Vragen
van abonné's
T HOEKJE
OUDERS
kleine tyrannen.
Hoe kan men vruchten het
beste bewaren?
Kinderen, snoeperijen en
alcohoL
Tob nooit hoekje
NUTTIGE WENKEN»
VOOR DE
ÜUTTERTJ Eü
Opvoedingsfouten, die niet te herstellen z(jn.
Gevolgen van te groote toegevendheid
door
Mevr. G. C. Meyer— Schencke.
„Die jongen is een echte tyran voor zijn
ouders." Hoe vaak hooren we deze uitspraak
en hoe vaak kunnen wij ons van de juistheid
hiervan overtuigen!
Hoe het komt, dat kinderen dikwijls op on
hebbelijke wijze tegen hun ouders optreden
en niet alleen tegenover hen, doch tegenover
de geheele omgeving, zóó dat men zich meer
malen schikt om ergere tooneelen te voor
komen
In zeer vele gevallen, ja, we mogen wel
zeggen nagenoeg meestal, ontwikkelen kinde
ren zich tot dergelijke kleine dwingelanden
na zware ziekten, We kennen deze gevallen
wel uit onze omgeving, wanneer jongens of
meisjes weken lang ontzien moesten worden
door ouders en omgeving, die alles doen om
het kind terwille te zijn.
Naarmate de genezing voortschrijdt, begint
hij belang te stellen in hetgeen er om hem
heen gebeurt en al heel gauw weet hij tevens,
hoe hij tegemoet gekomen wordt en ieder
hem op zijn wenken bedient. Moeder laat het
licht 's avonds branden, zit bij hem, leest
voor, vertelt verhaaltjes totdat ze zelf dood
moe is. Wellicht onbewust tracht het kind de
zen toestand zoo lang mogelijk aan den gang
te houden; heel begrijpelijk, want kinderen
Zijn van nature egoïst.
Zelfs wanneer hij weer beter is, simuleert
hij dikwijls een of ander, hetzij hoofdpijn, on
passelijkheid of wat ook, om zijn doel te be
reiken.
In dergelijke gevallen is het noodig, dat
de arts niet alleen het physieke lijden verlicht
en tracht op te heffen, doch ook aan den psy-
chischen toestand van het kind moet aan
dacht geschonken worden. De ouders zullen
hem dienen te raadplegen in hoeverre het
mogelijk en gewenscht is, de teugels wat
strakker aan te halen. Naar mate men langer
stilzwijgend toelaat, dat het kind blijft tyra-
niseeren, zal men het hem ook minder ge
makkelijk afwennen. Het kind zelf zal even
eens veel meer moeite hebben zijn luimen te
overwinnen en zich te voegen naar ouders en
omgeving.
Jammer genoeg ontbreekt vele ouders de
kracht om tijdig in te grijpen en om zich er
gernis en moeilijkheden te besparen, geven zij
hun kind in alles zijn zin. Kinderen, die ge
wend zijn hun wil door te drijven, komen in
opstand, indien zij verboden worden.
Zegt men „neen" op een ongemotiveerd
verlangen, dan volgen dikwijls driftbuien, die
de omgeving inderdaad schrik aanjagen.
Helaas laten maar al te vaak de ouders
doch vooral de moeders zich door een ver
keerde toegevendheid leiden, omdat ze bang
zijn, dat de gezondheid van het kind er door
lijdt. Is hier ook niet vaak gemakzucht het
leidend motief?
Het gevolg? Veel moeiten, zorgen en ver
driet voor de ouders en uit het kind groeit
een eigenzinnig, egoïstisch mensch, die steeds
zijn haan koning wil laten kraaien. Een
mensch, aan wien het leven niets dan teleur
stellingen biedt, omdat hij zich steeds veron
gelijkt voelt en hem alle eigenschappen ont
breken, die voor een goede levenshouding
noodig zijn.
Het bitterste van alles is voor de ouders het
verwijt, dat zij later uit den mond van hun
kind moeten hooren, dat zij de schuld van
alles dragen, omdat hun opvoedingssysteem
gefaald heeft.
Zulks te voorkomen is slechts dan moge
lijk, indien beide ouders samen werken en hun
kind met liefde en geduld, doch tevens met
strenge hand leiden.
In de eerste plaats moet men voor den win
tervoorraad mooie gave vruchten inslaan en
tevens rekening houden met diè soorten-, -die
er het meest geschikt voor zijn. Men kan als
bergplaats zoowel kelders, als zolders of. een
provisiekamertje inrichten, doch laat men
b.v. vruchtenwijn in den kelder gisten, dan
Is deze niet geschikt voor het bewaren van
aPpels, aangezien we dan spoedig tot bederf
overgaan. Het is trouwens toch beter om- den
voorraad, wanneer men deze in huis krijgt,
"iet onmiddellijk in den kelder te bregen,
doch eerst op zolder of een kamertje te be
waren, waar het iets warmer is, waardoor
bet rijpingsproces bevorderd wordt.
De bergplaats, waar deze zich ook moge
bevinden, moet goed gelucht worden en de
temperatuur zoo mogelijk 56 gr. C. be
dragen.
Allerlei luchtjes van uien, haringen e. d.
bioeten niet bij vruchten komen, aangezien de
smaak der vruchten hierdoor beïnvloed wordt.
Vruchten voor wintervoorraad mogen
s'echts geplukt worden; val-ooft, hoe gaaf
bet er op het oog uitziet, krijgt na korten
tijd plekken, die tot rotting overgaan en de
gezonde vruchten aansteken. Stuk voor stuk
bwet men den wintervoorraad nazien en alles
Wat plekjes vertoont voor compote gebruiken,
bten moet bij voorkeur geen onderlaag van
booi of stroo nemen, beter is wit kastpapier.
Het meest aan te bevelen zijn rekken, met
bitschuifbare laden, die 's zomers weer op
abdere wijze benut kunnen worden.
Tenslotte willen wij er nog even de aan-
febht op vestigen, dat appels, peren, sinaas
appels, citroenen en tomaten ook in turfmo m
'bewaard kunnen worden, waarin het
mits volkomen gaaf wekenlang bewaard
kan worden en zelfs niet rimpelig wordt, aan
gezien het van de lucht afgesloten blijft.
Men kan tot dit doel kisten, inmaakvaten,
steenen potten e. d. gebruiken en legt er een
turfmolmlaag van 45 cm in, hierop komt
wit kastpapier, daarna 1 cm van elkander
verwijderd de vruchten, dan volgt een laag
turfmolm, die minstens eenige cm hoog op
de vruchten moet komen. Men vult op deze
wijze het vat laag om laag, waarbij vooral
gezorgd moet worden, dat de molm volkomen
droog is.
Zondag.
Crèmesoep
Kalfslappen
Doperwten (blik)
Aardappelen
Meiwijncrême
Maandag.
Ribstuk
Zoete appeltjes
Aardappelen
Citroenrijst met vanillesaus
Dinsdag.
Varkens rollade
Gestoofde peren
Aardappelen
Poffertjes
Woensdag.
Runderlapjes
Andijvie
Aardappelen
Gort met karnemelk en pruimen
Donderdag.
Appelkoekjes
Prinsesse boonen
Aardappelen
Banaan
Vrijdag.
Kalfslapjes
Worteltjes
Aardappelen
Bananencrême
Zaterdag.
Gestoofd vleesch met groenten
Aardappelen
Appelmoes
Havermoutcrackers
Mei wijn-créme.
flesch Meiwijn, 100 gram suiker, 5
eieren, sap van 2 citroenen, geraspte schil van
1 citroen.
De eierdooiers worden eenige minuten flink
schuimig geklopt met de suiker en de ge
raspte citroenschil, daarna voegt men lepels-
gewijze wijn en het gezeefde citroensap bij
en blijft steeds kloppen, tot alles verwerkt is.
De massa wordt nu op een lage pit, met een
asbestplaatje onder de pan, aan de kook ge
bracht, terwijl men steeds met de garde blijft
kloppen, totdat de massa mooi dik en gebon
den is. Het eiwit is met een tikje zout zeer
stijf geklopt en wordt nu bij kleine gedeelten
tegelijk door de vla gemengd, die daarna
wordt overgegoten in een glazen schaal en
koud gepresenteerd, met zachte biscuits of
vanillewafeltjes.
Poffertjes.
250 gram bloem, 2 eieren, 2% kopje melk,
100 gram krenten, 25 gram gist, zout.
De bloem wordt gezeefd in een kom ge
daan, de gist aangemaakt met de lauwe melk
en de eieren worden flink geklopt. In het
midden van de bloem wordt een kuiltje ge
maakt en hierin telkens een weinig van de
met gist vermengde melk gedaan. Van het
midden uit de bloem roerende vermengen
met de vloeistof en later de met zout ge
klopte eieren en krenten met het beslag ver
mengen, dat nog een uur moet rijzen op een
warme plaats (toegedekt).
De poffertjespan wordt verwarmd en de
verschillende afdeelingen met boter of delfrite
vet gemaakt, daarna een weinig van het be
slag ingegoten. Even laten bakken, met een
vork omkeeren en alle poffertjes op een scho
tel warm houden. Presenteeren met boter en
suiker (fijne).
Bananen-crême.
Bananen, geraspte chocolade, frambozen-
jam, 2% d dL. melk, 1 eetlepel vanille
custardpoeder, 2 eetlepels suiker, 1 ei, vin
gerbiscuits, 1 dL. room, suiker.
We gebruiken voor deze toespijs één per-
soons-glazen vla-schaaltjes of wijde glazen
en doen in elk een theelepel jam, daarna wor
den de glazen half gevuld met custardvla,
waarover een laagje aan plakjes gesneden
bananen komt en tenslotte ongeveer cm
hoog geraspte chocolade, waarna de boven
kant gegarneerd wordt met geslagen room.
Voor de custard doen wij 2% dL. melk in
een steelpannetje en brengen deze aan de
kook, het eierdooier, de custardpoeder, de
suiker en de achtergehouden melk wordt tot
een papje gemengd, waarbij de kokende melk
wordt gevoegd (met een dun straaltje)
daarna gaat de massa terug in de pan, moet
even doorkoken, terwjjl tenslotte het stijf
geklopte eiwit er door wordt gemengd.
Presenteeren met vingerbiscuits.
Ha vermout-crackers.
200 gram zelfrijzend bakmeel, 100 gram
havermout, 100 gram boter, 100 gram suiker,
2 eieren, tikje zout, 1 k 2 eetlepels koud
water.
Bloem (gezeefd), havermout, suiker en
zout worden in een kom dooreengemengd. De
boter wordt gesmolten, doch mag niet warm
worden en wordt in de kom gedaan, even
als het ei, dat met 1 S, 2 eetlepels water ge
klopt wordt, waarna wij alle ingrediënten
met een houten lepel goed dooreenmengen,
daarna brengen wij het deeg over op een met
bloem bestoven tafel of droogplank en rollen
het dun uit met een bebloemde deegrol, ste
ken er met een blikken ring of waterglas vor
men van, die op een beboterd bakblik wor
den gelegd en gedurende 15 20 minuten
in den oven worden gebakken, totdat ze
lichtbruin en croquant zijn.
Herhaaldelijk hoort men moeders de klacht
uiten, dat haar kinderen zoo weinig etens-
trek hebben en er zoo slecht uitzien, Wanneer
men de oorzaak hiervan tracht op te sporen,
dan zou men tot de conclusie komen, dat de
meeste kinderen tusschen de maaltijden
snoeperijen krijgen, zelfs vlak vóór zij aan
tafel gaan, eten zij soms nog toffees of cho
colade e.d. De moeders, die wel voelen, dat
zij verkeerd doen, verontschuldigen zich door
te zeggen: „Je zult wel weer weinig eten
vandaag, neem dan maar wat chocolade, dat
voedt tenminste!"
Ongelooflijk, maar waar en de verkeerde
gewoonte om kinderen voor het vrije kwar
tier snoeperijen mede te geven, komt lang
niet zelden voor.
Andere ouders geven hun kinderen zak
geld, niet alleen met de bedoeling om te spa
ren, doch om het te besteden naar eigen
goeddunkenden en steeds zullen er snoepe
rijen voor gekocht worden. In zeer vele ge
vallen zullen deze op den terugweg naar huis
opgegeten worden en is het dan nog wel 'te
verwonderen, indien de kinderen anderhalf
uur later geen trek hebben om te eten?
Een verstandige voeding is in het belang
van tyet jonge, groeiende organisme een
eerste eisch. Naarmate het kind leert alles
wat hem voortgezet wordt met smaak te
eten, zal hij ook veel meer weerstand bieden
aan allerlei ziektetoestanden, omdat hij licha
melijk fit is. Het is dan ook zeer verkeerd
om voor kinderen allerlei lif-lafjes klaar te
maken, uit angst dat ze niet genoeg van een
stevig middagmaal zullen jnee eten. Men
kweekt op deze wijze verwende kinderen, die
later onmogelijk zijn voor hun omgeving. Kin
deren, die van jongsaf gewend zijn alles mee
te eten, wat de pot schaft, zullen er niet aan
denken om iets anders te verlangen.
Wij willen volstrekt niet beweren, dat kin
deren nooit eens iets lekkers mogen hebben,
doch dan steeds na de maaltijden, en het mag
geen gewoonte, geen moeten worden. Steeds
moet ook maat gehouden worden en geen
dwingen om meer mag de moeder er toe
brengen meer dan de toegedachte portie te
geven.
Erger nog wordt het, wanneer ouders hun
kinderen bier of wijn mee laten drinken uit
hun eigen glas. „Och, zoo'n klein proefje,
wat hindert dat nu!" Het ééne enkele slokje
zal het kind niet te gronde doen gaan, doch
op deze eene keer volgen steeds meerdere, dat
meegeproefd mag worden en langzamerhand
wordt het regel en krijgt het kind (o, zoo'n
klein beetje!!) in een eigen glaasje. Alcohol
is voor het opgroeiende organisme buiten
gewoon schadelijk en niet alleen het zenuw
stelsel en de lichamelijke ontwikkeling komen
in het gedrang, doch het maakt tevens, dat
de puberteitsjaren veel te vroeg intreden.
Wat dit laatste betreft, hierover behoeven wij
verder niet uit te wijden, daarover is genoeg
geschreven door medici en paedagogen. Kin
deren, die in hun jeugd nimmer alcohol dron
ken, hebben er ook niet de minste behoefte
aan. Zij moeten reeds vroeg leeren begrijpen,
dat dit geen drank voor hen is en hun vra
gen er naar wordt voorbij gezien.
Gelukkig is het alcoholgebruik reeds jaren
lang verminderd en weet ieder de fatale wer
king op het organisme. Een ieder, die voor
een of andere tak van sport in training is, zal
zich dan ook steeds van alcoholgebruik moe
ten onthouden. Ook over het alcoholvraagstuk
is reeds zóóveel geschreven, dat wij mogen
aannemen, dat moderne opvoeders bier noch
wijn aan kinderen zullen verstrekken.
Willen moeder hun kinderen na schooltijd
persé iets geven, laat het dan vruchten zijn
of een glas vruchtensap, hoogstens met een
droog biscuitje.
Wellicht mogen deze regelen er toe bijdra
gen, die moeders tot nadenken te brengen,
die zich nog aan verkeerde gewoonten hiel
den, enkel en alleen omdat het in het belang
van haar kind is.
WOLLEN CEINTUUR.
Men neemt beenen of metalen ringen naar
gewenschte groote en festonneert ze met wol
om, daarna hecht men ze met enkele steekjes
aan elkander in één of twee rijen en sluit
beide einden met zeer groote, eveneens met
wol gefestonneerde haken.
HET KEERPUNT.
Alles veranderd.
Allen hebben wij wel iets in ons leven, dat
wij anders zouden wenschen.
De een heeft in financieel opzicht moeilijk
heden, de gezondheid van een tweede laat te
wenschen over, een derde is minder gelukkig
in zijn verhouding tot familie of tot vrienden
en kennissen.
Wij weten het wel, dat niemand voortdu
rend en onverdeeld op rozen gaat, maar toch
zijn wij altijd geneigd om onze eigen moeilijk
heden zwaarder te tellen dan die van anderen.
Eveneens zijn wij geneigd, om onze aandacht
te concentreeren op datgene in ons leven, wat
wij ons anders zouden wenschen, en het goe
de, dat er toch ook nog is, voorbij te zien.
Zelden waardeert men b.v. een goede gezond
heid, vóórdat deze bereikt wordt en men
ziek wordt.
Wanneer wij met een griepje te bed liggen,
dringt het pas tot ons door, hoe prettig het
is, om volkomen gezond rond te loopen. Moge
lijk waardeeren wij dan deze omstandigheid
gedurende korten tijd na ons herstel, maar al
gauw vervallen wij weer in de gewoonte, om
gezond-zijn te beschouwen als iets, dat ons
eenvoudig toekomt als een goed reeht.
En juist daardoor benemen wij onszelf
zooveel levensvreugde, n.1. door de goede
dingen in ons leven als vanzelfsprekend te
aanvaarden. Het zou er nog mee door kun
nen, wanneer wij dan de minder aangename
dingen in ons leven evenzoo als vanzelfspre
kend aanvaarden, maar gewoonlijk beste
den wij heel wat meer aandacht en energie
aan het klagen daarover, dan om ons te ver
heugen over hetgeen wèl goed is. Over het
algemeen heeft de tevreden mensch het wer
kelijk niet in alle opzichten zooveel beter dan
de ontevreden mensch, alleen is de eerste
zich bewust van zijn voordeelen en de tweede
niet.
Waarom moet er altijd iets zeer buitenge
woons gebeuren vóór wij in staat zijn, ons te
verheugen. Laten wij maar gerust blij zijn,
dat wij gezond zijn, terwijl zoovelen dit voor
recht moeten missen, laten wij ons gerust
erover verheugen, als wij een, zij het beschei
den, gesalarieerde betrekking hebben, waar
zoovelen zonder werk zijn.
Dat is heel wat beter dan zich het leven
zuur te maken met steeds te kijken naar hen,
die het oogenschijnlijk beter hebben dan wij.
Wij zeggen met opzet: oogenschijnlijk, want
wanneer wij iemand benijden wil dit gewoon
lijk zeggen, dat het hem goed gaat in een
opzicht waarin het ons juist niet goed gaat.
Maar heel waarschijnlijk heeft die persoon
weer moeilijkheden in zijn of haar leven,
waarvan wij niets weten, maar die wij geens
zins zouden wenschen. Zoodat de kans groot
is dat wij, alles te zamen genomen, niet» eens
met hem of haar zouden willen ruilen.
Vraag: Het wasschen van een donsen
deken. Zou het mogelijk zijn een donzen deken
te wasschen en zoo ja, hoe?
Antwoord: Gebruik hiervoor het wasch-
middel Lux. Maak de deken eerst nat in lauw
warm water, desnoods een kwartier laten
staan, daar het lang duurt, eer de deken door
en door nat is. Hij ziet er dan zoo dun uit als
een laken, maar daarvoor behoeft U geen
vrees te hebben. Maak een ruim sop, wasoh
daarin de deken, door het sop er goed door te
persen en te kneden wring niet, daar de
veeren dan in elkaar gaan zitten. Spoel de
deken enkele malen grondig uit. Knijp luchtig
het overtollige water er uit en rol de deken
in een laken of enkele badhanddoeken, om
door persen nog meer water te verwijderen
dan verder zoo snel mogelijk drogen liefst
buiten in den wind. Schudt den deken tijdens 't
drogen zoo nu en dan uit, dit zal helpen om
de veeren weer los te maken. Wanneer de
deken droog is, strijkt men hem lieht met een
matig warm ijzer.
En nu een woordje tot hen, die het in tal
rijke opzichten moeilijk hebben, en die met
den besten wil ter wereld niet veel reden tot
dankbaarheid kunnen ontdekken. Tot hen
kunnen wij alleen zeggen: „Onthoudt, dat
alles verandert, en dat er vast en zeker een
keerpunt komt, ook voor U".
Hoe meer bezwaren gij hebt, des te inten
ser zal dat keerpunt zijn, m.a.w.voor méér
dan een van Uw moeilijkheden zal zich on
verwacht een oplossing voordoen. Wacht moe
dig op dit keerpunt en wacht U ervoor, om
te verzinken in een lusteloos stadium van bij
de pakken neerzitten. Neerslachtigheid is
vruchteloos en negatief. Maakt het beste van
het heden, en weest overtuigd dat ook de
langste periode van bewolktheid van den.
levenshemel een einde neemt en dat de zon
met volle kracht doorbreekt, ook voor U!
DR. JOS. DE COCK.
Pikée garnituren moeten steeds op den
verkeerden kant gestreken worden, waardoor
het patroon weer tot zijn reeht komt. Het
zelfde geldt voor geborduurde monogrammen,
kanten en geborduurde kleedjes, festons e. d.
Gordijnkoord, touw van zonneschermen en
markiezen, enz. slijten niet zoo spoedig, wan
neer men ze om de paar maanden krachtig
afwrijft met een in olie gedren-kten doek.
AANGEBOREN ACHTERLIJKHEID.
Tot dusver behandelde ik de z.g. „schijn
bare" achterlijkheid bij kinderen. Er is evenwel
ook een aangeboren achterlijkheid. De
stompzinnigheid dezer kinderen is een on
geneeslijke psychopathie. Verleden jaar
bezocht ik een instituut voor dergelijke kin
deren in België, en stond stom verbaasd, toen
ik daar ongeveer driehonderd kinderen bijeen
zag, die allen tot deze groep behoorden.
Verbaasd is eigenlijk het goede woord niet,
wanneer men voor het eerst temidden van
zoo'n groote groep ongelukkige wezentjes
staat: men is ontsteld en tot in de ziel ont
roerd over zooveel smart. De mij begelei
dende broeder bemerkte zulks en liet mij
zien, hoe met ontzaglijk veel geduld en liefde
toch nog heel wat met deze kinderen te be
reiken viel. Over dit alles vertel ik later
evenwel, ik wil thans eenige cijfers noemen
in verband met de oorzaken van aangeboren
achterlijkheid.
Prof. Kohlbrugge wijst op de volgende
oorzaken van aangeboren stompzinnigheid:
I. Invloed van kropgezwellen.
II. Idem bloedverwante huwelijken.
III. idem van alcohol, syphilis, tuberculose,
vroeggeboorte, kunstverlossing, industrieele
vergiften, huisindustrie, krankzinnigheid.
IV. Algemeene psychopathische aanleg.
Prof. K. publiceert dan het volgende
schema van een vergelijkend onderzoek tus
schen de ouders van 100 kinderen van een
school voor achterlijken:
Volksschool School v. achterl.
Krankzinnigheid 7 X 31 X
Gebrekkig verstand 2 X 34 X
Verder bestaan er verschillende statistieken
over den invloed van het alcoholmisbruik. Het
zou mij hier te ver voeren deze statistieken
weer te geven, doch ik kan wel deze alge
meene conclusie trekken, dat
„alles, wat de ouders lichamelijk ver
zwakt, evenzeer als alle geestelijke
abnormaliteiten b(j de ouders, aanleiding
kan geven tot de geboorte van achterlijke
of idiote kinderen".
Tenslotte nog enkele samenhangende op
merkingen over verschillende oorzaken:
Onderzoekingen van vooraanstaande profes
soren hier te lande en in het buitenland
toonen aan, dat:
Achterlijkheid bij arme kinderen meer
voorkomt dan bij rijke.
Verschil in leeftijd (groot verschil n.L)
tusschen de ouders eveneens aanleiding
kan geven tot aangeboren achterlijkheid
bjj hun kinderen.
Bloedverwante huwelpten zeer sterk
aanleiding geven,
Verscheidene idiote kinderen z.g. „na
komertjes" waren.
Terwijl in talrijke gevallen de oorzaak van
de aangeboren achterlijkheid niet gevonden
kon worden. Als een bijzonderheid zij hier
verder nog vermeld, dat achterlijkheid bij
jongens meer voorkomt dan bij meisjes. Ook
in dit opzicht staan de geleerden nog voor
een raadsel.
Wat is van dit alles tenslotte voor
ons ouders de groote beteekenis Ik
geloof, dat ik de conclusie niet meer be
hoef te trekken. Ieder ziet het zelf: eir
rust op ons een groote verantwoordelijk
heid ten opzichte van al de kinderen, die
uit ons huwelijk geboren zullen worden.
De strijd tegen de aangeboren achter
lijkheid moet dan ook beginnen bij ons
zelf. Wie zich den toestand in weet te
denken van het kind, dat als idioot de
wereld in zal gaan, zal, dunkt mij, vol
doende gewaarschuwd zijn!
't Zien van 'n enkel achterlijk kind kan
ons reeds met bewogenheid vervullen,
wie echter eens verkeerd heeft temidden
van eenige honderden van deze kinderen
nam iets mee in de ziel, ctet jarenlang
blijft nawerken...