ermannelijking
Moderevue
Krijgshaftige
allures
in de mode
Zaterdag 12 December 1936*
Vierde blad
VOOR DE VROUW
Maar gelukkig
kan nog altijd
'n vrouw zich
als „vrouw"
k 1 e e d e n
Moeder's beste hulp
EEN dezer dagen heb ik mij
naar een debatavond laten
meesleepen. Twee uiterst-ge
leerde heeren behandelden in lange
redevoeringen het probleem of de
pmstandigheden een integraal-deter-
mineerenden invloed excuseer me,
maar dat is de uitdrukking, waar
van zij zich om de honderd woorden
bedienden - op de geestesgesteldheid
yan den mensch uitoefenen of maar
een bijkomstige factor zijn. Ze waren
het niet eens. Wie ten slotte het pleit
iwon kan ik niet zeggen. Ik geloof
dat ze beiden van hun gelijk over
tuigd bleven. Veel heb ik er niet van
begrepen, al moest ik me misschien
schamen dat zóó maar, zonder om
wegen, in het openbaar te bekennen.
Enfin, 't is zoo, en ik ben graag be
reid een diepe eerbiedige buiging te
maken voor wie het vraagstuk zoo
klaar als een klontje is.
Maar, al heb ik dan onmogelijk we
ten uit te maken, of de omstandig
heden een integraal-determineeren-
den invloed wat een mooie uit
drukking toch! bezitten dan wel
een bijkomstigen, een factorischen,
zoo staat het toch in elk geval vast
dat ze zich niet laten uitschakelen.
'Zelfs de mode ondergaat haar in
vloed.
Geen krant, geen tijdschrift kan
men ter hand nemen of het oog wordt
getrokken door afbeeldingen, die ik
niet bewonder, maar die niettemin
eens historische documenten zullen
zijn Ik bedoel al die plaatjes waarop
men vrouwen in oorlogs-travesti aan
schouwt. Hier oefent zich een groep
„miliciennes" in de behandeling van
een machinegeweer, daar exerceert
pen bataillon-amazones, elders zie ik
een vrouwen-elftal voetbal spelen en
het onderschrift luidt: De moderne
Eva ontspant zich na uren lang in
PALETOT VAN PANTERBONT MET BIJ
PASSEND HOEDJE.
Model; Worth, Parijs.
(reproductie verboden)
een munitie-fabriek granaten gevuld
te hebben
Ik zal de laatste zijn een veroor-
deelend of zelfs maar een afkeurend
woord uit te spreken Al deze vrou
wen oefenen zich voor de toekomstige
verdediging van haar vaderland of
van een zaak, waaraan zij haar hart
verpand hebben en die zij als een
rechtvaardige zaak beschouwen. Het
kan een vrouw ten slotte alleen
slechts eeren, niet waar, als zij be
reid blijkt haar tijd, haar inspanning
en zelfs haar leven voor een groot
en goed deel te geven en toont te be
grijpen dat er omstandigheden zijn
waarin 'zij andere moeilijker plich
ten heeft dan het aanhouden van het
vuur in den huiselijken haard.
Maar ik betreur het dat de mode
haar zoetjes aan in een man en een
soldaat omschept. Daartoe bestaat
geen enkele geldige reden of het
moest zijn dat de omstandigheden
haar noodlottige integraal-determi-
neerende rol beginnen te spelen.
Een paar seizoenen reeds nam de
mode krijgshaftige allures aan. Jas
jes in tuniek-model, met galons en
sterren en strepen versierd, werden
bij series verkocht en veranderden
ons in fantastische operette-soldaat
jes. Dat was nog amusant en het kon
er als gril mee door. Maar nu gaan
de ontwerpers verder. Nu schijnen
sommige door de omstandigheden
dermate te worden be-invloed, dat zij
er nauwelijks meer in slagen een be
hoorlijk-vrouwelijk japonnetje te tee
kenen. Zij achten zich niet „a la page"
indien de pakjes, die zij op de markt
brengen, niet min of meer, en liefst
méér dan min, van uitgesproken
mannelijke allure zijn.
Hoeveel soldateske hoeden worden
ons niet getoond? De eene modiste
heeft zich aan foto's, die op den
Spaanschen burgeroorlog betrek
king hebben, vergaapt en presenteert
ons een hoed, die zij „Carlistisch" of
„Phalangistisch" of de-hemel-weet-
hoe doopt. De andere tracht ons een
„Highlander'Vmodel op de haren te
planten, Que voulez-vous, madame,
mode de guerre!
Maar het blijft niet bij den hoed.
Dat de namiddag-japonnen kort en
sportief geworden zijn ik heb er
niets tegen, want ik ben altijd van
meéning geweest dat de lange rok
uitsluitend bij avondtoilet past. Maar
het avondtoilet zélf vermannelijkt
zich en al die masculinisatie maakt
de vrouw er zeker niet aantrekkelij
ker op. De vrouwelijke'smoking ver
schilt nauwelijks meer van dien van
den man. Alleen wordt de vrouw nog
toegestaan een kort rokje te dragen.
Maar hoe lang nog? Is 't volgend jaar
de vrouw, die er geen heil in ziet den
langen pantalon van haar man te
adopteeren, niet een hopeloos-ouder-
wetsch schepsel? In de smoking-jas-
ies is eigenlijk al geen verschil meer.
't Is waar, de vrouw heeft de be
voegdheid het hare van fluweel te
vervaardigen en het van revers van
„faille" te voorzien en zij mag de
„lintjes" van haar echtgenoot door
een sieraad naar keuze vervangen,
maar voor de rest is het onderscheid
waarlijk niet groot. Ik wil niet be
weren, dat een enkel slank meisje er
in zoo'n smoking niet aardig uitziet,
maar een zaal vol smokings maakt
een hopeloos-uniformen indruk. En
van de feestigheid van een tafel blijft
niet veel over als het zwart-en-wit
der heeren dat niet meer door echt-
vrouwelijk avondtoilet geëncradeerd
wordt.
En bleef, het nog maar bij smo
kings! Maar daarvan is geen sprake.
Eerst' waarlijk sjiek schijnt een
vrouw dezen winter te zijn als zij
een rok draagt, niet zoo'n rok, die als
ons voornaamste vrouwelijke attri
buut gelden kan, maar zoo een als de
heeren der schepping als hun feeste-
lijksten en plechtigsten dos beschou
wen.
Geloof niet dat ik het over uitzon
deringsgevallen heb. Het zou niet de
moeite waard zijn aan uitzonderings
gevallen een artikel te wijden. Feit
is dat de mannelijke invloed alge
meen is en dat de grootste modehui
zen trachten ons een-beet je-vervrou-
welijkte, maar niettemin in den
grond der zaak mannelijke kleeding-
stukken op te dringen.
De rok voor de vrouw behoudt al
leen het privilege van grootere kleu
righeid. Zij kan bij voorbeeld roest
kleurig of groen zijn en zelfs „croi-
sé" over de buste, wat haar tot een
hoogst-zonderling hybridisch klee-
dingstuk maakt, maar het rok-ka-
rakter wordt tot eiken prijs behou
den.
Over de vermannelijking der sport-
kleeding behoef ik het nauiwelijks te
hebben. Geen ski-costuum zonder
lange pantalon daarmee is nog
vrede te hebben maar het maakt
kriegel dat de verkoopster haar klan
ten, die om een golf-costuum vragen,
onmiddellijk een „plus fours" pro
beert aan te praten.
Wij zijn gelukkig niet zóóver dat
er niets anders meer te krijgen is.
Nog altijd kan een vrouw zich als
vrouw kleeden en van haar feminine
gratie behoeft zij geen speldenknop
prijs te geven. Maar als wij op den
ingeslagen weg voortgaan zal de
vrouw, die niet in kan zien waarom
zij zich in een min-of-meer misluk
ten man zou vermommen, weldra een
uit-den-tijdsche verschijning zijn.
Er is, dunkt mij, slechts één mid
del om aan de masculinisatie van de
vrouwenkleeren een einde te maken.
Dat middel bestaat in het verminde
ren van de kans-op-oorlog. Dan zal
aan de algemeene militarisatie van
ons werelddeel een einde kunnen ko
men en de mode zal den invloed van
de nieuwe vredesstroomingen even
zeer ondergaan als zij nu aan den
oorlogsgeest onderworpen blijkt. De
volkenleiders hebben het in hun
macht de vrouw opnieuw te vervrou
welijken! I :j
GERTRUDE.
VOOR DEN NAMIDDAG
Van links naar rechts*
Een geschikt model voor zwaardere figu
ren, met ingezette plooien van fluweel.
Japon van dof crêpe-satin met plissée gar
neering.
Wijnrood zijde fluweel voor de namid
dag japon met smock-garneering.
Namiddag japon met een licht gedrapeerd
schootje.
Links?
JAPON VAN WIJNROODE WOLLEN STOF Deze eenvoudige
japon valt op door de bijzonder aardige stikselgarneering wat boven
dien zeer slank maakt. De kraag is erg eenvoudig met zijn breede
revers die er tevens een buitengewoon aardig cachet aan geven.
Rechts?
BEGEERENSWAARDIG MORGENJASJE 'AlsH ja als, dan valt
er niet aan te twijfelen dat men zich een morgenjasje zou aanschaf
fen als op nevenstaande foto afgebeeld; van zware zijde met decora
tief stiksel, fijn gewatteerd en met een warme zijde voering.
Evenwel, een zware wollen1 stof in heldere kleuren kan denzelfden
dienst verrichten en misschien nog practischer zijn.
Boven?
BAMBOE IS NU AAN DE BEURT Dit geestige garnituur, bestaan
de uit een ceintuur van varkensleder met een gesp en armband van
bamboe, is gedacht bij een mantelpakje van goudkleurige tweedstof.
Werkelijk een buitengewoon aardig idèe,