DE STROOPER De fijnproever gebruikt VAN HOUTENS CACAO Texel V isscherij DOOR 0 PETER BARON MCCI3TE r©TC Texels oudste inwoonster In memoriam J. Kortenhoeven, Marineberichten Visscherijberichten Stoomvaartberichten Hoofdpijn, Kiespijn. DE MAASWIJDTE DER NETTEN". Zooals bekend zal het met ingang van 1 Jan. 1937 noodzakelijk zijn, dat de visschersvaar- tuigen zijn voorzien van netten met een mini mum maaswijdte van 7y2 cm. Voldoen die netten niet aan de bij Kon. Besluit vastgestelde bepalingen, dan wordt geen uitvaartvergunning verstrekt en komen dus de vaartuigen aan den kant te liggen. Deze zaak is besproken op de Alg. Verg. van den Ned. Visschersbónd te Den Haag, voor welke verg. buitengewone belangstelling bestond. Eenstemmig waren deze vakmenschen van meening, dat deze bepaling beteekende den ondergang van het'kustvisscherijbedrijf. Niet uitsluitend omdat de maaswijdte wordt vergroot, maar omdat dit niet internationaal wordt voorgeschreven. Want nu zal het feit zich voordoen, dat b.v. de kleine tong, slips, uit deze wijdmazige netten komt te ontsnap pen, terwijl de visscher van andere nationali teit, met zijn maaswijdte van kleiner af meting, deze ontsnapte visch kan opvangen. Om het kort te zeggen: deze waardevolle slips wordt niet aan onze markt, maar op de buitenlandsche aanvoerplaatsen aangebracht. Onze visschers zullen minder besomming maken: de buitenlandsche markt zal minder behoefte hebben aan deze visch, omdat hun eigen schepen die kunnen aanvoeren; de export zal dus weer een knauw krijgen. Er zal minder jonge visch vernietigd wor den, zegt men. Men weet, dat, met de mechanische voort stuwing er een groote vischvernietiging is ingetreden. Hoe meer paardenkracht, hoe grooter de vernietiging. De schuiten, die de minste paardenkracht hebben, zullen dus het minst aan deze ver nietiging deelnemen. Maar bovendien zal uit de groote maas- wijdige netten juist door die mindere krachts ontwikkeling, de meeste nog marktwaar dige vischontsnappen. Zij allerminst kunnen, zooals de toestand nu is, nóch deze marktwaardige visch, nóch de puf missen. Deze puf die juist het meest wordt gevangen door de krachtige trawlers, wordt door deze schepen overboord gezet, terwijl de kleinere vaartuigen de puf aan wal brengen, waardoor hun besomming wcfrdt verhoogd. Alle visch, vooral de kleine visch, eenmaal in het net, is dat hebben wetenschappelijke onderzoekingen uitgewezen voor minstens 90 onherroepelijk tendoode opgeschreven. Wat bereikt meh nu met deze maaswijdte- vergrooting De trawlers, die voor het grootste deel deze maaswijdte - reeds hebhen,- -zullen er geen schade van hebben. Maar ze blijven jonge visch vernietigen. Deze vaartuigen hebben dus van den maat regel geen schade, terwijl het voor het Kon. Besluit beoogde doel niet wordt bereikt. De kleinere vaartuigen beginnen met kos ten te maken voor het veranderen van hun netten; er zal voor hen waardevolle slips ver loren gaan; het vangen van puf zal iets min der zijn: schade aan waardevolle visch; ge ringe schade aan pufopbrengst. De kleinste vaartuigen: een totale ombouw van hun netten, hetgeen groote uitgaven vergt, verlies van veel waardevolle visch en sterkere vermindering van pufaanbrengst. De besommingen van de kleinere en de kleinste schepen zijn van dien aard, dat elke vermindering in opbrengst niet door het be drijf kan worden gedragen. Het gevolg: groote kans van stillegging van het bedrijf en dus vergrooting der werk loosheid, niet slechts voor de vischbedrijven zelf, maar ook voor de talryke nevenbedrijven, die afhankelijk zijn van een loonende vis- scherij. En het sparen van jonge visch? Voor een klein deel bereikt, ten koste van de kleinere en kleine vaartuigen; niet bereikt, omdat de grootste schepen de grootste vernietigers zijn van jonge visch. Niet, omdat men dat wil, maar omdat dit onafscheidbaar vastzit aan de krachtige voortstuwing, waarmee hun netten over en door den bodem worden ge dreven. Kort gezegd dus een lamlegging van de kustvisscherij. burft men deze consequentie aan? Van die belanghebbende zijde is op velerlei wijze gepoogd het Kon. Besluit niet doorge voerd te krijgen. De laatste poging voorloopig is ge daan op de massaal bezochte algemeene ver gadering van den Ned. Visschersbónd. Men weet niet of de wensch tot niet door voering van het Kon. Besluit zal worden in gewilligd. Maar de tijd dringt. 1 Januari is zóó op handen. Geeft men zich in de kustplaatsen wel vol doende rekenschap van de gevolgen, die dit voor de respectieve gemeenten zal hebben Behalve leed in de visschersgezinnen, leed in de nevenbedrijven en een een sterke druk voor de gemeentekas, iliet slechts in directen steun voor levensonderhoud, maar ook derving van belastinginkomsten. Men zal, dit wetende, deze visschers en de anderen groepen die daarvan leven, in hun hemd laten staan of zal men, ook en vooral door de betrokken gemeenten, pogen het Kon. Besluit onuitgevoerd te krijgen? We denken voor Den Helder ook b.v. aan „Vibeno", de commissie indertijd door Bur gemeester Driessen geïnstalleerd ter beharti ging der vi3scherijbelangen. Maar ook de neringdoenden in de gemeente hebben bij dit vraagstuk belang. Er dient iets gedaan te worden ter voorkoming van dezen dieptref- fenden maatregel. Misschien blijft de Regeering niet doof voor dezen aandrang uit al de betrokken ge meenten. Een groot financieel belang staat hierbij op het spel en het voorkomt den ondergang van een geweldig stuk volkskracht. Wil men de jonge visch sparen, goed, ook dat is een belang voor den visscher, maar dan een internationale regeling. Doch afdoend zal het zijn, wanneer bepaalde gebieden voor de visscherij worden afgesloten. Doch de eerste stap is thans: Niet door voering van de dwingende bepaling der maas wijdte-vergrooting. Voor welke eigenaardigheden soms de vis scherij komt te staan, moge blijken uit hetgeen we lazen omtrent de handelstransacties met Griekenland. - •>»- Daar wil men n.1. geen zuivelproducten heb ben uit ons land of daar tegenover moet staan de afname van verschillende andere artikelen uit Griekenland. Onder de artikelen, die men ons in de maag wil stoppen, is b.v. ook paling. Men zegt daar: van Denemarken nemen jullie wel paling, al is dat ook gecontingeerd, maar van ons willen jelui ze niet hebben. Eerst dus paling van ons en dan kunnen jelui weer wat zuivelproducten aan ons leveren. Maar palinginvoer hebben de visschers hier liever niet. En er blijkt weer eens te meer uit hoe moeilijk het meestal is om onze export op peil te houden. De mosselenverzending uit Zeeland is in vol len gang. Vooral gaat er veel naar België. Vanuit Tholen gingen de vorige week ruim 6000 balen mosselen weg. Dit aantal was zelfs nog niet in een andere week bereikt. Doch ook uit andere plaatsen is er groote verscheping van mosselen. Jammer dat er voor de waddenmossel zoo veel belemmeringen in den weg worden gelegd. Enkele visschers maar hebben een visch- en handelaarsvergunning kunnen krijgen, geba seerd op z.g. basisjaren. FEUILLETON 37) Larry vertrok met een ondoorgrondelijken glimlach om de lippen en liet Jan over aan zijn overpeinzingen. Deze vonden echter geens zins hun middelpunt in de verkapte bedrei ging, die de ander hem naar het hoofd ge slingerd had, maar, nauwkeurig uitgedrukt, in zijn rechtervoet. Daaronder lag het blauwe papiertje, dat Larry had laten vallen, toen hij meende het in zijn portefeuille op te ber gen. Met een vlugge beweging raapte Jan het op, waarna hij met een paar stappen bij de deur was en die openwierp. In de gang was niemand te zien. Jan sloot de deur en keer de terug naar de tafel. H(j lei zijn buit zorgvuldig op den onder legger. nam een ronde ebbenhouten liniaal aan beide einden op en draaide met zyn han den in tegengestelde richting, waardoor de liniaal zich in 't midden begon te ontschroe ven, en in twee helften uiteengenomen kon worden. De beide deelen waren hol, en uit een er van haalde Jan een strak opgerold, blauw papiertje het strookje, dat de ko lonel hem had nagelaten. Een oogenblik later trachtte hij, door de beide strookjes met elkaar te vergelijken, er een verstaanbaren zin uit op te maken. Dat gelukte hem niet. Wat niet te verwonderen was. Want het strookje, dat Larry had laten vallen, was het echte niet; hij had het zelf even te voren vervaardigd, van hetzelfde blauwe papier, dat hy in een groote Londensche zaak op gescharreld had, en in hetzelfde handschrift wat hem niet moeilijk was gevallen. Maar de letters, die hij er op geschreven had, wa ren geheel willekeurig. Na een kwartier gaf Jan zijn pogingen op en borg dè twee papiertjes zuchtend in de holle liniaal. Op dat oogenblik haalde Larry zijn peris coop naar binnen en glimlachte voldaan. Kaye, in de bijkeuken, glimlachte ook. XXV. Detective-sergant Brown kauwde op een sandwich met kaas en keek terneergeslagen naar zijn cipier. Het was de derde dag van zijn gevangenschap en ondanks Kaye's ver zekering, dat z'n „gedwongen afzondering" teneinde liep, waren zijn gevoelens ten op zichte van Larry vrij onvriendelijk. Vrijheid en frissche lucht waren voor Brown even noodzakelijk als eten en drinken, zoodat hij met den tegenwoordigen stand van zaken maar weinig ingenomen kon zijn. Larry daarentegen was in een bijzonder opgeruimde en mededeelzame bui. Zijn proef nemingen met den periscoop waren nog gun stiger uitgevallen dan hij had gehoopt. Een kleine revolver liet hij onverschillig in zijn rechterhand bengelen, hoewel niet zoo onver schillig, dat 'n onnoodige beweging van Brown's kant de revolver niet onmiddellijk op gelijke hoogte bracht met diens ribben. Ook dit werkte mee om het humeur van den on- gelukkigen detective te bederven. Ook met vrij visschen naar mosselzaad zou nog wel iets zijn te verdienen, want Zeeland schijnt nog altijd groote behoefte er aan te hebben. Zoo werd er vanuit Zeebrugge in Zeeland 300 ton mosselzaad dezer dagen nog aangevoerd. Te Wieringen is weer wat najaarsharing en sprot aangebracht. Voor haring werd een tame lijke prijs gemaakt, ofschoon die in andere jaren wel hooger is geweest. Voor sprot werd iets betere prijs, maar niettemin een lagen ge maakt. Nu zal deze prijs wel niet hoog worden ver moedelijk, want in België stuurt men het er op aan om den invoer van dit vischje te ver bieden. Voor den invoer van garnalen heeft men dit verbod er al door weten te krijgen. Nu aanstonds (wat is een paar maanden) de voorjaarsharingvisscherij weer begint, ver dient het misschien overweging zich er op te bezinnen daarvan wat grooter kwantum rond het Marsdiep op te vangen. De laatste jaren heeft men met deze vis scherij hier niet veel resultaat gehad, waar schijnlijk veroorzaakt door het ontstaan van geheel andere omstandigheden in zee en langs strand en dijk na de afsluiting van de Zuider zee. Toch zullen de haringen het Marsdiep wel blijven doortrekken en dan rijst de vraag: hoe kan men daarvan zooveel mogelijk bemachti gen? Zou men andersoortig netwerk daarvoor moeten toepassen? Zou men b.v. niet met drijfwant, gespan nen in het Marsdiep, iets kunnen bereiken? Of zou de snelle stroom een te groote belemme ring daarvoor zijn? Is er niet een mogelijkheid, door verzwaring van den onderpees en door vergrooting van het drijfvermogen van den bovenpees, het net recht standig in zee te houden? Zou men daarmee niet eens een proef kun nen nemen? Het is toch een zeer teleurstellend iets te weten, dat er zooveel kostbare visch doortrekt zonder de kans te hebben er een belangrijke hoeveelheid van op te vangen. Maar we vermoeden, dat de betrokkenen zich er wel mee bezig hebben gehouden. De arbeidsovereenkomst tusschen reeders en schepelingen in IJmuiden is voor 1937 tot stand gekomen. Strubbeling in het bedrijf is dus hier mede voorkomen. De vangsten van schierpaling in het IJsel- meer zijn, door het koudere weer veel minder, geworden. Men beweert, dat deze paling dan in den bodem kruipt, zoodat ze niet tê van gen zijn. Hetgeen voor de visschers dus ook weer nadeel beteekent. De Urker Noordzeevloot maakte ook ver leden week te lage besommingen. Die vischten van IJmuiden tot Scheveningen kwamen tot een besomming van 30.die van Texel tot Terschelling van hoogstens 100. Het verschil van inzicht omtrent de uitvoe ring van de visscherij tusschen handel en ree- derij te IJmuiden blijft de gemoederen daar steeds bezig houden. Het gevolg is, dat de pen nen daarover nogal eens in beweging komen, hetgeen in de plaatselijke pers tot uiting wordt gebracht. Helaas blijkt er uit, dat men samenwerking wel noodig en nuttig vindt, maar tot een daad schijnt men niet te kunnen komen, helaas! De tongprijs was ook Dinsdag nog 1.50 per kilo en de scholprijzen toonden eveneens nog een hoog beeld. Ook de haringprijzen waren flink aan de markt. PORTRET ATELIER 7 JAC DE BOER Heden viert mejuffrouw Wed. Busselman Puiman, Texels oudste vrouwelijke bewoonster haar 93sten verjaardag. Dachten we eenige dagen geleden, dat de oude juffrouw dezen dag niet meer zou beleven, daar zij zwaar ziek en bijna stervende was, thans vernamen we aan haar woning, dat de kranige vrouw, weer vrijwel hersteld is, en met opgewektheid dezen dag tegemoet heeft gezien. „Als ik eerst maar 93 ben" placht ze te zeggen, en dit is bewaarheid, want nu is ze, zooals haar klein dochter ons mededeelde, weer bijna geheel de oude. Mej. Busselman heeft een bizonder zwaar leven achter den rug, en is een voor beeld van de bewering, „dat werken een mensch niet oud maakt". Rust is haar tot op vrij hoogen leeftijd nimmer vergund geweest. Na een reeds werkzaam leven vóór dien tijd, werd ze in Maart 1896 wel bizonder zwaar getroffen, toen in een zwaren storm het schip verging, waarop zich haar echtgenoot en schoonzoon bevonden, en waarbij beiden op jammerlijke wijze om het leven kwamen. Daar de gezondheidstoestand van haar doch ter niet zeer goed was, stond de toen reeds ruim 50 jarige vrouw, voor den zwaren taak, niet alleen voor zichzelf, doch ook voor haar dochter en twee kleindochtertjes van 2 en 3 jaren het brood te verdienen. Moedig vatte ze dien zwaren taak op. Met zware manden ventend lange jaren achtereen langs de huizen te Oosterend (waar ze eerst woon achtig was) en te Den Burg, was niets haar te veel om haar kleindochters tot een zekeren welstand te brengen, en eerst toen dezen in staat waren haar eigen onderhoud te ver dienen, bleef de kranige vrouw thuis, hoewel ook nog niet werkloos. Vele huiselijke bezig heden verrichtte ze nog langen tijd, en de leiding harer affaire bleef nog tot voor korte jaren in hare handen. Thans geniet de oude juffrouw een meer dan verdiende rust en een buitengewoon lief derijke verpleging van haar familie. Moge het haar gegeven zijn hiervan nog eenige jaren te genieten. VERGADERING V.V.V. „MOOI TEXEL", AFD. DEN BURG. Donderdagavond zal in De Graaf's Lunch room te Den Burg een vergadering worden gehouden van de afd. Den Burg van de V.V.V. „Mooi Texel". Buiten de agenda is als attractie aan deze vergadering verbonden, dat onder de aanwe zigen een gratis pagina in de gids van Texel zal worden verloot. Wellicht dat dit het ver- gaderingbezoek ten zeerste zal bevorderen. Dinsdagmorgen is de heer J. Kortenhoeven, in den ouderdom van 79 jaren, in zijn woning te Den Burg overleden. Een goed mensch, in alle opzichten, is met hem heengegaan, een man,die in allen eenvoud levend, ontzaglijk veel goeds heeft tot stand gebracht in zijn lange levensjaren. Zelf de zorgen en moeilijkheden des levens in alle opzichten ondervonden hebbend, had de overledene een open oog voor de zorgen en nooden van zijn medemensch en niets was hem te veel om hierin verbetering te brengen. Ruim 27 jaren was de heer Kortenhoeven lid van den Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. te Den Burg en heeft daarbij steeds zijn groote menschenliefde getoond en zich met den grootsten ijver van zijn taak gekweten. Bovendien nam de overledene zitting in vele vereenigingen, waarin voor hem iets op liefdadig gebied te verrichten viel. Het is al gemeen bekend, dat als bestuurslid van de Geitenfokvereeniging, alles hiervoor door den heer Kortenhoeven gratis werd verricht, 200. als htj ook in andere vereenigingen gratis tijd en arbeid beschikbaar stelde. Langen tijd is de heer Kortenhoeven zeer kras gebleven en bleef hij aan den arbeid, waarvan hij zoo hield, doch tenslotte nood zaakte zyn gezondheidstoestand dezen neer te leggen. Een zware operatie, in den vorigen winter ondergaan, scheen den ouden heer weer veel opgeknapt te hebben, doch 2yn krachten waren blijkbaar op, en na een korte inzinking, kwam kalm het einde. Moge hij rusten in vrede. Hr. Ms. „HERTOG HENDRIK". Gisterenmorgen is Hr. Ms. „Hertog Hen drik" vertrokken van Den Helder, voor een reis naar de Middellandsche Zee. Het schip wordt 22 December terugverwacht. 3 November. Aangebracht door korders: Tongen P' kg. f T131.24 Slips 0.900.98 Tarbot Schol, le soort p. kist 8.00—7.80 Schol, 2 e soort 6.70—6.00 Schar ii k ii 2.402.90 Wijting ii ii ii 6'801,00 Door garnalenvisschers: Levende garnalen p. lit 1.402.00 Gekookte garnalen p. kg. 0.15 Stoomvaart M(j. Nederland. Tawali, u., 2 Nov. te Londen. Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij. Aelrflles, 3 Nov. te Amsterdam. Alkmaar, 3 Nov. te Liverpool. Ceres, 2 Nov. van Cephalonia. Euterpe, pass. 3 Nov. Dover. Hebe, 3 Nov. te Kopenhagen. Hercules, 2 Nov. van Algiers. Iris, 31 Oct. van Pto. Barrios. Nereus, 3 Nov. te Stettin. Orestes, pass. 2 Nov. Quessant. Pluto, 3 Nov. te Amsterdam. Stella, 2 Nov. van Piraeus. Titus, 2 Nov. van Gibraltar. Trajanus, 2 Nov. van Lissabon. Venus, 2 Nov. van Catania. Vulcanus, 3 Nov. van Lissabon. Kon. Holl. Lloyd. Waterland, t., 31 Oct. B. Ayres. Zaanland, u., 2 Nov. te B. Ayres. HoilandAmerika Ljjn. Damsterdijk, 2 Nov. te Swansea. Dinteldijk, 1 Nov. te Vancouver. Lochgoil, 2 Nov. te Southampton. Maasdam, pass. 2 Nov. Lizard. Rotterdam, 2 Nov. te New York. HollandWest-Afrika Ljjn. Amstelkerk, t., van Duala. JavaNew York Lijn. Tabinta, 2 Nov. van Si. Vincent. Silver JavaPacific Lijn. Salawati, 1 Nov. van Lorence Marqués. Rotterdamsche Lloyd. Baloeran, u., 3 Nov. te Singapore. Djambi, t., 2 Nov. van Padang. RotterdamZuid-Amerika Lijn. Albabi, t., 2 Nov. van St. Vincent. Stoomvaart-Mij. Oceaan. Clytoneus, pass. 2 Nov. Lizard. Diomed, 1 Nov. te Hamburg. HollandAfrik? Lijn. Boschfontein, 1 Nov. van Dar-es-Salaam. Jagersfontein, 3 Nov. van Amsterdam. HollandAustralië Lijn. Nijkerk, u., 3 Nov. van Karachi. pijnen te verdrijven is cen Mijnhardt's Poeder. Per stuk 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw Drogist. Hij had Larry's drie laatste geestigheden met gegrom ontvangen, en kauwde stilzwij gend door. Zijn onverschilligheid kon den ander niet van de wijs brengen, want Larry was nu eenmaal in een uitstekend humeur. Hij haalde een krant uit zijn zak en ont vouwde Brown een van de redenen van zijn vroolijkheid. „Klaarblijkelijk zijn er menschen, die meer waarde hechten aan je doorluchtig karkas dan ik," zei hij spottend. „De Yard heeft je verdwijning bekend gemaakt en ze noemen je een uitstekend en bekwaam ambtenaar. Het is jammer, dat ik in de gelegenheid ben, om die vergissing te herstellen." Brown hoorde die opmerking zwijgend aan. Hij wist, dat de Yard om Kaye adverteerde, want Kaye had het hem verteld. Het bericht was aan de pers gezonden op aansporing van den superintendant zelf, omdat het de zeker ste weg was, om Larry in zyn dwaling te sterken. Voorts wist Brown, dat de Yard op dracht had, haar voorgewend onderzoek naar den superintendant niet tot de omgeving van Reigate uit te strekken, omdat Kaye's kat- en-muis-spelletje met Larry nog niet uit was. Onder die omstandigheden was Larry's mededeeling een bron van genoegen voor Brown, maar hy kon er niet op antwoorden, zonder bang te zijn, dat hij meer zou zeggen, dan de ander weten mocht. „Boos, hé?" grinnikte Larry. „Je kunt niet spreken met een mond vol brood en kaas, antwoordde Brown op waar- digen toon. „Waarom probeer je het dan?" „Bovendien," vervolgde Brown, zonder op die hatelijkheid te letten, en zeer zorgvuldig sprekend, „heeft de natuur ons twee ooren, twee oogen en één tong gegeven, opdat we meer zullen zien en hooren, dan spreken." Hij loerde omzichtig naar Larry, om te zien, hoe die spreuk ontvangen werd. Hij had ze den vorigen dag van Kaye geleerd en was een beetje onzeker van haar beteekenis." Larry grinnikte weer. „Dat is een juweeltje," zei hy. „Van wie, als ik vragen mag?" „Socrates, antwoordde Brown gewichtig. „En nu zal ik je eens iets oorspronkelijks vertellen, dat even goed is. Op een goeien dag zul je nog spijt hebben van wat je nu doet." „Den je dat?" „Ik weet het, gromde Brown. „Voor ieder van jullie zijn er twee van ons. Wat Cicero vóór twee duizend jaar van zijn wereldje zei, is vandaag nog even waar: „Niets werpt baten af, dat niet eerlijk is"." Dat was, vond Brown, heel fraai gezegd maar Larry had zijn „Citaten uit oude en moderne klassieke auteurs" ook niet vruch teloos bestudeerd. „Dat is mogelijk," antwoordde hy maar de nood maakt onwettige zaken geoorloofd. £elZeLfneCa 611 h6t 13 Z0° Waar als wat. Neem het van my aan, Kaye, jö en Keating hebben met veel meer in te brengen dachT 'aatSte ZinSpeling trok Br°wn's aan- „En Keating?" herhaalde hy. ,inHJaUiSt' en Keating' °nze Sam ontbreekt Yard Unfe? h6t appèl' ^r ïard is niet zoo bezorgd over hem ai„ jou. Hy schrijft geregeld aardige brieven naar huis, maar zijn werkzaamheden zijn voor t oogenblik opgeschort." r Hij stond op bukte zich naar de pron die op den grond lag. Brown liet zich i, zonder iets te zeggen, maar dache" meer. Hy zag Larry naar deur 'aan en zich af of de ander van plan was no«r iet* aangaande Keating te zegeen Jtl s niet in Larry's bedoeling. dr lag „Tot ziens, Kaye," zei hy vriendelijk. „En denk aan Plinius: „De hoop is de droom van den wakende". Dus hoop maar zooveel als je wilt. Wie weet, wat er nog gebeurt, als je zoet bent." Toen Larry een poosje weg was, hoorde Brown voetstappen op de zoldertrap; Kaye kwam naar beneden. Het was zyn vrye mid dag, zoodat hij den tjjd had gehad om zich in het portiershuis te verbergen en Larry's visite af te wachten. Hy ging Brown's kamer binnen, verwijderde diens prop weer en be gon een sigaret op te steken eerst een voor zichzelf, en dan een voor zijn onderge schikte. „U hebt bijgeval niets degelijks, in den geest van voedsel, mijnheer?" vroeg Brown. „Sigaretten zyn niet erg voedzaam, en mijn onderhoud kost Larry niet veel. Kaye voelde in zijn zakken en vond een stuk chocolade. „Je hebt het anders nog zoo slecht niet," zei hy. „ik zag Larry vanmiddag een stuk van een kip uit de provisiekamer ontvreem den. Bovendien een beetje diëet zal je geen waad doen. Je weet, dat de meeningen op dat getned verdeeld zyn. Homerus zegt: „De hmT 18 .6t belan&rykste deel van het lichaam, terwyl Plato zegt: „De zondige rrjef °m te eten en drinken, maar iPVore? T1scbapen mensch eet en drinkt om te leven. Ik houd het met Plato.» qtaiJ0 Vn keCk on&eloovi& naar de poezele ge stalte van zyn meerdere. bouwereerd! Plat°?" Vn>eg hü V6r' „Zeker,glimlachte Kaye, ,maar ik laat hpïm ,neiflngen no°lt door mijn overtuiging wei n(>; e<n' s°mmige menschen doen dat hpiri a a het eeni£e> wat van een gelegen- maakT" a ger een gewoonte-misdadiger (Wordt vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 6