D. Swart; J. Beu kers; P. N. van Reems; J. Walboom. Tweede prijzen. G r o e p A. H. Ornée; J. Orynus. G r o e p D. W. v. d. Pol; H. Ornée; W. Cronenborgh; G. v. Krimpen; F. Frinks. Derde prijzen. Groep A. N. v. d. Pol; W. Cronenborgh; F. Frinks; D. C. v. Prooyen; J. v. Prooyen. G r o e p B. J. v. Winden; A. F. Kalwij. Groep D. A. F. Kalwrj; J. v. Winden; P. Schipper; H. J. Lücker; J. Hennink. Vierde prijzen. Groep A. P. Riteco; C. Krijnen; G. Kos- sen; W. v. Veen. G r o e p B. J. C. Artz. Groep D. H. Krabbendam; P. Riteco. Vijfde prijzen. G r o e p A. A. v. Oppen; J. de Reus. Groep D. C. v. d. Haspel; C. Krijnen. Zesde prijzen. Groep A. H. J. Lücker; A. v. d. Schans; A. M. Noors; J. Snieder; L. Loosen; D. van Zandwijk. G r o e p B. C. v. Reeken. Zevende prijzen. Groep A. G. v. d. Breevaart; G. van Harten; C. Krijnen; G. Bedorf; I. v. d. Buure; P. J. de Loos; G. v. Stenis; Mej. M. Snip; W. H. Doorn; K. v. d. Maas; A Broers. Groep B. C. W. v. Santen; H. Krabben dam. Groep D. Wed. Harrebommee; J. Har dingsveld; P. J. Beekman. Nadat een ieder tevreden was gesteld de enkeling, die dat niet was, gaan we hier zon der meer voorbij en nadat juffr. Hennink namens de prijswinnaars het bestuur dank voor de genomen moeite had gebracht, sloot de heer Van Dalen deze blijde bijeenkomst met een woord van gelukwensch en van aanspo ring om het volgend jaar voort te gaan op den ingeslagen weg. De nuttige wedstrijd, die in alle opzichten geslaagd was, was dus met een aardige finale beëindigd. Nog enkele dagen en de avond, waarop Den Helder kan demonstreeren, wat het over heeft voor de oude ridders, welke door de hulp van het Dorus Rijkersfonds op hun ouden dag gesteund worden, is daar. Wij zouden op deze plaats nog eens in het bijzonder de aandacht willen vestigen op de, we zouden willen zeggen nood zakelijkheid van het aanschaffen van een kaart. Het gaat hier tenslotte om het 'hulpverschaffen aan diegenen, wier ge- heele leven in het teeken stond van „hulp". Zij waren het, die bij nacht en ontij er met hun gammele huikjes op uit trokken om hen, die door den storm en golvendood bedreigd werden te helpen. Hen weg te sleuren uit de kaken van het Monster... dat Dood heet. We zouden hier verder op door kunnen borduren, maar we gelooven niet dat dit in DEN HELDER noodig is. De Jutters kennen de zee en ze weten ook de opoffering waar mede deze blauwe garde zich van zijn taak kweet. Wij zijn er in ons hart van overtuigd dat deze hulp a.s. Zondagavond in het Casino zal blijken uit een stampvolle zaal, een zaal die één groote demonstratie zal worden van ons enthousiasme, van onze dankbaarheid voor de Blauwe Ridders. De oude redders gratis toegang. Behalve dat deze avond uit amusements oogpunt ongetwijfeld slagen zal, is daar nog een zeer attractieve factor. Men heeft namelijk het zeer lofwaardig besluit genomen alle oud-redders en hun ne vrouwen uit te noodigen voor dit feest-van-den-lach, en hiervoor wordt een apart gedeelte der Casino-zaal gereser veerd. Het behoeft zeker geen betoog, dat dit onderdeel der aanwezigen, voorzien van ruige baarden en glinsterende medailles aan het geheel een cachet zal geven, dat dezen avond tot een bijzonderen stempelt. Het stemt tevens tot verheugenis, dat zij, om wie dit alles in eerste en laatste instantie toch gaat, ook mee kunnen ge nieten van het gebodene. Vanzelfsprekend zijn deze blauwe rid ders vrijgesteld van entrée. Hun in het bijzonder wenschen wij reeds nu eenige zéér plezierige uren toe. Over het programma, dat u geboden wordt kunnen we kort zijn. Het wordt verzorgd door een ensemble, dat zijn sporen ruim schoots verdiend heeft en waarvan de namen voor zich reeds genoeg zeggen. Daar is Ad. Timm, de als conferencier op tredende lebemann, daar is Crochet, die u herhaaldelijk in verbazing brengt door zijn allesovertreffende goocheltoeren, daar is Mary Timm... enfin, daar zijn er te veel om op te noemen en zij allen zullen u bewijzen hoe men een vroolijken avond kan organi seeren, en daarbij en passant een ideëel doel steunen. Bijzonder mooi en voordelig Zooals men weet zijn de kaarten ver krijgbaar aan Casino, het Bureau van de Heldersche Courant en bij alle boekhan delaren hier ter stede. Voor bijzonderheden e.d. verwijzen wij naar de advertenties. Goede films, goed tooneel en goede bands. Veel optimisme, on danks het monetaire zwaard van Damocles We schrijven herfst, maar wie den moed heeft 's-avonds laat z'n neus op straat te steken, die komt op hetzelfde moment tot de ervaring, dat de „Wintervorst" alweer een be hoorlijk eind op weg is om zijn leger, en dan zooals gewoonlijk in het bijzonder in Jutter- land, op te slaan De Wintervorstwel, hij wordt niet zoo heugelijk binnengeleid als we dat Vrouwe Lente plegen te doen. Integendeel, we luchten op allerlei wijzen, uitgezonderd dan de kolen- „bazen" ons gemoed over dezen „ijstijd", daarbij evenwel vergetende, dat diezelfde win ter ook weer z'n vele attracties en voordeelen biedt. Want het is tenslotte diezelfde, veelgesmade winter, die Jutterland weer bijeenbrengt op de ontelbare vergaderingen, uitvoeringen, feestjes en feesten en wat daarbij annex is. Dat ook dit najaar de „leveranciers-van- vermaak", om het zoo maar eens plastisch uit te drukken, ondanks de bekende „donkere wolken", ondanks monetaire problematiek en ondanks crisis-gemompel, niet stil gezeten hebben, kan blijken uit de hieronder volgende opsomming van het komend amusement; een eeresaluut voor de directies der genoemde in richtingen, die zooveel mogelijk het beste van het beste naar Den Helder brengen. Vrijdag 9 October, Casino8 uur. Amusements-avond. Bond van Chr. Marine-Personeel. Zaterdag 10 October. Casino, 8 uur. Militair Belangenver. van Onderofficieren bij de Zeemacht. Zondag 11 October. Casino, 8 uur. Cabaretavond ten bate van het „Dorus Rijkersfonds". Vrydag 9 Oct. 17.48 uuj 15) Gedurende dien tyd reed de taxi, die Bar- bara's auto vanaf Brook Sreet gevolgd was, hen voorbij en stopte aan het eind van de straat. Een warm ingepakte heer stapte uit en ging het huis binnen waarvoor de taxi stond. Zijn voornemens zouden Keating s levendige belangstelling opgewekt hebben, als deze ze had gekend. Maar buiten een ter- ioopschen blik, toen de taxi passeerde, en een instinctieve beweging om zich in de scha duw der portiek te verschuilen, schonk de inspecteur geen aandacht aan het geval. Hij bleef verdiept in Brown's manoeuvres met een kleinen stalen cylinder. »Je had liever inbreker moeten worden dan Politieman," merkte hü op. •■Dat zou misschien ook voordeeliger ge- Weest zyn," gaf de ander terug, terwjjl hjj de deur opende. Keating wendde zich tot den man, die het huis bewaakt had. "Ga jy achterom naar de garages van deze hnizen en let op, dat hy daar niet langs ont snapt." Ge man salueerde en Keating ging de ha! «nnen. Brown en Barbara volgden hem. Wat Barbara betreft, hij wilde haar niet mee heb ben naar boven. „Jonge dame," zeide hij ernstig, „Jij blijft hier!" Barbara had dienaangaande wel andere op vattingen, maar zij begreep, dat het niet de geschikte tijd was om die bekend te maken. De hal was haar te donker, te eng; zij knikte Keating echter toe, dat zy gehoorzaam zou zijn. Keating sloop de trap op met Brown in zijn gevolg en Barbara in de achterhoede. De trap was van steen en leidde met haar speldbochten naar boven. Er was een kleine open ruimte naast, zoodat men er op kon staan. Dat deed Dennis dan ook. Zoodra hij de zekerheid had, dat er iemand naar boven kwam, trok hij zich terug in Larry's zitkamer en sloot onhoorbaar de deur. Hy was niet ge heel onvoorbereid op het bezoek en hoewel hy onderweg alle mogelijke listen had aange wend om eventueele vervolgers kwijt te raken, had hy toch een voorzorgsmaatregel getroffen. Die maatregel bestond in een haastig gekrabbeld briefje, dat hy nu in een enveloppe deed, waarna hy in de aangren zende slaapkamer ging en onderzoekend rondkeek. Een oogenblik later was de envo- loppe veilig onder een laag dure sigaretten verborgen in een gesneden houten doos. Toen dat gedaan was, ging Dennis de derde kamer binnen, de badkamer. Lenig sprong hy op een tafeltje, opende het bovenlicht en klauterde op het dak. Drie voet van hem af stond een wijde schoorsteen en deze zou den man, die zich daar had meenen te verschui len, ook wel verborgen hebben, als de maan niet zoo onwelwillend was geweest, plotse ling te voorschijn te komen en een verrade- lijke schaduw te werpen. Dennis zag dat en sprong zonder aarzelen weer door het boven licht terug. Het raam was al op zijn plaats en van binnen gegrendeld, voordat de man op het dak het bereikt had. Intusschen begreep Dennis, dat hij in de val zat, en zijn gewone bedaardheid dreigde hem te verlaten. Hij ging terug naar de zit kamer, beide deuren achter zich sluitend, en draaide de peer uit de lamp. Een poosje stond hij roerloos te luisteren. Hij hoorde een raspend geluid en herkende dat: iemand was bezig, het slot te forceeren. Dennis wist niet, dat het Brown was, die zijn kunsten vertoonde, maar hoorde wel, dat daar een meester in het vak aan den gang was. Geheel onverwacht vloog de deur open en een hand reikte naar den schakelaar. Dennis hoorde een zwakken klik en lachte grimmig, toen het even donker bleef als tevoern. Hij wachtte, totdat de fi guren zich in de buitenste duiternis begon nen af te teekenen, smeet toen de peer op den grond en wierp zich op de detectives. Het was zyn eenige kans. Hij maakte zich weinig illusies, maar kende ook geen vrees meer. De korte knal viel samen met de botsing en Keating en Brown raakten een oogenblik de kluts kwyt. Dennis sloeg Brown's hand terug, slingerde Keating tegen de balustrade, nam In één sprong de bovenste trap en wilde al naar beneden vliegen, toen hy plotseling zijn vaart inhield. Er kwam iemand naar boven! Had hij geweten, dat het Barbara maar was, die Keating's verbod trotseerde, dan zou Dennis haar eenvoudig neergeslagen heb ben en ontsnapt zijn. Nu keerde hij zich ver schrikt om. Op dat oogenblik verscheen Keating boven aan de trap. „Halt!" schreeuwde de inspecteur, „blijf waar je bent, of... verduiveld!" Zij vuurden bijna tegelijkertijd, Dennis een fractie van een seconde te laat. Hy wankelde en tuimelde met het hoofd vooruit naar be neden om aan de voeten van de ontstelde Barbara ineen te krimpen. Zij gaf een gil en Keating kwam de trappen afstormen. „Hou je goed, jonge dame," hijgde hij ge ruststellend, terwijl hij ronddanste om haar te vinden, want het was overal even donker. „Hij is niet dood, alleen maar een beetje ge wond." Hij bukte zich en raakte den bewegingloo- zen Dennis aan. „Licht!" riep hij en er kwam licht. Toen kon hij den toestand overzien. Bar bara stond met een angstig gezicht tegen den muur gedrongen en staarde neer op een ge stalte, die op den overloop aan haar voeten ineen gekronkeld lag. Keating keek op naar Brown, die de hand nog aan den schakelaar hield. „Voor een revolverheld is de jongen toch niet zoo zeker me' een knapper als hij mis schien wel denkt," zei hy met een voldanen glimlach. Hy boog zich over den gewonde heen en zijn glimlach verdween. Integendeel trok hy een ontevreden gezicht. „Ik schijn myn vaste hand ook te verlie zen," bromde hij. „Als ik me niet vergist, heb ik hem leeljjk geraakt, en het zal een wonder zijn, als hij lang genoeg leeft om te zien of het zwart de rechters goed kleedt. Help my eens, hem naar boven dragen." Barbara volgde hen langzaam en stond er bij, toen Keating om de ambulance telefo neerde. „Nou, het is een slechte nacht voor je, Bar bara", zei hij, zonder zich zijn gemeenzaam heid bewust te zyn. Barbara deed, alsof zy niets merkte. „Ik voel me een beetje op," stemde zij toe. Intusschen was Brown de oorzaak van de duisternis op het spoor gekomen, had de peer uit de slaapkamer gehaald en In de lamp ge draaid. In het licht zag Keating, dat Barbara bleek en ontdaan was. „Je kunt me nog meer vertellen," zei hij ruw, en duwde haar bezorgd in een stoel. Tegelykertijd keek hy rond om hulp, maar hij zag alleen de foto van den flatbewoner. Hij vloekte met gevoel en besefte, dat hij hoopte op iets, wat hem anders met afkeer vervuld zou hebben den bijstand van een vrouw. In een gewone flat zou een schietpartij de angstige bewoners in nachtgewaad te voorschijn hebben geroepen, maar Keating kende Larry's manier van doen veel te goed om dat hier te verwachten. Larry was een nachtvogel en verlangde zyn nachtelyke gan gen niet bespied te zien. Daarom had hij het geheele huis gehuurd, al bewoonde hy alleen de bovenste verdieping. Gelukkig voor Kea- ting loste Barbara de moeilykheid zelf op. Zij bette haar oogen met een klein en ontoe reikend zakdoekje en zei: „Ik stel my aan als een dwaas; Dennis is erger gewond dan u denkt, we moeten hem helpen." Zy ging eerst de slaapkamer, en toen zij daar niet vond, wat zij zocht, de badkamer binnen, om een oogenblik later met een hand doek en een kom water terug te komen. Na dat zy de wond had gereinigd, legde zy met de zakdoeken van Keating en Brown een noodverband aan. Inspecteur Keating keek verlicht en be wonderend toe. Hy ging zoo op in haar werk, dat zy de komst van een agent in uniform niet eens opmerkte. De agent moest twee maal kuchen, voor hij de aandacht op zich gevestigd zag. {Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5