Stadsnieuws
DE
STROOPER
Weer een zware
W esterstorm.
Weet U
Waar gaan we heen
Dinsdag 27 October 1936
Heldersche Courant
Tweede Blad
Het Marine-Concert*
„Kom je ook 's kijken
Zweedschschip in
zinkenden toestand*
Uit het politierapport
dat
wij ons gaarne
belasten met alle voor
komende behangerij
werkzaamheden,
waarvoor wij U gratis
en zonder verplichting
inlichtingen geven?
Vaart de
Grieksche koopvaardijvloot
„op hoop van zegen?"
De witste tanden,
Licht op voor alle voertuigen
FEUILLETON.
DOOR
6 PETER BARON
De gedeelten uit Beethoven's 2e
Symphonie.
Na de Ouverture: de zangsolisten met de
aria van Zerlina uit de opera „Don Juan"
van Mozart door Greta Burbach.
Het orkest zal dan vertolken twee gedeel
ten uit de 2e Symphonie van Beethoven en
wel het Scherzo, dat karakteristiek aanvangt
in zijn afwisselingen van forte en piano in
dat thema. De geheele satz en ook de door
werking worden uit dit materiaal opgebouwd,
tot dat door hobo en fagot iets nieuws wordt
voorgedragen zij 't dan ook dat het verwant
optreedt.
In het derde deel „Trio" genaamd, spelen de
•blaasinstrumenten, bijna zonder uitzondering
de hoofdrol. Dan volgt het Allegro Molta, de
Finale der Symphonie die spreekt naast veel
levenskracht en levenslust, ook van een kleine
dosis eigenzinnigheid. (N.B. de triller met de
twee korte afgestooten tonen die op hem vol
gen!) terwijl de samenstelling van 2 plus 4
maten aan het metrum een hoogst eigenaardig
karakter geeft; een karakter nog verscherpt
door de afwisseling van forte en piano.
Weldadig contrasteert het neventhema.
Eenvoudig als dit laatste is, boeit het on
gemeen door zijne natuurlijke bekoorlijkheid.
De hier aangegeven thema's zijn samen
alles wat Beethoven voor den bouw van dezen
vrij langen satz noodig heeft, maar trots de
lengte blijft de aandacht geboeid tot den laat-
sten toon, en niet het minst door de voort
durend afwisselende bewerking der motieven
en de karakteristieke en vaak humoristische
manier, waarop de verschillende instrumenten
geheel naar hun aard, aangewend zijn.
Het geheel is een bewijs dat Beethoven in
zijne tweede Symphonie, zijn voorgangers
reeds mijlen ver voorbij gesneld was in stijl.
A.s. Zondag in Casino de nieuwe
revue van Meyer Hamel.
Zooals door ons reeds eenigen tijd geleden
werd bericht, wacht Den Heler a.s. Zaterdag
en Zondagavond weder een revue en wel de
laatste productie van Meyer Hamel „Kom je
ook 's kijken?!"
Gedurende geruimen tijd is deze revue het
succes van het seizoen geweest, en dat zoo
wel in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag als
de overige groote steden in den lande. Tien
duizenden hebben genoten van den humor, van
de rjjke aankleeding en het beschaafd amuse
ment dat men als steeds van Meyer Hamels
werk gewend is.
Het zijn een tweetal zeer bekende sterren
die aan het firmament van dit kleurenspel
schitteren en wel Sylvain Poons en Kees
Pruis.
In volgende nummers komen wij nog met
nadere bijzonderheden.
Het heeft gisteravond en vannacht weer
danig gespookt. In den loop van den dag was
de wind gisteren geleidelijk op komen zetten.
Tegen 2 uur vannacht werd het plotseling wat
kalmer, doch het bleek de stilte te zijn, die
den storm vooraf ging. Want een kwartier
later viel plotseling de storm in met een wind
kracht van 10 (schaal Bouvoir, dat is ca. 25
meter per seconde). Constant is de wind
kracht 10 gebleven, dat is dus nog juist be
neden orkaankracht (van 11 af). Echter, het
weer was erg buiig en zoo werd om 2.35 uur
op het Observatorium een stoot geconstateerd
van niet minder dan 29 meter per seconde,
dat is dus een windstoot van orkaankracht.
Ook nu was de wind ten opzichte van onze
kustlijn niet ongunstig, n.1. pal West. De ver
wachting is, dat windkracht en -richting nog
wel even aan zullen houden.
Tuinmuur omgewaaid.
Met welk een kracht overigens de storm ook
in de stad gewoed heeft, wordt wel duidelijk
door het volgende gedemonstreerd. Vannacht
is van het pand, in gebruik bij de fa. Postma,
in de Spoorstraat, hoek Prinsenstraat, een tuin
muur, van ruim 2 meter hoogte en ter breedte
van naar schatting 6 meter, finaal omgewaaid.
Het steenen gevaarte moet met donderend ge
raas naar beneden gekomen zijn! Gelukkig
zijn geen persoonlijke ongevallen daarbij voor
gekomen, daar de straat geheel verlaten was.
Vanmorgen om half vijf is een luik van het
dak van het Rialto-theater tegen de deur van
den winkel van Van Baaren, in de Breewater-
straat, gewaaid. De deur werd vernield en een
groot winkelraam werd eveneens aan diggelen
geslagen.
De controleur van den Nachtveiligheids-
dienst, die juist in de buurt was, waarschuwde
oogenblikkelijk den heer Van Baaren, waar
door deze maatregelen, ter voorkoming van
verder onheil, kon nemen.
Hedenmorgen 6 uur zijn in de richting van
de Vliehors 2 vuurpijlen gezien.. Op dit sein
is de „Dorus Rijkers" vertrekklaar gemaakt,
doch zij was hedenmorgen 8 uur nog niet
uitgevaren.
Van het Havenkantoor alhier vernamen we
nog de volgende bijzonderheden over het schip,
dat noodseinen uitgezonden heeft.
Reeds om half twee vannacht moet het be
treffende stoomschip, dat „Siangoalla" zou
heeten en van Zweedsche nationaliteit moet
zijn, noodseinen uitgezonden hebben. Het zou
lek geslagen zijn. Gerapporteerd werd tevens,
dat zich reeds 2 sleepbooten in de nabijheid
van het schip zouden bevinden. Deze. booten
zijn later weggegaan, waarschijnlijk had de
Zweed hun assistentie niet van noode.
Zooals wij hierboven meldden, heeft het
schip om 6 uur weer noodseinen uitgezonden.
Het gaf als zijn positie op: 54° Noorder
breedte en 5.22° Oosterlengte, dat is ongeveer
25 mijl uit de kust van Eierland.
Wegens den grooten afstand achtte men
noch bij de Reddingbaatschappgnoch bij
bureau Wijsmuller alhier termen aanwezig om
uit te varen.
Het schip in zinkenden toestand.
Nader wordt ons gemeld:
Het schip is 1420 ton groot en bevindt zich
in zinkenden toestand, 40 mijl ten N. Oosten
van het vuurschip „Terschellingerbank". Het
zendt S.O.S.-seinen uit. In de nabijheid van het
zinkende schip is het Deensche s.s. „Esbjerg",
terwijl de „Holland" van Terschelling en de
sleepboot „Simson" van Borkum, naar de
plaats des onheils stoomen.
Vernieling.
Door een bewoner van de Vischstraat werd
aangifte gedaan, dat van zijn perceel 2 groote
ruiten zijn vernield. Een onderzoek wordt
ingesteld.
Beleediging.
Een bewoonster van de Bassingracht deed
klacht van beleediging. Een onderzoek wordt
ingesteld.
Naar Alkmaar.
Een drietal personen, dien in het Algemeen
Politieblad gesignaleerd stonden, werden aan
gehouden en vervolgens overgebracht naar
het Huis van Bewaring te Alkmaar voor het
ondergaan van de hun opgelegde straffen.
Oneerljjke dienstbode.
Door de recherche werd een meisje aange
houden verdacht verschillende goederen te
hebben ontvreemd van de mevrouw, bij wie
zij als dienstbode in betrekking was. De ont
vreemde goederen zijn in beslag genomen.
Proces-verbaal wordt opgemaakt.
Onguur individu.
Door een bewoner van de Basstraat werd
aangifte gedaan, dat zich, toen zijn vrouw
alleen thuis was, een persoon aan zijn woning
vervoegde met het verzoek even van de W.C.
gebruik t' mogen maken. Toen die persoon
was binnen gelaten pleegde hij met zijn vrouw
niet nader te noemen handelingen. De recher
che stelt een onderzoek in.
Mishandeling.
Een bewoner van den Kanaalweg deed aan
gifte, dat hij door een tweetal onder drank
invloed verkeerende personen was mishan
deld. De recherche stelt een onderzoek in.
Gevaarlijk heerschap.
Aan een in de Keizerstraat surveilleerenden
agent van politie werd Zondag medegedeeld,
dat zich op de Keizersgrachteen in staat
van dronkenschap verkeerend persoon bevond,
die een groot mes bij zich had, waarmede hij
verschillende personen bedreigde.
Bedoelde agent bracht dien persoon over
naar het Hoofdbureau van Politie, nadat eerst
het mes van hem was afgenomen. In de
Prins Hendriklaan verzette hij zich met ge
weld tegen zijn arrestatie en wist zich, na
een hevige worsteling, even los te rukken.
Toen hij vluchtte liep hij pardoes tegen een
passeerende automobiel op, tengevolge waar
van zijn linkerarm ontwricht werd. Door een
geneesheer werd de inmiddels in arrest ge
stelde man behandeld.
Tanden moeten mooi-wit zijn èn gezond. Zorg
dat U witte en gezonde tanden hebt door
's morgens en 's avonds Chlorodont te gebrui
ken, de bekende kwaliteits-tandpasta. De prijzen
zijn nu verlaagd25 ct. per tube, groote tube 45 ct.
Een actueel vraagstuk, met de oplos
sing waarvan men echter voorzichtig
dient te zijn.
Het is niet Griekenland alleen dat „oude
rommel" van de wereldmarkt opkoopt.
In de groote pers zijn sedert eenige dagen
korte beschouwingen verschenen over het
Grieksche schip, hetwelk niet die mate van
zeewaardigheid zou bezitten als hetzelfde van
andere naties, iets, wat volgens eenige bla
den wel overduidelijk gedemonstreerd wordt
door het opvallend groote aantal scheeps
rampen, welke juist Grieksche vaartuigen
troffen.
Zoo schreef bijv. het „Algemeen Handels
blad" van j.1. Zondag het volgende:
Zoodra het in den herfst op zee gaat
stormen komen de S.O.S.-seinen van
Grieksche schepen los. Zeelieden beweren
wel eens, da t de Grieken reeds S.O.S.-
seinen, als er met hun schip nog niets
aan de hand is. De kapiteins van deze
schepen weten van te voren, dat hun
schip in nood komt als de storm blijft
aanhouden en zij ver van de kust ver
wijderd op den oceaan zitten. Zij hebben
dan liefst assistentie in de buurt.
De schepen zijn oud en in den regel over
genomen uit andere landen, nadat zij reeds
een tijdlang hadden opgelegen. Zij gaan daar
door sterk achteruit en de Grieksche reeders
beschikken niet over de middelen om de sche
pen in goeden staat te brengen en te houden.
Een dergelijk geval is ook de „Okeanis"
waarover dezer dagen reeds genoeg ge
schreven is. Het schip ligt thans in het
dok bij de Scheepsbouw-Mij. De Nieuwe
Waterweg" te Schiedam. Van de 6000 ton
kolen, die het schip in heeft, is reeds
3500 ton gelost.
De Nederlandsche Scheepvaartinspectie is
eens naar het schip gaan kijken en heeft be
vonden, dat het reeds onzeewaardig was, toen
het naar zee ging. De spanten zijn ondeugde
lijk. Wordt het schip alleen plaatselijk, daar
waar het lek is, gerepareerd, dan zal het bij
zwaar weer op zee op een andere plaats op
nieuw lek worden.
Zooals vrijwel steeds het geval is, als deze
schepen aan reparatie niet kunnen ontkomen,
ontstaan er ook moeilijkheden met assura
deuren. De herstellingen, die de „Okeanis"
moet ondergaan, voor zij van de scheepvaart
inspectie vergunning krijgt om te vertrekken,
zullen aanzienlijke bedragen vorderen. Zoo
gaat het ten slotte om de vraag of assura
deuren maar liever niet de assurantiesom zul
len uitbetalen en het schip voor den sloop
verkoopen, of dat het toch zal worden ge-
Dinsdag 27 October.
Casino, 8.30 u. Meisjeslyceum.
Katholieke Kerk, Kerkgracht, 8.90 u. Con
ferentie voor niet-katholieken.
Geref. Kerk, Julianapark, 7 en 845 u. Film
avond.
Woensdag 28 October.
Casino, 8.30 u. Marineconcert.
Musis Sacrum, 2 u. Lezing met lichtbeelden.
Ned. Ver. van Huisvrouwen.
Gebouw le Vroonstraat. Nat. Hist. Museum,
van 35 en 810 u.
Zaterdag 31 October.
Musis Sacrum, 8 u. Feestavond Ver. van
Onderofficieren „Ons Belang".
indien U poetst met wat goeds, dus met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. DVOROL
repareerd en aan den eigenaar teruggegeven.
De „Okeanis" is van herkomst een
Fransch schip, 26 jaren oud, dat nog
slechts een jaar onder Grieksche vlag
vaart. Met vrij groote zekerheid mag
worden aangenomen, dat er onder Griek
sche vlag nog ettelijke tientallen sche
pen varen, die in nog minder deugdelij-
ken staat verkeeren dan de „Okeanis".
Als wij dezen winter veel storm krijgen,
zullen wij het wel vernemen.
In Engeland is er onlangs ernstig over ge
klaagd, dat, terwijl de Engelsche wilde vaart
geen werk had, het vervoer van graan en hout
naar Engeland grootendeels geschiedde met
Grieksche schepen, verzekerd in Engeland,
waarvan een deel met de lading op den
Oceaan achterbleef en een ander deel met
zijn noodseinen bestendig was en oponthoud
veroorzaakte aan de scheepvaart van andere
nationaliteiten, die met deugdelijker schepen
vaart.
Tot zoover 't Alg. Hbl.
Zooals men ziet komt het bovenstaande
neer op een beschuldiging van ondeugdelijk
materiaal door Griekenland gebruikt, doch
het komt ons voor, dat men deze zaak toch
weer niet moet zien als specifiek Grieksch.
Inderdaad zijn door Griekenland in de be
ginperiode van de crisis, dus in de jaren 1929
en 1930 tal van schepen op de wereldmarkt
aangekocht. Zij deden dat omdat de aanschaf
fingswaarde van genoemde schepen zeer laag
was, en eveneens omdat dé Grieksche crews
gemiddeld varen voor gages, die zéér ongun
stig bij die van nagenoeg alle Westeuropee-
sche schepen.
En ten derde... is het toezicht van scheep
vaart-autoriteiten in Griekenland niet te ver
gelijken met dat van bijv. Nederland.
Dit zijn de ongunstige factoren, die het zou
den kunnen verklaren, dat Griekenland met
ondeugdelijk materiaal de wereldzeeën on
veilig maakt, doch aan de andere zijde ver-
gete men niet, dat ook bijv. Engeland tal van
oude schepen aangekocht heeft in de hier
voor genoemde jaren.
Wat de stranding betreft, op onze kust zijn
het de „Eugenia" geweest en thans de
„Okeanis", terwijl de aanvaring van j.1. Za
terdag door het Grieksche s.s. „Matronna"
waarschijnlijk aan andere oorzaken toe te
schrijven is. Ettelijke Grieken vergingen even
eens in de golf van Biscaje, doch hoezeer men
ook geneigd mag wezen in deze te wijzen op
den ondeugdelijken staat van het Grieksche
Dinsdag 27 Oct17.09 uur
30)
„Sommige lui kunnen nou eenmaal niks
verdragen, is 't wel?" merkte de chauffeur
grinnikend op. „Ik moet tenminste heel wat
gehad hebben, voor ik zoover ben als hij!
Larry grinnikte terug en sleepte zijn „dron
ken kameraad" de Angels Crescent in. Hij
had er terecht op vertrouwd, dat een derge
lijke verschijning in de Barbican niets onge
woons was en slaagde er in, zonder al te veel
de aandacht getrokken te hebben, bg Lou
Staam te komen. Eens in den winkel, nam hij
Keating vierkant op en bracht hem naar de
lilt in de achterkamer, en vandaal naar be
neden.
Zijn aankomst in den bovensten kelder ver
oorzaakte vrij wat opzien.
„'n Cadeautje voor jou, Lou," grinnikte
Larry, en liet Keating op den vloer glijden.
„Drommels, daar heb je Vlooienpoeier,
riep Chorley verbaasd. „Wat is er nou te
doen, Larry?"
Larry nam zijn sigarettenkoker en keek
Chorley even aan. Vervolgens stak hg lang
zaam een sigaret op en ging kringetjes bla
zen. Zijn stilzwijgendheid maakte ouden Lou
Zenuwachtig.
„Wat ben je voornemens met dien rus te
doen?" vroeg hij. „Die zaak is ja zeer ge
vaarlijk."
„Zet hem maar in den kelder hier beneden,
Lou. Hg komt wel weer bij, hij is alleen maar
verdoofd. Ik heb persoonlijke redenen, waar
om ik hem nou niet in de stad kan laten
rondsukkelen. De zaak zit zoo, dat als ik
hem vrijlaat, hij mij inrekent," verklaarde
Larry. Toevallig ontmoetten zijn oogen die
van Chorley.
„Onthoud, Chorley," zei hij nadrukkelijk,
dat je hier niets mee te maken hebt. Je hoeft
het Keating niet gemakkelijk te maken, maar
ik wil niet, dat hij beschadigd wordt. Als ik
hem op reis wil sturen, zal ik hem zelf wel
komen halen."
Chorley haalde zijn schouders op. „Waar
komt die innige vriendschap ineens van
daan?"
„Nieuwsgierigheid," zei Larry op school-
meesterachtigen toon, „is vergeeflijk in een
kind, natuurlijk in een vrouw, maar betreu
renswaardig in een man. Het eenige wat je te
doen hebt, is te zorgen dat hg jou leelijke
facie niet te zien krijgt, of die van Lou."
„Ganz alleen met de ratten, hè?" klakte
Lou. „Ratten houden niet van inspecteurs, hè,
Chorley?"
Chorley beantwoordde den zet met een
flauw glimlachje, dat onmiddellijk verdween,
toen hij merkte dat Larry hem aankeek.
Hg stak geen hand uit om Larry te helpen,
toen die den inspecteur weer naar de lift
sleurde, en ging ook niet meer naar beneden.
De onderste kelder was een donker hol,
waar 't rook naar rottend stroo en vocht, en
alleen maar gemeubeld was met een ruwe
krib, waarboven een ring in den muur be
vestigd was. Daaraan hing een ijzeren ket
ting met een slot. Larry wond den ketting
om Keating's borst, sloot hem en deed een
paar passen achteruit om, voor hij naar de
lift ging, zijn werk nog eens te keuren.
„Ik moet Keating nog een en ander betaald
zetten," zei hij tegen Lou, „dus laat hem niet
denken, dat hij bij Ritz is. Zorg, dat alles
wat hij als diner krijgt, eetlust is, en maak
de andere maaltijden niet te overvloedig. Met
water en brood kan iemand een heelen tijd in
leven blijven; en laat hem vooral niet mer
ken, waar hij is, en zorg ook, dat hij je niet
herkent."
„Reken daar maar op," zei de oude man.
„Ik heb geen lust, de rest van mijn leven in
eeen cel door te brengen. Ik zal den Bursch
zelf voederen, met mijn gezicht bedekt."
Larry stelde zich met die verzekering te
vreden en liftte naar boven; ouden Lou zette
hij onderweg, op de eerste verdieping, af.
In het achterkamertje ging hij aan de ta
fel zitten en haalde Keating's portefeuille te
voorschijn. Na een kort onderzoek vond hij
wat hij noodig had: een paar met potlood ge
krabbelde aanteekeningen van Keating's
hand. Hij zette ze voor zich neer, tegen een
doos die op tafel stond, nam een vel brief
papier en begon, na een oogenblik gedacht te
hebben, te schrijven.
Toen hij klaar was, sloot hij den brief in
de enveloppe en adresseerde ze aan superin
tendant Kaye, New Scotland Yard, S.W. Ver
volgens ging hg naar het kabinet en riep
omlaag naar de schacht. Even later kwam
oude Lou naar boven.
„Wat is er van je verlangen?" vroeg de
jood onderdanig, en kroop bg het walmend
petroleumkacheltje.
Larry begon zijn das en boord los te maken.
„Kleeren," zei hij, en oude Lou knikte wijs.
„Wat zal het zijn, ditmaal, Larry?" vroeg
hij. „Ik heb ze in alle soorten, voor korten
tgd heb ik Clem nog uitgepoetst als trottoir
artiest dat was een slecht geschaft,
Larry."
„Zoo, werkelijk?"
„Ja, mijn Junge. Ik hoop dat je niet den
weg van dien armen broeder van je opgaat."
„Maak je maar niet ongerust. Heb je geen
schilders-uitrusting voor me? Een lichtbruin
pak met een fladderdas een beetje een
bonte, als het kan."
„Dat is ja je ware," klakte Lou opgetogen.
„Wacht Larry, ik haal het zoo."
Larry glimlachte en trok, onderwijl Lou
zijn spullen bij elkaar scharrelde, haastig zijn
pak en schoenen uit. Na een paar minuten
kwam Lou hijgend terug met een bruin pak,
bruine schoenen, een bruinen flambard, en
een zeer licht bruine, bijna gemberkleurige
das. Larry bekeek de zaak vluchtig en knikte,
ten teeken dat hij er genoegen mee nam.
„Nou nog een bot zakdoekje, Lou, en een
baard," zei hij.
„Een baard," overpeinsde Lou. „Een blonde
of een brunette?"
„Brunette,' grinnikte Larry, en ging zich
kleeden in het bruine pak. Toen Lou de noo-
dige voorbereidingen getroffen had, plakte
hij hem een donkeren baard aan de kin, pen
seelde zijn wenkbrauwen een beetje bij en
maakte hier een daar een rimpeltje. Een blik
in Lou's spiegeltje deed Larry besluiten, zijn
wenkbrauwen een beetje bij te scheren; toen
dat gebeurd was, was alles in orde en stapte
een volkomen gemetamorfoseerde Larry den
winkel uit portefeuille onder den arm, en
den breedgeranden slappen hoed flink over de
oogen getrokken.
Op weg naar het station trachtte Larry
zich al de kleine eigenaardigheden te herin
neren, die hij ooit bij de weinige artiesten,
waarmee hg in aanraking was gekomen, op
gemerkt had. Tot zekere hoogte lukte hem
dat ook.'
V
Een bungelende sigaret tusschen de lippen,
een beetje 'n vervoerde uitdrukking een
handig voorgewende zenuwachtigheid, zoo
slenterde Larry langs de straat. Vooral die
zenuwachtigheid ging hem goed af; hij was
er trotsch op, en hij besefte vergenoegd, dat
hij werkelijk den indruk maakte van een man,
die zich uit de wereld terugetrokken heeft
naar een land van droomen en vervuld is
van verachting en onverschilligheid voor alles
wat niet met zijn dierbare professie van de
kwast in verband staat.
Ook Jan kreeg dien indruk, toen hg ander
half uur later, in de laan van „Marske House"
dien „artiest" opmerkte, die droomerig naar
het onbewoonde, maar schilderachtige por
tiershuis staarde.
Larry zag Jan komen en besloot eens een
proef te nemen.
„Een aardige studie, mijnheer," begon hij,
toen Jan hem voorbijging.
Jan stond stil, keek belangstellend naar den
schilder en glimlachte.
„Ga gerust uw gang, mijnheer," bood hij
hoffelijk aan. „Zooals u zegt, ik geloof ook,
dat 't wel de moeite zou loonen, het op doek
te brengen."
Larry juichte natuurlijk alleen maar in ge
dachten. Als een van zijn ergste vijanden zgn
vermomming niet doorzag, was hij betrekke
lijk veilig.
Jan toonde hoegenaamd geen argwaan,
alleen maar een welwillende onverschilligheid;
hij stelde niet bijzonder veel belang in dé
kunst.
„Dus u zoudt er geen bezwaar tegen heb
ben, als ik in de laan ging zitten, om dat ge
val eens eh te bekijken?" vroeg Larry,
op den lijzigen toon, dien hij, als bij zijn rol
passend, had aangenomen.
(Wordt vervolgd?)