Raadsels Haast U langzaam* KNIPPLAAT h^kaaTrn ÏÜSi Een leuk spel De geheimzinnige map De betoverde zakdoek Beste Jongens en Meisjes Jongens en meisjes, nog een week, dan is de grote feestdag daar. M'n hart klopt zelf een beetje blijer als ik er aan denk. Van de week heeft de Sint bij ons thuis gestrooid. Met handen vol in de gang, door het raampje van de voordeur. M'n kinderen durfden eerst alleen maar om het hoekje kijken, maar toen het strooigoed door de gang rolde, ja, toen wipten ze er vlug in en grabbelden, zo hard ze konden. Dat is me niet meegevallen, die raadselop lossingen van jullie, ik had gedacht dat er meer dierenkennis onder m'n vriendjes en vriendinnetjes was. Zeven goede oplossingen, dat is toch veel te weinig. Ziet nu eens naar de oplossing hiernaast en als je het plaatje van vorige week bewaard hebt, legt dat er dan eens bij, dan zal je zien, dat het toch eigen lijk een doodeenvoudig raadsel was en dat je, als je je ogen goed gebruikt had, het best had kunnen oplossen. De goede oplossers hadden nu een goeie kans om het boek te winnen en je begrijpt, dat het voor hen een buitenkansje was. De winnaar was: JOHAN v. d. POLL, Artilleriestraat. Loeki en Leon v. d. Wal, Den Haag. Dat is in een tijd niet gebeurd, jongens, dat jullie nummer één waren, maar vandaag lag de Haagse brief bovenop, met het verhaal van je geschoren paardje, Puck. Ik kan me begrij pen dat die Puck zich, met z'n dikke pakje aan, onfris begon te voelen en dat hij zich nu vijf jaar jonger voelt. Hoe dat kan, St. Nicolaas met zeven zwarte knechten, Loeki. Je begrijpt, zwarte knechten zijn er genoeg en St. Nicolaas heeft het in zo'n grote stad als Den Haag natuurlijk druk, dus kan hg wel wat hulp gebruiken. Rens Nieuwenhuizen. Dat spelletje Zwarte Pieten", ken ik niet, Rens, maar ik ben toch maar blij, dat ik die Zwarte Piet niet was, want die heeft zeker drie dagen nodig gehad om er weer toonbaar uit te zien. Of hebben jullie geen schoensmeer gebruikt? Dora Noordermeer. Dat was bgna een Sinterclaascadeau geworden, Dora, dat boek van vorige week, en wie volgende week de prijwinnaar is, die krijgt op Sint Nicolaas een taart. Zal dat even een verrassing zijn. Annie Moor. Dat Prins Bernhard-lied kende ik niet, Annie, ik zal het mee naar huis nemen, dan kan m'n vrouw het eens spelen. De woor den vind ik erg aardig. Edie de Meijer. Wat een feestdagen heb jij in December, Edie, de verjaardag van St. Nicolaas, de verjaardag van je moeder, je eigen verjaardag, Kerstfeest, Nieuwjaar, va- cantie. 't Is voor jou een maand om iedere dag met een zonnig gezicht te lopen, ook al regent het pijpestelen. Willy Kerkhoven. Wat een pret zal jij gehad hebben, bij „Roodkapje", Willy, maar het was toch ook wel een beetje om te grie zelen, vooral natuurlijk om die kwade wolf, met z'n snuit om van te schrikken, gelukkig dat hij ook nog een beetje vriendelijk kon doen met z'n bromstem, anders was je zo wegge hold. Henk Doeleman. Geen wonder, Henk, dat die zetter met je naam in de war is ge weest, ik heb er ook een vergrootglas bij ge bruikt om hem te ontcijferen. Een beetje dui delijker hoor. Johannes Jelles. Je hebt nu niet veel blaadjes meer van de scheurkalender te trek ken, Joh., voordat de grote dag van den groten Kindervriend is aangebroken en dan nog maar een paar dagen en je viert zelf je verjaardag. In vond het erg leuk, dat je kleine zusje, met behulp van jouw hand, een regeltje aan me geschreven heeft. Als ze groot is dan schrijft ze me natuurlijk hele brieven, dat spreekt. Corrle Jelles. Nu, die kleine Greta kan al aardige poppetjes tekenen, Corrie, maar ik denk dat jij haar hand wel een klein beetje gestuurd hebt, is 't niet, want zo'n kleine hummel weet nog weinig vorm en richting te bepalen. Rika v. Os. Leuk postpapier is dat met die clown, dat je voor je verjaardag gehad hebt. Natuurlijk behoeft je nichtje de raadsels niet in te zenden, al mag ze het wel doen en als ze goed zijn, loot ze die week ook mee. Theo Bruning. Ik heb zo'n idee dat de Sint jou niet voorbij zal rijden, Theo. Vertel me na 5 December maar eens wat voor ver rassingen hij je gebracht heeft. Trijntje Jans. Heb je dat briefje in 't vrij- kwartiertje aan me geschreven, Trijntje, want je hebt het toch niet neergepotlood toen je sommen moest maken, of taal? Dan zou je me nooit meer mogen schrijven, want dan zou ik de oorzaak zijn van de vieren op je rap port. Brrrr, ik moet er niet aan denken. Loesje Flotat. Als jij maar zeven dieren geteld hebt, ik heb het plaatje op het ogen blik niet voor me, zal dat wel goed zfln, Loesje, en dan is de fout in het onderschrift gemaakt. Hoe was het Woensdag in Amster dam? Druk en gezellig zeker,, hè? Het is nu vooral in de grote stad een feesttijd. Tini en Beppie Vink. 't Is goed dat je flink je best doet op school, Beppie, want daar hebben niet alleen vader en moeder plezier van, maar dat is voor jezelf nog het fijnste. Je komt met rapporten thuis waarvoor je je niet hebt te schamen en je hebt vacan- ties waarin je je niet bezorgd behoeft te ma ken over je werk. Dirk Johan Mosk, Breezand. Als jij een taart wint zullen we een extra grote laten maken, want met z'n vijftienen heb je wel een knaap van een taart nodig, om er allemaal iets van te proeven, Dirk. Jantje Komen. Ik heb de Sint ook met de Texelsche boot aan zien komen. Jij kan zeker al zowat niet meer slapen, hè, nu 5 December al zo dicht nadert. Of slaap je nog als een marmot M'n onbekende vriend in Den Burg (T.), die me Donderdag de verrassing zond van meer dan vijftig Verkade-plaatjes. Hartelijk dank. Zo hebben we gauw de album vol. Ik vond het heel erg aardig. Jongens en meisjes, ik ben door de briefjes heen. Tot volgende week, dan staan we vlak voor de dag waarvan jullie nu al dromen en waarover jullie zingen. Kindervriend Oplossing raardsels vorige week: 1. De aap heeft mensenvoeten. 2. Het paard heeft een koeienstaart. 3. De slagtanden van de olifant staan ver keerd. 4. De haan heeft eendenpoten. 5. De eend heeft hanenpoten. 6. De poes heeft een halve snor. 7. De koestaart is te kort. Raadsel II: De letter r. Goede oplossingen ontvangen van: Anjelier; Johan v. d P.; Jantje K.; Henny H.; Dirk Johan M., Breezand; Annie J.; Henk D. I Nieuwe Raadsels Vul op de puntjeslijnen woorden in. Zijn de woorden, waarvan de omschrijving er naast staat, goed dan vormen de eerste letters van boven naar beneden en de laatste letters van beneden naar boven gelezen een bekend Nederlands spreekwoord. Niet een. i Gedachte. Opvatting. Somtijds. Zoete lekkerng uit de banketbak kerij. a a Beklede doos. a a a Maat. a a Werkwoordvorm. Ridderkruis. Nederlands spreekwoord. n. HET VERRE RAADSEL. Vul In: VERa a Met betere soort enten van planten. VERa Overcompleet. VER Waardevolle bontsoort. VER Heks. VER Waaruit de opium afkomstig is (laatste lett. ontbreekt). Kleurstof. a .VER Insect, dat veel in bomen voorkomt en vernielzuchtig is. Een half uur nadat de kinderen naar bed waren gegaan, hoort moeder in de huiskamer plotseling 'n oorverdovend leven uit de kin derslaapkamer komen. Ze loopt naar boven, vindt 't licht aan als ze de deur opent en 'n onbeschrijfelijke wanorde. Alles is onder witte beddelakens en de kussens verstopt, stoelen, de tafel, de kast voor een deel. De kinderen lopen wonderlijk toegetakeld met de gekleur de dekens rond. Jan, de oudste bengel, komt juist met een paar wollen dekens omgeslagen onder een bed uitgekropen. „Maar kinderen," zegt moeder, „wat doen jullie, je moest je schamen! Jullie hoort al lang te slapen, in plaats van zó te spelen." „Ja, maar, moesje," zegt Kareltje, „we ont dekten de Noordpool en Jan is de ijsbeer, waar we met ons allen jacht op maken!" Moeder moest er toch even om lachen, maar toen maakte ze aan de pret een einde. Het bed is om te slapen en niet om te spelen. EEN DIPLOMAAT IN DE DOP. Het spijt me, dat ik aldus doen moet, zei Jantje, toen hij de kop van de poes met jam besmeerde, maar ik kan niet dulden, dat iemand de vinger der verdenking naar mij verheffen moet. Hoeveel taartjes kan je met een lege maag opeten Eén. want ais je dat op kefct is j« maag «iet meer leeg. Er was eens een koning, die alles haastig deed en ook wilde, dat anderen alles heel vlug deden. Hij was ontevreden over de lieden, die in zg'n dienst waren en nodigde drie wijze mannen uit hem raad te geven, hoe hg zijn bevelen snel uitgevoerd zou kunnen krijgen. De eerste raadsman sprak: „De mensen doen de dingen vlugger, als ze kunnen ver wachten, dat ze een grote beloning krijgen, majesteit." „Kalm, kalm!" antwoordde de koning haastig, je denkt toch niet, dat ik mijn bedienden afzonderlijk ga belonen, voor wat ik hun beveel te doen." Enkele mensen werken vlugger, als ze weten, dat ze gestraft worden, wanneer ze langzaam werken, zei de tweede raadsman. „Hm, hm!" mompelde de koning, „dat zou ik kunnen doen, maar 't zou te veel tijd kosten, om iedereen te straffen." Alle dienaren huilden van spijt, toen ze dit hoor den, want ze werden liever niet gestraft. Ze luisterden nu vol belangstelling naar den derden raadsman, die den koning strak aan zag en sprak: „Er is slechts één goede weg, majesteit!" „En die is?" vroeg de koning ongeduldig: „U moet een fles denkwater leegdrinken. Dat is een wondervolle drank, die maakt, dat alles, wat u denkt, ook op slag gebeurt", antwoordde de raadsman. „Geef me dan dadelijk een fles", beval de koning. „Er bestaat dus geen beter middel dan dat en ik zal nu naar hartelust gaan denken." Niemand keek bij deze woorden erg vrien delijk, behalve de koning zelf. De raadsman haalde toen een fles uit de plooien van zgn wijd kleed te voorschijn en zei: „Als u moe wordt van het vlugge denken, majesteit, komt u maar bij mij terug." De koning haalde de kurk van de fles, rook er eens aan en voor er nog iemand een woord had kunnen zeggen, had hij de drank naar binnen, 't Scheen lekker te smaken, want hij likte zijn lippen nog eens af. Terwijl hij hier mee bezig was, gingen de raadslieden zachtjes heen. De deur sloeg achter hen dicht en ge durende enkele ogenblikken was het stil. De koning bezon zich, waaraan hij 't eerst zou denken. Daar kreeg hij plotseling een in geving. „Het paleis moet van de kelder tot de zolder schoongemaakt worden," dacht hij. Pats, Boem! Plas! Sst! Rrt! Al zijn bedienden, knechts, koks, lakeien en pages 'holden dooreen. Water, zeep, vegers, borstels en emmers stonden of lagen in alle vertrekken. Ramen en deuren werden wijd opengezet. De koning zelf werd van zijn troon gelicht, voor hij er "iets aan kon doen, want ook deze moest schoongemaakt worden. „Ik heb er al genoeg van," dacht hg, terwijl hij van de natte, glibberige vloer overeind klauterde. Hup, hiep! alle gereedschappen ver dwenen, ramen en deuren werden gesloten en in een oogwenk zat de koning weer op zijn troon. De bedienden stonden buiten adem stil, om te horen, wat hun koninklijke meester verder zou bevelen. „Gelukkig dat 't voorbij is, lachte de koning. In 't vervolg zal ik wat voorzichtiger zijn met denken." Daar de koning niet precies wist, wat hg nu zou gaan uitvoeren, besloot hij, een wan deling te gaan doen. „Uw parapluie, sire," zei een lakei, hard achter hem e/mlopend. „Dank je, 't zal wel niet gaan regenen," ant woordde de koning. 'n Poos liep hij na te denken over zijn nieuw verworven eigenschap. Er begon een hevige wind op te steken en terwijl hij naar de zware wolken keek, vergat hij, om voorzichtig met denken te zijn. „Ha, dacht hij, terwijl hij zijn jas dichtknoopte, „ik geloof, dat we storm weer krijgen." Krak! krakdonder en bliksem Regen en hagelstenen vielen in dichte massa naar beneden. De koning keerde zich om en holde naar het paleis. Toen hij daar aan kwam, was hij doornat, terwijl hij zich koud en akelig voelde. „Ik moet een warm bad hebben, of ik word verkouden," dacht hij. Plas, plas! Door onzichtbare handen werd hij naar de badkamer getrokken en werd hg in een veel warmer bad gestopt, dan hij eigenlijk wilde hebben, met al zijn kleren aan. „Help!" riep hij, terwijl hij probeerde, er uit te komen. Zijn badknecht hoorde zijn kreten en kwam toegelopen. Hij viste den koning uit het bad en sloeg een grote handdoek om hem heen. Daar stond de koning nu en durfde niet te denken. Breng de drie raadslieden bij me," zei hij kalm. Na lange tijd kwam de badknecht alleen terug, met een stuk papier. „Ze zijn nergens te vinden, majesteit! Ze zijn wegge gaan en hebben deze boodschap voor u achter gelaten," zei deze, terwijl hij het papier aan zijn meester gaf. De Koning nam dit aan en las: „Als u ons weer nodig hebt, kunt u ons in de boshut vinden." Zodra de koning dit gelezen had, trok hij droge kleren aan. Hij wist niet juist, wat hij zou doen, want hij begreep, dat de drie raads lieden hem een poets hadden gebakken en daarom besloot hij, hen te straffen. „Ik zal de schurken een lesje geven en hen pakken, vóór ze geheel ontsnappen," dacht hij kwaad. Plot seling begonnen zijn benen te lopen en hij moest natuurlijk mee! Ze sleepten hem door heggen en rivieren, over rotsen en steen achtige wegen. „O, hoe vreselijk," zuchte de koning. Maar 't werd nog erger, want hij raakte in de struiken verward en nog stonden zijn benen niet stil. „Lieve help, ik word nog van elkaar gescheurd," huilde hij. „Ik wilde maar, dat mgn benen nu ophielden." Nauwelijks had hij dit gezegd, of ze stonden inderdaad stil. Hij kroop uit de struiken, terwijl hij er zich over verwonderde, dat hg dit niet eerder ge zegd had. Het was een ellendige koning, die een half uur later aan het paleis terugkwam. De dokter moest meters verbandgaas om hem heen slaan. Lange tjjd zat de koning nu hee stil. Tenslotte begon hij hevig te snikken. „Ik geloofdat ikjaheel langzaam in mijn rijtuig naar de raadslieden zal gaan, mompelde hij nederig tegen zijn bedienden. Heel voorzichtig werd hij nu naar zijn rijtuig gedragen. Een grote stapel kussens werd om hem heen gezet. Er ging een uur voorbij en nog steeds ging het rijtuig rustig voorwaarts. De koning begon zich wat betei te voelen en werd opnieuw ongeduldig. „Ik geloof, dat we wel wat vlugger konden rijden, zei hij tegen den koetsier. Daar gingen de paarden aan t draven. De koning werd op de grond geslingerd. Bomt Het rijtuig ging in tweeën Krak! „Ho", riepen de lakeien en de paarden hielden nu zo plotse ling stil, dat de koning door het raam van de boshut vlak bij de raadslieden terecht kwam. „Help me," smeekte hij, terwijl hij voor hen knielde. „Drink dit niet-denkwater gauw sire," zei één van hen. „Ben ik nu genezen?" vroeg de koning, gulzig drinkend. „Ja," was het ant woord. „Gelukkig," antwoordde hij toen. „Voortaan laat ik alles langzaam doen." Weet je soms wat Hansje scheelt? 'k Denk, dat Hansje zich verveelt! Of moet Hansje al naar bed. En is 't uit nu met de pret Hansje huilt, Hansje pruilt. Ik zal jullie een geheimzinnige map leren maken, waarin het net schijnt alsof een papiertje, dat wij er in doen, vanzelf achter de bandjes gaat zitten. Knip twee stukken SrnaTm7e?de <to geplaatst op de geeft. Daarna plak je er aan de achterkant een stukje aardig papier overheen, zodat js de gelijmde stukjes niet kunt zien. Als alles goed droog is, leg dan een stukje papier in het napje, zo maar los er tussen; doe ver volgens het mapje dicht en opent het aan da rugzijde. Je zult nu zien, dat het papier ach ter kruisbandje zit (zie figuur 4). Doe nu de map opnieuw dicht, en daarna weer aan de rugkant, dan aan de andere kant als daarnet opnemen en dan zit het papiertje weer achter de beide andere bandjes (zie figuur C). Zo kun je natuurlijk doorgaan en steeds zal het papier aan de andere kant zitten, als je de map iedere keer aan de andere kant open maakt. Dit stukje moet uitgevoerd worden in een hoek van de kamer, waar het niet al te licht is en vooral op een flinke afstand van de toeschouwers. an te voren heb je aan een witte zak* doek een draad zwarte wol vastgemaakt. Je doet het best de draad in het midden te bevestigen. Het eind van de draad haal je, als niemand er op let, uit je mouw te voor schijn. Dan roep je plotseling: „Kijk eens, van wien is die zakdoek?" Allen zoeken ijverig, doch ieder heeft de zijne. „Ik geloof at de zakdoek betoverd is," zeg je nu en je g< ft tegelijk een rukje aan den draad. Na tuurlijk beweegt de zakdoek en het zal lang en, eer het gezelschap de zwarte draad en daarmee het bedrog ontdekt!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 22