Stadsnieuws
DE
STROOPER
BEL OP 636
Waar gaan we heen
Maandag 17 November 1936
Heldersche Courant
Tweede Blad
Opgaaf nieuwe telefoon
aansluitingen.
Onbewoonbaarverklaring van
woningen»
Feestavond van de Kon»
Ned» Bond van Oud-
Onderofficieren»
ASTO-TAX
RUIJGHWEG 3 8.
De prijsuitreiking van den
ballonnen wedstrij d»
Licht op voor alle voertuigen
„Huisduiner Belang"»
Marine-Concert»
Roodkapje»
Visscherij
FEUILLETON.
DOOR
PETER BARON
Kapé, Koningstraat, Telef.no. 4.
j. Bruin, Sluisdijkstraat 53, Telef.no. 163.
W. Grim, Tuinstraat 60, Telef.no. 225.
Mevr. Feda, Weststraat 36, Telefn. 277.
A. Lol, Jonkerstraat 34, Telef.no. 381.
A. v. Berkel, Koningsweg 20, Telef.no. 484.
Gebrs. Rühland, Emmastraat 36, Tel.no. 542.
Kommies verificateur der Invoer en Acc.,
Nieuwstraat 64, Telef.no. 545.
A. Schendelaar, Ruyghweg 383, Telef.no. 663.
G. Kruijff, Nieuwstraat 36, Telef.no. 786.
De Inspecteur van de Volksgezondheid te
's-Gravenhage heeft het Gemeentebestuur
schriftelijk meegedeeld, dat de woningen Vij
zelstraat nos. 798183 en 85 ongeschikt ter
bewoning zijn en niet door het aanbrengen
van verbeteringen, welke in redelijke verhou
ding staan tot de waarde der woningen, als
nog in bewoonbaren staat kunnen worden ge
bracht.
B. en W. stellen thans voor de volgende
woningen onbewoonbaar te verklaren:
Vijzelstraat 79, 81, 83, 85, eigen. P. Kraak
man, te Haarlem.
Zaterdagavond gaf de Kon. Ned. Bond v. Oud-
Onderofficieren in „Musis Sacrum" voor leden
en donateurs zijn eersten feestavond van dit
seizoen. Wij zijn ervan overtuigd, gezien het
uitstekend resultaat van dezen avond, dat de
leden met de meeste belangstelling naar een
tweeden, dergelijken feestavond zullen uitzien.
Ten eerste was daar een stampvolle zaal en
ten tweede een publiek, dat nu eens niet
alleen voor het gezellige bal scheen gekomen
te zijn, maar wel degelijk in de meest opge
wekte stemming de „komende dingen" af
wachtte. Het was voor den voorzitter, den
heer Schenkius, een genoegen de talrijke aan
wezigen hartelijk welkom te heeten. Een bij
zonder woord van welkom aan onzen burger
vader, die reeds verschillende malen blijk gaf
te sympathiseeren met den bond. Tevens
heette de heer Schenkius welkom de heer van
Nel, een vertegenwoordiger van het hoofd
bestuur en de besturen der verschillende ver-
eenigingen, die door hun aanwezigheid blijk
gaven van medeleven met den bond.
De voorzitter deelt hierna mede, dat een
tooneelstuk in drie bedrijven zal worden op
gevoerd en wel de „Lorelei". Onwillekeurig
denken we aan deze schoone Duitsche sage en
zien we de jonkvrouw, haar gouden haar
kammend en haar schoonste lied zingend, bo
ven op de rotsen langs den oever van den
Rijn gezeten, den argeloozen visscher lokken,
die onder de bekoring van haar schoone ge
stalte en schitterende stem zijn bootje op de
rotsen laat loopen en verdrinkt. Niet aldus is
echter de inhoud van het tooneelstuk. Wat
het wel inhoudt is een aardig gegeven, dat
op een uitstekende wijze werd verwerkt. In
aanmerking genomen, dat het hier dilettan
ten zijn, die het stuk opvoeren, kunnen we er
ons met het meeste enthousiasme over uit
laten. Dat het publiek in de zaal dezelfde
meening was toegedaan bleek uit het harte
lijk geapplaudisseer na ieder bedrijf en de
spanning waarmee de diverse scenes werden
gevolgd. Wat de inhoud betreft, het eerste be
drijf speelt ten huize van de familie Catesby.
Arthur de aangenomen zoon van den heer
Catesby zal op een soirée zijn compositie de
„Lorelei" vertolken. Magda, de oudste doch
ter des huizes zal verschillende phasen uit de
door hem gecomponeerde opera zingen. Ter
wijl tevens aanwezig is de heer Ayres, eige
naar van verschillende opera-gebouwen. En
dezen avond geeft diverse interessante ver
wikkelingen. Magda en Arthur hebben elkaar
n.1. lief, maar ,stiefmama" Catesbury wil uit
finantieel oogpunt Magda laten trouwen met
den rijken Ayres, daar de financiën van den
heer Catesbury n.1. door speculaties in mis-
crediet zijn geraakt. Wanneer Arthur nu be
weert, dat hij zonder rijkdom en eer niet zou
kunnen leven, offert Magda zich op, zoowel
voor hem als voor den huize Cateby, door
zich te verloven met Ayres. Uit de laatste
scène van dit eerste bedrijf blijkt vervolgens,
dat Tilly, de jongste dochter, verliefd is op
Ayres. Voorwaar een schoon, maar moeilijk
begin om tot een happy end te komen. Het
tweede bedrijf speelt tijdens den wereldoorlog.
Het blijkt, dat zoowel Arthur als Ayres naar
het front zijn getrokken en de beide zusters
Catesby den huisvriend Dr. Robinson als ver
pleegsters helpen met zijn moeilijk werk. Uit
het einde van het tweede bedrijf volgt dan een
eerste ontknooping. Ayres merkt n.1. dat hij
zich, waar het de beide zusters betreft, heeft
vergist en dat hij Tilly inplaats van Magda
lief heeft. Magda geeft hem maar al te graag
zijn vrijheid terug en hij verlooft zich met de
bekoorlijke Tilly. In het derde bedrijf komt
dan als eerste Arthur op het tooneel, voor
beide oogen, die door het traangas zijn aan
getast een verband en met haat in zijn hart
voor de schoone Magda, van wier opoffering
hij niets weet, maar wel van het feit dat haar
keuze naar een ander is uitgegaan. Vele we
gen leiden naar Rome, en langs vele wegen
ging het voor het kwam tot een vereeniging
tusschen Magda en Arthur, dat tenslotte toch
een feit werd. En nu iets over de spelers.
In de eerste plaats noemen we Tilly (mej.
Tous), die op een buitengewoon aardige wijze
haar rol speelde. Zoowel in het eerste bedrijf,
als vroolijke bakvisch, als in de tragische
scènes, bleek zij niet alleen over rolvastheid
te beschikken, maar tevens stond haar spel
op een voor dilettanten hoog peil. Ook de
heer en mevrouw Catesby, welke rollen
vervuld werden door den heer Jansen en me
vrouw Kessenich, speelden vlot en met veel
pathos. Terwijl Arthur Dale (J. Gras) zoo
wel als Magda (Mevrouw Jansen) iets van
hun lang niet gemakkelijk gegeven wist te
maken. Vooral de heer Haringa in zijn rol van
Robinson, de huisvriend der familie, was ge
knipt voor zijn aandeel in dit stuk. Het zou
te ver voeren om het spel van ieder der spe
lers goed onder de loupe te nemen. Wij mee-
nen ons dan ook wel te kunnen aansluiten bij
de meening van het talrijke publiek, die door
zijn hartelijk applaudisseeren duidelijk liet
uitkomen, dat het in alle opzichten van dit
stuk genoten had. Het is een van de bestuurs
leden, die den spelers hartelijk dank zegt
voor hun medewerking aan dezen avond.
Hierna volgt een verloting met een groot
aantal aardige prijzen, waarna met het bal
een aanvang wordt gemaakt.
Een avond als deze kan voor den Kon.
Ned. Bond van Oud-Onderofficieren slechts
een aansporing zijn om op den aldus inge
slagen weg voort te gaan.
Wij vestigen nog even de aandacht op de
damesafdeeling van den bond, die ook niet
stilzit, maar op 16, 17 en 18 November a.s.
een bazar houdt in de bovenzaal van den
heer Sanderse op het Koningsplein, waar de
toekomstige bezoeksters zeker iets van hun
gading zullen aantreffen.
Aardrijkskunde, ranja en prijzen.
Zooals men zich ongetwijfeld nog herinne
ren zal, werd op 31 Augustus van dit jaar
op initiatief der beide plaatselijke Oranje-
vereenigingen voor jongelui een ballonnen
wedstrijd georganiseerd, waaraan door een
groot aantal jongelui deelgenomen is.
Nu is er misschien op de wereld niets zóó
wispelturig, als juist een ballon en dit werd
ook bij dezen wedstrijd weer eens overtuigend
bewezen. Sommige ballons kwamen niet ver
der dan Tuindorp, anderen leden schipbreuk
even buiten den bebouwden kom der gemeente
en weer anderen vonden een roemloos einde
in de sloten van het aangrenzend polderland.
Maar de speelsche wind nam andere mee op
z'n wieken, mijlen en mijlen ver, en bracht ze
in dorpen en stadjes, héél ver weg.
En nog anderenja, dat werden wereld
reizigers, die gingen, als was 't de gewoonste
zaak van de wereld, de grens over en kwamen
eerst tot rust ergens in Duitschland, of
Oostenrijk. Dat waren de ver- en hoogvliegers
Er was er zelfs één, die een bezoek ging
brengen in het land van Mussolini, het zon
nige Italië. Dat was de kampioen!
De uitslagen van dezen wedstrijd hebben
wij bereids in onze krant gepubliceerd, zoo
dat de namen der gelukkigen niet meer ver
meld behoeven te worden.
Evenwel, het laatste bedrijf van dit zoo
ingeslagen kinderfeest werd Zaterdagmiddag
gegeven, en wel in Musis Sacrum. Aldaar had
men om half drie een kleine 50 jongens en
meisjes bijeen laten komen, die zoo gelukkig
geweest waren het kaartje, dat aan den bal
lon bevestigd was, per brief van den vinder
terug te mogen ontvangen.
Het was de heer De Jong, voorzitter van
het Centraal Bestuur, die een paar welkomst
woorden sprak en daarbij, ook namens de jon
gens en meisjes, den heer De Buck, die zioh
zooveel werk voor de organisatie van het ge
heel getroost had, bedankte.
Het was hierna de heer De Buck, die in
aardig gekozen bewoordingen het wel en wee
der ballons vertelde. Nu, avonturen hadden
de ballons genoeg meegemaakt. De één kjwam
in een hooiberg terecht, een andere in een
sloot, terwijl weer anderen dagen en dagen
verlaten op een land bleven liggen. Het was
precies een aardrijkskundeles, maar dan een
heel prettige
Met iederen ballon steeg de spanning. Want
de heer De Buck ging steeds verder de wereld
in en van iedere plaats wist hij wat bijzonders
te vertellen. Totdat de laatste kwamdie
heelemaal bij Verona in Italië terecht gekomen
was. Nu, die brief had het meisje niet kun
nen lezen, evenmin als het bestuur en toen
wij hem onder 't oog kregen, konden we 'm
ook niet ontcijferen. Maarde ballon was
het verste gegaan en de bezitster ging met
(jen eersten prijs schoot.
Nadat de heer De Buck, aan de hand van
een schoolbord, waarop alle plaatsen met
krijt aangegeven waren, het verhaal verteld
had, werden de jongelui getracteerd op joden-
koeken, ranja en een reep, waarna 't hoogte
punt van den middag daar was: het in ont
vangst nemen der prijzen. Iedere „buitenlan
der" kreeg een cadeau en die mochten er >ijn.
Poppen, auto's, een complete winkel, spellen
en wat al niet meer. Het waren al stralende
gezichten die we zagen
Het was tenslotte de heer De Jong, die de
bijeenkomst besloot. Hij dankte, weer namens
de jongens en meisjes, den heer De Buck
voor de* prettige wijze, waarop hij het bal
lonnen-verhaal verteld had en feliciteerde de
prijswinnaars met hun cadeaux.
Na de woorden van dank aan het adres der
familie Polak, voor het belangloos ter beschik
king stellen van de- kleine zaal en een drie
werf hoezee op het Koninklijk Huis, werd
deze prettige middag beëindigd.
Maandag 16 Nov.
16.35 uur
Een gezellige feest vergadering.
Men schrijft ons:
Zooals steeds, heerschte ook op deze feest-
vergadering in het gezellige zaaltje van „Den
nenheuvel" weer de jolige stemming, die we
gewend zijn op de avondjes, welke deze ver
eeniging in de winteravonden voor haar leden
organiseert.
In niet geringe mate heeft het duo Reusink
en Koekebier, de humoristen van dezen
avond, aan het welslagen bijgedragen.
De zorgen die ook op Huisduinen schij
nen te drukken werden vergeten bij het
nummer: „Ik heb er maling aan; het zal me
'n zorg zijn!" Onder de andere nummers die
verder werden uitgevoerd, moet „De Jolige
Student" genoemd worden. Tusschen deze be
drijven door was er gelegenheid tot een
dansje; zelfs werd in kort tijdsbestek dans-
onderricht gegeven!
Door de welwillende medewerking van vele
zakenlieden was er natuurlijk weer de tradi-
tioneele verloting, waarvoor hun hartelijken
dank werd gebracht.
Op deze vergadering werd nog de wensche-
lijkheid besproken van Fröbelonderwijs op
Huisduinen. Ouders, die hun kinderen aan dit
onderwijs willen doen deelnemen, worden ver
zocht zich in verbinding te stellen met de
bestuursleden: J. de Jong, Opzichter kust
wacht; Ch. Kreuger, „Dennenheuvel" of J.
Snel, Duinweg 42.
Na de pauze volgt een Ouverture van
Eduard Trémisot, 21 Januari 1874 te Lyon
geboren, dichter en componist; was leerling
van Massenet en G. Fauré, Aan het con
servatorium debuteerde hij als componist met
vele liederen, waarvan vooral „Novembre" al-
gemeene bekendheid verwierf; hij schreef
voorts de opera's Pyrame et Thisbé (1904)
als le uitvoering door de Marinekapel op het
programma van a.s. Woensdag vermeld, ver
der 1'Aureole (1913), L'Epane (1919), Stam-
boul (1921), de Symph. gedichten Le chant
du Heros (voor orkest soli en koren), La halte
divine, Tiare, La montagne, La mer, Le vul-
can. Fatum, Lucifer, Tantale en Cécil-Idyl,
alsmede de Ouverture Gill Bias.
De beschrijving der Ouverture Pyrame et
Thisbé is als volgt:
Aan den voet van een Moerbezieboom ge
zeten, wachtte de jonge Thisbé op haar min
naar Pyrame, totdat ze een leeuwin zag na
deren met een bloederigen muil. Door vrees be
vangen vluchtte ze en liet de voile, die haar
bedekt had, vallen. Het wild geworden beest
wierp zich daar op en verscheurde dezen
sluier.
Op deze plaats kwam Pyrame, zag de vlar-
den stof geheel bebloed en vreesde, dat Thisbé
het slachtoffer was geworden van de leeuwin.
Deze smart wilde hij niet beleven. In over
spannen toestand trok hij zijn zwaard en
stoot zich dood neder. Op het rumoer van zijn
klaagkreten verscheen Thisbé. Buiten zich
zelf bij het aanschouwen van haar minnaar
trok zij op haar beurt het moorddadige wa
pen en stak het zwaard in haar boezem en
zakte bij den boom inéén.
Het Kindertooneel.
Het kindertooneel, onder leiding van Herman
Smits, van Haarlem, die het vorig jaar zooveel
succes mocht oogsten met „Piet de Leuge
naar", komt Woensdagmiddag a.s. te half 3 in
Casino met het kindertooneelspel „Roodkap
je", het bekende sprookje, dat door Herman
Smits opnieuw voor het tooneel is bewerkt en
waarvan hier in Den Helder de première wordt
gegeven. Medespelenden zijn: de kinderen
Mansje Smits, Tilly Waning, Johny Prins,
Martha van Delden en de volwassenen: Her
man Smits, Henk Smal, Leo v. Norden en
Martin v. Delden Sr. Het alleraardigste sprook
je, dat door dit gezelschap op uitnemende wijze
ten tooneele wordt gebracht, zal zeker bij het
jonge publiek in den smaak vallen. Het spel is
beschaafd en er tevens op berekend, dat de
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
Woensdag nam. van 35 u. en van 810 u.
en Zaterdag nam. van 36 u., alsmede op
den eersten Zondag van elke maand nam.
van 35 u.
Maandag 16 November.
Casino, 8.15 u. Klein Kunstavond. Ensemble
Theo Bouwmeester.
Gebouw Hoogstraat 65, 8 u. Psychometri
sche seance.
Dinsdag 11 November.
Musis Sacrum, 8.30 u. Nederlandsche Reis-
vereeniging. Voordrachtavond.
Roomsch Katholieke Kerk, Kerkgracht.
Conferentie voor niet-katholieken door Pater
A. Winkel, dominicaan. Aanvang half negen.
Casino, 8.15 u. Uitvoering „Helders Man
nenkoor".
kinderen geen angst behoeven te hebben voor
de wolf, integendeel, hartelijk om hem zullen
lachen. Ook aan de costumeering is veel zorg
besteed. Het belooft dus, zoowel voor de kleinen
als voor de begeleidende ouders, een aardige,
leuke middag.
Zaterdag handhaafde zich de tongprijs te
IJmuiden op hetzelfde peil van Vrijdag. De
haringprijs toonde een weinig opgaand beeld.
Scholprijzen waren flink aan den hoogen kant,
In het algemeen goede, soms zelfs beste prij
zen voor de visch. Het ongestadige weer, het
welk algemeen in het Noordzeegebied blijft
heerschen, zal op betrekkelijke stabiliteit wel
van invloed zijn.
Het is wel eens interessant te lezen in vak
bladen en dan daaruit te peuren een bepaalde
geest, die er heerscht omtrent enkele arbeids
voorwaarden, die niet omschrijven het materi
eele gedeelte dier voorwaarden.
Zooals men weet, wordt er in het alge
meen op Zondag niet door de haringloggers
gevischt. Daarom is er een bepaling in de
voorwaarden, dat het Zaterdagavondschot
niet behoeft te worden uitgevoerd, zoodat er
dus zes dagen wordt gevischt. Hieraan wilde
men nu van werkgeverszijde tornen en vermoe
delijk wel omdat, vooral met de tegenwoordige
goede vangsten, de reizen daardoor zouden
worden verkort en er spoediger dus weer zou
kunnen worden uitgevaren.
Men heeft zich van werknemerszijde daar
tegen gekant men heeft nu de zekerheid, dat
daaraan niet meer zal worden getornd.
Zondags heeft men dus op zee ook vrij. Wel
moeten natuurlijk de noodige dingen worden
verricht, maar een schot op Zaterdagavond,
waardoor de werkzaamheden zouden komen te
vallen op den Zondag, behoeft niet gedaan te
worden.
Het was een principieele kwestie, die hier
door de werknemers aan de orde werd gesteld,
geheel ontdaan dus van de materieele gevolgen
daarvan, zoowel voor de reeders als voor de
schepelingen zelf.
We meenden laatst, dat de nieuwe overeen
komst tusschen reeders en werknemers in het
trawlbedrijf afgesloten was, maar dat is onjuist
geweest.
De besprekingen over een nieuw contract
hadden nog geen succes gehad, zoodat was
overeengekomen, dat de datum van opzegging
van het contract was verschoven tot 15 Nov.
Van werknemerszijde wilde men een be
paling zien opgenomen omtrent een duurtebij-
slag in verband met de nieuwe waarde van den
gulden.
Voor de haringschepen, waar men eerst ook
zulk een bepaling wenschte te zien opgenomen,
heeft men tenslotte daarvan afgezien, zoodat
dit contract zonder deze duurtebijslagbepaling
is vernieuwd.
Zoo wilden het nu de reeders der trawlers
46)
Kaye glimlachte vergenoegd. Dat was niet
verstandig van hem; het wakkerde haar
woede alleen maar aan.
„Ja, jij hebt me bang gemaakt, maar toch
niet zoo als Larry. Want voor mij was hij
superintendant Kaye, de scherpste kop van de
Ronde Tafel, die verzameling van onbarm
hartige duivels, waar Keating 't zoo dikwijls
over had. Ja, ik geef toe, je naam maakte
me bang. Ik zond telegrammen aan Larry,
dien ik voor Kaye hield, om hem weg te
krijgen, maar hij trok er zich niets van aan.
Hij zou beter gedaan hebbe, als hij maai ge
gaan was. Dat hij zich jouw naam aan
matigde, is zijn ongeluk geweest. Hij heeft
nooit geweten, of zelfs maar vermoed, wie ik
was, maar Keating liet zich ontvallen, dat
Kaye de identiteit van den Strooper kende.
Lat bezegelde Larry's noodlot."
Kaye keek haar onverstoorbaar aan, en
wilde zelfs het gevaar loopen, haar nog meer
te prikkelen, om opheldering te krijgen over
eenige ondergeschikte punten, waarover hij
Zelf geen zekerheid had.
..Lus jij hebt op Larry geschoten, de^r
dagac?» vroeg hij.
„Ja, ik, maar ik miste hem. Ik kon niet
blijven, omdat Jan naar beneden kwam, maar
hoe weet je dat, duivel?"
„Ik zag je naar de slaapkamer terugkeeren.
Kort daarna kwam je weer te voorschijn, en
je deed alsof je pas wakker was om naar
de oorzaak van het gerucht te vragen.'
„Zoo sluw was ik door mijn krankzinnig
heid," zei ze, en haar stem daalde tot een
sluw gefluister. „Krankzinnigheid, die ik door
mijn aderen voelde sluipen als vuur. En was
ik uitwendig niet een aantrekkelijk meisje?
En inwendig een ding, dat men in steenen
cellen opsluit, en schuwt?"
Kaye zei niets en was te verstandig om
zich te bewegen.
„Nee, je wilt niet spreken, en spoedig zul
je het niet meer kunnen. Je wilt me opslui
ten in een steenen cel als een krank
zinnige! dat wil je."
Ze kneep haar oogen half dicht.
„Maar ik laat me niet opsluiten! Hoor je?
Onder den grond denk eens, Kaye wat
zullen de wormen vreten aan je vet karkas."
Kaye waagde een blik op de klok en vroeg
zich af, hoe lang 't nog zou duren, voor
Keating kwam.
„En als jjj weg bent, Kaye, is de weg mij
vrij. Ik win! Verstand, bah! Het heeft jou in
je dood gedreven, en mij brengt mijn onver
stand succes. Wat het zoo krankzinnig van
mij, dat ik anderen het werk liet doen, en er
zelf met den buit tusschenuit ga Den Stroo
per noemen ze mij, en dat ben ik ook! En
was het zoo krankzinnig van mij, dat ik den
kolonel in bescherming nam, toen je onbe
houwen vriend Keating hem achterna zat?
Ik beschermde hem om hem het gevaar te
laten loopen. en zelf het voordeel te hebben!"
Ineens stond ze op en sloeg hem in het
gezicht, zoodat er een beetje bloed te voor
schijn kwam. Het gezicht ervan deed haar
terugdeinzen.
„Bloed! Mijn God bloed het loopt in
een stroom van Larry's gezicht over
Ralph's overhemd dien nacht dat Dennis
hem vermoord heeft. Bloed!" Haar stem
sloeg over tot een verschrikkelijken gil en
ze tuimelde in haar stoel, terwijl ze haar ge
zicht met haar handen bedekte. Kaye sloeg
haar gade, en onderging een gevoel, dat ver
want was aan medelijden.
Plotseling stond zij weer op.
„Ja, je bent verstandig, superindendant
Kaye erg verstandig. Je liet Larry krijgen
wat voor jou bestemd was. Je werkt in het
donker als een mol bang voor het licht!
Verstandig? Ja, mijn God, je bent zeker ver
standig, maar ik ben toch nog verstandiger!"
Ze beet op haar nagels en loerde rond door
de kamer, waarin het eerste vale schijnsel van
den morgen al doordrong.
„O ja, ik ben veel verstandiger. Alleen
maar een genie kon de rol van een zorgeloos
meisje gespeeld hebben, terwijl razernij en
krankzinnigheid aan haar knauwden. Slechts
typen, die door een dwaze voor nog groote
dwazen geschreven zijn en het kan bij dag
de brandende energie onderdrukken, die mij
bij nacht verteerde!"
Kaye bevochtigde zijn lippen. Tot nu toe had
hij zich geluk gewenscht, dat hij zijn handen
van den Strooper en van Larry, en zelfs van
Jan, had afgehouden, tot zij d'Essinger
smaragden voor hem opgespoord hadden,
maar nu zag het er uit, alsof hg die listig
heid met zijn leven zou moeten betalen.
„En waarom moest ik gedwongen worden,
misdaden te begaan om te krijgen, wat mij
van nature toekomt? Ben ik niet mooi? Ik
heb me willen op heffen uit de massa van die
akelige, stumperige typisten moderne ge
slungelde wurmen met hun gebabbel over
dansen en jazz imbeciele mannenjaagsters,
geboren om te sterven in eerzame armoede!
Armoede, bah! Ik haat ze, en de wereld stinkt
er van. Een doordringende stank, die alle
aspiraties verstikt en alles vermoordt
vermoordt!"
Zij stak wild haar armen uit en stampte op
den vloer.
„Neen, ik ben geboren om bewonderd te
worden, en bemind maar niet door zulke
stumperde als Keating die oude kerel
zonder vuur die door mij jong wilde worden
en ook niet door zulke gemeene schurken
als Clem Wade. Maar door een man als Larry
van hem had ik kunnen houden en in
plaats daarvan heb ik hem gedood. Maar
ik wist het niet ik wist het niet ik dacht
dat jij het was, ellendeling!"
Zij werd stil en stond op om de bordesdeuren
wijd open te gaan zetten. Daarna keerde zij
bij Kaye terug.
„Buiten op het grasveld," zei ze langzaam,
„daar is een pas gegraven graf. Dat heb ik
gegraven voor jou. Om half vier, Kaye,
zul je er in liggen tusschen de wormen en
de wortels. Om vier uur zal er geen kuil meer
zijn en geen superintendant Kaye. Begrijp
je me?"
Kaye's gezicht bleef onbeweeglijk. Er was
niets, dat hij kon doen of zeggen, maar hij
dacht zooveel te meer. Wat hield Brown en
Keating toch terug? Als ze nog lang weg
bleven...
„Sta op," beval Barbara, en hij gehoor
zaamde.
„Ga door die deur," wees ze, „en loop
rechtuit over het grasveld. Maar een over
bodige beweging en inplaats van zelf naar je
graf te mogen loopen, zul je hier sterven. Het
zou moeilijk zijn je te vervoeren, Kaye, met
je dikken buik, dus loop maar."
Kaye liep. Achter zich hoorde hij een
eigenaardig geluid, alsof een zwaar lickaam
langs het vloerkleed gesleept werd. Hij wend
de zich half om en zag iets, dat hem wee
maakte van afkeer. Barbara had Larry bij
den kraag gegrepen, en met een kracht, die
hij niet van haar verwacht zou hebben,
sleurde zij den gewonde over den vloer.
„Bij God, jou onmenschelijke duivelin!"
barstte zij uit. „Die man is gewond
„Kalm, kalm," zei ze met een boosaardig
lachje om de lippen. „Hij heeft 't nu beter
dan over een poosje, want, al heeft hij nóg
zooveel pijn, hij leeft toch nog."
Kaye zag zijn machteloosheid in en be-
heersohte zich. Haar wreedheid schokte zelfs
een gehard man als hij was, maar waar
schuwde hem tevens, voorzichtig te zijn. Elke
minuut kon Keating komen, en het zou zelf
moord zijn, op dit oogenblik iets te onder
nemen. Dus vervolgde hij zijn weg over het
grasveld en drong op haar bevel in het rho-
dodendronboschje. Net op het laatste nipper
tje zag hij den kuil en hij kon zich nog juist
in evenwicht houden.
Als hij nog eenigen twijfel gekoesterd had
over haar bedoelingen, moest hij die nu wel
laten varen, en tenzij Sam spoedig kwam
opdagen, scheen hij voorbestemd, zijp leven
te eindigen in het graf aan zijn voeten. Ter
wijl hij dat bedacht, kwam Barbara aanspor-
ren met het slappe lichaam van Larry. Zij
gaf het een flinken duw en keek hoe het als
een halfleege zak in den kuil tuimelde. Larry
kreunde even en bewoog een arm, waarna hij,
zooals hij gevallen was, weer roerloos bleef
liggen.
„Binnenkort mag je hem volgen," zei ze
tegen Kaye, „maar ik wil je eerst nog wat
laten zien. Draai je om en loop naar den
vijver."
(Wordt vervolgd.)