Callantsoog verwelkomt zijn nieuwen burgemeester Een hartelijke ontvangst Woensdag 2 December 1936 Derde blad Installatie Burgemeester RehorsC Onder zeer groote belangstelling Heeft de nieuwbenoemde burgemeester, de heer G. D. Rehorst van Westzaan, gister zijn intrede ge daan in zijn nieuwe gemeente. Ondanks het zeer slechte weer kon reeds van een flinke belangstelling gesproken wor den bij 't Sluisje, nabij 't. Zand, waar aan de grens van de gemeente, de leden van de commissie van ontvangst, raadsleden en andere belangstellenden aanwezig waren, om Burgemeester Rehorst, zijn echtgenoote en kinderen, familieleden en kennissen enz., te ontvangen. Aan de grens der gemeente. In een zestal auto's, kwam de familie Re horst en Westzaner gemeentebestuur, per soneel enz., te ongeveer half 2 bij 't Sluisje aan, waar namens de commissie van ont vangst, de heer P. Vos Jbz., het woord voert. Spr. zegt daarbij het volgende: Geachte Heer en Mevrouw Rehorst. Namens de ingezetenen van Callantsoog heet ik U hartelijk welkom in onze Ge meente. Het is vandaag juist 19 maanden geledeh, dat onze vorige Burgemeester, de heer Breebaart, te Zijpe werd benoemd. Een ieder zal 't er over eens zijn, dat deze va cature veel te lang heeft geduurd. Veel is er in dit tijdsverloop gepasseerd, waarbij we heden echter niet zullen stil staan. Mijnheer Rehorst, U zult begrijpen, dat wij dagen, neen weken hebben uitgekeken naar een bulletin, die de tijding zou bren gen, van de benoeming van een nieuwen Burgemeester. Als 's avonds om 8 uur de nieuwsberichten via de radio kwamen, wa ren we present. Het was al zoover, dat er werd gemompeld: ze vergeten Callantsoog. Totdat op 16 November de bewuste bulletin van de Schager Courant verscheen met Uw benoeming. Toen den volgenden dag de Schager Cou rant verscheen, werd het een wedstrijd, wie hem het eerst in handen had. Mijnheer Rehorst, wij twijfelen niet, of de gegevens in dit verslag zijn juist. Wij allen hebben geijverd den heer Baken, èen oud-ingezetene benoemd te krijgen, doch hoogere instanties hebben anders be slist. Wij hopen, dat zij goed hebben ge zien en U de voetsporen van onzen vorigen Burgemeester den heer Breebaart, zult vol gen. Wij halen U en Uw gezin in uiterste eind van de Gemeente binnen, dan krijgt U dadelijk een kleine indruk van Uw nieu we gemeente, en hopen dat U meerdere malen dezen weg zult gaan, om Uw ingeze tenen, al wonen ze wat ver van 't dorp, met raad en daad bij te staan. Mijnheer Rehorst, het is een moeilijke lijd om het Burgemeestersambt te aanvaar den, doch U heeft getoond, deze stap te durven doen. Wij hopen van harte, dat U ook zult too- nen, Burgervader te zijn, dan kunt U zeker op ons aller steun en medewerking reke nen. Mijnheer Rehorst, en familie, gaarne ver zoek ik U in de gereserveerde auto plaats te nemen, waarna wij dan door Koegras en Groote Keeten, ons einddoel, het Ge meentehuis, zullen opzoeken, (Applaus). Door Jopie Schut wordt dan aan Mevrouw Rehorst bloemen aangeboden, die daarvoor op hartelijke wijze haar blijdschap uit. En dan wordt vlug in de auto's gestapt, het weer laat niet toe een oogenblik buiten te vertoeven en weldra rijdt het gezelschap in wel een 12-tal auto's, waarvan enkelen met vlaggetjes getooid, door Koegras en over Groote Keeten naar het dorp Callantsoog. Reeds had de heer Vos medegedeeld, dat de ingezetenen gaarne op dezen voor de ge meente zoo feestelijken dag de vlag hadden uitgestoken, doch het stormweer was ook hiervoor weer een beletsel. Keurig versierd was echter de geheele ge vel van het gemeentehuis. De raadzaal vulde zich weldra geheel. Behalve de voltallige raad met hunne da mes en gemeentepersoneel verzamelden zich hier o.a. de heer G. J. Lovink, burgemees ter van Anna Paulowna, de heer en me vrouw Breebaarbvan der Horst, de heer J. A. de Boer, Secretaris van de gemeente Zij pe, de heer Wempe, burgemeester van West zaan, met de wethouders dezer gemeente, benevens het geheele gemeentepersoneel van Westzaan, de heer Mr. Dr. J. A. E. Buiskool, Schagen, de heeren K. C. de Jong en G. Hoogschagen, vertegenwoordi gers van de onderafdeeling Zaanstreek van den Ned. Bond van Gemeente-Ambtenaren en vele familieleden en kennissen van de familie Rehorst. De raadsvergadering. Door den loco-burgemeester, den heer H. Kruisveld, wordt de vergadering geopend en wordt besloten de vaststelling der notu len uit te stellen tot de volgende vergade ring. Van den heer Mr. D. Breebaart is het verzoek ingekomen, om hem met ingang van 1 December eervol ontslag te verleenen als gemeente-secretaris en ambtenaar van den burgerlijken stand. B. en W. stellen voor dit ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen. Aldus wordt besloten. Door den waarn. secretaris, den heer Brussaard, worden dan gelezen het bericht van de benoeming van den heer G. D. Re horst tot burgemeester en het bericht van zijn beëediging als zoodanig. De installatie. Nadat de heeren Brussaard en Kruit den heer Rehorst en zijn echtgenoote en kinde ren hadden binnengeleid, zegt de Voorzitter de heer Kruisveld, ongeveer het volgende: Het is mij hoogst aangenaam U als Burge meester van Callantsoog in deze raadzaal te mogen verwelkomen. Ik wensch U geluk met uwe benoeming tot dit ambt en met het vertrouwen, dat de Regeering in U heeft ge steld. Wij twijfelen er niet aan, of U zult trachten met kracht en ernst U dat vertrou wen waardig te maken en mede te werken tot den bloei en vooruitgang van onze ge meente. Uwe opleiding staat ons daar borg voor. Dat in dezen tijd de gemeenten het in het algemeen zwaar te verantwoorden hebben, is algemeen bekend. Ook Callantsoog heeft te lijden onder den druk der tijdsomstandig heden. Het is niet om U hiermede te ontmoe digen dat ik dit zeg, maar om U te verze keren, dat wij zullen begrijpen, dat U wel licht de vooruitgang en bloei van Callantsoog niet in die mate zult kunnen bevorderen als U wel dadelijk zoudt willen. Van ons aller medewerking is U echter verzekerd. Burgemeester Rehorst, nogmaals onzen ge- lukwensch bij de aanvaarding van Uw ambt. Wij hopen, dat U en Uw gezin zich hier thuis zult gevoelen en nog lang te midden van ons allen zult mogen verblijven. Met dezen wensch verklaar ik U voor geïnstalleerd en verzoek U het onderschei- dingsteeken en de voorzittershamer van mij te willen overnemen. Applaus. Burgemeester Rehorst voert het woord. Dan neemt Burgemeester Rehorst het woord, tot het uitspreken van de volgende rede: Nu het mij vergund is voor de eerste maal in Uw midden het woord te voeren, maak ik gaarne van de gelegenheid gebruik Hare Majesteit de Koningin mijn eerbiedigen dank te betuigen voor mijn benoeming tot burgemeester van Callantsoog. Dank breng ik ook aan Z.Ex. den Minister van Binnenlandsche Zaken en den Commis saris der Koningin in deze provincie voor den van hen ontvangen steun bij deze be noeming. Het is, heeren leden van den Raad, mij een voorrecht thans het woord tot U te mogen richten. Als wetgevende en ook besturende macht in de gemeente vormt gij het hoogste college in de huishouding der gemeente. Hoe zeer ook tengevolge van maatschappelijke oorzaken en omstandigheden de zelfstandig heid der gemeenten vooral in de laatste jaren aan beteekenis en omvang heeft verloren, Uw invloed op den gang van zaken in de gemeente is niet te onderschatten. Wij leven in een tijd, waarin soberheid ten aanzien van het financieel beheer der ge meente een gebiedende eisch is. En nu is het onbetwistbaar waar, dat het vrij wat gemak kelijker en aangenamer is een gemeente te besturen in een tijd van welvaart en voor spoed, dan in een tijd als deze. In den tijd, die naar het ons voorkomt reeds ver in het verleden ligt, doch in werkelijkheid door luttele jaren slechts van het heden wordt gescheiden, in dien tijd, waarin demiddelen der overheidslichamen ruim vloeiden en veel DE ZANGHULDE YAN DE SCHOOLKINDEREN VOOR HET RAADHUIS BURGEMEESTER REHORST EN MEVROUW WORDEN AAN DE GRENS VAN DB GEMEENTE DOOR DE LEDEN VAN DE COMMISSIE VAN ONTVANGST BEGROET door de gemeenten kon worden tot stand ge bracht, was het besturen eener plaatselijke gemeenschap, hoe klein deze ook mocht zijn, een dankbaar werk. Er kon toen veel uit gaan van de gemeente, dat in het belang was van haar gemeentenaren. Maar thans zien de plaatselijke besturen zich gesteld voor de opgave, de gemeenten zoo goed mogelijk door de moeilijke tijden heen te loodsen. Zij heb ben te zorgen, dat met de sterk verminderde middelen het uiterste wordt bereikt, d.w.z. dat zij zoo economisch mogelijk worden aan gewend. Te zorgen ook, dat de financieele positie der gemeenten, zooveelin het ver mogen ligt, zoo min mogelijk worde aange tast. Helaas is de toestand zóó, dat tal van oorzaken, liggende buiten de macht en het vermogen der gemeentebesturen, het ver vullen van deze taak bijzonder moeilijk ma ken. Desniettemin blijft op Uwen Raad de plicht rusten er naar te streven, dat in de zen moeilijken tijd niet al te veel een voor schot wordt genomen op de betere tijden, die naar wij allen hopen weer eenmaal zul len aanbreken. Want aldus zullen die gun stiger tijden niet te zeer worden belast met de lasten van het heden en kunnen alle krachten worden aangewend tot nieuwen bloei der gemeente. Met U, mijne heeren, zal ik in de toe komst moeten bespreken de belangen der ge meente in hun algemeene strekking. Gij zult in de belangrijke zaken de beslissing hebben en ik een adviseerende stem. Ik hoop, dat wij daarbij op de meest aangename wijze mo gen samenwerken. Onder deze samenwerking worde verstaan de vrije uiting van eiks meening omtrent iedere zaak, die tot Uw competentie behoort. Wij hopen zonder schroom te zeggen, hoe wij over de zaken denken, terwijl wij daar bij willen treffen den juisten toon van het gemoedelijke Noordhollandsche platteland, met waardeering van ieders standpunt, al is het ook niet het onze. Behoorende tot partijen, hoop ik, dat ge zult zijn onpartijdig, ruim en zelfstandig in Uw oordeel, alleen daarop lettend of de be langen onzer kleine gemeente worden ge diend. Gaarne geef ik de verzekering ook in die richting Uw vergaderingen te zullen leiden, elk het zijne gevend bij de verdedi ging van het ingenomen standpunt. Mijne heeren 'wethouders, in nauwe sa menwerking zullen wij de belangen der ge meente hebben te behartigen. De voorberei ding van al hetgeen de Raad heeft te beslui ten is aan ons, vormende het College van Burgemeester en Wethouders, opgedragen. Daarnaast zijn door ons te behartigen de verschillende onderwerpen van dagelijksch bestuur en, als regel de uitvoering van wet ten en andere regelingen van hoogere orga nen, aan het gemeentebestuur opgedragen. Wij hopen het met elkaar te kunnen vinden. Als jong, beginnend burgemeester, zijn mij Uw steun en advies onmisbaar. Verleen mij daarom met Uw rijpere ervaring en groote kennis van plaatselijke toestanden en ge woonten dien steun, welke ik van U vraag. Heb dank voor de vriendelijke wijze, waar op U m'n vrouw en mij bij de eerste kennis making bent tegemoet getreden. Wij zullen het in de toekomst niet steeds in alle dingen eens zijn. Dit behoeft ook niet. Maar ik hoop, dat wij elkaar zullen begrijpen, op dat daardoor de grond toebereid worde, waarop een goede verstandhouding en een vruchtbare samenwerking kunnen bloeien. Mijnheer de Loco-burgemeester, ik weet mij de tolk van den Raad en der gemeente, wanneer ik U hartelijk dank zeg voor de wijze, waarop U gedurende de lange vaca ture van het burgemeestersambt dit hebt waargenomen. Achter U ligt een bewogen tijdvak, dat veel van U eischte. Moge het U gegeven zijn nog enkele jaren op gemakke lijker wijze deel uit te maken van het ge meentebestuur. Niet verzuimen wil ik, waar dit de eerste raadsvergadering is, na, Uw 25-jarig raadslid maatschap in deze gemeente, U hartelijk ge luk te wenschen met dit jubileum en U te danken voor hetgeen gij al die jaren voor de gemeente hebt gedaan. Een enkel woord wil ik richten iot de ambtenaren, met wie ik in de komende ja* ren zal moeten samenwerken. Vooral in een kleine gemeente is men zeer op elkander aangewezen. Men heeft elkander dagelijks noodig en een minder goede verhouding kun* nen wij daarom eenvoudig niet gebruiken. Wij willen daarom trachten elkaar het leven; zoo aangenaam mogelijk te maken. Gelijk dit bij elk mensch in de maatschappij het geval is, zal voor den ambtenaar plicht num- mer een zijn. Ik hoop, dat gij in de toekomst evenzeer Uw plicht zult doen, als dit, naar ik weet, in het verleden het geval was. Op; mijn steun kunt U daarbij steeds rekenen. Welkom is het mij van deze plaats een woord te richten tot de bevolking van Cal lantsoog. Zeer dank ik haar, mede namens m'n vrouw, voor de hartelijke wijze, waar op zij mij heeft willen ontvangen. Deze dag is voor de bevolking van deze kleine ge meente een blijde dag, omdat door de in stallatie van den nieuwen burgemeester be zegeld wordt het behoud van de zelfstandig heid van Callantsoog. Waar ik weet, dat gij, Callantsoogers, voor deze zelfstandigheid hebt gestreden, mag ik op dezen voor U en mij zoo gewichtigen dag zeker niet nalaten U geluk te wenschen met het succes van Uw streven. Ik geef U gaarne de verzekering, dat ik mij naar de mate mijner krachten zal geven aan de bevordering van de belan gen der gemeente. Mijn gezin en ik begeven ons met vertrou wen onder U. Dit echter zou ik nog willen zeggen, bedenk, dat de burgemeester boven de partijen behoort te staan, dat handhaving van orde en wet zijn plicht is. Het laatste niet in dien zin, dat op alle slakjes zout be hoeft te worden gelegd, doch in dezen, dat handhaving van orde en wet op een rede lijke wijze door mij bevorderd zal worden. Steeds hoop ik voor de ingezetenen klaar te staan, die op een of andere wijze mijn hulp noodig hebben. Ik neem mij voor deze te verleenen, waar de plicht mij dit niet ver biedt. Niet verzuimen mag ik een woord van dank te richten tot m'n collega's uit den om trek, die zoo vriendelijk hebben willen zijn, mij de eer hunner tegenwoordigheid te be wijzen. Ik hoop met hen op de meest vriend schappelijke wijze samen te werken. Het zij mij vergund ook het College van. Burgemeester en Wethouders der gemeente Westzaan, de Westzaansche ambtenaren en overige vrienden en kennissen dank te zeg gen voor hun aanwezigheid op deze plaats. Deze aanwezigheid is mij een bewijs van medeleven met m'n gezin en mij, waarvoor ik zeer erkentelijk ben. Tot slot betuig ik m'n dank aan de „Scha ger Courant", die m'n gezin en mij op de meest vriendelijke wijze bij U heeft willen inleiden. Ik hoop, dat ik in de toekomst op haar gewaardeerde medewerking zal mo gen rekenen, wanneer het gaat om de be vordering van de belangen van Callantsoog. En hiermede moge ik dan daadwerkelijk aanvaarden het ambt van burgemeester van Callantsoog. Ook na deze rede weerklinkt een hartelijk applaus. Vervolgens legt de heer Rehorst de bij de wet voorgeschreven eeden voor gemeente secretaris af. Andere sprekers. Door den heer Kooger wordt dan namens de raadsfractie der S.D.A.P. het woord ge voerd, waarbij deze herinnert aan het be sluit van Ged. Staten om de gemeente Cal lantsoog haar zelfstandigheid te doen behou den, hoe geijverd was om den heer Baken, eerste ambtenaar en gemeente-ontvanger van Anna Paulowna tot burgemeester van Cal lantsoog benoemd te krijgen, maar hoe de eerste kennismaking met den nieuwen burge meester niet is tegengevallen en de berich ten in de dagbladen ons hoopvol stemden. Spr. hoopt, dat, waar wij over de vervulling van het secretaris-ambt geen zorg behoeven te hebben, het den heer Rehorst moge ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 5