Stadsnieuws
AKKERTJES
De strijd om de
„Betty
Bonn"
Vrijdag 27 November 1936
Heldersche Courant
Tweede Blad
T entoonstelling
Ned* Ver* v* Huisvrouwen
Concert „Kunst a* hu Volk"
Filmavond van de Alg*
NecL Reisvereeniging*
Waar gaan we heen
llit het politierapport
DANSEN
DIK DE LEEUW
in „DE TOELAST"
Daar was belangstelling voor
Burgerlijke Stand van Den Helder
F e uilleton
Als nummer één op de voordracht voor
de benoeming van Hoofd der O. L. school te
Barsingerhorn, komt voor onze stadgenoot,
de heer J. Schlahmilch, onderwijzer aan school
No. 9.
Het vorige jaar heeft de plaatselijke af-
deeling der Nederlandsche Vereeniging
van Huisvrouwen een handwerk- en scho
teltentoonstelling gehouden, en het werd
een succes!
Was het derhalve te verwonderen, dat
het altijd ijverige bestuur wederom de
handen in elkaar sloeg, teneinde ook dit
jaar een dergelijke tentoonstelling te or-
ganiseeren
En gistermiddag waren wij aanwezig in
Musis Sacrum, dat zoo'n beetje de klassieke
veste onzer plaatselijk georganiseerde huis
moeders geworden is en dat herschapen was
in een waar vrouwelijk lusthof. Doch daar
direct over.
Er was een groote belangstelling, iets, wat
wij gedurende verscheidene jaren van deze
vereeniging niet anders gewend zijn, en toen
de presidente, mevr. GrunwaldPoppers, om
kwart over drie met den hamer... pardon sui
kerpot... om stilte verzocht, bleek, dat de
zaal goeddeels gevuld was, voor zoover niet
ingenomen door de stands, beladen met
schoone en nuttige handwerken en verlotings-
prijzen.
Mevr. Grunwald dan, heette allen welkom,
speciaal de leden van Julianadorp, en ver
telde dat het bestuur even gevreesd had, dat
de deelname aan deze tentoonstelling niet zoo
groot zou zijn als het vorig jaar.
Dat het tegendeel waar is, bewijzen de vele
smakelijke schoteltjes en de fraaie handwer
ken.
Het doel der tentoonstelling werd gememo
reerd: de baten aan te wenden tot dekking
van de kosten, die het Sinterklaasfeest voor
de kinderen der leden met zich brengt.
Bedankt worden al bij voorbaat de dames
die de thee-commissie vormen en de jury, die
voor de niet lichte taak staat, de handwerken
met diverse prijzen te beloonen.
Wat er was.
Alvorens een rondgang door de zaal te
maken, hebben wij ons gelaafd aan een geu-
rigen kop thee en een delicieus gebakje. Aldus
gesterkt hebben wij onze oogen den kost ge-
geven en... het was de moeite dubbel en dwars
waard.
Op het tooneel bevonden zich de schotel
tjes en was het wonder dat ons mannenhart
zich hierheen het eerste richtte. Nu, daar ging
je tong te gastaan fijne borstplaat, broos
bruin gebakken, aan vlaatjes, die je letterlijk
uitdagend tegenlachten, aan gebak en eieren
en moscovisch gebak, die alle voor zich de
beste bewijzen waren van de „fijne-keuken-
kunde" der eigenaressen.
Volgde een bezoek aan de tafel, waarop zich
de prijzen voor de verloting bevonden. Ook
hier een verscheidenheid van grootsche allure.
Fruitschalen, kousenzakken, bordjes, zak-
doekjes-in-een-lintje, schilderijtjes, pullen
ja wat was er niét?! Maar het mooiste
moest nog komen. En dat begon met een
gobelin stoeltje, waarvan alle dames beweer
den, dat het „om te stelen" was. Daarnaast
en daarbij hingen kleeden. Prachtige divan-
overdekken, en kelemwerk, waarvan veel naar
eigen ontwerp.
Het babygoed ontbrak al evenmin, en het
was zooals lichtblauw en rose babygoed nu
eenmaal altijd is snoezig. Dan komt de af-
deeling handwerken, het centrum der belang
stelling. Men zal het ons niet euvel duiden,
als we maar eenige opmerkingen te hooi en te
gras maken, die U evenwel toch een idee zul
len geven hoe het was. Welnu, we noteerden
allerlei soorten kant- en borduurwerken,
,,doorstop"-werk, kraakwitte lakens met „tus-
schenzetsel" en niet te vergeten d sprei,
waarin maar eventjes 2300 sterretjes gewerkt
waren. 2300! En weet U wel dat ieder ster
retje een half uur werk beteekent en dat er nog
een paar honderd bij moesten komen
Het zou ons te ver voeren alle zaken spe
ciaal te noemen. Het zij voldoende, nog eens
op te merken, dat uit dit alles bleek, dat er
in de gelederen onzer huisvrouwen gewerkt
wordt en dat zoowel op nuttig als luxe-gebied.
Evenals de middag kenmerkte zich ook de
avond door een allerprettigst samenzijn. Te
meer, daar op de handwerken de prijzen wer
den uitgereikt, de schoteltjes onder-den-hamer
kwamenen de prijzen der steunbonnen
vielen.
Een wel bijzonder goed geslaagde tentoon
stelling van de afdeeling, die, wij twijfelen er
niet aan, nog wel eens herhaald zal worden.
Een uitvoering met verrassingen.
Voor een uitstekend bezet „Casino" heeft
gisteravond onze plaatselijke Arbeiders-
Zangvereeniging „Kunst aan het Volk",
onder leiding van den heer C. W. Rusting,
haar eerste concert in dit seizoen gegeven.
Het was jammer, dat de prestaties van
dit koor, waaraan wij nog de prettigste
herinneringen van vorige concerten bezit
ten, voor de pauze in verscheidene opzich
ten aan critiek onderhevig waren.
Des te verheugender was het evenwel,
dat men na de pauze in volkomen andere
conditie verscheen en een revanche bood,
die veel, zoo niet alles van het aanvankelijk
mislukte vergoedde.
Het Koor.
Het was de Voorzitter van „Kunst aan het
Volk", die te kwart over acht met een kort
woord van welkom den avond opende en daarbij
het feit memoreerde, dat een aantal zangers en
zangeressen door ziekte verhinderd waren dit
concert bij te wonen.
Eveneens vestigde hij de aandacht op het
aardige décor, dat het „Casino"-tooneel ver
kregen had en hetwelk een verrassing geweest
was van den heer Holsderver met enkele
kameraden. Voor deze vriendelijke geste ging
een hartelijk applausje op, waarna met het
vocale gedeelte van den avond aangevangen
werd.
Een goede traditie wil, dat iedere openbare
uitvoering van dit ensemble begint met de
Nobel's „Morgenrood" en ook deze uitvoering
maakte hier geen uitzondering op. Een mag
nifiek lied, dat goeddeels naar behooren ver
tolkt werd. Volgde, eveneens van de Nobel,
„Eenheid", een lied met een aardige melodie,
doch waarbij al direct bleek, dat het hier en
daar in de afdeelingen wat haperde. De
sopranen waren voor een niet gering deel te
schel, terwijl het geheel een min of meer rom-
meligen indruk vestigde. Het was de finishing
touch, die hier, jammer genoeg, ontbrak.
Hierna kreeg men een 3-tal korte oud-Neder-
landsche liederen, respectievelijk „lek segh
adieu", „Verlangen" en „Meyliedt", alle in een
arrangement van Julius Röntgen.
Hier kregen wij beter werk te hooren. Daar
was gevoel voor rhythme, en daar was frisch-
heid en spontaniteit. Ook in de veste van
sopranen en alten ging het beduidend beter.
Het programma werd voortgezet met twee
nummers van Olman en wel „In Mei" en
„Woudzang".
Het eerste kon ons, afgezien van het eenige
malen wegzakken der tenoren, bekoren. Ern
stiger was het gesteld met het tweede nummer,
dat een volkomen mislukking werd. Jammer
voor het koor, en jammer, niet in de laatste
plaats, voor den dirigent.
Een waar genot is het
op de band van
ZATERDAG- EN ZONDAGAVOND
GEEN ENTRÈE GEEN VERHOOGDE PRIJZEN.
NIEUWE le KLAS DANSVLOER
De revanche.
Zooals wij hierboven reeds opmerkten, was
daar een wel bijster frappeerend verschil in de
prestaties vóór en nét de pauze en het is ver
blijdend, dat wij thans een meer in majeur
gesteld geluid kunnen doen hooren.
Aangevangen werd met het „Elegischer
Gesang" van Von Beethoven, een even kort als
magnifiek stukje vocaal werk. Daar was een
juist stemmingsbegrip en wij mochten eindelijk
de zoo lang verwachte eenheid van de partijen
beluisteren. De verrassing van den avond hield
men evenwel nog in reserve.
De soliste: Gees Postma.
Als soliste had men gemeend uit Enschede
te moeten laten overkomen mej. Gees Postma
en we kunnen hier direct aan toevoegen, dat
deze keuze wel een bijzonder gelukkige ge
weest is.
Deze sopraan zong allereerst Kuiler's „O,
jubel mijn Hart", daarna „Hansje" van Mor
telmans en „De Vogelaar" van Catharine van
Rennes.
Hoewel in Kuiler's lied de soliste nog niet
geheel op dreef was (een tikje nervositeit
speelde haar parten), bracht het volgende ons
een vertolking die wij hoogelijk op prijs moch
ten stellen. Deze nog jonge zangeres beschikt
over een zeer warm en zeer krachtig geluid,
warmede zij kans ziet van de door haar te
zingen nummers iets bijzonders te maken. Zoo
wel in de hoogere als lagere registers bleek zij
over een voortreffelijke senoriteit te beschikken
zoodat het niet te verwonderen viel, dat het
auditorium met meer dan gewone belangstel
ling geboeid was. Het was het lied van Cath.
v. Rennes, dat zelf een ware ovatie ontlokte.
Na de pauze zong Gees Postma nog „Ver-
gebliches Standchen" van Joh. Brahms en
„Zueignung" van Richard Strausz. In het eer
ste was wederom een groote mate van spon
taniteit terwijl voorts de uitspraak frappeerde;
in het volgende eveneens een opmerkelijk be
grip voor karakter en nuanceering.
Al deze liederen zong de soliste met vleugel
begeleiding van den heer Nico Visser. Behoe
ven wij het speciaal te vermelden, dat de heer
Visser ook thans weer een uitstekend accom-
pagnateur bleek te zijn, die geen enkele maal
in het zuiver-illustreerende van zijn taak te
kort schoot? Wij meenen van niet.
Mendelssohn's „Lorelei".
Het hoogtepunt van de uitvoering bracht de
vertolking van Mendelssohn's „Lorelei" op den
ouden tekst van Geibel, en gegeven door koor
en soliste met vleugelbegeleiding.
Dit werk, zwaar van structuur, vergt zoowel
van koor als zangeres het uiterste en is alleen
dan te waardeeren, als het geheel volkomen
sluit. Welnu, het sloot en daar is gezongen, zóó
enthousiast, zóó met begrip voor tekst en
rhythme, dat het een plezier was dit te beluis
teren. Daar was een soliste die zich van haar
beste zijde deed kennen en een wel zeer sug
gestieve vertolking van haar passages gaf. En
er was een koor, dat een alles-goedmakende
demonstratie gaf van toewijding, beheersching
en élan, en iedere nuance aangaf met een waar
lijk artistieke kleur.
Een besluit van het concert, dat men zich
niet beter had kunnen voorstellen. Een woord
van waardeering ten aanzien van den heer
Rusting voor deze prestatie is hier dan ook
zeker op zijn plaats.
De firma Groenevelds Tabaksfabriek heeft
succes gehad met den rookwedstrijd. Er waren
50 deelnemers in „de Toelast". De prijswin-
ners voor het langzame rooken uit Goudsche
pijpen, die gelijk met de tabak waren beschik
baar gesteld, zijn; A. Nrjpels, le prijs, 1 uur
Zoo'n zwaar gevoel in Uw hoofd
Voelt Ge U loom, als lamgeslagen?
Da! is dikwijls het begin van griep, maar
zoover behoeft het niet te komen. Neemt
dadelijk één of twee "AKKERTJES" en
in negen van de tien gevallen wordt
de griep-aanval in de kiem gesmoord I
"AKKERTJES" zijn echte griep-bestrijders I
De geneeskrachtige stoffen, waaruit zij zijn
samengesteld maken de griepbacillen on
schadelijk en werken koorts-verdrijvend.
"AKKERTJES" zijn ook ongeëvenaard door
hun zeer snelle pijnstillende werking bijt
Hoofdpijn, Kiespijn, Spierpiin, Zenuwpijn,
Rheumatische pijnen, Lendenpijn, Vrou-
wenpijn. Migraine, Onbehaaglijkheid.
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent.
Volgens recept von Apotheker Dumont
AKKER.CACHETS
42 minuten; M. den Grooten, 2e prijs, 1 uur
19 minuten; D. Hoolwerf, 3e prijs, 1 uur 18
minuten, bovendien werden nog 3 troostprijzen
uitgereikt.
Volgens mededeeling zou de firma Groene-
veld in Januari wederom een wedstrijd uit
schrijven, omdat deze le wedstrijd een succes
is geworden.
Doel en streven van de vereeniging.
Gisteravond hield de plaatselijke afdeeling
van de jeugdige organisatie, Algemeene Ned.
Reisvereeniging geheeten, een eersten film
avond in de „Witte Bioscoop", welke niet druk
bezocht was. Het was de plaatselijke voor
zitter, de heer J. Peters, die den avond opende
met een kort woord van welkom, o.m. speciaal
gericht tot de aanwezige bestuursleden van
de A.N.R. en den directeur van de W.A.C.O.
Bericht van verhindering was binnengekomen
van den Hoofdinspecteur van Politie en van
den gemeentesecretaris.
Het woord werd hierna verleend aan den
heer Grim, algemeen voorzitter van de A.N.R.,
die i» de eerste plaats zijn dank betuigde aan
de directie van de Witte Bioscoop en aan de
menschen, die dezen avond gearrangeerd
hadden.
Vervolgens vertelde hij het een en ander van
zijn organisatie. Hier ter plaatse bestond de
reisvereeniging „Hollands Noordpunt", die er
een spaarkas op na hield en wier leden een
dermate lust tot reizen ontwikkelden, dat be
sloten werd om „Hollands Noordpunt" over
te doen gaan in de A.N.R.
Echter, evenals met de andere afdeelingen
het geval was, bleef de zelfstandigheid van de
afdeeling bestaan en dat zal in de toekomst
zoo blijven.
De A.N.R. is geen organisatie die winst wil
maken, noch kapitaal wenscht te vormen.
Men wil de leden slechts voor den kostenden
prijs op reis laten gaan. Hoofddoel is om
saamhoorigheid onder de leden aan te kwee
ken en te bevorderen, niet alleen op de reizen
Natuurhistorisch Museum. Elke weeki
Woensdag nam. van 35 u. en van 810 u.
en Zaterdag nam. van 36 u., alsmede op
den eersten Zondag van elke maand nam,
van 35 u.
Vrijdag 27 November.
Casino, 8 u. Feestavond Handels- en Kweek-
schoolvereeniging.
Zaterdag 28 November.
Casino, 8 u. Boksdemonstraties „S.N.A.",
maar ook daarbuiten. Dit doel tracht men na
te streven door het organiseeren van avonden
als deze, gezellige avondjes en feestavonden.
De vriendschapsbanden moeten verstevigd
worden en de leden moeten elkaar opvoeden.
Zij moeten samen één groot „reisgezin" vor
men. Het reizen moet in collectief verband
geschieden. De financiën worden gevonden uit
contributiën, die zeer laag gesteld zijn. Is één
persoon van een huisgezin lid, dan wordt het
geheele gezin geacht lid te zijn, met dien ver
stande, de kinderen voor zoover zij nog niet
meerderjarig zijn.
Bij voorkeur heeft de vereeniging leden, die
willen medewerken onder het motto: allemaal
voor elkaar. Spr. twijfelde er niet aan, of met
flink „doorzetten" zou de jonge organisatie
wel slagen. Hij vertelde voorts nog, dat voor
het volgend reisseizoen aardige reisjes op het
programma staan. Voor de verre en duurdere
zal samenspraak gepleegd worden met afdee
lingen uit andere plaatsen, opdat een behoor
lijk bezet gezelschap verkregen zal kunnen
worden. Tenslotte vertelde de heer Grim nog
eenige technische aangelegenheden inzake het
lidmaatschap en de te vormen spaarkas, waar
na hij besloot met een enthousiaste opwekking
om lid van de A.N.R. te worden.
Het verdere deel van den avond was gewijd
aan filmkunst. Dank zij de, zeer op prijs ge
stelde, medewerking van de Duitsche Verkeers
Centrale, konden een aantal zeer mooie films
van „Duitschland als reisgebied" vertoond
worden. Daar was een filmpje, gewijd aan
Berlijn en voorts talrijke suggestieve beelden
uit de vele Duitsche gebergten, die evenzoo-
vele trekpleisters zijn voor de toerende
menschheid. Het heeft geen zin deze films aan
een gedétailleerde bespreking te onderwerpen,
zij slechts vermeld, dat zij met veel interesse
door de aanwezigen gevolgd werden. Ter af
wisseling was er een amusementsfilm van een
dansorkest met zanger en danspaar.
Nadat de heeren Peters en Grim nog een
kort slotwoord gesproken hadden, gingen de
aanwezigen zeer voldaan huiswaarts.
Diefstal.
Door een persoon werd aangifte gedaan van
vermissing van zijn autokric uit zijn vracht
auto. De recherche stelt een onderzoek in.
Geen „stille" inbrekers.
Bij een bewoner van den Parallelweg werd
gisterennacht het ruitje van de voordeur stuk
geslagen, vermoedelijk met de bedoeling in het
huis diefstal te plegen. De bewoner werd door
het rumoer wakker en zag twee personen weg
vluchten. De recherche stelt een onderzoek in.
van 26 November.
GETROUWD: J. Dirven en J. Visser; K.
Huijbens en A. Bedorf; C. Pronk en M. H.
Verwoerd; C. de Wolf en J. Rensmaag.
ONDERTROUWD: J. Gravemaker en Th.
M. Heres.
BEVALLEN: C. van der Hurkden Broe
der, d.
VAN MEURS, KONINGSTRAAT 95
Poppenwiegen, zeèr mooi bekleed 1.95, 1.68, 1.38
Poppenwagens, sterke uitvoering 1.68, 1.38. 98
Linnenbankjes, enorme sorteering 1.85, 1.65, 1.45
Eigen werk, eens zoo sterk!!
door Friedrich
L i n d e m a n
8)
Ik schoof den doek opzij en keek naar bin
nen. Het was een kleine ruimte, dat zijn licht
door een kleine patrijspoort kreeg. Aan de
lange zijde tegenover mij stond een kast en
twee boven elkaar geplaatste kooien. Het
beddegoed was blauw geruit en helder, Netel
doeken gordijntjes waren er strak voor ge
spannen en helder wit van kleur. Alles in deze
ruimte gaf den indruk van helderheid. Onder
het ronde venster stond een opklapbare wasch-
tafel, die men ook heden nog op de meeste
schepen gebruikt. Daaruit kwam een geur
van zeep en goedkoop parfum.
In de lucht hing een lichte geur van poeder,
Welke mij zeldzaam opwond.
Enkele oogenblikken bevond ik mij niet
meer op het schip. Plotseling zag ik den kof
fer staan. Ik raakte hem aan met den voet.
't Was een plompe houten kast, met zwart
zeil overtrokken en omgeven door twee hel
blinkende ijzeren banden. De koffer met de
kleeren Als een indringer in een ver
boden ruimte, zoo snuffelde ik langzaam ver
der het kamertje binnen en toen eerst zag
ik... haar.
goven den koffer voor aan den wand
hing een portret in een smal zilveren lijstje.
Het was een slechte foto van een jonge
vrouw of van een meisje in een zeer gewaagd
maskerade-pak, zooals het mij toescheen, een
korte helgekleurde rok, die de beenen tot bo
ven de knie vrijliet, een nauwsluitende helge
kleurde blouse, rijkelijk met paletten ver
sierd.
Een beetje aanstellerig stond zij er bij, den
eenen voet naar den anderen gezet, met ge
bogen arm in de zij, draaide zij den naakten
arm een beetje lachend, iets te veel belovend
vanachter de opgeheven schouder naar voren.
Haar gezicht was popperig, met iets te
breede mond, mooie tanden en dik bruin haar,
dat slechts met moeite door een coquetten
band achter de ooren met breeden afhangen
den sluiter, werd vast gehouden.
Zoo keek zij naar mij met haar lokkende
donkere oogen, met denzelfden blik, zooals die
hier over al deze dingen gegaan was. Want
dat zij het was, de vrouw van het schip, daar
aan twijfelde ik geen oogenblik. Wat mij
echter steeds weer bezighield was de vraag:
hoe kwam dit wezen op dit schip? En hoe
zou deze kleine verleidster onder de zeelui
aan boord, onder mannen, die wekenlang geen
vrouwen zien, hoe zou zij zich hier tegenover
gedragen hebben, welke hartstochten en
droomen zou zij bij hen opgewekt hebben?
En zou misschien hierin niet de oplossing
van het raadsel der „Betty Bonn" te vinden
zijn?
Hallo!
Trevor riep mij buiten. Twijfelend en een
beetje weemoedig wendde ik mij van het por
tret af, streek in de kajuit nog eenmaal met
mijn hand over de stof der rok en ging toen
naar het dek.
De rijksadvocaat was opnieuw verlevendigd.
Hji wees mjj op de tafeL
Hebt gij het gezien? Ik heb zoo net bij
den wacht geinformeerd: op 14 December
's morgens vroeg is de „Betty Bonn" hier aan
gekomen. In den loop van den morgen heeft
kapitein Spurling het schip aangegeven,
's Midags was er al een wacht aan boord.
Sinds dien tijd is er niets op het schip ver
anderd. De stuurman heeft ons dus bedrogen!
De geheele geschiedenis van het aange
broken ontbijt met de theekopjes is stinkend
gelogen! Hij wilde ons zand in de oogen
strooien. Hij wilde ons wat wijs maken.
Plotseling zweeg hij. Hij scheen wel te be
merken, dat zijn verbeeldingskracht hier te
kort schoot, dat deze nieuwe wending in de
zaak zijn geheele theorie van zeerooverij en
moord ondersteboven wierp. Ik kon het niet
niet nalaten den giftigen pijl nog een beetje
dieper in de wond te stooten.
Hiermee is dan ook het bewijs vervallen,
dat deze drie menschen tot op het allerlaatste
oogenblik op de „Betty Bonn" aanwezig waren.
De „Betty Bonn' kon best reeds eerder ver
laten zijn.
Hoewel onzeker, probeerde hij zich toch nog
te verzetten.
In ieder geval „kon".
Nuchter ging ik verder:
Daarmee echter, meneer de Rijksadvo
caat, vervalt evenzeer uw meening, dat die
drie laatste menschen door de bemanning van
de „Frisco" uit den weg geruimd zijn.
Opnieuw zweeg hij. Ik zag, dat zijn hersens
koortsachtig werkten, omdat hij deze opvat
ting slechts noode wilde laten varen. Dan
echter gaf hij toe:
Nu goed. Die hypothese zal dan zwak
zijn. Maar waarom heeft de stuurman ge
logen? Waarom vertelt hij die belachelijke
bijzonderheid, dat hjj zijn vinger in een kopje
gestoken heeft. Kan men zich zoo'n handels
wijze in een dergelijken toestand indenken?
Hierop kon ik slechts schouderophalend ant
woorden. Dat interesseerde mij per slot van
rekening in het geheel niet meer. Ik kon
alleen nog maar aan de vrouw of het meisje
denken.
Hebt gij een lijst van de bezetting der
„Betty Bonn?"
Ja. Ik heb mij door de reederij de lijst
laten telegrafeeren.
Komt daar ook een vrouw op voor?
Neen. Vijftien man, maar geen vrouw.
Dit gaf mij een schok.
Hoeveel zegt gij, vijftien?... en dan nog
de vrouw... dan zijn er dus zestien menschen
verdwenen.
Ook Trevor was er door getroffen.
Zestien... Drommels nu gij het zegt
komt mij voor het eerst het ongehoorde van
dit aantal... zestien menschen!
Nu viel mij nog een ander denkbeeld in.
Luister eens, ik ben niet zoo goed op
de hoogte van deze toestanden, maar een be
manning van 15 kop, is dat niet een beetje
rijkelijk veel voor dit toch eigenlijke kleine
scheepje. Hoeveel heeft de „Frisco" er?
Negen.
Negen?... Meneer de Rijksadvocaat ook
met deze lijst is iets niet in orde.
Maar terwijl ik dit zei, kwam mij plotse
ling in de gedachte:
Nu zijt ge het zelf die hier plotseling
aan 't verdachtmaken slaat, terwijl ge dat
een oogenblik geleden anderen nog kwalijk
genomen hebt. Gelukkig bemerkte hij het
ironische van dezen ommekeer niet. Geheel
ernstig was hij reeds bezig uit dit gezichts
punt nieuwe gevolgtrekkingen te maken.
Toch was het de officieele lijst van de
reederij der „Betty Bonn" Thompson, en be
vestigd door de havenmeester van New-York,
maar...
Nog een oogenblik dacht hij ernstig na over
mijn opmerking. Toen liet hij ze los.
Het eerste, wat ik doe is het schip laten
doorzoeken. Nog heden zal ik deskundigen
last geven. Aan kleeding en bijkomstige din
gen moet het uit te maken zijn, hoe groot de
equipage geweest is.
Opnieuw werd hij een en al levendigheid, als
een gummibal.
Kom mee, ik zal dadelijk..4
Weer kreeg hij een nieuwen inval:
Eigenlijk zou ik liefst dadelijk een be
zoek brengen aan de „Frisco". Ik zou wel
eens willen weten, waarom de stuurman ge
logen heeft. Wilt gij niet meegaan? Gij zoudt
mij een groot plezier doen.
Ook ik wilde? Ik had dezen morgen eigen
lijk zoo weinig „gewild", ook nu was ik be
reid, zelfs niet alleen maar zoo maar. In
ieder van ons leeft een zekere dosis nieuws
gierigheid. Bij mij was zij opgewekt door de
vraag: „wie is deze vrouw?"
Wij namen afscheid van den wachter. Hij
sloeg aan, toen wij van boord gingen.
Daarna roeide de bootsman ons het kleine
stukje haven over naar den steiger. Gedurende
de vaart hadden wij regelmatig zicht op de
„Frisco".
Zij lag aan de kade, een schip als de
„Betty Bonn", plomp, kort, stomp, ook haar
beide masten waren schijnbaar te hoog. Ik
heb weliswaar geen kijk op dingen betref
fende het zeeleven, maar dit meende ik toch
duidelijk te constateeren, dat zij nog smeriger,
nog droeviger, nog meer afgetakeld eruit zag
als haar zuster. De touwen waren gerafeld,
de zeilen oud en verschoten, het houtwerk ver
rot en lek. Er is een bepaalde uitdrukking!