Stadsnieuws AKKERTJES De strijd om de „Betty Bonn" Vrijdag 27 November 1936 Heldersche Courant Tweede Blad T entoonstelling Ned* Ver* v* Huisvrouwen Concert „Kunst a* hu Volk" Filmavond van de Alg* NecL Reisvereeniging* Waar gaan we heen llit het politierapport DANSEN DIK DE LEEUW in „DE TOELAST" Daar was belangstelling voor Burgerlijke Stand van Den Helder F e uilleton Als nummer één op de voordracht voor de benoeming van Hoofd der O. L. school te Barsingerhorn, komt voor onze stadgenoot, de heer J. Schlahmilch, onderwijzer aan school No. 9. Het vorige jaar heeft de plaatselijke af- deeling der Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen een handwerk- en scho teltentoonstelling gehouden, en het werd een succes! Was het derhalve te verwonderen, dat het altijd ijverige bestuur wederom de handen in elkaar sloeg, teneinde ook dit jaar een dergelijke tentoonstelling te or- ganiseeren En gistermiddag waren wij aanwezig in Musis Sacrum, dat zoo'n beetje de klassieke veste onzer plaatselijk georganiseerde huis moeders geworden is en dat herschapen was in een waar vrouwelijk lusthof. Doch daar direct over. Er was een groote belangstelling, iets, wat wij gedurende verscheidene jaren van deze vereeniging niet anders gewend zijn, en toen de presidente, mevr. GrunwaldPoppers, om kwart over drie met den hamer... pardon sui kerpot... om stilte verzocht, bleek, dat de zaal goeddeels gevuld was, voor zoover niet ingenomen door de stands, beladen met schoone en nuttige handwerken en verlotings- prijzen. Mevr. Grunwald dan, heette allen welkom, speciaal de leden van Julianadorp, en ver telde dat het bestuur even gevreesd had, dat de deelname aan deze tentoonstelling niet zoo groot zou zijn als het vorig jaar. Dat het tegendeel waar is, bewijzen de vele smakelijke schoteltjes en de fraaie handwer ken. Het doel der tentoonstelling werd gememo reerd: de baten aan te wenden tot dekking van de kosten, die het Sinterklaasfeest voor de kinderen der leden met zich brengt. Bedankt worden al bij voorbaat de dames die de thee-commissie vormen en de jury, die voor de niet lichte taak staat, de handwerken met diverse prijzen te beloonen. Wat er was. Alvorens een rondgang door de zaal te maken, hebben wij ons gelaafd aan een geu- rigen kop thee en een delicieus gebakje. Aldus gesterkt hebben wij onze oogen den kost ge- geven en... het was de moeite dubbel en dwars waard. Op het tooneel bevonden zich de schotel tjes en was het wonder dat ons mannenhart zich hierheen het eerste richtte. Nu, daar ging je tong te gastaan fijne borstplaat, broos bruin gebakken, aan vlaatjes, die je letterlijk uitdagend tegenlachten, aan gebak en eieren en moscovisch gebak, die alle voor zich de beste bewijzen waren van de „fijne-keuken- kunde" der eigenaressen. Volgde een bezoek aan de tafel, waarop zich de prijzen voor de verloting bevonden. Ook hier een verscheidenheid van grootsche allure. Fruitschalen, kousenzakken, bordjes, zak- doekjes-in-een-lintje, schilderijtjes, pullen ja wat was er niét?! Maar het mooiste moest nog komen. En dat begon met een gobelin stoeltje, waarvan alle dames beweer den, dat het „om te stelen" was. Daarnaast en daarbij hingen kleeden. Prachtige divan- overdekken, en kelemwerk, waarvan veel naar eigen ontwerp. Het babygoed ontbrak al evenmin, en het was zooals lichtblauw en rose babygoed nu eenmaal altijd is snoezig. Dan komt de af- deeling handwerken, het centrum der belang stelling. Men zal het ons niet euvel duiden, als we maar eenige opmerkingen te hooi en te gras maken, die U evenwel toch een idee zul len geven hoe het was. Welnu, we noteerden allerlei soorten kant- en borduurwerken, ,,doorstop"-werk, kraakwitte lakens met „tus- schenzetsel" en niet te vergeten d sprei, waarin maar eventjes 2300 sterretjes gewerkt waren. 2300! En weet U wel dat ieder ster retje een half uur werk beteekent en dat er nog een paar honderd bij moesten komen Het zou ons te ver voeren alle zaken spe ciaal te noemen. Het zij voldoende, nog eens op te merken, dat uit dit alles bleek, dat er in de gelederen onzer huisvrouwen gewerkt wordt en dat zoowel op nuttig als luxe-gebied. Evenals de middag kenmerkte zich ook de avond door een allerprettigst samenzijn. Te meer, daar op de handwerken de prijzen wer den uitgereikt, de schoteltjes onder-den-hamer kwamenen de prijzen der steunbonnen vielen. Een wel bijzonder goed geslaagde tentoon stelling van de afdeeling, die, wij twijfelen er niet aan, nog wel eens herhaald zal worden. Een uitvoering met verrassingen. Voor een uitstekend bezet „Casino" heeft gisteravond onze plaatselijke Arbeiders- Zangvereeniging „Kunst aan het Volk", onder leiding van den heer C. W. Rusting, haar eerste concert in dit seizoen gegeven. Het was jammer, dat de prestaties van dit koor, waaraan wij nog de prettigste herinneringen van vorige concerten bezit ten, voor de pauze in verscheidene opzich ten aan critiek onderhevig waren. Des te verheugender was het evenwel, dat men na de pauze in volkomen andere conditie verscheen en een revanche bood, die veel, zoo niet alles van het aanvankelijk mislukte vergoedde. Het Koor. Het was de Voorzitter van „Kunst aan het Volk", die te kwart over acht met een kort woord van welkom den avond opende en daarbij het feit memoreerde, dat een aantal zangers en zangeressen door ziekte verhinderd waren dit concert bij te wonen. Eveneens vestigde hij de aandacht op het aardige décor, dat het „Casino"-tooneel ver kregen had en hetwelk een verrassing geweest was van den heer Holsderver met enkele kameraden. Voor deze vriendelijke geste ging een hartelijk applausje op, waarna met het vocale gedeelte van den avond aangevangen werd. Een goede traditie wil, dat iedere openbare uitvoering van dit ensemble begint met de Nobel's „Morgenrood" en ook deze uitvoering maakte hier geen uitzondering op. Een mag nifiek lied, dat goeddeels naar behooren ver tolkt werd. Volgde, eveneens van de Nobel, „Eenheid", een lied met een aardige melodie, doch waarbij al direct bleek, dat het hier en daar in de afdeelingen wat haperde. De sopranen waren voor een niet gering deel te schel, terwijl het geheel een min of meer rom- meligen indruk vestigde. Het was de finishing touch, die hier, jammer genoeg, ontbrak. Hierna kreeg men een 3-tal korte oud-Neder- landsche liederen, respectievelijk „lek segh adieu", „Verlangen" en „Meyliedt", alle in een arrangement van Julius Röntgen. Hier kregen wij beter werk te hooren. Daar was gevoel voor rhythme, en daar was frisch- heid en spontaniteit. Ook in de veste van sopranen en alten ging het beduidend beter. Het programma werd voortgezet met twee nummers van Olman en wel „In Mei" en „Woudzang". Het eerste kon ons, afgezien van het eenige malen wegzakken der tenoren, bekoren. Ern stiger was het gesteld met het tweede nummer, dat een volkomen mislukking werd. Jammer voor het koor, en jammer, niet in de laatste plaats, voor den dirigent. Een waar genot is het op de band van ZATERDAG- EN ZONDAGAVOND GEEN ENTRÈE GEEN VERHOOGDE PRIJZEN. NIEUWE le KLAS DANSVLOER De revanche. Zooals wij hierboven reeds opmerkten, was daar een wel bijster frappeerend verschil in de prestaties vóór en nét de pauze en het is ver blijdend, dat wij thans een meer in majeur gesteld geluid kunnen doen hooren. Aangevangen werd met het „Elegischer Gesang" van Von Beethoven, een even kort als magnifiek stukje vocaal werk. Daar was een juist stemmingsbegrip en wij mochten eindelijk de zoo lang verwachte eenheid van de partijen beluisteren. De verrassing van den avond hield men evenwel nog in reserve. De soliste: Gees Postma. Als soliste had men gemeend uit Enschede te moeten laten overkomen mej. Gees Postma en we kunnen hier direct aan toevoegen, dat deze keuze wel een bijzonder gelukkige ge weest is. Deze sopraan zong allereerst Kuiler's „O, jubel mijn Hart", daarna „Hansje" van Mor telmans en „De Vogelaar" van Catharine van Rennes. Hoewel in Kuiler's lied de soliste nog niet geheel op dreef was (een tikje nervositeit speelde haar parten), bracht het volgende ons een vertolking die wij hoogelijk op prijs moch ten stellen. Deze nog jonge zangeres beschikt over een zeer warm en zeer krachtig geluid, warmede zij kans ziet van de door haar te zingen nummers iets bijzonders te maken. Zoo wel in de hoogere als lagere registers bleek zij over een voortreffelijke senoriteit te beschikken zoodat het niet te verwonderen viel, dat het auditorium met meer dan gewone belangstel ling geboeid was. Het was het lied van Cath. v. Rennes, dat zelf een ware ovatie ontlokte. Na de pauze zong Gees Postma nog „Ver- gebliches Standchen" van Joh. Brahms en „Zueignung" van Richard Strausz. In het eer ste was wederom een groote mate van spon taniteit terwijl voorts de uitspraak frappeerde; in het volgende eveneens een opmerkelijk be grip voor karakter en nuanceering. Al deze liederen zong de soliste met vleugel begeleiding van den heer Nico Visser. Behoe ven wij het speciaal te vermelden, dat de heer Visser ook thans weer een uitstekend accom- pagnateur bleek te zijn, die geen enkele maal in het zuiver-illustreerende van zijn taak te kort schoot? Wij meenen van niet. Mendelssohn's „Lorelei". Het hoogtepunt van de uitvoering bracht de vertolking van Mendelssohn's „Lorelei" op den ouden tekst van Geibel, en gegeven door koor en soliste met vleugelbegeleiding. Dit werk, zwaar van structuur, vergt zoowel van koor als zangeres het uiterste en is alleen dan te waardeeren, als het geheel volkomen sluit. Welnu, het sloot en daar is gezongen, zóó enthousiast, zóó met begrip voor tekst en rhythme, dat het een plezier was dit te beluis teren. Daar was een soliste die zich van haar beste zijde deed kennen en een wel zeer sug gestieve vertolking van haar passages gaf. En er was een koor, dat een alles-goedmakende demonstratie gaf van toewijding, beheersching en élan, en iedere nuance aangaf met een waar lijk artistieke kleur. Een besluit van het concert, dat men zich niet beter had kunnen voorstellen. Een woord van waardeering ten aanzien van den heer Rusting voor deze prestatie is hier dan ook zeker op zijn plaats. De firma Groenevelds Tabaksfabriek heeft succes gehad met den rookwedstrijd. Er waren 50 deelnemers in „de Toelast". De prijswin- ners voor het langzame rooken uit Goudsche pijpen, die gelijk met de tabak waren beschik baar gesteld, zijn; A. Nrjpels, le prijs, 1 uur Zoo'n zwaar gevoel in Uw hoofd Voelt Ge U loom, als lamgeslagen? Da! is dikwijls het begin van griep, maar zoover behoeft het niet te komen. Neemt dadelijk één of twee "AKKERTJES" en in negen van de tien gevallen wordt de griep-aanval in de kiem gesmoord I "AKKERTJES" zijn echte griep-bestrijders I De geneeskrachtige stoffen, waaruit zij zijn samengesteld maken de griepbacillen on schadelijk en werken koorts-verdrijvend. "AKKERTJES" zijn ook ongeëvenaard door hun zeer snelle pijnstillende werking bijt Hoofdpijn, Kiespijn, Spierpiin, Zenuwpijn, Rheumatische pijnen, Lendenpijn, Vrou- wenpijn. Migraine, Onbehaaglijkheid. Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent. Volgens recept von Apotheker Dumont AKKER.CACHETS 42 minuten; M. den Grooten, 2e prijs, 1 uur 19 minuten; D. Hoolwerf, 3e prijs, 1 uur 18 minuten, bovendien werden nog 3 troostprijzen uitgereikt. Volgens mededeeling zou de firma Groene- veld in Januari wederom een wedstrijd uit schrijven, omdat deze le wedstrijd een succes is geworden. Doel en streven van de vereeniging. Gisteravond hield de plaatselijke afdeeling van de jeugdige organisatie, Algemeene Ned. Reisvereeniging geheeten, een eersten film avond in de „Witte Bioscoop", welke niet druk bezocht was. Het was de plaatselijke voor zitter, de heer J. Peters, die den avond opende met een kort woord van welkom, o.m. speciaal gericht tot de aanwezige bestuursleden van de A.N.R. en den directeur van de W.A.C.O. Bericht van verhindering was binnengekomen van den Hoofdinspecteur van Politie en van den gemeentesecretaris. Het woord werd hierna verleend aan den heer Grim, algemeen voorzitter van de A.N.R., die i» de eerste plaats zijn dank betuigde aan de directie van de Witte Bioscoop en aan de menschen, die dezen avond gearrangeerd hadden. Vervolgens vertelde hij het een en ander van zijn organisatie. Hier ter plaatse bestond de reisvereeniging „Hollands Noordpunt", die er een spaarkas op na hield en wier leden een dermate lust tot reizen ontwikkelden, dat be sloten werd om „Hollands Noordpunt" over te doen gaan in de A.N.R. Echter, evenals met de andere afdeelingen het geval was, bleef de zelfstandigheid van de afdeeling bestaan en dat zal in de toekomst zoo blijven. De A.N.R. is geen organisatie die winst wil maken, noch kapitaal wenscht te vormen. Men wil de leden slechts voor den kostenden prijs op reis laten gaan. Hoofddoel is om saamhoorigheid onder de leden aan te kwee ken en te bevorderen, niet alleen op de reizen Natuurhistorisch Museum. Elke weeki Woensdag nam. van 35 u. en van 810 u. en Zaterdag nam. van 36 u., alsmede op den eersten Zondag van elke maand nam, van 35 u. Vrijdag 27 November. Casino, 8 u. Feestavond Handels- en Kweek- schoolvereeniging. Zaterdag 28 November. Casino, 8 u. Boksdemonstraties „S.N.A.", maar ook daarbuiten. Dit doel tracht men na te streven door het organiseeren van avonden als deze, gezellige avondjes en feestavonden. De vriendschapsbanden moeten verstevigd worden en de leden moeten elkaar opvoeden. Zij moeten samen één groot „reisgezin" vor men. Het reizen moet in collectief verband geschieden. De financiën worden gevonden uit contributiën, die zeer laag gesteld zijn. Is één persoon van een huisgezin lid, dan wordt het geheele gezin geacht lid te zijn, met dien ver stande, de kinderen voor zoover zij nog niet meerderjarig zijn. Bij voorkeur heeft de vereeniging leden, die willen medewerken onder het motto: allemaal voor elkaar. Spr. twijfelde er niet aan, of met flink „doorzetten" zou de jonge organisatie wel slagen. Hij vertelde voorts nog, dat voor het volgend reisseizoen aardige reisjes op het programma staan. Voor de verre en duurdere zal samenspraak gepleegd worden met afdee lingen uit andere plaatsen, opdat een behoor lijk bezet gezelschap verkregen zal kunnen worden. Tenslotte vertelde de heer Grim nog eenige technische aangelegenheden inzake het lidmaatschap en de te vormen spaarkas, waar na hij besloot met een enthousiaste opwekking om lid van de A.N.R. te worden. Het verdere deel van den avond was gewijd aan filmkunst. Dank zij de, zeer op prijs ge stelde, medewerking van de Duitsche Verkeers Centrale, konden een aantal zeer mooie films van „Duitschland als reisgebied" vertoond worden. Daar was een filmpje, gewijd aan Berlijn en voorts talrijke suggestieve beelden uit de vele Duitsche gebergten, die evenzoo- vele trekpleisters zijn voor de toerende menschheid. Het heeft geen zin deze films aan een gedétailleerde bespreking te onderwerpen, zij slechts vermeld, dat zij met veel interesse door de aanwezigen gevolgd werden. Ter af wisseling was er een amusementsfilm van een dansorkest met zanger en danspaar. Nadat de heeren Peters en Grim nog een kort slotwoord gesproken hadden, gingen de aanwezigen zeer voldaan huiswaarts. Diefstal. Door een persoon werd aangifte gedaan van vermissing van zijn autokric uit zijn vracht auto. De recherche stelt een onderzoek in. Geen „stille" inbrekers. Bij een bewoner van den Parallelweg werd gisterennacht het ruitje van de voordeur stuk geslagen, vermoedelijk met de bedoeling in het huis diefstal te plegen. De bewoner werd door het rumoer wakker en zag twee personen weg vluchten. De recherche stelt een onderzoek in. van 26 November. GETROUWD: J. Dirven en J. Visser; K. Huijbens en A. Bedorf; C. Pronk en M. H. Verwoerd; C. de Wolf en J. Rensmaag. ONDERTROUWD: J. Gravemaker en Th. M. Heres. BEVALLEN: C. van der Hurkden Broe der, d. VAN MEURS, KONINGSTRAAT 95 Poppenwiegen, zeèr mooi bekleed 1.95, 1.68, 1.38 Poppenwagens, sterke uitvoering 1.68, 1.38. 98 Linnenbankjes, enorme sorteering 1.85, 1.65, 1.45 Eigen werk, eens zoo sterk!! door Friedrich L i n d e m a n 8) Ik schoof den doek opzij en keek naar bin nen. Het was een kleine ruimte, dat zijn licht door een kleine patrijspoort kreeg. Aan de lange zijde tegenover mij stond een kast en twee boven elkaar geplaatste kooien. Het beddegoed was blauw geruit en helder, Netel doeken gordijntjes waren er strak voor ge spannen en helder wit van kleur. Alles in deze ruimte gaf den indruk van helderheid. Onder het ronde venster stond een opklapbare wasch- tafel, die men ook heden nog op de meeste schepen gebruikt. Daaruit kwam een geur van zeep en goedkoop parfum. In de lucht hing een lichte geur van poeder, Welke mij zeldzaam opwond. Enkele oogenblikken bevond ik mij niet meer op het schip. Plotseling zag ik den kof fer staan. Ik raakte hem aan met den voet. 't Was een plompe houten kast, met zwart zeil overtrokken en omgeven door twee hel blinkende ijzeren banden. De koffer met de kleeren Als een indringer in een ver boden ruimte, zoo snuffelde ik langzaam ver der het kamertje binnen en toen eerst zag ik... haar. goven den koffer voor aan den wand hing een portret in een smal zilveren lijstje. Het was een slechte foto van een jonge vrouw of van een meisje in een zeer gewaagd maskerade-pak, zooals het mij toescheen, een korte helgekleurde rok, die de beenen tot bo ven de knie vrijliet, een nauwsluitende helge kleurde blouse, rijkelijk met paletten ver sierd. Een beetje aanstellerig stond zij er bij, den eenen voet naar den anderen gezet, met ge bogen arm in de zij, draaide zij den naakten arm een beetje lachend, iets te veel belovend vanachter de opgeheven schouder naar voren. Haar gezicht was popperig, met iets te breede mond, mooie tanden en dik bruin haar, dat slechts met moeite door een coquetten band achter de ooren met breeden afhangen den sluiter, werd vast gehouden. Zoo keek zij naar mij met haar lokkende donkere oogen, met denzelfden blik, zooals die hier over al deze dingen gegaan was. Want dat zij het was, de vrouw van het schip, daar aan twijfelde ik geen oogenblik. Wat mij echter steeds weer bezighield was de vraag: hoe kwam dit wezen op dit schip? En hoe zou deze kleine verleidster onder de zeelui aan boord, onder mannen, die wekenlang geen vrouwen zien, hoe zou zij zich hier tegenover gedragen hebben, welke hartstochten en droomen zou zij bij hen opgewekt hebben? En zou misschien hierin niet de oplossing van het raadsel der „Betty Bonn" te vinden zijn? Hallo! Trevor riep mij buiten. Twijfelend en een beetje weemoedig wendde ik mij van het por tret af, streek in de kajuit nog eenmaal met mijn hand over de stof der rok en ging toen naar het dek. De rijksadvocaat was opnieuw verlevendigd. Hji wees mjj op de tafeL Hebt gij het gezien? Ik heb zoo net bij den wacht geinformeerd: op 14 December 's morgens vroeg is de „Betty Bonn" hier aan gekomen. In den loop van den morgen heeft kapitein Spurling het schip aangegeven, 's Midags was er al een wacht aan boord. Sinds dien tijd is er niets op het schip ver anderd. De stuurman heeft ons dus bedrogen! De geheele geschiedenis van het aange broken ontbijt met de theekopjes is stinkend gelogen! Hij wilde ons zand in de oogen strooien. Hij wilde ons wat wijs maken. Plotseling zweeg hij. Hij scheen wel te be merken, dat zijn verbeeldingskracht hier te kort schoot, dat deze nieuwe wending in de zaak zijn geheele theorie van zeerooverij en moord ondersteboven wierp. Ik kon het niet niet nalaten den giftigen pijl nog een beetje dieper in de wond te stooten. Hiermee is dan ook het bewijs vervallen, dat deze drie menschen tot op het allerlaatste oogenblik op de „Betty Bonn" aanwezig waren. De „Betty Bonn' kon best reeds eerder ver laten zijn. Hoewel onzeker, probeerde hij zich toch nog te verzetten. In ieder geval „kon". Nuchter ging ik verder: Daarmee echter, meneer de Rijksadvo caat, vervalt evenzeer uw meening, dat die drie laatste menschen door de bemanning van de „Frisco" uit den weg geruimd zijn. Opnieuw zweeg hij. Ik zag, dat zijn hersens koortsachtig werkten, omdat hij deze opvat ting slechts noode wilde laten varen. Dan echter gaf hij toe: Nu goed. Die hypothese zal dan zwak zijn. Maar waarom heeft de stuurman ge logen? Waarom vertelt hij die belachelijke bijzonderheid, dat hjj zijn vinger in een kopje gestoken heeft. Kan men zich zoo'n handels wijze in een dergelijken toestand indenken? Hierop kon ik slechts schouderophalend ant woorden. Dat interesseerde mij per slot van rekening in het geheel niet meer. Ik kon alleen nog maar aan de vrouw of het meisje denken. Hebt gij een lijst van de bezetting der „Betty Bonn?" Ja. Ik heb mij door de reederij de lijst laten telegrafeeren. Komt daar ook een vrouw op voor? Neen. Vijftien man, maar geen vrouw. Dit gaf mij een schok. Hoeveel zegt gij, vijftien?... en dan nog de vrouw... dan zijn er dus zestien menschen verdwenen. Ook Trevor was er door getroffen. Zestien... Drommels nu gij het zegt komt mij voor het eerst het ongehoorde van dit aantal... zestien menschen! Nu viel mij nog een ander denkbeeld in. Luister eens, ik ben niet zoo goed op de hoogte van deze toestanden, maar een be manning van 15 kop, is dat niet een beetje rijkelijk veel voor dit toch eigenlijke kleine scheepje. Hoeveel heeft de „Frisco" er? Negen. Negen?... Meneer de Rijksadvocaat ook met deze lijst is iets niet in orde. Maar terwijl ik dit zei, kwam mij plotse ling in de gedachte: Nu zijt ge het zelf die hier plotseling aan 't verdachtmaken slaat, terwijl ge dat een oogenblik geleden anderen nog kwalijk genomen hebt. Gelukkig bemerkte hij het ironische van dezen ommekeer niet. Geheel ernstig was hij reeds bezig uit dit gezichts punt nieuwe gevolgtrekkingen te maken. Toch was het de officieele lijst van de reederij der „Betty Bonn" Thompson, en be vestigd door de havenmeester van New-York, maar... Nog een oogenblik dacht hij ernstig na over mijn opmerking. Toen liet hij ze los. Het eerste, wat ik doe is het schip laten doorzoeken. Nog heden zal ik deskundigen last geven. Aan kleeding en bijkomstige din gen moet het uit te maken zijn, hoe groot de equipage geweest is. Opnieuw werd hij een en al levendigheid, als een gummibal. Kom mee, ik zal dadelijk..4 Weer kreeg hij een nieuwen inval: Eigenlijk zou ik liefst dadelijk een be zoek brengen aan de „Frisco". Ik zou wel eens willen weten, waarom de stuurman ge logen heeft. Wilt gij niet meegaan? Gij zoudt mij een groot plezier doen. Ook ik wilde? Ik had dezen morgen eigen lijk zoo weinig „gewild", ook nu was ik be reid, zelfs niet alleen maar zoo maar. In ieder van ons leeft een zekere dosis nieuws gierigheid. Bij mij was zij opgewekt door de vraag: „wie is deze vrouw?" Wij namen afscheid van den wachter. Hij sloeg aan, toen wij van boord gingen. Daarna roeide de bootsman ons het kleine stukje haven over naar den steiger. Gedurende de vaart hadden wij regelmatig zicht op de „Frisco". Zij lag aan de kade, een schip als de „Betty Bonn", plomp, kort, stomp, ook haar beide masten waren schijnbaar te hoog. Ik heb weliswaar geen kijk op dingen betref fende het zeeleven, maar dit meende ik toch duidelijk te constateeren, dat zij nog smeriger, nog droeviger, nog meer afgetakeld eruit zag als haar zuster. De touwen waren gerafeld, de zeilen oud en verschoten, het houtwerk ver rot en lek. Er is een bepaalde uitdrukking!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5