Stadsnieuws VLAGGEN 120/iso DE STROOPER COMPLEET GEPLAATST J. DUNSELMAN Jr. Wrak tusschen paal 2 en 3 losgespoeld* Waar gaan we heen EN STOK EN HOUDER Vrijdag 30 October 1936 Heldersche Courant Tweede Blad Het Koninklijk bezoek aan Den Helder* Jubileum van de stichting „Het Sanatoriumfonds". W ereldspaardag, Zaterdag 31 October. Mij. tot nut van 't algemeen. Het Witte Kruis. Jaarlijksche R©»de Kruis-coliectc „Kom je ook 's kijken 71» Restanten van de in 1873 vergane „König Wilhelm I". Wat vergeelde Vliegende Blaadjes" er van vertellen. KEIZERSTRAAT 24 DEN HELDER FEUILLETON. DOOR PETER BARON In verband met het vorstelijk bezoek op Woensdag 4 November, is door den Garni- zoens-Commandant te Den Helder bepaald: Van de reveille tot zonsondergang zal de Nationale vlag worden uitgestoken op 4 November a.s. van alle daarvoor aangewezen militaire gebouwen; Na 12 uur zal op dien dag dienst worden verricht als op Zon- en feestdagen. Herdenkingsfeestavond in „Musis Sacrum". De Stichting „Het Sanatoriumfonds", op gericht door „Ons Belang", vereeniging van onderofficieren der Kon. Landmacht, bestaat dezer dagen 25 jaar. Een kwart eeuw hebben dus nu reeds de landmacht-onderofficieren naast hun dagelijksche taak een roeping vervuld, die niet anders dan idiëel genoemd mag worden. Onder het motto „De sterke voor den zwakke" hebben zij meer dan een kwart eeuw geleden de koppen bij elkaar gestoken en ziehier, wat zij bereikt hebben. 1100 patiënten werden in de afgeloopen 25 jaar in hun stichting verpleegd, waarmede de som gemoeid was van 225.000! Deze cijfers zeggen alles. Het 25-jarige jubileum nu wil de Helder sche afdeeling van de Stichting niet onge merkt voorbij laten gaan. Morgen vindt er in „Musis Sacrum" een herdenkingsfeest avond plaats, die zal klinken als een klok. Het programma vermeldt verscheidene veel belovende nummers. Zoo zien we, dat Prof. Grebuno weer van zijn magische krachten zal blijk geven, dat er een boeren- en een tap-dans gedemonstreerd zal worden, dat er enkele aardige voordrachten gedaan zullen worden, dat de mondorgelclub „Ons Genoe gen" op zal treden enz., enz. Zoodat er alle aanleiding is, om dezen feestavond bij te wonen. Al was het alleen maar om hulde te brengen aan het kranige, menschlievende werk van de Nederlandsche Landmacht-onder officieren. De Nutsspaarbank verzoekt ieder, die iets voelt voor haar pogingen, „het sparen zooveel mogelijk te bevorderen", in eigen kring de aandacht op den dag van morgen, 31 October, te willen vestigen. Door het nemen van verschillende maat regelen, tracht het bestuur der Nutsspaar bank, alhier, de aandacht op zijn propaganda te richten. Het kantoor zal op den Wereld- spaardag vanaf 's morgens 8 uur tot 's avonds 8 uur doorloopend geopend zijn. Ten einde het wachten voor het publiek tot een minimum te beperken, zal voorts, indien daartoe be hoefte bestaat, vier loketten in dienst worden gesteld. Van een vlotte afhandeling van zijn spaarbankzaken kan ieder op dien dag ver zekerd zijn. Voorts besloot het Spaarbankbestuur, aan dengene, die nog geen spaarder van de Nuts spaarbank is en zich op 31 October als spaar der laat inschrijven, ter aanmoediging, een in leer gebonden zakagenda of een kunstkalen der cadeau te doen. Bovendien worden voor de 9999e, de 10.000e en de 10.001e spaarder der Heldersche Nuts spaarbank, die één dezer dagen verwacht worden, resp. premies van 5, 10 en 5 ter beschikking gesteld, in dier voege echter, dat in éénzelfde gezin niet meer dan één premie uitgekeerd zal worden. Ten behoeve van de scholen hier ter stede wordt voorts een groot aantal kinderboekjes en een aardig kinderspel uitgereikt. Door al deze maatregelen hoopt het be stuur der Nutsspaarbank de burgerij voor haar maatschappelijk werk opnieuw te inte resseeren en aldus den spaarzin te bevor deren. De korte dagen zijn weer aangebroken. „Het Nut" is, zooals een 15-tal jaren reeds gebeurd is, van plan wederom een houtcur sus voor jongens van 915 jaar te houden. Dat de liefhebberij groot is, blijkt uit het aan tal jongens dat zich elk jaar aanmeldt en soms zoo groot is dat reeds eenige keeren jongens zijn afgewezen moeten worden, om dat er geen plaats meer was. Hoe kan het ook anders; 3 maanden een cursus op Zaterdagmiddag, alle materialen nagenoeg vrij, de vervaardigde artikelen eigendom van den maker en een cursusgeld van 2.50. Voor nadere gegevens wordt verwezen naar de advertentie in dit blad voorkomend. De algemeene vergadering. Gisteravond werd in het Kegelhuis, onder weinig belangstelling van de leden, de jaarlijk- sche algemeene vergadering van de vereeni ging „Het Witte Kruis" gehouden. Om precies 8 uur opende de voorzitter, de heer J. Kamman, deze vergadering met een woord van welkom en de mededeeling, dat de bestuursleden mevr. Ketner en dr. Bakker ver hinderd waren aanwezig te zijn. De notulen, verzorgd en voorgelezen door den secretaris, den heer K. Tiemes, werden zonder op- of aanmerkingen, gearresteerd. Ingekomen stukken. Van het gemeentebestuur was een bericht ingekomen, dat de subsidie voor 1936 was be paald op 2.700.dat is 300.minder dan vorige jaren. Verder was er bericht, dat met ingang van 1 Januari 1937 de bepaling van kracht wordt, dat wijkzusters, die 55 jaar oud zijn en ouder, eervol ontslag verleend moet worden. Dispen satie zal slechts bij hooge uitzondering toege staan worden. Het bestuur, aldus de heer Kam man, zal rekening houden met deze bepaling en dispensatie aanvragen voor één zuster. Aftredend waren de bestuursleden J. Kam man, dr. J. W. Bakker en dr. P. v. d. Nieuwen- huizen. Er waren door het bestuur drie dub beltallen opgemaakt, waarop de aftredenden die zich herkiesbaar stelden, als no. 1 fungeer den. Met vrijwel algemeene stemmen werden zij herbenoemd. Als afgevaardigden voor de algemeene ver gadering te Amsterdam werden benoemd de heeren Kamman en dr. Bakker. Na eenige discussie werd de heer Tiemes als reserve aangewezen. Aan de orde was nu de bespreking van den beschrijvingsbrief voor de algemeene vergade ring. Het bleek, dat de ontsmettingsdienst in Alkmaar met een groot tekort werkt. Zoo be draagt de schuld van deze afdeeling aan de vereeniging momenteel 16.002. De afgevaardigden zullen nu ter ver gadering vragen of de toelage van 350. voor deze afdeeling op de begrooting zal ge handhaafd blijven. Men zal het voorstel doen om den ontsmettingsdienst daar ter plaatse te doen opheffen. Voorts werd vastgesteld, dat voor de afdee ling huisverzorging nog steeds te weinig geld wordt uitgetrokken. De begrooting voor 1937. Bij de bespreking van de begrooting 1937 van de afdeeling Den Helder zeide de voorzitter, dat helaas eenige noodzakelijke verlagingen moes ten voorgesteld worden. Op de salarissen van Aan <le van Den Helder. Op Zaterdag 31 October a.s. zal de jaarlijk sche collecte, door middel van speldjesver koop, worden gehouden. In verband hiermede wendt het bestuur van de plaatselijke afdeeling zich tot u met een beroep op allen om te helpen bevorderen, dat deze collecte slaagt, opdat het Roode Kruis-werk als altijd zal kunnen worden voortgezet. Ook dit jaar heeft de transportcolonne van de plaatselijke afdeeling, evenals vorige jaren, haar werk geheel onbaatzuchtig en met toewijding verricht. Vele bezoekers van het strand, zoowel bij „Duinoord" als bij Huisduinen, hebben hiervan vele malen het voordeel ondervonden. Ook bij andere gelegenheden heeft de transport colonne haar diensten bewezen. Was zij niet steeds daar, waar hulp noodig kon zijn? We denken aan Koninginnedag, aan de afstands- marschen en aan de feestweek. Steeds waren er transportcolonne-leden aanwezig om hulp en bijstand te verleenen, waar deze noodig kon zijn. Doch met toewijding en onbaatzuch tigheid der leden van de transportcolonne komen wij er niet. Het materiaal moet wor den aangeschaft en onderhouden en dit gaat met financieele kosten gepaard. Daarom: Geeft allen, helpt de collecte doen slagen, opdat het nuttige Roode Kruis-werk zal kunnen worden voortgezet. Namens het bestuur van de af deeling Den Helder van het Neder landsche Roode Kruis, J. KAMMAN, Voorzitter. P. VRIJE, Secretaris. het personeel was bereids een korting van 7 toegepast, doch thans ziet het bestuur zich ge noodzaakt daarop nog 3 te korten. Oorzaken hiervan zijn, dat de contributiegelden, die de laatste jaren steeds achteruit geloopen waren, voor het nieuwe jaar opnieuw lager, n.1. op 5000.— geraamd moeten worden. Dit is een gevolg van den achteruitgang in de salarissen, waardoor de leden in een lagere contributie klasse kwamen en door het bedanken van vele leden, hetzij door crisisomstandigheden, hetzij door overloopen naar het Wit Gele Kruis. Het bestuur is echter van plan middels circulaires een krachtige poging te doen om nieuwe leden te werven. Voorts heeft het bestuur den post van 600.moeten schrappen, welke diende om het tekort, dat zich voordoet bij het huren van de Marine Bad- en Zweminrichting, te betalen. Zij die van het zwembad gebruik maken, zullen dezen toeslag dus voortaan missen. Tot zijn leedwezen moest het bestuur voorts voorstellen om de 150.subsidie aan de Ver eeniging voor Kinderherstellings- en Vacantie- kolonies in te trekken. De begrooting sluit nu met een totaal in debet- en creditzijde van 9.791.65. De heer De Bie vroeg of het niet mogelijk was de salarissen onaangetast te laten, doch de voorzitter antwoordde, dat het kapitaal dit niet toeliet. Hij wees er daarbij op, dat na de korting b.v. de salarissen van de zusters nog zeer behoorlijk blijven 1.800.en dat zij geen last hebben van aftrek voor pensioen. De heer P. van Dalen merkte op, dat het ge meentebestuur wel de subsidie verlaagt, maar dat Maatschappelijk Hulpbetoon toch' veelvul dig gebruik maakt van de wijkzusters van het Witte Kruis. Als die subsidieverlaging zich zou voortzetten, zou het Witte Kruis er eerlang wel eens geen zusters meer op na kunnen houden. De heer Kamman was echter van meening, dat het gemeentebestuur de vereeni ging wel ter wille is. De heer De Bie drong er op aan om tot de oprichting van een douche-badhuis te komen. Op advies van den heer Van Dalen zal dit in de eerstvolgende bestuursvergadering een punt van bespreking uit maken. In de commissie tot onderzoek van de reke ning en verantwoording werden staande de vergadering benoemd de heeren Delgorge en De Bie, terwijl de secretaris zal zorgen, dat de commissie met een derde lid zal worden aan gevuld. Na de rondvraag, die niets bijzonders op leverde, sloot de heer Kamman de vergadering, uitdrukking gevend aan zijn spijt, dat de ver gadering niet drukker bezocht was. „Tenzij we dit mogen beschouwen als een groote mate van vertrouwen die door de leden in het be stuur gesteld wordt". Wat de Nederlandsche pers er van zegt: Hoewel wij reeds eenige malen geschreven hebben ovef de revue van Meyer Hamel, welke a.s. Zaterdag en Zondag in Casino ge geven wordt, lijkt het ons niet ondienstig hier nog enkele persuittreksels te laten volgen. Zoo zegt o.a.: „De Maasbode": Een zeer talrijk pu bliek, zich blijkbaar herinnerende de vroolijke uren, die vorige Meyer Hamel Revue's ver schaft hadden, was opgekomen en heeft haar geen spijt van gehad, want men amuseerde zich kostelijk... „De Telegraaf": om tenslotte te concludeeren, dat hier een avond van voor treffelijk amusement te genieten is van kleur, humor en gratielijk bewegen... „Het Vaderland": Het is natuurlijk ondoenlijk hier in details te treden over de onafgebroken hoeveelheid aan grappige too- neeltjes, oogbekorende tableaux, gracieuze balletten, treffende chansons en aanstekelijke muziek-arrangementen, die deze prachtig ver zorgde revue oplevert, maar alles getuigt van een uitstekenden smaak en van artistieke distinctie. „Iedere storm is raak", zeggen de men sehen de laatste jaren tegen elkaar en inderdaad eischen de wind- en watergoden bijna iederen herfst een tol, welke be taald wordt met menschenlevens en scheepsmateriaal. Evenwel, ook vele, vele jaren in de ge schiedenis terug, was het meermalen niet pluis op de Nederlandsche kust en als men er de geschiedenis op naslaat, wordt men getroffen door het groote aantal schipbreuken, die ook in die tijden hier voorgevallen zijn. We vernamen thans, dat, tengevolge van het stormweer der laatste dagen, tusschen de strandpalen 2 en 3 een stuk wrak uit het zand is losgewoeld, hetwelk, volgens oude Helderschen, die het weten kunnen, eens het schip „Kaiser Wilhelm" geweest is, dat in het jaar 1873 vergaan is. Het wrak zat een 300 meter uit den wal, zoodat de scheepvaart er niet door ge stremd werd. Tot gisteren was het weer nog te ruw om het met vletten te bereiken, doch het zal wel niet lang meer duren of de eerste nieuwsgierigen, van een jongere generatie, zullen zich gaan overtuigen of hier nog iets bijzonders te halen is. Men kan nooit weten Uit het „Bijvoegsel", behoorende bij ,,'t Vliegend Blaadje" van Zaterdag 29 No vember 1873. Wij hebben ons archief er op nagezien en in den jaargang, waaruit de geur van vele Zaterdag SI October. Musis Sacrum, 8 u. Feestavond Ver. van Onderofficieren „Ons Belang". Dennenheuvel, 8 u. Tooneeluitvoering Ve». „Het Noorderlicht". Casino, 8 u. Revue Meyer Hamel. Zondag 1 November. Casino, 8 u. Revue Meyer Hamel. jaren u tegemoet komt, vinden we de vol gende interessante bijzonderheden over de schipbreuk terug. Woensdagavond, 28 Nov. 1873. Woensdag avond omstreeks 7 uur strandde tusschen de banken, even bezuiden Kijkduin, de Bremer stoomboot „König Wilhelm I", kapt. Hilders, geladen met tabak, van New-York naar Ham burg bestemd, bemand met 90 man equipage en een 50-tal passagiers, waaronder vrouwen en kinderen. Dadelijk na het bekend worden der stranding vertrok de sleepboot „Stad Amsterdam", kapt. Bakker, naar de plaats des onheils, om zoo mogelijk hulp te verlee nen, hetwelk door de onstuimige zee op dat oogenblik onmogelijk bleek, 's Nachts ten 2 ure andermaal daarheen vertrokken, met de reddingboot op sleeptouw, werd de redding der opvarenden beproefd, doch weder tever- geefsch. Eerst des namiddags mocht het gelukken met de beide sleepbooten „Stad Amsterdam" en „Noordzee" de passagiers behouden over te brengen. De reddingbooten hebben bij deze gelegenheid uitstekende diensten bewezen. Het schoone stoomschip wordt als verloren beschouwd. Uit ,,'t Vliegend Blaadje" van 3 Decembert De passagiers van het alhier gestrande Bre mer stoomschip „König Wilhelm I" hebben meerendeels de reis naar hun vaderland over land vervolgd, warmen dank achterlatende voor het liefderijk onthaal dat hun hier ten deel is gevallen. De equipage heeft ook het schip ver laten en is thans in verschillende logementen opgenomen. Men is thans druk bezig de lading in schuiten te lossen. Uit de krant van 6 December: Het stoomschip „König Wilhelm I" bij Huis duinen gestrand, is thans geheel ledig gelost; de lading is onbeschadigd geborgen. Naar men verneemt, zal men thans pogin gen aanwenden om het schip weder van strand af te brengen. Dit is het wat wij na een korte snuffeltocht door de oude jaargangen terug konden vinden over de schipbreuk van de „König Wilhelm I" en zoowel de bescheidenheid waarmede de ber gingspogingen als de soberheid van de toen malige verslaggeving spreken voor zich. Hoe het ook zij, voor hen, die over fan tasie beschikken, is een kijkje bij de res tanten van deze wel zeer bejaarde schip breuk ongetwijfeld aan te bevelen. Hier gaat de historie spreken. De historie van de Noordzee, die een razend monster kan zijn... nu en in 1873. De tijden veranderden, maar de Noordzee bleef een verraderlijke lap water. 33) Want drie volle uren in een stoel zitten, strookte niet met Brown's opvatting van plichtsbetrachting, en evenmin werd er eenige liefde voor frissche lucht voor ge vergd. Niemand had trouwens ooit super intendant Kaye er van beschuldigd, dat hij te veel wandelde. Zoowel de dokter als zijn ver zekeringsmaatschappij hadden 't hem, met 't menschenlievende doel, zijn leven te verlen gen, ontraden tenminste bij dag. Hij was er trotsch op, te kunnen zeggen, dat hij den leeftijd van vijf en veertig jaar bereikt had door nooit iets bij dag te doen als er ook maar de geringste mogelijkheid was, hetzelfde in het donker te verrichten. En er was wat waars in zijn woorden. De heeren, die hem hier of daar met een lucht drukrevolver hadden opgewacht, waren tal loos. Dat alles wilde detective-sergeant Brown graag gelooven, maar niettemin ergerde he hem. Zoozeer, dat Kaye het in de gaten kreeg, en zachtmoedig glimlachte. „Zij dienen ook ,die enkel staan en wachten," citeerde hij. „Zelfs als ze aleen maar zitten. Het citaat is van Milton, en de variant van mij. Brown stelde geen belang in het citaat, noch in de variant. De eenige variant, die hij zou kunnen apprecieeren, was, onmiddellijk op te houden met nietsdoen. „Ik voor mij zie er geen heil in, hier in dit beestachtige hotel rond te hangen," zei hij. „Als, zooals u zegt, alles in orde is, waarom zouden we den Strooper dan niet bij de kladden pakken? Als we hier nog lang blijven zitten, ruikt hij lont, en smeert 'm." „Toch niet. Hij denkt, dat hij veilig is, en dat is hij tot zekere hoogte ook, maar voor spoed veroorzaakt zorgeloosheid", zooals Livius zegt. Zoodra onze vriend zorgeloos wordt, kom ik tusschenbeide en maak het spelletje uit." „Laten we het hopen," gromde Brown. „De Strooper is anders een revolverheid, en u bent een vrij aardig mikpunt." Kaye keek droomerig een rookkringetje na. ,,Hjj die den dood vreest, heeft het leven dat hij bemint, reeds verloren," haalde hij terloops aan. „Je moest Cato eens lezen, Brown. Hij is verheffend." „Ik wensch geen verheffing, ik verlang alleen maar lucht," zei Brown. Met zijn kin in de hand zat hij zijn grieven te overpeinzen, rangschikte ze in chrono logische volgorde en stond op het punt, ze op zijn meerdere af te vuren, toen een klop op de deur hem de onmiddellijk uitvoering van zijn voornemen belette. Hij stond op en maakte de deur open met veel meer kracht dan voor die eenvoudige handeling noodig was. Een kellner bracht een brief voor den heer Crale. Er zaten twee enveloppen om: de buitenste aan Crale geadresseerd, de bin nenste aan Kaye. Het briefje was maar kort en luidde: Beste Kaye, Nou zul je eens wat meemaken! Onze vriend Larry is naar het Noorden vertrok ken en ik zit achter hem aan. Je zult van me hooren, als ik nieuws heb." J. S. K." „Arme ouwe Sam.- Ik zal Storm zeggen, dat hij in 't vervolg Sam z'n brieven bij zich houdt, ik moet er te veel om lachen, en dat is slecht voor de slanke lijn. Lees dat eens, Brown." Brown nam het briefje onverschillig aan, maar vergat spoedig zijn boos humeur. „Dat ziet er uit, alsof de inspecteur Wade op het spoor gekomen is, mijnheer," meende hij. „In dat geval kunnen we hier niet veel doen behalve stikken in dit vervloekte hotel." „Dat hindert niet," zei Kaye. „We blijven toch hier, maart 't schijnt, dat ik niet op de hulp van den inspecteur hoef te rekenen. Dat is jammer, want Sam is, al wordt hij dikwijls miskend, toch wel bruikbaar." Hij stond op. Brown ook, in de zoete hoop, dat de zitting een einde zou nemen. „Gaat u een luchtje scheppen, mijnheer?" „Ja, alleen," antwoordde Kaye. „Ik ga eens bij Jan Teyst kijken. Jij kunt ook wel uit gaan als je daar zin in hebt, maar zorg om een uur of tien terug te zijn. Misschien heb ik wat voor je te doen." Hjj zette zijn hoed op en vertrok. In de hal vroeg hij den boekhouder een nummer van de „Reigate Courier" en liet zijn vinger langs de advertenties glijden, tot hij er een trof, die zijn belangstelling scheen te trekken. Het was de advertentie, die Barbara daags te voren had geplaatst, en met een tevreden glimlach wendde Kaye zich naar den spiegel en bekeek zich eens. Hij kwam tot de slot som, dat Keating's bewering over zijn butler achtig uiterlijk er niet ver naast was geweest en slenterde op zijn gemak naar de deur, met een vlüchtigen blik naar den heer in 't bruin, die bij den electrischen haard zat. Larry streelde zijn pas verworven baard en merkte dien vluggen, maar daarom niet min der scherpen blik niet op. Hij was nogal met zichzelf ingenomen; zijn ontmoeting met Jan had hem er van overtuigd, dat zijn vermom ming voldeed, en er was niets, dat iemand op het denkbeeld kon brengen, dat hij niet de artiest was, waarvoor hij zich uitgaf. Niets dan zijn oogen en wie stelde belang in iemands oogen? Niemand dan superintendant Kaye. Het was zijn vak. Hij had maar een glimp van dien „artiest" gezien, maar dat was genoeg voor hem. Want al was de baard hem onbe kend, de oogen zou hij niet licht vergeten. Superintendant Kaye specialiseerde zich in oogen. Er was maar weinig, wat voor de zijne verborgen bleef. Larry stelde geen belang in den kleinen dikkerd, evenmin als in iets anders in zijn onmiddellijke omgeving behalve zijn baard. Het was een bijzonder goed exemplaar in zijn soort en Larry betastte hem herhaaldelijk, bijna liefdevol. Ook op het oogenblik, dat Brown beneden kwam, was hij bezig, zijn baard te streelen iets wat Brown een tee- ken van verwijfdheid vond. Een hoonend lachje verscheen op zjjn gezicht, toen hij stil hield om zijn pijp aan te maken. Drie uren rust in een vrij bedompte kamer hadden Brown zoover gebracht, dat hij ruzie zocht, maar daarvan was Larry zich niet bewust. Hij was zich daarentegen wel bewust, dat Brown lucifers zocht, welk feit rechtstreeks verantwoordelijk was voor al het ongemak, dat Brown de eerstvolgende dagen over kwam, want het vestigde zijn aandacht op Brown's handelingen. De detective tastte in zijn zak naar een stuk papier om dat als fidibus te gebruiken vond toevallig den brief, dien Kaye hem even te voren had gegeven. In gewone om standigheden zou hij hem bewaard hebben, maar Brown verkeerde in een geprikkelde stemming en zag in den brief een middel om aan zijn wraakzuchtige gevoelen te voldoen. Hij hield den brief aan den electrischen haard. Een poosje staarde Larry er naar zonder iets te zien, tot hij zich bewust werd van den zin: „Onze vriend Larry is naar het Noor den vertrokken", en ineens herkende hij zijn eigen schrift in die woorden. Hij slaagde er in, niets van zijn verrassing te laten merken, maar van dat oogenblik af verloor hij Brown niet meer uit het oog. Den brief, dien hij zelf den vorigen dag geschreven had, in handen van dezen man te zien, kon voor Larry maar één ding betee- kenen het moest Kaye zijn. Larry vond het een grappig geval, dat hij nu de identi teit van den geheimzinnigen Kaye doorgrond had, zonder zelf herkend te zijn. Brown had zijn pijp aangemaakt en ging naar buiten. Toevalligerwijs voelde Larry juist ook een dringende behoefte aan fris sche lucht, zoodat hij opstond en den ver meenden superintendant volgde. Zijn zwierige manier van doen, toen hij in den wagen stapte om Brown langzaam achterna te rijden zou dien waardigen vertegenwoor diger der Wet opnieuw in hooge mate geër gerd hebben, maar gelukkig voor zijn ge moedsrust zag hij het niet. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5