Texel
Visscherij
Nogmaals onze
slechthoorende kinderen*
The Blue Ramblers voor
het eerst in Den Helder*
Een gunstig debuut.
De padvinders-fancy-fair
Burgerlijke Stand van Den Helder
Visscherijberichten
A1 m e 1 o's Dagblad:
„Mej. G. P. zong eenige liederen van Bach,
die wel afzonderlijk genoemd mogen worden,
om de mooie stem en goede voordracht van
deze zangeres".
Volksuniversiteit, Hengelo.
„Mej. G. P. zong liederen van Rich. Strausz
en Brahms met een fijne geestesiDstelling en
met goede, beheerschte stemmiddelen".
Wat kunnen vv'ü voor hen doen?
Indertijd is door den Schoolarts alhier een
onderzoek ingesteld naar gehoor- of spraak
gebreken bij de Heldersche schooljeugd. Uit
het ingediend rapport bleek, dat omstreeks
twintig kinderen in aanmerking zouden
moeten komen voor afzonderlijk onderwijs, om
dat zjj door gehoorgebreken niet in staat zijn
het gewone klassikale onderwijs te volgen.
Rekent men nu nog op een paar jeugdige
bewonertjes uit onze omliggende gemeenten,
dan zouden, ruw geschat, een vijfentwintigtal
kinderen hier ter plaatse zijn aangewezen op
speciaal onderwijs, dat voor hen geschikt is.
En de eerste vraag, die zich bij den lezer
opdoet, is deze: mag men van de gemeen
schap eischen, dat zij voor 25 van die kin
deren de noodige gelden beschikbaar stelt
Want vergelijkenderwijs zijn de kosten voor
zoo'n speciale klas natuurlijk hoog.
Het is niet onze taak om deze vraag met
een positief „ja" of „neen" te beantwoorden.
Maar wel mogen wij er op wijzen, dat op het
oogenblik in het geheel niets voor deze stum-
perdjes wordt gedaan. Er zijn er al een paar,
die bleven zitten, enkel doordat zij de lessen
niet konden volgen.
Zaterdagavond werd, zooals we hebben mee
gedeeld, door de af deeling van de Vereeniging
ter Bevordering van de Belangen der Slecht-
hoorenden, dè groote en interessante film ver
toond, die genomen is van de Haagsche Ge
meentelijke School. Wij zouden u daarvan
eigenlijk moeten vertellen, maar heeft het
veel zin? Die Haagsche School geeft vrijwel
een ideaal beeld van den toestand, zooals die
in elke gemeente van eenigen omvang zou
moeten bestaan, en dit ideaal is voor Den
Helder absoluut onbereikbaar. En als wij nu
gaan vertellen hoe prachtig de toestand daar
is, dan stemt dat maar verdrietig.
Maar er is wat anders, dat de verslaggever
doen kan. Leeuwarden heeft, wg zeiden het
al, sinds kort, een speciale klas in één harer
scholen. Zelfs dat is voor Den Helder nog
onbereikbaar. Maar zou er nu, bij ernstig
willen, niet iets op te vinden zijn, dat aan
dergelijke kinderen, die meestal volstrekt niet
achterlijk zijn in geestvermogens, wat meer
dan de gewone aandacht besteed werd? Bij
voorbeeld doordat zij op speciale cursussen
bijgewerkt werden .De gemeente zou dan
moeten bijspringen natuurlijk en zoo'n cursus
mogelijk maken. Onze prachtige Ambachts
school zorgt wel voor de leermiddelen en de
oudere kinderen maken het zelf, dat liet ons
dp film goed zien. Maar er is vrij veel geld
voor noodig.
De heer De Bruin, onderwijzer aan die
Haagsche School en vervaardiger van de film,
kwam haar Zaterdagavond toelichten, en was
van twee dames, eveneens aan die school
werkzaam, vergezeld. Deze drie vormen het
speciale filmcomité, die gelden bijeen wisten
te krijgen voor de opname en de verdere kos
ten uit een speciaal fonds te bestrijden. De
school in Den Haag is gemeentelijk, dat wil
dus zeggen, dat er ook roomsche en gerefor
meerde kinderen op kunnen, waarvoor een ka
pelaan en een predikant aan de school zijn
verbonden. Zeer belangrijk is er het onder
wijs in liplezen, alles wordt gedaan om ver
hemelte, tong, enz. te ontwikkelen, want in
hun later leven zijn deze dooven op liplezen
voor een aanzienlijk deel aangewezen.
Enfin, zooals gezegd, we zouden er heel
veel van kunnen vertellen; je woont op deze
film heel dat onderwijs bij, krijgt een kijkje in
de diverse leslokalen, in het vrije kwartier,
ja, we gaan zelfs mee met het schoolreisje
naar de Westerbouwing. En weet u wat het
mooie nu is? (afgezien natuurlijk van het
prachtige onderwijs op zichzelf). Dat is, dat
Slechts kleinigheden, die het voorval echter
pas leven en kleur gaven: de wasch aan de
lijn; het vuur in de kachel, de slapende kat,
de theé in de kopjes, de koffer met vrouwen
kleederen.
Ja, zelfs de schaduw van deze onbekende
vrouw prikkelde mijn fantasie.
De zeelui, die eenvoudig verdwenen waren,
arme, ruwe zeebonken of hoe men ze dan ook
zich als leek voorstelt maar een vrouw?
Dit was toch het allerminst te vereenigen
met ales wat ik omtrent het lot van de „Betty
Bonn" vernomen had!
Om de beeldenreeks, die zich aan mij op
drong een beetje te ontloopen, vrceg ik,
eigenhjk meer om naar wat te vragen:
Hoeveel is het bergloon, dat Spurling
voor zich opeischt?
Trevor veerde overeind.
Ziet ge wel! Heb ik het niet gezegd?
Een prachtig geval voor u!
Ik kon niet nalaten mij een beetje ironisch
glimlachend voorover te buigen en zei:
En voor u, meneer de Rijksadvocaat.
Hij keek mij een oogenblik doordringend
aan, toen begreep hij, dat ik hem doorzien
had, en met een zekere zakelijkheid somde
hij op:
De waarde van het schip, met inbegrip
van lading, olie in vaten en alcohol in halve
vaten, bedraagt, rond 13500 Engelsche pon
den, in uw geld omgezet ongeveer 337.000
frank.
Dit bedrag verraste mij.
Wat bliksem, zooveel nog! En het berg
loon?
Rond 100 tot 120.000 frank, dat met ne
gen man gedeeld moet worden.
Zoo, dat is veel geld voor een eenvoudig
man.<
Dit was echter een vischje dat ik uitwierp.
Trevor was tot barstens toe opgekropt van
deze kinderen zich niet meer als paria's voe
len: Zij zijn hier onder lotgenootjes, er is nie
mand die ze scheef aankijkt of ze bespot,
zooals op de groote school gebeurt. Want U
weet eet age est sans pitié heeft een Fransch-
man gezegd, en dat beteekent: deze kinder
leeftijd kent geen medelijden. Dat is zoo vol
komen juist en daarom is het zoo mooi, dat
zulke kinderen een aparte groep vormen.
Wat zou het prachtig zijn als we voor die
vijfentwintig kinderen van Den Helder en de
omliggende gemeenten voorloopig bijvoorbeeld
een Woensdagmiddagcursus konden krijgen!
En wat zouden die jongens van de Ambachts
school hun best doen ons mooie rekenplankjes
of wat er meer noodig is voor zulke doove
kinderen te fabriceeren! Maar dan moet de
gemeente in de bus blazen, anders gaat het
niet.
Vóór we eindigen moeten we u nog iets
van anderen aard vertellen. In de pauze werd
er door een Heldersche firma een demon
stratie gegeven met witte spatborden, die
voorzien waren van een door deze firma Van
Stobbe, Ankerpark, in den handel gebrachte
verf. En toen konden we eerst recht goed
zien, dat er verschil was tusschen wit en wit.
Gebleken is, dat de wit-gemaakte spatbor
den goed voldoen, zelfs zijn ze, meenen wij, in
Duitschland al nagevolgd. Maar de demon
stratie wees duidelijk uit, dat het door de
firma Van Stobbe aangebrachte wit veel en
veel beter voldeed dan de gewone witte glans-
verf, die er nu op zit en die min of meer
grauw is. Trouwens, naar ons de vertegen
woordiger van de firma verzekerde, is zjj al
door diverse politie-autoriteiten in gebruik
genomen.
De dooven hebben uit den aard der zaak
veel met die witte spatborden te maken, dus
is het voor hen een belangrijke kwestie.
Gisteren heeft de elders reeds gunstig be
kend staande band van Pi Scheffer „The Blue
Ramblers" voor het eerst in Den Helder ge
concerteerd en wel 's middags en 's avonds
in Casino". Voor beide gelegenheden bestond
veel belangstelling, zoodat weer eens bewezen
is, dat de danslustigen de gestes van de Ca
sino-directie om eerste klasse dansorkesten
naar hier te brengen weten te apprecieeren.
Deze eerste kennismaking met „The Blue
Ramblers", die in stemmig „wit en zwart"
gestoken waren, is zeer zeker van aangenamen
aard geweest. Er zijn hier in den loop van
de laatste jaren al heel wat dansorkesten op
de Casino-Böhne opgetreden en de vergelij
king met haar voorgangers kan deze band
zeer zeker doorstaan. Wat ons bovenal opviel
was de ernst waarmede gewerkt werd, een
ernst, die men bij semi-professionals niet zou
verwachten. Uit dien ernst van opvatting
moet ook het prachtige samenspel geboren
zijn, waarvan wij voortdurend staaltjes kregen
te genieten. Alle leden waren volkomen op
elkaar ingespeeld, iets wat de uitvoering van
de divérse nummers natuurlijk ten goede kwam.
Hef ensemble houdt er een moderne bezet
ting op na, n.1. een kopersectie van 2 trom
pets en 2 schuiftrombones, een saxofoontrio,
een rythmegroep, geformeerd door guitaar,
stringbass en drum en ten slotte een vleugel.
We zouden de anderen onrecht aandoen als
we speciale uitblinkers zouden gaan noemen;
we vonden het ensemble als geheel wel zoo
goed, dat de individueele prestaties niet tegen
elkaar afgewogen behoeven te worden.
„The Blue Ramblers" beschikken over een
uitgebreid repertoire, dat met kennis van
zaken bijgehouden wordt en waarin vele eigen
arrangementen te onderkennen zijn. Enkele
leden beschikten over een aardige zangstem,
die goed van pas komen bij enkele refrein
zangen. Het eenige, wat wij misten, was
„show" en dit is van de moderne band toch
niet het onbelangrijkste onderdeelHet kan
zijn, dat „The Blue Ramblers" wel een show
hebben, doch die bewaren voor hun volgend
optreden in Den Helder, dat n,l. op 4 Dec. op
het jaarljjksche feest van de Zeevaartschool
zal plaats hebben. De Z.V.S. zal eer met dit
ensemble inleggen, dat voorspellen wij met
een gerust hart
Hartelijke woorden van mevrouw
Ritmeester.
Er is een oude spreuk, die zegt dat het
bloed kruipt, waar het niet gaan kan en dat
zij juist is, dat ondervonden wij jl. Zaterdag
middag, aanwezig zijnde in het troephuis der
Meisjes-Padvindsters in de Janzenstraat.
Er werd daar een fancy-fair gehouden, een
bazar, waarvan in eerste en laatste instantie
het doel wasde tentoongestelde voorwerpen
voor zooveel mogelijk aan de vrouw (event.
man) te brengen en in het korte tijdsbestek,
dat wij in genoemd home doorgebracht heb
ben, gedachten wij den tijd, dat ook wij nog
ernstig in onze boy-scouts kleeren over het
strand en door de Heldersche duinen zwier
ven en hoe wij ons tweede en eerste klas
examen aflegden in een stemming, welke die
van hachelijke overgaogs- en eindexamens zeer
dicht benaderde.
Wij herdachten het alles bij het zien van
dat aardige troephuis, waarvan het interieur
door vaardige meisjeshanden zijn eigen karak
ter gekregen heeft en waar tal van fieve pad-
vindsters niet zonder trotsch klaar stonden
om den komenden en gaanden iets van de
uitgestalde zaken te toonen.
Gezien de ter plaatse wel zeer prettige ver
standhouding tusschen de boy- en „girl"scouts
was het niet te verwonderen, dat bij de offi-
cieele opening aanwezig waren eenige leiders
van plaatselijke groepen, en voorts mevr. Rit
meester, die de fancy-fair met een paar harte
lijke woorden inleidde.
Mevr. Ritmeester deelde mede, zich zeer
voor het streven der Meisjes-Padvindsters te
interesseeren, en hoopte, dat de tentoonstel
ling het beoogde doel zal bereiken.
Via de tuin, waar juist dien dag een over
dadige herfstzon lichtbruine en bronskleurige
tinten op het schaarsche groen tooverde, be
reikten zij het zaaltje, waar de schatten uit
gestald lagen, en waar we met behulp van
eenige dames wegwijs gemaakt werden in
deze verzameling specifiek vrouwelijke arti
kelen.
We zagen baby-kleertjes, van witte wol en
rose wol en wij kunnen ons voorstellen, dat
het snoezig moet zijn. Voorts kussens, een
keurcollectie kleedjes en haakwerkjes, thee-
warmers, enz. enz.
Voorts ontdekten we een uitgebreid assor
timent pannelappen, waarbij ons opmerkzaam
gemaakt werd op het feit, dat iedere kabouter
een lap gehaakt had. Bravo kabouters!
Voorts was daar aardig teekenwerk en een
soort cosy-corner, waar het door de voortrek
kers cadeau gedane werk opgesteld stond. In
derdaad verdiende dit een eereplaatsje.
Met belangstelling hebben we dit alles in
oogenschouw genomen en al spoedig waren
we even enthousiast als de ons rondleidende
dames
Dan worden we geënterd door een kabouter,
een leuk kind van een jaar of zes, en zijn
we verplicht, raison van een dubbeltje naar
de naam van een pop te raden, hetgeen ook
natuurlijk de noodige contanten in het la-tje
moet brengen. We zagen reeds verscheidene
dames een keuze maken uit het tentoonge
stelde en raden naar de naam der pop, zoo
dat er al direct reden was aan te nemen dat
de bazar het beoogde doel zou bereiken.
Later werden we gefêteerd op thee en cake,
en chocolade met zoute pinda's en hebben we
nog even genoeglijk wat na zitten babbelen
over den gouden tijd, toen we ook padvinder
waren en de padvinderij een deel (en een be
langrijk) van je jonge leven was.
En samen hebben we gehoopt, dat de finan
ciën rijkelijk zouden binnenvloeien, ter afbe
taling der schulden die men voor het derde
roephuis maakte.
21 November 1936.
ONDERTROUWD P. M, Doornbos en
J. M. Dieterich.
BEVALLENN. M. de Grootvan de Vijver,
z.. W. Knaape—de Vries, z., G. A. Hoep-
Koster, d,
OVERLEDEN: B, Bakker (m.), 68 jaar.
Den Burg.
DE GELUKSDAG BIJ DE FIRMA VLESSING
De „Geluksdag" bij de firma Vlessing, was.
ditmaal Zaterdag 21 November zoodat aUen,
die od dien dag bij de firma Vlessing dames
en heerenconfectie gekocht hebben, nog eens
voor hetzelfde bedrag gratis in deze zaak
mogen koopen.
UITSLAG VERLOTING TEN BATE VAN
DE NUTSBEWAARSCHOOL TE DEN BI RG
Zaterdagavond heeft de trekking plaats ge
had v. d. Groote Verloting van de Nuts bewaar
school te Den Burg. De prijzen kunnen afge
haald worden bij den heer v. d. Meulen.
374 Vergasser, 1349 Kapstok, 448 Schilderij
(schip), 505 Tinnen vaas, 387 Zilveren lepeltje,
1321 Wit linnen kleed, 517 Schemerlampje,
537 Waterstel, 1131 Bonbonbakje, 103 Kussen
(geweven), 740 Eiken tafeltje, 880 Sigaren
aansteker, 443 Ontbijtlaken. 485 Kussen (vier
kant), 1165 Plant in pot, 157 Schilderij (Am
sterdam), 428 Werkzakje, 138 Schemerlampje
(hout) 1026 Taartvorkjes, 592 Jubileum-
lepeltje, 636 Rugzak, 935 Kussen 251 Rond
zijden kleed, 10 Flesch Kersen, 15 Doos zeep
bloemen814 Wit linnen Kleedje, 1098 Flesch
zoete Most, 320 Tule Kleed, 567 Roode Vaas,
388 Eierstelletje, 106 Sportriem, 351 Nachtzak,
1235 Schilderijtje (Kind), 324 Rugzak (kleine),
230 Sierhanddoek, 833 Sportriem, 44 Doos zeep,
1340 Zijden zakdoekjes, 786 Wollen tasch, 844
Nachtzak, 196 Sportriem, 247 Taschje, 779
Tafelmatje (rond), 845 Zakdoekjes, 811 Vulpen,
1194 Schilderij (glas) Oesteretertje, 508 Tafel
matjes, 603 Sportriem, 399 Lepeltjes, 875
Kleedje, 1030 Sportriem, 1227 Rond linnen
kleedje, 917 Sierbakje met plant, 16 Bloempot,
35 Rugzak.
Oosterend.
MUZIEKAVOND DOOR DEN HEER
KRUITHOF.
De muziekavond, die de heer Kruithof,
organist te Kampen, in de Geref. Kerk te
Gpsterend gaf, werd slechts door een 60-tal
personen bijgewoond. De WelEerw. Heer Ds.
v. d. Leer, opende den avond en liet zingen
Ps. 150 vers 1 en 3. Gelezen wordt vervolgens
Pred. 2 en 3, waarover de heer Kruithof een
meditatie op orgel houdt. Hierna gaf de heer
Kruithof nog eenige nummers op orgel waarna
volgde samenzang Ps. 1461— 6. Hierna speelde
de heer Kruithof een eigen compositie op het
orgel, die bizonder mooi klonk. Ten slotte
volgde samenzang Ps. 73 12.
Ds. v. d. Leer dankte aan het einde de heer
Kruithof voor den mooien avond en ging voor
in dankgebed.
Z.AKENNIEUWS.
De heer Jb. Drijver te Oosterend heeft zijn
zaak inwendig een groote verandering laten
ondergaan, de groote étalages hebben plaats
gemaakt voor kleine, terwijl in het midden
een moderne stelling is aangebracht, voor het
éta!eeren van allerlei artikelen. De zaak heeft
er een veel fraaier aanzien door gekregen, en
vooral met het oog op de a.s. Sint Nicolaas-
Mrukte, zal het een groote verbetering zijn.
Zaterdag wordt de zaak heropend.
NIEUWBOUW.
Voor den heer C. Bruin zal op een perceel
land van den heer Joh. Koning een smederij
worden gebouwd. Het metselwerk werd gegund
aan den heer Jn. Trap.
Den Helder, 21 Nov.
Schol 2e soort
21 Nov.
Aangebracht door korders:
Tongen p. kg
Slips
Schol le soort p. kist
Schol 2e soort
Schar
Wijting
Door garnalenvisschers
Levende garnalen p.
Sardein
Lit.
p. mand
1.10—1.06
1.08—0.96
10.00—9.00
6.00—5.70
3.00—2.80
2.50—1.60
1.70—1.40
1.20—0.80
VISCHAFSLAG VAN OUDESCHILD.
Aanvoer van 21 Nov.
150 kg. zoute granalen 15 ct. p. kg.
600 kg. wulken 17.8522.45 per 100 kg.
DE GEVOLGEN VAN GUNSTIGE EN
ONGUNSTIGE BROEDJAREN OP HET
VISCHBESTAND IN DE NOORDZEE.
Voordracht van Dr. J. J. Tcsch. Hoofd van
de Afd. Zeevisscherij van het Rijksinstituut
voor Biologisch Visscherijonderzoek, gehouden
te IJmuiden op Vrijdag 20 Nov. 1936.
Er was druk bezoek in de wat kleine zaal van
Thalia Vele autoriteiten waren aanwezig. o.a
het Bestuur v. d. Ned. Visscherij Centrale; Dir.
en hal-chef v. h. Staatsvisscherijbedrijf; Ree.
ders- en Vischandelsvereenigingen; Hoofdbest.
v d. Ned. Bond van Kleinhandelaren in het
Visch- en Haringbedrijfde heer Korstanje,
Adj.-Insp. v. d. Scheepvaart, enz. enz.
De heer Meyeringh, als voorzitter v. d. Com.
missie van meer Vischgebruik, spreekt een
woord van welkom, vooral aan de autoriteiten
en speciaal aan dr. Tesch.
Dr. Tesch zegt: Een stroom van visch komt
eiken dag langs alle plaatsen v. d. Noordzee
op de afslagen. Hoe kan, zou men zeggen, deze
zee dat uithouden, zonder dat er gebrek aan
visch komt?
De voorraad komt natuurlijk van het broed.
Iedere vischsoort plant zich eens in het jaar
voort. Dat broed is lang niet altijd even sterk.
Een haring kan b.v. 50.000 eieren produceeren,
andere soorten millioenen. Enkele eieren ont
wikkelen zich tot visch, veel gaat er verloren.
Veel kleine visch gaat er door allerlei
factoren, verloren.
Welke jaargangen zijn rijk of arm aan
broed! Dat moeten we weten. De leeftijdsbe
paling staat op den voorgrond. We bepalen ons
tot de belangrijkste: schel visch, haring, schol.
De schubben van den kabeljauw worden ge
toond met de verschillende jaarringen. Er zijn
noordelijke en zuidelijke groeitypen. Op de
broedplaatsen wordt voor het onderzoek met
bijzondere netten gevischt om te constateeren
hoe groot de broedstand is. In 1928 b.v. was
dat 60 maal grooter dan in 1922. Na een goed
broedjaar kan reeds na 2 jaar kleine schel-
visch worden gevangen.
In 1933 was dat per reisdag 470 kg, in 1934
355 kg, in 1935 282 kg en in 1936 259 kg. Een
voortdurende daling dus.
Die van 1936 is van het broedjaar 1934. 1934
was een slecht broedjaar. 1935 was een beter
broedjaar, zoodat in 1937 veel meer kleine
schelvisch zal worden gevangen.
Met grafieken werd aangetoond, dat een
voorspelling in dat opzicht (volgens het gevan
gen broed) opgaat.
In het voorjaar, als er voortplanting en dus
samenscholing is, heeft men de grootste vang
sten.
De schelvisch van 2 jaar de piepers
worden reeds weggevangen. Van de 100 van
het eerste jaar zijn er 80 over, na twee jaar 68,
na drie jaar 26, na vier jaar 12.
Het meest gunstige broed kan dat niet uit
houden.
Nemen we aan, dat er op de 2-jarige niet
wordt gevischt, dan zou dat zeer ten goede
komen aan de visscherij. De vruchtbaarheid
zou toenemen. Weer met grafieken werd dat
verduidelijkt. Spaart men dus jonge visch, dan
moet dat een groot belang zijn voor de vis
scherij.
Schol: hier wordt de leeftijd bepaald door de
otholithen-gehoorsteentjes. Ook voor de schol
zijn de broedjaren niet altijd even gunstig.
De groeikracht is in opeenvolgende jaren
ook niet hetzelfde.
Is er veel schol, b.v. in de oorlogsjaren, dan
vermindert langzamerhand de groei. Uitdun
ning kan dus aan de groeikracht ten goede
komen.
Van Ameland tot IJmuiden zijn door de Hol-
landsche wetenschap onderzoekingen verricht.
Van 1931—1934.
De scholvisscherij baseert zich over verschil
lende jaargangen, zoodat slecht broed in een
bepaald jaar nog niet direct slechte vangst
met zich brengt in het daarop volwassen jaar.
Haring: leeftijdsbepaling naar de schubben.
Van 1000 haringen van dezelfde plaats kun
nen we, volgens de jaarringen bepalen welke
jaren gunstig van broed zijn geweest.
De haring van 1904 b.v. was in 1915. nog
overheerschend in aantal langs de Noorsche
kust.
half over de schrijftafel heen en spietste mg
bijna aan zijn wijsvinger.
Ziet ge, daar heben we nu een motief!
Het was mij in 't begin onmogelijk hem in
de verschilende wendingen en sprongen, die
zijn gedachten namen te volgen en ik wist
ook niet wat hij in zijn eenzaamheid in de
groene werkkamer voor conclusies gemaakt
had.
Motief? Waarvoor?
Zijn stem scheen scherp, alsof hij mij iets
in de hersens boren wilde.
Voor de daad.
Hij ging plotseling met een ruk overeind
zitten, zag mij twee seconden scherp aan,
daarna richtte hij zich £feheel op en ging
plotseling op geheel veranderden toon verder
hg werd om zoo te zeggen ambtelijk.
De kapitein der „Frisco" maakt aan
spraak op het hem naar zijn meening toeko
mende bergloon. Maar na de verschillende on
dervraging der bemanning van de „Frico" en
hun antwoorden, is op mijn voorstel, naar
aanleiding der meer dan zonderlinge omstan
digheden waarin de „Betty Bonn" werd aan
getroffen, de behandeling betreffende de aan
spraak op het zgn. bergloon uitgesteld, ten
einde eerst een gerechtelijk onderzoek te kun
nen instellen naar eventueele voorvallen be
treffende de „Betty Bonn".
Gg zijt dus van meening, dat daarover
nog wel iets tot klaarheid zal komen?
De oorzaak van mijn voorstel is het
volgende:
De „Betty Bonn" is op den Atlantischen
Oceaan gevonden op een plaats, waar zich
minstens vier der grootste scheepvaartlinies
bevinden, n.1. linie Amerika—Middellandsche
Zee, Europa—Zuid-Afrika, Europa—Zuid-
Amerika en Europa—West-Indië. Het is een
voudig uitgesloten, dat een verlaten schip hier
maar een halven dag ronddrijft, zonder door
voorbijvarende schepen te worden gezien.
Dan hegrijp ik echter niet, waarom de
kapitein beweert, dat hij meer dan vier en
twintig uur achter de „Betty Bonn' aange
zeild heeft.
i Beweert? Integendeel; naar mijn mee
ning zegt hij regelmatig de waarheid. Hij
heeft inderdaad vier en twintig uur lang
achter de „Betty Bonn" gezeild. Laten wij het
kind precies bij zijn naam noemen: hij heeft
het vier en twintig uur lang achtervolgd.
Gedurende deze vervolging echter en dat
zal best vastgesteld kunnen worden zijn
beide schepen zeker verschillende malen ge
zien, en waarschijnlijk ook aangeroepen. Als
nu nog bewezen zou kunnen worden, dat bij
een aanroeping de „Betty Bonn' antwoord
gegeven heeft, dan was eenvoudig bewezen,
dat voor enkele uren der zoogenaamde „op
brenging" nog menschen aan boord geweest
waren. Deze veronderstelling heeft de stuur
man dan ook al voorbereid. Terwijl de kapi
tein beweert, dat hij achter een verlaten schip
zeilde, vertelt de stuurman de geschiedenis
van de theekopje en geeft zelf toe, dat vol
gens zijn bevindingen voor enkele minuten
nog menschen aan boord geweest moeten zijn.
Hm... en daar maakt gij uw gevolgtrek
kingen uit op?...
Ja. Of kunt gij u misschien indenken,
dat een handvol menschen alleen reeds op het
gezicht van een vreemd schip overboord
springen? Dat doen zelfs zieken en krank
zinnigen niet!
Was ik in het begin om zoo te zeggen aan
een zekere vertwijfeling ten prooi geweest,
hier met den Rijksadvocaat op een schoonen
Zondagmorgen mijn tijd te verbeuzelen, nu
kwam er langzamerhand iets over mij ik
moet het eerlijk toegeven mijn nieuwsgie
righeid was geprikkeld.
Ik nam dus opnieuw een sigaret, ging in
een gemakkelijke houding in mjjn stoel zitten,
sloeg de beenen over elkaar en begon op
nieuw:
Wanneer ik u goed begrijp, meneer de
Rijksadvocaat, heeft volgens uw meening aan
boord van de „Betty Bonn' een misdaad plaats
gevonden, welke de verdwijning der beman
ning ten gevolge gehad heeft.
Trevor knikte.
Ik ging verder:
Goed. Maar dat kan toch nooit een reden
zijn om de bemanning van de „Frico" hun
bergloon te onthouden. Die hebben een zeker
gevaar getrotseerd, in ieder geval de moeit
genomen om schip en lading voor verlies te
vrijwaren en om het aan den rechtmatigen
eigenaar terug te kunnen geven.
Nu boog zich het roode hoofd met den wit
ten haardos opnieuw naar mij over en met
een gedrukte stem, alsof men iemand een
bittere waarheid toefluistert, zei hij:
Vooropgesteld, dat de menschen van de
„Frisco" niet meer weten, dan zij loslaten
Vooropgesteld, dat de bemanning van de
„Frisco" niet zelf schuldig is aan de verdwij
ning der bemanning van de „Betty Bonn".
Dit antwoord verraste mij niet. Luchtie-
wierp ik er dus tusschen:
Hebt gij gegronde reden voor deze ver
denking?
Reden?
Trevor schudde het hoofd als een veront
waardigde schoolmeester.
Deze kapitein Spurling heeft beslist
geen zuiver geweten.
Ik viel hem wederom in de rede-
Dat is per slot van rekening geen reden
maar hoofdzakelijk een verdenking m
Sprljng zou moeten verdedigen
is trouwens niet eens aangeklaagd U
16 bren«''n: »S» heeren, „„"S
van den heer Spurling is volkomen in orde.
Hij is een bekwaam gezagvoerder. Zgn boe
ken zijn tot den laatsten dag volkomen in
orde. Hij heeft alles wat de „Betty Bonn' be
treft, nauwkeurig verantwoord. Hij heeft
zelfs de kleine som geld, die op het beschre
ven blad papier lag, geheel afgerekend.
Wederom viel Trevor mij in de rede: om
dat^ het te weinig was. Ondanks die paar dol-
lai geen rol speelde in verhouding tot de
vier duizend pond, dat is 100.000 frank, die
hij denkt te ontvangen. Ik laat me niet van
de wijs brengen. Niet?
Peinzend keek ik den rook van mijn siga
ret na.
Gij neemt dus reeds van te voren als
vaststaand aan, dat Spurling misleiden wil.
dat hij een bepaalde reden heeft, anderen zand
in de oogen te strooien. Naar mijn meening
kan dit toch eerst pas door het onderzoek
bewezen worden.
Trevor bewoog zijn handen nerveus.
Ik zal eenvoudig de schuld van Spurling
bewijzen.
Geïnteresseerd keek ik op.
Waarom juist Spurling's schuld? Hij
probeerde zijn stem een vasten klank te
geven.
Omdat ik daarvan overtuigd ben.
Ik sprak hem tegen:
Omdat ge meent, ervan overtuigd te zijn-
Nog eenmaal verzette hg zich:
Is dat eigenlijk niet hetzelfde?
Ik probeerde voorzichtig hem tot andere
gedachten te brengen en zei gedempt:
Dat geloof... ik niet. Want... neem me
met kwalijk, wanneer ik het zoo maar... z°n;
er doekje om te winden zeg: Het komt mü
voor: dat gij daarvan overtuigd wilt zijn...
Hij stoof niet op. Hij verdedigde zich niet.
J wees mij niet de deur.
(Wordt vervolgd.)