V isscherij
Texel
Jeugdige werkloozen
bouwen hun eigen
fabriek*
De Centrale Werkplaats voor
werkloozen in staat
van wording.
Amy Allerson's 8 Rhythm Tramps
en de „Jungle Serenaders"*
Zeekrijgsraad
Willemsoord*
- «vïr
Marineberichten
Visscherij berichten
15%
m
tt
de Kerk in het Derde Rijk. Heiden: Hitier.
Hope: Rheumatiek en jicht. Huber: Spelend
arbeiden. Kaltenbach De zenuwzwakte. Lan-
dau: God heb ik gezocht. Loon, van: Rem-
brandt van Rijn. Muller: Over literatuur.
Roorda: Radiotechniek. 1936. Veeneklaas:
Doktoren op marsch. Wallquist: Kan de dok
ter komen? Parlement en Kiezer 1936'37.
Ten geschenke werden ontvangen:
MetzKoning: Van de zonnebloem, die de
zou wou zijn. Oudshoorn, van: Willem Mer-
tens' levensspiegel. Parter:. De nieuwe dag.
Freeman: Flighthy Phyllis. Leder. The shop
window murders. Ostrander: The mathema
tica of guilt. Stratten-Porter: At the feet of
the rainbow. Wren: Father Gregory. Bellamy-
brochures. Jaarverslag van den Hoofingenieur
v. d. mijnen. 1935. Statistiek van de sterfte
in Nederland.
Het is al eenigen tijd geleden, dat hier ter
plaatse een commissie voor de Jeugdwerk
loosheid opgericht werd, welke zich tot taak
gesteld heeft om de, vooral voor de jongeren
zoo funeste gevolgen van de heerschende
werkloosheid, door doeltreffende maatregelen
zooveel mogelijk te beperken, Deze commissie
is als volgt samengesteld:
P. A. Smits, voorzitter.
W. de Boer, vice-voorzitter.
L. Bandsma, directeur Dienst van Sociale
Zaken.
P. H. L. Maas, algemeen leider.
H. A. Boon, secretaris.
Leden: J. Middendorp, J. van Zwijndrecht,
J. B. F. Meyer, A. Smit, F. N. Winter en
M. A. Grunwald.
Het was in onze courant van 1 September
1.1., dat voor het eerst over deze commissie
en de door haar te verrichten werkzaamheden
in de pers werd gesproken. Sindsdien is veel
gepresteerd, hetgeen wel moge blijken uit het
feit, dat reeds eenigen tijd gewerkt wordt aan
het gereed maken van de Heldersche Centrale
Werkplaats voor Werkloozen.
Het belangrijke doel, dat nagestreefd
wordt is, om de jonge werkloozen in de
jaren van 1624 in staat te stellen bij
te blijven in hun vak om hen straks als
de tijd beter wordt via de Arbeidsbeurs
in het bedrijfsleven af te kunnen leveren.
Daarbij zit de gedachte voor, om hen,
die in de werkplaats blijken van be
kwaamheid en werklust gegeven hebben,
het eerst te plaatsen.
De „werkplaats" en haar deel
nemers.
De „werkplaats' wordt in het oude gebouw
van de Melkcentrale, achter de Arbeidsbeurs
door de deelnemers aan de vakgroepen en
afdeelingen zelf ingericht als bedrijf of fa
briek. Toegelaten worden jonge werkloozen
van 1624 jaar, die bij de Arbeidsbeurs
staan ingeschreven. Jongens van 14—16 jaar
kunnen alleen deelnemen als er geen ouderen
moeten wachten, terwijl zij gedurende 4
weken op proef moeten werken. Zij, die in de
Centrale Werkplaats willen werken, moeten
zich daarvoor aanmelden bij de Arbeidsbeurs.
Automatisch wordt iedereen die werkt in de
centrale werkplaats ingeschreven als werk
zoekende in de registers van de Arbeidsbeurs.
Gistermorgen zijn de heeren P. A. Smits,
L. Bandsma en P. H. L. Maas zoo vriendelijk
geweest om ons een en ander te vertellen
over en te laten zien van de Heldersche cen
trale werkplaats. Toen wij bij het gebouw
aankwamen, verkondigde een luid getimmer
en gehamer, dat er ijverig gewerkt werd.
Jonge timmerlieden waren bezig een tegel
vloer te vervangen door een houten, een
metselaar was een muur aan het afbreken,
een andere timmerman schaafde aan latten,
die noodig waren voor den vloer. Weer een
ander legde de electrische leiding aan. Het
was een en al bedrijvigheid. De heeren van
de commissie vertelden ons, dat de jongelui
die thans in de C. W. werkzaam zijn, zeer
ijverig zijn en met algeheele toewijding hun
werk verrichten. Het lijkt ons dan ook dat de
jongelui een groote voldoening zullen heb
ben als straks de fabriek door eigen handen
tot stand gebracht zal zijn!
Het gebouw, zooals het er anders stond
moet heel wat gewijzigd worden, we kunnen
wel zegen voor driekwart gedeelte. Daar is
eerstens de betonnen vloer, die vervangen
moet worden door een houten (70 m2 groot).
Toen men begon, was het eigenlijk niet meer
dan een ruïne, alle ruitjes waren door onze
baldadige straatjeugd vernield. Nu zitten de
ruitjes er keurig netjes in. Trouwens de aan
blik is, nu men nog maar in het eerste sta
dium van opbouw verkeert, al heel wat orde
lijker. Verder moeten oude binnenmuren af
gebroken worden, waaronder die van het
voormalige ketelhuis en daarvoor in de
plaats komen afscheidingen tusschen de ver
schillende afdeelingen, die in deze fabriek
zullen gemaakt worden. Deze zijn: werk
plaatsen voor de schilders, loodgieters,
metaalbewerkers, timmerlieden, voorts een
kantoor en een magazijn en buiten het ge
bouw een fietsenstalling. Om het gebouw
heen wordt een betonnen afscheidling ge
maakt, het beton wordt door deelnemers van
de C. W. weer zelf gemaakt,
het beton wordt door deelnemers van de
C. W. weer zelf gemaakt.
Er zal geruimen tgd mee gemoeid zijn al
vorens het gebouw heelemaal gereed is. Dat
is natuurlijk uitstekend, want al dien tijd
doen de jongelui productief, nuttig werk.
Wanneer de fabriek klaar is zal er naar
andere werkobjecten gezocht worden. Zoo
zullen vele gereedschappen noodig zijn. Ook
die zullen, voor zoover mogelijk, door de deel
nemers zelf vervaardigd worden. De andere
objecten zullen bestaan uit werkzaamheden,
die anders niet gedaan zouden worden. Men
noemde ons een voorbeeld. Het kan zijn, dat
men een aardig plekje ziet, dat zich leent
voor het bouwen van een woning. Het zou
een prachtige gelegenheid zijn om die woning
door de deelnemers van de C. W. te laten
bouwen.
Het karakter van de C. W.
De beteekenis van deze Centrale werkplaats
voor jeugdige werkloozen zal den lezer, na
het lezen van het bovenstaande, grootendeels
duidelijk geworden zijn.
Men moet het dan ook zóó zien, dat
in de C. W. jonge menschen kunnen
werken, die hier hun vak bij kunnen
houden. Immers het is een feit, dat een
werkgever het liefst geschoolde krachten
in zijn dienst neemt. Welnu, deze cen
trale stelt den jeugdigen werklooze in
staat zijn vak te onderhouden. Alles wat
hg in de C. W. doet, moet niet beschouwd
worden als een soort bezighouderij, doch
als een praktische ontwikkeling, zooals
hij die in elke normale fabriek zou krij
gen. Alles wat dan ook in deze C. W.
gemaakt wordt, moet er model uitzien
en door en door goed van constructie
zijn.
Men wees ons bv. op een trap die door
de deelnemers gemaakt was. Het werkstuk
zag er massief uit en was gemaakt naar de
eischen, die er door iederen goeden vakman
aan gesteld kan worden. Niet alleen dus, dat
de jonge werkloozen hier hun vak kunnen bij
houden, maar door den eisch die aan het
door hen te verrichten werk gesteld wordt,
zal hun vakkennis er steeds op vooruit
gaan. Deze C. W. is dan ook voor alles in
het belang van de jeugdige werkloozen zelf,
voor wie alléén deze geheele zaak op touw
gezet is.
De Heldersche C. W., hoe kort zij ook nog
maar bestaat, .kan al op eenig succes bogen.
Zoo werd de kantoorbediende, die op het in
middels gereed gekomen kantoor van de
C. W. werkzaam was, geplaatst en nam
bovendien een aannemer ter plaatse een der
timmerlieden van de C. W. in zijn werkploeg
op. Afgezien van het feit of deze jongemen-
schen nu voor goed of voor tijdelijk geplaatst
zijn, wordt den jongelui gelegenheid geboden
iets te verdienen als in een particulier be
drijf tijdelijk plaats voor een of meerderen
van hen is. Men begrijpe goed, er moet dan
minstens voor een week werk zijn voor den
betrokkene; voor alle mogelijke „sjouwtjes"
zal men geen menschen uit de C. W. kun
nen bekomen. Na afloop van de werkzaam
heden bij den particulier kan de betrokkene
weer zijn werk in de C. W. hervatten.
Aan den anderen kant moet de C. W. niet
beschouwd worden als een doorgangshuis
naar de particuliere bedrijven, doch moet
men haar veel eerder zien als een instelling,
waarin de jonge menschen zich verder in hun
vak kunnen bekwamen, wat dan weer tot
aanbeveling kan strekken van de deelnemers.
De eenige vergoeding, die de jongens krij
gen bestaat uit één gulden per week en moet
beschouwd worden als een tegemoetkoming
in de slijtage van kleeren.
Met de leiding in de Centrale werkplaats is
belast de heer I. Cruyff, timmerman, de
eenige die vooj' zijn bemoeiingen in de C. W.
een loon ontvangt. In de C.W. zal streng ge
let worden op stiptheid en orde. Zoo moet
iedere deelnemer stipt op tijd met zijn werk
zaamheden aanvangen en eindigen als daar
toe het sein gegeven wordt. Te laat komen
wcrrdt beboet. Na afloop van de dagtaak
moeten alle gereedschappen in goeden staat
ingeleverd worden.
Belangstelling.
Hoewel de Centrale Werkplaats hier ter
plaatse nog maar kort bestaat mag. zij zich
toch al in een vrij groote belangstelling ver
heugen. Verschillende jeugdige werkloozen
meldden zich al als deelnemers aan. Verwacht
mag worden, dat ook van andere zijde
adhaesie zal worden betuigd. We denken in
de eerste plaats aan de werkgevers, die bij
het aanvullen van vacatures aan de deelne
mers van de C. W. zullen willen denken.
Maar ook in ander opzicht kunnen zij mede
werking verleenen. Aannemers e.a. die ma
terialen als houtwerk niet meer gebruiken
kunnen, willen wel zoo vriendelijk zieneven
den heer Bandsma in te lichten. De C. W.
kan het best gebruiken. Verder worden na
tuurlijk aan hetzelfde adres gaarne bijdra
gen voor dit schoone, sociale werk ingewacht.
Hopen wij, dat velen dit werk zullen steunen!
As. Zondag is danslievend Den Helder
weer in de gelegenheid zijn hart op te halen,
en wel aan niet minder dan Amy Allerson's
8 Rhythm Tramps en het ter plaatse nog
welbekende ensemble „The Jungle Sere
naders."
Zelf schreven wij hierover d.d. 9 Nov van
het vorige jaar:
Aangenaam verrast werden we door de pres
taties van'de „Jungle Serenaders". Dit vier
tal imiteerde een volledig jazz-ensemble en
dat wel zoo goed en in de finesses, dat het
talrijke publiek er tenslotte enthousiast van
werd. Het werd ruimschoots beloond voor zijn
aanhoudend applaus, want de sympathieke
Serenaders gaven bewonderenswaardige ar
rangementen van de Tigerrag en het eeuwig
jong blijvende Dinah, toe.
En het Handelsblad... en The Jungle Sere
naders die zoo verbluffend alle instrumenten
imiteeren, dat zij een heele jazz-band kunnen
vervangen.
Tenslotte De Telegraaf... Daar waren nog
4 jongelui, die zich The Jungle Serenaders
noemen en die een wonderlijke vaardigheid
toonden in het imiteeren van instrumenten
eener band een uitstekend cabaretnummer,
dat buitengewoon veel succes oogstte.
EEN ZILVEREN ZEEMANS-JUBILEUM.
Ons wordt uit Soerabaja gemeld ,dat de
hoofdwerktuigkundige bij de Java-China-
Japan-Lijn, W. de Wijn, ter gelegenheid van
zijn 25-jarig dienstjubileum is gehuldigd.
Hg werd door een lid der directie (bedoeld
zal hier zijn een vertegenwoordiger van het
hoofdagentschap Red.) toegesproken, waar
na uit naam van de directie en van het per
soneel souvenirs werden aangeboden.
Zitting van Woensdagmiddag.
Een viertal zaken stonden dezen namiddag
op de rol, die, ondanks het feit, dat voor
ieder hunner een verdediger in actie was,
toch niet als buitengewoon belangrijk kunnen
worden gekwalificeerd en die dan ook „teza
men en in vereeniging" (om eens een juridi-
schen term te gebruiken), ternauwernood een
uur tijd vroegen voor hun afdoening.
Wel zag de eerste zaak er al dadelijk drei
gend en ernstig uit: aan den marinier le kl.
J. C. van S. was ten laste gelegd: le. bedrei
ging van een meerdere, 2e. feitelijke aanran
ding van een meerdere. Maar als we de dag
vaarding hebben gehoord en kort daarop het
menschkundig en sympathiek pleidooi van
bekl.'s verdediger, den kapitein der mariniers
Roelofsen, krijgen we wel even een ander
idéé over de ten laste gelegde feiten als zoo
danig.
Wat is met dezen J. C. v. S. het geval? Hij
is in Maart op het eiland Aruba aan het pas
sagieren geweest. Hij is toen in de kazerne
gearriveerd, in ietwat luchthartigen gemoeds
toestand en zijn uniformkleeding was niet
tip-top meer. Zoo werd hij in ontvangst ge
nomen door den wachtcommandant. Die
wachtcommandant nu was in rang niet bekl.
meerdere, alleen theoretisch, door zijn wacht
commandantschap. En die heeft misprijzend
tegen J. C. v. S. gezegd, dat-ie 'm zoo om
had en dat-ie er zoo uitzag. Die wachtcom
mandant had gelijk, maar J. C. nè.m dat niet
en zeide tegen hem: „Ik zal je vermoorden".
Hij deed het evenwel niet, maar hiermee was
sub le. „bedreiging van een meerdere" ge
boren.
Het was zaak J. C. veilig in zijn kooi te
krijgen, maar de korporaal, die daarbij wilde
assisteeren, kreeg een linksche in de maag.
Hetgeen sub 2e. is, n.I. „feitelijke aanranding
van een meerdere".
Nu kwam, zeiden we, de kapt. der mar.
Roelofsen in actie. Kijkt u eens, zei deze
tegen den Krijgsraad, bij de landmacht heb
ben we dezen prachtregel, dat een meerdere
niet in discussie treedt met een mindere, die
onder invloed van sterken drank verkeert.
Hadden we dat bij de marine óók maar! De
verdediger wees er voorts op, dat het niet be
trof een „meerdere in rang" en dat hij, waar
hij in rang tekort schoot, toch een zedelijk
overwicht moest hebben ontwikkeld tegenover
bekl. Juridisch is hier eene bedreiging geuit,
naar het leven, maar wat zullen er op deze
manier niet velen „vermoord" worden! aldus
de verdediger.
Dat was sub 1. Nu die stomp. De man aan
de poort daar op Aruba had, aldus kapitein
Roelofsen, de hand op den schouder van bekl.
gelegd. Die man was een mannetjesputter en
als die zijn hand op je schouder legt, lig je
meteen tegen de vlakte ook.' Zoo ook J. C.
v. S. Die ging tegen den grond, toen kreeg
hij een duw... ja, en toen vloog v. S. hem
naar de keel. „Feitelijke aanranding van een
meerdere?" Welnee, louter zelfverdediging,
althans een zeer embryonale bedreiging en
mishandeling.
Tenslotte wijst pleiter er op, dat het lange
uitstel van de zaak nadeelig was voor den
bekl. en deze feitelijk de delicten al genoeg
zaam heeft geboet door zijn vóórarrest.
Re- en dupliek van fiscaal en verdediger
deden beiden hun standpunten handhaven. De
verdediger wees er nog op, dat, wie ook aan
de poort had gestaan, een meerdere of een
gelijke in rang, er niets gebeurd ware als
men den man rustig zijn gang had laten gaan.
Uitspraak 3 weken gevangenis met aftrek
van het vóórarrest (11 dagen).
Het tweede geval betrof een 16-jarigen
marinier 3e kl. H. v. H. Hij had tegen een
collega gezegd, die een portemonnaie had ge
vonden, dat het de zijne was en zich het geld
toegeëigend. Dit gebeurde in Rotterdam. Met
het oog op zijn jeugdigen leeftijd vraagt de
fiscaal een geldboete van 10 subs. 10 dagen
tuchtschool en voor het subsidiair ten laste
gelegde (verduistering) vrijspraak.
De verdediger, mr. Buiskool, sluit zich
hierbij aan; het is pl. gebleken, dat de jonge
man veel berouw heeft van zijn daad en het
gebeurde een goede les voor hem is geweest.
Maar pl. zou de zaak gaarne disciplinair zien
afgedaan.
Uitspraak conform eisch, d.w.z. 10.
boete, subs. 14 dagen tuchtschool.
No. 3. Zeemilicien-kustwachter W. L. Hij
heeft te Amsterdam een korporaal be
dreigd, door hem toe te voegen: „als
wij beiden in burger waren, dan..." De
fiscaal vraagt 6 weken met aftrek van het
voorarrest. Mr. Buiskool doet ten aanzien
van dezen jongen man een hartstochtelijk
beroep op de clementie van den Krijgsraad.
Uit de beschuldiging van den bedreigden
meerdere is niet goed wijs te worden: nu eens
zegt hij, dat het zóó, dan weer dat het zus
gegaan is. De jonge man zou 30 Oct. uit
dienst gaan'en had al zoo goed als zeker een
burgerbetrekking. Door dit geval is deze zaak
vertraagd, maar als hij nu veroordeeld wordt,
is hij die betrekking vast en zeker kwijt. Kan
de Krijgsraad de hand niet over het hart
strijken en hier een geldboete vragen? Des
noods een flinke. De man heeft wel spijt van
't gebeurde, en dat ook getoond door den
korporaal excuus te vragen. Laat men de
zaak krijgstuchtelijk of met een geldboete af
doen, zegt pleiter.
De Krijgsraad laat zich door dit hartstoch
telijke en sympathieke pleidooi vennunvea
L komt er af met een voorwaardelgke strat
van 4 weken (en aftrek van 12 dagen), proef
tijd van een jaar en ontslag uit het \oo
arrest
Hopen wij, dat L. zijn baan-aan-den-wal
mag hebben behouden!
De laatste delinquent, die dezen middag
terecht stond, was de mar. le kl. J. A. H. H.,
die „meerdere malen" verduistering had ge
pleegd.
Dat „meerdere malen" is altijd een leelgk
ding. Hg had als raadsman mr. Steenbergen.
H. had, als hofmeester der gamelle a/b Hr.
Ms. „Hydra" zich ettelijke malen ontvangsten
toegeëigend, in totaal een gulden of 10, 12.
Er waren 4 getuigenverklaringen en de eisch
was dan ook niet voor de poes, 3 weken gé
vangenisstraf.
Mr. Steenbergen wees er den Krijgsraad op,
dat bekl. karakter vrij slap is en dat men,
gezien ook zijn antecedenten, beter gedaan
had hem niet met dergelijke tamelijk groote
finantieele verantwoordelijkheden te belasten.
Overigens, zoo zegt de verdediger, is 's mans
gedrag en plichtsbetrachting goed. Dit staat
vast en daarom weigert pleiter te gelooven,
dat juist op dien eenen, voor hem fatalen
dag, die plichtsbetrachting en dat gedrag vrij
wel alles te wenschen zou hebben gelaten,
zooals de dagvaarding suggereert. Dat is hl
te doorzichtig!
Bekl. echtgenoote verwacht een kleine, dat
is mede wellicht van invloed op bekl. ge
moedstoestand geweest. Hij heeft berouw en
wil gaarne boete doen, maar kan dat nu niet,
vraagt pl., met een geringe straf?
Bekl. voert zelf óók nog het woord. De
uitspraak bewijst evenwel, dat de Krijgsraad
den eisch niet te hoog vindt om dit, in ieder
geval ernstige feit, uit te boeten, zoodat de
man z'n 3 weken behoudt.
Naar aan De Telegraaf uit IJmuiden wordt
bericht, is het contingent van grove visch,
dat van Engeland naar Frankrijk mocht wor
den uitgevoerd, uitgeput. Men acht dit voor
onze vischexport van belangrijke beteekenis,
want deze krijgt nu grootere kans van meer
uitvoer van grove visch naar Frankrijk. En
dat kan, want ons contingent schijnt nog lang
niet te zijn opgebruikt.
Eindelijk is dan het rapport over de oor
zaken van het verdwijnen van het wier in de
Waddenzee ter griffie der Tweede Kamer
gedeponeerd.
De conclusie van de Generale Commissie
Zuiderzeesteunwet, die deze uit het rapport
heeft getrokken, is, dat het haar niet aan
nemelijk is gemaakt, dat inderdaad verband
bestaat tusschen het afsluiten van de Zuider
zee en den toestand van de wiervisscherij en
andere visscherij benoorden den afsluitdijk.
Door deze conclusie vervalt dus de moge
lijkheid, dat eenige uitkeering zal worden ge
daan uit dit Zuiderzeesteunfonds aan de be
langhebbenden in de Waddenzee, die meen
den, dat juist deze afsluiting oorzaak was, dat
het wier en daarmee andere visscherij-moge-
lijkheden waren verdwenen.
Wat deze conclusie financieel voor de be
trokkenen en de gemeenten, waar dezen
wonen, beteekent, is moeilijk in cijfers uit te
drukken, maar is van een nadeelig diep
ingrijpend gevolg.
Er zal door dit punt diepe teleurstelling
zijn gewekt en we kunnen ons voorstellen, dat
hierover het laatste woord nog niet zal zijn
gezegd.
Zoodra we het rapport in handen hebben
hopen we er nader op terug te komen.
Dadelijk rijst echter de vraag waarom het
zoo lang heeft moeten duren aleer tot publi
citeit van het rapport kon worden overge
gaan; of misschien juister: waarom dit rap
port zoo lang op zich heeft laten wachten.
Welk een aandrang is er al geweest om het
rapport gepubliceerd te krijgen. Van verschil
lende zijden drong men telkens er op aan.
Zoowel door Kamerleden als door gemeente
besturen. Immers deze gemeentebesturen
waren sterk geïnteresseerd bij het rapport,
want wanneer er wel uitkeering van het
Zuiderzeefonds had kunnen plaats hebben, zou
óat op hun budget een belangrijk voordeelige
post zijn geweest.
Vooral Wieringen, die de wierexploitatie in
handen had, had hierbij groote belangen,
maar ook de andere randgemeenten van de
Waddenzee (Den Helder, Texel en zoo meer).
Dat ook, naast het verdwijnen van het
wier de visscherij in de Waddenzee geen
schade van de afsluiting zou hebben gehad,
lijkt ons een aanvechtbare conclusie.
Denken we slechts aan de veranderde
omstandigheden met de haringtrekkerij bij
Onrust en achter Huisduinen; de mindere
vangstkans voor de kommen langs den zee
dijk en bij Texel.
De verzanding van allerlei waarden, waar
allerlei vischsoorten zich daarna niet meer
konden ophouden. De groei van bot en gar
nalen in de Zuiderzee, en daarna het zich ver
plaatsen van deze zeebewoners naar de Wad
denzee.
Het „Hamburger Fremdenblatt" houdt zich
ook bezig met den achteruitgang van den
vischstand in de Noordzee.
En wat betreft de vermindering van den
vischstand in de Duitsche Bocht, krijgen daar
van de Hollandsche en Belgische visschers de
grootste schuld, omdat ze met hun nauw-
maken "etten me6Ste j°nge Visch dood_
De Engelschen hebben zich ook al meer
malen uitgelaten, dat de vermindering van den
Noordzeevïschstand te wijten is aan de Hol"
teler., W»t rfc breng,,, v«, Sto, v"cL
deïouanri! "0U j"iSt: 6611 Veelte van
Maar men weet dan ook in den regel niet
welke enorme hoeveelheden door deze vaar
tuigen vernietigd worden, waarbij hetgeen dè
Hollandsche schepen aan puf aanbrengen
eigenlijk bijna niet mag worden genoemd.
Men spreekt in visscherskringen niet voor
niets van: de Engelsche stofzuigers. Schepen
dus, die met hun netten als 't ware den zee.
bodem radicaal schoon vegen, zoodat er geen
leven daar over blijft. Ook al dit jonge goe(li
dat in de netten is, gaat voor meer dan 90
onherroepelijk dood en wordt overboord ge°
smeten, zoodat er, zooals de visscherman zegt;
een kerkhof wordt gemaakt, waar geen
vischje kan leven en dan ook wegblijft van die
plek.
Is het nu anders met de Duitsche visschers?
Neen, want ook zij visschen met de treil en
vaak ook met het nog meer moordende Vig.
neron Dahl patentnet, afgeschermd nog met
een z.g. gordijn.
Er wordt door dergelijke vaartuigen soms
100 mand visch in één trek naar boven ge
haald, waaruit dan een mand of zes markt-
waardige visch wordt gehaald. De rest gaat
overboord en ook daar ontstaat dan weer zoo'n
kerkhof.
Allen zijn dus schuldig aan het vernietigen
van jonge visch. De vaartuigen met de minste
voortstuwingscapaciteit hebben de minste ver
nietiging op hun kerfstok en de krachtigste
hebben een grooter zondenregister in dat op-
zicht.
De vischmethoden, ontstaan door de moderne
techniek, leiden onherroepelijk tot vernietiging
van jonge visch. Daaraan is geen ontkomen.
In October was de omzet van visch te
IJmuiden 763.188.09 tegen verleden jaar
690.746.92, dus een vermeerdering in deze
maand van rond 70.000.
Het- totaalcijfer is dit jaar iets hooger dan
het totaalcijfer tot October het vorige jaar.
Men heeft te IJmuiden dus hoop, dat er dit
jaar een stijging van omzet zal komen.
De Noordzeevisscherij met de treil heeft
voor de loggers van Katwijk en Scheveningen
in totaal tot dusverre opgebracht 1.121.524
tegen een opbrengst verleden jaar van
1.198.193.
Het reisgemiddelde is dit jaar tot dusverre
5oo.tegen verleden jaar 502.Dit jaar
zijn er reeds 179.000 kantjes haring meer aan
gevoerd dan verleden jaar.
Het verluidt in de „N. R. Crt.", dat de
versche haringvisscherij niet loonend kan wor
den genoemd. Wel is er voldoende vangst,
maar de besomming schijnt te gering te zijn.
We kunnen ons dat haast niet voorstellen,
want als men de besommingen van verschil
lende loggers leest, dan krijgt men toch een
indruk, dat het nog wel losloopt.
Zoo is er Woensdag een Scheveninger log
ger met een versche haringopbrengst van
1670.Maar ja, het blijft altijd moeilijk
eens anders rekening te maken.
Uit Stellendam komen berichten van da
slechte uitkomsten van het garnalenbedrijf.
Verleden week was de bruto-opbrengst voor da
vaartuigen gemiddeld beneden de 25.
Garnalen zijn er genoeg te vangen, maar
deze gaan in hoofdzaak voor de drogerijen,
omdat er geen voldoende vraag naar con
sumptiegarnalen is.
De wulkenprijs is heel wat achteruitgeloopen
vergeleken bij een poosje geleden. Toch kan
deze niet laag worden genoemd, maar in de
opbrengst is het gevoelig merkbaar.
Bij K. B. is benoemd met ingang van dett
eersten Woensdag in December 1936, tot
heemraad van het waterschap de dertig ge
meenschappelijke polders op Texel, W. J. Bak
ker Czn., te Texel.
Bij beschikking van den minister van Staat,
minister van Defensie ad interim, is de luite
nant ter zee der 2e klasse J. K. Kempees den
4en November 1936 geplaatst bg de Marine
kazerne te Willemsoord.
Bij beschikking van den minister van
Defensie ad interim, is de officier van admini
stratie der le klasse J. Nottrot den 30en
November 1936 geplaatst aan boord Hr. MS.
Wachtschip te Willemsoord en is de officieï
van administratie der le klasse J. P. Scheep
maker den len December 1936 geplaatst bij
de Marinekazerne te Willemsoord.
4 Nov. 1936.
Aangebracht door korders:
Tongen p k_
Slips F e
Schol le soort p, x'ist
Schol 2e soort
Schar
Wijting
Door garnalenvisschers
Levende garnalen per lit
Gekookte garnalen p. kg
1.22—1.1*
1.06—0.96
7.60—6.00
4.50—3.20
2.90—2.15
„1.20—0.90
1.65—1.35
0.15
(Zie voor den afslag yan Den Oever, ondef
Wieringen).
VISCHAFSLAG OUDESCHILD
3 Nov.
150 kg gezouten garnalen
laffe garnalen
1200 wulken
4 Nov.
750 kg wulken
100 gezouten garnalen
320 laffe garnalen
15
ct
15
4
15
ct
15
15