De gouddiefstal Een chauffeur die carrière maakte Met Monica naar het Bal Spe ciale catalogus voor valsche spelers aan boord van de „Warrabool"* KORT VERHAAL. HET MYSTERIE NA VIJF JAAR ONTSLUIERD. Vijf jaar geleden verdween spoor loos een goudtransport van het Australische kustvaartuig „War- rabool". Door een toeval is thans klaarheid in dit mysterie geko- komen en daardoor is de on schuld van den ten onrechte ver dachten betaalmeester bewezen. Vijf jaar geleden werd de gansche beman- ping van het Australische kustvaartuig jWarrabool", met inbegrip van den gezag voerder, afgemonsterd. Allen kregen hun congé, onder verdenking, dat ze medeplich- itig waren aan het verdwijnen van een zich j&an boord bevindend goudtransport. Het gchip had te Williamstown kolen ingenomen pn vervolgens zou men Perth aandoen om ialdaar bij de Bank van New South Wales het door de Munt van Sydney verzonden goud af te leveren. Maar wie beschrijft den schrik van den betaalmeester Lucas, toen ide zending verdwenen bleek te zijn? Men stond voor een raadsel, want Lucas hezwoer bij alles, wat hem heilig was, dat hij de eenige was, die de sleutels van de safe bezat, en dat hij ze geen moment uit handen had gegeven. De Bank diende een klacht in en de politie begon een grondig onderzoek, en toen de boot in Melbourne was teruggekeerd, werd de geheele équipage aan een verhoor onder worpen. Men kwam echter geen stap verder. Een ieder hield vol, dat hij een zuiver ge weten had. Voor de reederij werd de zaak eveneens pijnlijk, want haar reputatie eischte een al leszins bevredigende ontsluiering van dit mysterie. Tenslotte werd besloten de opva renden een ultimatum te stellen: als binnen een week de dader niet gevonden werd, zou den allen hun congé krijgen. Aldus ge schiedde, want de dader bleef onbekend, en Ook den betaalmeester Lucas kan niets ten Jaste worden gelegd. Zijn ontslag was voor hem een ernstige [tegenvaller, want voor een zeeman bestaat er niets anders, dan een dubieuze reputatie. JJa lang zoeken vond hij in Williamstown feen baantje, dat hem in staat stelde het hrood voor hemzelf en zijn gezin te verdie pen. In deze zelfde havenplaats zou later zijn onschuld aan het licht komen, maar idat wist hij toen nog niet. Hij ploeterde ja renlang, en slechts het bezit van een zuiver geweten mocht hem zijn veerkracht te doen behouden. Op zekeren dag, precies vijf jaar na den poodlottigen dag te Perth nam zijn leven feen geheel nieuwe wending. De haven van Williamstown werd uitgebreid. Dit ging ge paard met allerlei voorbereidende grondwer ken. Er kwamen groote machines, die den bodem weggraafden, en speciaal voor de jeugd was dit een uitgezochte gelegenheid om te spelen. Ook het 6-jarig zoontje van Lucas deed hieraan dapper mede. Op een Zondag was hij in het versch uitgegraven zand aan het spelen en bouwde, zooals kin deren aan het strand dikwijls doen, een Jort. Terwijl hij met zijn schoft in het zand .wroette, stiet hij op iets hards. Hij bracht •het aan de oppervlakte, en wat bleek? Het was een stuk goud! En toen hij verder groef Stiet hij op een ijzeren kistje. Opgewonden rende de jongen naar zijn vader, die in koortsachtige haast het omringende zand [verwijderde en het kistje bloot legde. Groot was zijn vreugde toen Lucas hierin het kistje herkende, waarin destijds het goud van de Bank was geborgen. Er was niet veel moeite noodig om het te openen, en ziet; al het goud was nog in de kist aanwezig. Maar er was nog meer in, nl. een brief, en die was van niemand minder dan van den steward af komstig, die indertijd op de „Warrabool" had gevaren. Het luidde als volgt: „Als iemand deze doos en dezen brief vindt, ben ik er niet meer. Ik ben dan al lang door de haaien opgege ten. Ik was het die het geld op de „War rabool" stal! Op een middag toen ik de hut van den betaalmeester wou opruimen, vond ik Lucas slapend op zijn bed. Uit zijn zak was de sleutelbos gevallen, en ik kreeg toe vallig direct de sleutel van de safe in han den, die aan het hoofdeinde van het bed stond. Ik nam het goud weg en legde de sleutels weer op den grond, waar ik ze had gevonden. Dat is alles; ik heb niet den moed gehad mijn daad te bekennen. Maar mijn geweten belette me het geld voor mij zelf te gebruiken." Een looden last viel den ex-betaalmeester van het hart. Het vurig verbeide oogenblik was gékomen. Zijn onschuld was zonneklaar Aangetoond. Ben volgenden ochtend voor dag en dauw Vertrok Lucas met zijn zoontje en het ijzeren kistje naar Melbourne en bracht rappoit uit bij de reederij. Deze kwam haar vijf Jaar geleden gegeven belofte, dat ze zoodra het goud-mysterie was opgelost, alle ontslagen schepelingen weer in dienst zou nemen, ge trouw na. Lucas kreeg zijn betrekking te rug, evenals alle anderen, die indertijd noodgedwongen waren afgemonsterd. Begin November jl. koos de "Warrabool" met de oude équipage zee. Er was er echter één, die ontbrak, en dat was de bewuste steward, die met de parelvisschers was uitgevaren en naar alle waarschijnlijkheid wel een prooi der haaien zal zijn geworden. THANS INDUSTRIëEL. De romantiek is de wereld nog niet uit. Ook thans biedt het leven nog ruimte voor avontuur en carrière. De hieronder vermelde wederwaardig heden van den Hongaar Koloman Herczegh bevestigen zulks. Men heeft niet te zeggen dat er in onze eeuw voor het avontuur geen plaats meer is. De fabrikant Koloman Herczegh, die pas uit Afrika in Budapest is terugge keerd, kan het in dit opzicht met iederen romanheld opnemen. Zijn verleden is zoo rijk aan wonderlijke en spannende ge beurtenissen, dat men dagenlang naar dezen zonderlingen man zou kunnen luisteren, zonder zich een oogenblik te vervelen. In den oorlog had Koloman Herczegh zich als vliegenier onderscheiden. Toen moest hij van zijn geliefde machine afscheid nemen. Het ongeluk van zijn vaderland ging den jongen officier zeer aan het hart. Hij besloot het bloedige, verdeelde Europa den rug toe te keeren en in den vreemde vergetelheid te zoeken. Het toeval wilde, dat zijn landgenoot, professor Biro, toen juist voor een onder- zoekinksreis naar Zuid-Amerika ging. Herczegh ging als weerkundig specialist mee. Wekenlang ging het met moeilijke marschen tot diep in de wildernis van de Gran Chaco. De reusachtige groene muur van het oerwoud sloot hen voor langen tijd van iedere verbin ding met de beschaving af. Midden in dit duistere schemerdonker van de groene hal begon de expeditie haar werk. De leden hadden zeer veel last van het kli maat. Zij konden geen stap zonder de twee puntige vork doen, waarmee zij zich tegen de giftslangen verdedigden. Bloeddorstige mus kieten brachten hen tot vertwijfeling. Als geesten van het oerwoud kwamen de dieren, die door de inboorlingen „stomme honden" werden genoemd en die al het leerwerk stuk vraten. Vooral de laarzen van de deelnemers van de expeditie moesten het ontgelden. En dan de witte mieren! Als men niet voort durend op zijn hoede was, dan konden zij bin nen een uur kleeden, tenten en levensmidde len in een hoopje stof veranderen. Midden in het oerwoud had de expeditie een ontmoeting met een zwervenden Indianenstam. Terwijl zij zich met elkaar onderhielden, spitste één van de Indianen plotseling de Toen ik Theo en Helene bezocht dat doe ik steeds, als ik behoefte aan wat gezelligheid heb vond ik daar een jong, zeer levendig en vreeselijk onrustig meisje, Monica. Zij was bezig voor den spiegel haar hoed in den juisten deuk te knijpen, onderzocht zorg vuldig het rood van haar lippen, het zwart van haar wenkbrauwen, het effect van een loshan gend krulletje en zei tegelijkertijd tegen Theo: „Dus werkelijk niet? Hoe jammer! Moet ik nu alleen naar het bal-costumé? Wat erg! Heele- maal alleen „Het spijt me", zei Theo, „maar wij kunnen er niet voor twaalf uur zijn". „Ja", beaamde Helene, „wij moeten bij den chef van Theo dineeren". „Een bal-costumé?" mengde ik mij in het gesprek. „Ik wilde jullie ook juist vragen, of wg er gezamenlijk heen konden gaan..." Monica liet lippen, lokken, wenkbrauwen en hoed voor wat ze waren, wendde zich lachend tot mij. „Zoo? Dat is uitstekend, dan gaan wij samen. Hoe heet U? Haalt U mij af? Negen uur, Rue de la Pompe. Bloemen overbodig. Heel aardig van U. Tot weersziens!" De deur viel achter haar in het slot. Zwijgen. „Arme jij!" zei Theo dan. „Stakker", voegde Helene er aan toe. „Ik begrijp jullie niet", mompelde ik. „Een bal costumé met Monica", verklaarde Theo duister. „Dat wil zeggen, dat jij haar slaaf zult zijn, dat je haar overal achterna moet loopen, dat je alles zult hebben te be talen, dat er geen minuut voor jezelf over blijft, dat je ononderbroken moet dansen, en een ontelbaar aantal vragen moet beantwoor den, liefst met „ja". Dat je gedachten rare sprongen moeten maken, om haar te kunnen volgen, dat je tombola-loten koopen moet in één woord: ontzettend veel onkosten, en niet het minste plezier." Drie dagen later haalde ik Monica af. Om negen uur, Rue de la Pompe. Met de lift naar boven. Zonder bloemen. Ze zag er heel aardig uit, ik zei het tegen haar. „Hemel", riep ze, „wat bent U naief. Staat beneden de taxi te wachten?" „Neen ik wandel altijd." „Wat? Wandelen? In dit costuum?" „Prachtig", zei ik droomerig. „Het bloemen- ooren. Toen sprong hij op alsof een spin hem had gestoken en rende op de onderzoekers af. De tranen liepen hem over de wangen. De roodhuidige krijger heette Anton Kovacs en was afkomstig uit Zevenburgen. Voor den oor log was hij naar Zuid-Amerika geëmigreerd; hij kwam bij de Indianen van het oerwoud terecht, die hem als stamgenoot opnamen. Kovacs nam de dochter van het stamhoofd tot vrouw en leefde zich zoo volkomen in zijn nieuwe omgeving in, dat hij bijna zijn moedertaal vergat. De ergste tijd was voor de expeditie de regenperiode in de Gran Chaco. De moeras sige bodem bevatte duizenden gevaren; zij moesten tenslotte als apen in de toppen van de woudreuzen huizen. Een heel jaar hield Koloman Herczegh het in de groene hel uit. Geheel alleen begaf hij zich weer op den terugweg. Na drie weken kwam hij uitgeput en verslagen weer in de bewoonde wereld aan. Een nieuw hoofstuk van zijn levensroman begon. Herczegh werd vliegleeraar bij de Aeroclub in Tukuman, een zeer gezochte bad plaats van de Zuid-Amerikaansche millionnairs. Eenige maanden later is hij weer zonder be trekking. Hij huurt kamers in het elegantste hotel van die plaats, ofschoon hij nog slechts voor drie dagen geld op zak had. De eigenaar is een gemoedelijke Oostenrijker. Als de ge- Toen de „City of Havana", van Cuba komende, op een morgen bij mistig weer aan Pier 14 te New-York meerde, kwamen er eenige politiemannen aan boord, die een be daagden, deftig uitzienden heer in arrest namen. „Ik ben Kolonel George W. Abbott", protesteerde de arrestant. „Er moet hier een vergissing, een persoonsverwarring, kortom een grove fout begaan worden, die u duur te staan zal komen..." „U bent evenmin kolonel Abbatt als ik keizer van China," viel de inspecteur hem koeltjes in de rede. „U bent Lew Morris, alias Lester Maxwell, alias ik weet niet wat meer. Het spel is nu uit. Een van onze mannen heeft u gadegeslagen, sinds u in Havana aan boord kwam. Ga nu maar zonder druktemakerij mee, of moeten wij u de braceletten aan doen?" Lew Morris gaf het spel op. Eenige weken later werd hij wegens valsch spelen tot een vrij lange gevangenisstraf veroordeeld. Bij de terechtzitting waren de verklaringen van eenige getuigen, waaronder de detective, die hem gedurende de reis van Cuba scherp in het oog had gehouden, van groot gewicht. Den doorslag gaven echter verschillende uit rustingsstukken, hulpmiddelen en apparaten, die in het bezit van den valschen speler waren gevonden. Onder deze voorwerpen be vond zich ook een corpus delicti, dat zelfs de New Yorksche politie, die anders nogal aan een en ander gewend is, in verbazing bracht. Het was de catalogus der firma Mason Co., te Newark, een flinke industriestad in den staat New Yersey. Toen ik van de zaak hoorde, verzocht ik den zeldzamen catalogus te mogen zien. Deze prijscourant van Mason Co. is een flink bandje en bevat circa 1000 nummers met toelichting. De klanten van Mason Co. zijn over de geheele wereld verspreid. Zij zijn meisjes uit Valencia smachtende gitaren maannacht zomer bloemen in het haar". „Wat?" vroeg zij wantrouwig. „Buiten ligt de sneeuw, hoezoo dan bloemen? En haal nu vlug een taxi!" „Waar haal ik die?" „Op den dichtstbijzijnden hoek, of U wenkt, als er een voorbij komt „Hoe weet ik nu dat het een taxi is en geen particuliere wagen?" Monica was sprakeloos. Zij verzocht mij haar te volgen, toonde mij hoe men een taxi vindt en reed met mij naar het bal. Wij stap ten uit. Veel licht, veel menschen, veel wagens. Monica ging vooruit. Ik volgde. De chauffeur schreeuwde ons na. „Luister eens", zei ik, „de chauffeur wil wat van ons." Zij keek om. De chauffeur was uit zijn wagen geklommen, waarachter een lange rij auto's aan kwam rijden en maakte een kabaal van je welste. „Betalen!" riep de chauffeur opgewonden. „Maar mijnheer", stamelde Monica en wees op mij. Ik bestudeerde de menschen bij den ingang. De chauffeur kreeg bijna een aan val van woede. Monica gaf hem zijn geld. „Wat wilde de man van je?" ^roeg ik ge ïnteresseerd. „Ik rijd nooit in een taxi. Zijn de chauffeurs altijd zoo kwaadaardig?" Monica antwoordde niet. Zij ging vooruit. Even later stonden wij tusschen vele bonte menschen: domino's, pierrots, Mexikaners, Apachen „Kijk toch eens, wat een bont gewirwar", zei ik tegen haar. „Men zou denken, dat U voor het eerst op een bal costumé was", zei Monica boos. „Het is voor het eerst", antwoordde ik, „het overtreft mijn stoutste verwachtingen". „Wilt U even mijn garderobe afgegeven vroeg zij. „Het is op het oogenblik erg vol bij de gar derobe", zei ik. „Misschien is het beter dat U gaat. Voor een dame maakt men eerder plaats dan voor mg". Zij werd rood en baande zich zwijgend een weg. Wij gaven onze zaken af en liepen zwijgend naar de zaal. „Hebt U een tafel besteld?" „Wat ziet U er toch snoezig uit", gaf ik daarop ten antwoord, en negeerde haar vraag. „En wat een muziek..,^" wezen officier vol berouw zijn bekentenis af legt, dan vergeeft hg hem graag dit bedrog en neemt hem als chaufefur bij zich in dienst. Ook in Tukuman houdt Herczegh het niet lang uit. Nieuwe Menschen, nieuwe streken, nieuwe avonturen... Hij leert een Spaanschen grootgrondbezitter kennen. Deze neemt hem eerst in dienst als chauf feur, daarna als secretaris. Hij gaat met Herczegh naar Frankrijk, leert daar vooraan staande politici en handelsmenschen kennen en maakt nu carrière als in een sprookje. Hij wordt directeur van een radiofabriek in Al giers. Eén van de aandeelhouders schenkt hem zijn dochter tot vrouw. Herczegh is nu rijk en onafhankelijk. Hij sticht een textiel fabriek en een ververij en opent een groot toeristenbureau. Dan onderneemt hij met zijn vrouw een reis naar zijn vaderland. Mevrouw Herczegh is enthousiast; zij brengt sinds dien tijd jaarlijks een paar maanden in Budapest door. Maar ook de aantrekkelijkheden van Oostenrijk en Frankrijk zijn haar welkom. Monsieur Herczegh doet zijn b?st om zoo veel mogelijk gasten uit Algiers naar Europa te trekken. Als hij de schoonheden van Hon garije en de Alpen prijst, dan kan men hem vast vertrouwen, want hij heeft in zijn leven een groot gedeelte van de wereld gezien, meer dan ooit aan een gewone was vergund. evengoed in de goedkoope bars, café's en biljartszalen te vinden als in de rooksalons der 1ste klasse van de groote oceaanstoomers en in de halls en lobbies der palace-hotels Overal waar gespeeld wordt, waar de dobbel- steenen en de rouletteballetjes rollen, worden klanten van Mason Co. gevonden. „De firma Mason Co. is het eigendom van een zekeren Harrington E. Drake", ver klaarde inspecteur Duffy mij. „Wij zijn in middels te weten gekomen, dat hij zijn zaak ongeveer 16 jaar geleden begon. Zeer be scheiden. Tegenwoordig is zijn bedrijf een formeele fabriek, waarvan wij de waarde op '750.000 dollar schatten. Maar nu is zij ver zegeld en niets meer waard. Drake was op zijn gebied een genie. Hij had een behoefte ontdekt en het talent gehad, een organisatie te scheppen om de vraag naar de artikelen in quaestie te bevredigen. Een der eerste nummers in den prijscourant van Mason Co. is een ingenieus apparaat, dat 300 dollar kost. Het bestaat uit een sterken reuzen-electro-magneet, 12 m. snoer, schakelaar, accumulatorenbaterij, leiding installatie en een stel magnetische dobbel- steenen. Het apparaat kan in minder dan geen tijd onder een bar of een tafel worden gemonteerd en is zóó sterk, dat het door het toonbankblad of tafelblad heenwerkt en de magnetische dobbelsteenen gegarandeerd in de gewenschte ligging draaien. Maar ook voor minder kapitaalkrachtige valsche spelers heeft de firma Mason mag netische dobbelsteenen in prijzen van 4 tot 20 dollar. No. 627 van den catogus is een dobbelsteen, waarmee men naar wensch, een hoog of laag aantal oogen kan werpen. Voor kaartspelers, die makkelijker winnen als zij de „hand" van hun tegenpartij kennen, heeft Mason Co. verschillende soorten Zij lachte gekweld. „Waar zitten wij vroeg ze. „Dat weet ik niet", antwoordde ik. „Maar laten wij liever dansen." Wij dansten zonder ophouden. Het was heer lijk. Tot Monica moe werd en mij mee naar een bar trok. De mixer drukte mg een kaart in de hand. Ik draaide deze om en om en gaf hem toen aan Monica. „Ik wil niets hebben", zei ik. „Ik ken dat allemaal niet, en ik drink alleen wat ik ken". „Maar hier moet U iets drinken", meende het meisje. „Twee Manhattan, alsjeblieft. Pro beert U dat maar eens." „Het is ook veel te duur", antwoordde ik. „Maar als U mij wilt tracteeren dat vind ik buitengewoon „Zeg eens", vroeg zij plotseling, „hoe komt het eigenlijk, dat U zoo vreemd in het leven staat?" „Ach", antwoordde ik bedroefd, „het leven is moeilijk. Ik heb het niet gemakkelijk. Ik ben heel alleen, geen mensch helpt mij. U bent de eerste, die werkelijk aardig voor me is". Monica lachte, Monica betaalde, Monica dans te met me, trok mij mee door drie hoofdzalen, zes bijzalen, acht bars, liet mij minstens twaalf verschillende cocktails drinken, beantwoordde al mijn vragen, kocht een tombola-lot voor me. „Ik ben moe", zei ik eindelijk. Monica zocht een plaats, bestelde wijn, vulde de glazen en klonk met mij. „Ik kan niet veel verdragen", zei ik voor zichtig. „Zult U me naar huis brengen, als ik misschien te veel mocht krijgen?" „Ja, jij kind. Drink maar gerust", antwoord de zij. Het werd heel genoeglijk. En ook heel laat. Toen kwamen Theo en Helene. Ik had juist bij de tombola een bonbonnière gewonnen. Monica wilde niet, dat ik hem open maakte. „Thuis, kind, daar zal het je beter smaken", zei ze. „En nu moet de baby naar huis, anders slaapt hij vannacht niet meer". Theo en Helene keken ons verwonderd aan. „Hij is namelijk zoo aandoenlijk onbeholpen", verklaarde Monica, nam mijn bonbonnière, riep den ober, betaalde, ging met mij naar de gar derobe, liet een taxi voorkomen, vroeg toen aan Theo waar ik woonde, welk telefoonnum mer ik had, dan kon zij morgen even vragen hoe het feest me bekomen was. „Hjj heeft hier toch niemand", zei ze, noemde den chauffeur mijn adres en ging naast me zitten. Buiten stonden Theo en Helene, met open mond, bewegingloos, geen woord, geen groet, geen wuiven, Hun gezichtsuitdrukking was om te lachen. - FRANZ XAVER GRUBER KRIJGT EEN STANDBEELD. Munchen. Ons mooie Kerstlied, de ontroerende, innige melodie van het „Stil len en Heiligen Nacht' wordt het aanstaan de Kerstfeest 118 jaren oud. Zooals bekend is deze melodie gecomponeerd door een jongen onderwijzer te Arnsdorf, Franz Xayer Gruber. De woorden stammen van zijn vriend, den geestelijke Mohr. In het jaar 1818 werd dit Kerstlied voor het eerst gezongen in de kleine Nicolaus- kerk te Oberndorf. Eerst in 1834 ver scheen het echter te Leipzig in druk en van daaruit maakte het zijn triomftocht over de geheele aarde. Gruber, die de laatste dertig jaren van zijn leven te Halein organist was en daar ook in 1863 stierf, krijgt nu de welverdien de eer in den vorim van een standbeeld. Het mooiste herdenkingsteeken, dat men hem geven kan, bezit hij echter reeds lang in de dankbare vreugde, die ons vervult, indien wij in plechtige stemming zijn lied onder den Kerstboom zingen. WAT MENIGEEN NIET WEET. In Amerika heeft men 600 verschillende paddenstoelen ontdekt, waarvan er slechts 20 vergiftig zijn. De heilige lotusbloem van den Nijl, welke tegenwoordig nog maar zeer zelden gevon den wordt, was een waterlelie, die des nachts bloeide. De vulkaan Mauna Loa op Hawaiide grootste der Sandwich-eilanden, heeft sinds 18i3 behalve talrijke kleine, 23 zware uit barstingen gehad. De kortste straat van Berlijn Is slechts 25 meter lang; de langste daarentegen i0.2 kilometer. In Engéland bestaat een zeer eigenaar dige verzameling. Zij bestaat n.l. uit 14.500 sigaren, die door den overleden lord North- cliff bijeen gebracht werden. In het jaar 1923 verwisselde zij van eigenaar, na den dood van haar bezitter, Naast dergelijke verzamelingen van lord Lonsdale en lord Birkenhead, behoort de eerstgenoemde tot de beroemste in haar soort. Op een hoogte van 15 mijl kon een waar nemer in een stratosfeerballon boven Chi- cago met het bloote oog 9 staten der Unie zien, n.l. Illinois, Indiana, lowa, Michigan, Minnesota, Missouri, Kentucky, Ohio en Wisconsin. Een plat blokje hout, met een grooten knop, die tusschen de eerste en tweede teen inschuift, is de vreemdste schoen ter we* reld, die door de inboorlingen van Britsch* Indië algemeen gedragen wordt Van een volwassen walvisch' Ean cd, 2000 pond baklappen gesneden worden. „reflectoren" te koop. Deze apparaten be rusten op het principe, dat een kleine spiegel beneden het juist „gedeeld" wordende spel kaarten geplaatst wordt en zoo de persoon, die geeft, in staat stelt, het beeld der telkens gedeeld wordende kaarten te kennen. Voor 75 dollar kan men een apparaat bekomen, welks spiegel in de mouw verdwijnt, wanneer het niet in gebruik is. „De „lucifersdoosjes reflectoren" a 1.50 dollar kan men open op de tafel laten liggen. Een ring met een spiegeltje aan den binnenkant kost 5 dollar. Ook gemerkte kaarten in elk gebruikelijk formaat en uitvoering en met alle in den handel voorkomende rugdrukken zijn bij Mason verkrijgbaar. Onregelmatigheden op den achterkant, welke geen argeloos slacht offer ooit zullen opvallen, geven den inge wijden speler inlichting over de „hand" van zijn tegenspeler. Een andere methode is die van de „licht gevende kaarten". Op de rugzijde der kaar ten is hun waarde met 5 cm. hooge druk letter en cgfers aangebracht. Hiertoe wordt echter een kleurstof gebruikt, die met het bloote oog niet kan waargenomen worden. Wapent men het echter met een speciaal daarvoor vervaardigde bril, dan kan men de letters en cijfers duidelijk lezen. Voor spelers, die er de voorkeur aan geven eventueel met van te voren naar wensch „gewasschen" kaarten te werken, bestaat er een apparaat, dat in de mouw van den speler verborgen wordt en met een druk van den arm of een trekkende beweging van den voet in werk/ag gebracht kan worden. Op het gewenschte oogenblik geraakt dan het geprepareerde spel kaarten in de hand van den valschen speler, terwijl het „onbruikbare" spel in zijn mouw verdwjjnt. Roulette-apparaten heeft Mason Co in ruime verscheidenheid, ware wonderen van techniek; zulke, waarbij naar wensch van den croupier speciale nummers „komen" en andere, duurdere waarbij elk gewenscht num mer op bevel van den croupier „komt". Bijzonder trotsch waren Mason en Co op hun „betrouwbare" dobbelsteenen. Naar het schijnt, betrof het hier een door zijn goed koopte gemakkelijk verkoopbaar massa artikel. De catalogus prijst ze bijzonder aan, omdat deze dobbelsteenen noch door gewicht, uiterlijk of de wijze waarop zij vallen, van ongeprepareerde steenen te onderscheiden zijn. De catalogus zegt woordelijk:."ze zijn gegarandeerd bevredigend wanneer ze op een glad, hard, waterpas blad geworpen worden. Alle werkers met de dobbelsteenen, die eischen, dat hun steenen iedere proef kunnen doorstaan, geven de voorkeur aan ons onover troffen fabrikaat." Inspecteur Duffy toonde mij ten slotte de 75-dollar reflector, die bij Lew Morris ge vonden was en gaf er een demonstratie mede. Het apparaat werkte onberispelijk. „En dan zijn er nog menschen, die durven beweren, dat er geen vooruitgang meer is," zie hij toen ik afscheid van hem nam. „Tot voor eenige jaren moest iedere spitsboef iets geleerd heb ben en werkelijk iets kennen en kunnen; maar tegenwoordig zij er machines voor alles Bah!!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 11