Stadsnieuws
un is een
genot van A tot Z
De strijd om de
„Betty
Bonn"
De „Martha" gistermorgen
Nieuwediep binnengeloopen
Jtog even tijd
Waar gaan we heen
ponderdag 3 December 1936
Heldersche Courant
Tweede Blad
Hr. Ms „De Ruyter".
Bundel scheepspapieren aan den
Dijk gevonden.
Film- en Amusementsavond
van de K.S.K.
J.F.BEEMSTERBOER
Het werk van het „Leger
des Heils" in West~Indië
van onze vele mooie Bonbondoozen:
een echt Sinterklaas - cadeau
En dan zijn er nog onze verrukke
lijke chocoladeletters: een
Een nieuwe band in het Kegelhuis
F e uilleton
De gemeenteraad van Barsingerhorn
heeft in de vergadering van Maandag 30
November benoemd tot Hoofd der School,
j. Schlahmilch, onderwijzer aan school 10,
alhier.
Komt morgen in de haven.
Hr. Ms. kruiser De Ruyter, die gisteren op
de reede, alhier, is gekomen, zal morgen
ochtend, plm. half elf in de haven komen.
De „De Ruyter' blijft hier liggen, tot hij
zijn tropenreis aanvaardt.
Uit het archief der Walter L. M. Russ.
Men vindt, vooral in deze stormachtige
dagen, soms vreemde dingen aan den
Dijk en het strand. Dingen, waarvan je
de herkomst niet meer na kan gaan en
meermalen voorwerpen, waarbij men,
met een dosis fantasie, wel een verhaal
kan dichten. Ook dezer dagen zijn velen
langs den Dijk gegaan en het was de
heer J. Vlaming uit de Vlamingstraat,
die eergister aldaar een bundeltje papa
rassen vond, stevig met een touwtje bij-
elkaar gebonden.
De heer Vlaming zal gedacht hebben, dat
je met deze dingen nooit kan weten wat er
aan vastzit en wie weet was het niet de
sleutel van een tot op heden niet doorgrond
mysterie van de zee...
Zoo kwamen de papieren in handen van
hem, waar ze juist moesten zijn, in die van
den heer van Diest, den Loodscommissaris.
Deze had al gauw ontdekt, dat ze afkomstig
waren van het Duitsche stoomschip Walter
L. M. Russ, een boot, die regelmatig Hol-
landsche havens pleegt aan te doen.
Het waren laad-papieren van de W. L. M.
Russ, gedateerd op 10 Juli 1930. Men is spoe
dig geneigd hier iets bijzonders achter te
zoeken, doch wij neigen meer tot de con
clusie dat het zich hier iets heel gewoons
betreft. Men zal waarschijnlijk opruiming in
het scheeps-archief gehouden hebben, een
opruiming waarvan het bundeltje papieren
een deel uitgemaakt heeft.
Van een vermissing der Walter L. M. Russ
is dan ook niets bekend.
Twee voet water in de ruimen,
en een afgetobde bemanning.
De zware Noord-Westerstorm, welke op
ongekende wijze de Nederlandsche kust
in den nacht van Maandag op Dinsdag
en ook den daaropvolgenden dag geteisterd
heeft, hield ook Woensdagnacht nog aan
en diverse schepen, die zoo onfortuinlijk
waren in de nabijheid van land te ver
blijven hebben urenlang in spanning ge
zeten.
Ook de bemanning van het Zweedsche
stoomschip Martha, dat gistermorgen 11 uur
de haven van Nieuwediep binnenliep had een
zware reis achter den rug en zoowel de wijze
waarop het schip toegetakeld was als de uit
geputte toestand van bemanning, waren even-
zoovele bewijzen van het noodweer waarin
men niet minder dan 4 dagen gezeten had.
Het behoeft zeker geen betoog, dat tal van
belangstellenden op den Dijk en haven aan
wezig waren toen de Martha binnenkwam. Ze
stonden zoowel bij Wierhoofd als bij het
Havenkantoor.
Aan boord.
Met de motorvlet zijn we even naar
boord van de Zweed gegaan, en vernamen
daar dat men vorige week vertrokken
was uit Grunvun, dat de schuit thuis-
behoort in Seffle en op weg was naar
Goole in Engeland. De bruto inhoud van
de Martha bedraagt 893 kubieke meter.
Met was maar een sober relaas wat wij
vernamen. 5 dagen geleden had men Grunvun
verlaten en bijna direct erna kreeg men reeds
te kampen met brakkig weer. Vooral de
laatste dagen nam dit hand over hand toe.
Totdat men gister in den vliegenden Noord
wester storm kwam te zitten. Al spoedig
begon de lading te werken en dat wel op een
dusdanige wijze, dat men Dinsdagavond, on
geveer 15 mijl uit de kust, het derde gedeelte
van de deklading houten balken over boord
moest werpen.
2 voet water in de ruimen.
Dit was evenwel nog niet alles van het
malheur dat men kreeg. Door onbekende oor
zaak kreeg men ook lekkage, zij het niet in
direct onrustbarenden vorm. Des morgens
stond het water evenwel een tweetal voeten
in het ruim. Met eigen pompmateriaal kon
men het echter wel bolwerken.
En gistermorgen liep ze binnen, de Martha,
met de klodders roode menie op haar zwarte
huid en de wit-blauwe Zweedsche vlag klap
perend in den nog steeds feilen Noord-Wester.
Kapitein Malingen staat op de brug
naast den loods. Hij heeft zwarte kringen
onder de oogen en een grauwe kleur. De
bemanning idem idem... allen in geen
paar dagen kooi gezien en hard aangepoot.
Het is beesteweer geweest vertellen ze.
Een Noordzee, zooals ze haar maar zel
den meegemaakt hadden...
Het schip heeft ligplaats genomen aan den
Strekdam, recht tegenover het Havenkantoor.
Bijzonderheden over reparatie en waar deze
geschieden zal, zijn nog niet bekend.
De avond van Donderdag, 10 Nov.
houde men vrij!
Het zijn thans niet meer zoo heel veel we
ken, die ons nog scheiden van het Vorstelijk
Huwelijksfeest, dat ook in Den Helder onge
twijfeld op luisterrijke wijze gevierd zal wor
den. Tal van buurtcomité's leggen een groote
mate van activiteit aan den dag en zeker
niet in de laatste plaats de K.S.K.-commissie.
Wij vernemen, dat het in de bedoeling
ligt a.s. Donderdagavond in het Rialto-
theater een filmavond te organiseeren.
De heer Van Twisk zal voor een uitste
kende rolprent zorgen (hetgeen hem toe
vertrouwd is), terwijl de entrée bijzonder
laag gesteld wordt.
Nadat het publiek, dat ongetwijfeld in
grooten getale aanwezig zal zijn, genoten
heeft van het filmisch gedeelte van dezen
avond is het plan... nog niet naar huis te
gaan, doch eenigen tijd gezellig bij elkaar te
blijven in Musis Sacrum. Hier is gelegenheid
voor een dansje, er zijn attracties... enfin
men weet wel op welke wijze de huidige ge
neratie der Polakken voor dergelijke amuse
mentsavonden zorgdraagt. De toegang tot
Musis is... gratis!
Hoewel nog nader op dezen avond
terugkomen, adviseeren wij onzen lezers
reeds nu; houdt hem vrij!
om naar Beemsterboer
te gaan, daar vindt U altijd
nog een zeer geschikt en
welkom geschenk.
U vindt bij ons een zeld
zame collectie zilveren
ringen met prachtige kleur-
steenen.
JUWELIER -HOPLOóER-DENÏÏELDtR
Film en causerie van kapitein
Gladpootjes.
Gisteravond was er druk bezoek in het be
kende gebouwtje van het Leger des Heils aan
de Spoorgracht. Zóó druk zelfs, dat er banken
van de bovenquartieren gehaald moesten wor
den om de belangstellenden plaats te kunnen
bieden. Waarvoor die bijzondere drukte Wel,
kapitein en kapiteine Gladpootjes, die samen
een zeven jaar in West-Indië doorgebracht
hebben, zouden in woord en beeld van hun be
vindingen aldaar getuigen. Kapitein en kapi
teine Gladpootjes zijn in hun werk pioniers
geweest op onze West-Indische bezittingen,
waar voordien geen Legerwerk werd verricht.
En dat was en is er toch zeer van noode.
Aanvankelijk had het echtpaar veel moeite
óm er vasten voet op den bodem te krijgen,
het maakte een zeer moeilijke beginperiode
mede en armoede was toen hun deel. Maar de
kapiteins hebben daar de waarheid van het
woord „God helpt de werkers" leeren kennen,
want voetje voor voetje schreden zij voor
waarts en tenslotte mochten zij het genoegen
smaken een belangrijk stuk Legerwerk vol
tooid te hebben. Op Curagao toch staat
momenteel een Zeemanshuis, dat gastvrijheid
biedt aan alle zeelieden van elke natie, die
hier op dit eiland eenigen tijd moeten door
brengen. Dit Zeemanshuis is ook bij onze
marine goed bekend, want velen van hen, die
in West-Indië vertoefd hebben, zijn er gasten
geweest. Met alle kracht die in hen is, trach
ten de officieren van het Leger de mannen
te behoeden voor verderf en ontucht.
De film liet ons zien, hoe er, met van het
Gouvernement geleende autobussen, op uit
getrokken werd voor een tocht over 't eiland.
Dank zij de vele en talrijke goede opnamen
waren wij in staat een indruk te krijgen van
ons West-Indisch koloniaal bezit. Curagao is
rotsachtig en droog. Het maakt in vergelijking
met Oost-Indië een indruk veel minder ont
wikkeld te zijn, de wegen zijn er grootendeels
onbestraat, de huizen kunnen de vergelijking
met die in Oost-Indië niet doorstaan, kortom
het was ons duidelijk, dat in Oost-Indië de
hand der beschaving veel krachtiger gewerkt
heeft dan in de West.
Met het stichten van dat Zeemanshuis was
het Leger natuurlijk niet gereed met zijn werk
op Curagao. Integendeel, er is nog zeer veel
te doen. Zoo is er de jeugd. Er bestaat, eigen
aardig genoeg, nog geen leerplichtwet op dit
eiland, zoodat de kinderen veelal op straat
hun heil zoeken. Dat dit niet bevorderlijk is
voor hun mentaliteit, karaktervorming enz.,
laat zich begrijpen en de criminaliteit onder
hen heeft dan ook een ergerlijk peil bereikt.
Het kon niet anders of het Leger moest zich
het lot van die kinderen aantrekken en dat
is dan ook geschied. Na noesten arbeid en
met financieele medewerking mochten de
kapiteins Gladpootjes er in slagen een speel
tuin te kunnen openen. Deze trekt de jeugd
ten zeerste aan en het bezoek is dan ook zeer
druk. Natuurlijk is de stichting van dien tuin
slechts een eersten stap, want het ligt in de
bedoeling om de zorg voor de verwaarloosde
jeugd meer intensief ter hand te nemen, zoo
b.v. op het gebied van onderwijs.
Met het rijke interessante filmmateriaal,
dat hij meegebracht had en zijn boeiende ver
teltrant, slaagde kapitein Gladpootjes er vol
ledig in om een duidelijk beeld van het werk
van het Leger des Bteils op Curagao te geven.
Vol aandacht voglden de vele aanwezigen dan
ook woord zoowel als beeld en toen men ten
slotte uiteen ging, was een ieder ten zeerste
voldaan.
Het Weigel Miiller-Septet.
Voor een uitstekend gevuld „Kegelhuis"
heeft gisteravond de aldaar nieuw geëngageer
de band van Weigel Müller voor het eerst ge
concerteerd.
Het betreft hier een jazz-ensemble, dat zijn
sporen reeds lang verdiende en dat herhaalde
lijk blijk gaf van zijn kunnen.
De bezetting van het septet is 2 saxe'n, een
trompet, harmonica, drum en piano, terwijl een
der dames voor solozang zorgt.
Zoowel in het samenspel als op solistisch
gebied mochten wij verscheidene malen opmer
kelijke staaltjes van goede jazz beluisteren en
wij twijfelen er dan ook niet aan of de heer
Burger zal er met dit gezelschap eer inleggen*
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
Woensdag nam. van 35 u. en van 810 u.
en Zaterdag nam. van 36 u., alsmede op
den eersten Zondag van elke maand nam.
van 35 u.
Donderdag S December.
Casino, 8 u. Feestavond M.U.L.O.-vereen,
Musis Sacrum. Chr. Dem. Unie. Spr. H. S.
v. Houten. Vrij debat.
Vrijdag k December.
Casino, 8 u. Feestavond Zeevaartschool-
vereeniging.
N. H. Kerk, Julianadorp, 8 u. Zendingsfilm
over Suriname.
Zaterdag 5 December
Casino, 8 u. Soirée Dansinstituut „Modern",
door Friedrich
Lindem a n
Maar dit alles bewees niets omtrent de rol
die de „Frisco" bemanning gespeeld had bij
de verdwijning der bemaning van de „Betty
Bonn". Dit alles gaf ook nog geen oplossing
van het eigenlijke geheim, waarom werd de
„Betty Bonn" verlaten? Men behoefde toch
niet direct aan een misdaad te denken. Men
kon evengoed muiterij aannemen. Alles aan
boord was in orde, alleen de stuurmanshut was
in wanorde, en in deze hut hadden zij het
mes gevonden. Was het niet mogelijk dat de
stuurman, of wie dan ook een aanval van
waarzin gekregen had en de lui met sabel-
geweld overboord gedreven had? Zulke geval
len waren bekend. De houwen in de reeling,
dat alles gaf een bepaalde reden tot veronder
stelling.
In ieder geval, het entermes, de bloedvlekken
het eerste teeken, die over het geheim zelf
wat mededeelden.
Op dit oogenblik ging de deur open. De
bode kwam binnen en bracht een brief.
Rijksadvocaat persoonlijk. Een bode wac
op antwoord.
Trevor scheurde het omslag open, las, werd
rood van woede en sloeg met den vuist op
tafel:
Vervloekte hond!
Toen, zelf geschrokken over dezen uitval,
wendde hij zich tot den bode en zei:
Die bode moet even wachten.
De beambten ging naar buiten.
Nauwelijks had deze de deur achter zich
gesloten of Trevor reikte mij den brief.
Alstublieft, de Amerikaansche Consul,
Mr. Spring verzoekt mrj het schip door een
deskundige te laten onderzoeken.
Nu kwam Hayes overeind. Dit raakte zijn
eer. Hij moest zijn hart luchten.
Vervloekte hond!
Dit kon Trevor zoo maar niet laten pas-
seeren.
Kapitein, uw uitroep over den vertegen
woordiger van ons bevriend land, was onge
past. Ik meende zelf met deze uitdrukking
den kapitein der „Frisco", op wiens verzoek
deze nieuwe onderzoeking waarschijnlijk plaats
vindt, maar ik neem deze uitdrukking dan
ook ,als zijnde gedaan in een moment van op
winding, terug. Uw constateeringen worden
door dit tweede onderzoek in geen enkel op
zicht beleedigd. Integendeel: we mogen slechts
hopen dat onze ondervindingen ook van den
anderen kant zulen bevestigd worden. Goeden
avond, Kapitein.
Hayes was getroffen door dit korte afscheid
en door den officieelen toon van den Rijks
advocaat.
Hü stond er bij als een betrapte school
jongen, maakte een linksche buiging en schoof
de deur uit.
Zijn uniform hing in treurige plooien om
zijn lichaam. Deze afgang had hij zich be
slist anders voorgesteld.
Doch nauwelijks had hij de deur achter zich
dichtgetrokken, of Trevor sloeg nogmaals met
volle overtuiging op de schrijftafel.
Vervloekt land.
En zei na een oogenblik met nadruk:
Deze keer bedoel ik inderdaad den
Consul.
Na nog eenige oogenblikken:
Wat nu?
Het was de eerste maal dat hij, gedurende
dezen midag, regelrecht mij een vraag stelde.
Ik moest eerst een oogenblik over mijn ant
woord nadenken. Toen zei ik:
Zelfs waneer gij een juridische reden had,
die nieuwe onderzoek te verhinderen, dan nog
zou ik dit niet geschikt achten.
Trevor knikte.
Wij begrepen elkaar.
Wanneer tegenover een dergelijke weigering,
de Consul hardnekkig bleef, kon hier uit een
juridische aangelegenheid een politieke zaak
voortkomen.
Trevor had het nu in de hand twee Ministers
van Buitenlandsche Zaken er in te betrekken
of niet.
Ik weet zeker, dat ht denkbeeld hem een
oogenblik aanlokkelijk voorkwam, deze konse-
kwensie in zijn geheel te aanvaarden; tele
grammen tusschen Londen en Washinton; zit
tingen van beide ministers van buitenlandsche
zaken; zittingen van de ministeries van Justitie
misschien zelfs van regeeringsafgevaardigden
der twee wereldrijken, en steeds daarbij den
naam van den Rijksadvocaat in Gibraltar.
Ik zag 't aan den glimlach die om de mond
hoeken van Trevor te voorschijn-trad. Maar
de afloop was onzeker en een onzeker resul
taat durfde Trevor niet riskeeren. Zelfs indien
het hem niet zijn functie gekost zou hebben
immers formeel kon hij in zijn recht zijn
dan nog zou het leven te Gibraltar hem een
hel geworden z\jn. Op eiken hoek van de
straten stond men er als 't ware op te wachten
dezen „Londenaar" te kunnen wegcijferen,
dezen overgeplaatste, dezen gewichtdoener.
Trevor knikte in gedachten verzonken. Een
bittere trek kwam om zijn mond. Ik begreep
hem maar al te goed; een wereldzaak, laten
we het gerust zoo noemen; een groot avontuur
te moeten laten loopen, alleen omdat men
moest leven gedwongen was te leven. Dit is
niet zoo eenvoudig voor een man „Va banque"
spelen? Alleenstaand tot het bittere eind
doorvechten? Daartoe ontbrak hem weer de
moed. Hij was slechts een avonturier der fan
tasie. Op dit oogenblik verachtte hij zichzelf.
Dan schoof hij alels met een enkele hand
beweging van zich af.
De bloedvlekken blijven. Die zijn niet
weg te wasschen.
Hij serheef een zeer beminnelijken brief aan
den Consul van Amerika, Mr. Spring.
's Morgens had ik reeds met mijn waard
waard is misschien een beetje te weinig
respectvol uitgedrukt voor dezen gesoigneer-
den gladgeschoren in rokgekleeden heer, beter
zou klinken Hotel-directeur of iets dergelijks,
dus, ik had een Jimmie Bolston over Trevor
willen spreken. Maar Jimmie weerde lachend
af.
Iedereen glimlachte te Gibraltar als het
over Trevor ging, en dit lachen beteekende
altijd: Laten we er ons toch niet verder druk
over maken, die zal zich een of anderen dag
den schedel wel verpletteren.
Trevor had die onaangename gewoonte,
dingen op te halen, die beter begraven hadden
kunnen blijven. Hij ging op alle dingen te diep
in. Hij maakte te veel drukte. Waarom? dat
doet maar onaangenaam aan.
Binen drie dagen is het Kerstmis. Moet hij
nu juist nog vandaag dien Hayes, deze
onderzoekingscommissie, zooals Ijij het nge.mt,
aan boord brengen? Die man maakt zich ge
woon belachelijk met zijn gedoe over deze
ellendige zaak van niks.
Dat had Jimmie Bolston 's morgens gezegd.
En Jimmie beteekende in zoo'n geval heel
Gibraltar.
Tegen den avond toen ik van het Gerechts
gebouw terugkwam, ging ik nog een oogen
blik zitten voor het groote raam van de
Hotelhall.
Daar zat ik altijd, waneer ik iets te
schrijven had. Ik kan de zgn. lees- en schrijf
kamers in de hotels niet uitstaan, waarin
men met de ellebogen tegen elkaar aangeperst
wordt met orders uitschrijvende handelsreizi
gers en ansichtkaartenschrijvende oude dames
Men wist 't in Bristol en hield er rekening
mee.
Nauwelijks was ik dan ook in een rieten
stoel gaan zitten of de boy stootte mij al aan
met schrijfpapier. De leiding in het hotel was
goed.
Maar dezen avond kwam Jimmie persoon
lijk op mij af.
Ik was verwonderd toen hij schrijfpapier
en inktkoker voor mij op het marmerblad
neerzette, zorgzaam als een moeder, die de
eerste schrijfpoging waar haar jongsten zoon
aanmoedigt. Met zachte stem mompelde hij:
Interessant geval, niet?
Buitengewoon verwonderd over deze nieuwe
wending keek ik hem vragend van terzijde
aan. Maar reeds ging hij verder.
Ach, weet ge het nog niet; van het
entermes? Ze hebben toch een entermes ge
vonden met bloedvlekken, het moordinstru-
ment...
(Wordt vervolgd.)