Stadsnieuws
VLAGGEN 120/iso
DE
STROOPER
COMPLEET GEPLAATST
J. DUNSELMAN Jr.
Wrak tusschen paal
2 en 3 losgespoeld*
Waar gaan we heen
EN STOK EN HOUDER
Vrijdag 30 October 1936
Heldersche Courant
Tweede Blad
Het Koninklijk bezoek
aan Den Helder*
Jubileum van de stichting
„Het Sanatoriumfonds".
W ereldspaardag,
Zaterdag 31 October.
Mij. tot nut van 't algemeen.
Het Witte Kruis.
Jaarlijksche R©»de Kruis-coliectc
„Kom je ook 's kijken
71»
Restanten van de in 1873 vergane
„König Wilhelm I".
Wat vergeelde Vliegende
Blaadjes" er van vertellen.
KEIZERSTRAAT 24 DEN HELDER
FEUILLETON.
DOOR
PETER BARON
In verband met het vorstelijk bezoek op
Woensdag 4 November, is door den Garni-
zoens-Commandant te Den Helder bepaald:
Van de reveille tot zonsondergang zal de
Nationale vlag worden uitgestoken op 4
November a.s. van alle daarvoor aangewezen
militaire gebouwen;
Na 12 uur zal op dien dag dienst worden
verricht als op Zon- en feestdagen.
Herdenkingsfeestavond in „Musis
Sacrum".
De Stichting „Het Sanatoriumfonds", op
gericht door „Ons Belang", vereeniging van
onderofficieren der Kon. Landmacht, bestaat
dezer dagen 25 jaar. Een kwart eeuw hebben
dus nu reeds de landmacht-onderofficieren
naast hun dagelijksche taak een roeping
vervuld, die niet anders dan idiëel genoemd
mag worden. Onder het motto „De sterke
voor den zwakke" hebben zij meer dan een
kwart eeuw geleden de koppen bij elkaar
gestoken en ziehier, wat zij bereikt hebben.
1100 patiënten werden in de afgeloopen 25
jaar in hun stichting verpleegd, waarmede de
som gemoeid was van 225.000! Deze cijfers
zeggen alles.
Het 25-jarige jubileum nu wil de Helder
sche afdeeling van de Stichting niet onge
merkt voorbij laten gaan. Morgen vindt er
in „Musis Sacrum" een herdenkingsfeest
avond plaats, die zal klinken als een klok.
Het programma vermeldt verscheidene veel
belovende nummers. Zoo zien we, dat Prof.
Grebuno weer van zijn magische krachten
zal blijk geven, dat er een boeren- en een
tap-dans gedemonstreerd zal worden, dat er
enkele aardige voordrachten gedaan zullen
worden, dat de mondorgelclub „Ons Genoe
gen" op zal treden enz., enz. Zoodat er alle
aanleiding is, om dezen feestavond bij te
wonen. Al was het alleen maar om hulde te
brengen aan het kranige, menschlievende
werk van de Nederlandsche Landmacht-onder
officieren.
De Nutsspaarbank verzoekt ieder, die iets
voelt voor haar pogingen, „het sparen zooveel
mogelijk te bevorderen", in eigen kring de
aandacht op den dag van morgen, 31 October,
te willen vestigen.
Door het nemen van verschillende maat
regelen, tracht het bestuur der Nutsspaar
bank, alhier, de aandacht op zijn propaganda
te richten. Het kantoor zal op den Wereld-
spaardag vanaf 's morgens 8 uur tot 's avonds
8 uur doorloopend geopend zijn. Ten einde het
wachten voor het publiek tot een minimum
te beperken, zal voorts, indien daartoe be
hoefte bestaat, vier loketten in dienst worden
gesteld. Van een vlotte afhandeling van zijn
spaarbankzaken kan ieder op dien dag ver
zekerd zijn.
Voorts besloot het Spaarbankbestuur, aan
dengene, die nog geen spaarder van de Nuts
spaarbank is en zich op 31 October als spaar
der laat inschrijven, ter aanmoediging, een in
leer gebonden zakagenda of een kunstkalen
der cadeau te doen.
Bovendien worden voor de 9999e, de 10.000e
en de 10.001e spaarder der Heldersche Nuts
spaarbank, die één dezer dagen verwacht
worden, resp. premies van 5, 10 en 5
ter beschikking gesteld, in dier voege echter,
dat in éénzelfde gezin niet meer dan één
premie uitgekeerd zal worden.
Ten behoeve van de scholen hier ter stede
wordt voorts een groot aantal kinderboekjes
en een aardig kinderspel uitgereikt.
Door al deze maatregelen hoopt het be
stuur der Nutsspaarbank de burgerij voor
haar maatschappelijk werk opnieuw te inte
resseeren en aldus den spaarzin te bevor
deren.
De korte dagen zijn weer aangebroken.
„Het Nut" is, zooals een 15-tal jaren reeds
gebeurd is, van plan wederom een houtcur
sus voor jongens van 915 jaar te houden.
Dat de liefhebberij groot is, blijkt uit het aan
tal jongens dat zich elk jaar aanmeldt en
soms zoo groot is dat reeds eenige keeren
jongens zijn afgewezen moeten worden, om
dat er geen plaats meer was.
Hoe kan het ook anders; 3 maanden een
cursus op Zaterdagmiddag, alle materialen
nagenoeg vrij, de vervaardigde artikelen
eigendom van den maker en een cursusgeld
van 2.50.
Voor nadere gegevens wordt verwezen
naar de advertentie in dit blad voorkomend.
De algemeene vergadering.
Gisteravond werd in het Kegelhuis, onder
weinig belangstelling van de leden, de jaarlijk-
sche algemeene vergadering van de vereeni
ging „Het Witte Kruis" gehouden.
Om precies 8 uur opende de voorzitter, de
heer J. Kamman, deze vergadering met een
woord van welkom en de mededeeling, dat de
bestuursleden mevr. Ketner en dr. Bakker ver
hinderd waren aanwezig te zijn.
De notulen, verzorgd en voorgelezen door
den secretaris, den heer K. Tiemes, werden
zonder op- of aanmerkingen, gearresteerd.
Ingekomen stukken.
Van het gemeentebestuur was een bericht
ingekomen, dat de subsidie voor 1936 was be
paald op 2.700.dat is 300.minder dan
vorige jaren.
Verder was er bericht, dat met ingang van
1 Januari 1937 de bepaling van kracht wordt,
dat wijkzusters, die 55 jaar oud zijn en ouder,
eervol ontslag verleend moet worden. Dispen
satie zal slechts bij hooge uitzondering toege
staan worden. Het bestuur, aldus de heer Kam
man, zal rekening houden met deze bepaling
en dispensatie aanvragen voor één zuster.
Aftredend waren de bestuursleden J. Kam
man, dr. J. W. Bakker en dr. P. v. d. Nieuwen-
huizen. Er waren door het bestuur drie dub
beltallen opgemaakt, waarop de aftredenden
die zich herkiesbaar stelden, als no. 1 fungeer
den. Met vrijwel algemeene stemmen werden
zij herbenoemd.
Als afgevaardigden voor de algemeene ver
gadering te Amsterdam werden benoemd de
heeren Kamman en dr. Bakker.
Na eenige discussie werd de heer Tiemes als
reserve aangewezen.
Aan de orde was nu de bespreking van den
beschrijvingsbrief voor de algemeene vergade
ring. Het bleek, dat de ontsmettingsdienst in
Alkmaar met een groot tekort werkt. Zoo be
draagt de schuld van deze afdeeling aan de
vereeniging momenteel 16.002.
De afgevaardigden zullen nu ter ver
gadering vragen of de toelage van 350.
voor deze afdeeling op de begrooting zal ge
handhaafd blijven. Men zal het voorstel doen
om den ontsmettingsdienst daar ter plaatse te
doen opheffen.
Voorts werd vastgesteld, dat voor de afdee
ling huisverzorging nog steeds te weinig geld
wordt uitgetrokken.
De begrooting voor 1937.
Bij de bespreking van de begrooting 1937 van
de afdeeling Den Helder zeide de voorzitter, dat
helaas eenige noodzakelijke verlagingen moes
ten voorgesteld worden. Op de salarissen van
Aan <le van Den
Helder.
Op Zaterdag 31 October a.s. zal de jaarlijk
sche collecte, door middel van speldjesver
koop, worden gehouden.
In verband hiermede wendt het bestuur van
de plaatselijke afdeeling zich tot u met een
beroep op allen om te helpen bevorderen,
dat deze collecte slaagt, opdat het Roode
Kruis-werk als altijd zal kunnen worden
voortgezet.
Ook dit jaar heeft de transportcolonne van
de plaatselijke afdeeling, evenals vorige
jaren, haar werk geheel onbaatzuchtig en
met toewijding verricht.
Vele bezoekers van het strand, zoowel bij
„Duinoord" als bij Huisduinen, hebben hiervan
vele malen het voordeel ondervonden. Ook bij
andere gelegenheden heeft de transport
colonne haar diensten bewezen. Was zij niet
steeds daar, waar hulp noodig kon zijn? We
denken aan Koninginnedag, aan de afstands-
marschen en aan de feestweek. Steeds waren
er transportcolonne-leden aanwezig om hulp
en bijstand te verleenen, waar deze noodig
kon zijn. Doch met toewijding en onbaatzuch
tigheid der leden van de transportcolonne
komen wij er niet. Het materiaal moet wor
den aangeschaft en onderhouden en dit gaat
met financieele kosten gepaard.
Daarom: Geeft allen, helpt de collecte doen
slagen, opdat het nuttige Roode Kruis-werk
zal kunnen worden voortgezet.
Namens het bestuur van de af
deeling Den Helder van het Neder
landsche Roode Kruis,
J. KAMMAN, Voorzitter.
P. VRIJE, Secretaris.
het personeel was bereids een korting van 7
toegepast, doch thans ziet het bestuur zich ge
noodzaakt daarop nog 3 te korten. Oorzaken
hiervan zijn, dat de contributiegelden, die de
laatste jaren steeds achteruit geloopen waren,
voor het nieuwe jaar opnieuw lager, n.1. op
5000.— geraamd moeten worden. Dit is een
gevolg van den achteruitgang in de salarissen,
waardoor de leden in een lagere contributie
klasse kwamen en door het bedanken van vele
leden, hetzij door crisisomstandigheden, hetzij
door overloopen naar het Wit Gele Kruis. Het
bestuur is echter van plan middels circulaires
een krachtige poging te doen om nieuwe leden
te werven.
Voorts heeft het bestuur den post van
600.moeten schrappen, welke diende om
het tekort, dat zich voordoet bij het huren van
de Marine Bad- en Zweminrichting, te betalen.
Zij die van het zwembad gebruik maken, zullen
dezen toeslag dus voortaan missen.
Tot zijn leedwezen moest het bestuur voorts
voorstellen om de 150.subsidie aan de Ver
eeniging voor Kinderherstellings- en Vacantie-
kolonies in te trekken.
De begrooting sluit nu met een totaal in
debet- en creditzijde van 9.791.65.
De heer De Bie vroeg of het niet mogelijk
was de salarissen onaangetast te laten, doch
de voorzitter antwoordde, dat het kapitaal dit
niet toeliet. Hij wees er daarbij op, dat na de
korting b.v. de salarissen van de zusters nog
zeer behoorlijk blijven 1.800.en dat zij
geen last hebben van aftrek voor pensioen.
De heer P. van Dalen merkte op, dat het ge
meentebestuur wel de subsidie verlaagt, maar
dat Maatschappelijk Hulpbetoon toch' veelvul
dig gebruik maakt van de wijkzusters van het
Witte Kruis. Als die subsidieverlaging zich zou
voortzetten, zou het Witte Kruis er eerlang
wel eens geen zusters meer op na kunnen
houden. De heer Kamman was echter van
meening, dat het gemeentebestuur de vereeni
ging wel ter wille is.
De heer De Bie drong er op aan om tot de
oprichting van een douche-badhuis te komen.
Op advies van den heer Van Dalen zal dit in
de eerstvolgende bestuursvergadering een punt
van bespreking uit maken.
In de commissie tot onderzoek van de reke
ning en verantwoording werden staande de
vergadering benoemd de heeren Delgorge en
De Bie, terwijl de secretaris zal zorgen, dat de
commissie met een derde lid zal worden aan
gevuld.
Na de rondvraag, die niets bijzonders op
leverde, sloot de heer Kamman de vergadering,
uitdrukking gevend aan zijn spijt, dat de ver
gadering niet drukker bezocht was. „Tenzij
we dit mogen beschouwen als een groote mate
van vertrouwen die door de leden in het be
stuur gesteld wordt".
Wat de Nederlandsche pers er
van zegt:
Hoewel wij reeds eenige malen geschreven
hebben ovef de revue van Meyer Hamel,
welke a.s. Zaterdag en Zondag in Casino ge
geven wordt, lijkt het ons niet ondienstig hier
nog enkele persuittreksels te laten volgen.
Zoo zegt o.a.:
„De Maasbode": Een zeer talrijk pu
bliek, zich blijkbaar herinnerende de vroolijke
uren, die vorige Meyer Hamel Revue's ver
schaft hadden, was opgekomen en heeft haar
geen spijt van gehad, want men amuseerde
zich kostelijk...
„De Telegraaf": om tenslotte te
concludeeren, dat hier een avond van voor
treffelijk amusement te genieten is van kleur,
humor en gratielijk bewegen...
„Het Vaderland": Het is natuurlijk
ondoenlijk hier in details te treden over de
onafgebroken hoeveelheid aan grappige too-
neeltjes, oogbekorende tableaux, gracieuze
balletten, treffende chansons en aanstekelijke
muziek-arrangementen, die deze prachtig ver
zorgde revue oplevert, maar alles getuigt
van een uitstekenden smaak en van artistieke
distinctie.
„Iedere storm is raak", zeggen de men
sehen de laatste jaren tegen elkaar en
inderdaad eischen de wind- en watergoden
bijna iederen herfst een tol, welke be
taald wordt met menschenlevens en
scheepsmateriaal.
Evenwel, ook vele, vele jaren in de ge
schiedenis terug, was het meermalen niet
pluis op de Nederlandsche kust en als
men er de geschiedenis op naslaat, wordt
men getroffen door het groote aantal
schipbreuken, die ook in die tijden hier
voorgevallen zijn.
We vernamen thans, dat, tengevolge
van het stormweer der laatste dagen,
tusschen de strandpalen 2 en 3 een stuk
wrak uit het zand is losgewoeld, hetwelk,
volgens oude Helderschen, die het weten
kunnen, eens het schip „Kaiser Wilhelm"
geweest is, dat in het jaar 1873 vergaan is.
Het wrak zat een 300 meter uit den wal,
zoodat de scheepvaart er niet door ge
stremd werd.
Tot gisteren was het weer nog te ruw
om het met vletten te bereiken, doch het
zal wel niet lang meer duren of de eerste
nieuwsgierigen, van een jongere generatie,
zullen zich gaan overtuigen of hier nog
iets bijzonders te halen is.
Men kan nooit weten
Uit het „Bijvoegsel", behoorende bij
,,'t Vliegend Blaadje" van Zaterdag 29 No
vember 1873.
Wij hebben ons archief er op nagezien en
in den jaargang, waaruit de geur van vele
Zaterdag SI October.
Musis Sacrum, 8 u. Feestavond Ver. van
Onderofficieren „Ons Belang".
Dennenheuvel, 8 u. Tooneeluitvoering Ve».
„Het Noorderlicht".
Casino, 8 u. Revue Meyer Hamel.
Zondag 1 November.
Casino, 8 u. Revue Meyer Hamel.
jaren u tegemoet komt, vinden we de vol
gende interessante bijzonderheden over de
schipbreuk terug.
Woensdagavond, 28 Nov. 1873. Woensdag
avond omstreeks 7 uur strandde tusschen de
banken, even bezuiden Kijkduin, de Bremer
stoomboot „König Wilhelm I", kapt. Hilders,
geladen met tabak, van New-York naar Ham
burg bestemd, bemand met 90 man equipage
en een 50-tal passagiers, waaronder vrouwen
en kinderen. Dadelijk na het bekend worden
der stranding vertrok de sleepboot „Stad
Amsterdam", kapt. Bakker, naar de plaats
des onheils, om zoo mogelijk hulp te verlee
nen, hetwelk door de onstuimige zee op dat
oogenblik onmogelijk bleek, 's Nachts ten 2
ure andermaal daarheen vertrokken, met de
reddingboot op sleeptouw, werd de redding
der opvarenden beproefd, doch weder tever-
geefsch.
Eerst des namiddags mocht het gelukken
met de beide sleepbooten „Stad Amsterdam"
en „Noordzee" de passagiers behouden over
te brengen. De reddingbooten hebben bij deze
gelegenheid uitstekende diensten bewezen.
Het schoone stoomschip wordt als verloren
beschouwd.
Uit ,,'t Vliegend Blaadje" van 3 Decembert
De passagiers van het alhier gestrande Bre
mer stoomschip „König Wilhelm I" hebben
meerendeels de reis naar hun vaderland over
land vervolgd, warmen dank achterlatende voor
het liefderijk onthaal dat hun hier ten deel is
gevallen. De equipage heeft ook het schip ver
laten en is thans in verschillende logementen
opgenomen.
Men is thans druk bezig de lading in schuiten
te lossen.
Uit de krant van 6 December:
Het stoomschip „König Wilhelm I" bij Huis
duinen gestrand, is thans geheel ledig gelost;
de lading is onbeschadigd geborgen.
Naar men verneemt, zal men thans pogin
gen aanwenden om het schip weder van strand
af te brengen.
Dit is het wat wij na een korte snuffeltocht
door de oude jaargangen terug konden vinden
over de schipbreuk van de „König Wilhelm I"
en zoowel de bescheidenheid waarmede de ber
gingspogingen als de soberheid van de toen
malige verslaggeving spreken voor zich.
Hoe het ook zij, voor hen, die over fan
tasie beschikken, is een kijkje bij de res
tanten van deze wel zeer bejaarde schip
breuk ongetwijfeld aan te bevelen.
Hier gaat de historie spreken.
De historie van de Noordzee, die een
razend monster kan zijn... nu en in 1873.
De tijden veranderden, maar de Noordzee
bleef een verraderlijke lap water.
33)
Want drie volle uren in een stoel zitten,
strookte niet met Brown's opvatting van
plichtsbetrachting, en evenmin werd er
eenige liefde voor frissche lucht voor ge
vergd. Niemand had trouwens ooit super
intendant Kaye er van beschuldigd, dat hij te
veel wandelde. Zoowel de dokter als zijn ver
zekeringsmaatschappij hadden 't hem, met
't menschenlievende doel, zijn leven te verlen
gen, ontraden tenminste bij dag.
Hij was er trotsch op, te kunnen zeggen,
dat hij den leeftijd van vijf en veertig jaar
bereikt had door nooit iets bij dag te doen
als er ook maar de geringste mogelijkheid
was, hetzelfde in het donker te verrichten.
En er was wat waars in zijn woorden. De
heeren, die hem hier of daar met een lucht
drukrevolver hadden opgewacht, waren tal
loos.
Dat alles wilde detective-sergeant Brown
graag gelooven, maar niettemin ergerde he
hem. Zoozeer, dat Kaye het in de gaten
kreeg, en zachtmoedig glimlachte. „Zij dienen
ook ,die enkel staan en wachten," citeerde
hij. „Zelfs als ze aleen maar zitten. Het
citaat is van Milton, en de variant van mij.
Brown stelde geen belang in het citaat,
noch in de variant. De eenige variant, die hij
zou kunnen apprecieeren, was, onmiddellijk
op te houden met nietsdoen.
„Ik voor mij zie er geen heil in, hier in dit
beestachtige hotel rond te hangen," zei hij.
„Als, zooals u zegt, alles in orde is, waarom
zouden we den Strooper dan niet bij de
kladden pakken? Als we hier nog lang
blijven zitten, ruikt hij lont, en smeert 'm."
„Toch niet. Hij denkt, dat hij veilig is, en
dat is hij tot zekere hoogte ook, maar voor
spoed veroorzaakt zorgeloosheid", zooals
Livius zegt. Zoodra onze vriend zorgeloos
wordt, kom ik tusschenbeide en maak het
spelletje uit."
„Laten we het hopen," gromde Brown.
„De Strooper is anders een revolverheid, en
u bent een vrij aardig mikpunt."
Kaye keek droomerig een rookkringetje
na. ,,Hjj die den dood vreest, heeft het leven
dat hij bemint, reeds verloren," haalde hij
terloops aan. „Je moest Cato eens lezen,
Brown. Hij is verheffend."
„Ik wensch geen verheffing, ik verlang
alleen maar lucht," zei Brown.
Met zijn kin in de hand zat hij zijn grieven
te overpeinzen, rangschikte ze in chrono
logische volgorde en stond op het punt, ze
op zijn meerdere af te vuren, toen een klop
op de deur hem de onmiddellijk uitvoering
van zijn voornemen belette. Hij stond op en
maakte de deur open met veel meer kracht
dan voor die eenvoudige handeling noodig
was.
Een kellner bracht een brief voor den heer
Crale. Er zaten twee enveloppen om: de
buitenste aan Crale geadresseerd, de bin
nenste aan Kaye. Het briefje was maar kort
en luidde:
Beste Kaye,
Nou zul je eens wat meemaken! Onze
vriend Larry is naar het Noorden vertrok
ken en ik zit achter hem aan. Je zult van
me hooren, als ik nieuws heb."
J. S. K."
„Arme ouwe Sam.- Ik zal Storm zeggen,
dat hij in 't vervolg Sam z'n brieven bij zich
houdt, ik moet er te veel om lachen, en dat
is slecht voor de slanke lijn. Lees dat eens,
Brown."
Brown nam het briefje onverschillig aan,
maar vergat spoedig zijn boos humeur.
„Dat ziet er uit, alsof de inspecteur Wade
op het spoor gekomen is, mijnheer," meende
hij. „In dat geval kunnen we hier niet veel
doen behalve stikken in dit vervloekte
hotel."
„Dat hindert niet," zei Kaye. „We blijven
toch hier, maart 't schijnt, dat ik niet op de
hulp van den inspecteur hoef te rekenen. Dat
is jammer, want Sam is, al wordt hij dikwijls
miskend, toch wel bruikbaar."
Hij stond op. Brown ook, in de zoete hoop,
dat de zitting een einde zou nemen.
„Gaat u een luchtje scheppen, mijnheer?"
„Ja, alleen," antwoordde Kaye. „Ik ga eens
bij Jan Teyst kijken. Jij kunt ook wel uit
gaan als je daar zin in hebt, maar zorg om
een uur of tien terug te zijn. Misschien heb
ik wat voor je te doen."
Hjj zette zijn hoed op en vertrok.
In de hal vroeg hij den boekhouder een
nummer van de „Reigate Courier" en liet
zijn vinger langs de advertenties glijden, tot
hij er een trof, die zijn belangstelling scheen
te trekken.
Het was de advertentie, die Barbara daags
te voren had geplaatst, en met een tevreden
glimlach wendde Kaye zich naar den spiegel
en bekeek zich eens. Hij kwam tot de slot
som, dat Keating's bewering over zijn butler
achtig uiterlijk er niet ver naast was geweest
en slenterde op zijn gemak naar de deur, met
een vlüchtigen blik naar den heer in 't bruin,
die bij den electrischen haard zat.
Larry streelde zijn pas verworven baard en
merkte dien vluggen, maar daarom niet min
der scherpen blik niet op. Hij was nogal met
zichzelf ingenomen; zijn ontmoeting met Jan
had hem er van overtuigd, dat zijn vermom
ming voldeed, en er was niets, dat iemand
op het denkbeeld kon brengen, dat hij niet de
artiest was, waarvoor hij zich uitgaf. Niets
dan zijn oogen en wie stelde belang in
iemands oogen?
Niemand dan superintendant Kaye. Het
was zijn vak. Hij had maar een glimp van
dien „artiest" gezien, maar dat was genoeg
voor hem. Want al was de baard hem onbe
kend, de oogen zou hij niet licht vergeten.
Superintendant Kaye specialiseerde zich in
oogen. Er was maar weinig, wat voor de
zijne verborgen bleef.
Larry stelde geen belang in den kleinen
dikkerd, evenmin als in iets anders in zijn
onmiddellijke omgeving behalve zijn baard.
Het was een bijzonder goed exemplaar in zijn
soort en Larry betastte hem herhaaldelijk,
bijna liefdevol. Ook op het oogenblik, dat
Brown beneden kwam, was hij bezig, zijn
baard te streelen iets wat Brown een tee-
ken van verwijfdheid vond. Een hoonend
lachje verscheen op zjjn gezicht, toen hij stil
hield om zijn pijp aan te maken. Drie uren
rust in een vrij bedompte kamer hadden
Brown zoover gebracht, dat hij ruzie zocht,
maar daarvan was Larry zich niet bewust.
Hij was zich daarentegen wel bewust, dat
Brown lucifers zocht, welk feit rechtstreeks
verantwoordelijk was voor al het ongemak,
dat Brown de eerstvolgende dagen over
kwam, want het vestigde zijn aandacht op
Brown's handelingen.
De detective tastte in zijn zak naar een
stuk papier om dat als fidibus te gebruiken
vond toevallig den brief, dien Kaye hem
even te voren had gegeven. In gewone om
standigheden zou hij hem bewaard hebben,
maar Brown verkeerde in een geprikkelde
stemming en zag in den brief een middel om
aan zijn wraakzuchtige gevoelen te voldoen.
Hij hield den brief aan den electrischen
haard.
Een poosje staarde Larry er naar zonder
iets te zien, tot hij zich bewust werd van den
zin: „Onze vriend Larry is naar het Noor
den vertrokken", en ineens herkende hij zijn
eigen schrift in die woorden. Hij slaagde er
in, niets van zijn verrassing te laten merken,
maar van dat oogenblik af verloor hij Brown
niet meer uit het oog.
Den brief, dien hij zelf den vorigen dag
geschreven had, in handen van dezen man te
zien, kon voor Larry maar één ding betee-
kenen het moest Kaye zijn. Larry vond
het een grappig geval, dat hij nu de identi
teit van den geheimzinnigen Kaye doorgrond
had, zonder zelf herkend te zijn.
Brown had zijn pijp aangemaakt en ging
naar buiten. Toevalligerwijs voelde Larry
juist ook een dringende behoefte aan fris
sche lucht, zoodat hij opstond en den ver
meenden superintendant volgde. Zijn zwierige
manier van doen, toen hij in den wagen
stapte om Brown langzaam achterna te
rijden zou dien waardigen vertegenwoor
diger der Wet opnieuw in hooge mate geër
gerd hebben, maar gelukkig voor zijn ge
moedsrust zag hij het niet.
(Wordt vervolgd.)