V isscherij Texel Jeugdige werkloozen bouwen hun eigen fabriek* De Centrale Werkplaats voor werkloozen in staat van wording. Amy Allerson's 8 Rhythm Tramps en de „Jungle Serenaders"* Zeekrijgsraad Willemsoord* - «vïr Marineberichten Visscherij berichten 15% m tt de Kerk in het Derde Rijk. Heiden: Hitier. Hope: Rheumatiek en jicht. Huber: Spelend arbeiden. Kaltenbach De zenuwzwakte. Lan- dau: God heb ik gezocht. Loon, van: Rem- brandt van Rijn. Muller: Over literatuur. Roorda: Radiotechniek. 1936. Veeneklaas: Doktoren op marsch. Wallquist: Kan de dok ter komen? Parlement en Kiezer 1936'37. Ten geschenke werden ontvangen: MetzKoning: Van de zonnebloem, die de zou wou zijn. Oudshoorn, van: Willem Mer- tens' levensspiegel. Parter:. De nieuwe dag. Freeman: Flighthy Phyllis. Leder. The shop window murders. Ostrander: The mathema tica of guilt. Stratten-Porter: At the feet of the rainbow. Wren: Father Gregory. Bellamy- brochures. Jaarverslag van den Hoofingenieur v. d. mijnen. 1935. Statistiek van de sterfte in Nederland. Het is al eenigen tijd geleden, dat hier ter plaatse een commissie voor de Jeugdwerk loosheid opgericht werd, welke zich tot taak gesteld heeft om de, vooral voor de jongeren zoo funeste gevolgen van de heerschende werkloosheid, door doeltreffende maatregelen zooveel mogelijk te beperken, Deze commissie is als volgt samengesteld: P. A. Smits, voorzitter. W. de Boer, vice-voorzitter. L. Bandsma, directeur Dienst van Sociale Zaken. P. H. L. Maas, algemeen leider. H. A. Boon, secretaris. Leden: J. Middendorp, J. van Zwijndrecht, J. B. F. Meyer, A. Smit, F. N. Winter en M. A. Grunwald. Het was in onze courant van 1 September 1.1., dat voor het eerst over deze commissie en de door haar te verrichten werkzaamheden in de pers werd gesproken. Sindsdien is veel gepresteerd, hetgeen wel moge blijken uit het feit, dat reeds eenigen tijd gewerkt wordt aan het gereed maken van de Heldersche Centrale Werkplaats voor Werkloozen. Het belangrijke doel, dat nagestreefd wordt is, om de jonge werkloozen in de jaren van 1624 in staat te stellen bij te blijven in hun vak om hen straks als de tijd beter wordt via de Arbeidsbeurs in het bedrijfsleven af te kunnen leveren. Daarbij zit de gedachte voor, om hen, die in de werkplaats blijken van be kwaamheid en werklust gegeven hebben, het eerst te plaatsen. De „werkplaats" en haar deel nemers. De „werkplaats' wordt in het oude gebouw van de Melkcentrale, achter de Arbeidsbeurs door de deelnemers aan de vakgroepen en afdeelingen zelf ingericht als bedrijf of fa briek. Toegelaten worden jonge werkloozen van 1624 jaar, die bij de Arbeidsbeurs staan ingeschreven. Jongens van 14—16 jaar kunnen alleen deelnemen als er geen ouderen moeten wachten, terwijl zij gedurende 4 weken op proef moeten werken. Zij, die in de Centrale Werkplaats willen werken, moeten zich daarvoor aanmelden bij de Arbeidsbeurs. Automatisch wordt iedereen die werkt in de centrale werkplaats ingeschreven als werk zoekende in de registers van de Arbeidsbeurs. Gistermorgen zijn de heeren P. A. Smits, L. Bandsma en P. H. L. Maas zoo vriendelijk geweest om ons een en ander te vertellen over en te laten zien van de Heldersche cen trale werkplaats. Toen wij bij het gebouw aankwamen, verkondigde een luid getimmer en gehamer, dat er ijverig gewerkt werd. Jonge timmerlieden waren bezig een tegel vloer te vervangen door een houten, een metselaar was een muur aan het afbreken, een andere timmerman schaafde aan latten, die noodig waren voor den vloer. Weer een ander legde de electrische leiding aan. Het was een en al bedrijvigheid. De heeren van de commissie vertelden ons, dat de jongelui die thans in de C. W. werkzaam zijn, zeer ijverig zijn en met algeheele toewijding hun werk verrichten. Het lijkt ons dan ook dat de jongelui een groote voldoening zullen heb ben als straks de fabriek door eigen handen tot stand gebracht zal zijn! Het gebouw, zooals het er anders stond moet heel wat gewijzigd worden, we kunnen wel zegen voor driekwart gedeelte. Daar is eerstens de betonnen vloer, die vervangen moet worden door een houten (70 m2 groot). Toen men begon, was het eigenlijk niet meer dan een ruïne, alle ruitjes waren door onze baldadige straatjeugd vernield. Nu zitten de ruitjes er keurig netjes in. Trouwens de aan blik is, nu men nog maar in het eerste sta dium van opbouw verkeert, al heel wat orde lijker. Verder moeten oude binnenmuren af gebroken worden, waaronder die van het voormalige ketelhuis en daarvoor in de plaats komen afscheidingen tusschen de ver schillende afdeelingen, die in deze fabriek zullen gemaakt worden. Deze zijn: werk plaatsen voor de schilders, loodgieters, metaalbewerkers, timmerlieden, voorts een kantoor en een magazijn en buiten het ge bouw een fietsenstalling. Om het gebouw heen wordt een betonnen afscheidling ge maakt, het beton wordt door deelnemers van de C. W. weer zelf gemaakt, het beton wordt door deelnemers van de C. W. weer zelf gemaakt. Er zal geruimen tgd mee gemoeid zijn al vorens het gebouw heelemaal gereed is. Dat is natuurlijk uitstekend, want al dien tijd doen de jongelui productief, nuttig werk. Wanneer de fabriek klaar is zal er naar andere werkobjecten gezocht worden. Zoo zullen vele gereedschappen noodig zijn. Ook die zullen, voor zoover mogelijk, door de deel nemers zelf vervaardigd worden. De andere objecten zullen bestaan uit werkzaamheden, die anders niet gedaan zouden worden. Men noemde ons een voorbeeld. Het kan zijn, dat men een aardig plekje ziet, dat zich leent voor het bouwen van een woning. Het zou een prachtige gelegenheid zijn om die woning door de deelnemers van de C. W. te laten bouwen. Het karakter van de C. W. De beteekenis van deze Centrale werkplaats voor jeugdige werkloozen zal den lezer, na het lezen van het bovenstaande, grootendeels duidelijk geworden zijn. Men moet het dan ook zóó zien, dat in de C. W. jonge menschen kunnen werken, die hier hun vak bij kunnen houden. Immers het is een feit, dat een werkgever het liefst geschoolde krachten in zijn dienst neemt. Welnu, deze cen trale stelt den jeugdigen werklooze in staat zijn vak te onderhouden. Alles wat hg in de C. W. doet, moet niet beschouwd worden als een soort bezighouderij, doch als een praktische ontwikkeling, zooals hij die in elke normale fabriek zou krij gen. Alles wat dan ook in deze C. W. gemaakt wordt, moet er model uitzien en door en door goed van constructie zijn. Men wees ons bv. op een trap die door de deelnemers gemaakt was. Het werkstuk zag er massief uit en was gemaakt naar de eischen, die er door iederen goeden vakman aan gesteld kan worden. Niet alleen dus, dat de jonge werkloozen hier hun vak kunnen bij houden, maar door den eisch die aan het door hen te verrichten werk gesteld wordt, zal hun vakkennis er steeds op vooruit gaan. Deze C. W. is dan ook voor alles in het belang van de jeugdige werkloozen zelf, voor wie alléén deze geheele zaak op touw gezet is. De Heldersche C. W., hoe kort zij ook nog maar bestaat, .kan al op eenig succes bogen. Zoo werd de kantoorbediende, die op het in middels gereed gekomen kantoor van de C. W. werkzaam was, geplaatst en nam bovendien een aannemer ter plaatse een der timmerlieden van de C. W. in zijn werkploeg op. Afgezien van het feit of deze jongemen- schen nu voor goed of voor tijdelijk geplaatst zijn, wordt den jongelui gelegenheid geboden iets te verdienen als in een particulier be drijf tijdelijk plaats voor een of meerderen van hen is. Men begrijpe goed, er moet dan minstens voor een week werk zijn voor den betrokkene; voor alle mogelijke „sjouwtjes" zal men geen menschen uit de C. W. kun nen bekomen. Na afloop van de werkzaam heden bij den particulier kan de betrokkene weer zijn werk in de C. W. hervatten. Aan den anderen kant moet de C. W. niet beschouwd worden als een doorgangshuis naar de particuliere bedrijven, doch moet men haar veel eerder zien als een instelling, waarin de jonge menschen zich verder in hun vak kunnen bekwamen, wat dan weer tot aanbeveling kan strekken van de deelnemers. De eenige vergoeding, die de jongens krij gen bestaat uit één gulden per week en moet beschouwd worden als een tegemoetkoming in de slijtage van kleeren. Met de leiding in de Centrale werkplaats is belast de heer I. Cruyff, timmerman, de eenige die vooj' zijn bemoeiingen in de C. W. een loon ontvangt. In de C.W. zal streng ge let worden op stiptheid en orde. Zoo moet iedere deelnemer stipt op tijd met zijn werk zaamheden aanvangen en eindigen als daar toe het sein gegeven wordt. Te laat komen wcrrdt beboet. Na afloop van de dagtaak moeten alle gereedschappen in goeden staat ingeleverd worden. Belangstelling. Hoewel de Centrale Werkplaats hier ter plaatse nog maar kort bestaat mag. zij zich toch al in een vrij groote belangstelling ver heugen. Verschillende jeugdige werkloozen meldden zich al als deelnemers aan. Verwacht mag worden, dat ook van andere zijde adhaesie zal worden betuigd. We denken in de eerste plaats aan de werkgevers, die bij het aanvullen van vacatures aan de deelne mers van de C. W. zullen willen denken. Maar ook in ander opzicht kunnen zij mede werking verleenen. Aannemers e.a. die ma terialen als houtwerk niet meer gebruiken kunnen, willen wel zoo vriendelijk zieneven den heer Bandsma in te lichten. De C. W. kan het best gebruiken. Verder worden na tuurlijk aan hetzelfde adres gaarne bijdra gen voor dit schoone, sociale werk ingewacht. Hopen wij, dat velen dit werk zullen steunen! As. Zondag is danslievend Den Helder weer in de gelegenheid zijn hart op te halen, en wel aan niet minder dan Amy Allerson's 8 Rhythm Tramps en het ter plaatse nog welbekende ensemble „The Jungle Sere naders." Zelf schreven wij hierover d.d. 9 Nov van het vorige jaar: Aangenaam verrast werden we door de pres taties van'de „Jungle Serenaders". Dit vier tal imiteerde een volledig jazz-ensemble en dat wel zoo goed en in de finesses, dat het talrijke publiek er tenslotte enthousiast van werd. Het werd ruimschoots beloond voor zijn aanhoudend applaus, want de sympathieke Serenaders gaven bewonderenswaardige ar rangementen van de Tigerrag en het eeuwig jong blijvende Dinah, toe. En het Handelsblad... en The Jungle Sere naders die zoo verbluffend alle instrumenten imiteeren, dat zij een heele jazz-band kunnen vervangen. Tenslotte De Telegraaf... Daar waren nog 4 jongelui, die zich The Jungle Serenaders noemen en die een wonderlijke vaardigheid toonden in het imiteeren van instrumenten eener band een uitstekend cabaretnummer, dat buitengewoon veel succes oogstte. EEN ZILVEREN ZEEMANS-JUBILEUM. Ons wordt uit Soerabaja gemeld ,dat de hoofdwerktuigkundige bij de Java-China- Japan-Lijn, W. de Wijn, ter gelegenheid van zijn 25-jarig dienstjubileum is gehuldigd. Hg werd door een lid der directie (bedoeld zal hier zijn een vertegenwoordiger van het hoofdagentschap Red.) toegesproken, waar na uit naam van de directie en van het per soneel souvenirs werden aangeboden. Zitting van Woensdagmiddag. Een viertal zaken stonden dezen namiddag op de rol, die, ondanks het feit, dat voor ieder hunner een verdediger in actie was, toch niet als buitengewoon belangrijk kunnen worden gekwalificeerd en die dan ook „teza men en in vereeniging" (om eens een juridi- schen term te gebruiken), ternauwernood een uur tijd vroegen voor hun afdoening. Wel zag de eerste zaak er al dadelijk drei gend en ernstig uit: aan den marinier le kl. J. C. van S. was ten laste gelegd: le. bedrei ging van een meerdere, 2e. feitelijke aanran ding van een meerdere. Maar als we de dag vaarding hebben gehoord en kort daarop het menschkundig en sympathiek pleidooi van bekl.'s verdediger, den kapitein der mariniers Roelofsen, krijgen we wel even een ander idéé over de ten laste gelegde feiten als zoo danig. Wat is met dezen J. C. v. S. het geval? Hij is in Maart op het eiland Aruba aan het pas sagieren geweest. Hij is toen in de kazerne gearriveerd, in ietwat luchthartigen gemoeds toestand en zijn uniformkleeding was niet tip-top meer. Zoo werd hij in ontvangst ge nomen door den wachtcommandant. Die wachtcommandant nu was in rang niet bekl. meerdere, alleen theoretisch, door zijn wacht commandantschap. En die heeft misprijzend tegen J. C. v. S. gezegd, dat-ie 'm zoo om had en dat-ie er zoo uitzag. Die wachtcom mandant had gelijk, maar J. C. nè.m dat niet en zeide tegen hem: „Ik zal je vermoorden". Hij deed het evenwel niet, maar hiermee was sub le. „bedreiging van een meerdere" ge boren. Het was zaak J. C. veilig in zijn kooi te krijgen, maar de korporaal, die daarbij wilde assisteeren, kreeg een linksche in de maag. Hetgeen sub 2e. is, n.I. „feitelijke aanranding van een meerdere". Nu kwam, zeiden we, de kapt. der mar. Roelofsen in actie. Kijkt u eens, zei deze tegen den Krijgsraad, bij de landmacht heb ben we dezen prachtregel, dat een meerdere niet in discussie treedt met een mindere, die onder invloed van sterken drank verkeert. Hadden we dat bij de marine óók maar! De verdediger wees er voorts op, dat het niet be trof een „meerdere in rang" en dat hij, waar hij in rang tekort schoot, toch een zedelijk overwicht moest hebben ontwikkeld tegenover bekl. Juridisch is hier eene bedreiging geuit, naar het leven, maar wat zullen er op deze manier niet velen „vermoord" worden! aldus de verdediger. Dat was sub 1. Nu die stomp. De man aan de poort daar op Aruba had, aldus kapitein Roelofsen, de hand op den schouder van bekl. gelegd. Die man was een mannetjesputter en als die zijn hand op je schouder legt, lig je meteen tegen de vlakte ook.' Zoo ook J. C. v. S. Die ging tegen den grond, toen kreeg hij een duw... ja, en toen vloog v. S. hem naar de keel. „Feitelijke aanranding van een meerdere?" Welnee, louter zelfverdediging, althans een zeer embryonale bedreiging en mishandeling. Tenslotte wijst pleiter er op, dat het lange uitstel van de zaak nadeelig was voor den bekl. en deze feitelijk de delicten al genoeg zaam heeft geboet door zijn vóórarrest. Re- en dupliek van fiscaal en verdediger deden beiden hun standpunten handhaven. De verdediger wees er nog op, dat, wie ook aan de poort had gestaan, een meerdere of een gelijke in rang, er niets gebeurd ware als men den man rustig zijn gang had laten gaan. Uitspraak 3 weken gevangenis met aftrek van het vóórarrest (11 dagen). Het tweede geval betrof een 16-jarigen marinier 3e kl. H. v. H. Hij had tegen een collega gezegd, die een portemonnaie had ge vonden, dat het de zijne was en zich het geld toegeëigend. Dit gebeurde in Rotterdam. Met het oog op zijn jeugdigen leeftijd vraagt de fiscaal een geldboete van 10 subs. 10 dagen tuchtschool en voor het subsidiair ten laste gelegde (verduistering) vrijspraak. De verdediger, mr. Buiskool, sluit zich hierbij aan; het is pl. gebleken, dat de jonge man veel berouw heeft van zijn daad en het gebeurde een goede les voor hem is geweest. Maar pl. zou de zaak gaarne disciplinair zien afgedaan. Uitspraak conform eisch, d.w.z. 10. boete, subs. 14 dagen tuchtschool. No. 3. Zeemilicien-kustwachter W. L. Hij heeft te Amsterdam een korporaal be dreigd, door hem toe te voegen: „als wij beiden in burger waren, dan..." De fiscaal vraagt 6 weken met aftrek van het voorarrest. Mr. Buiskool doet ten aanzien van dezen jongen man een hartstochtelijk beroep op de clementie van den Krijgsraad. Uit de beschuldiging van den bedreigden meerdere is niet goed wijs te worden: nu eens zegt hij, dat het zóó, dan weer dat het zus gegaan is. De jonge man zou 30 Oct. uit dienst gaan'en had al zoo goed als zeker een burgerbetrekking. Door dit geval is deze zaak vertraagd, maar als hij nu veroordeeld wordt, is hij die betrekking vast en zeker kwijt. Kan de Krijgsraad de hand niet over het hart strijken en hier een geldboete vragen? Des noods een flinke. De man heeft wel spijt van 't gebeurde, en dat ook getoond door den korporaal excuus te vragen. Laat men de zaak krijgstuchtelijk of met een geldboete af doen, zegt pleiter. De Krijgsraad laat zich door dit hartstoch telijke en sympathieke pleidooi vennunvea L komt er af met een voorwaardelgke strat van 4 weken (en aftrek van 12 dagen), proef tijd van een jaar en ontslag uit het \oo arrest Hopen wij, dat L. zijn baan-aan-den-wal mag hebben behouden! De laatste delinquent, die dezen middag terecht stond, was de mar. le kl. J. A. H. H., die „meerdere malen" verduistering had ge pleegd. Dat „meerdere malen" is altijd een leelgk ding. Hg had als raadsman mr. Steenbergen. H. had, als hofmeester der gamelle a/b Hr. Ms. „Hydra" zich ettelijke malen ontvangsten toegeëigend, in totaal een gulden of 10, 12. Er waren 4 getuigenverklaringen en de eisch was dan ook niet voor de poes, 3 weken gé vangenisstraf. Mr. Steenbergen wees er den Krijgsraad op, dat bekl. karakter vrij slap is en dat men, gezien ook zijn antecedenten, beter gedaan had hem niet met dergelijke tamelijk groote finantieele verantwoordelijkheden te belasten. Overigens, zoo zegt de verdediger, is 's mans gedrag en plichtsbetrachting goed. Dit staat vast en daarom weigert pleiter te gelooven, dat juist op dien eenen, voor hem fatalen dag, die plichtsbetrachting en dat gedrag vrij wel alles te wenschen zou hebben gelaten, zooals de dagvaarding suggereert. Dat is hl te doorzichtig! Bekl. echtgenoote verwacht een kleine, dat is mede wellicht van invloed op bekl. ge moedstoestand geweest. Hij heeft berouw en wil gaarne boete doen, maar kan dat nu niet, vraagt pl., met een geringe straf? Bekl. voert zelf óók nog het woord. De uitspraak bewijst evenwel, dat de Krijgsraad den eisch niet te hoog vindt om dit, in ieder geval ernstige feit, uit te boeten, zoodat de man z'n 3 weken behoudt. Naar aan De Telegraaf uit IJmuiden wordt bericht, is het contingent van grove visch, dat van Engeland naar Frankrijk mocht wor den uitgevoerd, uitgeput. Men acht dit voor onze vischexport van belangrijke beteekenis, want deze krijgt nu grootere kans van meer uitvoer van grove visch naar Frankrijk. En dat kan, want ons contingent schijnt nog lang niet te zijn opgebruikt. Eindelijk is dan het rapport over de oor zaken van het verdwijnen van het wier in de Waddenzee ter griffie der Tweede Kamer gedeponeerd. De conclusie van de Generale Commissie Zuiderzeesteunwet, die deze uit het rapport heeft getrokken, is, dat het haar niet aan nemelijk is gemaakt, dat inderdaad verband bestaat tusschen het afsluiten van de Zuider zee en den toestand van de wiervisscherij en andere visscherij benoorden den afsluitdijk. Door deze conclusie vervalt dus de moge lijkheid, dat eenige uitkeering zal worden ge daan uit dit Zuiderzeesteunfonds aan de be langhebbenden in de Waddenzee, die meen den, dat juist deze afsluiting oorzaak was, dat het wier en daarmee andere visscherij-moge- lijkheden waren verdwenen. Wat deze conclusie financieel voor de be trokkenen en de gemeenten, waar dezen wonen, beteekent, is moeilijk in cijfers uit te drukken, maar is van een nadeelig diep ingrijpend gevolg. Er zal door dit punt diepe teleurstelling zijn gewekt en we kunnen ons voorstellen, dat hierover het laatste woord nog niet zal zijn gezegd. Zoodra we het rapport in handen hebben hopen we er nader op terug te komen. Dadelijk rijst echter de vraag waarom het zoo lang heeft moeten duren aleer tot publi citeit van het rapport kon worden overge gaan; of misschien juister: waarom dit rap port zoo lang op zich heeft laten wachten. Welk een aandrang is er al geweest om het rapport gepubliceerd te krijgen. Van verschil lende zijden drong men telkens er op aan. Zoowel door Kamerleden als door gemeente besturen. Immers deze gemeentebesturen waren sterk geïnteresseerd bij het rapport, want wanneer er wel uitkeering van het Zuiderzeefonds had kunnen plaats hebben, zou óat op hun budget een belangrijk voordeelige post zijn geweest. Vooral Wieringen, die de wierexploitatie in handen had, had hierbij groote belangen, maar ook de andere randgemeenten van de Waddenzee (Den Helder, Texel en zoo meer). Dat ook, naast het verdwijnen van het wier de visscherij in de Waddenzee geen schade van de afsluiting zou hebben gehad, lijkt ons een aanvechtbare conclusie. Denken we slechts aan de veranderde omstandigheden met de haringtrekkerij bij Onrust en achter Huisduinen; de mindere vangstkans voor de kommen langs den zee dijk en bij Texel. De verzanding van allerlei waarden, waar allerlei vischsoorten zich daarna niet meer konden ophouden. De groei van bot en gar nalen in de Zuiderzee, en daarna het zich ver plaatsen van deze zeebewoners naar de Wad denzee. Het „Hamburger Fremdenblatt" houdt zich ook bezig met den achteruitgang van den vischstand in de Noordzee. En wat betreft de vermindering van den vischstand in de Duitsche Bocht, krijgen daar van de Hollandsche en Belgische visschers de grootste schuld, omdat ze met hun nauw- maken "etten me6Ste j°nge Visch dood_ De Engelschen hebben zich ook al meer malen uitgelaten, dat de vermindering van den Noordzeevïschstand te wijten is aan de Hol" teler., W»t rfc breng,,, v«, Sto, v"cL deïouanri! "0U j"iSt: 6611 Veelte van Maar men weet dan ook in den regel niet welke enorme hoeveelheden door deze vaar tuigen vernietigd worden, waarbij hetgeen dè Hollandsche schepen aan puf aanbrengen eigenlijk bijna niet mag worden genoemd. Men spreekt in visscherskringen niet voor niets van: de Engelsche stofzuigers. Schepen dus, die met hun netten als 't ware den zee. bodem radicaal schoon vegen, zoodat er geen leven daar over blijft. Ook al dit jonge goe(li dat in de netten is, gaat voor meer dan 90 onherroepelijk dood en wordt overboord ge° smeten, zoodat er, zooals de visscherman zegt; een kerkhof wordt gemaakt, waar geen vischje kan leven en dan ook wegblijft van die plek. Is het nu anders met de Duitsche visschers? Neen, want ook zij visschen met de treil en vaak ook met het nog meer moordende Vig. neron Dahl patentnet, afgeschermd nog met een z.g. gordijn. Er wordt door dergelijke vaartuigen soms 100 mand visch in één trek naar boven ge haald, waaruit dan een mand of zes markt- waardige visch wordt gehaald. De rest gaat overboord en ook daar ontstaat dan weer zoo'n kerkhof. Allen zijn dus schuldig aan het vernietigen van jonge visch. De vaartuigen met de minste voortstuwingscapaciteit hebben de minste ver nietiging op hun kerfstok en de krachtigste hebben een grooter zondenregister in dat op- zicht. De vischmethoden, ontstaan door de moderne techniek, leiden onherroepelijk tot vernietiging van jonge visch. Daaraan is geen ontkomen. In October was de omzet van visch te IJmuiden 763.188.09 tegen verleden jaar 690.746.92, dus een vermeerdering in deze maand van rond 70.000. Het- totaalcijfer is dit jaar iets hooger dan het totaalcijfer tot October het vorige jaar. Men heeft te IJmuiden dus hoop, dat er dit jaar een stijging van omzet zal komen. De Noordzeevisscherij met de treil heeft voor de loggers van Katwijk en Scheveningen in totaal tot dusverre opgebracht 1.121.524 tegen een opbrengst verleden jaar van 1.198.193. Het reisgemiddelde is dit jaar tot dusverre 5oo.tegen verleden jaar 502.Dit jaar zijn er reeds 179.000 kantjes haring meer aan gevoerd dan verleden jaar. Het verluidt in de „N. R. Crt.", dat de versche haringvisscherij niet loonend kan wor den genoemd. Wel is er voldoende vangst, maar de besomming schijnt te gering te zijn. We kunnen ons dat haast niet voorstellen, want als men de besommingen van verschil lende loggers leest, dan krijgt men toch een indruk, dat het nog wel losloopt. Zoo is er Woensdag een Scheveninger log ger met een versche haringopbrengst van 1670.Maar ja, het blijft altijd moeilijk eens anders rekening te maken. Uit Stellendam komen berichten van da slechte uitkomsten van het garnalenbedrijf. Verleden week was de bruto-opbrengst voor da vaartuigen gemiddeld beneden de 25. Garnalen zijn er genoeg te vangen, maar deze gaan in hoofdzaak voor de drogerijen, omdat er geen voldoende vraag naar con sumptiegarnalen is. De wulkenprijs is heel wat achteruitgeloopen vergeleken bij een poosje geleden. Toch kan deze niet laag worden genoemd, maar in de opbrengst is het gevoelig merkbaar. Bij K. B. is benoemd met ingang van dett eersten Woensdag in December 1936, tot heemraad van het waterschap de dertig ge meenschappelijke polders op Texel, W. J. Bak ker Czn., te Texel. Bij beschikking van den minister van Staat, minister van Defensie ad interim, is de luite nant ter zee der 2e klasse J. K. Kempees den 4en November 1936 geplaatst bg de Marine kazerne te Willemsoord. Bij beschikking van den minister van Defensie ad interim, is de officier van admini stratie der le klasse J. Nottrot den 30en November 1936 geplaatst aan boord Hr. MS. Wachtschip te Willemsoord en is de officieï van administratie der le klasse J. P. Scheep maker den len December 1936 geplaatst bij de Marinekazerne te Willemsoord. 4 Nov. 1936. Aangebracht door korders: Tongen p k_ Slips F e Schol le soort p, x'ist Schol 2e soort Schar Wijting Door garnalenvisschers Levende garnalen per lit Gekookte garnalen p. kg 1.22—1.1* 1.06—0.96 7.60—6.00 4.50—3.20 2.90—2.15 „1.20—0.90 1.65—1.35 0.15 (Zie voor den afslag yan Den Oever, ondef Wieringen). VISCHAFSLAG OUDESCHILD 3 Nov. 150 kg gezouten garnalen laffe garnalen 1200 wulken 4 Nov. 750 kg wulken 100 gezouten garnalen 320 laffe garnalen 15 ct 15 4 15 ct 15 15

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 10