De Blauwe Wimpel een wanhopig denkbeeld Documentendiefstal in de Britsche Admiraliteit De wraak van Haroen al Raschid KORT VERHAAL De geheimen der Boeddhistische magie DE ROEM EN HET EINDE VAN EEN TRIOMFTEEKEN. De documenten over het ontstaan van de N. Atlantische trofee zijn gevonden. Ze heeft inderdaad aan de mast gewapperd. Waarom de Queen Mary haar niet wilde hebben. Onlangs heeft de „Normandië" de blauwe wimpel, die uitgevonden is door den En- gelschman Hales, moeten afstaan aan de „Queen Mary". De wereld werd echter ver rast door het feit, dat de Cunard White Star- Line de ontvangst van het zegeteeken wei gerde. De N. Atlantische scheepvaart zou voortaan niet meer bestaan uit voortdurende concurrentiestrijd, maar men moest kame raadschappelijk met elkaar samen werken. Het verstand heeft dus het laatste restje romantiek en zenuwprikkelende sportgeest weggewischt, dat bijna 100 jaar de strijd, om het snelst de Atlantische Oceaan over te steken, beheerscht heeft. De blauwe wimpel bestaat niet meer en toch heeft het niets te beteekenen, want, de „Queen Mary" be houdt de roem het snelste schip te zijn. Het heeft lang geduurd, voordat men wist hoe dit zegeteeken, deze blauwe wimpel, was ontstaan. Sommige beweren, dat dit tee- ken er nooit geweest is; men is er over be ginnen te spreken, toen de stoomschepen pas opkwamen, en de op winst beluste ree- derijcn trachtten zoo vlug mogelijk de reis naar het onbekende land mogelijk te maken. De uitdrukking zelf was ontstaan als navol ging van het blauwe lint, waaraan veel be roemde ridderorders werden gedragen. An dere bestreden dit: volgens hen was het teeken al veel eerder ontstaan, n.1. ten tijde van de theevaarders van China naar Enge land. Maar ze waren het er allemaal over eens, dat deze trofee nooit in den vorm van de blauwe wimpel heeft bestaan. Nu zijn juist in dezen tijd in het Engel- sche scheepvaartarchief vergeelde documen ten gevonden, waaruit men de werkelijke oorsprong van de blauwe wimpel kan zien. Nauwkeurige data heeft men niet gevon den. Want het oogenblik waarop het idóe van de blauwe wimpel in het brein van een woedenden, teleurgesteldcn koopman is ont staan, is zoo alledaagsch, dat niemand op het idéé kwam daarover een uitvoerig be richt te geven. Het was in het begin van de vorige eeuw. Tallooze Engelsche kooplieden wer den aangelokt door hot feit, dat men met het nieuwe handelsartikel de Australische wol, schatten kon verdienen. De weken waar in men op de ongelooflijk snelle zeilschepen wachtte, die de wol zou aanbrengen, be- hooren tot de opwindendste weken, die de Engelsche handel ooit gekend heeft. Binnen enkele uren werden kleine koop- „BE QUEEN MARY lieden enorm rijk. Makelaars, die daarente gen een heel vermogen geinvesteerd hadden werden daardoor hetzelfde oogenblik straat arm omdat hun schepen te laat kwa men, soms dagen, soms uren Een van deze kooplieden was in twee op eenvolgende jaren al ongelukkig hiermee, ofschoon zijn schepen het best waren. Hij had gevloekt en geraasd, had zijn beman ning weggejaagd en voor telkens hooger loon weer nieuwe menschen aangenomen. Niets hielp, ook dit jaar liep zijn speculatie op niets uit. Toen kwam hij op het prachtige idéé, dat voor hem de laatste mogelijkheid was om hem voor den ondergang te bewaren Het volgend aar zal hij dat schip, dat als eerste van zijn vloot de haven van Liverpool binnenloopt, een klinkende belooning ge ven. En nog meer! Hij zal de bemanning een eereteeken geven, de een of andere wim pel, misschien blauw, zooals het lint van de beroemde ridderorders. Een jaar later blijkt, dat deze gedachte, die ontstaan is door vertwijfeling, woede en teleurstelling, goud waard is. Drie sche pen van zijn vloot loopen het eerste de ha ven binnen. De overwinnaar ontvangt zijn beloofde wimpel, die nu hoog, duidelijk zichtbaar in de mast hangt. Toen het volgende jaar weer een van zijn schepen won, deden de andere kooplieden hem na. Weer een paar jaar later ontvangt ieder schip van de diverse kooplieden, dat het eerst van de geheele vloot binnen komt de blauwe wimpel. Ruim een dozijn schepen prijken nu met eereteekenen. Toen was er natuurlijk geen aardigheid meer aan. Daarom kwamen de reederijeen bijeen en besloten, dat er een lichaam ingesteld moest worden, dat voor taan alleen het recht had over de blauwe wimpel te beschikken. Van nu af aan werden de scheepsjourna len nagekeken en hij die het snelst gereisd had ontving dé blauwe wimpel. Daarmee was de eer van het blauwe lint gered. De avontuurlijkste episode in deze chro- niek der wedrennen is het begin van de tachtiger jaren, de dramatische strijd tus- schen de „Umbria" en de „City of Paris" De schepen kozen een uur na elkaar zee en voeren dagen achtereen vredig naast el kaar, want de kapiteins hadden de opdracht gekregen er vooral geen wedstrijd van te maken; 's nachts trachtten ze echter elkaar voorbij te loopen. 's Morgens ontdekten ze dan telkens weer dat ze nog vlak bij el kaar lagen. Pas jaren later werd dit onon derbroken dramatische duel ten gunste van de „City of Paris" beslist. Deze „City of Paris" was het reinste wonderschip, want om de een of andere reden bereikte het j schip een snelheid, die ongeveer anderhalve I knoop grooter was dan men berekend had. HAWKER—BOMMENWERPER EN TEEKENING NR. 17 DE ROL VAN PRINS KAT- SOEKI. Londen, December 1936. De grootste spionnage-affaire, die Enge land na den wereldoorlog beleefde, is zoo gcruiscliloos afgewikkeld, dat zelfs de En gelsche pers er geen kennis vari kreeg. Zij is geëindigd zonder eenige veroordeeling, maar met een vlucht en een geheimzinni- gen moord. Haar voorgeschiedenis ligt reeds eenige maanden in het verleden. In Mei kreeg de chef van de Britsche luchtvloot, sir John. Selmond, de mededeeling, dat uit het ad miraliteitsgebouw alle plannen en teeke- ningen van den nieuwen Hawker-bommen- werper verdwenen waren. Daar de Royal Air Force juist van dit vliegtuigtype groote verwachtingen had, werd er oogenblikke- lijk een groot apparaat in werking ge steld, om de gestolen plannen terug te krijgen, maar alle onderzoekingen bleven zonder resultaat Eenige dagen later meld de echter het technische bureau van de admiraliteit het verdwijnen van de plan nen van het nieuwe snelvuurgeschut Nr, 17 voor den afweer van duilibooten, zonder dat de kluis, waarin zij bewaard werden, sporen van inbraak vertoonde. Daarna volg de er een coup de theatre: 24 uren na het verdwijnen lagen de gestolen plan nen weer op hun oude plaats. De dieven hadden de documenten klaarblijkelijk slechts gefotografeerd en daarna weer te ruggeven. Uit den aard van den diefstal bleek, dat slechts een lid van het personeel van het technische bureau, dat niet alleen toegang tot de sleutels had, maar ook de letter combinatie van de kluis kende, de dader kon zijn. Slechts weinige menschen kwa men dus voor een onderzoek in aanmer king. Desondanks bleef eenig succes uit; men kon zelfs niet vaststellen, welke buiten- landsche mogendheid de zaak geënsceneerd had. Een geheim rapport uit Nagasaki. Eind Juni kreeg de Britsche inlichtin gendienst uit Nagasaki de mededeeling, dat de Japansche admiraliteit in het arsenaal van deze stad nieuw geschut liet vervaar digen, dat geheel gelijk aan het Britsche type Nr. 17 was. Nu kende men den staat die voordeel van den diefstal had ge had. Het spoor van den dader vond men ech ter" d'oor een merkwaardig toeval. Bij de 'WateWobbrUg werd een Japanner door een taxi doodgereden. Men bracht hem naar het lijkenhuis en vond in zijn zak een brief aan een adres in Plymouth. Dit opende een mogelijkheid, om den man te identificee- ren. De gearresteerde was een Japanner, die als huismeester in dienst van Prins Katsoeki, een neef van den onlangs ver moorden admiraal Saito, was. Het feit, dat deze bediende twee wo ningen in Londen en Plymouth had wekte natuurlijk argwaan op. Men open de dus den brief en vond daarin eenige onontwikkelde foto's die in het daglicht direct zwart werden. Daarop begaven eeni ge beambten zich naar het paleis van den Prins, verontschuldigden zich hof lijk we gens de storing en verzochten den prins al zijn bedienden tot een ondervraging in een kamer bijeen te roepen en voor de goede orde persoonlijk bij het onderhoud aanwezig te willen zijn. Het verhoor strekte zich slechts uit tot het inwinnen van eenige informaties over den verongelukten Japanner, maar een deel van de beambten onderzochten tegelij kertijd even discreet als grondig het ge heele huis en ontdekten daarbij een kamer een waar arsenaal van chemicaliën, foto grafische artikelen en resten van interes santé documenten. Een voorbeeldige organisator. Deze vondst maakte een nader onder zoek mogelijk. Daaruit bleek, dat Prins Katsoeki aan het hoofd van een uitsteken de organisatie stond. Hij had door een advocaat nauwkeurige inlichtingen over de particuliere omstandigheden van bepaalde personen laten inwinnen. Bevonden deze menschen zich in geldverlegenheid, dan kwamen zij „bij toeval" met den advocaat in kennis. Was dit niet het geval, dan werden zij kunstmatig in financiëele moei lijkheden gebracht, doordat zij eveneens „bij toeval" in den salon van een zekere Mrs. Thopsons geraakten. Daar werd of ficiëel bridge, in werkelijkheid echter een hazardspel gespeeld. Had men genoeg ver loren, dan verscheen de advocaat weer, die geld tegen hooge rente uitleende. Wa ren de slachtoffers voldoende murw ge maakt, dan kwam de Prins zelf in actie en de rest volgde vanzelf. Op deze wijze was een organisatie tot stand gekomen, die haar voelhorens tot de geheimste plaatsen van de landsverde diging uitstak. De Japanners hielden zich op den achtergrond, het plan van den I-Iawkerbommenwerper werd door een ingenieur van de Royal Air Force ont vreemd, terwijl de teekening van geschut Nr. 17 door een afdeelingsdirecteur van de technische afdeeling van de admiraliteit werd gefotografeerd. Biscrete afwikkeling. Prins Katsoeki is „ontkomen" men wilde geen diplomatieke incidenten. De afdeelings directeur, de ingenieur en de advocaat wer den in een terechtzitting met gesloten deu ren tot ieder 20 jaar dwangarbeid veroor deeld. Met Mrs. Thopsons is men anders te werk gegaan. Men stelde haar dus de keu ze van levenslangen dwangarbeid of toe passing van artikel 23 van het Engelsche wetboek van strafrecht, dat zegt, „Wie aan een misdaad tegenover de veiligheid van het rijk heeft deelgenomen, deze misdaad ter kennis van de autoriteiten brengt en zoo de mogelijklvard geeft tot de arresta tie van zijn mede-daders, kan na bevesti ging van zijn mededeelingen uit de rechts- HET was in de dagen van den hoog- sten bloei van Bagdad, de residen tie van de Kaliefen, toen Haroen, bijgenaamd de rechtvaardige, heerschte en toen het oudp tooverachtige Babvlon in een nieuwe gestalte, tot nieuw leven scheen ont waakt. Het was in de tijden, toen in de ba- zars van deze stad, alle landen van het Oosten hun waren te koop boden. Het was op een nacht, dat Haroen al Raschid, zijn gewoonte getrouw, een wan deling deed door de schitterende stad, waar ook in de nachtelijke uren het vermaak niet stil stond en in de bazars het leven heersch te als van den dag. Hij, de vorst, de heer- scher, wilde hooren naar wat het volk ver telde van zijn vorst en van zijn ambtenaren en dienaren, terwijl hij zich onbespied wist. Hij was gekleed als een inan uit het volk en al werd hij ook gevolgd door velen van zijn hovelingen en dienaren, die voor de vei ligheid van den heerscher hadden te zorgen, niemand kon in hem den vorst vermoeden. Terwijl hij luisterde, al leunende tegen een der pilaren, die het glazen afdak van den bazar der zijden stoffen stutten, werd zijn oog getroffen door de verschijning van een man, die door anderen werd gevolgd, voor wien men uitweek om hem den weg mij te laten en die langs buigende lieden ging. Die man interesseerde Haroen. Wie zou het zijn, die als een vorst voortstapte en de eerbewijzen van een vorst ontving. Hij vroeg een voorbijganger, wie deze man was, voor wien iedereen boog. „Vriend, dat Allah U zegene, wie is deze man", vroeg Haroen. De man lachte. „Kent gij onzen heerscher niet, Haroen al Raschid geheeten, zijt gij een vreemdeling in onze stad, dat gij den kalief niet kent?"... „Neen, ik ken hem niet. Loopt hij dan le deren nacht door de stad en zoo, dat hij door iedereen wordt gezien en herkend.'1 „Zoo is het. Eerst zag iedereen hem voor een onzer aan, maar niet lang duurde het, of men wist, dat hij de vorst was. En nau welijks was het bekend, of men kwam tot hem met verzoeken, met smeekbeden en hij beloofde alles in te willigen. Nóg heeft hij zijn beloften niet gehouden, maar zijn die naren zijn het, die wel zijn bevelen ontvin gen, doch ze niet uitvoerden." Haroen luisterde naar den man en volg de toen dengene, die zich voor den vorst uitgaf. Hij wenkte zijn dienaren en gaf be vel den bedrieger naar zijn paleis te leiden en hem daar als een vorst te behandelen. En Haroen keerde naar zijn paleis terug. Achter een gordijn geplaatst zag hij, hoe de andere in prachtige gewaden werd ge kleed en op den troon werd gezet. Deze scheen zich over niets te verwonderen en mét de gebaren van een heerscher liet hij zich alles welgevallen. Haroen lachte om de poets, welke hij den man zou spelen. Toen Abdoel i'bn Josoef, zooals de man heette, op den troon was gezeten, gaf Haroen zijn bevelen. „Haal de leelijkste oudste vrouw uit de vrouwenverblijven, bekleed haar met de prachtigste gewaden en breng haar dan bij mij. En niet lang duurde het of bij Haroen werd een vrouw gebracht, afschuwelijk van leelijkheid, die in de vrouwenverblijven het vuilste werk deed. Toen schoof Haroen het gordijn op zijde en betrad de troonzaal van zijn paleis, waar Abdoel i'bn Josoef nog altijd op den troon was gezeten. Aan de hand begeleidde hij de vrouw en gehurkt schuivende naderde hij den pseudo-vorst. „Vergun mij, o groote vorst, Uw geliefde gemalin bij U te brengen. Zij smacht van verlangen naar U." De man schrok. Hij had Haroen herkend. „Dat is niet mijn gemalin", zeide hij, ter wijl hij van zijn zetel was opgestaan. „Dat is de favoriete van Haroen, de eerste gemalin van den Keizer „Ik ben de Kalief niet", zeide Abdoel ang stig. „Als gij dan den kalief niet zijt, hoe komt gij dan hier?" „Dienaren brachten mij hier „Onmogelijk, gij hebt zelf beweerd dat ge Haroen zijt, iedereen herkende U, iedereen boog voor U en ge aanvaardet de eerbewij zen, zooals het een vorst betaamt." „Genade, ik heb misdreven door mij te wil len verheffen tot Uwe hoogte, o vorst, ge nade". „Gé hebt geluisterd naar de klachten van het volk en ge hebt, alsof ge de vorst zelf waart beloften afgelegd, welke ge niet hebt kunnen vervullen. De schuld wierpt ge op mijne dienaren en ge bedroog mijn volk. Gij hebt den schijn aangenomen de Kalief zelf te zijn. Gij schijnheerscher, gij zult ge straft worden." „Dat Allah U in de lengte van de dagen zegene, bewijs mij genade, mij, die niet waar dig is, Uw voetzolen te kussen. „Men heeft mij niet zonder redenen, den rechtvaardigen genoemd en rechtvaardig zal ik tegenover U zijn." „Luister! Gij schijnvorst, ook deze vorstin was maar schijn, ook aan haar passen niet de gewaden, die ze draagt, evenmin aan u de kleeren, waarmede gij zijt versierd. Gij schijnvorst en schijnvorstin, gij hoort bij el kaar. Zij zal Uw gemalin zijn tot Uw dood en vreest mijn toorn als gij haar mishandelt of haar ontrouw wordt." „Genade, ik wil liever sterven." „Gij zult blijven leven, om als voorbeeld te dienen hoe Haroen de rechtvaardige ge noemd, dengene straft, die niet eerlijk zijn weg gaat en die zijn onderdanen bedriegt.1 Het is niet iedereen gegeven heerscher- te zijn. Niet de gestalte, niet de kleeren maken de vorst, doch de gedachten, welke hem be zielen, zijn daden om het volk gelukkig te maken, waarover hij heerscht. Omarm Uw gemalin en ga in vrede." Beiden werden uit het paleis geleid. I-Iaroen klapte in zijn handen. Tot zijn die naren, die voor hem gehurkt zaten, zeide hij: „Roep Soeleima, ik wil haar kussen, ze is schoon als de dageraad. Ze zal in mij het gezicht doen vergeten van die oude vrouw, die nu de gelukkige gemalin van Abdoel ib'n Josoef is. vervolging worden ontslagen" Mrs. Thop sons koos dezen uitweg en maakte het daardoor mogelijk, de geheele in Engeland werkende Japansche spionnage-organisatie lam te leggen. Men stelde haar daarna geld voor den reis naar Amerika ter beschik king. Uit New York wordt thans gemeld, dat Mrs. Thorpsons onmiddellijk na aan komst in haar kamer in het Savoy-hotel door middel van een zijden koord geworgd werd. Van den dader ontbreekt nog ieder spoor Een Frangalse als priesteres in Tibet. Madame Corentin, is dezer dagen na jaren iaiig ue Boectüh che magie te hebben beoefend, in Europa teruggekeerd en gaat thans een boek schrijven over dezen tak van wetenschap. Met het Amerikaansche stoomschip „Que- bec" kwam laatst een interessante vrouw te Stamboul aan, n.1. Mevrouw Cécile Corentin de weduwe van een jong gestorven privaat docent. Wat haar man niet gelukt was, had zij door drie jaar hardnekkigen arbeid vol bracht, en wel het onderzoek van de gehei men der zoo raadselachtige priesterkasten van Tibet. Vier jaar gelden scheepte Gustave Coren tin zich met zijn vrouw Cecile in naar Tibet, waar hij in de talrijke kloosters de Liturgie der Tibetaansche monniken wilde onderzoe ken. Zijn vrouw beheerschte de Tibetaan sche monniken wilde onderzoeken. Zijn vrouw beheerschte de Tibetaansche dialec ten haast nog beter dan hij en maakte alle vermoeienissen van de ries door het Aziati sche hoogland mee. Toen Gustave Corentin een gevaarlijke darminfectie kreeg, ver pleegd, Cécile hem twee weken lang in de cel van een bergk looster, waar hij het laatst zijn studies had gemaakt. Ze moest toezien, hoe zijn toestand van dag tot dag erger werd en tenslotte zag ze hem sterven. Van het oogenblik af, dat de jon ge vrouw haar man verloren had, scheen ze totaal veranderd. Het zij, dat van haar geboorte af geheime krachten in haar sluimerden, hetzij dat ze zich door haar jarenlange studie van het Boeddhisme tot al les wat magisch was aangetrokken voelde, ze zette een streep onder het verleden om zich aan dat eene doel te wijden n.1. de studie van de eeu wenoude magische leer der Boed dhistenpriesters. Na weken lang rond gezworven te heb ben van 't eene klooster naar het andere, werd ze eindelijk opgenomen in een pries- terschool in Z. Tibet. Drie jaar lang leeft ze daar volgens de onmenschelijk strenge wetten dezer orde. Binnen korten tijd blinkt ze uit door haar kennis van alle regels en riten en mag ze door haar leeraar op de hoogte gesteld worden van de Boeddhis - tische magie. Als eerste Europeesche vrouw, misschien wel als eerste vrouw onderwerpt ze zich aan de raadselachtige boetedoenin gen der monniken, en leert tenslotte in de toekomst te zien, het genezen van verlam den, gedachtenoverdragen over afstanden van verschillende dagreizen enz. Na afloop van haar leertijd is Cécile een volmaakte priesteres der magie, die zich met iedere monnik in Tibet kan meten. Zij zelf weet dat ze niets meer en nietsminder geleerd heeft, dan de talrijke kunsten der Boeddhistische leer, die ze tevoren slechts uit boeken had geleerd. Wel heeft ze in die drie jaren geleerd, dat de Z.g. „Magie" af te leiden is uit de psychische macht der menschen. Bepaalde ademoefeningen en verschillen de voorgeschreven houdingen voor het li chaam helpen haar met de z.g. „bevrijding" van de psychische substantie, waardoor dan de verplaatsing van de ziel mogelijk wordt Cécile wist zoodoende precies op welk uur en op welken dag haar jeugdvriendin in een dorp in Z. Frankrijk gestorven was, terwijl zijzelf op den terugweg was naar Europa. Een anderen keer was ze in staat in psychisch contact te komen met een zieke vrouw in N.-Tibet en deze beter te maken. Ze heeft ook talrijke malen het ge- dachtenlezen beoefend. Ze beschouwt het als de laagste trap der psychische bewe gelijkheid. Volgens de jonge vrouw is iedere „ma gische" kunst te leeren; ze beschouwt de magie als wetenschap en wil het ongeloo- vige Europa door middel van een uitgebreid boekwerk nader tot haar opvattingen bren gen. WAT MENIGEEN NIET WEET. New York is de stad, waar de meeste „gom gekauwd" wordt. Men zegt, dat het gebruik grootendeels aan nervositeit is toe te schrijven. „Wallstreet-menschen zijn ge weldige Kauwgommers. Evenzoo acteurs en variété-artisten. De Amerikaansche staat Texas is 212 maal grooter dan de kleinste staat derUnie Rhode Island. Duitsche worst zal binnenkort niet meer gestopt worden in darmen maar in „kunst- vel" gemaakt van celluloid materiaal. Tot dusver importeerde Duitschland darmen tot een bedrag van ca. p.st. 3.000.000 per .aar, en dat gaat thans boven zijn krach ten, financieel gesproken natuurlijk. „On doordringbaar voor vet, onbederfelijk, beter conserveerend, licht in gewicht en hygië nisch, beweert een Duitsche krant dit nieu we materiaal.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 3