Ten
den
behoeve van zijn
broeder
Hertog van York
EEN OPENHARTIGE UITEENZETTING
DE BOODSCHAP
VAN DEN
KONING
Baldwin's gesprekken
met Koning Edward
Derde blad
LONDEN* De Engelsche Minister-
Pres* Baldwin heeft Donderdagmiddag
in het Lagerhuis zijn met zoo groote span
ning verwachte verklaring afgelegd*
De Minister-President deelde aan het
parlement mede, dat Koning Edward VIII
besloten heeft, afstand te doen van
den troon*
Baldwin deelde verder aan het parle
ment mede, dat de Hertog van York
den Koning zal opvolgen*
De Hertog van York
die zijn broeder als Koning
opvolgt
Kroningsdatum van den
nieuwen Koning
BALDWIN
Troonafstand van Koning Edward
Dc acte van Abdicatie is mede onderteekend door de
Hertogen van York, Kent en Gloucester. De Koning heeft
voor zichzelf en zijn nakomelingen van alle rechten op den
roon afstand gedaan.
„IK VERLAAT MIJN VOLKEN
IN DE VASTE HOOP, DAT DE
WEG, DIEN IK GEKOZEN
HEB, DE BESTE ZAL ZIJN
VOOR DE STABILITEIT VAN
DEN TROON EN 'T GELUK VAN
MIJN VOLKEN".
f
Londen. Nog nimmer heeft het Engel-
sche lagerhuis een zóó ontzaglijken toeloop
van belangstellenden gezien als Donderdag
middag.
Reeds twintig minuten voor de opening
.van de zitting waren alle banken en tribu
nes tot op de laatste plaats volkomen bezet.
Slchts twee zetels waren toen nog leeg: die
van Baldwin, en die van den leider der op
positie, Attlee. De tribunes der pers, evenals
de voor de diplomaten en de vertegenwoor
digers der dominions gereserveerde plaatsen
\varen overvol. In de wandelgangen heersch-
te een groote opwinding en in de zittings
zaal zelf waren de gesprekken zóó levendig,
dat het onmogelijk was iets te verstaan.
Eindelijk betrad Baldwin de zittingzaal.
Onmiddellijk begaf nij zich naar den spea
ker, boog en overhandigde hem, met de
woorden: „een boodschap van zijne majes
teit den koning", een groot document, dat de
sepaker vervolgens voorlas. Het luidde:
„Na langdurige en zorgvuldige overwe
ging heb ik besloten, afstand te doen van
den troon, dien ik na den dood van mijn
vader heb bestegen en ik deel thans dit,
mijn definitief en onherroepelijk besluit u
mede.
In het bewustzijn van den ernst van de
zen stap kan ik slechts hopen, dat mijn vol
ken de beslissing, die ik genomen heb, als
mede de redenen, die mij genoopt hebben
deze beslissing te nemen, zullen begrijpen.
Ik wil thans niet spreken over mijn
menschelijke gevoelens, maar ik zou willen,
dat men er aan denken zou, dat de last,
die voortdurend drukt op de schouders van
den vorst zoo zwaar is, dat deze slechts ge
dragen kan worden onder omstandigheden,
die anders zijn dan die, waarin ik mij be-
vind.
Ik geloof niet, den plicht te vergeten, die
op mij rust om de belangen van den staat
in de eerste plaats te doen gelden, wanneer
ik verklaar, dat ik mij ervan bewust ben,
deze zware taak niet langer meer doelmatig
of met persoonlijke voldoening te kunnen
vervullen. Ik heb derhalve hedenmorgen
de akte mijner abdicatie onderteekend ei
deze luidt aldus:
„Ik, Eduard VIII, Koning van
Groot-Brittannië, Ierland en de over-
zeesche Dominions, Keizer van Indië,
verklaar bij dezen onder de huidige
omstandigheden afstand te doen voor
mij en mijn nageslacht van mijn
rechten op den troon en spreek den
wensch uit, dat hieraan terstond ge
volg zal worden gegeven.
„Aldus gedaan, heden 10 Decem
ber 1936. In tegenwoordigheid van de
getuigen".
Dit document was onderteekend
door Eduard, rex imperator en mede
onderteekend door de Hertogen van
York, Gloucester en Kent.
Vervolgens gaat de koninklijke
boodschap letterlijk verder:
ver-
„Ik stel grooten prijs op de
schillende beroepen, die op mij zijn
gedaan, een andere beslissing te ne
men, maar mijn besluit is genomen.
Bovendien zou een verder uitstel
slechts schade kunnen veroorzaken
voor de volken, die ik getracht heb te
dienen als Prins van Wales en als
Koning. Ik verlaat mijn volken in de
vaste hoop, dat de weg, dien ik ge
kozen heb, de beste zal zijn voor de
stabiliteit van den troon en het geluk
van mijn volken."
De boodschap besluit met de
woorden:
Ik wensch zeer levendig, dat er
geenerlei vertraging zal zijn in het
ten uitvoer leggen van het document
dat ik geteekend heb en dat alle noo-
dige maatregelen onmiddellijk geno
men zullen worden om mijn wettigen
opvolger, mijn broeder, den Hertog
van York, de troonsbestijging te ver
zekeren."
Blijft waarschijnlijk 12 Mei.
Naar Havas uit Londen meldt, is
het niet waarschijnlijk, dat de kro
ningsdatum, die w.as vastgesteld
voor de kroning van den Koning,
die thans afstand heeft gedaan, zal
worden veranderd wanneer de Her
tog van York op den 'troon komt.
Deze zal dus geschieden op den
12en Mei.
„BESCHERMER VAN HET GELOOF".
Londen. Ten aanzien van het wetsont
werp over den troonsafstand wordt opge
merkt, dat onder de titels van den koning
niet voorkomt die van „beschermer van het
geloof", welke in koninklijke verklaringen
altijd gevonden kan worden. Het is nog niet
mogelijk te zeggen, welke beteekenis deze
weglating heeft.
„GEEN ERNSTIGER BOODSCHAP
IS OOIT DOOR HET ENGELSCHE
PARLEMENT ONTVANGEN EN
GEEN ZWAARDER TAAK OOIT
GELEGD OP DE SCHOUDERS
VAN DEN EERSTEN MINISTER".
LONDEN, 10 Dec. (A.N.P.):
Onmiddellijk nadat de speaker de
Koninklijke boodschap had teneinde
gelezen, stond Baldwin op en stelde
voor terstond de boodschap van den
koning in behandeling te nemen.
Baldwin zeide. „Geen ernstiger bood
schap is ooit door het parlement
ontvangen en geen zwaarder taak is
ooit op de schouders van den eer
sten minister gelegd. Ik moet u zeg
gen, wat ik naar waarheid oprecht
en volledig zonder eenige poging tot
opsmukken of versieren heb mede te
deelen. Ik zal weinig of niets te zeg
gen hebben als commentaar, critiek,
lofspraak of blaam. Mijn beste han
delwijze thans is de Kamer zoo uit
voerig mogelijk te vertellen wat ge
schied is tusschen den Koning en
mijzelve en wat geleid heeft tot den
tegenwoordigen toestand.
Ik zou willen aanvangen met te zeggen,
dat de Koning, toen hij nog Prins van Wales
was, mij talrijke jaren vereerd heeft met een
vriendschap, die ik op prijs stel. Het was
niet alleen een vriendschap tusschen twee
mannen maar een vriendschap van diepe
aanhankelijkheid. Ik zou de Kamer ook wil
len mededeelen, dat toen wij Dinsdagavond
op fort Belverdère afscheid van elkander
namen, wij beiden wisten en voelden dat wij
tegen elkander gezegd hebben, dat onze
vriendschap, verre van te zijn aangetast
door de besprekingen van deze afgeloopen
weken, ons nauwer bindt en ons leven lang
zal duren (applaus). De Kamer zal willen
weten op welke wijze ik mijn eerste onder
houd met den Koning heb gehad.
Baldwin herinnerde er aan hoe hem in
Augustus en September een tijdlang rust was
voorgeschreven en hoe hem half October,
toen hij terugkeerde, twee dingen veront
rustten. Er kwamen brieven op zijn bureau
van Britsche onderdanen, burgers van de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika en
eenige uit de dominions, welke alle uitdruk
king gaven aan verontrusting ten aanzien
van hetgeen in de Amerikaansche bladen
gepubliceerd werd. Ook wist hij dat de
scheidingskwestie in de onmiddellijke toe
komst te verwachten was. De resultaten
hiervan deden hem er zich rekenschap van
geven, dat zich daarna een moeilijke toe
stand wellicht zou kunnen voordoen.'
Hij vatte toen de meening op, dat het
noodzakelijk was, dat iemand zich tot den
Koning wendde en hem waarschuwde voor
den moeilijken toestand, die zich later zou
kunnen voordoen, wanneer men toestond,
dat deze soort van gepraat en critiek voort-
Ring.
Onder deze omstandigheden was er slechts
een man, die deze kwestie met den Koning
kon bespreken, n.1. de eerste minister. „Ik
raadpleegde toen mijn collega's, en stelde er
den Koning van in kennis, dat ik hem op
Fort Belvedère volstrekt particulier wensch-
te te spreken en wij ontmoetten elkaar op
Fort Belvedère den °0en October.
Een raadsman van den Kroon kan
van geen enkel nut zijn voor zijn
meester, tenzij hij hem altijd de
waarheid, zooals hij die ziet, zegt,
(applaus), of deze waarheid welkom
is of niet. De houding van den Ko
ning is voortdurend zoodanig ge
weest, dat hij nooit eenig teeken
heeft gegeven van beleedigd of ge
kwetst zijn door wat ook, dat ik
hem gezegd heb. Al onze besprekin
gen voltrokken zich met zoo moge
lijk nog een toenemen van den we-
derzijdschen eerbied en de egards,
die tusschen ons hebben bestaan.
Ik zeide den Koning, dat ik twee groote
redenen voor ongerustheid had:
Ten eerste de gevolgen van een voortgang
van dit soort dingen in de Amerikaansche
dagbladen en de indruk, die gewekt zou wor
den in de dominions, in het bijzonder in
Canada, waar deze bladen veel gelezen wor
denden in dit land, ten tweede bracht ik den
Koning in herinnering ,wat ik vaak tegen
hem en zijn broeders gezegd heb in de voor
bije jaren, n.1. dat de Kroon in dit land in
den loop der eeuwen beroofd is van tal van
prerogatieven, maar dat, ofschoon dit juist
was, de Kroon toch heden veel meer verte
genwoordigt dan ooit in de geschiedenis
(Applaus.)
Het belang van integriteit van de
Kroon is boven iederen twijfel ver
heven, want deze vormt niet alleen
den laatsten schakel van het empi-
rum, welke gebleven is, maar bo
vendien een waarborg in dit land,
zoolang zij bestaan zal in deze inte
griteit, tegen talrijke euvels, die an
dere landen hebben getroffen of aan
getast.
Hieraan voegde spr. toe, dat dit gevoel
grootendeels een uitvloeisel is van den eer
bied, die gegroeid is onder de drie laatste
generaties ten opzichte van de monarchie.
Het zou mogelijk zijn, dat dit gevoel niet
zoo langen tijd stand zou houden tegenover
den critieken toestand, waaraan de mo
narchie werd blootgesteld, zoodat zij veel
vlugger deze macht zou verliezen dan zij
was opgebouwd. Wanneer de eerbied een
maal verloren is gegaan, betwijfel ik of
wat het ook zij, hem weer zou kunnen her
stellen.
Deze overwegingen vormden de basis van
mijn gesprek over dezen kant van de aan
gelegenheid en ik gaf uiting aan mijn on
gerustheid en vervolgens aan mijn verlan
gen. dat dergelijke critiek geen enkele oor
zaak mocht hebben.
Ik zeide tegen den Koning, dat ik zelf zijn
regeering onder oogen had gezien als een
groote periode in een nieuwen tijd.
Hij beschikte over zoovele der noodzake
lijke eigenschappen. Ik zeide hem, dat ik
met hem over dit onderwerp wilde spreken
als vriend, ja zelfs, wanneer ik kon, hem
in deze kwestie wilde helpen. In de vele, ve
le uren, die wij tezamen hebben doorge
bracht en vooral tegen het einde heeft de
Koning mij niet eenmaal, maar vele malen
gezegd:
Wij moeten samen deze kwestie regelen,
ik zal niet dulden, dat wie ook zich hierin
mengt. Ik wees den Koning op de gevaren
van echtscheiding en op het feit. dat de pe
riode van afwachten vernietigend zou kun
nen zijn.
Toen spr. den Koning 16 November ont
moette, toen de echtscheiding uitgesproken
was, geloofde spr. dat het zijn plicht was
met den Koning te spreken over de moge
lijke huwelijkskwestie.
Hij zeide tot den Koning, dat hij geloofde
dat dit bijzondere huwelijk niet de goedkeu
ring van het Jand zou wegdragen. Tevens
stelde hij in het licht, dat de positie van
echtgenoote van den Koning afwijkt van die
van elk ander burger en dat bij de keuze
van een Koningin de stem des volks ge
hoord moest worden.
De koning antwoordde toen, dat
hij iets wilde zeggen, dat hij reeds
lang tot uiting had willen brengen
n.1. dat hij met Mrs. Simpson in het
huwelijk ging treden, en dat hij be
reid was heen te gaan.
Dit was, aldus Baldwin een zeer smarte
lijk bericht en het was spr. onmogelijk daar
dien dag nog commentaar op te leveren.
De Koning stelde dien avond nog koningin
Mary in kennis en later ook zijn broers,
Vervolgens ontbood de Koning spr. op 25
November en vroeg hem, of hem een voor
stel tot het sluiten van een morganatisch
huwelijk was gedaan en wat hij daarvan
dacht. Baldwin was toen niet in staat een
overwogen antwoord te geven, maar zijn
eerste reactie was, dat het parlement nooit
een dergelijke wetgevende maatregel zou
aanvaarden (applaus)
Toen spr. daarop vroeg, of de Koning
wenschte dat hij deze kwestie zou bestu-
deeren, antwoordde de Koning, bevestigend
De Koning ging er tevens mee accoord, dat
deze kwestie voorgelegd werd aan het ka
binet en de eerste ministers der dominions.
De ingewonnen «inlichtingen gaven echter
aan, dat noch in Engeland, noch in de Do
minions eenig vooruitzicht bestond op aan
vaarding van zoodanige wetgevende maat
regelen. Op 2 December deelde spr. den Ko
ning mede, dat hij vreesde, dat het voor
stel onuitvoerbaar was, hetgeen den Ko
ning niet verraste. Daarna heeft de koning
nooit meer eenige toespeling op deze kwes
tie gemaakt.
De Koning overwoog voortdurend vier
punten, n.1. wanneer hij heen zou gaan,
zou dit waardig en met zoo min mogelijk
last voor zijn ministers en zijn volkeren
geschieden. Tevens wenschte hij heen te
gaan onder omstandigheden, die de troons
bestijging zoo gemakkelijk mogelijk .zou
maken voor zijn broers, terwijl iedere ge
dachte aan een z.g. „koningspartij" hem
tegenstond (langdurig en krachtig applaus)
De koning wilde op fort Belvedere blijven
aangezien hij geen bezoek wilde brengen
aan Londen zoolang geen oplossing was
bereikt. Ik eer en eerbiedig hem wegens
dit besluit, aldus Baldwin. (wederom
krachtig applaus)
De positie van den Koning, verder be
sprekende, zeide Baldwin, „Zijne Majesteit
heeft ons gezegd, nietl anger den bijna on-
dragelijken last van het Koningsschap te
kunnen blijven dragen zonder een vrouw
aan zijn zijde, en wij weten, dat deze cri
sis vroeger is los gebarsten juist tengevolge
van de openhartigheid van karakter van
den Koning. Het zou hem volkomen moge
lijk zijn geweest, ons niet te hebben inge
licht, mar hij was zich bewust van het ge
vaar en wenschte te vermijden, wat hij, niet
alleen voor Groot Brittanië maar voor het
geheele empirium gevaarlijk wist.
Mijn pogingen hadden ten doel den Ko
ning te helpen een beslissing die hij niét.
nam, te nemen.
Wij slaagden hierin niet en de_ Koning
heeft het besluit genomen, dat wij bekend
hebben gemaakt. Het was mij een groote
steun, toen ik hem Dinsdagavond verliet,
de zekerheid te hebben gekregen, dat ik
niets had nagelaten, om hem het ingeno
men standpunt te doen wijzigen. Intusschen
is er niemand onder ons, die het besluit
van den Koning niet oprecht zal betreuren.
Evenmin is hier iemand, die een oordeel
zou willen uitspreken. Wij zijn geen rech
ters. De Koning heeft zijn besluit te ken
nen gegeven. Wij moeten thans ons aaneen
sluiten en hedenavond zal ik het noodige
wetsontwerp indienen. De Kamer zal mor
gen bijeenkomen en het is van groot belang,
dat het ontwerp morgen wet wordt.
Voortgaande deelde Baldwin mede, dat
het kabinet tijdens zijn zitting van Woens
dagmorgen het officieele en definitieve ant
woord van den Koning heeft ontvangen.'
Unaniem heeft het kabinet toen den Ko
ning verzocht eèn daad, die diepe droefheid
zou veroorzaken voor zijn onderdanen en
hen vitaal zou treffen nog eens in over
weging te nemen. De Koning antwoordde,
dat hij de kwestie nogmaals overwogen
had, maar betreurde zijn besluit niet te
kunnen wijzigen.
Ik ben er van overtuigd, aldus Baldwin,
dat niemand zou hebben kunnen slagen,
waar ik gefaald heb, en zij, die den koning
het beste kennen, zullen weten wat dat be-
teekent.
Deze vergadering, aldus voegde Baldwin
hier nog aan toe, is thans een tooneel waar
op de' geheele wereld de oogen gericht
houdt. Laten wij ons bijgevolg gedragen met
de waardigheid, die de koning zelf toont in
het uur van zijn beproeving en welke ook
het gevoel van spijt moge zijn, dat de im
houd van zijn boodschap bij ons opwekt,
laat ons zijn wenschen ten uitvoer leg
gen, doen wat hij vraagt en het snel doen.
Herinnert U de geliefde en geëerbiedigde
Koningin Marv (toejuichingen), laten wij
aan haar denken tijdens het debat dat wij
zullen moeten voeren als bewaker van de
democratie en laten wij onzen plicht doen,
die erin bestaat de integriteit van de mo
narchie te handhaven, welke de eenige
band van ons rijk en de waarborg van
onze vrijheid vormt.
Baldwin besloot zijn rede aldus: Laten
wij ons aaneensluiten achter den nieuwen
Koning en hem helpen. (Langdurig en
krachtig applaus). Laten wij er naar stre
ven de schade te herstellen, die voor het
land zou kunnen zijn ontstaan en den taak
voortzetten ons land tot het beste land voor
allen te maken.
Temidden van hartelijke toejuichingen
ging Baldwin zitten.
Na een korte onderbreking van de zitting
bracht de leider der oppositie, Attlee, eèn
betuiging van sympathie der Labour-oopo-
sitie aan den Koning, aan Koningin Mary
en Baldwin. Hij zegde den steun der oppo
sitie toe. De leider der liberale oppositie,
Sinclair, zeide vervolgens dat de regeering
niet anders bad kunnen doen dan een hu-
welijksvoorstel verwerpen.
Overigens sloot hij zich geheel bij de woor
den van Attlee aan.
Churchill sprak een lofrede uit op den
Koning en voegde hieraan toe: „Ik aam
vaard ten volle wat Baldwin bewezen heeft
te weten: dat de deze week genomen beslis
sing door den Koning vrijelijk, uit eigen
wil en spontaan genomen is".
DE FINANCIEELE ZIJDE.
Londen, 10 Dec. Men meent te weten,
dat er nog geen beslissing is genomen ten
aanzien van de financieele bijkomstigheden
van den troonsafstand. Het is niet waar
schijnlijk, dat de opbrengsten van de her
togdommen Lancaster en Cornwall ter be
schikking van Edward zullen worden ge
steld. Het wordt mogelijk geacht, dat de
regeering het parlement zal verzoeken, een
jaarlijksche som te voteeren. Dit zal waar
schijnlijk weer niet geschieden, indien
Edward te kennen geeft, dat zijn particu
liere bronnen van inkomsten toereikend
zijn.